iiahdeh niEuws OR" CpPAFF) Overdenking Prins Maurits verovert Sluis NUTSSPflRRBKNK Zeeuwse wandelingen BUIJSSE Goed sproeien is gemaicicelijker dan u denkt De grote liefde C KIEVIT Zn. uit de Heilige Schrift Diekhyusnieuws he blad Vrijdag 29 mei 1970 No. 3889 UiïHET iiiiip apa van het Middel- uur n.iB' !NDO" uit ind elharnis Centrale Verwarming RUIL BIJ ONS UW OUDE naaimachine in Ucv Modehuis SPAAEBANK EN ALLE BANKZAKEN VOOK GEZESr EN BEDBUF Voorstraat 36, Middelhamis Bijk. Langeweg 15, Ooltgensplaat AmbacW tra? IniiSll arnis De A.K.V. De belijdenis Een verheugend geluid Het spreekt haast vanzelf dat we deze ■week enige aandacht moeten besteden laan de Algemene Kerk Vergadering van ■de Nederlandse Hervormde Kerk, zoals ■die tijdens het Pinicsterweekeindein ■Driebergen is gehouden. We hebben het 'nooit onder stoelen of banken gestoken dat we in deze vergadering weinig heil za^en, en voor zover thans is na te gaan behoeven we na afloop deze mening niet te herzien. Drie dagen lang (zaterdag, zondag en maandag) hebben 300, door de gemeen ten gekozen afgevaardigden, zich met ielkaar verdiept in het leven en werken ■der kerk.1 Maar men is niet klaar geko- Imen. De vergadering is dan ook niet Igesloten, maar geschorst. In het najaar 'zal ze weer heropend worden. Laten we eerlijk zijn, men kon ook niet klaar komen. Wanneer zóveel over- Ihoop gehaald wordt, dan kan dat alle- iTnaal moeilijk in drie dagen tijds op z'n plaats worden gezetBovendien, het ligt in de aard van het modern theolo gisch denken, dat men nooit klaar komt. Wie durft zeggen dat hij of zij weet .wie God is, wie Christus is, wie de Imens is, wat geloven is, enzovoorts...? iDe hoogste wetenschap is immers dat we eigenlijk niets weten? Dat kwam duidelijk uit toen het ging over „het geloof van de kerk", en over de belijdenis. Er waren eigenlijk drie soorten opvattingen. De eerste groep wilde nog wel de belijdenis handhaven, :niaar dan enigszins gereduceerd, en in iieder geval aangepast. De tweede groep wilde naar een nieuw belijden. De der de groep zag het nut van een belijdenis niet in. Het gaat slechts om de „exis tentiële" vragen: Wat moet ik met mijn geloof en hoe ontmoet ik Christus? Daarom moeten de woorden van de praeses van de Synode (die weliswaar niet aan de discussies deelnam, maar die er af en toe een nabeschouwing gaf) bepaald wel met enkele korreltjes zout genomen worden. Ds. J. A. G.i van Zan ten, sinds dit voorjaar praeses van de Generale Synode, merkte namelijk op, dat de organisatie van de A.K.V. heeft ■bewezen dat de kerk springlevend is en dat de wezenlijke zaak zéér velen ter harte gaat. Maar wanneer dan uit de discussies blijkt dat de meerderheid zo spoedig mogelijk wil afrekenen met de belijdenis van de kerk, of althans die belijdenis sterk wil reduceren, dan vra gen we ons af, wat nu eigenlijk die wezenlijke zaak is. Is de belijdenis dan zo wezenlijk? Die vraag staat niet op zichzelf. Achter de vraag naar de gebondenheid aan de be- .flijdenis ligt een andere vraag: die van Shet gezag van de Heilige Schrift. Zeer j terecht heeft iemand op één van de voorvergaderingen van de A.K.V. de opmerking gemaakt, dat de Hervorm de Kerk nu nog een losbladige kerk orde bezit, maar als ze op deze weg voortgaat, dat ze dan ook spoedig een losbladige bijbel zal hebben En daarmee zitten we midden in het irobleem. Het is heus niet alleen de [Gereformeerde Bond, die daarvoor teeds heeft gewaarschuwd. Er gaan oe langer hoe meer ogen open voor de heilloze weg waarop de kerk zich be vindt. Een paar dagen nadat de A.K.V. was gehouden, konden we in de dag bladen een verslag vinden van een refe raat, gehouden door Dr. G. de Ru, tot Voor kort praeses van de Generale Sy node, voor de jaarvergadering van de Confessionele Vereniging. Dr. De Ru signaleerde in de kerk een steeds ster- jker nadruk op maatschappelijke ver houdingen en aktiviteiten, en een ex treem diakonalisme. Daarbij is het we zenlijke van de Kerk, datgene wat God aoet door Zijn Woord en Geest in het gedrang gekomen. Letterlijk zei Dr. De nu: „Als het zo doorgaat met kerk en prediking als nu, dan voorzie ik een chaos, waarin de mensen hun weg zul len moeten vinden met een minimum aan geloofskennis, en een maximum aan scheefgetrokken informatie, en een op hol geslagen levensgevoel". Hij waarschuwde de kerk voor deze eenzijdigheid en eigengereidheid, en wees haar op haar primaire taak, de prediking. De kerk moet weer „leer huis worden.1 En daarvoor zal er gestu deerd moeten worden. De Kerk moet leven onder de tucht van Woord en Geest. Het is zonder meer verheugend, een dergelijk geluid te horen van een oud- praeses van de Generale Synode. God geve dat zijn woorden gehoord en ver staan mogen worden en dat zij bij ve len weerklank vinden, opdat de vader landse kerk moge terugkeren van haar dwaalwegen. Dan zou er misschien geen A.K.V. meer gehouden worden, maar dan zou het gelden wat we lezen van de eerste Pinkstergemeente: „Zij waren volhardende in de leer der apostelen en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden". WAARNEMER. SOMMELSDUK ïdefoon (018700 SSM CONSXJLENTSCHAP VOOR HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF EN TOERISME VOOR ZUID-HOLLAND Met ingang van 1 juni a.s. is benoemd tot Rijksconsulent voor het Midden- en Kleinbedrijf en Toerisme in de provin cie Zuid-Holland de heer Drs. R. den Breejen, J. W. Frisolaan 3 te 's-Graven- hage, telefoon nr. 070 - 55 42 30. De Rijksconsulenten voor het Mid den- en Kleinbedrijf en Toerisme ver tegenwoordigen het Ministerie van Eco nomische Zaken in de provincie, voor wat betreft de zaken die ressorteren onder het Directoraat-Generaal voor het Midden- en Kleinbedrijf en Toeris me. Zij geven voorlichting over het overheidsbeleid in deze sectoren, terwijl zij daarnaast optreden als adviseur van provinciale en gemeentelijke besturen ten aanzien van zaken, die de onderne mers in het midden- en kleinbedrijf en toerisme aangaan.! Als zodanig kunnen worden genoemd het voorbereiden van winkel- en bedrijfspandenbouw, het projecteren van toeristische of recrea tieve voorzieningen, het treffen van provinciale of gemeentelijke verorde ningen, enz. Voorts fungeren zij als raadsman voor de individuele ondernemers ten einde hen behulpzaam te zijn bij het zoeken naar de meest gerede oplossing voor allerlei vraagstukken op het ge bied van de bedrijfsvoering. (ongeacht welk merk) Ruil 'm voor de moderne PFAFF elektrische zigzag lichtgewicht machine. Ons zigzag programma loopt van 259,— tot 968,— kompleet in koffer. PFAFF NAAIMACHINEHUIS Bergen op Zoom Kortraneestraat 17 Tel. (01640) 35878 BON: voor gratis folders in enve loppe zenden aan, Antwoordnr^ 102, Bergen op Zoom. Naam: Adres: Plaats: Deze keer een meditatie in de Zuid- Afrikaanse taal van Prof. H. D. A. du Toit. Wij vonden deze in „Die Voorlig- ter", het kerkblad van de Nederduitse Gereformeerde Kerk. Met de strekking daarvan konden wij ons zeer goed ver enigen. Het Zuid-Afrikaans is nauw verwant aan onze Hollandse taal, zodat onze lezers en lezeressen niet veel moei te zullen liebben om de meditatie te kunnen lezen. Een enkel moeilijk woord zal uit het zinsverband wel kunnen worden begrepen. Redaktie. DIE GEBED OM HEILIGING „En mag Hy, die God van die vrede, julle volkome heilig maak, en mag julle gees, siel en liggaan geheel en al ontae- rispelik bewaar word by die weder- koms van ons Here Jesus Christus" 1 Thess. 5 23. VREEMD dat bale gelowiges so bang is vir volmaaktheid, en nie bekommerd is oor huUe onvolkomenheid nie. Nie mand van ons is tog volmaak niet, sê huUe, en daarmee is hulle tevrede. Die apostel Paulus roep die Christene van Thessalonika op om volkome heilig te wees, om hulle geheel en al toe te wy en onberispelijk te wandel. Drie keer in ons teksvers kry ons dus die aansporing om nie halfhartig met ons heiligmaking te wees nie. Die Here eis 'n volkome oorgawe. Die begrip „heilig" kan drie beteke- nisse hê: om af te skei, om toe te wy en om gevul te word. 1. Afskeiding. Abraham moes uit Ur van die haldeërs trek om 'n aparte be staan te voer. Israël is afgeskei van die omringende heidense nasies om 'n eiendomsvolk van God te word. Selfs die betekenis van die woord „kerk" is om uitgeroep te word uit die ganse mensdom ten einde 'n vergadering van gelowiges te word. Dieselfde roepstem kom nog tot elke gelowige: Skei julle af! „Gaan onder hulle uit en sonder julle af, spreek die Here; en raak nie aan wat onrein is nie, en Ek sal julle aanneem". Die grens tussen kerk en wereld word gou verdof.i Die .^kape en duiwe het ge- leidelik in die voorhof van die tempel verskyn en dit verontreinig. Voor jy weet het jy gelykvormig aan die wereld geword. Dit begin in jou binneste, want „Demas het die teenswoordige wereld liefgekry". Dan word dit in jou uiterlike kleding gesien. Ek protesteer teen die wyse waarop ons vrouelidmate hulle klee, die ma nier waarop hulle met die lïort rokke sit, hulle verskyning by die nagmaal- tafel, by die huweliksdienste sonder hoede of met net 'n doekie oor die haar- tooisel. Maar nie net die vroue nie, die mans ontbloothulle liggame soms nog meer. My teks sê „die liggaam geheel en al onberispelik bewaar". Paulus vra dat ons ons liggame moet stel as 'n lewen- dige heilige en aan God welgevallige offer (Rom. 12 1). Elders vra hy of ons nie weet dat die liggaam 'n tempel van die Heilige Gees is nie. Ons mag nie die liggaam 'n kapstok maak om al die modes te vertoon nie. Dan is daar die oordrywing van sport. Ons mense stroom in hulle duisende en tienduisende na die voetbal, motorsport en boks waar die liggaam onnodig in gevaar gestel word. Ons kinders word met hierdie geesdrif grootgemaak. In die laaste dae sal die mense meer lief hebbers van vermaak as liefhebbers van God wees. Ons is deesdae ook heeltemal mak gemaak vir die speelfilm.i Dit draai voor die oe van groot en klein met die mees walglike sensuele tonele af, ter- wyl die sensorraad blykbaar magteloos staan om die vuil stroom te keer. Laat die wêreldlinge hulle plesier ge niet, maar die kinders van God is „'n heilige volk, 'n volk as eiendom verkry (1 Petr. 2 9). Hulle moet afgeskei leef. 2. Heiligmaking beteken toewyding. Dit is nie net om af te skei van nie, maar om af te skei tot. As 'n mens net besig is met die eerste lei dit tot mora lisme, tot die doen of nie-doen van dinge. Nee, daar is 'n positiewe opdrag: woord is „opsy gesit om die eiendom van 'n ander te wees". Toewyding is die vrywillige oorgawe of selfofferande van die hart, deur die dwang van liefde, om aan Hom te be hoort. „My gees, my siel, my liggaam, wy ek aan U, o Heer; ek lê my as 'n offer voor U vir ewig neer". Die siel is die setel van die aandoe- ninge en vermoëns van die bewussyn. Daaronder val my verstand. So maklik kan die duiwel my intellek en gedagte- lewe onder sy mag kry. My kunsliefde, liefde vir musiek, vir die estetiese, mag' nie geprostitueer word nie, maar moet aan Jesus gewy wees.i 3. Heiligmaking beteken vulling. Dis opvallend hoe dikwels hierdie gedagte van vol wees, met die Heilige Gees ge paard gaan. Op Pinksterdag is die pro- fesie van Joel „vervul", is almal ver vul met die Heilige Gees en hoor ons van diaken Stéfanus „vol geloof en krag". As die huis wat leeggemaak is van die bose geeste nie gevul word met 'n ander Gees nie, kom die eerstes terug en hou dan éérs huis. Daarom dat daar soveel afvallige Demasse en wêreldgelykvor- mige Christene is. Ons teks is 'n gebed om heiliging, maar heiligmaking is ook 'n bevel (Ef. 5 19) en geen opsie nie. Paulus herin ner ons daaraan dat die Bruidegom voor die deur is en ons lampe gevul moet wees met olie. Prof. H. D. A. du Toit In een vorig artikel hebben we ge zien hoe Logier Pietersz. bij Sluis heeft gevochten. Ook heb ik toen even aan gehaald dat prins Maurits deze stad veroverde. Hierover wil ik in dit arti kel wat uitvoeriger spreken. Sluis, het oude en mooie stadje in westelijk Zeeuws-Vlaanderen, nu een trekpleister voor duizenden vreemde lingen, heeft een bewogen geschiedenis achter zich. Het moet niet minder dan 17 keer zijn belegerd en 13 maal zijn verwoest.1 Een van die belegeringen was het beleg door prins Maurits in 1604. We moeten even in de geschiedenis terug, tot 1587. Toen veroverde de Spaanse landvoogd Parma de stad. Dat was een prachtige aanwinst voor hem, n.l. een haven aan het Zwin. Maar voor de geuzentroepen vormde dit een be dreiging, want Parma's krijgsoverste Spinola bracht zes zwaarbewapende ga- leischepen in de haven. Het waren echte kaperschepen, die in het Sluise Gat en het Zwarte Gat, de uitmondingen van het Zwin, op de loer lagen naar buit. Vooral de Zeeuwse schepen moesten het ontgelden. Daarom werd Maurits er door de Staten-Generaal op uitgezonden om de ze ergernis uit de weg te ruimen. Er was overigens nog meer werk in deze hoek. Oostende, de bekende kustplaats, was nog wel in ons bezit, maar werd al drie jaar door de Spanjaarden belegerd Een mooi karweitje voor Maurits om ook dit zaakje „even" op te knappen! Op weg. Op 24 april 1604 had Maurits een le ger van 11.000 man bij elkaar, niet en kel Nederlandse soldaten maar ook vreemde huurtroepen.i Vanaf het fort Rammekens werden ze met schepen naar Cadzand gebracht, waar ze de volgende dag werden ont- scheept. Niet regelrecht trokken ze naar Sluis. Eerst werd de omgeving van vijanden gezuiverd. Daartoe moesten heel wat versterkingen worden veroverd. Zo le zen we dat de schansen St. Pieter, St. Jan, Terhofstede, Coxy, Catelijne en St. Philip werden genomen, Allemaal sterk ten waarvan nu niets meer over is, al leen Terhofstede bestaat nog. Na een beleg van een week viel ook IJzendijke in onze handen, een paar dagen later gevolgd door Aardenburg. Het was inmiddels 19 mei geworden toen Maurits met zijn legertje voor Sluis verscheen. Het viel hem lang niet mee om het stadje volkomen in te slui ten. Het Zwin had hier veel vertakkin gen, waarin de hoogte van het water telkens met eb en vloed wisselde. Bo vendien was de omgeving van Sluis erg moerassig, zodat het moeilijk was zich daarin te verschansen. We moeten ook niet vergeten dat Maurits veel te weinig soldaten had. Een gedeelte van zijn troe pen moest hij achterlaten in Cadzand en in de veroverde plaatsen IJzendijke en Aardenburg.i En dan moest hij op last van de Staten een deel van zijn krijgs volk naar Oostende sturen om ons gar nizoen daar te versterken. Met grote te genzin deed hij het tenslotte. Het Beleg. We kunnen dus goed begrijpen dat hij er van af zag om Sluis te bestormen om te trachten het op die manier te veroveren. Zijn methode was: de stad zo nauw mogelijk insluiten, zodat deze zich door gebrek aan voedsel moest overgeven, het veel toegepaste systeem van uithongeren. Gedurende de maan den juni en juli versterkte hij zich zo goed mogelijk in zijn schansen en loop graven. Veel gebeurde er niet in die tijd, af en toe waren er wat schermutselingen en kleine gevechten. Maar intussen was het Maurits gelukt Sluis zo te isoleren, dat er zo goed als niemand meer uit of in kon gaan. Herhaaldelijk stuurde Maurits brie ven naar de Staten om troepen en ma teriaal. Ook van ammunitie was hij slecht voorzien. Tevens vroeg hij om geld, want soldaten die niet op tijd hun soldij krijgen zijn meestal slechte vech ters. Eindelijk, op 15 augustus, kreeg hij enkele compagnieën ter versterking. Ook kwam op die dag de raadpensiona ris Oldenbarneveldt in eigen persoon het nodige geld brengen. Juist op tijd, want de volgende dag ging het er span nen. Spinola kwam met een flinke troe pen macht van Oostende om Maurits te verjagen. Met 6000 man infanterie, 2500 riuters, 10 stukken geschut, ammunitie, eetwaren, brugstukken,. Door een omtrekkende beweging langs Oostburg wilde hij Cadzand bereiken om Maurits in de rug aan te vallen en van die kant Sluis te ontzetten. Dus juist daar waar Maurits er niet op ge rekend had. Gelukkig wist hij met veel moeite en grote inspanning de Span jaarden tegen te houden en terug te drijven. Hierdoor was het lot van Sluis beslist. De overgave. Op 19 augustus gaf Sluis zich aan prins Maurits over. De honger had de goevemeur Mateo Serrano ertoe ge dwongen. Telkens waren de rantsoenen verlaagd, maar nu was het niet langer meer uit te houden. Bij de overgave was bepaald dat het garnizoen (ruim 3000 man) de stad mocht verlaten. De 1400 galeislaven waren vrij te gaan of te blijven (hierover in een volgend ar tikel uitvoeriger). Toen Oldenbarneveldt het heuglijk bericht aan de Staten schreef, voegde hij erbij: „Men moet God de Here daar voor danken en zijne Excellentie Maurits) voor de grote moeite, zorg en naarstigheid". Maurits kreeg nu bevel van de Sta ten om Oostende te gaan ontzetten. Maar voor hij hiertoe de nodige maat regelen genomen had, was het gedwon gen zich aan Spinola over te geven (20 september). Met grote voldoening kon Maurits naar Holland terugkeren en met hem zijn broer Frederik Hendrik en zijn neef Willem Lodewijk en Ernst Casimir, die eveneens deze expeditie hadden mee gemaakt. Oldenbarneveldt had van de onderneming gezegd: „De kosten zijn zeer groot, maar welbesteed". Sluis werd versterkt met een gordel van forten er omheen, 0.3. het nog be staande Retranchement. Een poging van de Spanjaarden, twee jaar later, om de stad te heroveren mislukte daardoor. Sluis is voor goed een Noord-Neder landse plaats gebleven. Middelburg L. van Wallenburg. NATUURLIJK BU MIDDELHARNIS Wanneer alle tuinbezitters in Neder land op een warme zomerdag 's avonds na het eten de tuinslang uitrollen om hun dierbare tuintje nog even een dou- chebeurt te geven, dan krijgen de wa terleidingbedrijven ineens aan een vraag te voldoen waar ze vaak niet zonder moeite tegenop kunnen pompen. Maar de tuinen varen er evenmin wel bij, want zo'n sproeibeurt van een kwar tiertje zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Wanneer men namelijk echt goed wil sproeien, dan moet dat minstens twee uur achter elkaar gebeuren, bij voor keur na zonsondergang en in het alge meen niet meer dan ééns per week. En dus: niet met de slang in de hand.i Wat is namelijk het geval? Kort en vaak spuiten maakt bloemen en plan ten, maar ook gras, lui. Dat wil zeggen, dat de wortels niet zoals dat hoort, diep de grond in gaan op zoek naar water, maar aan de oppervlakte blijven. De tuin wordt dus verwend en daardoor kwetsbaar. Wanneer u deze zomer met vakantie gaat en de tuin moet het zon der z'n dagelijkse douche stellen, laten bloemen en planten in een „verwende" tuin eerder het hoofd hangen, dan wan neer de wortels diep in de grond zijn gedrongen, zodat ze dieper het noodza kelijke water kurmen opzuigen. Afhankelijk van de weersomstandig- heden en de aard van de grond zal zelfs bij aanhoudende droogte, niet meer dan om de vier dagen tot om de twee weken behoeven te worden gesproeid, met zo'n ronddraaiend sproeiertje bij voorkeur, 's avonds als de zon geen kans meer krijgt om de druppels op gras en planten terstond te doen ver dampen. Er zijn bovendien bloemen en planten die geen waterdruppels en zon neschijn tegelijk verdragen. Daarom: bij of na zonsondergang is de beste tijd om de sproeibeurt te beginnen. Vanzelfsprekend laten we hier nood situaties die in bepaalde gebieden van het land in tijden van grote droogte kunnen ontstaan, buiten beschouwing. Sommige waterleidingbedrijven moeten dan een algeheel sproeiverïjod uitvaar digen, omdat zij niet over voldoende overcapaciteit beschikken om aan de sterk verhoogde vraag in die dagen te kuimen voldoen. In die gevallen kan slechts de sloot of de regenton redding brengen voor een dorstige tuin. Trouwens: leidingwater behoeft niet altijd het beste water voor de tuin te zijn. Leidingwater is immers in de eerste plaats drinkwater, betrouwbaar en geschikt voor consumptie door de mens. Maar bloemen en planten stellen minder hoge, althans andere eisen. Ruilbeurs^ A.s. zaterdag is het voor de laatste keer voor de vakantie ruilbeurs. Deze keer zal het inplaats van zaterdagmid dag, op zaterdagmorgen van 10-11 uur zijn. lederen die postzegels, lucifermer- ken, suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, sleutelhangers, koffiebonnen te ruilen heeft, kan op het Diekhuus te recht. De toegang is gratis. )rijs VEKVOLGVERHAAL door M. VAN DER STAAL Copyright: J^J- Groen en Zoon N.V. - Lelden 31 "Blijft u zitten, meneer Harder", zei !i,!i ^9" besluit is niets te ver anderen, 't Staat vast: Vader wil rei zen „Maar hij mag niet! Ik, als dokter, Kan daarover toch oordelen?" needs was hij op weg, om de kamer "Dokter", hield ze hem tegen. „Vader f- niet van zijn besluit af te brengen en heeft mij gezegd dat hijliever ■mavond alleen bleef", volvoerde zij j^ K een zucht het haar meegedeelde "Dan is ef niets aan te doen!" moest "arcler berusten.1 „Meneer Baardman is 2" eigen meester en hem tot blijven «^vmgen kan ik niet". "j'-^^si" Betty", kwam nu Martha tus- 'öibeide, „dat is toch hard. Waarom tei "^i^* plotseling gaan? Die af- s, als ze komen moet, kan ook weer over een week plaats hebben. Je vader heeft toch geen zaken meer, die hem roepen!" „Zoals ik al zei, Martha: er is niets aan te doen. Ik heb reeds gedaan wat ik kon, om hem van zijn besluit af te brengen, 't Was alles vergeefse moeite". „'t Is jammer", verzuchtte Martha. „We waren er reeds zo aan gewend met ons driëen of vieren te leven, nietwaar Ernst? En het was mij ook heerlijk, dat ik niet zo alleen was, als Ernst heel de dag op ziekenbezoek moest!" „Ja, ook mij spijt het, meer dan ik zeggen kan", antwoordde Betty, broeder en zuster om beurten aanziend. En ze zag het goed: ook hèm deed het leed, te moeten scheiden, al gaf hij niet ter stond lucht aan zijn gevoel. Thans nam hij het woord. „Wij hebben te geloven, dat God al les bestuurt", zei hij. „Uit Zijn hand komt ons alles toe. En zo mogen wij ook geloven, dat God u en uw vader met ons samengebracht heeft, juffrouw Baardman. En we mogen ook zeker aannemen, dat dit niet „om niet" is ge- gebeurd." Ik tenminste eindigde hij en er was een trilling in zijn stem, omdat hij aan de gedenkwaardige eerste nacht denken moest, die vader en dochter in zijn woning hadden doorgebracht, „ik tenminste heb alle reden om dankbaar te zijn". „Ik eveneens", antwoordde Betty be wonen., „Want wat heb ik hier een zege ningen ontvangen! Als ik alleen maar aan deze middag denk hoe heerlijk was het daar bij dat sterfbed!Maar wie weet", voegde zij er op meer opge wekte toon aan toe, „of op deze zo on verwachte scheiding niet een even on verwacht en blij weerzien volgt!" Scheiding? Weerzien? Zou dit laatste mogelijk kunnen zijn, overdacht Har der dit antwoord, dat een wondere ont roering bij hem teweegbracht. Toen, zich beheersend, wendde hij zich tot zijn zuster. „Martha", verzocht hij, „speel en zing ons lied, dat vader ook zo graag hoorde; dat vers van Gedlcke". Martha was verwonderd. Nu zingen? Nu? Maar gewoon, zijn wensen in te willigen, stond ze op. En weldra klonk lat innig-tere geloofslied van die schier onbekende Duitse christen-dichter, waarin hij zijn Godsvertrouwen uitzong door het vertrek: Wie Gotte mich führt, so will ich gehn Ohn alle Eigenwahlen; Geschieht, was er mir ausersehn, Wird mirs an Keinem fehlen. Wie er mich führt, so geh ich mit Und folge willig Schrift vor Schrift In kindlichem Vertrauen. De klanken van dit lied drongen door in de kamer van de heer Baardman. En een lach van minachting mocht op zijn gelaat komen om dat burgerlijk gedoe van deze dokter en zijn zuster, die af- scheidsliederen teemden het raakte hun niet, die in kinderlijk vertrouwen zich overgaven aan 's Heeren leiding en het pad wilden volgen, dat Hij hun aanwees. O, het was een zaligheid, zich veilig te weten, omdat VADER zorgde Martha zong ook het tweede vers: Wie Gott mich führt, so geb ich mich In seinen Vaterwillen. Scheints der Vernunft gleich wunderlich Sein Rat wird doch erfüUen, Was er in Liebe hat bedacht, Eh er mich an das Licht gebracht; Ich bin ja nicht mein Eigen. Er werd niet veel meer gesproken, Betty moet, het bevel van haar vader gehoorzamend, toebereidselen voor het vertrek maken. En dus scheidden ze... Maar in haar hart en ook in dat van Ernst Harder zong het na: Zijn raad zal bestaan ;mij ten goede zal geschieden, wat Hij in Zijn grote liefde over mij besloten heeft, nog vóór Hij over mij het licht deed opgaanIch bin ja nicht mein Eigen! Toen dhr. Baardman met Betty de andere morgen vertrok, deden dokter Harder en Martha hun tot op de weg uitgeleide. Vormelijk was het afscheid van de kant van meneer Baardman, hartelijk en gemeend dat van zijn doch ter. „Dokter", zei Baardman op het laat ste ogenblik, „op mijn kamer, die nu uw kamer weer worden kan, heb ik een brief voor u achtergelaten. Ik denk, dat u wel tevreden zult zijn". „Meneer Harder", zei Betty, „ik dank u en Martha voor al uw zorgen en lief de. En wees er zeker van, dat ik nooit deze weken in Woviddorp vergeten zal",, En toen trokken de paarden aan en het rijtuig, dat hen naar Veenwouden zou brengen, verdween achter de bo men der Wouden Dokter Harder vond de brief, waar van meneer Baardman gesproken had. Hij opende die en las: „Veroorloof mij, U inliggende cheque te geven. Ik reken, dat U wel genoe gen zult nemen met de prijzen, die ik berekend heb: Voor pension voor mijn dochter en mij twee duizend gulden, voor geneeskundige behan deling voor ons beiden ook twee dui zend gulden. Derhalve tezamen vier duizend guldenBaardman". Harder nam papier en pen en schreef terstond het antwoord: „Veroorloof mij, U inliggende cheque terug te geven. Ik reken er op, dat U tevreden zult zijn met mijn ver klaring, dat ik van U geen geld kan en wil aannemen. Ik zal evenwel zeer gelukkig zijn, als ik nog een maal zal mogen vernemen, dat de heer Baardman zich schuldenaar heeft leren gevoelen tegenover God. Harder". En deze brief bracht hij ter post, vóór hij zijn Wouddorpse zieken bezoeken ging. HOOFDSTUK XIX Briefwisseling. Van huis, 6 september 19... Betty Baardman aan Marie van Waveren. Lieve Marie, We zijn nu weer thuis. Ik schrijf je dit even, dat je weet, waarheen je nu je brieven te adresseren hebt. Volgende week ontvang je een uitvoerige brief van me, waarin ik dan van de laatste weken in Wouddorp vertellen wil. Wat was het daar heerlijk en wat verlang ik er naar, nu al reeds, om weer al die mooie plekjes op te zoeken en met die goede Wouddorpenaars te spreken.i Nu, tot volgende week dan. Als altijd, je BETTY. Leeuwarden, 21 september 19... Marie van Waveren aan Betty Baardman. Lieve Betty, Zoals je ziet, heb ik maar met schrij ven gewacht, tot ik ook je tweede, je grote brief ontvangen heb. Het verwon dert me niet, dat je langer dan een week nodig hebt gehad, om die brief klaar te krijgen. Ik heb zelfs schrik niet! strafport moeten betalen, omdat de post oordeelde dat al dat nieuws meer dan het gewone briefport waard was!

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1970 | | pagina 5