Terugblik op gebeurtenissen tijdens de oorlogsjaren NUTSSPURBDNK CAMERA'S Han Boomsma schreef: Autobedrijf A. J. VAN RUMPT MOLENDIJK 85 STAD AAN 'T HARINGVLIET TEL. 01871 - 553 SPAARBANK EN ALLE BANKZAKEX VOOR GEZIN EN BEDElU Voorstraat 36, Middelhamis Bijk. Langeweg 15, Ooltgensplaat DIE ANDEREN HOREN ERBIJ Ook voor i J. ZANDSTRA SOMMELSDIJK Ook voor grammofoonplaten Boekbespreking Zes prinsen na zes prinsessen Radioverbindifig^' poiitiepGsten Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS' Vrijdag 1 mei Er is mij gevraagd of ik nu, vyf en twintig jaren na de bevrijding, myn ge dachten en herinneringen nog eens in een artikel wil formuleren, specia.al voor die lezers van Eilanden-nieuws, die de bezetting niet meegemaakt heb ben en alleen dit gebeuren van verhalen kennen. Ik doe dat met genoegen. Ik was soldaat bij de Vrijwillige Lucht- wachtdienst. Per 24 uur hadden we 8 uur uitkijkpostdienst. Dan stonden we op het dak van de technische school in Middelhamis, keken met verrekijker gewapend uit naar vreemde en eigen vliegtuigen. Als we er een ontdekten, telefoneerden we dit door aan het zeer traag op gang gekomen hoofd bureau van de luchtwachtdienst in Rot terdam. In die oorlogsnacht van 10 mei had ik telefoondienst van één tot twee uur. Dat wil zeggen, je zat bij de loudspea ker van de radio. Elke nacht bleef de Hilversumse zender in bedrijf, elk vlieg tuig dat door een der luchtwachtposten, waar ook in Nederland was gesigna leerd, werd via Hilversiim doorgemeld aan de posten. Die nacht klonk om 6 minuten voor half twee het bericht uit Ter Apel in Groningen dat grote drommen vreemde vliegtuigen (men kon dus niet zien wel ke vliegtuigen het waren) ons land van uit het oosten binnenvlogen. De be richten bleven aanhouden van vlieg tuigmeldingen, de vliegtuigen gingen over Ter Apel, werden later vanuit Noord Holland weer gemeld. Het was voor ons, op de luchtmacht- post, al heel spoedig duidelijk, dat er oorlog was. Om kwart over vier zagen we een Nederlands vliegtuig vermoe delijk boven Voome en Putten neer schieten. De lucht was vol geweld. Iedereen in Middelharnis was op de been. Bij het eerste bombardement dat de Duitsers bij Dordt blijkbaar uitvoerden, waren alle electrische kabels getroffen en za ten we zonder stroom. Op de lucht- machtpost hadden we een schippers- radio, die op accu's „liep". Zodoende kregen we bij voortduring alle berich ten door. Het eerste werkelijke bericht over de toestand van die morgen kwam via mevr. Kaptein, die haar zuster op gebeld had in Batavia. Vandaar kregen we de eerste dag de Informatie dat Arnhem en Nijmegen en de hele ach terhoek al in Duitse handen was. Af en toe vlogen over ons dorp heen Duitse transportvliegtuigen. We doken dan haastig weg om niet gezien te wor den. Af en toe zag je ook een Neder lands vliegtuig, een D 11, die laag over de grond vliegend - doorvloog. In de middag had een klein luchtgevecht bo ven Middelharnis plaats, een klein Hol lands vliegtuig werd aangevallen door drie Messerschmitz. De Hollandse offi cieren werden neergeschoten, maakten een noodlanding op een akker, spron gen uit het vliegtuig, zochten dekking in een greppel. De Duitsers scheerden nog eens over het vliegtuigwrak heen, schoten een mitrailleur er op leeg, maar de jonge luitenants waren ongedeerd. Een van deze vliegofficieren was een neef van de heer Steur uit Middelhar nis. Van de heer Steur hoorden we dat de jonge vliegers toen zijn uitgeweken naar Goes, ze hebben weer deelgenomen met een vliegtuig, zijn per slot toch heelhuids de oorlog doorgekomen. Een Duitse luitenant is op de post gekomen ik ben er niet bij geweest nam alle papieren en verrekijkers in beslag. Voor ons was de oorlog op dat moment afgelopen. Intocht in Middelharnis De eerste Duitse auto's die in Mid delharnis binnenkwamen waren auto's met vermoedelijk soldaten van de Grü- ne Polizei. Toen ze Middelhamis bin nenkwamen ik stond op de Kaai groetten ze iedereen vriendelijk. Ze dachten heus, dat ze als vrienden kwa men. Hitler had alle Nederlandse soldaten naar huis gestuurd, met de vermelding, ze waren eerlijke tegenstanders geweest, en nog meer phrases, ze konden naar huis, hij verwachtte van hen geen moei- lijklieden. De waarheid was, dat Neder land door de oorlog volkomen gedesor ganiseerd was. En als al die soldaten in Nederland in concentratiekampen op gesloten moesten worden zou dit bete kenen, dat Duitse troepen gebruikt moesten worden voor bewakingsdoel einden, maar het hoofdgevaar was, dat de nederlandse economie zo gestoord zou blijven, en dat mocht niet. Het was mei, in de zomer moest de oogst van de akkers, daar waren die nederlandse sol daten voor nodig. Buitendien, de Neder landse industrie moest ingeschakeld HET BEGIN: In juni 1940 werd een deel van de Westdijk te Middelharnis gebombardeerd. worden voor de duitse oorlogsindustrie en oorlogseconomie. De soldaten kwamen met de tramboot terug, we hebben de boten zien bin nenkomen, schepen afgeladen met Flak- keese huisvaders, die blij hun verwan ten konden begroeten. Maar ook rouw de familie ICruik uit Middelhamis vernam dat hun zoon Jan was gesneu veld op de brug bij Dordt. Enkele mi litairen zouden veel later terugkeren. Krijn Kooij uit Middelharnis was bij de groep militairen, die bij de brug bij Venlo tot de laatste patroon afgeschoten v/erd, had stand gehouden. De Duitsers, boos over die hardnekkige weerstand die liui opmars weer vertraagde, heb ben die militairen voor straf een maand naar een kamp in Polen gestuurd. Mijn herinneringen gaan nu uit in die richting, dat eigenlijk in de eerste maanden van de bezetting er weinig veranderd was in Nederland. Er was nog van alles te koop. In onze winkels waren grote voorraden, de Duitse sol daten hadden geld genoeg, kochten zo veel mogelijk op en stuurden dat naar huis. Wij verkeerden allemaal in de mening, dat voor de winter de oorlog ten einde zou zijn. Het devies was echt, kalm houden. Een instantie, die het in de oorlogsja ren heel moeilijk heeft gehad waren de burgemeesters en secretarissen van de gemeenten in Nederland. Zij hadden voor de oorlog een geheime missive van de regering ontvangen met opdracht, die te openen, als het land bezet zou zijn. Daarin werd opdracht gegeven, dat burgemeester en secretaris op hun pos ten moesten blijven en dat zij, in het belang van de burgerbevolking met de bezettende macht moesten samenwer ken. In de praktijk gaf dat grote problemen. Een voorbeeld uit het voorjaar van 1945. De Duitse troepen zijn teruggeslagen uit België en zijn ze in Middelharnis. Ze hebben geen dekens. Het was het ge bruik geworden, dat Hendrik Vermeer al die klusjes voor de gemeente moest opknappen, als de Duitsers kwamen vorderen. Hendrik komt bij me, zegt: er zijn direct nodig 50 dekens voor de Weermacht. Ik heb gezegd zei hij, tot de Weermacht, ik heb geen dekens maar de Feldwebel zegt, je moet er voor zor gen. Als je ze niet hebt, dan haal je ze maar van de bedden van de burgers. Mijn soldaten zijn oververmoeid, ze moeten kunnen uitslapen. Toen zei Vermeer me: ik kan toch zo maar niet gaan vorderen. Ik kan toch niet bij de mensen binnen lopen, de de kens van bed halen. Ik kan toch ook niet zeggen tegen de Duitsers, hier heb je adressen van de gegoede burgers, die hebben misschien nog wel een deken over. Als ik er om kom, dan schreeu wen ze van het onrecht, dat ik een de ken kom vorderen voor de Duitse Weer macht. Toen kwam zijn oplossing, bij jullie, op de drukkerij, ligt voor het Roode Kruis een nood-hospitaal verbor gen. Als de Duitsers het te weten ko men zullen ze alle lakens en dekens vorderen. Laten we die vijftig dekens uit dit hospitaal aan de Duitsers ver strekken, dan blijven de burgers van Middelharnis voor vorderingen ge spaard. Aldus werd dit probleem, in die zin opgelost. Maar wat zegt later de bur gerbevolking: „Vermeer deed toch maar alles wat de weermacht hem opdroeg. Hij was geen goeie Nederllander. Hij had moeten weigeren." Het is gemakkelijk praten als je na de oorlog bij de warme kachel zit, maar je moet er maar eens voorstaan, dat zo'n rauwe troep frontsol daten dekens komt vorderen! Milder gedachten Ik ben in die vijf-en-twintig jaren na de bevrijding over heel wat gebeur- tenissen milder gaan denken dan in dat eerste jaar. Ik wil U nog een ander pro bleem voortzetten. Vorig jaar zaten we op een bankje met een groepje bejaarden te praten over de bezetting, over de Duitse weer macht, over het Hollandse concentra tiekamp in het fort Ooltgensplaat na de bevrijding. Een van ons groepje heeft in dit kamp gezeten. Hij begint te vertellen, hoe het allemaal gegaan is. Na 1930 hadden we grote werkloosheid. Hij was getrouwd, moest naar de steun. Dan komt er een scherpe opmerking. Minister Colijn be waarde wel de gave gulden voor de rij ke man, maar de arme dkreeg een schijntje steun om van te leven. Jaren van hopeloze armoede. Als de Duitsers hier komen krijgt zijn vrouw van het gemeentehuis bericht, ze kan nu geld verdienen door werkster te worden bij do weermacht. Voor dat gezin was het een uitkomst, ze kregen weer geld, om kleren te ko pen. Ze kregen eten bij de Duitsers. Hij kon er ook werk krijgen. Was het eigenlijk een wonder, dat hij de Duitse bezetting stelde boven de nederlandse autoriteiten, die hem in die voorgaande jaren in armoede hadden laten leven! Als hij na de oorlog voor moet komen voor het tribunaal is zijn verweer: het secretarie heeft me werk bezorgd bij de Duitsers. Zij dwongen me met hen samen te werken; waarom moet nu veroor deeld worden omdat ik dit bevel van de nederlandse autoriteiten heb opgevolgd! Natuurlijk zal hij wel niet voor dót werk veroordeeld zijn. Maar ongetwij feld hebben de Duitsers hem uitgehoord en, in zijn haat tegen alle onrecht in die voorgaande jaren hem aangedaan, zullen er wel eens dingen gezegd zijn, die hij, bij nader inzien, stellig niet had willen zeggen! Ons eiland werd geïsoleerd. Ja kon er alleen komen met een Ausweisz. Dat was een pasje, waarmede je de Duitse schildwachten kon passeren. Daardoor bleef ons eiland later verschroomd van al die hongerenden, die met kinderwa gens uit de steden het land optrokken om lakens en slopen, dekens en kleren te ruUen voor eten. We waren al een keer benaderd door een verzetsgroep, of we mee "wilden werken door het druk ken van week-blaadjes om het verzet te stimuleren. Ik heb dit toen positief afgezegd met de opmerking: jullie den ken handiger te wezen, dan de officie ren van de weermacht. Het is zo dille- tantisch opgezet, dat we het niet doen. Dan komt een hernieuwde aanvraag, willen jullie mede werken. Het zijn dan Jaap Keur en Cor Vogelaar uit Melis sant. Of we alleen een paar honderd Ausweiszen willen drukken. Hard no dig voor onderduikers. De heren maak ten een betrouwbare indruk. Ik maakte het zetsel gereed, mijn broer drukte ze. Zo werden we ingeschakeld in hetuiterst moeilijke werk van het verzet tegen de Wehrmacht, een verzet, dat er in de eer ste opzet op gesteld werd de onderdui- kenden te helpen aan papieren, en dat later doorgezet zou worden in het druk ken van pamfletten, lichtbundels, circu laires en een nummer van Trouw. Waar over ik verder niets meer mee wil de len. Flakkeese ondergrondse Op Flakkee is zeer mooi en zeer groots werk verricht door een inlichtingen dienst die aan de geallieerden in het voorjaar van 1945 de bewegingen van de Duitse troepen doorgaven. Wat ik me ervan herinner is het volgende. De telefoon vanuit Herkingen naar Middel burg was door de Duitsers niet afge sneden. De inlichtingendienst van de Nederlanders gaven hun berichten door aan de geallieerden via deze lijn. La ter werd die lijn verraden en moest men uitzien naar een andere mogelijk heid. De geallieerden hebben toen een paar man met een zendertje uitgestuurd, die vanuit Brabant als ik het wel heb per scheepje landden in de buurt van Oude Tonge in het toenmalige on dergelopen gebied. Deze zender is toen ondergebracht op de boerderij van de heer Jacobs onder den Bommel. De zendreikte van die zender was ten hoog ste IV2 km. Dat was, opdat de Duitse ontvangers de zender moeilijk konden horen. Nu verscheen er elke nacht in het voorjaar een klein vliegtuigje bo ven de boerderij van de heer Jacobs. Dan werden de berichten doorgegeven. De boerderij zelf stond in het water, je bereikte het gebouw over een weg van stro-pakken. Des avonds werden de stro- blokken ingehaald, zodat, wUde iemand de boerderij benaderen, deze of per bootje, of door het water wadend kon bereiken! Wanneer er nu uitgezonden moest worden, werd van te voren ge controleerd, of alles veilig was. Dan volgde de uitzending, die gewoonlijk niet langer dan een kwartier duurde. Deze zender heeft Flakkee enorme diensten bewezen. De geallieerden had den nmï. het plan om iin het voorjaar via Flakkee door te stoten naar Helle- voetsluis, zo naar Hoek van Holland om Rotterdam te veroveren als aanvoer- basis voor de geallieerde troepen. Via deze zender en via een serie foto's die ik opgenomen had van de Duitse tankvallen en die we de geallieerden in handen speelden hebben we de ge allieerden op de hoogte gebracht van de onmogelijkheid van slagen van die ,aanval. De heer Jacobs heeft zeer juist het bronzen kruis verkregen voor zijn uitzonderlijke moed om maandenlang deze zender te herbergen. Ik wil ook eens iets zeggen over een heel moeilijk werk in oorlogstijd: het Roode Kruis. De Duitsers erkenden geen E.H.B.O. In Middelhamis was geen Roo de Kruis Colonne, dus moest er een geformeerd worden. Mijn broer werd bestuurslid van de afdeling belast met transport-colonne-zaken, ik kreeg de opdracht, om een colonne te formeren. De eerste moeilijkheid w^as er al di rect, het bestuur van de afdeling wei gerde met me te praten over mijn taak als ploegencommandant en aanverwan te zaken. Ik moest het zelf maar uit zoeken en de voorzitter zei me: alles wat U doet is goed. In verband met de oorlogstoestand, die er was, heb ik me er toen bij dat besluit neergelegd het zou later een bron worden van grote ruzie, zodat mijn broer en ik na de oorlog voor alle functies voor het Roode Kruis hebben bedankt. Ik geloof, dat de Roode Kruis Co lonne in 1945 ongeveer 35 man telde. Dat mocht alvast niet volgens de regle menten van het Roode Kruis. Ik kon er geen verandering in brengen. Het be stuur werkte niet mee. Zolang er weinig te doen was, liep het wel gesmeerd, maar dan komen er toch langzamerhand puzzles. De evacuatie van Flakkee in februari 1944. Uit den Haag kregen we hulp van de Haagse Roode Kruis Co lonne, die zich op het standpunt stelde, dat wij stakkers waren, niets kenden, enz. enz. Er zijn toen dingen gebeurd, die niet in den haak waren, waar we te gen protesteerden men had nml. veel meer belangstelling voor eieren, spek enz. enz. dan voor de mensen die weg- ge-evacueerd moesten worden en toen de Haagse colonne weg was, ging het veel vlotter. De Hagenaars deden me een verhaal, de bevolking was op standig, enz. enz. vandaar verschillende vertragingen. Het bleek me, dat er niets van waar was. Het w:as indrukwekkend, zo de be volking van Oost-Flakkee deze ramp over zich heen liet gaan. Want een ramp was het voor hen. Toen na de evacuatie de regeringsgemachtigde, die de evacuatie moest bijwonen om zijn mening weergaf zei hij: het is onge looflijk zo mooi, zo goed en zo menselijk deze evacuatie is geschied. Ik heb ver schillende meegemaakt, hier is zeer menslievend opgetreden, er is buiten dien geen enkele patiënt gestorven on derweg. H.B.1S. gevorderd We hebben toentertijd de H.B.S. in Middelharnis moeten vorderen als nood hospitaal voor de evacuees. Er zijn af en toe grappige incidenten, een ervan is deze. Bij de vordering betekent dit: dat de directeur van de HBS zijn ge bouw niet meer binnen mag. En dat was voor dr. van den Ende die een goed vriend van me was een beetje on verdraaglijk. Hij stelde voor, dat hij benoemd zou worden tot portier van het noodziekenhuis. Met alle genoegen heb ben we gezegd: hij kreeg de zonodige rode-kruis-band om de arm, kon in die functie een waakzaam oog houden op zijn gebouw en de leermiddelen. Nu een heel moeilijk punt: hoe ge droeg zich soms de Flakkeese bevol king. In Middelharnis was de Grüne Polizei gestationneerd in het gebouw, dat nu de bakkerij is op de hoek West dij k-Kaai. Het waren meest oudere mannen. Later trokken ze, na 1944 in het huis van de dames Slis aan de Voor straat te Middelharnis, dat nu bewoond wordt door notaris Hempenius. Ze wer den dus mijn buren. Ze kwamen heel netjes vragen, of we het goed vonden dat ze een antenne bevestigden van ons dak naar hun dak. Geen bezwaar. Ze schenen die tweeling wel prettig te vin den, ze kwamen af en toe eens binnen op kantoor, bestelden dan postpapier en enveloppen. En van hen wachtte ons wel eens op, om een praatje te maken, en bij een van die gelegenheden zei hij me: Pas toch op, Herr Boomsma, pas toch op! Ik begreep eerst niet wat hij bedoelde, later zou het me duidelijk worden. Zij hadden een tip gekregen dat we telkens illegaal drukwerk ver zorgden. Het moet in het najaar van 1944 zijn geweest. We hadden een afspraak met de gemeentepolitie, dat wanneer er er gens Roode Kruis Hulp nodig was we denken dan aan een vliegtuig dat gevallen is ruk dan des nachts drie keren hard aan de bel. Dan zijn wij zo beneden. Op een nacht, zo omstreeks één uur, klonk opeens dit noodsignaal. Ik schoot mijn duffelse zeilbroek aan en duffelse jas met rode kruisband. Kom beneden open de voordeur, staar meteen in zes lopen van revolvers die op me gericht zijn. Ik ben niet geschroltken, vraag bars, wat is er gaande? Antwoord, hier zijn in huis illegale werkers verborgen en illegale drukwerk. Haude hoch. Het was in de nacht van zaterdag op zondag. Toevallig had mijn broer za terdagavond alle illegale papiertjes, brieven, kranten enz. enz. verbrand. Met het motto, je kunt niet weten. Zo kregen we huiszoeking in het holst van de nacht, portefeuille nakijken, het kamer buffet doorzoeken, onder de bedden kij ken, enfin, een complete zware huiszoe king. Ons huishoudstertje had die avond een vriendin te gast. De Duitsers had den niets kunnen vinden, ze kwamen boven op zolder, waar Gery met haar vriendinnetje Mientje in bed lagen. Ze moesten uit bed komen van de Duitsers, die vreselijk veel plezier hadden om de begrijpelijke angst van die jonge meis jes. Toen smoesden de Duitsers nog wat na, meteen waren ze verdwenen. Toen herkenden we in dat groepje Duitsers de man, die ons af en toe vriendelijk aansprak. Toen de oorlog voorbij was kwam hij afscheid nemen. Hij zei me: U hebt me herkend bij die huiszoeking. Ik zal U vertellen wat gebeurd is. Bij ons werd die avond een briefje gevonden in de bus: doe vannacht huiszoeking bij de Boomsma's. Er zijn onderduikers in huis en er is veel illegaal drukwerk. Zo ten we wel huiszoeking doen. ij meegegaan om te zorgen, dat U nodeloos leed werd toegebracht. dankte hem voor zijn hulp, en toe» hij me: U moest eens weten, hoe we briefjes in onze bus vonden Nederlandse burgers, die ons vert- wat er bij het ondergronds verzet schied Een hele zware en zeer nare a- tegen dorpsgenoten uit die tijd. Maar hun kletszucht had mijn en mij toch het leven kunnen kosf- In het voorjaar van 1945 hebben een oproep gedaan en die we zij» Roode Kruis, de E.H.B.O. te Midde nis en de E.H.B.O. te Dirksland Flakkeese mensen om iets van huiT af te staan voor de hongerende kin in Rotterdam en den Haag. In het Verdrinkend Land kunt U de juiste veelheden vinden. Het is bijna looflijk zo mild, zo goedhartig, de Flakkeese mens is geweest. Ouddorp tot de Plaat, dat in het lag, werd gegeven, mild gegeven, appelen, meel, bonen. Het was en In zeer grote zorgen hebben bevrijding meegemaakt. Ik heb niéi recht te vertellen over de grote aardappelen die uit Flakkee gs werden naar Rotterdamse ziekenh en tot steun aan onderdrukkers. De zenders zullen naamloos willen bli- zs zijn na de oorlog nooit officieel dankt door regering of autoriteiten hun werk om nooddruftigen, zieken jaarden te helpen. De organisatie, dit allemaal praktisch feiUoos uitgei' heeft, nestelde in Dirksland. Bij ken en beetjes ben ik er wat vs weten gekomen, zij willen zwijgen hun aandeel, hun werk in die Laten we dat eerbiedigen. Zo maar wat herinneringen a tijd van vijf-en-twintig jaren gt O, lang niet aUes, maar mo|i jongeren een begrip krijgen vai moed van velen, die na de harde van de nederlaag van 1940, kans i op te veren, die zich vastbeten i verzet, die eigen leven niet telden, hun steentje by te dragen voor nieuw Nederland dat hen latii vaak miskennend en laatdunkenj bejegenen en behandelen! Want, niet wat je hebt gedaan is de huidige maatschappij belangrij! maar dat w,at je nog kunt doen! HET EINDE: De Inzel fcommaridi vertrekt uit Middelharnis. Nu 25 jaar geleden betekait dat de bevrijding'. We hebben alle reden om feest te vieren. Om de hoge hoeden en de feestpetten voor de dag te halen en in optocht door de stad te trekken. Want we denken aan die dag, vijfen twintig jaar geleden, dat we bevrijd werden. Wat een woord:: vrijheid! Een van die woorden die des te ster ker werken als je het mist. Als je n- vrij bent. En dat is nn precies de reden waarom wij straks op die vijfde mei zullen moe ten denken aan hen voor wie het woord vrijheid alleen nog maar een woord is. Geen werkelijkheid. Ze zitten vast. In gevangeni,ssen of concentratieikampen. Of misschien is hun hele land wel één groot concentratiekamp. Misschien zijn het vluchtelingen. Of worden ze geris- criminerd. Vanwege huidskleur, Of ge loof. Of politieke opvatting. Of ze zijn onvrij, omdat onze oiu-echt- vaardige wejreldeconomie hen onvrij houdt. En wij mogen dan wel vrij zijn zo lang zoveel anderen onvrij zijn, kan ons feest nooit helemaal zonder bijsmaak zijn. Want de onvrijheid van onze mede mens, van onze broeders en zusters, waar dan ook ter wereld, gaat ons aan. Juist als we feest vieren, zullen we daar aan moeten denken. En er iets aan doen. Bijvoorbeeld door het steunen van de projekten die in de aktie „Vrijheid, ook voor de ander" op deze vijfde mei ne gentienhonderdzeventig aan ons wor den voorgelegd. Steunen via giro 252424, Amsterdam. Voor kinderen in India. Voor emi grantenkinderen in Israël. Voor politie ke gevangenen. Voor akties tegen ras sendiscriminatie. Voor vluchtelingen. Voor de vrijheid van de ander. Die er ook bij hoort! DE ORANJES VOOR DE LENS Zojuist is, naar wij vernemen, een nieuw Oranjeboek verschenen, ditmaal met weinig woorden en véél platen, meer familie-album dar- verhaal, en toch wél een verhaal: in beeld. Het zijn in de eerste plaats de zes jonge priinsjes die overal door het boek heen voorko men. Hoewel: dit verhaal in foto's gaat niet over hen alleen. Zij zijn geplaatst temidden van de gehele koninklijb milie, die nadat het voortbestaan de dynastie een halve eeuw wankf' gestaan zo voorspoedig is ge8 uit het huwelijk van (toen nog) P' Juliana en prins Bernhard. Daaro» to's van vroeger, van het gelulduSJ' zinsleven op Soestdijk en hoe de jes delen in het lief en leed van het Foto's ook van de jonge prinsessei hun partners, van de kinderen groeien op Drakensteyn en 't Loo al zijn de prinsjes nog zo klein' het hart van velen weten te vero''^ Prins Willem-Alexander, prins FtS prins Constantijn, prins Maurits prins Bernard jr., prins Carlos; zf men er allemaal In voor. De tekst van de meer dan 260' is van K. Norel. De titel ..Prins" prinsessen" die hij het boek ineeSJ| die op het omslag boven een B kleuren van het koninklijk gezin P omschrijft voldoende duidelijk de s king van dit fotoboek. Alle gemeentelijke poIitiekorP; alle districten van het RiJkspoW" zullen binnenkort op de meest wijze onderling contact kunnen- ben via 16 regionale radionetten.' ke regio zal een relaiszender opgesteld, terwijl elk aangeslote» rueau via het relaisstation met meer of met alle andere bureaus i" binding kan treden. Bovendien K' mobiele radioeenheden in elk reg net gewerkt worden in een stra' ongeveer 20 km rond het relaiss' Voor Zeeland en de Zuidhollandse den zal -zo'n relaisstation wor* vestigd in 's Heer Arendskerke.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1970 | | pagina 6