Terugblik op
gebeurtenissen tijdens
de oorlogsjaren
NUTSSPURBDNK
CAMERA'S
Han Boomsma schreef:
Autobedrijf A. J. VAN RUMPT
MOLENDIJK 85
STAD AAN 'T HARINGVLIET
TEL. 01871 - 553
SPAARBANK EN ALLE BANKZAKEX
VOOR GEZIN EN BEDElU
Voorstraat 36, Middelhamis
Bijk. Langeweg 15, Ooltgensplaat
DIE ANDEREN
HOREN ERBIJ
Ook voor i
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJK
Ook voor grammofoonplaten
Boekbespreking
Zes prinsen na zes
prinsessen
Radioverbindifig^'
poiitiepGsten
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS'
Vrijdag 1 mei
Er is mij gevraagd of ik nu, vyf en
twintig jaren na de bevrijding, myn ge
dachten en herinneringen nog eens in
een artikel wil formuleren, specia.al
voor die lezers van Eilanden-nieuws,
die de bezetting niet meegemaakt heb
ben en alleen dit gebeuren van verhalen
kennen. Ik doe dat met genoegen.
Ik was soldaat bij de Vrijwillige Lucht-
wachtdienst. Per 24 uur hadden we 8
uur uitkijkpostdienst. Dan stonden we
op het dak van de technische school
in Middelhamis, keken met verrekijker
gewapend uit naar vreemde en eigen
vliegtuigen. Als we er een ontdekten,
telefoneerden we dit door aan het
zeer traag op gang gekomen hoofd
bureau van de luchtwachtdienst in Rot
terdam.
In die oorlogsnacht van 10 mei had ik
telefoondienst van één tot twee uur.
Dat wil zeggen, je zat bij de loudspea
ker van de radio. Elke nacht bleef de
Hilversumse zender in bedrijf, elk vlieg
tuig dat door een der luchtwachtposten,
waar ook in Nederland was gesigna
leerd, werd via Hilversiim doorgemeld
aan de posten.
Die nacht klonk om 6 minuten voor
half twee het bericht uit Ter Apel in
Groningen dat grote drommen vreemde
vliegtuigen (men kon dus niet zien wel
ke vliegtuigen het waren) ons land van
uit het oosten binnenvlogen. De be
richten bleven aanhouden van vlieg
tuigmeldingen, de vliegtuigen gingen
over Ter Apel, werden later vanuit
Noord Holland weer gemeld.
Het was voor ons, op de luchtmacht-
post, al heel spoedig duidelijk, dat er
oorlog was. Om kwart over vier zagen
we een Nederlands vliegtuig vermoe
delijk boven Voome en Putten neer
schieten.
De lucht was vol geweld. Iedereen in
Middelharnis was op de been. Bij het
eerste bombardement dat de Duitsers
bij Dordt blijkbaar uitvoerden, waren
alle electrische kabels getroffen en za
ten we zonder stroom. Op de lucht-
machtpost hadden we een schippers-
radio, die op accu's „liep". Zodoende
kregen we bij voortduring alle berich
ten door. Het eerste werkelijke bericht
over de toestand van die morgen kwam
via mevr. Kaptein, die haar zuster op
gebeld had in Batavia. Vandaar kregen
we de eerste dag de Informatie dat
Arnhem en Nijmegen en de hele ach
terhoek al in Duitse handen was.
Af en toe vlogen over ons dorp heen
Duitse transportvliegtuigen. We doken
dan haastig weg om niet gezien te wor
den. Af en toe zag je ook een Neder
lands vliegtuig, een D 11, die laag over
de grond vliegend - doorvloog. In de
middag had een klein luchtgevecht bo
ven Middelharnis plaats, een klein Hol
lands vliegtuig werd aangevallen door
drie Messerschmitz. De Hollandse offi
cieren werden neergeschoten, maakten
een noodlanding op een akker, spron
gen uit het vliegtuig, zochten dekking
in een greppel. De Duitsers scheerden
nog eens over het vliegtuigwrak heen,
schoten een mitrailleur er op leeg, maar
de jonge luitenants waren ongedeerd.
Een van deze vliegofficieren was een
neef van de heer Steur uit Middelhar
nis. Van de heer Steur hoorden we dat
de jonge vliegers toen zijn uitgeweken
naar Goes, ze hebben weer deelgenomen
met een vliegtuig, zijn per slot toch
heelhuids de oorlog doorgekomen.
Een Duitse luitenant is op de post
gekomen ik ben er niet bij geweest
nam alle papieren en verrekijkers in
beslag. Voor ons was de oorlog op dat
moment afgelopen.
Intocht in Middelharnis
De eerste Duitse auto's die in Mid
delharnis binnenkwamen waren auto's
met vermoedelijk soldaten van de Grü-
ne Polizei. Toen ze Middelhamis bin
nenkwamen ik stond op de Kaai
groetten ze iedereen vriendelijk. Ze
dachten heus, dat ze als vrienden kwa
men.
Hitler had alle Nederlandse soldaten
naar huis gestuurd, met de vermelding,
ze waren eerlijke tegenstanders geweest,
en nog meer phrases, ze konden naar
huis, hij verwachtte van hen geen moei-
lijklieden. De waarheid was, dat Neder
land door de oorlog volkomen gedesor
ganiseerd was. En als al die soldaten
in Nederland in concentratiekampen op
gesloten moesten worden zou dit bete
kenen, dat Duitse troepen gebruikt
moesten worden voor bewakingsdoel
einden, maar het hoofdgevaar was, dat
de nederlandse economie zo gestoord zou
blijven, en dat mocht niet. Het was
mei, in de zomer moest de oogst van de
akkers, daar waren die nederlandse sol
daten voor nodig. Buitendien, de Neder
landse industrie moest ingeschakeld
HET BEGIN: In juni 1940 werd
een deel van de Westdijk te
Middelharnis gebombardeerd.
worden voor de duitse oorlogsindustrie
en oorlogseconomie.
De soldaten kwamen met de tramboot
terug, we hebben de boten zien bin
nenkomen, schepen afgeladen met Flak-
keese huisvaders, die blij hun verwan
ten konden begroeten. Maar ook rouw
de familie ICruik uit Middelhamis
vernam dat hun zoon Jan was gesneu
veld op de brug bij Dordt. Enkele mi
litairen zouden veel later terugkeren.
Krijn Kooij uit Middelharnis was bij
de groep militairen, die bij de brug bij
Venlo tot de laatste patroon afgeschoten
v/erd, had stand gehouden. De Duitsers,
boos over die hardnekkige weerstand
die liui opmars weer vertraagde, heb
ben die militairen voor straf een maand
naar een kamp in Polen gestuurd.
Mijn herinneringen gaan nu uit in
die richting, dat eigenlijk in de eerste
maanden van de bezetting er weinig
veranderd was in Nederland. Er was
nog van alles te koop. In onze winkels
waren grote voorraden, de Duitse sol
daten hadden geld genoeg, kochten zo
veel mogelijk op en stuurden dat naar
huis. Wij verkeerden allemaal in de
mening, dat voor de winter de oorlog
ten einde zou zijn. Het devies was echt,
kalm houden.
Een instantie, die het in de oorlogsja
ren heel moeilijk heeft gehad waren
de burgemeesters en secretarissen van
de gemeenten in Nederland. Zij hadden
voor de oorlog een geheime missive van
de regering ontvangen met opdracht,
die te openen, als het land bezet zou
zijn. Daarin werd opdracht gegeven, dat
burgemeester en secretaris op hun pos
ten moesten blijven en dat zij, in het
belang van de burgerbevolking met de
bezettende macht moesten samenwer
ken.
In de praktijk gaf dat grote problemen.
Een voorbeeld uit het voorjaar van
1945.
De Duitse troepen zijn teruggeslagen
uit België en zijn ze in Middelharnis.
Ze hebben geen dekens. Het was het ge
bruik geworden, dat Hendrik Vermeer
al die klusjes voor de gemeente moest
opknappen, als de Duitsers kwamen
vorderen. Hendrik komt bij me, zegt:
er zijn direct nodig 50 dekens voor de
Weermacht. Ik heb gezegd zei hij, tot de
Weermacht, ik heb geen dekens maar
de Feldwebel zegt, je moet er voor zor
gen. Als je ze niet hebt, dan haal je ze
maar van de bedden van de burgers.
Mijn soldaten zijn oververmoeid, ze
moeten kunnen uitslapen.
Toen zei Vermeer me: ik kan toch zo
maar niet gaan vorderen. Ik kan toch
niet bij de mensen binnen lopen, de de
kens van bed halen. Ik kan toch ook niet
zeggen tegen de Duitsers, hier heb je
adressen van de gegoede burgers, die
hebben misschien nog wel een deken
over. Als ik er om kom, dan schreeu
wen ze van het onrecht, dat ik een de
ken kom vorderen voor de Duitse Weer
macht. Toen kwam zijn oplossing, bij
jullie, op de drukkerij, ligt voor het
Roode Kruis een nood-hospitaal verbor
gen. Als de Duitsers het te weten ko
men zullen ze alle lakens en dekens
vorderen. Laten we die vijftig dekens
uit dit hospitaal aan de Duitsers ver
strekken, dan blijven de burgers van
Middelharnis voor vorderingen ge
spaard.
Aldus werd dit probleem, in die zin
opgelost. Maar wat zegt later de bur
gerbevolking: „Vermeer deed toch maar
alles wat de weermacht hem opdroeg.
Hij was geen goeie Nederllander. Hij had
moeten weigeren." Het is gemakkelijk
praten als je na de oorlog bij de warme
kachel zit, maar je moet er maar eens
voorstaan, dat zo'n rauwe troep frontsol
daten dekens komt vorderen!
Milder gedachten
Ik ben in die vijf-en-twintig jaren
na de bevrijding over heel wat gebeur-
tenissen milder gaan denken dan in dat
eerste jaar. Ik wil U nog een ander pro
bleem voortzetten.
Vorig jaar zaten we op een bankje
met een groepje bejaarden te praten
over de bezetting, over de Duitse weer
macht, over het Hollandse concentra
tiekamp in het fort Ooltgensplaat na de
bevrijding.
Een van ons groepje heeft in dit kamp
gezeten. Hij begint te vertellen, hoe het
allemaal gegaan is. Na 1930 hadden we
grote werkloosheid. Hij was getrouwd,
moest naar de steun. Dan komt er een
scherpe opmerking. Minister Colijn be
waarde wel de gave gulden voor de rij
ke man, maar de arme dkreeg een
schijntje steun om van te leven. Jaren
van hopeloze armoede. Als de Duitsers
hier komen krijgt zijn vrouw van het
gemeentehuis bericht, ze kan nu geld
verdienen door werkster te worden bij
do weermacht.
Voor dat gezin was het een uitkomst,
ze kregen weer geld, om kleren te ko
pen. Ze kregen eten bij de Duitsers. Hij
kon er ook werk krijgen. Was het
eigenlijk een wonder, dat hij de Duitse
bezetting stelde boven de nederlandse
autoriteiten, die hem in die voorgaande
jaren in armoede hadden laten leven!
Als hij na de oorlog voor moet komen
voor het tribunaal is zijn verweer: het
secretarie heeft me werk bezorgd bij de
Duitsers. Zij dwongen me met hen samen
te werken; waarom moet nu veroor
deeld worden omdat ik dit bevel van de
nederlandse autoriteiten heb opgevolgd!
Natuurlijk zal hij wel niet voor dót
werk veroordeeld zijn. Maar ongetwij
feld hebben de Duitsers hem uitgehoord
en, in zijn haat tegen alle onrecht in
die voorgaande jaren hem aangedaan,
zullen er wel eens dingen gezegd zijn,
die hij, bij nader inzien, stellig niet had
willen zeggen!
Ons eiland werd geïsoleerd. Ja kon
er alleen komen met een Ausweisz. Dat
was een pasje, waarmede je de Duitse
schildwachten kon passeren. Daardoor
bleef ons eiland later verschroomd van
al die hongerenden, die met kinderwa
gens uit de steden het land optrokken
om lakens en slopen, dekens en kleren
te ruUen voor eten. We waren al een
keer benaderd door een verzetsgroep, of
we mee "wilden werken door het druk
ken van week-blaadjes om het verzet
te stimuleren. Ik heb dit toen positief
afgezegd met de opmerking: jullie den
ken handiger te wezen, dan de officie
ren van de weermacht. Het is zo dille-
tantisch opgezet, dat we het niet doen.
Dan komt een hernieuwde aanvraag,
willen jullie mede werken. Het zijn dan
Jaap Keur en Cor Vogelaar uit Melis
sant. Of we alleen een paar honderd
Ausweiszen willen drukken. Hard no
dig voor onderduikers. De heren maak
ten een betrouwbare indruk. Ik maakte
het zetsel gereed, mijn broer drukte ze.
Zo werden we ingeschakeld in hetuiterst
moeilijke werk van het verzet tegen de
Wehrmacht, een verzet, dat er in de eer
ste opzet op gesteld werd de onderdui-
kenden te helpen aan papieren, en dat
later doorgezet zou worden in het druk
ken van pamfletten, lichtbundels, circu
laires en een nummer van Trouw. Waar
over ik verder niets meer mee wil de
len.
Flakkeese ondergrondse
Op Flakkee is zeer mooi en zeer groots
werk verricht door een inlichtingen
dienst die aan de geallieerden in het
voorjaar van 1945 de bewegingen van
de Duitse troepen doorgaven. Wat ik
me ervan herinner is het volgende. De
telefoon vanuit Herkingen naar Middel
burg was door de Duitsers niet afge
sneden. De inlichtingendienst van de
Nederlanders gaven hun berichten door
aan de geallieerden via deze lijn. La
ter werd die lijn verraden en moest
men uitzien naar een andere mogelijk
heid. De geallieerden hebben toen een
paar man met een zendertje uitgestuurd,
die vanuit Brabant als ik het wel heb
per scheepje landden in de buurt
van Oude Tonge in het toenmalige on
dergelopen gebied. Deze zender is toen
ondergebracht op de boerderij van de
heer Jacobs onder den Bommel. De
zendreikte van die zender was ten hoog
ste IV2 km. Dat was, opdat de Duitse
ontvangers de zender moeilijk konden
horen. Nu verscheen er elke nacht in
het voorjaar een klein vliegtuigje bo
ven de boerderij van de heer Jacobs.
Dan werden de berichten doorgegeven.
De boerderij zelf stond in het water, je
bereikte het gebouw over een weg van
stro-pakken. Des avonds werden de stro-
blokken ingehaald, zodat, wUde iemand
de boerderij benaderen, deze of per
bootje, of door het water wadend kon
bereiken! Wanneer er nu uitgezonden
moest worden, werd van te voren ge
controleerd, of alles veilig was. Dan
volgde de uitzending, die gewoonlijk
niet langer dan een kwartier duurde.
Deze zender heeft Flakkee enorme
diensten bewezen. De geallieerden had
den nmï. het plan om iin het voorjaar
via Flakkee door te stoten naar Helle-
voetsluis, zo naar Hoek van Holland om
Rotterdam te veroveren als aanvoer-
basis voor de geallieerde troepen. Via
deze zender en via een serie foto's
die ik opgenomen had van de Duitse
tankvallen en die we de geallieerden in
handen speelden hebben we de ge
allieerden op de hoogte gebracht van
de onmogelijkheid van slagen van die
,aanval.
De heer Jacobs heeft zeer juist
het bronzen kruis verkregen voor zijn
uitzonderlijke moed om maandenlang
deze zender te herbergen.
Ik wil ook eens iets zeggen over een
heel moeilijk werk in oorlogstijd: het
Roode Kruis. De Duitsers erkenden geen
E.H.B.O. In Middelhamis was geen Roo
de Kruis Colonne, dus moest er een
geformeerd worden. Mijn broer werd
bestuurslid van de afdeling belast met
transport-colonne-zaken, ik kreeg de
opdracht, om een colonne te formeren.
De eerste moeilijkheid w^as er al di
rect, het bestuur van de afdeling wei
gerde met me te praten over mijn taak
als ploegencommandant en aanverwan
te zaken. Ik moest het zelf maar uit
zoeken en de voorzitter zei me: alles
wat U doet is goed.
In verband met de oorlogstoestand,
die er was, heb ik me er toen bij dat
besluit neergelegd het zou later een
bron worden van grote ruzie, zodat
mijn broer en ik na de oorlog voor alle
functies voor het Roode Kruis hebben
bedankt.
Ik geloof, dat de Roode Kruis Co
lonne in 1945 ongeveer 35 man telde.
Dat mocht alvast niet volgens de regle
menten van het Roode Kruis. Ik kon
er geen verandering in brengen. Het be
stuur werkte niet mee. Zolang er weinig
te doen was, liep het wel gesmeerd,
maar dan komen er toch langzamerhand
puzzles. De evacuatie van Flakkee in
februari 1944. Uit den Haag kregen we
hulp van de Haagse Roode Kruis Co
lonne, die zich op het standpunt stelde,
dat wij stakkers waren, niets kenden,
enz. enz. Er zijn toen dingen gebeurd,
die niet in den haak waren, waar we te
gen protesteerden men had nml. veel
meer belangstelling voor eieren, spek
enz. enz. dan voor de mensen die weg-
ge-evacueerd moesten worden en
toen de Haagse colonne weg was, ging
het veel vlotter. De Hagenaars deden
me een verhaal, de bevolking was op
standig, enz. enz. vandaar verschillende
vertragingen.
Het bleek me, dat er niets van waar
was. Het w:as indrukwekkend, zo de be
volking van Oost-Flakkee deze ramp
over zich heen liet gaan. Want een
ramp was het voor hen. Toen na de
evacuatie de regeringsgemachtigde, die
de evacuatie moest bijwonen om zijn
mening weergaf zei hij: het is onge
looflijk zo mooi, zo goed en zo menselijk
deze evacuatie is geschied. Ik heb ver
schillende meegemaakt, hier is zeer
menslievend opgetreden, er is buiten
dien geen enkele patiënt gestorven on
derweg.
H.B.1S. gevorderd
We hebben toentertijd de H.B.S. in
Middelharnis moeten vorderen als nood
hospitaal voor de evacuees. Er zijn af
en toe grappige incidenten, een ervan
is deze. Bij de vordering betekent dit:
dat de directeur van de HBS zijn ge
bouw niet meer binnen mag. En dat was
voor dr. van den Ende die een goed
vriend van me was een beetje on
verdraaglijk. Hij stelde voor, dat hij
benoemd zou worden tot portier van het
noodziekenhuis. Met alle genoegen heb
ben we gezegd: hij kreeg de zonodige
rode-kruis-band om de arm, kon in die
functie een waakzaam oog houden op
zijn gebouw en de leermiddelen.
Nu een heel moeilijk punt: hoe ge
droeg zich soms de Flakkeese bevol
king. In Middelharnis was de Grüne
Polizei gestationneerd in het gebouw,
dat nu de bakkerij is op de hoek West
dij k-Kaai. Het waren meest oudere
mannen. Later trokken ze, na 1944 in
het huis van de dames Slis aan de Voor
straat te Middelharnis, dat nu bewoond
wordt door notaris Hempenius. Ze wer
den dus mijn buren. Ze kwamen heel
netjes vragen, of we het goed vonden
dat ze een antenne bevestigden van ons
dak naar hun dak. Geen bezwaar. Ze
schenen die tweeling wel prettig te vin
den, ze kwamen af en toe eens binnen
op kantoor, bestelden dan postpapier
en enveloppen. En van hen wachtte ons
wel eens op, om een praatje te maken,
en bij een van die gelegenheden zei hij
me: Pas toch op, Herr Boomsma, pas
toch op! Ik begreep eerst niet wat hij
bedoelde, later zou het me duidelijk
worden. Zij hadden een tip gekregen
dat we telkens illegaal drukwerk ver
zorgden.
Het moet in het najaar van 1944 zijn
geweest. We hadden een afspraak met
de gemeentepolitie, dat wanneer er er
gens Roode Kruis Hulp nodig was
we denken dan aan een vliegtuig dat
gevallen is ruk dan des nachts drie
keren hard aan de bel. Dan zijn wij zo
beneden.
Op een nacht, zo omstreeks één uur,
klonk opeens dit noodsignaal. Ik schoot
mijn duffelse zeilbroek aan en duffelse
jas met rode kruisband. Kom beneden
open de voordeur, staar meteen in zes
lopen van revolvers die op me gericht
zijn. Ik ben niet geschroltken, vraag
bars, wat is er gaande? Antwoord, hier
zijn in huis illegale werkers verborgen
en illegale drukwerk. Haude hoch.
Het was in de nacht van zaterdag op
zondag. Toevallig had mijn broer za
terdagavond alle illegale papiertjes,
brieven, kranten enz. enz. verbrand. Met
het motto, je kunt niet weten. Zo kregen
we huiszoeking in het holst van de
nacht, portefeuille nakijken, het kamer
buffet doorzoeken, onder de bedden kij
ken, enfin, een complete zware huiszoe
king.
Ons huishoudstertje had die avond
een vriendin te gast. De Duitsers had
den niets kunnen vinden, ze kwamen
boven op zolder, waar Gery met haar
vriendinnetje Mientje in bed lagen. Ze
moesten uit bed komen van de Duitsers,
die vreselijk veel plezier hadden om de
begrijpelijke angst van die jonge meis
jes.
Toen smoesden de Duitsers nog wat
na, meteen waren ze verdwenen. Toen
herkenden we in dat groepje Duitsers
de man, die ons af en toe vriendelijk
aansprak.
Toen de oorlog voorbij was kwam hij
afscheid nemen. Hij zei me: U hebt me
herkend bij die huiszoeking. Ik zal U
vertellen wat gebeurd is. Bij ons werd
die avond een briefje gevonden in de
bus: doe vannacht huiszoeking bij de
Boomsma's. Er zijn onderduikers in huis
en er is veel illegaal drukwerk. Zo
ten we wel huiszoeking doen. ij
meegegaan om te zorgen, dat U
nodeloos leed werd toegebracht.
dankte hem voor zijn hulp, en toe»
hij me: U moest eens weten, hoe
we briefjes in onze bus vonden
Nederlandse burgers, die ons vert-
wat er bij het ondergronds verzet
schied
Een hele zware en zeer nare a-
tegen dorpsgenoten uit die tijd.
Maar hun kletszucht had mijn
en mij toch het leven kunnen kosf-
In het voorjaar van 1945 hebben
een oproep gedaan en die we zij»
Roode Kruis, de E.H.B.O. te Midde
nis en de E.H.B.O. te Dirksland
Flakkeese mensen om iets van huiT
af te staan voor de hongerende kin
in Rotterdam en den Haag. In het
Verdrinkend Land kunt U de juiste
veelheden vinden. Het is bijna
looflijk zo mild, zo goedhartig,
de Flakkeese mens is geweest.
Ouddorp tot de Plaat, dat in het
lag, werd gegeven, mild gegeven,
appelen, meel, bonen. Het was en
In zeer grote zorgen hebben
bevrijding meegemaakt. Ik heb niéi
recht te vertellen over de grote
aardappelen die uit Flakkee gs
werden naar Rotterdamse ziekenh
en tot steun aan onderdrukkers. De
zenders zullen naamloos willen bli-
zs zijn na de oorlog nooit officieel
dankt door regering of autoriteiten
hun werk om nooddruftigen, zieken
jaarden te helpen. De organisatie,
dit allemaal praktisch feiUoos uitgei'
heeft, nestelde in Dirksland. Bij
ken en beetjes ben ik er wat vs
weten gekomen, zij willen zwijgen
hun aandeel, hun werk in die
Laten we dat eerbiedigen.
Zo maar wat herinneringen a
tijd van vijf-en-twintig jaren gt
O, lang niet aUes, maar mo|i
jongeren een begrip krijgen vai
moed van velen, die na de harde
van de nederlaag van 1940, kans i
op te veren, die zich vastbeten i
verzet, die eigen leven niet telden,
hun steentje by te dragen voor
nieuw Nederland dat hen latii
vaak miskennend en laatdunkenj
bejegenen en behandelen!
Want, niet wat je hebt gedaan is
de huidige maatschappij belangrij!
maar dat w,at je nog kunt doen!
HET EINDE: De Inzel fcommaridi
vertrekt uit Middelharnis.
Nu 25 jaar geleden betekait
dat de bevrijding'.
We hebben alle reden om feest te
vieren.
Om de hoge hoeden en de feestpetten
voor de dag te halen en in optocht door
de stad te trekken.
Want we denken aan die dag, vijfen
twintig jaar geleden, dat we bevrijd
werden.
Wat een woord:: vrijheid!
Een van die woorden die des te ster
ker werken als je het mist. Als je n-
vrij bent.
En dat is nn precies de reden waarom
wij straks op die vijfde mei zullen moe
ten denken aan hen voor wie het woord
vrijheid alleen nog maar een woord is.
Geen werkelijkheid. Ze zitten vast. In
gevangeni,ssen of concentratieikampen.
Of misschien is hun hele land wel één
groot concentratiekamp. Misschien zijn
het vluchtelingen. Of worden ze geris-
criminerd. Vanwege huidskleur, Of ge
loof. Of politieke opvatting.
Of ze zijn onvrij, omdat onze oiu-echt-
vaardige wejreldeconomie hen onvrij
houdt.
En wij mogen dan wel vrij zijn zo
lang zoveel anderen onvrij zijn, kan ons
feest nooit helemaal zonder bijsmaak
zijn.
Want de onvrijheid van onze mede
mens, van onze broeders en zusters,
waar dan ook ter wereld, gaat ons aan.
Juist als we feest vieren, zullen we
daar aan moeten denken.
En er iets aan doen.
Bijvoorbeeld door het steunen van de
projekten die in de aktie „Vrijheid, ook
voor de ander" op deze vijfde mei ne
gentienhonderdzeventig aan ons wor
den voorgelegd. Steunen via giro 252424,
Amsterdam.
Voor kinderen in India. Voor emi
grantenkinderen in Israël. Voor politie
ke gevangenen. Voor akties tegen ras
sendiscriminatie. Voor vluchtelingen.
Voor de vrijheid van de ander.
Die er ook bij hoort!
DE ORANJES VOOR DE LENS
Zojuist is, naar wij vernemen, een
nieuw Oranjeboek verschenen, ditmaal
met weinig woorden en véél platen,
meer familie-album dar- verhaal, en
toch wél een verhaal: in beeld. Het zijn
in de eerste plaats de zes jonge priinsjes
die overal door het boek heen voorko
men. Hoewel: dit verhaal in foto's gaat
niet over hen alleen. Zij zijn geplaatst
temidden van de gehele koninklijb
milie, die nadat het voortbestaan
de dynastie een halve eeuw wankf'
gestaan zo voorspoedig is ge8
uit het huwelijk van (toen nog) P'
Juliana en prins Bernhard. Daaro»
to's van vroeger, van het gelulduSJ'
zinsleven op Soestdijk en hoe de
jes delen in het lief en leed van het
Foto's ook van de jonge prinsessei
hun partners, van de kinderen
groeien op Drakensteyn en 't Loo
al zijn de prinsjes nog zo klein'
het hart van velen weten te vero''^
Prins Willem-Alexander, prins FtS
prins Constantijn, prins Maurits
prins Bernard jr., prins Carlos; zf
men er allemaal In voor.
De tekst van de meer dan 260'
is van K. Norel. De titel ..Prins"
prinsessen" die hij het boek ineeSJ|
die op het omslag boven een B
kleuren van het koninklijk gezin P
omschrijft voldoende duidelijk de s
king van dit fotoboek.
Alle gemeentelijke poIitiekorP;
alle districten van het RiJkspoW"
zullen binnenkort op de meest
wijze onderling contact kunnen-
ben via 16 regionale radionetten.'
ke regio zal een relaiszender
opgesteld, terwijl elk aangeslote»
rueau via het relaisstation met
meer of met alle andere bureaus i"
binding kan treden. Bovendien K'
mobiele radioeenheden in elk reg
net gewerkt worden in een stra'
ongeveer 20 km rond het relaiss'
Voor Zeeland en de Zuidhollandse
den zal -zo'n relaisstation wor*
vestigd in 's Heer Arendskerke.