Mr. Klaassesz voerde zijn
vangstje aan
Vismijn
Stellendam
zaterdag
geopend
Eén dode bij botsing nabij
Nieuwe-Tonge
Over pressie
groepen
Been verbrilzeld onder
bitumenwagen
Op weg naar vlaggetjes
dag van de dijk
Waterstanden
Bejaard eclitpaar door
kolendampvergiftiging
omgekomen
41e jaargang
Dinsdag 9 juli 1968
No. 3701
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
Auto in de sloot
PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHAHNIS
Bedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sonunelsdijk
ABONNEMENTSPRIJS 3,25 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 16 cent per mm.
Bij contract speciaal tariel
TeL (01870) 26 28, na 6 uur 's avonds TeL 20 25 Giro 167630
I hiervoor be
ls no. 58 van
|en daterend
overweg
tk gesloopt.
het zieken-
Morteijn in
verleden. Tai
Kt kerkvoogd
J kerk. Zater-
|2 uur de be;
luit het Ned.
I de Zeeuv;ss-
Ikanties wee
i mooie we r]
r 58 van »<:l
hgen veel jn
loewel er n*
ten, gebeu e^
Eotsingen
aantal.
Ven omdat
fr rijden, jee
"^zeer gevaa'
1
Het in de titel van dit onderwerp ge
noemde maatschappelijk verschijnsel is
thans weer eens in de belangstelling ge
komen door een schriftelijke vraag, die
het Tweede-Kamerlid Mr. Biesheuvel
onlangs stelde aan de Minister van Fi
nanciën. Men zal weten dat Mr. Bies
heuvel fractieleider is van de A.R., oud-
minister van Landbouw en oud-vice-
minister-president; een zeer groot en in
vloedrijk man dus in zijn partij en in de
Nederlandse politiek.
Onlangs heeft hij in de vorm van en
kele schriftelijke vragen een nogal
scherpe aanval gedaan op de directeur
van de rijksbegroting prof. dr. W. Drees
jr. Deze zoon van de bij iedere Neder
lander zo bekende en sympathieke oud-
minister-president dr. W. Drees is be
halve één van de topfunctionarissen van
het ministerie van Financiën ook hoog
leraar aan de Rotterdamse Economische
Hogeschool, waar ook zijn huidige chef,
minister Witteveen, professor is ge
weest.
Nu heeft prof. Drees begin juni een
rede gehouden op de jubileumvergade
ring van de Vereniging van Rijksac-
countants, welke rede blijkbaar in hoge
mate de toorn van de heer Biesheuvel
heeft opgewekt. Hij heeft daar o.m. let
terlijk gezegd: „Ook in de vertegen
woordigende lichamen (bedoeld is het
parlement, schf.') vindt men vooral per
sonen die geld willen uitgeven. Om tot
meer evenwicht te komen bij de beoor
deling van de uitgaven is het nodig, dat
niet-belanghebbenden aandacht aan de
ze kwestie besteden. Nu is het nog zo,
dat b.v. de vaste commissies uit de bei
de Kamers vooral uit vertegenwoordi
gers van belanghebbenden bestaan.
Pressiegroepen, zoals de vakbonden, be
heersen het veld".
Mr. Biesheuvel was hierover zo ver
bolgen, dat hij het in de formulering
van de aanhef van zijn zes vragen zelfs
niet kon opbrengen de goede vormen te
bewaren. Hij sprak nanaelijk van „de
heer W. Drees jr." Bij de beantwoording
heeft Minister Witteveen dit fijntjes ge
corrigeerd, want hij spreekt telkens van
prof. Drees! Maar deze kinderachtig
heid daargelaten, mr. Biesheuvel heeft
zich bij zijn vragenstelling lelijk in de
kaart laten kijken. In zijn tweede vraag
vroeg hij de minister welke Eerste en
Tweede Kamerleden naar de mening
van diens ambtelijke medewerker (dus
prof. Drees) tot „vertegenwoordigers
van belanghebbenden" moeten worden
gerekend. Alsof de heer Biesheuvel dat
zelf niet weet! Terecht antwoordde de
minister, dat hij het onjuist achtte een
onderzoek in te stellen naat de privé-
meningen van zijn ambtelijke medewer
kers. Mr. Biesheuvel weet heel goed, dat
er een aantal Kamercommissies bestaan,
in hoofdzaak gevormd door leden, die op
één of andere wijze zelf betrokken zijn
bij diverse bedrijfstakken zoals de land
bouw, sectoren van de industrie etc. en
die in deze commissies en ook in de
openbare vergaderingen van het parle
ment steeds weer aandringen op hogere
uitgaven voor hun sector, zodoende een
zware politieke druk (pressie) uitoefe
nend op de betrokken ministers, die
daartegen niet altijd voldoende tegen-'
druk kunnen of durven bieden. Het ge-r
volg van de druk van al deze pressie
groepen is uiteraard een zodanige per
manente stijging van de Rijksuitgaven,
dat de begrotingen telken jare in snel
tempo omhoog lopen en dat al jarenlang
geen enkele begroting meer sluitend te
maken is.
In zijn vijfde vraag informeert mr.
Biesheuvel naar het standpunt van de
minister omtrent de mening van deze
„ambtenaar", dat pressiegroepen zoals
de yakbonden, het veld beheersen. De
minister verwijst dan naar de literatuur
die hierover bestaat en noemt „Pressie
groepen" van prof. dr. J. J. de Jong e.a.
en „De vorming van het regeringsbe
leid" door Dr. W. Drees Sr., de minis
ter-president van 1948 tot 1958. Toe
vallig hebben we beide boeken tot onze
beschikking en hopen er het één en an
der uit mede te delen. Ook wijst hij op
de dissertatie van prof. Drees, waarop
deze in 1955 promoveerde en waarvan
de titel luidde: „On the level of govern
ment expenditure in the Netherlands
after the war" (Over de hoogte van de
regeringsuitgaven in Nederland na de
oorlog). Men ziet dus dat prof. Drees én
vanwege zijn studie én door zijn positie
als directeur van de rijksbegroting én
door zijn professoraat in Rotterdam,
Waar hij doceert in de openbare finan
ciën de aangewezen man is om over de
ze materie een gefundeerde mening te
geven. Uit het antwoord van minister
Witteveen blijkt, dat hij zijn medewer
ker volkomen dekt en van mening is,
dat men zeer voorzichtig moet zijn met
het beperken van de vrije meningsuiting
van ambtenaren als privé-personen.
Bovendien wees hij erop, dat prof. Drees
op de bewuste vergadering sprak in ver
band met zijn professoraat in de open
bare financiën in Rotterdam.
We menen te kunnen zeggen, dat prof.
Drees daar gesproken heeft naar het
hart van zeer veel Nederlanders, die
niet stijgende ergernis de nonchalante
wijze zien, waarop onze regerende en
controlerende politici met het nationale
geld omspringen. Wat voor een gezin,
sen school, een bedrijf etc. geldt, n.l.
dat men niet meer moet uitgeven dan
er binnen komt, schijnt voor velen wat
de staatsfinanciën betreft, helemaal niet
i^e gelden.'Dan is er plotseling een heel
andere maatstaf. Hoe komt het, dat dit
"^'et zoals in een gezin of bedrijf al
spoedig vastloopt?
Om de eenvoudige reden dat de staat
het recht heeft nieuw geld te maken
d.w.z. van papier en zo zit hij ook bij
tekorten nooit zonder. Maar het resul
taat is een permanente inflatie, die tot
uitdrukking komt in de steeds stijgende
prijzen en lonen. Het is gewoon een cir
kelgang: als de prijzen oplopen, willen
de werknemers loonsverhoging en als
de lonen omhoog gaan moeten de fabri
kanten en winkeliers de prijzen verho
gen. Zo wordt de schroef steeds omhoog
gedraaid en vanzelfsprekend doet de
staat daar hard aan mee.
Het is bekend dat oud-premier dr..
Drees, hoewel socialist zijnde, een zeer
nuchtere en zakelijke kijk op deze fi
nanciële zaken had. Als we achter de
schermen hadden kunnen kijken, zou
den we bemerkt hebben, dat hij steeds
poogde de zaak in evenwicht te houden.
Het is echter voor ieder kabinet een ho
peloze taak, speciaal voor de minister
van financiën. Deze heeft namelijk niet
alleen het parlement vrijwel altijd tegen
maar moet zich ook danig schrap zetten
tegen menige collega. Als berucht voor
beeld daarvan geldt het kabinet-Cals.
Daarin zat een aantal heren, die zo be
zeten waren van grote plannen, dat ze
geen rekening hielden met budgettaire
mogelijkheden: Bogaers met zijn wo
ningbouw, Veldkamp met zijn eindeloze
sociale verzekeringen en Diepenhorst
met het onderwijs. Gelukkig heeft
Schmelzer de man zij daarvoor nog'
altijd geprezen daar een stokje voor
gestoken. Helaas gaat dit proces nog
steeds, zij het wellicht in mindere mate,
door. Prof. Drees noemde in zijn boven
geciteerde rede als gunstige voorbeelden
min. Van Aartsen, die de huursubsidies
durfde beperken en door zijn eigen
partijgenoten, de A.R., in de steek werd
gelaten en min. Marijnen, die het
zelfde aandorst met de landbouwsubsi
dies. Beiden gingen dus tegen de pres
siegroepen in, maar dat betekende in
het eerste geval zelfs een korte kabi
netscrisis! In de Kamer werden beide
bewindslieden door de progressieve he
ren „zwakke plekken" in het kabinet-
De Quay genoemd!
Zo schreeuwen de pressiegroepen bui
ten en in de Kamer steeds om het geld
van de overheid. De belastingbetalers
zorgen er wel voor dat het er komt. Mr.
Biesheuvel ging als minister in 1963
door de knieën voor „het groene front"
(de landbouw), maar nu nog zitten we
met een zuivelberg, om met prof. Drees
te spreken. Geen wonder dat de eerste
woedend was op de laatste!
NIEUWE TONGE
Kerkdienst. Woensdagavond half
acht hoopt voor de Ger. Gem. alhier
voor te gaan. Ds. P. Blok van Dirks-
land.
De „finishlng-touch" na de ope
ningsdaad; één visje was ernaast
gevallen.
Een ontzettende ravage heeft de bot
sing die zondagavond plm. 11 uur op de
Prov. weg nabij Nieuwe Tonge plaats
had achtergelaten. De bestuurder van
een van de beide wagens die frontaal
met elkaar in botsing kwamen, de 22
jarige F. H. J. Moerenhout uit Oude
Tonge werd uit zijn wagen geslingerd
en kwam om het leven. De ander, de 19
jarige Theo v. d. Linde uit Ouddorp
werd zwaar gewond in het ziekenhuis
opgenomen. Hij heeft een hersenschud
ding, een gebroken enkel en verwon
dingen aan het gezicht. Dhr. v. d. Linde
zat in het wrak van zijn wagen be
kneld. Hij was uit Den Haag waar hij
bij zijn meisje het weekend had door
gebracht op weg naar huis.
Aanvankelijk bleef de toedracht van
het gebeurde onduidelijk, een nauw
keurig onderzoek echter wees uit dat
op het moment van de botsing de wa
gen van de heer Moerenhout op de voor
de tegemoetkomende wagen bestemde
rijbaan is geweest.
Beide wagens, de Opel van v. d.
Linde (foto boven) en de Ford van
Moerenhout (foto onder) werden totaal
vernield. Tot over een lengte van tien
tallen meters lagen scherven over de
weg verspreid. In de sloten werd ge
dregd naar mogelijke andere inzitten
den.
Terwijl de wrakken elk aan een kant
van de weg stonden moeten meerdere
wagens zijn gepasseerd. Allen zijn door
gereden, misschien in de veronderstel
ling dat het ongeluk al langer geleden
gebeurd was.
Temidden van een „bewonderenswaar
dig" publiek heeft de Commissaris der
Koningin, Mr. J. Klaassesz zaterdag
morgen de nieuwe vismyn aan de Del-
tahaiven te Stellendam met een originele
openingshandeling in gebruik gesteld.
Mr. Klaassesz sprak zijn grote bewon
dering uit voor het gemeentebestuur en
de vissers van Goedereede omdat zy
zich by het veranderen van de om
standigheden i.v.m. de situering van de
Deltawerken niet hebben verlaten op
het schrijven van adressen en requesten
tot regeringsinstanties maar zich inte
gendeel daaraan energiek hebben aan
gepast. De commissaris wist dat de vis
sers veelal in de hoek zitten waar de
slagen vallen, des te meer hoopte hij dat
de vissery wat hy met enige reserve
het oudste beroep noemde een schit
terende toekomst in de thuis- en aan-
voerhaven Goedereede tegemoet zal
gaan.
Weerbericht.
„Onze excuses voor de weersomstan
digheden" zei burg. Smith in zijn ope
ningswoord tot zijn druipende publiek.
Een bemoedigend woord achtte burg.
-Smith dan ook op zijn plaats waarom
hij daarin geadviseerd door haven
meester Bezuijen een weerbericht
produceerde dat voor de middag, ten
gevolge van de ruimende wind, droog
weer en zon voorspelde. Noch de zon,
noch het droge weer hebben zich aan
gediend.
Een „hartelijk welkom" richtte burg.
Smith inzonderheid tot Mr. en Mevr.
Klaassesz, prominenten uit de visserij
wereld, o.m. dr. H. A. H. Boelmans
Kranenburg, voorz. van het Visserij-
schap, dhr. Th. Kofman, van de directie
Visserijen, dhr. Soediro Mangundjojo,
van het Min. voor Maritieme Zaken van
Indonesië, dhr. v. d. Brugge lid van G.S.
en anderen.
Vismijn complex.
„U hebt goed praten maar 't is mijn
mijn!" verklaarde dhr. v. Gastel, dir.
van de bouwmij Delft en Schieland die
het nieuwe gebouw in snel tempo heeft
gebouwd. „Er is zoveel aan vooraf ge
gaan dat ik bijna een vismijncomplex
kreeg" verklaarde dhr. v. Gastel:
„Ik heb de opdracht aanvaard om
dat ik zelf een Vlaardinger ben, ik
dacht liier een stelletje kottertjes
met baardige schippers aan te tref
fen maar van wat hier ligt kan Vlaar-
dingen kwijlen. Ik sta er nog steeds
verbaasd van."
Daarop bood dhr. v. Gastel de burge
meester een sleutel aan als symbool van
de overdracht van het gebouw en voor
zichzelf een barometer in de vorm van
een stuurrad.
„Zorg maar voor goed weer want ik
krijg de bibberaties als ik aan zee denk"
bekende dhr. v. Gastel.
De Commissaris.
Nu burg. Smith zojuist een stuurrad
had gekregen vond Mr. Klaassesz het
interessant te weten óf en zo ja, of burg.
Smith dan wel links of rechts „door de
bocht" was.
Teruggaand in de geschiedenis van de
visserij het oudste beroep „al denkt
men daarbij aan wat anders" bezag
de Commissaris dat de visserij nog op
hetzelfde water en op dezelfde schepen
zij het ook sterk gemoderniseerd
wordt uitgeoefend, wat de leek doet
denken dat de vissers slechts water en
schepen nodig hebben.
„Een groot deel van ons volk weet de
vissers niet te wonen. Je merkt pas dat
hier een groot deel van de vloot ligt en
een groot deel van de vangsten wordt
gemijnd als je leest dat Scheveningen
de bibberatie krijgt!"
De situaties veranderen, er worden
Maasvlaktes, dijken en sluizen gescha
pen maar niemand weet nog wat precies
de consequenties van dit menselijk in
grijpen zijn. Van één ding was Mr.
Klaassesz overtuigd, n.l. dat de visserij
in de hoek zit waar de klappen vallen.
„Diepe geulen worden er enkel maar
gegraven als je olie vervoert".
Verwonderd.
„Het zou mij niet verwonderd hebben
als u hier moedeloos had gezeten en
brieven aan de regering had gestuurd.
Sprekend over de bijdrage die Iwachtens
de Deltawet bij aantoonbaar verlies
waarvan in Goeree overigens geen spra
ke is is toegezegd zei de commissaris:
„Het betreffende Ministerie mag dan
van Landbouw en Visserij zijn, je krijgt
er niet gauw boter bij de vis!" We we
ten dat het begrip „bijdrage" een begrip
is met de formulering en de uitvoering
waarvan men lang wacht.
Waarderend sprak de Commissaris
over het pionierswerk dat dhr. E. A.
Snijder onder de vissers heeft verricht.
Hij bracht hen de nodige theoretische
kennis bij en uit zijn streven is de vis
serij school ontstaan die met ingang van
het nieuwe cursusjaar het hoogste aan
tal leerlingen van alle Nederlandse vis-
sersscholen heeft.
Zinspelend op het streven van ge
meentebestuur en vissers Stellendam
tot aanvoerhaven te maken zei de Com
missaris: „Het moet een feest zijn de
vangsten in eigen haven aan te kunnen
voeren. Rijkswaterstaat legt enerzijds
wel dammen, anderzijds legt ze ook de
wegen aan waardoor de Stellendamse
mijn uitermate gunstig t.o.v. de grote
afzetmarkten komt te liggen:
„We moeten bedenken" zo zei de
Commissaris dat elke kilometer
die u van de markt scheidt er één is
en dat elk dubbeltje dat u door meer
efficiency in uw bedrijf besparen
kimt voor de handel een reden zal
zijn om juist deze mijn op te zoeken.
Mr. Klaassesz gaf de mijn de beste
wensen mee; hij hoopte dat de stichting
ervan een wijs besluit zal zijn geweest,
dat de omzetten zullen stijgen en dat de
vloot zal blijven groeien opdat de jon
gelui die nu de visserij school bezoeken
straks als zelfstandig schipper zuUen
kunnen uitvaren.
De openingshandeling.
Ter symbolische opening van de mijn
drukte Mr. Klaassesz op een knop in de
cabine van de mijnmeester. Daardoor
kwamen van vier kanten langs de ge
spannen draden vissen die in het mid
den van de mijn in gereedstaande kis
ten vielen.
Burg. Smith bracht de Commissaris
hierna dank voor de bemoedigende
woorden, waarna hij woorden van dank
richtte tot alle instanties die aan de
spoedige realisering van de mijn hun
medewerking hadden geleverd.
Aan Mr. Klaassesz bood de burg. een
„echte" kwik-barometer aan.
Meerdere sprekers.
Als eerste sprak dr. Boelmans Kra
nenburg, voorz. van het visserijschap.
Spr. sprak van een vreugdedag, niet en
kel voor Goedereede maar voor de vis
serij in zijn totaliteit.
Dhr. W. 't Mannetje, namens het
overkoepelend orgaan van de vissersver.
verheelde niet dat de totstandkoming
van de nieuwe mijn voor een goed deel
te danken is aan de liefde van burg.
Smith tot de visserij. Hij deed een drin
gend beroep op zijn collega's, schippers
en de handelaren hun schouders eron
der te zetten om te zien dat het ernst
is. „Zonder aanvoer geen handel, zon
der handel geen aanvoer" vatte dhr. 't
Mannetje samen.
Voorts sprak de heer Stoop, wethou
der van Den Helder. Dhr. Stevenson,
erevoorz. van de Ned. Vissersbond
maande de vissers vol te houden, voor
hem staat het als een paal boven water
dat de handel komt wanneer er goede
vis wordt aangevoerd.
Temidden van de optimisten tobde
weth. Voogd kennelijk ergens mee.
Ook dhr. Mulder, dir. van de afslag te
Den Helder liet zich in deze geest uit.
Ook hij was ervan overtuigd dat Stel
lendam een goede aanvoerhaven kan
worden.
Terwijl nog gesproken werd door dhr.
Bakker namens de Ned. Vissersbond
zetten de vissers de scheepshoorns aan
het werk ten teken dat de tijd voor de
vlootschouw daar was.
Met een hartelijk dankwoord door
burg. Smith aan de gemeenteraad. Rijks
-Waterstaat, Prov. Bestuur e.a. werd de
bijeenkomst gesloten.
Na gedane arbeid was het goed eten in de nieuwe vishal.
Vrijdagmiddag gebeurde op de Prov.
weg tussen Oude- en Nieuwe Tonge
een ongeluk tengevolge waarvan dhr.
J. van Heemst uit Nieuwe Tonge zijn
rechterbeen moet missen.
Het moest worden geamputeerd nadat
hij onder een achteruitrijdende bitu
menwagen was geraakt. Dhr. v. Heemst
was werkzaam bij het opnieuw asfal
teren van de Prov. weg aldaar.
-O-
Mevr. G. L. Mand uit Spijkenisse die
zaterdagmorgen met haar dochter op
weg was naar vlaggetjesdag om daar
het diner te serveren raakte met haar
Volvo net buiten Sommelsdijk in een
slip en stortte van de dijk. Mevr. Mand
werd met verwondingen in het zieken
huis opgenomen. Haar dochter kon 's
middags alweer aan het werk.
Ouddorp:
Woensdag 10 juli
Donderdag 11
Vrijdag 12 juli
hoog laag
2.42
15.14
8.15
20.43
3.35 9.07
16.07 21.35
4.28 9.56
16.58 22.25
Te Battenoord valt hoog water plm.
3 kwartier later; in Middelhamis plm.
een uuT later dan in Ouddorp.
Zondagmiddag plm. 3.00 uur is het
echtpaar M. Smit (bijna 74) en C. D.
Smit-Bal (75) wonend in de Tuinstraat
te Dirksland door kolendampvergifti
ging om het leven gekomen. Zaterdag
avond hadden ze i.v.m. het kille weer
de kachel aangemaakt.
Zondagmiddag om 1 uur is mevr.
Smit nog bij haar in de Ring te Dirks
land wonende dochter geweest, 's Mid
dags rond zes uur was het de schoon
zoon, dhr. A. v. d. Groef die het droe
ve ongeluk ontdekte.
In Dirksland heerst verslagenheid
over het plotseling heengaan van dit
geziene echtpaar.
HERKINGEN
A.S. zondag hoopt des voorm. 10 en
des sav. 6 uur voor de Ger. Gemeente
voor te gaan student Stuivenberg van
Bodegraven.
Candidaat Snoep uit Utrecht heeft
voor het beroep naar de Ger. Gemeen
te alhier bedankt.
OUDE TONGE
Ter hoogte van de Kranendijk is
gisteren de 18-jarige A Visbeen, zoon
van garagehouder Visbeen te Achthui-
zen met de auto in de sloot geraakt.
Het ongeluk gebeurde nadat dhr. Vis
been een voorgesorteerd staande auto
was voorbij gereden. Hij kwam in
moeilijkheden en kwam aan de lin
kerzijde van de weg in de sloot terecht.
Met vrij ernstige verwondingen is hij
in het ziekenhuis opgenomen.