EIIAIIDEn tllEUWS
6e poorten der stad
Nieuws
RAIFFEISENBANK
GOEREE-OVERFLAKKEE
BUUSSE
DE3SimEE
Hondeiiiastate"
Zeeuwse wandelingen
laat uw salaris vla de ralffeiseabank uitbetalen
Boekbespreking
VOLKSWAGEN- en
OCCASION-VERKOOP
SHOW
opklaRinq
KEUVËLAAR
2e blad
Vrijdag 29 maart 1968
No. 3674
Raad Barneveld tegen
sport op zondag
spaarbank en alle bankzaken
Bezoekt onze
iedere zaterdag.
«T. r.. de l.ie?rii: - S01[1E£L.HI»£JK
Tel. (01870) 23 43 INRUIL - FINANCIERING - GARANTIE
UIT &S KSRKeN
STIJLGROEP
Uw Modehuis
De ehgfihte veflqviiigsring
MIDDELHARNIS
Openbare BeUjdenis In de
kerkeraad of voor de gemeente
De belijdenisvragen.
Met de Palmzondag en de Pasen in
het vooruitzicht kwam ik op het idee
ditmaal iets te schrijven over de Open
bare Belijdenis des Geloofs. In vele ker
ken is het immers gebruikelijk dat de
nieuwe lidmaten in deze tijd, hetzij de
zondag voor Pasen, hetzij op de Eerste
Paasdag, worden „aangenomen", zoals
dat in brede kringen nog' genoemd
wordt.
De Openbare Belijdenis des Geloofs
is een typische aangelegenheid van de
kerken van gereformeerde signatuur,
wil men van het Calvinisme. De Room
se kerk kent haar niet. De heilige com
munie, die meestal wordt gedaan op 12
a 13 jarige leeftijd is ermee te verge
lijken, maar is in wezen toch iets ge
heel anders. Ook de Lutherse kerken
weten niet van een openbare geloofsbe
lijdenis, zij hebben de zogenaamde con
firmatie. Daarbij worden de gedoopten
op een bepaalde leeftijd, onder opleg
ging der handen, bevestigd en toegela
ten tot het Heilig Avondmaal.
Inplaats daarvan verlangen de ker
ken van het gereformeerde type, dat
kinderen die gedoopt zijn, wanneer ze
volwassen zijn, belijdenis van hun ge
loof zullen afleggen, om daardoor toe
gang te verkrijgen tot het Heilig
Avondmaal.
Lange tijd heeft men verondersteld
dat het afleggen van Openbare Belijde
nis in een kerkdienst een nog jong ge
bruik is, dat de Reformatie niet heeft
gekend, maar dat zou zijn opgekomen
onder invloed van het Piëtisme. Zo oor
deelt bijvoorbeeld G. van der Leeuw in
zijn boek „Liturgiek" en ook Prof. Dr.
H. Jonker in zijn „Liturgische Oriënta
tie". Deze mening is, naar ik meen te
recht, bestreden door Dr. C. A. Tukker
in zijn proefschrift: „De classis Dord
recht van 1573 tot 1609". Hij toont daar
in bij de stukken aan, dat althans in
de classis Dordt niemand werd toegela
ten tot het Heilig Avondmaal die niet
eerst belijdenis van zijn geloof had af
gelegd. Trouwens, de synode van Wezel
had al bepaald: „Niemand zal .tot de
tafel des Heeren worden toegelaten die
niet eerst belijdenis van zijn geloof
heeft afgelegd". En die belijdenis des
geloofs moest dan geschieden, volgens
latere synodale bepalingen: „in den
kerckenraet ofte in der kercke na der
predicatie dewelcke recht voor de be-
dieninghe des Avontmaels geschiet..."
Hieruit blijkt niet alleen dat hel; nodig
was, belijdenis te doen, maar oók hoe
sterk onze vaderen de Isand tussen be
lijdenis en avondmaal hebben gevoeld.
Nu is het wel waarschijnlijk dat men
op vele plaatsen die belijdenis in be
sloten kring heeft afgenomen. Dat kon
immers, gezien de bepaling, dat het óf
in de kerk, óf voor de kerkeraad dien
de te geschieden. Alléén al het feit dat
er nergens officiële vragen zijn of een
formulier tot bevestiging van lidmaten
wijst in die richting. De aanneming tot
lidmaat der gemeente kwam veelal tot
stand na een gesprek van de kerkeraad
met de catechisanten, waarna ze op de
eerstvolgende zondag toetraden tot de
tafel des Heeren.
Later heeft deze belijdenis des ge
loofs hoe langer hoe meer publiek ka
rakter gekregen. Gebruikelijk is in alle
kerken der Reformatie in ons land, dat
degenen die wensen te worden toegela
ten tot de Belijdenis des Geloofs, ten
minste één of twee jaar de catechisaties
hebben gevolgd. (Als regel tenminste
één jaar gewone en één jaar belijdenis
catechisaties). Daarna worden ze dóór,
of in ieder geval in het bijzijn van de
ouderlingen der gemeente onderzocht,
wat hun belijdenis en levenswandel be
treft. Daarbij beloven ze, zich aan die
belijdenis te zullen houden en zich te
onderwerpen aan de vermaning der op
zieners.
Daarna vindt de Openbare belijdenis
plaats in een kerkdienst der gemeente,
waarbij enkele vragen worden gesteld,
die door de a.s. lidmaten met „ja" wor
den beantwoord. Van dat ogenblik af
delen zij in alle rechten der gemeente
leden.
■ft- T^
Wat die vragen betreft, daarover is
altijd veel verschil van mening en veel
verwarring geweest. Sommige kerken
gebruiken de zogenaamde „vragen van
Voetius", andere kerken hebben weer
andere vragen. Weliswaar komen ze
vrijwel allemaal op hetzelfde neer,
maar enige eenstemmigheid was toch
ook in dit opzicht wel gewenst... In het
DIenstboek van de Nederlandse Her
vormde Kerk komt een formulier voor
waarin drie belijdenisvragen worden
gesteld, die echter weer niet verplicht
zijn en daardoor ook lang niet overal
worden gebruikt. Het merkwaardige
feit doet zich voor dat de zogenaamde
„rechtse" gemeenten, die schuw zijn
voor alles wat met de Nieuwe Kerkor
de te maken heeft, veelal nog de voor
keur geven aan de vragen die in de tijd
van het liberalisme bij de kerk in ge
bruik waren... Terwijl de nieuwe vra
gen inderdaad veel duidelijker de be
doeling van het belijdenis doen weer
geven.
Volgende week hopen we op dit on
derwerp nog nader terug te komen.
WAARNEMER
De sport op zondag, een in Barne
veld reeds jarenlang slepende kwestie,
is verleden week opnieuw in de raad
aan de orde geweest. Het resultaat was,
dat de tientallen sportliefhebbers die de
uitpuilende raadzaal bevolkten, onte
vreden huiswaarts keerden, want op
nieuw besloot de raad het verbod de
gemeentelijke sportvelden zondags te
verhuren te continueren, aldus lazen
wij in de Rotterdammer.
Een minderheidsvoorstel dat was in
gediend door de liberale wethouder H.
Knoop en werd gesteund door burge
meester Van Diepeningen (c.h.) en dat
beoogde de sport zondagsmiddags na
een uur toe te staan, werd verworpen
met 15 tegen 5 stemmen.
Een meerderheidsvooi^tel van de twee
c.h. wethouders en een a.r. om het be
staande verbod te handhaven, met dien
verstande dat B. en W. ontheffing zou
den kunnen verlenen bleek ook niet
haalbaar. Het werd met elf tegen negen
stemmen verworpen.
Aan de stemmingen wai'en heftige
discussies voorafgegaan. Vele leden van
de fracties der C.H.U., S.G.P. en de
Boerenpartij waren kennelijk onder de
indruk van een actie die de Vereniging
tot bevordering van de zondagsrust en
zondagsheiliging had gevoerd. Deze ver
eniging met lange naam had bij de raad
n.l. aangedrongen op handhaving van
het bestaande verbod. Tal van kerkge
nootschappen hadden hun adhesie met
deze actie betuigd. Niet echter de ge
reformeerde kerk, die de raadsleden
voldoende tot oordelen bevoegd achtte.
Twee dagen voor de raadsvergade
ring verscheen in een plaatselijke krant
een brief die aan alle raadsleden was
gestuurd door de kerkeraad van de
Hervormde kerk (Gereformeerde bond).
In die brief werd aan de hand van de
Bijbel stelling genomen tegen zondag-
sport en verdergaande ontkerstening.
Precies honderd jaar geleden werd in
Middelburg de Vlissingse poort afgebro
ken (1868). Het Kreekrak en het Sloe
waren afgedamd voor de Zeeuwse
spoorweg. Om toch een waterweg te
hebben werd o.a. het kanaal door Wal
cheren gegraven, juist op de plaats
waar deze poort stond.
Eigenlijk was het de derde poort al in
de richting Vlissingen. Door de toene
ming van het aantal inwoners, vooral
in de 16e eeuw, kwam er gebrek aan
woningen en bouwterrein. De stad lag
ingeklemd binnen de onuingende mu
ren. Bij uitbreiding verhuisden de
poorten ook mee. Zo stond de eerste
poort op de route naar Vlissingen waar
nu de Gortstraat is, ze heette dan ook
Gortstratepoort. Bij een volgende uitleg
van de stad kwam de poort een eindje
verder te staan aan het eind van de
Vlissingse straat, naar nu een binnen-
brug is. Bij een nieuwe stadsuitbreiding
werd ze in 1596 weer opgebouwd en
moest een eeuw geleden het veld rui
men voor het kanaal.
In 1795 trokken de Fransen door deze
poort Middelburg binnen. Napoleon bij
zijn bezoeken aan Zeeland is er even
eens doorgereden. Het heeft weinig ge
scheeld of tijdens zijn bewind was de
poort en ook de andere poorten
afgebroken. In 1811 kwam het bevel dat
alle poorten moesten worden opgeruimd
voor afbraak verkocht. Men was reeds
begonnen toen onverwachts het bevel
kwam dat het werk gestaakt moest
worden. De toren was reeds voor een
groot deel verdwenen evenals de balk
waaraan de klok had gehangen. Eerst
in 1839 werd door de stad besloten het
achtkantige torentje weer op te bouwen
en de klok op haar oude plaats terug te
hangen.
Sterke muren.
We zijn nu al gekomen tot de vorige
eeuw en we moeten in de Middel
eeuwen beginnen. Toen hadden de ste
den sterke muren om zich te verdedi
gen. Tot een van de voorrechten, die de
landsheer aan een open plaats gaf, be
hoorde ook het recht om muren te bou
wen. Het dorp werd dan een stad, een
ommuurde stad ,die zich kon verdedi
gen tegen de vijand. De verbinding met
de buitenwegen werd gevormd door een
poort. Niet enkel een „grote deur",
maar soms een groot sterk poortgebouw
met een lange gang, die aan twee kan
ten met een zware deur kon worden
afgesloten. In dit poorthuis woonde ook
de poortwachter. Soms werd het ook
voor andere doeleinden gebruikt. Zo
heeft de Zuiddampoort in Middelburg
dienst gedaan als gevangenis, in een
der vertrekken stond ook een pijnbank.
In Vlissingen heette een van de poor
ten Gevangenpoort, wat er nu nog van
over is op de Boulevard wordt nog ge-
vangentoren genoemd. We kennen alle
maal van naam de Gevangenpoort in
Den Haag, waar bekende personen uit
onze vaderlandse geschiedenis (Olden-
barnevelt. Jan de Witt) gevangen ge
zeten hebben. In de zoeven genoemde
Vlissingse poort werden krankzirmigen
opgesloten. De zogenaamde dollékamer
was voorzien van dikke ijzeren tralies.
dat gaat zó: u opent een privé-rekening bij de Raiffeisenbank.
u vraagt uw werkgever uw salaris op die rekening te storten,
dan kunt u al uw betalingen via de bank laten verzorgen, zelf
kunt u dagelijks over contanten beschikken, deze Raiffeisen-
bank-service kost u niets!
Als wilde dieren werden de ongelukki-
gen opgesloten, zoals in een tegenwoor
dig dierenpark kon men ze soms ook
gaan bezichtigen.
Rond de stadsmuren lagen brede die
pe grachten. Hierover werd voor de
poort een brug gebouwd, waarvan een
gedeelte kon worden opgehaald.
Het schuitvlot.
Bij elke poort was aan de buitenzijde
der stad een schuitvlot, een laad en
losplaats voor de schuiten. Die waren
in vroeger dagen, op Walcheren ten
minste, een algemeen middel van ver
voer. De slechte wegen waren, vooral
in de winter, niet geschikt voor trans
port. De vele watergangen op Walche
ren kwamen bijna alle uit op de stads
gracht. Wanneer de lage aarden wegen
niet te berijden waren, kwamen de
boeren met hun schuit naar de markt
te Middelburg of Vlissingen. Er was
zelfs een geregelde schuitdienst tussen
Domburg en Middelburg.
Van zowat elk dorp in Walcheren kon
men met de schuit het centrum Middel
burg bereiken. Vooral voor het vervoer
van goederen werd er druk gebruik van
gemaakt. De schuiten werden vooruit-
gebracht door met een lange stok te
bomen. Dat ging niet zo vlug, maar on
ze voorouders hadden de tijd, snelver
keer kende men niet.
Bij de Langevielepoort kwamen de
meeste schuiten van het platteland van
Walcheren aan. Daar was het vooral op
de marktdag in dit Domburgs schuitvlot
druk. Een straat heet er naar, zoals we
nog hebben de Schuitvlotstraat en het
Armeniaans Schuitvlot, een naam die
niemand me nog heeft kunnen verkla
ren.
Dit was aan de buitenkant van de
stad. Aan de binnenzijde Van de stad
was voor de poort doorgaans een plein.
Op de donderdagse markt te Middel
burg was dit plein bezet met de wagens
van de boeren, die ter markt kwamen.
De poorten zijn verdwenen, maar de
namen van deze pleinen bestaan nog:
Noordpoortplein en Noordpoortstraat
(hier is het ziekenhuis), Seisplein, Vlis-
sings wagenplein.
Tot groot gemak voor deze marktbe-
zoekers en andere reizigers waren op
de poorten uurwerken aangebracht. De
Vlissingse poort en de Noorddampoort
hadden zelfs een slaand uurwerk.
Op elke poort stond het wapen van
de stad. Boven de ingang in een nis het
beeld van een of andere heilige. Dik
wijls was het Maria, op de Noordpoort
was het Willibrord, de evangeliepredi
ker, die vroeger op Walcheren veel ver
eerd werd. Op de Noorddampoort, de
toegang naar Veere, stond het beeld
van de heilige Nicolaas, de bescherm
heilige der kooplieden. Bij de beelden
storm van 1566 moesten deze beelden
aan de openbare weg het natuurlijk het
eerst ontgelden.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Het leerziaam Huisraad, door Jan
Luiken. A. W. Sythoff's Uitge-
versmy N.V., Postbus 26, Leiden.
Jan Luiken (1649-1712) plaatsnijder en
dichter, behoorde tot de Doopsgezinde
„coUegiën", was later interkerkelijk en
richtte zich na zijn bekering in zijn
verzen geheel op de gemeenschap tus
sen God en de ziel. Bij zijn eigenhandig
gegraveerde prenten maakte hij schone
stichtelijke dichtregelen, o.m. in „Spie-
ghel van het Menselijk bedrijf" „De
Bijkorf des gemoeds" en meer andere.
Dit boek: „Het Leerzaam Huisraad" is
een dergelijke bundel met 50 afbeel
dingen, die een inzicht geven in het in
terieur van de toenmaUge huizen en
van de gebruiksvoorwerpen van onze
voorouders uit de 17e eeuw. Bij iedere
gravure is een vers gemaakt, een gees
telijk lied, dat heenwijst van het aardse
naar het hemelse, met toepasselijke
Bijbelteksten op het behandelde voor
werp.
Het boek is in dezelfde vorm uitge
geven als in 1711 toen het verscheen
te Amsteldam, bij de Wed. P. Arentz
en K. van der Sys, Boekverkoopers in
de Drie Raapen. Dit is mogelijk door
een fototechnisch drukprocedé.
Omdat Jan Luiken een der beste
dichters was uit de 17e eeuw en boven
dien een vermaard tekenaar en graveur,
zal dit mooie boekje zowel letterkundi
gen, kunsthistorici als ook liefhebbers
van „antiek" aanspreken. De prijs is
12,90.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Monster G. van Estrik te
Genemuiden; Giessendam, Wezep en
Arnemuiden J. H. Vlijm te Krimpen
aan de IJssel; Haaf ten L. Blok te Rid
derkerk; Schoonhoven K. Schipper te
Middelharnis; Oud Beijerland M. v.
Rennes te Streefkerk; Emmeloord J. de
Bruyn te Krimpen aan de Lek; Oud-
dorp C. Treure te Hasselt.
Aangenomen naar: Ede A. Noorde-
graaf te Oldebroek; Woerden J. Bo
gaard te Emst.
Bedankt voor: Vlaardingen J. Bo
gaard te Emst; Huizen C. Treure te
Hasselt; Emmeloord A. v. Eyk te Berg-
senhoek; Woerden C. A. Korevaar te
Rotterdam; Brakel W. v. Hermekeler te
Zwartebroek; Waddinxveen A. Noorde-
graaf te Oldebroek;
ScherpenZeel: Tot bijstand in het pas
toraat is benoemd Ds. E. de Looze a.s.
em. pred. te Hilversum.
Ds. J. VerweUus te Schoonhoven heeft
naar aanleiding van een verklaring van
de synode betreffende de oorlog in Viet
nam, welke als kanselboodschap was
bedoeld, een protestschrijven aan de
synode gericht, waarin hij laat uitko
men het in het geheel niet eens te zijn
met dit stuk en dan ook weigert om
het de gemeente ter kennis te brengen.
Hij meent dat een protest tegen de ver
volgingen der christenen achter het
ijzeren gordijn meer op zijn plaats zou
zijn en vindt het schandelijk dat een
professor in de ethiek zich niet ontziet
om toekomstige predikanten in een sa
menkomst in de Buiirkerk te Utrecht
op te zetten tegen de regering. Willen
wij als Hervormde kerk werkelijk onze
opdracht naar de bedoeling van Chris
tus vervullen, dan is het in deze tijd
broodnodig dat we ons volk, jong en
oud, oproepen tot een waarachtige te
rugkeer tot God, aldus deze predikant.
Dhr. W. Boer theol. student te 's-
Gravenmoer schreef in „De Rotterdam
mer": Tot mijn grote verbazing las ik
een artikel, waarin een aantal theolo
gen zich geschaard hebben achter Prof.
Delfgaauw i.v.m. „de oorlogsmisdaden"
van president Johnson. Mijn vraag is: is
Ho Tsji Minh dan zo'n brave man of een
tweede Hitler? Ik klaag bij dezen de
zgn. christelijke theologen c.s. aan om
dat zij zich druk maken om zaken die
niet van belang zijn. Maar vooral om
dat zij in vele gevallen en opzichten
tegen God misdaden plegen omdat zij
door hun laks en lui materialisme mil
joenen mensen voor eeuwig naar de
verdoemenis laten gaan, zonder ook
maar één vinger uit te steken. Gemeten
naar de maatstaven van de Bijbel, zijn
zij misdadigers, vol duivelse wreedheid.
En wie protesteert tegen déze gruwelij
ke misdaden?"
GEREF. KERKEN
Beroepen te Rotterdam J. Moor te
Saskatoon (Canada); Nijverdal J. v. d.
Brink te IJmuiden; Castricum, Den
Helder en Winterswijk P. den Hengst te
Grijpskerke; Varsselveld en Leiden P.
V. Dijk te Creil; Beverwijk A. Corporaal
te Zeist; Blij a J. Bezemer kand. te
Zwijndrecht.
Aang. naar Rotterdam J. de Moor te
Saskatoon; Alphen aan de Rijn F. de
Jong te Maasland.
Bedankt voor Waddinxveen C. Bru-
ning te Nieuwlande; Heemse en Half
weg F. de Jong te Maasland.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te Avereest en Ferwerd J.
Kruithof kand. te Hattem; 's-Graven-
hage A. Kooy te Emmen; Bunschoten
P. v. Gurp te Oldehove.
Bedankt voor Blij a C. Breen te Kat
wijk aan Zee.
's-Gravenhage-W. Na bevestiging
door Ds. F. v. Dijk te Neede, deed Ds. D.
Los, gekomen van Gerkesklooster in
trede alhier met Jeremia 6 16.
Ds. R. Brands te Oegstgeest heeft zich
los gemaakt uit dit kerkverband en toe
lating verzocht tot de Geref. Kerken.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Gouda D. Biesma te Lisse
en J. Geels te Haarlem.
Beroepen te Naarden P. Sneep te
Zaamslag; Veenendaal J. Brons te Nun-
speet; Baarn en Noordeschut T. Rut-
ters te Nijmegen; Apeldoorn B. v. Sme
den te Amsterdam; 's-Gravenzande M.
Baan te Zeist;
Bedankt voor Zwolle M. de Boer te
Amsterdam.
Amersfoort: Wegens vertrek naar
Hilversum, nam Ds, H. Eerland afscheid
van deze gemeente met een prediking
over Handelingen 20 32.
Ds. L. Floor em. pred. te Nieuw Ven
nep, werd getroffen door een hartin
farct.
Ds. C. Smits te Sliedrecht is voor
enige tijd naar de Verenigde Staten
vertrokken. Hij zal daar o.m. de ker
ken van Grand Rapids en Clifton die
nen in de prediking.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Amsterdam en Rotter
dam J. V. Haaren te Amersfoort; Wol-
phaartsdijk P. Blok te Dirksland.
Bedankt voor Veen G. Schipaanboord
te Apeldoorn; Klaaswaal en Nijkerk P.
Blok te Dirksland; Rotterdam J. West-
strate te Meliskerke.
OUD GER. GEMEENTEN
Bedankt voor Scheveningen J. Slager
te Rijssen.
'JRONINGEN
NATUURLIJK BU
Mn>DELHARNIS
Alles kalm en rustig zeggen
In Gods vaderhanden leggen
Alle onbegrepen dingen.
Smarten en verwikkelingen
Zien in 't licht van Gods gena
Bij het kruis van Golgotha.
Ja, dan blijft er veel te zuchten.
Maar als wij naar 't kruis weer vluchten
Smelt het leed, verstilt de smart
Wordt het rustig in ons hart.
Neen wij kimnen niet begrijpen
Maar Gods geest wil ons doen rijpen
Brengen tot aanbidding, lof
Geeft ons rijke dankenstof
Zodat wij toch kunnen zingen
Tussen onbegrepen dingen.
LANERTA.
VERVOLGVERHAAL
door
HERMAN DE MUINCK
50
Zonder in bizonderheden af te dalen
Verhaalde Lucie haar geschiedenis van
la de dood van haar moeder tot op dat
ogenblik. De toehoorster luisterde aan
dachtig en viel de vertelster met geen
enkel woord in de rede. Over Jan Fot-
teraa had Lucie niet gerept. Alleen zei-
de zij aan het slot van haar medede
lingen: „En dan is er nog iets, "maar
daarover praat ik liever niet. Het houdt
verband met een student in Utrecht, die
f'u ja, de indruk gaf, we kennen elkaar
al jaren, mij tot vrouw te wUlen heb
ben, als hij afgestudeerd was, maar die
"^ij in de steek heeft gelaten, ik weet
niet, waarom, want er was niets tussen
ons voorgevallen".
„U hebt al heel wat meegemaakt, al
js u nog jong", zeide de directrice, met
haar meevoelend. „U kunt er verzekerd
Van zijn, dat ik van uw vertrouwen
Seen misbruik zal maken. Ik vertel uw
orvaring aan niemand. Waar het voor u
en mij op aankomt is, dat u hier uw
Haagse opleiding wilt voortzetten".
„Heel graag. U hebt wel begrepen, dat
ik mij redden kan, goed kan redden
zelfs. Financieel heb ik geen zorgen.
Maar niets doen is geen leven. Het werk
in het Haagse Diaconessenhuis beviel
mij heel goed. Ik was al heel gauw met
mijn besluit klaar".
„Naar Den Haag wilde u niet terug?"
„Eén briefje aan de directrice daar,
mevrouw Van Abeele, was voldoende
geweest, mij terug te nemen, nu mijn
vader overleden is. Maar ik wil niet
naar Den Haag".
„U wilt u hier, als ik het goed be
grijp, zo'n weinig begraven".
„Zo zoudt u het kunnen noemen, 'k
Wil niet, dat iemand weet, waar ik ben".
„Maar dat is niet vol te houden. Op
de duur lekt dat uit. Ons landje is
maar klein".
„O ja. Laat ik dan zeggen: voorlopig
wil ik niet, dat iemand weet, waar ik
ben. Ik moet eerst tot mijzelf komen
met mezelf in het reine raken. Maar ik
voel heel goed, dat ik u in een moeilijk
heid breng".
Mij? Hoezo?"
„Wel, ik heb u mijn verhaal verteld,
'k Heb niet het recht, van u te vergen,
dat u mij gelooft. Ik kan u wel wat op
de mouw hebben gespeld".
„Dat geloof ik niet. U lijkt mij te eer
lijk, om dat te doen. Neen, dat is het
niet. Als ik alleen kon beslissen, dan
zou ik het, geloof ik,i wel weten. Maar
ik moet overleg plegen met een paar
bestuursleden. En die nemen, ik ben er
zeker van, u zonder al was het slechts
een enkele inlichting niet. Het zou voor
de hand liggen, het zou zo logisch mo
gelijk zijn, dat ik de directrice van het
Haagse ziekenhuis om informatie vroeg
over uw persoon, over uw werk, uw
ijver dan... neen, schrik niet (want Lu
cie maakte inderdaad een schrikbewe-
ging) dat wilt u zeker niet?"
„Neen. Als u die voorwaarde zoudt
stellen, trek ik mijn sollicitatie in.
Voorlopig mag niemand weten, waar ik
ben. 't Is moeilijk voor u, ik begrijp het.
Maar aan de andere kant: zo moeilijk
is het toch ook weer niet. Ik vraag
niets van u. Ik wil ook geen salaris
hebben. Als ik hier werk en u bemerkt,
dat ik voor het werk niet deug, kunt u
mij dat toch zeggen? Dan verdwijn ik
automatisch".
Zuster Offringa moest toch even har
telijk lachen.
„U kunt uw belangen goed bepleiten.
Als u hier komt werken, ontvangt u
natuurlijk het vastgestelde salaris. Voor
mij persoonlijk is u geen probleem. Ik
durf het wel met u aan en geloof ook
stellig, dat u mij geen verhaaltje op de
mouw hebt gespeld. Maar nog eens: 'k
heb met een paar bestuursleden te ma
ken. Is er dan niemand, wie ik om in
lichtingen kan vragen. Ook niet een
vertrouwd persoon in Zeestad of in hoe
heet dat dorpje ook? eh. Schouwenburg
niet? Een predikant bijvoorbeeld. Of..."
„Neen, de predikant van Westgouwe
Schouwenburg behoort daaronder
is vertrokken. Neen, dat gaat niet. Ook
om andere reden niet. Maar... hoe dom
van mij, u kunt natuurlijk schrijven
naar notaris Verwey in Zeestad! Die is
van alles op de hoogte. Als u hem
schrijft, dat deze zaak vertrouwelijk
moet worden behandeld, dan gebeurt
dat ook".
„Ha, dan zijn we klaar. Notaris Ver
wey?" Zuster Offringa maakte een aan
tekening. „Weet u de voorletters?"
„J. C."
„Prachtig. Dat zal de oplossing zijn.
Een kopje thee?"
„Graag, zuster".
Op het bellen verscheen een jonge
verpleegster, misschien ook een leerlin
ge, overwoog Lucie, die, na verkregen
opdracht, al spoedig terugkwam met het
theegerei.
„Zo. En nu moet u mij eens wat van
het ziekenhuis in Den Haag vertellen.
Wat hebt u gedaan? Welke lessen hebt
u gevolgd?"
Lucie voldeed zo goed mogelijk aan
het verzoek, ook antwoord gevend op
interumperende vragen, die gesteld
werden.
Maar toen brak dan toch het moment
aan, dat aan het onderhoud een einde
komen moest.
„Gaat u nu nog terug naar Leersum?
Kan dat?"
„Neen, zuster. Ik logeer in „Het wa
pen van Lochem". Dat leek mij een
goed adres".
„O ja, prima. Maar u zult het wel
saai hebben vanavond. Als meisje al
leen in het hotel".
„Och, daar kom ik ook wel door.
Maar vroeg naar bed", glimlachte Lucie
droevig.
„Weet je wat? Ik ben vanavond vrij.
Kom om acht uur naar Marktstraat 10.
Heel goede vrienden van mij. Dan heb
je een gezellige avond. Ik licht hen van
te voren wel in. Van wat u mij verteld
hebt, komen zij geen woord te weten.
En overigens, ik zal bij die twee be
stuursleden, die speciaal met het per
soneel van het ziekenhuis te maken
hebben, wel een goed woordje doen. Als
het aan mij ligt, komt u hier werken, 'k
Heb verklaren kan ik het niet, intm-
tie misschien een onbegrensd ver
trouwen in u".
„Ik zal dat niet beschamen", zeide
Lucie eenvoudig.
Met een vol, toch dankbaar hart
verliet zij het ziekenhuis; liep niet di
rect naar het dorp terug, maar haalde
diep adem in de bossen van de Lochem-
se berg, die zij spoedig bereikt had. Het
prille voorjaar zat in de lucht, al was
er nog weinig groen, behalve dan de
dennebomen. Langzaam wandelend, het
was niet koud, integendeel, overwoog
zij: 'k heb toch goed gehandeld, al was
het ook vreemd. Zij geloofde mij. Neen,
Van Abeele mag niet weten, waar ik
ben. Dan komt mevrouw Langeveld
het te weten enFrans. Maar mis
schien is die al verloofd. En Jan
zou die nu met Gabrielle? 'k Heb er
toch niets van gemerkt. Och, wat doet
het er ook toe... Alleen, ik begrijp het
niet, ik begrijp het niet...
Zij maakte een stevige wandeling, die
een blos op haar bleek gezichtje tover
de. Verdwalen was niet mogelijk, want
zij hield de kerktoren van Lochem goed
in de gaten; zij kon geen beter baken
hebben.
Terug in het dorp, 't was al een paar
uur later, passeerde zij de oude kerk.
Zij liep het openstaande hek door, het
kerkpad op, naar de hoofdingang, die,
naar zij vermoedde, wel gesloten zou
zijn. Dat bleek niet het geval. Zij ging
de ruimte binnen. Heel vooraan, in de
buurt van de kansel, was een vrouw
aan het werk, zeker de vrouw van de
koster. Lucie zette zich in de laatste rij
banken, vlakbij de uitgang, sloot de
ogen en vouwde de handen
Het was een dag of vijf, zes later, dat
in pension „Boschzicht" te Leersum een
brief voor mej. L. van Adrigem arri
veerde. Tot verwondering van de eige
nares. Want haar gaste had al die tijd
nog geen brief ontvangen.
(Wordt vervolgd)