EIIAIIDEn tllEUWS 6e poorten der stad Nieuws RAIFFEISENBANK GOEREE-OVERFLAKKEE BUUSSE DE3SimEE Hondeiiiastate" Zeeuwse wandelingen laat uw salaris vla de ralffeiseabank uitbetalen Boekbespreking VOLKSWAGEN- en OCCASION-VERKOOP SHOW opklaRinq KEUVËLAAR 2e blad Vrijdag 29 maart 1968 No. 3674 Raad Barneveld tegen sport op zondag spaarbank en alle bankzaken Bezoekt onze iedere zaterdag. «T. r.. de l.ie?rii: - S01[1E£L.HI»£JK Tel. (01870) 23 43 INRUIL - FINANCIERING - GARANTIE UIT &S KSRKeN STIJLGROEP Uw Modehuis De ehgfihte veflqviiigsring MIDDELHARNIS Openbare BeUjdenis In de kerkeraad of voor de gemeente De belijdenisvragen. Met de Palmzondag en de Pasen in het vooruitzicht kwam ik op het idee ditmaal iets te schrijven over de Open bare Belijdenis des Geloofs. In vele ker ken is het immers gebruikelijk dat de nieuwe lidmaten in deze tijd, hetzij de zondag voor Pasen, hetzij op de Eerste Paasdag, worden „aangenomen", zoals dat in brede kringen nog' genoemd wordt. De Openbare Belijdenis des Geloofs is een typische aangelegenheid van de kerken van gereformeerde signatuur, wil men van het Calvinisme. De Room se kerk kent haar niet. De heilige com munie, die meestal wordt gedaan op 12 a 13 jarige leeftijd is ermee te verge lijken, maar is in wezen toch iets ge heel anders. Ook de Lutherse kerken weten niet van een openbare geloofsbe lijdenis, zij hebben de zogenaamde con firmatie. Daarbij worden de gedoopten op een bepaalde leeftijd, onder opleg ging der handen, bevestigd en toegela ten tot het Heilig Avondmaal. Inplaats daarvan verlangen de ker ken van het gereformeerde type, dat kinderen die gedoopt zijn, wanneer ze volwassen zijn, belijdenis van hun ge loof zullen afleggen, om daardoor toe gang te verkrijgen tot het Heilig Avondmaal. Lange tijd heeft men verondersteld dat het afleggen van Openbare Belijde nis in een kerkdienst een nog jong ge bruik is, dat de Reformatie niet heeft gekend, maar dat zou zijn opgekomen onder invloed van het Piëtisme. Zo oor deelt bijvoorbeeld G. van der Leeuw in zijn boek „Liturgiek" en ook Prof. Dr. H. Jonker in zijn „Liturgische Oriënta tie". Deze mening is, naar ik meen te recht, bestreden door Dr. C. A. Tukker in zijn proefschrift: „De classis Dord recht van 1573 tot 1609". Hij toont daar in bij de stukken aan, dat althans in de classis Dordt niemand werd toegela ten tot het Heilig Avondmaal die niet eerst belijdenis van zijn geloof had af gelegd. Trouwens, de synode van Wezel had al bepaald: „Niemand zal .tot de tafel des Heeren worden toegelaten die niet eerst belijdenis van zijn geloof heeft afgelegd". En die belijdenis des geloofs moest dan geschieden, volgens latere synodale bepalingen: „in den kerckenraet ofte in der kercke na der predicatie dewelcke recht voor de be- dieninghe des Avontmaels geschiet..." Hieruit blijkt niet alleen dat hel; nodig was, belijdenis te doen, maar oók hoe sterk onze vaderen de Isand tussen be lijdenis en avondmaal hebben gevoeld. Nu is het wel waarschijnlijk dat men op vele plaatsen die belijdenis in be sloten kring heeft afgenomen. Dat kon immers, gezien de bepaling, dat het óf in de kerk, óf voor de kerkeraad dien de te geschieden. Alléén al het feit dat er nergens officiële vragen zijn of een formulier tot bevestiging van lidmaten wijst in die richting. De aanneming tot lidmaat der gemeente kwam veelal tot stand na een gesprek van de kerkeraad met de catechisanten, waarna ze op de eerstvolgende zondag toetraden tot de tafel des Heeren. Later heeft deze belijdenis des ge loofs hoe langer hoe meer publiek ka rakter gekregen. Gebruikelijk is in alle kerken der Reformatie in ons land, dat degenen die wensen te worden toegela ten tot de Belijdenis des Geloofs, ten minste één of twee jaar de catechisaties hebben gevolgd. (Als regel tenminste één jaar gewone en één jaar belijdenis catechisaties). Daarna worden ze dóór, of in ieder geval in het bijzijn van de ouderlingen der gemeente onderzocht, wat hun belijdenis en levenswandel be treft. Daarbij beloven ze, zich aan die belijdenis te zullen houden en zich te onderwerpen aan de vermaning der op zieners. Daarna vindt de Openbare belijdenis plaats in een kerkdienst der gemeente, waarbij enkele vragen worden gesteld, die door de a.s. lidmaten met „ja" wor den beantwoord. Van dat ogenblik af delen zij in alle rechten der gemeente leden. ■ft- T^ Wat die vragen betreft, daarover is altijd veel verschil van mening en veel verwarring geweest. Sommige kerken gebruiken de zogenaamde „vragen van Voetius", andere kerken hebben weer andere vragen. Weliswaar komen ze vrijwel allemaal op hetzelfde neer, maar enige eenstemmigheid was toch ook in dit opzicht wel gewenst... In het DIenstboek van de Nederlandse Her vormde Kerk komt een formulier voor waarin drie belijdenisvragen worden gesteld, die echter weer niet verplicht zijn en daardoor ook lang niet overal worden gebruikt. Het merkwaardige feit doet zich voor dat de zogenaamde „rechtse" gemeenten, die schuw zijn voor alles wat met de Nieuwe Kerkor de te maken heeft, veelal nog de voor keur geven aan de vragen die in de tijd van het liberalisme bij de kerk in ge bruik waren... Terwijl de nieuwe vra gen inderdaad veel duidelijker de be doeling van het belijdenis doen weer geven. Volgende week hopen we op dit on derwerp nog nader terug te komen. WAARNEMER De sport op zondag, een in Barne veld reeds jarenlang slepende kwestie, is verleden week opnieuw in de raad aan de orde geweest. Het resultaat was, dat de tientallen sportliefhebbers die de uitpuilende raadzaal bevolkten, onte vreden huiswaarts keerden, want op nieuw besloot de raad het verbod de gemeentelijke sportvelden zondags te verhuren te continueren, aldus lazen wij in de Rotterdammer. Een minderheidsvoorstel dat was in gediend door de liberale wethouder H. Knoop en werd gesteund door burge meester Van Diepeningen (c.h.) en dat beoogde de sport zondagsmiddags na een uur toe te staan, werd verworpen met 15 tegen 5 stemmen. Een meerderheidsvooi^tel van de twee c.h. wethouders en een a.r. om het be staande verbod te handhaven, met dien verstande dat B. en W. ontheffing zou den kunnen verlenen bleek ook niet haalbaar. Het werd met elf tegen negen stemmen verworpen. Aan de stemmingen wai'en heftige discussies voorafgegaan. Vele leden van de fracties der C.H.U., S.G.P. en de Boerenpartij waren kennelijk onder de indruk van een actie die de Vereniging tot bevordering van de zondagsrust en zondagsheiliging had gevoerd. Deze ver eniging met lange naam had bij de raad n.l. aangedrongen op handhaving van het bestaande verbod. Tal van kerkge nootschappen hadden hun adhesie met deze actie betuigd. Niet echter de ge reformeerde kerk, die de raadsleden voldoende tot oordelen bevoegd achtte. Twee dagen voor de raadsvergade ring verscheen in een plaatselijke krant een brief die aan alle raadsleden was gestuurd door de kerkeraad van de Hervormde kerk (Gereformeerde bond). In die brief werd aan de hand van de Bijbel stelling genomen tegen zondag- sport en verdergaande ontkerstening. Precies honderd jaar geleden werd in Middelburg de Vlissingse poort afgebro ken (1868). Het Kreekrak en het Sloe waren afgedamd voor de Zeeuwse spoorweg. Om toch een waterweg te hebben werd o.a. het kanaal door Wal cheren gegraven, juist op de plaats waar deze poort stond. Eigenlijk was het de derde poort al in de richting Vlissingen. Door de toene ming van het aantal inwoners, vooral in de 16e eeuw, kwam er gebrek aan woningen en bouwterrein. De stad lag ingeklemd binnen de onuingende mu ren. Bij uitbreiding verhuisden de poorten ook mee. Zo stond de eerste poort op de route naar Vlissingen waar nu de Gortstraat is, ze heette dan ook Gortstratepoort. Bij een volgende uitleg van de stad kwam de poort een eindje verder te staan aan het eind van de Vlissingse straat, naar nu een binnen- brug is. Bij een nieuwe stadsuitbreiding werd ze in 1596 weer opgebouwd en moest een eeuw geleden het veld rui men voor het kanaal. In 1795 trokken de Fransen door deze poort Middelburg binnen. Napoleon bij zijn bezoeken aan Zeeland is er even eens doorgereden. Het heeft weinig ge scheeld of tijdens zijn bewind was de poort en ook de andere poorten afgebroken. In 1811 kwam het bevel dat alle poorten moesten worden opgeruimd voor afbraak verkocht. Men was reeds begonnen toen onverwachts het bevel kwam dat het werk gestaakt moest worden. De toren was reeds voor een groot deel verdwenen evenals de balk waaraan de klok had gehangen. Eerst in 1839 werd door de stad besloten het achtkantige torentje weer op te bouwen en de klok op haar oude plaats terug te hangen. Sterke muren. We zijn nu al gekomen tot de vorige eeuw en we moeten in de Middel eeuwen beginnen. Toen hadden de ste den sterke muren om zich te verdedi gen. Tot een van de voorrechten, die de landsheer aan een open plaats gaf, be hoorde ook het recht om muren te bou wen. Het dorp werd dan een stad, een ommuurde stad ,die zich kon verdedi gen tegen de vijand. De verbinding met de buitenwegen werd gevormd door een poort. Niet enkel een „grote deur", maar soms een groot sterk poortgebouw met een lange gang, die aan twee kan ten met een zware deur kon worden afgesloten. In dit poorthuis woonde ook de poortwachter. Soms werd het ook voor andere doeleinden gebruikt. Zo heeft de Zuiddampoort in Middelburg dienst gedaan als gevangenis, in een der vertrekken stond ook een pijnbank. In Vlissingen heette een van de poor ten Gevangenpoort, wat er nu nog van over is op de Boulevard wordt nog ge- vangentoren genoemd. We kennen alle maal van naam de Gevangenpoort in Den Haag, waar bekende personen uit onze vaderlandse geschiedenis (Olden- barnevelt. Jan de Witt) gevangen ge zeten hebben. In de zoeven genoemde Vlissingse poort werden krankzirmigen opgesloten. De zogenaamde dollékamer was voorzien van dikke ijzeren tralies. dat gaat zó: u opent een privé-rekening bij de Raiffeisenbank. u vraagt uw werkgever uw salaris op die rekening te storten, dan kunt u al uw betalingen via de bank laten verzorgen, zelf kunt u dagelijks over contanten beschikken, deze Raiffeisen- bank-service kost u niets! Als wilde dieren werden de ongelukki- gen opgesloten, zoals in een tegenwoor dig dierenpark kon men ze soms ook gaan bezichtigen. Rond de stadsmuren lagen brede die pe grachten. Hierover werd voor de poort een brug gebouwd, waarvan een gedeelte kon worden opgehaald. Het schuitvlot. Bij elke poort was aan de buitenzijde der stad een schuitvlot, een laad en losplaats voor de schuiten. Die waren in vroeger dagen, op Walcheren ten minste, een algemeen middel van ver voer. De slechte wegen waren, vooral in de winter, niet geschikt voor trans port. De vele watergangen op Walche ren kwamen bijna alle uit op de stads gracht. Wanneer de lage aarden wegen niet te berijden waren, kwamen de boeren met hun schuit naar de markt te Middelburg of Vlissingen. Er was zelfs een geregelde schuitdienst tussen Domburg en Middelburg. Van zowat elk dorp in Walcheren kon men met de schuit het centrum Middel burg bereiken. Vooral voor het vervoer van goederen werd er druk gebruik van gemaakt. De schuiten werden vooruit- gebracht door met een lange stok te bomen. Dat ging niet zo vlug, maar on ze voorouders hadden de tijd, snelver keer kende men niet. Bij de Langevielepoort kwamen de meeste schuiten van het platteland van Walcheren aan. Daar was het vooral op de marktdag in dit Domburgs schuitvlot druk. Een straat heet er naar, zoals we nog hebben de Schuitvlotstraat en het Armeniaans Schuitvlot, een naam die niemand me nog heeft kunnen verkla ren. Dit was aan de buitenkant van de stad. Aan de binnenzijde Van de stad was voor de poort doorgaans een plein. Op de donderdagse markt te Middel burg was dit plein bezet met de wagens van de boeren, die ter markt kwamen. De poorten zijn verdwenen, maar de namen van deze pleinen bestaan nog: Noordpoortplein en Noordpoortstraat (hier is het ziekenhuis), Seisplein, Vlis- sings wagenplein. Tot groot gemak voor deze marktbe- zoekers en andere reizigers waren op de poorten uurwerken aangebracht. De Vlissingse poort en de Noorddampoort hadden zelfs een slaand uurwerk. Op elke poort stond het wapen van de stad. Boven de ingang in een nis het beeld van een of andere heilige. Dik wijls was het Maria, op de Noordpoort was het Willibrord, de evangeliepredi ker, die vroeger op Walcheren veel ver eerd werd. Op de Noorddampoort, de toegang naar Veere, stond het beeld van de heilige Nicolaas, de bescherm heilige der kooplieden. Bij de beelden storm van 1566 moesten deze beelden aan de openbare weg het natuurlijk het eerst ontgelden. Middelburg. L. van Wallenburg. Het leerziaam Huisraad, door Jan Luiken. A. W. Sythoff's Uitge- versmy N.V., Postbus 26, Leiden. Jan Luiken (1649-1712) plaatsnijder en dichter, behoorde tot de Doopsgezinde „coUegiën", was later interkerkelijk en richtte zich na zijn bekering in zijn verzen geheel op de gemeenschap tus sen God en de ziel. Bij zijn eigenhandig gegraveerde prenten maakte hij schone stichtelijke dichtregelen, o.m. in „Spie- ghel van het Menselijk bedrijf" „De Bijkorf des gemoeds" en meer andere. Dit boek: „Het Leerzaam Huisraad" is een dergelijke bundel met 50 afbeel dingen, die een inzicht geven in het in terieur van de toenmaUge huizen en van de gebruiksvoorwerpen van onze voorouders uit de 17e eeuw. Bij iedere gravure is een vers gemaakt, een gees telijk lied, dat heenwijst van het aardse naar het hemelse, met toepasselijke Bijbelteksten op het behandelde voor werp. Het boek is in dezelfde vorm uitge geven als in 1711 toen het verscheen te Amsteldam, bij de Wed. P. Arentz en K. van der Sys, Boekverkoopers in de Drie Raapen. Dit is mogelijk door een fototechnisch drukprocedé. Omdat Jan Luiken een der beste dichters was uit de 17e eeuw en boven dien een vermaard tekenaar en graveur, zal dit mooie boekje zowel letterkundi gen, kunsthistorici als ook liefhebbers van „antiek" aanspreken. De prijs is 12,90. NED. HERV. KERK Beroepen te Monster G. van Estrik te Genemuiden; Giessendam, Wezep en Arnemuiden J. H. Vlijm te Krimpen aan de IJssel; Haaf ten L. Blok te Rid derkerk; Schoonhoven K. Schipper te Middelharnis; Oud Beijerland M. v. Rennes te Streefkerk; Emmeloord J. de Bruyn te Krimpen aan de Lek; Oud- dorp C. Treure te Hasselt. Aangenomen naar: Ede A. Noorde- graaf te Oldebroek; Woerden J. Bo gaard te Emst. Bedankt voor: Vlaardingen J. Bo gaard te Emst; Huizen C. Treure te Hasselt; Emmeloord A. v. Eyk te Berg- senhoek; Woerden C. A. Korevaar te Rotterdam; Brakel W. v. Hermekeler te Zwartebroek; Waddinxveen A. Noorde- graaf te Oldebroek; ScherpenZeel: Tot bijstand in het pas toraat is benoemd Ds. E. de Looze a.s. em. pred. te Hilversum. Ds. J. VerweUus te Schoonhoven heeft naar aanleiding van een verklaring van de synode betreffende de oorlog in Viet nam, welke als kanselboodschap was bedoeld, een protestschrijven aan de synode gericht, waarin hij laat uitko men het in het geheel niet eens te zijn met dit stuk en dan ook weigert om het de gemeente ter kennis te brengen. Hij meent dat een protest tegen de ver volgingen der christenen achter het ijzeren gordijn meer op zijn plaats zou zijn en vindt het schandelijk dat een professor in de ethiek zich niet ontziet om toekomstige predikanten in een sa menkomst in de Buiirkerk te Utrecht op te zetten tegen de regering. Willen wij als Hervormde kerk werkelijk onze opdracht naar de bedoeling van Chris tus vervullen, dan is het in deze tijd broodnodig dat we ons volk, jong en oud, oproepen tot een waarachtige te rugkeer tot God, aldus deze predikant. Dhr. W. Boer theol. student te 's- Gravenmoer schreef in „De Rotterdam mer": Tot mijn grote verbazing las ik een artikel, waarin een aantal theolo gen zich geschaard hebben achter Prof. Delfgaauw i.v.m. „de oorlogsmisdaden" van president Johnson. Mijn vraag is: is Ho Tsji Minh dan zo'n brave man of een tweede Hitler? Ik klaag bij dezen de zgn. christelijke theologen c.s. aan om dat zij zich druk maken om zaken die niet van belang zijn. Maar vooral om dat zij in vele gevallen en opzichten tegen God misdaden plegen omdat zij door hun laks en lui materialisme mil joenen mensen voor eeuwig naar de verdoemenis laten gaan, zonder ook maar één vinger uit te steken. Gemeten naar de maatstaven van de Bijbel, zijn zij misdadigers, vol duivelse wreedheid. En wie protesteert tegen déze gruwelij ke misdaden?" GEREF. KERKEN Beroepen te Rotterdam J. Moor te Saskatoon (Canada); Nijverdal J. v. d. Brink te IJmuiden; Castricum, Den Helder en Winterswijk P. den Hengst te Grijpskerke; Varsselveld en Leiden P. V. Dijk te Creil; Beverwijk A. Corporaal te Zeist; Blij a J. Bezemer kand. te Zwijndrecht. Aang. naar Rotterdam J. de Moor te Saskatoon; Alphen aan de Rijn F. de Jong te Maasland. Bedankt voor Waddinxveen C. Bru- ning te Nieuwlande; Heemse en Half weg F. de Jong te Maasland. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te Avereest en Ferwerd J. Kruithof kand. te Hattem; 's-Graven- hage A. Kooy te Emmen; Bunschoten P. v. Gurp te Oldehove. Bedankt voor Blij a C. Breen te Kat wijk aan Zee. 's-Gravenhage-W. Na bevestiging door Ds. F. v. Dijk te Neede, deed Ds. D. Los, gekomen van Gerkesklooster in trede alhier met Jeremia 6 16. Ds. R. Brands te Oegstgeest heeft zich los gemaakt uit dit kerkverband en toe lating verzocht tot de Geref. Kerken. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Gouda D. Biesma te Lisse en J. Geels te Haarlem. Beroepen te Naarden P. Sneep te Zaamslag; Veenendaal J. Brons te Nun- speet; Baarn en Noordeschut T. Rut- ters te Nijmegen; Apeldoorn B. v. Sme den te Amsterdam; 's-Gravenzande M. Baan te Zeist; Bedankt voor Zwolle M. de Boer te Amsterdam. Amersfoort: Wegens vertrek naar Hilversum, nam Ds, H. Eerland afscheid van deze gemeente met een prediking over Handelingen 20 32. Ds. L. Floor em. pred. te Nieuw Ven nep, werd getroffen door een hartin farct. Ds. C. Smits te Sliedrecht is voor enige tijd naar de Verenigde Staten vertrokken. Hij zal daar o.m. de ker ken van Grand Rapids en Clifton die nen in de prediking. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Amsterdam en Rotter dam J. V. Haaren te Amersfoort; Wol- phaartsdijk P. Blok te Dirksland. Bedankt voor Veen G. Schipaanboord te Apeldoorn; Klaaswaal en Nijkerk P. Blok te Dirksland; Rotterdam J. West- strate te Meliskerke. OUD GER. GEMEENTEN Bedankt voor Scheveningen J. Slager te Rijssen. 'JRONINGEN NATUURLIJK BU Mn>DELHARNIS Alles kalm en rustig zeggen In Gods vaderhanden leggen Alle onbegrepen dingen. Smarten en verwikkelingen Zien in 't licht van Gods gena Bij het kruis van Golgotha. Ja, dan blijft er veel te zuchten. Maar als wij naar 't kruis weer vluchten Smelt het leed, verstilt de smart Wordt het rustig in ons hart. Neen wij kimnen niet begrijpen Maar Gods geest wil ons doen rijpen Brengen tot aanbidding, lof Geeft ons rijke dankenstof Zodat wij toch kunnen zingen Tussen onbegrepen dingen. LANERTA. VERVOLGVERHAAL door HERMAN DE MUINCK 50 Zonder in bizonderheden af te dalen Verhaalde Lucie haar geschiedenis van la de dood van haar moeder tot op dat ogenblik. De toehoorster luisterde aan dachtig en viel de vertelster met geen enkel woord in de rede. Over Jan Fot- teraa had Lucie niet gerept. Alleen zei- de zij aan het slot van haar medede lingen: „En dan is er nog iets, "maar daarover praat ik liever niet. Het houdt verband met een student in Utrecht, die f'u ja, de indruk gaf, we kennen elkaar al jaren, mij tot vrouw te wUlen heb ben, als hij afgestudeerd was, maar die "^ij in de steek heeft gelaten, ik weet niet, waarom, want er was niets tussen ons voorgevallen". „U hebt al heel wat meegemaakt, al js u nog jong", zeide de directrice, met haar meevoelend. „U kunt er verzekerd Van zijn, dat ik van uw vertrouwen Seen misbruik zal maken. Ik vertel uw orvaring aan niemand. Waar het voor u en mij op aankomt is, dat u hier uw Haagse opleiding wilt voortzetten". „Heel graag. U hebt wel begrepen, dat ik mij redden kan, goed kan redden zelfs. Financieel heb ik geen zorgen. Maar niets doen is geen leven. Het werk in het Haagse Diaconessenhuis beviel mij heel goed. Ik was al heel gauw met mijn besluit klaar". „Naar Den Haag wilde u niet terug?" „Eén briefje aan de directrice daar, mevrouw Van Abeele, was voldoende geweest, mij terug te nemen, nu mijn vader overleden is. Maar ik wil niet naar Den Haag". „U wilt u hier, als ik het goed be grijp, zo'n weinig begraven". „Zo zoudt u het kunnen noemen, 'k Wil niet, dat iemand weet, waar ik ben". „Maar dat is niet vol te houden. Op de duur lekt dat uit. Ons landje is maar klein". „O ja. Laat ik dan zeggen: voorlopig wil ik niet, dat iemand weet, waar ik ben. Ik moet eerst tot mijzelf komen met mezelf in het reine raken. Maar ik voel heel goed, dat ik u in een moeilijk heid breng". Mij? Hoezo?" „Wel, ik heb u mijn verhaal verteld, 'k Heb niet het recht, van u te vergen, dat u mij gelooft. Ik kan u wel wat op de mouw hebben gespeld". „Dat geloof ik niet. U lijkt mij te eer lijk, om dat te doen. Neen, dat is het niet. Als ik alleen kon beslissen, dan zou ik het, geloof ik,i wel weten. Maar ik moet overleg plegen met een paar bestuursleden. En die nemen, ik ben er zeker van, u zonder al was het slechts een enkele inlichting niet. Het zou voor de hand liggen, het zou zo logisch mo gelijk zijn, dat ik de directrice van het Haagse ziekenhuis om informatie vroeg over uw persoon, over uw werk, uw ijver dan... neen, schrik niet (want Lu cie maakte inderdaad een schrikbewe- ging) dat wilt u zeker niet?" „Neen. Als u die voorwaarde zoudt stellen, trek ik mijn sollicitatie in. Voorlopig mag niemand weten, waar ik ben. 't Is moeilijk voor u, ik begrijp het. Maar aan de andere kant: zo moeilijk is het toch ook weer niet. Ik vraag niets van u. Ik wil ook geen salaris hebben. Als ik hier werk en u bemerkt, dat ik voor het werk niet deug, kunt u mij dat toch zeggen? Dan verdwijn ik automatisch". Zuster Offringa moest toch even har telijk lachen. „U kunt uw belangen goed bepleiten. Als u hier komt werken, ontvangt u natuurlijk het vastgestelde salaris. Voor mij persoonlijk is u geen probleem. Ik durf het wel met u aan en geloof ook stellig, dat u mij geen verhaaltje op de mouw hebt gespeld. Maar nog eens: 'k heb met een paar bestuursleden te ma ken. Is er dan niemand, wie ik om in lichtingen kan vragen. Ook niet een vertrouwd persoon in Zeestad of in hoe heet dat dorpje ook? eh. Schouwenburg niet? Een predikant bijvoorbeeld. Of..." „Neen, de predikant van Westgouwe Schouwenburg behoort daaronder is vertrokken. Neen, dat gaat niet. Ook om andere reden niet. Maar... hoe dom van mij, u kunt natuurlijk schrijven naar notaris Verwey in Zeestad! Die is van alles op de hoogte. Als u hem schrijft, dat deze zaak vertrouwelijk moet worden behandeld, dan gebeurt dat ook". „Ha, dan zijn we klaar. Notaris Ver wey?" Zuster Offringa maakte een aan tekening. „Weet u de voorletters?" „J. C." „Prachtig. Dat zal de oplossing zijn. Een kopje thee?" „Graag, zuster". Op het bellen verscheen een jonge verpleegster, misschien ook een leerlin ge, overwoog Lucie, die, na verkregen opdracht, al spoedig terugkwam met het theegerei. „Zo. En nu moet u mij eens wat van het ziekenhuis in Den Haag vertellen. Wat hebt u gedaan? Welke lessen hebt u gevolgd?" Lucie voldeed zo goed mogelijk aan het verzoek, ook antwoord gevend op interumperende vragen, die gesteld werden. Maar toen brak dan toch het moment aan, dat aan het onderhoud een einde komen moest. „Gaat u nu nog terug naar Leersum? Kan dat?" „Neen, zuster. Ik logeer in „Het wa pen van Lochem". Dat leek mij een goed adres". „O ja, prima. Maar u zult het wel saai hebben vanavond. Als meisje al leen in het hotel". „Och, daar kom ik ook wel door. Maar vroeg naar bed", glimlachte Lucie droevig. „Weet je wat? Ik ben vanavond vrij. Kom om acht uur naar Marktstraat 10. Heel goede vrienden van mij. Dan heb je een gezellige avond. Ik licht hen van te voren wel in. Van wat u mij verteld hebt, komen zij geen woord te weten. En overigens, ik zal bij die twee be stuursleden, die speciaal met het per soneel van het ziekenhuis te maken hebben, wel een goed woordje doen. Als het aan mij ligt, komt u hier werken, 'k Heb verklaren kan ik het niet, intm- tie misschien een onbegrensd ver trouwen in u". „Ik zal dat niet beschamen", zeide Lucie eenvoudig. Met een vol, toch dankbaar hart verliet zij het ziekenhuis; liep niet di rect naar het dorp terug, maar haalde diep adem in de bossen van de Lochem- se berg, die zij spoedig bereikt had. Het prille voorjaar zat in de lucht, al was er nog weinig groen, behalve dan de dennebomen. Langzaam wandelend, het was niet koud, integendeel, overwoog zij: 'k heb toch goed gehandeld, al was het ook vreemd. Zij geloofde mij. Neen, Van Abeele mag niet weten, waar ik ben. Dan komt mevrouw Langeveld het te weten enFrans. Maar mis schien is die al verloofd. En Jan zou die nu met Gabrielle? 'k Heb er toch niets van gemerkt. Och, wat doet het er ook toe... Alleen, ik begrijp het niet, ik begrijp het niet... Zij maakte een stevige wandeling, die een blos op haar bleek gezichtje tover de. Verdwalen was niet mogelijk, want zij hield de kerktoren van Lochem goed in de gaten; zij kon geen beter baken hebben. Terug in het dorp, 't was al een paar uur later, passeerde zij de oude kerk. Zij liep het openstaande hek door, het kerkpad op, naar de hoofdingang, die, naar zij vermoedde, wel gesloten zou zijn. Dat bleek niet het geval. Zij ging de ruimte binnen. Heel vooraan, in de buurt van de kansel, was een vrouw aan het werk, zeker de vrouw van de koster. Lucie zette zich in de laatste rij banken, vlakbij de uitgang, sloot de ogen en vouwde de handen Het was een dag of vijf, zes later, dat in pension „Boschzicht" te Leersum een brief voor mej. L. van Adrigem arri veerde. Tot verwondering van de eige nares. Want haar gaste had al die tijd nog geen brief ontvangen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1968 | | pagina 9