illAIIDEn - niEUWS
tów^
IGEN
Al de werken van
John Bunyan herdrukt (3)
reportages II
943
W^nhcndt'd
IBRHiS
DESIREE
SJomleinastate"
ïoopji
irijzei
Bij een grote,
vertrouwde bank;
Algemene
Bank Nederland
Nieuws
in
etalagl
Algemene Bank Nederland
lOPJESü
KEUVELAAR
is uw
Vrijdag 19 januari 1968
No. 3654
liddelharJ
pIPLOH/»
Htl
fpai
len van onzel
nog mee-l
[hoofdpijn poeders
[kiespijn poeders
IHOEST POEDERS iverAreif
IGRIEP POEDERS verrassend
39,7S|
49,751
59js|
79,7S|
Iws
f 550,00
BUREAUX
95,00
103,§0
59,00
seu.
1,00
4,95
1,50
22,50
25,0(1
17,50
40,95
45,9^
ir
ir tV
Deelegcivte verlovingsring
MIDDELHARNIS
Werkeloosheid
f
I De witte pomp steunt Ut
NEBOH NELISSE
i: Ook
voor
FOTOGEAFIE
J. ZANDSTRA i
SOMMELSDIJK
Wat te doen bij
rood, geel en groen?
Waar
spaargeld
veilig?
4»/o
- Spaarboekje
- Spaarrekening
4y4°/o
- Spaardeposito
472%
- Spaardeposito
5%
- Spaardeposito
572%
- Spaardeposito
6%
- Spaardeposito
U bent welkom bij de
UIT D€ KEKICeM
en
riE (M.B.Ai
rel. 137526
01895-2930
De kardinaal ter synode
Verdergaande verbroedering
Antipapisme?
le verhouding Rome - Reformatie
Itt een aangelegen zaak. Reeds meer
malen hebben we in deze kolom
aandacht aan die zaak besteed,
kr als je goed de kranten leest, dan
er iedere week wel stof zijn om
j/er te schrijven.
|o hoorde ik, juist voordat ik me
Ie aan mijn wekelijkse taak, dat Kar-
ial Alfrink deze week een bezoek
[brengen aan de Synode der Gere-
neerde Kerken, die momenteel in
I Blijde Werelt" te Lunteren verga-
Het bezoek, waarover me op dit
jiblik nog niet veel bekend is, wordt
botiveerd met de wederzijdse erken-
van de Heilige Doop. Dat begrijp
eerlijk gezegd, niet zo goed. Daar is
hele drukte over gemaakt, dat Ro
len de Reformatie eikaars Doop er-
nen. Is dat dan iets nieuws? Ik
ht dat het nooit anders was geweest?
ainste, van Reformatorische zijde,
[mijn weten is er, zelfs in de meest
Jitse kerkformatie in Nederland,
lit iemand overgedoopt, die over-
am uit de Roomse kerk. Dat wil dus
ken dat wij de Roomse doop altijd
|ben erkend. En omgekeerd? Nu ja,
hebben we een staaltje van ge-
bij de overgang van Prinses Irene.
ne heeft wel altijd beweerd dat het
iDoop, zoals die in de kerken der
lormatie werd bediend, erkende,
ar in negen van de tien gevallen
|d de betrokkene gedoopt met de
nule: „Voor zover gij niet gedoopt
doop ik u... enz." Maar- goed, Rome
Ift dan nu toegezegd dat het niet
^r gebeuren zal, het zal onze doop
^nnen. Laten we het hopen. Meer
ik er op dit moment niet over
gen, want daar gaat het vandaag
over.
[et ging hierover, dat kardinaal Al-
ik, het hoofd van de Rooms-Katho-
[e Kerk in Nederland, op bezoek
tt bij de Gereformeerde synode, de
Igste vergadering van de kerken der
leantie. Dat wil dus niet zeggen, een
mdelijkheidsbezoekje brengen, nee,
Lunteren zullen de ambten elkaar
loeten. De aartsbisschop van de
Kerk en de afgevaardigden naar
de Gereformeerde synode... Daar hebt
u_de uiterste consequentie van „het
"""ilen op dezelfde wortel des geloofs".
iwel het naar mijn (niet altijd zo
:heiden) mening zeker niet naar de
van Abraham Kuyper zou zijn, dat
'erbroedering al zover voortgeschre-
is... Maar dat daargelaten.
Is echt niet mijn bedoeling, hier-
de Gereformeerde Kerken eens „in
nnetje" te zetten. De verbroedering
de Hervormde Kerk evenzeer aan
gang, hoewel het daar nog altijd
meer plaatselijk beperkt blijft.
ni een enkel voorbeeld te noemen,
as in „Protestants Nederland" dat de
ktie van „Hervormd Zwolle" ge-
;erd heeft twee advertenties op te
en, waarin propaganda werd ge
kt voor „Protestants Nederland".
ien voor die weigering (letterlijk):
zijn in Zwolle meerdere vormen
samenwerking tussen protestanten
rooms katholieken, zodat het ons
niet juist lijkt, dit te doorkruisen". Vrij
[taald: De verbroedering is al in een
ate vergevorderd stadium, dat uw
„Protestants Nederland", waarin
:n een dergelijke verbroedering
'dt gewaarschuwd, als" gevaarlijke
.ur moet worden beschouwd. Dat is
r één voorbeeld. Er zouden nog vele
lere aan kunnen worden toegevoegd.
Zo schreef „Hervormd Nederland" ter
gelegenheid van de 31 oktober-herden-
king, dat de enige manier waarop de
Reformatie kon worden herdacht, was,
dat een predikant en een pastoor sa
men op één kansel stonden...
Om dan maar niet te spreken over de
vele gemengde huwelijken waarbij de
dominé en de pastoor ieder hun aan
deel leveren... En over de viering van
de Mis, waarvoor de kerkvoogdij van
Den Haag meende de St. Jacobskerk te
moeten afstaan...
Nee, het is echt. in de vaderlandse
kerk niet veel beter gesteld... Alleen,
van de gescheiden kerken zou je beter
verwachten! Maar daar blijkt het ver
val in feite net zo groot te zijn...
Schrijf ik dit nu uit anti-papistische
overwegingen? Dat denken de mensen
altijd, als je je tegen Rome keert, dat
je de roomsen haat. Welnee, je hoeft
de roomsen niet te haten, integendeel,
het zijn je naasten en die moet je lief
hebben als jezelf... Maar dit is geen
kwestie van naastenliefde, dit gaat om
de waarheid van het Evangelie. En ik
dacht, dat er, ondanks alle veranderin
gen in de Roomse kerk (waarover we
ons moeten verheugen) ten aanzien van
de kern van de zaak niets is veranderd.
En dat daarom de Heidelbergse Cate
chismus nog net zo aktueel is als in
1563, toen daar beleden werd dat de
aanroeping der heiligen een verlooche
ning is van de Enige Zaligmaker en dat
de Mis niets anders is dan een ver
vloekte afgoderij.
Rome doet voorkomen of het anders
geworden is. Maar als dat dan waar is,
dat er zo weinig verschil meer bestaat
tussenRome en de Reformatie, dan
vraag ik me toch af, waarom Rome zó
z'n best doet, bijvoorbeeld bij een ge
mengd huwelijk, de ene partij over te
halen naar de Moederkerk en waarom
nog steeds de belofte wordt geëist dat
eventuele kinderen Rooms zullen wor
den opgevoed.
Ik dacht dat de tijd voor verbroede
ring nog niet gekomen wasIk denk
trouwens dat die tijd nooit komt. Of
Rome moet veranderen, maar dan is
Rome Rome niet meer
WAARNEMER.
-RIJMEN VAN TIJMEN
Duizend lege handen,
Zijn er op Flakkee.
Dat valt voor die mensen.
Ook al weer niet mee.
Duizend nijvere handen.
Hebben zich gemeld.
Ja, men heeft de neuzen.
Weer maar eens geteld.
Waar is werk te vinden,
Voor vijfhonderd man?
't Blijkt wel dat de haven.
Ook niet alles kan.
Er moet door zeer velen,
Dus maar afgewacht.
Misschien dat men elders.
Onder kan gebracht.
Heel ons vruchtbaar eiland.
Roept om industrie.
Want dan is er stellig,
Werk voor die en die.
Speciaal de winter.
Is me nogal wat.
Hoe krijgt men dit alles,
Heden nog weer glad?
Dat zijn wel problemen.
Dat dient opgelost.
Lege handen immers.
Zijn een schadepost.
Armo '68.
Komt zoiets weer voor.
Hoe komt men die weken,
Hier en daar toch door?
Er zijn vele zorgen,
In een weeldetijd.
Vast werk wordt op heden,
Wel heel erg benijd.
fi^^h^...»^r^E RVOLGVERHAAL
door
HERMAN DE MUINCK
Iheb zo de idee, dat er een ander
pen zit. Maar dan denk ik weer: Lu-
I is toch niet een meisje om twee
rs in het vuur te hebben. Als het
de een niet lukt, gaat het wel met
{ander. Ik kón dat van Lucie niet
pven".
Zo is zij vast niet, Frans. Zet die
gedachte uit je hoofd. Hoe het dan
__precies in elkaar zit, weet ik ook
wist alleen maar dat deelde zij
zoon niet mede wat haar zus
ter h u- had meegedeeld. Lucie had be-
van een jongeman gehad, die in
cht voor arts studeerde (zij had on-
Idellijk begrepen, dat hij de zoon van
iné Fottema was) en zij waren sa-
de stad ingegaan. Voorzover zij
was dit slechts één keer gebeurd.
st hieruit nu een conclusie worden
■okken? Of betrof het slechts vriend-
ip tussen twee plaatsgenoten, die
endien-samen dezelfde school had-
bezocht? Vreemd was het wel.
Wij zijn nu gekomen aan een be
schouwing van het derde deel van „Al
de werken van John Bunyan" die bfl de
Uitgever^ W. M. den Hertog te Utrecht
worden herdrukt. In dit deel dat 568
bladzgden druks beslaat, komt aller
eerst de Christen en de Christenreize
naar de eeuwigheid voor; ieder boek
voorafgegaan door een apologie van de
schrijver in dichtvorm. In een vorig ar
tikel hebben wij reeds gezegd, dat Bun
yan de Christenreize in de gevangenis
schreef; zes jaar na zijn bevrijding werd
het voor het eerst uitgegeven. Hoewel
er vele oudere zeer goede geschriften
van Bunyan zijn verschenen, heeft dit
boek een geweldige opgang gemaakt,
eerst in Engeland en daarna over de
gehele wereld. Het is in vele talen over
gezet en het wordt nu nog in predika
ties dikwijls aangehaald.
Bunyan had zonderlinge gaven om
iets uit te beelden en voor te stellen;
hij doet het hier in de gelijkenis van
een droom, waarin hij de redenen
schetst van zijn vertrek uit de Stad des
Verderfs, zijn gevaarlijke ontmoetingen
onderweg en zijn behouden aankomst
in het gewenste land. De stof voor zijn
boek was zijn eigen ervaring op reis
naar de eeuwigheid; hij had in de Stad
des Verderfs gewoond hij had de
aankondiging van een naderende ver
woesting vernomen hij had de last
der zonden gevoeld en de verlichting
gesmaakt toen hij vergeving vond; hij
kende elke kromming, elke bijzonder
heid van de weg; hij kende alle geva
ren, maar ook alle verkwikkingen die
zich op de weg voordeden, en al had
hijzelf de doodsrivier nog niet door
waad, hij had menige vrome ziel zien
afsterven en als 't ware mede een blik
in de hemelse heerlijkheid geworpen.
Het boek tekent ook vele medereizigers,
die denken te zullen ingaan, maar die
voor de poort stranden. (Als losse bijla
ge zijn de tekeningen, die in de eerste
uitgave voorkomen, bijgevoegd.)
Het tweede deel, de Christenreize is
in 1684 verschenen. Het heeft niet zo'n
opgang gemaakt als het eerste. Is in de
Christenreize sprake van de ernstige
Christen-krijgsman; in de Christenreize
vindt men de stemmige Christina en
haar beminnelijke vriendin Barmhar
tigheid. Het slot van dit boek geeft
aanleiding dat er nog een derde deel
zou komen, maar dit is nooit versche
nen.
Verder volgt in deze uitgave: „De
Heilige Oorlog" de strijd van Schaddaï
tegen Diabolus, of de herwinning van
de hoofdstad der wereld of het Verlies
van de Stad Mensziel". Het is in alle
gorische zin een niet minder schone
schildering van het werk Gods in de
mens: nauwkeurig wordt ons beschre
ven hoe Diabolus zich meester maakt
van de stad Mensziel, waarna Imma-
nuël haar herwint. Beiden overmeeste
ren de stad niet tegen wil en dank,
maar richten hun pogingen daarop, dat
Mensziel zich zelf overgeeft. Duidelijk
komt er in uit dat de mens geen zielloos
werktuig is maar een wezen met een
wil begaafd.
Het tractaat „Genade verheerlijkt
aan de voornaamste der zondaren" be
vat Bunyan's eigen levensbeschrijving.
Hij deelt er in mee zijn bekering,
roeping tot het predikambt, zijn gevan
genschap, het verhoor voor de rechters
enz. Dit werk is eerst né zijn dood uit
gegeven.
„Komst en welkomst tot Jezus Chris
tus" is een verhandeling over Joh. 6
37. Dit mooie boekje is ook in Neder
land herhaalde malen herdrukt. Dan
volgt het aangrijpende werkje getiteld:
„De onvruchtbare vijgeboom", of het
vonnis en de terechtstqjUing van een
onvruchtbare belijder, naar aanleiding
van de gelijkenis uit Lucas 13 6 - 9.
„Het leven en sterven van Slechtmens"
een samenspraak tussen de heer Wijs
man en de heer Oplettend, is ook in dit
deel opgenomen. Hierin wordt het le
ven van een goddeloze getekend en
waartoe de mens al, niet komen kan,
soms onder de schijn van godsdienst.
Hebben wij het goed voor is dit deeltje
voorheen (zo'n 40 jaar geleden) in het
i U steimt toch ook de witte pomp?
Benzine- en oliehandel
Nieuwe Tonge
Nederlands verschenen onder de titel:
„Meester kwaad".
„Een gewetenszaak opgelost" handelt
over een kwestie die zich in Bunyan's
tijd voordeed, of het geoorloofd was,
dat vrome vrouwen afzonderlijk verga
derden in Godsdienstoefeningen en zich
verenigden in gebed. Dit is voor heden
niet zo'n actueel gedeelte, maar toch
zeer lezenswaard, om te weten wat er
anno 16.00 zoal in het kerkelijk leven
voorviel. „Een vermaning tot vrede en
eenheid is in dezelfde geest geschreven.
Tenslotte bevat dit derde deel een
verhandeling over 2 Timotheüs 4 6-8:
„Paulus' sterven en kroon". Een mooi
slothoofdstuk; er is in merkbaar, dat
Bunyan dicht bij de dood leefde. Hij
stierf alle dagen! Maar hij wist dat hij
de goede strijd streed en dat ook voor
hem eenmaal de kroon der overwin
ning was weggelegd.
Uit deze korte opsomming moge blij
ken, dat dit derde'deel een schat van
kostelijke Werken van Bunyan bevat.
Wie deze boeken eenmaal bezit, zal ze
niet gaarne willen missen, maar lezen
en herlezen! Zij mogen duur lijken
24,per deel, maar men heeft in ieder
deel ook bijna 600 bladzijden compacte
druk! Een aanbeveling hebben deze
werken niet nodig, zij bevelen zich zelf
aan en grote Godgeleerden hebben er
met lof over gesproken. Daarom: geef
eens wat geld uit, om deze kostelijke
boeken in bezit te krijgen. En laat ook
uw kinderen de Christen- en Christinne
-reis, de Heilige Oorlog enz. eens lezen.
Wij zijn allen op weg en reis naar de
eeuwigheid; hier zijn geestelijke lessen
te leren!
Wanneer het vierde deel is versche
nen hopen wij daar nader op terug te
komen.
Bij groen licht vlot doorrijden, maar
rekening houden met het „op geel
springen".
Bij geel licht extra besluitvaardig zijn
en een juiste keuze maken tussen door
rijden en stoppen.
Bij rood licht ATTENT BLIJVEN op
groen (deze tijd niet gebruiken voor al
lerlei karweitjes). Dus: gereed zijn om
te kunnen wegrijden.
Bij het op groen springen (niet eer
der) onmiddellijk reageren en zo moge
lijk vlot wegrijden. Als eerste in de file
rekening houden met eventuele „door-
geel-licht-rijder" op de kruisende weg.
Als bij het op groen springen de
kruising of het plein „verstopt" is, NIET
oprijden maar blijven staan voor het
groene licht en desnoods een volgende
beurt afwachten.
Direct beschikbaar op vertoon
ƒ2.000,- per maand; één maand
opzegging voor hogere bedragen
40/0
Direct beschikbaar 2.000,- per
maand; één maand opzegging
voor hogere bedragen
Drie maanden opzegging
Zes maanden opzegging
Eén jaar opzegging
Achttien maanden vast
Twee jaren vast
NED. HERV. KERK
Beroepen te Monster H. Talsma te 's-
Gravenhage; Huizen J. H. Vlijm te
Krimpen a. d. IJssel; Den Bommel en
Melissant, kand. J. Verboom te Culem-
burg.
Bedankt voor Heteren M. Ravenhorst
te Nis en Wierum.
Groningen: Na bevestiging door Ds.
C. M. Luteyn aldaar, verbond Ds. H. v.
d. Linden, gekomen van Amsterdam,
zich als ziekenhuispredikanï aan deze
gemeente met Mark. 1 41.
Stadskanaal: Na bevestiging door Ds.
T. Poot te Groningen met Matth. 4 13-
16, deed Ds. J. v. 't Ende, gekomen van
Onstwedde, intrede als ziekenhuispredi
kant met een prediking over Handl.
20 24.
Dussen: Wegens vertrek naar Oud-
Vossemeer, nam Ds. G. J. Voortman af
scheid van deze gemeente met Rom.
8 16.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Eindhoven en Kampen J.
Bosman te Vrouwenpolder; Vreeswijk
G. V. d.Ziel te Vriezenveen; Aalten en
Dordrecht J. v. d. Brink te IJmuiden;
Baflo, Elburg, De Lier, Marrum, Oost-
voome en Ulriim H. Koetsveld te Wa-
penveld.
Groningen G. Assies te IJmuiden; Ger-
kesklooster W. de Ruiter te Harkema.
Aang. naar Gouda J. G. Kunst te
Langley (Canada); Delft H. Bakker te
Emmeloord; Suameer G. Rikkers te
Genemtiiden; Giessen - Rijswijk R. El-
gersma, kand. te Grijpskerk.
Bedankt voor Nijverdal L. Loosman
te Scheveningen; Loppersum W. de Rui
ter te Harkema; Marken, Monnikendam
Toessens, Schiermonnikoog, Tweede
Exloermond, Vinkeveen, Vries en
Woudsend R. Elgersma, kand te Grijps
kerk.
Ds. A. Brouwerf. Op 49 jarige leeftijd
overleed te Huizen Ds. A. Brouwer van
Rotterdam. Hij werd in 1942 predikant
te Nes (Duitsland). In 1946 vertrok hij
naar Soestdijk, in 1949 naar Barneveld
en sinds 1955 stond hij te Rotterdam.
Ds. A. Konlngt. Op 72 jarige leeftijd
overleed Ds. A. Koning em. pred. te
Woerden. Hij aanvaardde in 1925 het
ambt te St. Laurens, vertrok in 1946
naar Barchem en stond van 1953-1962
te Oud Vossemeer.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te Grootegast F. v. Dijk te
Neede; Souburg T. v. Dijk te Neede.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Rotterdam-Z. A. Drechster
te 's Gravenhage en J. Westerink te
Haamstede.
Beroepen te Rotterdam-Z. J. Weste
rink te Haamstede.
De oudste predikant van deze kerken
Ds. A. Talsma, em. pred. te Zeist, mocht
95 jaar worden. Hij werd in 1915 pre
dikant te Aalten en stond vervolgens te
Zeist, Zaamslag en 's Gravenmoer. In
1948 werd hem eervol emeritaat ver
leend en vestigde hij zich metterwoon
in Zeist. Vermeldenswaard is, dat Ds.
Talsma, oorspronkelijk Rooms-Katho
liek was en op latere leeftijd is gaan
studeren.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Hoogvliet F. Harinck te
Benthuizen; Emmeloord - 's Gravenpol
der - Kalamazoo (U.S.A.) J. Westrate te
Meliskerke; Leerdam A. Verhoef te
Barneveld; Leiden A. Vergunst te Rot
terdam; IJsselmonde D. Hakkenberg te
Dordrecht; Wageningen C. Wisse te El-
speet; Nieuwdorp J. Karens te Nieu-
werkerk.
Bedankt voor Leerdam A. Verhoef te
Barneveld; Emmeloord, 's Gravenpolder
Kalamazoo, Wolfaartsdijk, Sioux Center
(U.S.A.) en Tricht J. C. Westrate te Me
liskerke; Zoetermeer G. v. d. Noort te
Capelle a. d. IJssel; Westkapelle J. Ka
rens te Nieuwerkerk; Tholen G. Schip-
aanboord te Apeldoorn; Giessendam en
Rijssen P. Blok te Dirksland; Woerden
en Opheusden A. Hoogerland te Wer
kendam.
VAN OVER DE GRENZEN
Dublin (Ierland) Dezer dagen over
leed te Dublin Thomas Harald Spur-
geon in de ouderdom van 76 jaar. Hij
was de kleinzoon van de bekende C. H.
Spurgeon, wel de prins der predikers
genoemd. Bijna heel zijn ambtelijke
loopbaan stond deze te Londen, waar
hij voor een ontzaggelijke menigte,
week in week uit het Evangelie ver
kondigde. Hij stierft in 1892 te Mentone
in Z. Frankrijk, waar hij voor herstel
vertoefde. Diens zoon was toen predi
kant in Nieuw Zeeland, vanwaar hij
naar Londen terug keerde om de plaats
van zijn vader in te nemen in welks
vakature hij beroepen was. De thans
overledene Spurgeon is bijna veertig
jaar directeur geweest van een Baptis
ten seminarium te Dublin.
Maar neen, twee ijzers in het vuur zou
Lucie niet houden, dat was uitgesloten.
„Zoudt u", aarzelde Frans, „niet eens
een balletje kunnen opwerpen? Die on
zekerheid is zo martelend.
„Dat kan ik me voorstellen, jongen.
Maar ik moet je teleurstellen. Ik doe
beslist niet wat je wilt. Ik bemoei me er
niet meer. Iets anders is, als Lucie me
in vertrouwen zou nemen. We hebben
wel eens van die vertrouwelijke ogen
blikken. Zo weet ik ook wel het een en
ander van haar familie. In dat geval
wil ik wel met haar praten. Misschien
kom ik dan te weten, wat er nu feite
lijk aan de hand is. Ik kan haar toch
niet zeggen: Lucie, Frans houdt zoveel
van jou, wil je zijn vrouw worden?"
Zijns ondanks lachte Frans Langeveld
„U hebt gelijk. Maar zo bedoelde ik het
niet. Maarnu ja, het is voor een
moeder ook niet gemakkelijk, om er
tussen te komen".
„Zo is het, Frans. En hoor eens, jon
gen, als het een teleurstelling voor je
wordt eenmaal moet dat toch blijken
die dan manmoedig dragen, hoor.
Dan weet je, dat Lucie niet voor je
bestemd is".
Uit het dagboek van Lucie van Adri-
gem: „De week is voorbij gevlogen.
Morgen ga ik weer naar Den Haag. De
vakantie heeft mij goed gedaan. Blijk
baar was ik toch wel wat vermoeid,
want ik voel me veel fitter. Alle men
sen, die ik ontmoet heb, en dat waren
er heel wat, waren hartelijk voor mij.
Ik zie er werkelijk tegenop, weer te
vertrekken. Er was zo'n zee van her
inneringen. Er werd nog zoveel over
mama gepraat. En mijnheer Van Stra
len sprak vol bewondering over papa.
Die moge dan om zijn gezondheid in het
buitenland vertoeven, hij leeft met de
zaak mee. Elke twee weken gaat er een
rapport naar hem, dat prompt beant
woord wordt. En zaakkundig, zegt Van
Stralen. Dat moet toch wel een bewijs
zijn, dat papa het goed maakt.
En nu weer aan het werk. Het zal
wel gaan. Met Gods hulp. Ik verlang
heus naar het ziekenhuis. Wat kun je
daar veel goeds doen. En dan wil ik
proberen, ook meer voor mijn familie te
wezen, 't Zal wel niet zo gemakkelijk
gaan en niet zo eenvoudig zijn. Vóór ik
naar hier ging ben ik er afspheid wezen
nemen. Maar het was er zo ellendig.
Heleen was thuis. Zij zag erg bleek,
maar volgens Hermien is zij goed ge
zond. Spreken deed zij bijna niet. En ik
had het verlammende gevoel, dat zij mij
vijandig gezind is. Maar wat heb ik
haar dan toch gedaan? Oom en tante
waren heel vriendelijk voor mij. Maar
de huiselijke vrede is er ver te zoeken,
'k Weet het van Hermien. Oom en tante
kunnen het Heleen maar niet vergeven
wat zij gedaan heeft. Dat mag toch ook
niet. Wat moet ik daar nu aan doen?
Bijna elke dag ben ik in de pastorie
geweest, soms lang, soms kort. 't Was
er zo gezellig! Er kwam eergister een
brief van Jan. Hij vertrekt een dezer
dagen naar Heidelberg. En dan had hij
nog groot nieuws, wat zijn moeder nu
niet prettig vond, al kon zij het wel
begrijpen. Hij heeft een studievriend,
wiens vader arts is, ergens in Friesland.
Die gaat zijn vader in de zomervakantie
assisteren. Zo'n beetje hand- en span
diensten verrichten, noemde hij het. En
die studievriend heeft het gedaan ge
kregen, dat Jan hetzelfde gaat doen bij
een andere huisarts, niet ver daar van
daan. Ze zullen dan natuurlijk ook nog
tijd voor studie hebben. Mevrouw Fot
tema, neen, die vond het niet leuk. Jan
komt dan maar een paar dagen thuis.
Dat vond dominé ook niet gezellig,
maar die beziet het geval van een an
dere kant: „Het is een leerzame tijd
voor hem, moeder. En je weet, dat hij
wil opschieten. Naar Heidelberg vind ik
ook prachtig. Dat hij ook met het kleine
gezelschap mee mag, is toch wel een
bewijs, dat zijn professor iets in hem
ziet". Dat was echte vadertrots.
En ik? Nu ja, ik ben deze zomer ook
niet hier. Tenminste als vader nog en
kele maanden wegblijft en dat heb ik
uit zijn laatste brief wel begrepen. Dus
dan zou ik Jan hier niet ontmoeten.
Maar ik had zo'n stille hoop, dat hij mij
weer eens zou opzoeken in Den Haag.
Daarvan komt nu wel niets. Maar kom
aan, dat komt dan later wel. Ik ken
hem zo langzamerhand wel. Hij haakt
er naar, spoedig met zijn eerste studie
klaar te zijn, die goeie jongen".
HOOFDSTUK XVII
Behoorlijk ratelend liep om zes uur
de wekker af. Lucie rekte zich eens uit,
bleef nog even liggen, maar zei toen tot
zichzelf: „Opschieten, meisje. Zó kom
je er niet".
Het was begin augustus. Geleidelijk
kwam de zon de kamer birmendringen,
die Lucie enkele weken alleen had,
want na het behalen van haar diploma
was Adri Vermeulen met vakantie ge
gaan.
Snel stond'zij op, maakte toilet en
was spoedig in de ontbijtzaal van de
zusters, waar de adjunct-directrice een
gedeelte uit de bijbel voorlas en in ge
bed voorging. En dan begon de dage
lijkse arbeid, die Lucie steeds meer
mocht.
Juist wilde zij de eetzaal verlaten,
toen de post werd neergelegd. Voor
haar was er een brief van haar vader,
die volgens het stempel, uit Parijs af
komstig bleek. Hé, was hij nu in Parijs?
Een dag of tien geleden had zij nog
naar Zuid-Frankrijk geschreven. Toen
waren hij en zijn vrienden uit Noord-
Afrika terug.
„Opschieten, zuster Lucie", zei een
hoofdverpleegster.
Lucie stak de brief haastig in een zak
van haar schort en verdween naar de
patiëntenafdeling.
Maar na een half uur vond zij toch
even de gelegenheid, de lange, lange
brief uit Parijs te lezen. De inhoud zou
altijd te vroeg gekomen zijnWant
het epistel luidde:
Liefste Lucie,
Zoals je ziet ben ik weer terug in
Parijs, op weg naar huis, al zal dat nog
een week of zes duren. Over Noord-
Af rika heb ik je geschreven. En ook
iets van Zuid-Frankrijk. Wat betreft
Parijs, ik hoop later er nog eens met
jou heen te gaan. Dat blijft toch altijd
èén fantastische stad, met een eigen
sfeer.
Je hebt al gezien, dat dit een lange
brief is geworden. Ik heb een verras
sing voor je, waaraan je even zult moe
ten wennen. Ik heb, toen ik voor de
eerste maal in Mentone was, kennis ge
maakt met madame de weduwe Du-
mourez. We hebben besloten, begin
september hier in Parijs in het huwelijk
te treden. De datum is nog niet vast
gesteld. Die hangt af van het tijdstip,
waarop de benodigde papieren hier
kunnen zijn.
CWordt vervolgd)