IIAnDEn - tllEUWS Qrunott 1 SIRAIFFEISENBANK I „nanval en verdediging" Hondemastate" Stoute kinderen.... IVOR O L BUIJSS rAL Zeeuwse wandelingen waoM* men véél meer doet dun sparen i spaarbank en alle bankzaken Diijes en Daijes ma Vrijdag 8 december 1967 No. 3644 ben, zei I Delf tse pee." drie, Bft machi- fst heeft ■tval met len) ie meest Ud. anjer* t De witte pomp steunt U! t X NEBOH NELISSE Roep om eten HET BEHOUD VAN UW TANDEN Onbetwist de beste tandpasta De Röiffeisenbank doet alle bankzaken, ook reisdövtezerï. Gemakkelijk voor u Uw Modehuis J> Gero; CASSETTE Reakties op de Open Brief Instemming en aflceiiring Verontrusting en gerustheid Tweemaal hebben we stilgestaan bij L Open Brief die 24 Hervormde pre- ttanten ter gelegenheid van Hervor- Lgsdag hebben gericht aan ambtsdra- Lrs en gemeenteleden. Vorige weelc be- Lfden we enkele reakties op deze brief jjder de loupe te zullen nemen. Iliheb sterk de indruk, dat de pijl die [15 24 hebben afgeschoten doel getroffen jijeft. Althans bij de gemeenteleden jjeft deze brief, voor zover wij dat kun- m beoordelen, weerklank gevonden. ,1c in midden-orthodoxe gemeenten ilijken vele mensen genoeg te hebben in het goedkope evangelie dat daar [[jelal wordt verkondigd. Maar dat de kerkelijke leidslieden iet deze brief in hun maag zitten is te brijpen en, naar ik meen, ook reeds juidelijk gebleken. Althans, de felle re- jkties van verschillende zijden spreken ntaal die er niet om liegt In „Hervormd Nederland" van 18 nov. werd de Open Brief besproken door 'js, A. van Es, die blijk geeft weinig te lebben begrepen van de motieven die achter deze brief schuil gaan. Hij ver- lijt de ondertekenaars, dat ze niet in •esprek zijn „met de situatie en met de «ereld waarin wij nu geroepen zijn het Evangelie te verkondigen". Dat wil dus [gen dat de 24 briefschrijvers niet t hun benen op de grond staan, of Jat ze hun tijd niet verstaan. Nu, dat !ced Paulus ook niet toen hij schreef: Ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, dat door mij verkondigd is, niet is naar de mens". Dus van deze kritiek behoeven de opstellers van de brief zich niets aan te trekken. Beneden alle peil was de reaktie van Ds. H. W. Hielkema in „Hervormd Gooi". Volgens hem moesten de schrij vers van de Open Brief zich diep scha men, wel het meest omdat ze een man als Dr. K. H. E. Gravemeijer „hebben laten tekenen". Het is uiteraard voor vele midden-orthodoxe predikanten een Kttere pil dat Dr. Gravemeijer, die in dertijd een van de centrale figuren was, teleurgesteld is over de gang van zaken en bezorgd is over de ontwikkeling van theologie en prediking. Maar dan doen alsof de anderen hem „hebben laten tekenen" is toch wel heel grof. Dr. Gra vemeijer is hoogbejaard (84), maar hij weet nog goed wat hij doet. Het was beter geweest eerlijk te erkennen dat men het niet eens is met de koerswijzi- van Dr. Gravemeijer dan hem on toerekeningsvatbaar te verklaren. Dat de leidinggevende personen in de kerk deze brief toch wel belangrijk heb ben gevonden, blijkt wel uit het feit dat er een synode-debat aan hebben ge ld, op woensdag 22 november. „Her vormd Nederland" van 2 dec. j.l. gaf een verslag van deze synodale discussie. Er waren deelnemers aan het debat, die blijkbaar alleen maar minachting voor Open Brief konden opbrengen. „Een misselijke brief"; „Van geen enkele waarde"; „Onhelder"; „Geschreven uit sentiment"; „Onbeschrijfelijk schanda- ziedaar een bloemlezing uit de meest negatieve reakties. Er waren er echter ook die vonden tot de verontrusting niet verdoezeld mocht worden. Uiteindelijk is de synode tot liet besluit gekomen, een brief te *en uitgaan naar de 24, waarin zake lijk op het „foutieve" van hun brief ivordt gewezen, en waarin ook duidelijk wordt gezegd hoe gemeentewerk en apostolaat in deze tijd bij elkaar beho ren. Een gesprek met de 24, waarop van verschillende zijde werd aangedrongen, ïchtte men niet vruchtbaar. Ik moet eerlijk zeggen dat ik erg be nieuwd ben naar het synodale ant woord. Ik ben vooral benieuwd naar itet foutieve" van de Open Brief... Die APARTE VERLOVINGSRINGEN, bezet met uitsluitend loupe-zuivere briljanten, met volledige zekerheid omtrent echtheid, loupe-zulverheid 4 AO en slijpsel, reeds v.a. 1UO»" WINKELCENTRUM BINNENWEG 45 TELEFOON 11.66.15 - HOTTERDAM fouten zullen overigens „met niet veel verwijten" worden aangewezen. Toen ik dat las, kwam het beeld voor mijn geest van een klas kinderen die hun proef werk, dat' ze hebben verknoeid, terug krijgen. Maar ze hoeven niet bang te zijn, ze krijgen echt niet veel standjes, als ze maar zoet zijn in het vervolg. Wat is er weinig veranderd in de kerk in honderd jaar tijds... Toen moest Dr. Hermann Friedrich Kohlbrügge op het matje komen bij de voorzitter van de synode en hoorde hij dat er voor hem geen plaats was in de kerk, want, zo zei Ds. H. H. Donker Curtius: „Rust moeten we hebben in de kerk, meneer Kohl brügge, rust". En thans, nu 24 verontruste predikan ten zich tot kerkeraads- en gemeente leden hebben gewend via een Open Brief, schrijven de gezaghebbende bla den: „We zijn verontrust over deze verontrusting". Maar het Woord Gods is juist ver ontrust over degenen die niet veront rust zijn. Want de profeet Amos zegt: „Wee de gorusten te Sion en de zekeren op de berg van Samaria..." En daarom hoop ik van harte dat de 24 geslaagd zijn in hun poging de slapers in de kerk wakker te schudden, opdat de Heere als Hij komt, Zijn kerk wakende zal vin den WAARNEMER. 4 steunt toch ook de witte pomp? 4 4 Benzine- en oliehandel 4 Nieuwe Xonge In het afgelopen jaar heeft de honger op de eilanden van de Indonesische ar chipel weer duizenden slachtoffers ge- eist. Ook op Ambon, Ceram en de ove rige Zuidmolukse eilanden alsmede op het totaal verpauperde West-Irian is de nood bijzonder groot. Tenzij tijdig juiste hulp wordt geboden, dreigen daar tallo ze mensen vooral kinderen te sterven aan honger en ondervoeding. Gelukkig zijn er betrouwbare kana len om genoemde gebieden althans een handreiking te doen in datgene w^at er het hardst nodig is. Daartoe wordt een dringend beroep gedaan op de vrijge vigheid van de Nederlandse bevolking. Inderdaad, er gaat geen dag voorbij of men wordt wel geconfronteerd met een verzoek om financiële steun. Dit maal gaat het echter om een toch wel uitzonderlijk doel, namelijk de urgente nood onder volkeren die steeds een zeer bijzondere band met Nederland hebben gehad en die nu in vele opzich ten geslachtofferd worden op het al taar van de internationale politiek. Doelgerichte hulp bedrijft U door mee te werken aan de Kerstactie van de stichting „Door de Eeuwen Trouw." Stort uw bijdrage op postrekening 1.130.000 ten name van de Stichting „Door de Eeuwen Trouw", Eindhoven, of bij de Amrobank, Eindhoven. Uit mijn jeugd herinner ik me nog, dat we zo af en toe een robbertje voch ten met de leerlingen van de openbare school. De aanleiding was meestal een vechtpartij tussen twee jongens van de verschillende scholen. De omstanders kozen partij voor eigen school. Zo werd het een complete veldslag, met stokken werd er flink op geranseld. Tot de hoofden der beide scholen eens met elkaar gingen praten en de vrede her stelden. Dorp tegen dorp Vroeger hadden er ook dikwijls ge vechten plaats tussen de jeugd van genabuurde dorpen. Er was weinig con tact met elkaar, ieder dorp vormde een enigszins geïsoleerde gemeenschap. Ja loezie speelde ook een grote rol. Nog rond de eeuwwisseling kon het hier op Walcheren soms gevaarlijk zijn, wan neer een jongen verkering had met een meisje uit een ander dorp. Wat had hij- daar te maken? Laat 'n op zijn eigen dorp een meisje zoeken! Als hij 's avonds laat te voet van de zater dagse vrijage naar huis ging, kon het voorkomen dat hij werd opgewacht door een paar dorpsgenoten van het meisje. Een flink pak ransel zou hem wel schrik en afkeer aanjagen. Was de vreemde vrijer iemand met flinke vuis ten en die ook wist te gebruiken, dan was er geen succes bij de bangmakerij en liet men hem met rust. Reeds 350 jaar geleden (1617) hadden zulke vechtpartijen tussen verschillende dorpen plaats. In dat jaar, las ik ergens, bepaalden schout en schepenen van Scherpenisse op Tholen dat geen kinderen troeps- gewijze mochten uitrukken om tegen kindertaenden uit andere plaatsen te vechten met knuppels en stokken. Vijf schellingen (f 1,50) was de boete die de overtreders moesten betalen. „Ende die kinderen onderjarich (min derjarig) zijnde, zal men 't verhalen aen haar ouders." Dat was gemakkelij ker gezegd dan gedaan: de betrapte kinderen gaven soms valse namen op. Maar daar vond de politie ook wat op. Ze namen de kinderen hun „bonnet" (muts, pet) en „oversteclet' af, een bewijs dat ze op heterdaad betrapt waren. Tegen betaling van de boete konden de ouders die kleren terug ko men halen. Thuis zullen de kinderen ook nog wel hun portie gehad hebben! Behalve met stokken en knuppels vochten de kinderen ook wel met bus sen en bogen. In bovengenoemde keur van Scherpenisse werd het schieten met deze wapens verboden. Het was te ge vaarlijk, er vielen gewonden, soms zelfs doden. Een sleutelbus was een stuk hout waarop men een grote holle sleu tel had vastgemaakt. Bij de ring was een gat geboord dat met kruit gevuld werd. Verder zat de sleutel vol steen tjes. Als het kruit werd aangestoken vlogen de steentjes er met grote kracht uit. Een kanon in het klein! De bogen die men gebruikte waren veerkrachtig ■en voorzien van een stukje pees. Zulke stevig gepiinte pijlen werden er mee afgeschoten, dat de ruiten en de leien daken veel te lijden hadden. De baldadigheid van de- tegenwoordi ge jeugd wordt nogal eens toegeschre ven aan bioscoop en televisie. Maar die waren er drie eeuwen geleden nog niet en toen waren het ook lang niet alle maal brave jongens! De pet af Dat is een verhaal van ruim 100 jaar geleden, dat zich afspeelde op Oost- kapelle. Om dit té begrijpen eerst het volgende. In die tijd hielden de boeren- mensen in huis hun hoed of pet op. Alleen bij het bidden en bijbellezen werd het hoofd ontbloot. In de kerk was het ook zo, bij het zingen, bidden en bijbellezen werd het hoofddeksel af gezet. Nog in het eerste kwart van de ze eeuw gebeurde dit, tenminste in som mige kerken. Ik heb het dikwijls ge zien. Het gold destijds voor ongezond om blootshoofds te zitten, er konden allerlei ziekten uit voortkomen! De kinderen namen deze gewoonte van hun vaders over en in de school te Oostkapelle hielden ze hun hoedjes en petjes op tijdens de lessen. In 1850 wUde de schoolopziener hieraan een eind maken. Hij gaf last aan de onder wijzers dat de jongens hun hoed of pet aan de kapstokken in de gang moesten hangen en het onderwijs in 't blote hoofd volgen. Meester van Gel der ondervond veel tegenwerking van deze maatregel. Niet zozeer van de leer lingen, nog meer van de ouders. Waar was deze nieuwigheid nu weer goed voor? Er waren ouders die hun kinderen INHOIUND snuiffliniis va^i school namen. Liever geen onder wijs dan de kinderen dwingen bloots hoofds in de klas te zitten (er was toen nog geen dwingende leerplichtwet). Natuurlijk bemoeide de burgemeester Mr. de Jonge van EUemeet zich met deze zaak. Op een gemeenteraadsver gadering werd de kwestie besproken. De meeste raadsleden waren boeren en in hun hart konden ze de rebellerende ouders geen ongelijk geven. Tenslotte besprak de burgemeester de zaak nog eens met de schoolopziener en door zijn grote invloed werd de af faire bijgelegd. De ouders gaven toe en de kapstokken in de smalle schoolgang hingen vol jongenspetjes. Met hun ta melijk lang haar (polka-kopjes) luis terden ze naar de lessen van meester Van Gelder. Een halve eeuw later had iedere jongen kort geknipt haar. Te genwoordig dragen de meesten geen hoofddeksel meer zelfs niet in een barre winter. Meester Hoogerheyden Hij begon oud te worden en de ouder dom kwam ook bij hem met gebreken. 34 jaar lang had hij de rumoerige school jeugd van Amemuiden lezen, schrij ven en rekenen geleerd. Nu ging het niet langer meer. Dat was in 1841. Op zijn oude dag was het een wanordelijke bende in zijn klas geworden, van leren kwam er niet veel terecht. Hij werd bijgestaan door een onder meester, zijn eigen zoon. Deze scheen niet voor 100 "/o normaal te zijn. Dat maakte het handhaven van de orde er niet beter op. Werd het al te erg, dan riep hij zijn vrouw, de oude matresse, te hulp. Veel verbetering leverde dat niet op. Soms was het zo'n spektakel in de school, dat de voorbijgangers er zich mee bemoeiden. Het werd meer dan tijd dat hij weg ging. Aan het gemeentebestuur vroeg hij tegen 1 januari 1842 ontslag. Het werd hem verleend met toekenning van een pensioen van f 350,per jaar. Zijn opvolger werd Pieter Kwekke- boom, geboren te Brigdamme. Met krachtige hand heeft hij orde en tucht in de school hersteld. Middelburg. L. van Wallenburg. RIJMEN VAN TIJMEN Het wil met de piepers. Niet zo bijster goed. Bij veel boeren zakt dus Helemaal de moed. Ja, ze zijn op heden, Aan de lage kant. 'n Enorme voorraad. Is er in ons land. De export is nihil En dat is verkeerd. Piepers moeten altijd. Vlug geëxporteerd.' Dat schijnt niet te kunnen Dus de zaak ligt stop Voor verbouwers alzo Wel een reuze strop. Onze hoofdstad heeft nu Ook zijn bulderbaan. Nu moet je er vlakbij. Dan maar wonen gaan! 'n Enorme drukte Geeft dat elke dag. Zodat men van (hinder) Hier wel spreken mag! Het is kouwe drukte. Van de ergste soort; Weinig bewoners. Gaan er mee akkoord, 't Regent al protesten. Of het helpen zal? Er zijn hier problemen. Stellig zonder tal. Vele zoetigheden, Eindelijk voorbij! Alles op te krijgen, mensen wat karwei! O, ze moet wat slikken. Onze arme maag. Is 't een wonder dat ze. Reageert zeer traag? Ja, een tijd van weelde. Toont heel duidelijk aan. Dat men soms een massa Dingen In kan slaan. Beurzen aldoor leger Magen overhoop. En bij menig tandarts. Heden stormloop. NATUURLIJK BIJ MIDDELHARNIS TIJMEN Dubbelnummer van „Onderling Kontakt" Midden december D.V. zal een dub belnummer verschijnen van „Onderling Kontakt", het jongeren studieblad van het Land. Verband van Staatk. Geref. Studieverenigingen (LVSGS). Het num.- mer bevat een aantal artikelen en boek besprekingen, die inhaken op aktuele ontwikkelingen en die gegroepeerd kun nen worden om het thema „Aanval en verdediging." Het nummer opent met een bijdrage van Mr. L. J. M. Hage te Gouda over „Modern Levensbesef'. De schrijver gaat in een helder betoog na hoe het mogelijk is geworden, dat ontkerstenen de krachten in Europa en Nederland vrijwel het gehele levensterrein beïn vloeden. Een figuur als Sartre, een zeer invloedrijk hedendaagse denker, wordt in dit verband belicht. In het tweede artikel is een inter view verwerkt, dat we welwillend aan ons blad werd toegestaan door het mi nisterie van defensie i.v.m. de toene mende Russische bewapeningsaktivi- teit. Aan dit vraaggesprek over „Com munistische dreiging en de betekenis van de N.A.V.O." verleenden hun me dewerking kolonel J. J. Bijl, chef van de staf van het Comité Verenigde Chefs van Staven, majoor J. Voskuil, mede werker van deze staf en de heer Sj. de Jong, plaatsvervangend voorlich tingsadviseur. In het derde artikel „Boeken over Vietnam" gaat M. Golverdingen te Amersfoort in op de kwaliteit van de voorlichting, die in Nederland over de oorlog in Vietnam wordt gegeven. De ze voorlichting is nog al eenzijdig. In het artikel worden verder twee pas verschenen boeken over Vietnam be sproken. Veel aandacht krijgt het zeer bijzon der boek van Swetlana Alliloejewa, de dochter van Stalin, die dit voorjaar naar Amerika vluchtte. Deze herinneringen, die verschenen onder de titel „Twintig brieven aan een vriend' bevatten naar de mening van Mr. Hage, die het boek bespreekt, iets wonderlijks verheugends. De schrijfster, opgevoed van jongs af in de sfeer van atheïsme en materialisme, koos de zij de „van diegenen, voor wie het on denkbaar is zonder God te leven." Naast deze artikelen bevat het num mer de vaste rubrieken. We noemen o.a. de politieke „Kroniek" van Ds. H. G. Abma te Gouda, die in een pak kende puntige stijl schrijft over de be handeling van de begroting in de Twee de Kamer. Het nummer telt 56 blz. en is geïllus treerd met vele foto's en pentekenin gen. U kunt dit dubbelnummer reser veren door het storten van f 1,50 op giro 52.63.17 t.n.v. Administrateur „On derling Kontakt", Rijswijk (Z.H.). Wilt U op de stortingskaart het woord „dub belnummer" schrijven, daar het bedrag anders als gift kan worden opgevat. Zij die zich opgeven als abonnee op „Onderling Kontakt" ontvangen dit ver zorgde dubbelnummer geheel gratis. U kunt zich abonneren door het storten van f 4,50 het abonnementsgeld voor 1968 op de genoemde girorekening en op uw stortingskaart te vermelden: „Nieuwe abonnee, wenst gratis dub belnummer". M. Golverdingen, red. sekr. VERVOLGVERHAAL door HERMAN DE MUINCK »Zou je vader het goed vinden, Lu cie?" ;.Ik denk het niet, tante. Maar als Mj terug is, ga ik immers naar Zee 'and en dan is het afgelopen. Dat is ook afspraak met de directrice." iiJe oom zou het kunnen verbieden. ^6 bent nog minderjarig." »Niets, hoor", merkte Jochem van '^drigem beslist op. „In de eerste plaats „ik het niet verbieden, want het lijkt ^i niet zo gek en in de tweede plaats ■'eb ik het recht van verbieden niet, *ant ik ben Lucie's voogd niet." Lucie trok zich van het gepraat niets 'an. Zij wendde zich tot Hermien. Nu hebben we morgenmiddag bood- ?Mappen. Ik moet een paar katoenen Wrken en wat schorten hebben. Het 5ares van die zaak heb ik gekregen." "En verdien je dan ook nog?" vroeg If^^^s, die vol belangstelling had zitten 'Wsteren en -het maar half en half «eed Vond, dat Lucie alleen zo nu en, "^n thuis zou komen, want zij bleef 's nachts ook in }iet ziekenhuis. „Ja, Loesje. 't Is wel geen kapitaal, maar toch iets." „Ik zou het ook wel willen, maar dan kan ik niet naar het Conservatorium." „Och jij met je Conservatorium!" smaalde Heleen. „JijJiJ bent „StU, Loes," vermaande haar va der. „Geen ruzie alsjeblieft. En laat Lucie haar gang maar gaan. Zij weet wel, wat zij doet. En als jullie nu eer lijk mijn mening wilt weten, ik vind het geweldig van haar." Heleen lachte smadelijk. Maar Lucie was haar oom dankbaar voor die uit spraak. HOOFDSTUK XII. „Zou houdt het geen week vol,' had Heleen tot haar moeder gezegd. Heleen, die alles wist en op ieder aanmerking had, behalve op zichzelf. Maar Lucie hield het wel vol in het ziekenhuis. Ze was er nu al ruim een maand en had van alles meegemaakt. Zij maakte zich, onopzettelijk, geliefd bij de andere leerlingverpleegsters en bij die ver pleegsters, met wie zij dagelijks in aan raking kwam. Zij had een prettige ka mergenote aan Adri Vermeulen, doch ter van een schoolhoofd in Voorscho ten, die op het punt stond, haar diplo ma te halen. Eerste Kerstdag was in het ziekenhuis prettig verlopen. Met zulke feestdagen werd, evenals trouwens des zondags, al leen de nodzakelijke dienst verricht, maar daarvoor kwam toen in de plaats de kerstfeestviering met de patiënten, zang en muziek en een korte preek van de ziekenhuispredikant in de grote hal, waarheen de patiënten, behalve de zware zieken, met bed en al heengere- den werden. De tweede Kerstdag had zij vrij, wel ke dag zij gedeeltelijk doorbracht bij oom en tante en bij de Langevelds, waar zij zowat kind in huis geworden was. Zij voelde zich prettig gestemd, nu zij zich nuttig wist te maken. Aan haar vader, die aan de Franse Rivièra vertoefde, had zij geschreven, hoe de de zaken in Den Haag stonden. Er was een aardige brief teruggekomen, alleen met een min of meer bittere op merking, namelijk, dat hiJ haar be sluit, om in het ziekenhuis te gaan werken, zeer beslist afkeurde. Zij be hoefde niet te werken en zou bij oom Jochem een gezellig tehuis hebben ge had. En dan werken in een ziekenhuis! Ze leek wel stapelgek. Bijna het zwaar ste werk, voor een meisje, dat er be stond. En altijd ellende om je heen. Toen Lucie dat las, had zij even ge glimlacht. Zeker er was ellende; er werd geleden in een ziekenhuis maar er werd ook gelachen. Enfin, ze moest het zelf maar weten. Hij zou het haar niet verbieden. Zij zou het toch niet lang volhouden. Bovendien: ze moest be denken, dat zij onmiddellijk naar huis moest komen, als hij uit het buiten land terugkeerde. Met zijn gezondheids toestand ging het goed vooruit. Hij had uit de verte nog bemoeienis met de zaak, want Van Stralen, dat was de afspraak, zond hem regelmatig rappor ten, die hij dan weer beantwoordde. Zij zou bij oom en tante een gezellig tehuis hebben! Papa moest toch beslist niet weten, hoe het er gesteld was, an ders zou hij zo toch niet kunnen schrij ven. Zelf schreef ze er niet over,, had zich voorgenomen, er in het geheel niet over te reppen. Gezellig tehuis! 't Was een huis van verdeeldheid. Ze zou er eenvoudig niet in kunnen leven, dag in dag uit. Tweede kerstdag was zij 's morgens naar de kerk gegaan en vandaar naar oom en tante, waar zij ongeveer om twaalf uur was aangekomen, maar de deur nog op slot vond. Dat was geen bezwaar, want zij had de sleutel. Op de tafel stond nog de rest van het ontbijt voor één persoon. Later bleek dat Loes geweest te zijn, die, na het ontbijt, naar haar vriendin verdwenen was. In de haard was nog wat vuur, dat Lucie op rakelde want 't was verre van warm in de kamer. Zij meende, dat het huis uit gestorven was, maar dat kon toch niet, 'Want er was afgesproken, dat zij komen zou. Maar toen hoorde zij boven een deur dichtslaan en iemand kwam de trap af. Tante Suze, nog in peignoir, kwam binnen. „Zo, Lucie, was je er al! Nou ja, 't is ook tamelijk laat. Maar we zijn zo beestachtig laat naar bed gegaan, 't was vanmorgen vier uur, dat alles nog in bed ligt, behalve oom, die toilet maakt. Loes o ja, ik zie het al zou alleen ontbijten en dan de deur uit gaan. Dat zal wel in orde zijn. Heleen en Hermien zullen voorlopig wel niet komen opdagen. Tante Suze ratelde maar door. Het kwam Lucie voor, dat zij met de figuur wat verlegen was. „Hermien heeft bij haar vriendin gefeest en Heleen, ik weet het niet, maar die zal wel met haar galant op stap geweest zijn, ver giste Lucie zich; werd dit laatste niet met een zekere trots gezegd: ja, je moet maar een jonkheer tot vriend hebben! Oom en ik waren ook uit. Vanavond komen die vrienden hier. Dat is zo de gewoonte. Dat wordt natuurlijk weer een latertje. Oef, ik ben altijd bly, als zulke dagen voorbij zijn. Je hebt na tuurlijk al ontbeten? Och ja, vanzelf. In een ziekenhuis is uitslapen er niet bij." „Ik ben in de kerk geweest, tante, 't Was gister in het ziekenhuis zo druk met de kerstfeestviering, dat er van kerkgaan niets is gekomen. Ik had trouwens dienst." „Kind, ik begrijp je niet. Je kon een leven als een prinses hebben en dan ga je moedwillig werken en dan zó, dat je met de kerstdagen niet eens vrij hebt. Enfin, je moet het zelf weten. Het ver baast me nog, dat je vader er geen stokje voor gestoken heeft." „Ik heb beide kerstdagen geen dienst tante," zei Lucie, niet ingaand op de laatste opmerking. „Vandaag ben ik vrij." „O zo, dat zal maar dienen. Je blijft hier zeker eten?" En op het knikken van Lucie: „Ik zal het Idaar gaan ma ken, maar je moet even geduld hebben. Eerst toilet gaan maken." Lucie snakte naar een kop koffie, maar tante ^Suze was weer al naar de slaapkamer verdwenen. Even later kwam oom Jochem in de kamer. „Morge, Lucie. Tante vertelde me, dat je hier was. Al lang?" ..Neen, oom. Een half uurtje zowat. Ik kwam uit de kerk." „Juist. Nog geen koffie gehad? Had je tante wel eens even mogen zetten. 't Heeft nu geen zin meer. Want straks lunchen we. 'k Heb de meisjes gewekt. 't Is te hopen dat ze niet te lang op zich laten wachten. Je blijft hier het verdere van de dag?" „Neen, oom. Daar weet tante van. Ik ga vanmiddag naar de Langevelds." „Maar heb je vandaag dan wel warm eten? Of dineert men daar ook om een uur of zes?" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5