EiiAnoEn niEuws reportages il Boeken voor vogelliefhebbers mUnAan^Ci'ö Hondemastate" Vosse-soppen eten DESIREE KOLFF Er ligt een natte en sombere herfst achter ons Uniform iarief Zeeuwse wandelingen KEUVELAAR jfi btad Vrijdag 1 december 1967 No. 3642 Ie kleuren. TOeringen. 15 in half- (ENEN! fnd. maf ;,- en Seven Dr dwars- comfor- ieven ingen. 70) 35 31 Een fruitmand nodig? )l Ook voor o FOTOGRAFIE J. ZANDSTRA SOMMEIJSDUK De elegante verlomigsr/ng MIDDELHARNIS KOLFF Middelharnis er Het moderne apostolaat De midden - orthodoxie De rechte prediking Opnieuw vraagt de Open Brief, die 24 predikanten van de Nederlandse jlervormde Kerk aan ambtsdragers en gemeenteleden hebben gericht, onze aandacht. Vorige week zagen we, hoe de vinger gelegd werd bij het feit dat jn de na-oorlogse jaren het apostolaat naar voren geschoven is op een wijze ijie bedenkelijk is voor een goed func tioneren van het pastoraat. Het tweede bezwaar van de ondertekenaars is ge richt tegen de praktijk van het aposto laat, dat naar hun mening (en ik dacht terecht) niet op schriftuurlijke wijze wordt beoefend. De grens tussen kerk en wereld is in moderne apostolaatskringen uitgewist, de verhouding tussen kerk en wereld is scheefgetrokken. Het beste bewijs daar voor is het feit dat het werk van de Engelse bisschop John Robinson „Eer- lijlc voor God" juist in die kringen zo'n opgang heeft gemaakt. De mensen van liet moderne apostolaat hebben een op timistische kijk op de huidige, volstrekt gesaeculariseerde wereld, maar deze vi sie verschilt radicaal van de bijbelse vi sie op mens, wereld en geschiedenis. Het Evangelie met z'n boodschap van zonde en genade, dat niet naar de mens is, wordt toch voor de moderne mens pasklaar gemaakt en „ingevoegd in de moderne existentie". Het gevolg is uiter aard dat er „geen wervende en winnen de kracht uitgaat op de zielen der men sen om ze te behouden van het nabije verderf". Tengevolge vdn deze ontwikkeling is er in de kerk een spanning ontstaan tussen „de officiële, kerkelijke theologie en het geloof der gemeente. Niet alleen dat de kerkelijke leiders en woordvoer ders de geloofstaal van de levende ge- rrieente niet meer kunnen verstaan, en daardoor bastaarden geworden zijn van hun eigen traditie; maar wat nog erger is, in superieure hooghartigheid, die nergens op berust dan op wereldse wijs heid, brandmerken zij het geloof der gemeente als fundamentalistisch, pië tistisch, achterlijk, romantisch, niet mo dern." Me dunkt, dat hier zaken aan de orde gesftld worden, die ter harte genomen mogen worden. Wie enigszins thuis is op het kerkelijk erf zal moeten toege ven, dat dit schilderij met z'n donkere kleuren toch een waarheidsgetrouw beeld geeft van de kerk. Als vanzelf komt de vraag op: „Hoe is dit nu toch gekomen?" De opstellers van deze Open Brief hebben op deze vraag gerekend en ook getracht er een antwoord op te geven. Hoewel niemand inzake de schuld vraag vrijuit gaat, wijzen de briefschrij vers toch als hoofdschuldige aan: de midden-orthodoxe theologie, die na de oorlog heel het kerkelijk leven beheerst. Zó staat het letterlijk in de Open Brief: „De Middenorthodoxie leeft uit een the- ;ie, waarin de liefde Gods,? ons ge openbaard in het Evangelie, geworden is tot eeïi goddelijk principe, een bo ventijdelijke, algemene waarheid, een heilige vanzelfsprekendheid, die wel in Jezus Christus onthuld is, maar noch tans van alle eeuwdgheid af voor allen en iedereen geldt, en daarom nu ook door alle mensen geloofd moet worden". En aangezien de genade zo goedkoop geworden is, maakt deze prediking ook „geen ernst meer met de zonde, het on geloof, het oordeel, de verwerping en de eeuwige verlorenheid". En daardoor heeft deze prediking ook weinig of geen effect De Midden-orthodoxie schijnt dit manco zelf wel aan te voelen, want ze tracht het op alle mogelijke manieren te compenseren. In het licht van het bovenstaande ko men de opstellers van de Open Brief tot te conclusie dat de vraag naar de rech- e prediking nog altijd beslissend is 'oor het bestaan en het voortbestaan 'an de kerk. Het gebrek aan deze rech- e prediking heeft in de vorige eeuw, naar ook in onze eeuw velen van de terk vervreemd of hen een onderdak 'oen zoeken in andere kerken. „Hier ligt een oude en diepe schuld als een ban op de Hervormde Kerk". De Open Brief spreekt dan verder over de rechte prediking, die moet zijn „een betoning van Geest en kracht". „Niet alleen Evangelie, maar ook Wet; niet alleen liefde, maar ook toorn; niet alleen redding, maar ook verlorenheid; niet alleen vergeving, maar ook gericht; niet alleen verkiezing, maar ook ver werping; niet alleen hemel, maar ook hel; niet alleen het Koninkrijk, maar ook de eeuwige dood". En daardoor „staat de rechte predi king ook geheel averechts op het le vensgevoel van de moderne mens". Maar juist deze prediking is in staat de leugens te ontmaskeren. En alleen op deze rechte prediking heeft God Zijn zegen en de Heilige Geest beloofd. Dat was in het kort weergegeven de inhoud van de Open Brief. Er staat veel meer in dat de moeite van het doorgeven waard zou zijn, maar dat laat de tijd en de ruimte niet toe. Ik heb met opzet zoveel mogelijk schrij- vei;s zelf aan het Woord gelaten, dan komt de Brief het best tot zijn recht. Ik heb er weinig aan toe te voegen, het was me uit het hart gegrepen. Het heeft me diep bedroefd dat een dergelijke aanklacht tegen de doorsnee-prediking in de vaderlandse kerk nodig was, maar het heeft me ook verheugd, dat er nog ambtsdragers zijn, die de geloofsmoed kunnen opbrengen, in het openbaar te protesteren tegen de gang van zaken. Want hun ambt zal het niet kosten (zo tolerant zijn de kerkelijke machtheb bers nog wel), maar hun naam kost het bij een bepaald deel van het kerkvolk zeker wel. Als iemand het aandurft, de slapers wakker te schrikken, dan is het nog altijd: „Zijt gij die beroerder Is raels? Dat is ook wel gebleken uit de reakties, die op deze Open Brief zijn gevolgd. Daaraan willen we volgende week nog graag enige aandacht beste den. WAARNEMER. HOOFDPIJN POEDERS KIESPIJN POEDERS HOEST POEDERS werkBn GRIEP POEDERS verrassend RIJMEN VAN TIJMEN Het wordt o zo makkelijk, Bij de nieuwe brug. Neen, de oude toestand, Keert er niet terug. Vorige tarieven. Maakten soms verschil. Iets wat men dus strakjes. Niet meer hebben wil. Voor één riks kan alles Strakjes verder „gaan". Er wordt op die wijze, Toch veel goeds gedaan. Alles een rijksdaalder, Mooier kan het niet. Zie eens, wat een kansen, Deze brug dus biedt. Haar enorme pijlers. Waren niet goedkoop. Maar 't beheer heeft zeker. Wel een goed verloop. Sijmen moet betalen. Ja, zo blijft het hoor. Want men kan tenslotte, Nog niet gratis door. Toch is elk tevreden. Dat het zó verloopt. En wat rnenig rijder, Nu in stilte hoopt? Wel, dat men zal horen: Heden nog een riks, Morgen, overmorgen En voorgoed voorniks. TIJMEN dan naar de „PRUITEXPRESSE" U belt Telefoon (01870) 3086 en wij bezorgen over geheel Flakkee M. VAN DER KLOOSTER LERVOLGVERHAAL door HERMAN DE MUINCK 10 In een minimum van tijd was Lucie 'P haar gemak gesteld, 't Was gek (hoe «stond zoiets?), maar 't kwam haar '°W| dat zij mevrouw Langeveld al *6n kende. Kwam dat misschien ook, "Mat mevrouw Fottema het een en Mer van haar verteld had? M is dinsdagavond bij uw familie earriveerd, niet?" nZoudt u mij willen tutoyeren?" vroeg l^oe aarzelend. Neemt u mij niet kwa- Ik, dat ik het vraag, maar »JK geloof, dat ik je begrijp, Lucie. gemerkt, dat aan je verzoek voldaan ga thee schenken en dan moet je ?,sns wat vertellen van het gezin n To. 'k Heb wel begrepen, dat je er, gezegd, kind in huis bent". "if, kwam er in elk geval heel vaak". ..ten jongen heb ik indertijd meege- aakt. Een rakker! Als ik me wel her- ^f: heette hij Piet". ."'a, maar die is al enkele jaren ge- "wd. Hij woont in Groningen". ..Dan was er toen nog een baby. Dat was, geloof ik, een meisje". „Dat zal Christien wel geweest zijn. Ook getrouwd. Die woont in Hengelo. Daarna zijn er nog vijf kinderen geko men, allen gezopd en levenslustig", grapte Lucie. „Ja, 'k weet, dat To een flink gezin heeft. Maar zij slaat er zich wel door heen, opgewekt als zij is. Trouwens, haar man is ook een opgewekt iemand, 't Valt niet mee, zo'n gezin in een dorps pastorie. Zijn er studerende kinderen? En Lucie vertelde maar, natuurlijk ook van Jan. Zij was dankbaar en be wonderde de tact van mevrouw Lange veld, dat die niet over haar sprak, al was het toch wel zeker, dat mevrouw Fottema over haar en haar omstandig heden geschreven had. „Mijn verhaal is niet zo lang, Lucie. Ik heb maar twee kinderen, die vier jaar in leeftijd verschillen. De oudste is Lies, deftig gezegd Elisabeth. Ze is ge trouwd en woont hier in Den Haag. Ze heeft een baby, een jongen van drie maanden. Dan is er mijn zoon Frans, die studeert aan de Vrije universiteit in Amsterdam, rechten. Hij komt elke avond thuis, als hij geen dispuut heeft tenminste of iets anders". „Dus spoorstudent?" „Ja, maar mijn man en ik vinden toch, dat hij 't volgend jaar een kamer moet zien te krijgen en dan alleen het week end thuis. Dat lijkt ons beter. Zulke jongens moeten ook zelfstandig worden." De vorige keer hebben we de laatste levensdag van het varken meegemaakt. We hebben gezien hoe het prachtig- vette beest in stukken en stukjes Werd verdeeld. Nu gaan we eens proeven hoe een en ander smaakt. Op de avond van de keutjesdag of soms ook de volgende dag eet men „vos se-soppen." U begrijpt waarschijnlijk niet veel van deze woorden? Daarom wil ik trachten u iets te laten genieten (uit de verte!) van deze boerensmul- partij. Ieder jaar krijg ik een uitnodiging van een familielid in de buurt, waar deze „plechtigheid" plaats vindt. Dan zeg je natuurlijk „ja" op zo'n invitatie. Het is iets bijzonders als je het kunt meema ken, want deze ouderwetse eetpartij is zo goed als verdwenen. Op visite Als we de woonkamer binnenstap pen, zien we dat er nog een paar fami lieleden van de gastheer zijn uitgeno digd: we zitten met z'n tienen aan tafel. De mannen hebben zich rond de kachel geschaard en zijn druk in ge sprek. Allereerst worden natuurlijk hét ex-dier en deszelfs goede eigenschap pen besproken. Hoe goed het beest het wel gedaan heeft: „Nog geen half jaar gehad en dan over de 300 pond gewo gen, 't kan niet mooier. En dan moet je weten, haast niets anders dan kleine aardappels gevreten." En ze praten verder over het dikke spek, de fijne hammen, de grote hoeveelheid reuzel en andere lekkere varkensdingen. Het var ken geniet een eer en belangstelling zoals het tijdens zijn leven niet gehad heeft. Allerlei oude verhalen komen op de proppen. Ieder weet wel iets te ver tellen uit zijn varkenservaringen, aan gename zowel als minder prettige. Hier worden dus geen ouwe koeien uit de sloot gehaald, maar oude varkens. Raakt dit onderwerp wat uitgepraat, dan begint men over koetjes en kalfjes, wat u zoveel letterlijk als figuurlijk moet opvatten. Moet ik nog speciaal vermelden dat ook de vrouwentongen zijn losgeraakt? De schone sekse behandelt meer vrou welijke onderwerpen en besteedt onder tussen haar tijd op nuttige wijze met brei- of haakwerk: ere wie ere toe komt! Aan tafel - Daar is het grote ogenblik gekomen, nu zal het gaan gebeuren! De vrouw des huizes is druk in de weer geweest en nu is het resultaat van haar kook kunst in aantocht. Met de zegenwens van de slager wordt nu een begin ge maakt: het opeten. Een heleboel schotels worden binnen gebracht. Een ervan bevat heel ge kookte rapen en peren. In een andere bevinden zich stukjes brood, geweekt in het verse vet van 't geslachte dier. Die stukjes brood zijn de „soppen", vers heet in 't Zeeuws dialect „vos" en nu begrijpt u wel wat „vosse-soppen" zijn. Dan verschijnt er nog een schaal aardappels op tafel en de aanval kan beginnen, nadat de gastheer eerst het gebed heeft uitgesproken. Je neemt een paar soppen in je bord, een paar schep pen aardappels en wat peren en ra pen, alles overgoten met een lepel klink klaar vet. Vlees of spek krijg je er niet bij, dat komt bij het volgend bedrijf. De bazirme heeft eer van haar werk, want er wordt heel wat naar binnen gewerkt. Tenslotte heefb ieder hiervan genoeg gegeten, maar is nog lang niet verza digd, er komt nog meer. Je zou het het dessert kunnen noemen. U ziet, het is bijna een volslagen diner dat u voor gezet wordt, behalve dan „de soep vooraf". Het mag er dan niet zo def tig toegaan als in een hotel, de tafel mag niet zo fijn gedekt zijn of misschien helemaal niet, het sm'aakt er niet min der om. U weet ook wat u eet, want de menukaart laat niet allerlei onbe grijpelijke Franse namen zien, neen, het menu is zuiver Nederlands, van een echt Zeeuws varken, voorheen Cad- zandse big. Dit nagerecht is geen vrucht of portie ijs, geen pudding of stukje gebak, 't is heel wat zwaardere kost, voor zwakke maagjes moeilijk om te verdragen. Maar boerenmagen schijnen sterk en groot te zijn! Op de tafel verschijnt een schotel-met allerlei varkensheerlijkheden, alles zacht gekookt; een lillend keelstuk, een paar oren en poten, de tong, het hart, de staart. Een andere schaal is gevuld met brood. En men begint weer te eten of men nog niet al te veel gehad heeft. Niemand krijgt een portie op zijn bord, ieder neemt zoveel hij lust en wat hij het liefste lust, het wordt dus een „zelfbedieningszaak". Je hoeft niet bang te zijn voor een schrokop of vreetzak aangezien te worden als je naar eigen bescheiden mening nogal een flinke portie pakt. Van alle kanten word je aangemoedigd om nog wat te nemen, niet als beleefdheidsphrase, maar echt gemeend. Soms snijdt je buurvrouw ergens een stuk af en kwakt het op je bord: opeten maar! Tot je vol bent tot aan je dasje. De meesten zijn niet zo gauw klaar. Daar snijdt iemand een vet stuk van de keel af, loodst h^t op een boterham en werkt het naar binnen. Ditmaal geen brood met spek maar spek met brood. Een ander eet alles puur, zonder brood, maar dan niet het vetste spul: een stuk tong of van het hart. Weer een ander zit een poot of een oor af te kluiven. De fles staat ook op tafel, de azijnfles wel te verstaan. Men zegt dat een beetje azijn erbij het overtollige vet in de maag neutraliseert. Ik zie er die een slok azijn over hun brood gieten, een ander giet een paar scheuten in zijn bord en wentelt daar de lekkere vet- tigheden in. Ieder doet wat goed is in zijn ogen en eet of hij een paar dagen gevast heeft. Maar zo is het ook goed in de ogen van de gastheer en zijn vrouw. Hoe lekkerder de gasten eten, hoe liever ze 't hebben. Nadat de baas een kapittel uit de Bij bel gelezen en gedankt heeft, blijft men onder een kopje thee en een glaasje nog een poosje gezellig bij elkaar. Ze zeggen dat je met een volle maag niet goed slapen kunt. Dat gaat dan toch niet altijd door: ik heb geslapen als een roos, vijf kwartier in een uur. Het ontbijt heb ik echter de volgende morgen maar wat sober gehouden. Toch kon ik niet nalaten even te proeven van het stukje boerenworst, dat de gast vrouw me met nog een paar andere lekkernijen had meegegeven. Vrijwel verdwenen Het is best mogelijk dat deze ge zellige smulpartij nog een historische grondslag heeft. In oude heidense tijden was het varken gewijd aan Fro, de zon negod, aan wie men ook 's winters of fers bracht. Niet alleen in ons land maar ook over de grenzen is de varkens- kop een geliefkoosde lekkernij. Het varken is een gewild object voor snuis terij of souvenir: denk b.v. maar aan de spaarpotten der kinderen. Deze wij zen op- een oud geloof aan de ge'luk- aanbrengende invloed van het varken. In sommige streken gebruikt men de uitdrukking: „hij heeft gezwijnd", dat betekent hij heeft geboft, geluk gehad. Zo heeft men dus het oude heidense of fer gemoderniseerd tot een smulpartij, een offer voor eigen buik. Het is maar zeldzaam, dat men zo'n etentje kan meemaken. Zo goed als geen enkele boer doet er nog aan. Zoals ik reeds zei wordt ook het slachten van eigen varkens steeds minder. Middelburg. L. van Wallenburg. - '««4M»-*««>«*«««*<M>'«4 «•^♦♦♦♦♦♦«*«<>4Mk««^4M»<»«*4>«4M» - 2 - „Papegaaien en par'kieten als lief hebberij" door R. R. P. van der Mark. Uitgave N.V. W. J. Tieme Cie, Zutphen. Tweede druk. In onze vorige bespreking over ka naries hebben we gezegd, dat de lief hebberij van vogels te houden overal ter wereld en vooral ook in ons land enorm toeneemt. Er zijn momenteel meer dan 50.000 Nederlanders en Bel gen aangesloten bij organisaties in de vogelliefhebberij, terwijl het aantal on georganiseerde vogelbezitters zeker op een gelijkwaardig aantal kan worden geschat. Onder deze groepen van vo- gelhouders neemt het aantal bezitters van papegaaien en papegaai-achtige vo gelsoorten een niet onbelangrijke plaats in. Daarin heeft Van der Mark in bo vengenoemd boek getracht een overzicht te geven van de grote verscheidenheid dié deze vogelfamilie behelst, waarbij tevens aandacht is besteed aan de mo derne wijze van verzorging, huisves ting en voortplanting van deze in ge vangenschap levende, kleurrijke en zeer interessante vogels. Eerst wordt aandacht besteed aan de volière voor de papegaaiachtige soor ten, de beplanting en de voeding van de parkieten. Dan volgt een hoofdstuk over de aanschaf; de beginnende lief hebbers wordt aangeraden niet direct de duurste soorten te nemen, maar wel uit te zien naar eerste klas vogels. Het leren spreken (imitatievermogen) van papegaaien wordt er in bezien, het fokken van parkieten en hun vijanden en ziekten. Zwervende katten om een parkietenvolière kan een dodelijke pa niek veroorzaken! Aan de beschrijving van de soorten is veel aandacht geschonken, wat bijzon der leerzaam is. Van de wigstaartpar- ki^tten worden 16 soorten toegelicht; van de platstaartparkieten 10; van de rosella's niet minder dan 27 soorten, w.o. de bekende Valk-, de Bourke's en de Paradijsparkieten; verder de Edel papegaaien 14 soorten; de Lori's 11 soor ten; de Amazones stompstaartparkieten 8 soorten; de Kakatoes 15 soorten en de Ara's 8 soorten. Ook dit boek is verlucht met vele fraaie foto's, waaronder meerdere in kleuren. Er staan ook prachtige voor beelden in van volières, parkieten- en papegooikooien. Een onmisbaar boek voor iedere bezitter van „kromsnavels"! Dit mooie werk, 150 blz., gestoken in fraaie gekleurde band, kost slechts f 6,90. „Tropische vogels houden kunt U oofc", door R. R. P. van der Hark. Thieme's Volière-biblotheek, Twee de druk. Dit boek is bestemd voor de begin nende liefhebber van exotische vogels, die bekend wil raken met de beginse len der verzorging, huisvesting en eigenschappen van een aantal niet al te kostbare, gemakkelijk te houden vo gelsoorten. Exotische vogels kunnen worden ge houden in \dtrines, kooien, volières, al naar gelang de ruimte, het doel en de opzet der liefhebberij. De titel van het boek zegt, dat iedereen het kan, mits men maar de regels van een goede ver- blijfsruimte, juiste voeding en verzor ging in acht neemt. En daarvoor dient nu juist deze handleiding. Er worden algemene richtlijnen in gegeven voor de dagelijkse verzorging en de kweek; ook over ziekten, parasieten en hoe te han delen bij „ongevallen", b.v. een gebro ken pootje of vleugel. Van de exotische vogels vormen de zaadeters verreweg de grootste groep; zaadeters zijn ook het gemakkelijkst in onderhoud. De waarde van de exoti sche vogels wordt bepaald door de zeld zaamheid in vrije staat; een beginnen de vogelaar kan evenwel evenveel ge kleurde exotische vogels van enkele guldens, als van een paar zeldzame, dure en moeilijk te fokken vogels! Bij de soortbeschrijving, waarvan men zeldzaam veel kan opsteken, worden tal van gemakkelijk te kweken vogels bezien, als Japanse Meeuwtjes, Zebra vinken, Mozambieksijsjes enz. Van de kleine zaadetende vogels de Blauwfa- zantjes. Oranjehaakjes, Tijgervinken en nog een aantal soorten; verder de we vers, wida's en grote vinkachtigen; dan de kardinalen, insekteneters en vruch teneters. Binnen 8 maanden was dit boek uit verkocht en moest een tweede druk verschijnen. Dat bewijst wel, dat de liefhebbers prijs stellen op de vele bij zonderheden die in dit boek over hun gevleugeld bezit gegeven worden. Het geeft raad op vele vragen, die zich bij voor veilige verzekeringen ea lage premies Bijzonder snelle schade afwikkeling Zeer scherpe tarieven voor autoverzekeringen en na 1 jaar schadevrij rijden reeds 20*/* korting. Financieringen. VOORSTRAAT 36 TELEFOON (0187ft) 2012. Büna een eeuw assurantie- agenten. (van onze weerkundige medewerker) Nu december (vandaag) zijn entree maakt, betekent dit het begin van het winterseizoen. De vraag „zachte winter of koude winter"- blijft onbeantwoord. Van officiële zijde is er geen winter verwachting verschenen. Wij wachten nu maar af. Dat het winterseizoen na dert, heeft de laatste novemberweek even laten weten toen er maandagmor gen in Twenthe en de Achterhoek ge durende enkele uren sneeuw viel. Plaatselijk was het landschap in de vroege morgenuren wit. De november- maand, die zeer nat begon met in het westen binnen tien dagen meer dan 100 mm regen, eindigde ook vrij nat. WEINIG ZON De klimatologische herfst (september, oktober en november) heeft zeer slechte weercijfers ten aanzien van zonneschijn en regenval. Bij het afsluiten van dit overzicht (met nog twee novemberda gen voor de boeg) was het vrijwel ze ker, dat het voor De Bilt met totaal ruim 180 uren zonneschijn tegen nor maal 298 uren, de somberste herfst van deze eeuw is geworden. De tweede slechte beurt is de over vloedige regenval geweest, vooral in ok tober. Het definitieve eindcijfer was dinsdag nog niet te geven, maar wel was het al zeker, dat Den Helder in een periode van 120 jaren zelden zo'n natte herfst heeft genoteerd. Tot dinsdagmor gen al 375 mm neerslag (normaal 238 mm). Alleen 1960 met 380, 1950 met 394 en de herfst van 1852 met 410 mm wa ren op dat moment nog natter. Nu deze herfst zo nat uit de bus (re genmeter!) is gekomen, blijkt, dat de bijzonder natte periode, die de jaren 1965 en 1966 kenmerkte, in de afgelo pen zomer slechts tijdelijk, zij het dan ook duidelijk werd onderbroken. In het begin van de week lazen wij berichten over de grote overstroming in Portugal, die ruim 200 mensenlevens eiste. Daar viel zaterdagmiddag in vier uren 92 mm regen. Dit is een grote hoe veelheid, maar voor ons land toch voor stelbaar. Verleden jaar, op zondagmid dag 12 juni viel er tussen 's middags 4 en 's avonds 7 uur te Vollenhove 98 mm regen. Valt deze neerslag op een vlak terrein, dan geeft de afvoer belangrijk minder grote moeilijkheden dan wan neer een dergelijke regen in een berg- streek valt. Het water stroomt dan (92 mm is op elke vierkante meter 92 liter water!) als een rivier naar beneden. HOOR, DE WIND WAAIT. Tenslotte memoreren wij, als contrast met de zachte lucht, die deze week van de Oceaan weer binnenstroomde, de koudegolf van 1921 toen de laatste no vemberdagen strenge vorst brachten. Op de 30ste van deze maand temperaturen tussen 14 en 16 graden onder nul. Met Sint Nicolaas in het vooruitzicht is het te hopen, dat de daken door vorst, sneeuw of ijzel niet te glad gaan wor den. Laat, wat dat betreft, de wind aangevoerd door oceaandepressies, maar door de bomen waaien. Een weertype waarbij Sint en zijn gevolg zich be haaglijker voelen dan bij een winters weertype rond 5 december. (Nadruk verboden) het houden van exostische vogels voor doen. Ook dit boek is met vele fraaie, natuurgetrouwe foto's verlucht. De prijs is slechts f 6,90. De wintertijd is de tijd om een dergelijk boek aan te schaffen, om het te lezen en te herlezen, om straks bij de kweek mislukkingen te voorkomen en er de grootste voordelen uit te halen. Er was even pauze, want mevrouw Langeveld schonk weer thee in. „Ik ben u toch niet tot last. 'k Ge loof, dat ik hier al een uur zit." „'t Is nog geen uur. 't Mogen er wel twee of drie zijn. 'k Heb de hele mid dag voor je gereserveerd. Als je ten minste niet weg moet." „O neen, 'k heb de tijd. Niets te doen. Maar dat moet veranderen. Hoe, weet ik nog niet. Ik moet wat doen." „Dat is goed bekeken. De moeilijkheid is natuurlijk, dat je vermoedelijk niet lang in Den Haag blijft." „Och, ik reken op enkele maanden. Papa is voorlopig de oude niet." „Kind, je hebt al jong levensleed on dervonden." De zachte stem klonk zo intens en gemeend medelevend, dat Lucie opeens snikte HOOFDSTUK I. Langzaam liep de grote, overvolle kerk leeg onder de zware tonen van het machtige orgel, dat niet bepaald door een dillettant werd bespeeld. Wat was dat een verschü met de dorpskerk van Westgouwe! Zo verwoog Lucie, die de stroom mensen volgde. Maar zij besefte ook onmiddellijk, dat dit alles zo massaal was. In Westgouwe kenden alle kerk gangers elkaar. En hier, je was een eenling in de massa, zoals je in Den Haag, als stad, in de massa opging. Buiten gekomen, bleef zij staan, om zich heen kijkend. Alleen was zij, die eerste zondagmor gen in Den Haag, naar de kerk ge gaan, die mevrouw Langeveld haar had uitgeduid, om dan verder de gast in de Van Alkemadelaan te zijn. De afspraak was, dat naar haar zou worden uitge keken bij de hoofdingang. Even had Lucie geaarzeld, de uit nodiging te aanvaarden, hoewel zij die maar al te gaarne wilde aannemen. Maar was dat niet onbeleefd tegenover oom en tante? Zij had dan ook een slag om de arm gehouden en gezegd, dat zij bellen zou! Tante Suze (oom had niets gezegd) had evenwel niet het minste bezwaar gemaakt, toen Lucie er aarzelend over sprak. „Ga gerust je gang, kind. 't Is leuk voor je. En je bent hier volkomen vrij, om gaan en staan, waar je vsrilt." Dus dat probleem was al heel spoedig opgelost. Lucie kreeg zelfs het gevoel, dat het voor haar tante een opluchting was, dat zij practisch de hele zondag afwezig zou zijn. De goede stemming (als die er wel ooit was), had Lucie gedacht) was in den huize Van Adrigem nog niet weer gekeerd sinds die morgen, waarop er onenigheid, je kon beter spreken van ruzie, was tussen Heleen en haar moe der. Trouwens, oom Jochem was ook niet best te spreken. Heleen liep met een onweersgezicht door het huis en sprak alleen de hoogmoedige worden. Hermien ging er zoveel mogelijk uit. En Loes zeide tot Lucie: „Heb je ooit zoiets meegemaakt? Er is hier nogal eens wat, maar zóom op te spu wen." Al met al klonk het Lucie als muziek in de oren, dat zij gerust kon gaan, waar zij wilde, zodat zij mevrouw Langeveld opbelde met de mededeling, dat zij graag van de uitnodiging gebruik zou maken. Zij behoefde niet lang te wachten bij de uitgang van de kerk. Een hand werd op haar schouder gelegd en de haar reeds bekende stem hoorde zij zeggen: „Hier zijn we, Lucie." Naast mevrouw Langeveld stond een rijzige dame, die sprekend op haar leek. „Mijn zuster, zuster Van Abeele Lucie van Adrigem, van wie ik je ver teld heb. „Aangename kennismaking." Lucies wist het al -sfan haar vorig be zoek: zuster Van Abeele was directrice van het Diaconessenhuis. Onmiddellijk daarop kwam mijnheer Langeveld aanlopen. „Maar een vluch tige kennismaking," zei hij. „Thuis pra ten we wel." Daar gekomen, bemerkte Lucie, dat mijnheer Langeveld „in het zwart" was. Vermoedelijk was hij lid van de ker- keraad. Tot haar verbazing had zij ge zien, dat de kerkeradsleden en ook de collectanten in het zwart gekleed wa ren. Daar wist men in Westgouwe niet van. Daar waren ze in colbertje van allerlei kleur. Juist was de koffie ingeschonken, toen een flinkgebouwde jongeman bin nenkwam. Dat was natuurlijk, conclu deerde Lucie, zoon Frans, de student. De kennismaking was ongedwongen en het algemeen gesprek eveneens. Op een gegeven moment werd Lucie aangeklampt door zuster Van Abeele, die haar al enige tijd, ongemerkt, had gadegeslagen. „Ik hoorde van mijn zuster, dat je wel wat te doen wilde hebben, klopt dat?" „Ja, dat heb ik inderdaad gezegd. Ik vind mijn leven anders zo doelloos. Maar ja, 't zou maar tijdelijk werk zijn, enkele maanden, hoop ik. En wat moet je dan aanpakken?" „Voel je iets voor de verpleging?" Verrast zag Lucie de directrice aan. „Daar voel ik veel voor, maar dat heeft toch geen zin in mijn omstandig heden. Een diploma haal ik natuurlijk niet en in opleiding gaan voor enkele maanden betekent toch niets? Tenmin ste, zo zie ik het." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5