EiiAnPEn niEUWs
RUSLAND
Be overlevenden zagen bun macht
bruidsfoto's
Dé voedering van
bet vee op stal
Opleidingsmogelijkbeden voor kinderen
die in Itun geziditsvermogen
beperkt zijn of die biind zijn
Door de bril van Han en Rien Boomsma
je blad
Vrijdag 17 november 1967
No. 3638
i Ook voor
FOTOOBAFIE
J. ZANDSTRA
SOMMEI^DUK
en TAAL 2
leven november 1967, was voor de
jussen eien grote dag. We konden het
8ode-leger-defilé meebeleven via de te-
Itvisie al was het beeld niet vlym-
stherp omdat men de opnamen overge
nomen had van de Russische televisie
toch kregen we een indruk van wat
geschiedde. „De grootste parade,
ilie er ooit gehouden werd" luidde
Jet krantencommentaar. In de stoet
jingen militairen mee, gekleed in de
luiiformen van het eerste Rode Leger
van 1917, infanterie en cavallerie, op
paarden. Gewapend met de lange lans,
r de Kozakken vaardig mee om
konden gaan.
En vooral daarachter de huidige macht,
geoefende soldaten, veel artillerie en
yooral de allernieuwste raketten, die
voor het gebruik gereed liggen.
We kunnen het begrijpen, dat het
Russische volk enthousiast was van wat
getoond werd. Ze kennen nog altijd de
teimelijke angst voor een nieuwe oorlog
hebben nog altijd angst voor een
Duitsland, dat militair terug wil komen,
I hebben een angst voor Amerika en
Canada en vooral voor China, waarme-
ze ideologisch overhoop liggen. Er is
ijaar één middel, om die angst te on
derdrukken, zorgen dat je goed bewa
pend bent, dat je een leger hebt, die op
alles voorbereid is, waar je op aan kunt.
We kunnen die angst niet wegnemen
met verklaringen dat „we" in het wes
ten geen aanvalsplannen hebben. Er is
nog altijd en eigenlijk weer opnieuw
- een nieuwe nationaal-socialistische
partij in Duitsland. Nog altijd hopen
velen in Duitsland op een vrede, waar
de in 1945 verloren gebieden aan
Duitsland teruggegeven zullen worden,
Oost-Duitsland zich onder West-
Duitsland zal scharen
Die begrijpelijke angst is het, dat
Rusland zorgt, dat het leger volksvriend
nr. 1 is. Het is daar niet het kille mili
tairisme, die hoogtij viert, het is de
realiteit, dat een goed bewapend Rus
sisch leger elke vijand, vanuit het oos
ten of het westen, van over de Pool of
over de woestijnen van Perzië, die Rus
land of Siberië wil binnendringen, op
gevangen en zo het moet verslagen zal
worden.
De wereldvrede is nog geen realiteit
- al loopt men met spandoeken voor
vrede in'Amsterdam of New York.
Machtige kathedraal.
Dit Rode Pleinhet hart van Rus
land. Daar staat de Wassilli-Blashenny-
Kathedraal. Dat is de foto van deze
week. De grote kathedraal, op het Rode
Plein. Millioenen, die in deze dagen
over dat plein hebben gelopen zullen
deze kathedraal alleen nog kennen als
een der staatsmusea. Ze kennen er de
geschiedenis niet van, dit dateert uit een
tijd, dat Rusland een andere geestes-ge-
steldheid had.
We gaan naar de jaren 1555-1560. Er
regeert in Moskou dat dan nog een
kleine staat is, een tsaar, Iwan IV, die
de geschiedenis in is gegaan als Iwan
de Verschrikkelijke.
Hij werd geboren in 1530. Toen hij
drie jaar oud was stierf zijn vader en
werd zijn moeder, met de edelen, re
gentes over het Rijk. Hij was 8 jaar,
toen zijn moeder waarschijnlijk ver
giftigd door de bojaren (de edelen)
stierf.
De wijze waarop de adel de taak voor
Iwan vervulde was slecht. Alleen als
hij officieel receptie moest houden, wa
ren ze hem onderdanig, anders waren
ze onhebbelijk, stalen gouden en zilve
ren voorwerpen uit het paleis. Daarbij
kwam, dat hij voortdurend angst had
om net als zijn moeder, vergiftigd te
worden. De enige, maar dan ook door
en door fatsoenlijke raadgever was de
metropoliet hoofd van de godsdienst
Makari die hem leiding gaf voor zijn
toekomstige taak.
Toen hij zestien jaar oud was nam hij
zelf de regering in handen, hij trad in
het huwelijk met een lieve vrouw Ana-
stasia Romanow.
Hij was zeer intelligent, een man met
ruime blik en grote geestesgaven. Hij
moet zich in die eerste jaren een uit
stekend vorst hebben getoond, hervorm
de het leger en de maatschappij.
Het Moskovische Rijk werd bedreigd
door de Tartaren, die in Kazan, een
stad ten zuiden van Moskou een sterke
vesting hadden. Op 2 oktober 1552 be
stormde het goed uitgeriiste Russische
leger deze vesting en de stad viel in
handen van Iwan IV. Hij was zelve zo
blij met de verovering van deze stad,
dat hij opdracht gaf aan twee architec
ten Barma en Postnik uit dankbaarheid
op het Rode Plein deze kathedraal op te
richten.
Het is een kathedraal met een zeer bi-
zondere stijl. Het grondvlak is het Je-
rusalem-kruis dat is, uit het middel
punt van de kerk gaan vier gelijke beu
ken naar elke windstreek. Aan het ein
de van die kerkbeuken komt een toren.
De grootste toren staat juist in het mid
den opgebouwd terwijl tussen de vier
hoektorens nog lagere torens opgericht
werden. Met daarbij als opdracht, dat
alle torens een andere versiering moe
ten hebben. Op een zwart-wit foto is
dat niet juist te zien, de kleurenfoto,
vooral met telelens genomen, laat die
pracht duidelijk zien.
Dan komt het schokkende verhaal.
Toen de kathedraal af was en een der
architecten de Tsaar weer ontmoette,
stelde deze hem de vraag, of hij een
nog mooiere kathedraal zou k\mnen
bouwen. Als deze, vereerd denkende
aan een nieuwe opdracht, met ja ant
woordt, beveelt Iwan IV 'die de bij
naam heeft gekregen in de geschiedenis
van de Verschrikkelijke hem de ogen
uit te steken, opdat hij geen mooiere
kathedraal zou kunnen bouwen.
Over deze figuur, Iwan IV, zullen we,
in de reeks nog volgende artikelen meer
moeten vertellen. Laten we het even
houden bij deze foto, van een van de
mooiste kathedralen van Rusland, op
het Rode Plein. We willen alleen aan
tonen, hoe belangrijk dat plein was, dat
Iwan juist hier de kathedraal liet bou
wen, die uiting moest geven aan zijn
dankbaarheid voor de verovering van
Kazan.
Maar al die mensen, op de tribune op
7 november zullen daar niet aan ge
dacht hebben. Misschien hebben enke
len terug gedacht aan de oorlogstijd,
toen Moskou onder - het vuur van de
Duitsers lag en 60 tot SC/o van de stad
verwoest werd. Op 17 juli 1944 is het
nog volop oorlog, in Nederland, in
Frankrijk, in Rusland. De geallieerden
zijn bij Caen geland en rukken naar
Duitsland op. In Rusland tekende zich
de nederlaag van Duitsland goed af. In
het voorjaar 1944 staan van Rusland
570 devisies infanterie, 34 devisies ca
vallerie en 200 brigades artillerie en
wat dies meer zij aan het front. In fe
bruari 1943 was Stalingrad bevrijd
het verlies van' het Duitse leger en
wij in Nederland hoorden nog dagelijks
door de radio: Duitsland wint op alle
fronten was 330.000 doden en 169.000
krijgsgevangenen. Daarbij gingen 330O
tanks voor Duitsland verloren en 9900
kanonnen.
Het ging Duitsland slecht aan het
Russische front. De winters van 1942-
1945 waren buiten gemeen koud, het
Duitse leger had onvoldoende winter-
kleding, de auto's onvoldoende benzine,
en als er een auto, in de felle kou, stop
gezet werd, was ogenblikkelijk de motor
bevroren en was de auto niet meer te
gebruiken. Men liet daarom de motoren
dag en nacht lopen, wat weer een ont
zaglijke hoeveelheid benzine kostte,
benzine, waar men al de grootste moei
te mee had, om die te verkrijgen.
Op 17 juli 1944 trekt een groep van
57.000 Duitsers over het Rode Plein. Het
heet, ze moeten een défilé houden voor
Stalin, maar ze sjokken, diep ontdaan
over wat hen te wachten staat voort,
naar Siberië, krijgsgevangenkamp en
dwangarbeid. Elke Diiitse soldaat, die
tegen Rusland had gevochten werd
automatisch veroordeeld tot 5 jaar
dwangarbeid. Wie zich netjes had ge
dragen kon daarna naar huis gaan
Ze sjokten over het Rode Plein heen,
het leger der hopelozen; de 57.000 man
Voorop de generaals en officieren, daar
achter de manschappen. Enkele jaren
geleden, toen we in Duitsland waren,
liep er in een Duits stadje, waar we bij
kampeerden, de film „wat het O.K.W. -
de leiding van de Duitse krijgsmacht in
Rusland - ons niet vertelde". Opnamen
van de Russen over de strijd aan het
front. Doodstil zag het weinige publiek
het défilé over het Rode Plein, het voor
bijtrekken van de officieren en de man
schappen. Zij zagen de haat de be
grijpelijke haat van de Russen. Vrou
wen spuwden in het gezicht van de
Duitsers, die zich dat moesten laten
welgevallen.
De overlevenden zagen hun macht...
laten we begrijpen, dat de Russen zo'n
strijd als van 1941-1945 willen voorko
men. Niet op woorden van diplomaten
kan men vertrouwen, zij vertrouwen
enkel op geweren, vastbesloten mannen,
vliegers en raketten....
In de afgelopen weken is er een over
vloedige regenval geweest. De meeste
koeien staan of worden op het moment
op stal gezet. De veranderingen, die
voor ons rundvee optreden van de wel
de naar de stal zijn groot. In de weide
hebben de koeien onbeperkte bewe
gingsvrijheid, nu staat hun een periode
te wachten van 160 tot 210 dagen be
perkte bewegingsvrijheid in de loop
stal en geen in de stal waar de dieren
zijn aangebonden. Zouden wij, aldus ir.
W. Davids van het Rijksconsulentschap
voor veevoeding onlangs voor de micro
foon, voor ons rundvee menselijke
maatstaven aannemen, dan zou een
volwassen melkkoe over een ruimte van
12 m lang, 3 m breed en 5 m hoog de
beschikking krijgen. Voor een volwas
sen man zouden de maten van de ruim
te van een koestal zijn 0,75 breed, 1,80
m lang en 2 m hoog. Vooral aan de ma
ten voor een volwassen man is het
duidelijk te merken, dat er een goed
stalklimaat in de stal aanwezig dient te
zijn. De beesten moeten zich in de stal
behagelijk kunnen voelen. Voelen de
dieren zich op stal niet op hun gemak,
dan is dit te merken in de melkproduc
tie.
De dieren vinden het over het alge
meen fijn om in de herfst naar de stal
te gaan. Ze vinden daar de beschutting,
die ze in de wintermaanden nodig heb
ben. Graag geven wij het de melkkoeien
ook goed op stal. De voeding van hooi
en ander ruwvoer wordt vaak nog aan
gevuld met wat krachtvoer. Veelal ziet
men, dat de melkgift in de laatste we
ken van de weideperiode sterk is ge
daald. Op stal bestaat misschien de mo
gelijkheid om deze melkproductie te
verhogen.
Echter voor één punt van deze ver
hoging van de melkproductie moet wor-
den gewaarschuwd. Koeien, die oud-
melkt zijn en koeien die van de melk
af zijn, komen niet meer op de melk.
De krachtvoergift kan bij deze koeien
beter weggelaten worden. Het is beter
ze alleen op ruwvoer te laten produce
ren mits in het ruwvoer voldoende voe
derwaarde aanwezig is. De nog' vrij
goed producerende koeien zullen zeer
zeker met een hogere produktie reage
ren als tijdens de stalperiode extra
krachtvoer wordt verstrekt. Deze koeien
voert men niet te snel boven de norm,
terwijl men de oudmelkte dieren, die
niet veel meer produceren, snel boven
de norm voert. Krachtvoer aan deze
dieren te verstrekken betekent vaak
geld weggooien.
Een andere categorie dieren, waar
men bij het opstallen niet bij stilstaat is
het jongvee. Deze brengen nog niets in
het laadje en kosten alleen geld. Vaak
blijven deze dieren te lang buiten lopen.
De jonge kalveren dienen eerder dan
het melkvee te worden gestald. Hokke-
lingen en ouder jongvee kunnen langer
buiten blijven, maar een goede ligplaats
of behoorlijk onderkomen is voor hen
tijdens de herfst beslist belangrijk.
MIDDELHARNIS
Benoeming. Mej. L. van Putten, on
derwijzeres aan de Chr. V.G.L.O, school
is met ingang van 15 febr. in gelijke be
trekking benoemd aan de Groen van
Prinsterer-school, alhier.
Door de jaren heen is aan het pu
bliek bekend geworden dat er in de
drie, naar levens'beschouwlng ingestel
de, opleidingsinstituten voor blinde kin
deren grote mogelijkheden liggen voor
een ontwikkeling, door onderwijs en
opvoeding, tot nuttige leden van onze
samenleving, tot volwaardig geschoolde
werkers, die in hun beroep kunnen
voorzien in eigen onderhoud.
Minder algemeen bekend, om niet te
zeggen nog onbekend is het publiek
(zijn de ouders) met de opleiding aan
een speciale school voor kinderen met
een beperkt gezichtsvermogen, dit zijn
de jongens en de meisjes die niet tot
de blinden gerekend mogen worden,
maar niet voldoende gezichtsvermogen
bezitten om volledig te kunnen mee
komen met de kinderen in de vaak
overvolle klassen van de gewone school
die zij in hun woonplaats bezoeken.
Nog dagelijks wordt ervaren dat de
ze kinderen met de beste bedoelingen
zo goed mogelijk door hun onderwij-
zer(es) worden geholpen, maar dat dit
„helpen" veelal niet tot de gewenste
resultaten leidt. In vele gevallen wordt
te laat opgemerkt dat langzaam maar
zeker een hiaat in de kermis is ont
staan en vergeleken bij de zienden een
achterstand valt te constateren, die
veelal (al of niet ten onrechte) eerder
aan tekort aan mentale vermogens dan
aan het verminderd gezichtsvermogen
wordt toegeschreven. Vaak wordt bij
de „slechtzienden kinderen" tevens (in
meer of mindere mate) een tekort aan
aanpassingsvermogen aan hun omge
ving gesignaleerd om verder niet te
spreken over andere bijkomende defec
ten.
Voor deze kinderen, met beperkt ge
zichtsvermogen, zijn er in ons land ver
scheidene speciale scholen, die reke
ning houden met de handicap, waar bij
zondere aandacht wordt geschonken aan
„het leren leven" met de handicap en
aan de maatschappelijke aanpassing.
Vele specialisten o.a. op medisch als
ook op onderwijstechnisch gebied wor
den waar nodig ingeschakeld.
Niets wordt nagelaten om het kind
m.et beperkt gezichtsvermogen optimale
kansen te geven voor een reële plaats
in de maatschappij (evenals de blinden
en de zienden!).
Wil men dit kind werkelijk helpen,
dan zal men het toch heus dienen te
verwijzen naar een der speciale scholen
voor slechtzienden.
Uiteraard kan plaatsing op een school
voor blinden of voor slechtzienden
slechts geschieden op duidelijk advies
van hiervoor deskundige oogartsen. De
ze en andere specialisten zijn aan alle
instituten verbonden. Een eventuele
plaatsing wordt altijd voorafgegaan door
een onderzoek, dat zorgvuldig wordt
voorbereid en waarbij vanzelfsprekend
de eigen onderwijzer(es), liiedici etc,
worden geraadpleegd. Een dergelijk on
derzoek blijft voor de ouders altijd nog
vrijblijvend. Zij kunnen zelf beslissen,
na het verkregen advies, of zij hun
kind al of niet de kans willen geven
tot deze speciale opleiding, welke be
halve L.O. ook vervolg en vakonder
wijs omvat.
In het christelijk instituut „Barti-
méus" te Zeist zijn zulke scholen voor
blinde en slechtziende kinderen. Voor
de kinderen die niet dagelijks de reis
van huis naar school en terug kurmen
maken zijn er de internaten. De leiding
van het instituut streeft naar een in
tensief contact met de ouders van de
aan haar toevertrouwde kinderen. Naast
de ontmoetings- en gespreksmogelijkhe-
den in het instituut te Zeist en de
briefwisseling met de ouders door de
leidsters en de kinderen wordt een
maal per jaar een ouderbijeenkomst ge
organiseerd in de provincie waar de
kinderen woonachtig zijn. Onze staf
medewerkers komen daar dan ook heen
Deze bijeenkomsten hebben echt het
doel open en eerlijk, op ongedwongen
wijze, het persoonlijk gesprek over het
kind tussen de ouders en de medewer
kers te bevorderen: samen spreken over
hun kinderen.
Gebleken is dat deze bijeenkomsten
ook zeer vruchtbaar zijn voor ouders
die een blind of slechtziend kind heb
ben dat nog niet op een speciale school
gaat. Ook en juist zij zijn van harte
welkom op de provinciale (regionale)
ouderbij eenkomsten. Deze zijn evenmin
slechts bedoeld voor geestverwanten
van „Bartiméus", maar ook voor an
dersdenkenden. Doorverwijzing naar
het instituut van hun keuze is moge
lijk. Eveneens 2ujn welkom allen die
beroepshalve te maken hebben met
blinde of slechtziende kinderen en die
zich nader willen oriënteren.
Wie niet in de gelegenheid is de
ouderbijeenkomst te bezoeken te Rot
terdam op vrijdagavond 24 nov. 1967,
aanvang 7 uur in Hotel „Regina" Spoor-
singel 15 (tegenover Blij dorpuitgang
achterzijde Centraal Station), kan schrij
ven naar „Bartiméus", Utrechtseweg
84 te Zeist en vrijblijvend een bezoek
van de maatschappelijk werk(st)er vra
gen (zonder kosten).
2e serie nr.
REACTIES OP OPROEP.
Van de heer Rozemond uit Gorkum
kreeg ik nog een aanvullend schrijven
over de brouwerij Stavenisse, n.l. een
bestelbriefje voor een nieuwe zending
bier van 21 september 1783. Met dank
aan de schrijver heb ik zijn brief door
gezonden aan dr. K. J. Hocke in Zonne-
maire.
Dhr. Rozemond zond nu ook nog en
kele dialectische woorden (hij heeft
vroeger enige tijd in Flakkee gewerkt.
Een Sommelsdijkse boer had het over
zijn sterke zoon „'n Baele gewan droeg
'n van diek tot diek, mar in z'n stikzak
'n brood van kaste tot kaste".
Met gewan werd bedoeld: kunstmest.
Wie kent dit woord nog? In het Mid
delnederlands woordenboek wordt als
een der betekenissen van gewande ook
voorraad opgegeven. Als hij bij slechte
weersomstandigheden naar zijn werk
ging, placht de kost juffrouw te zeggen:
Gae je d'n ondiepen weer andoewe?
Kent iemand die uitdrukking, en wie
kan ze verklaren?
Ik kreeg een briefkaart uit Sommels-
dijk van iemand, die me het adres gaf
van de 90-jarige mej. De Graaf, doch
ter van wijlen burgemeester De Graaf,
die destijds in de brouwerij woonde.
Juffrouw Rood uit Apeldoorn gaf me
nog enige gegevens over de Joden op
Flakkee. Ik kan daarvan gebruik ma
ken als ik er over schrijf in het Boek
■over Flakkee.
Een oud-Melissantse deelde me mee,
dat volgens de legende de Bouwdijk in
Melissant in één nacht gelegd is door de
reus „Taoi" (Taai). Ze wist het van haar
grootvader. Ze schreef ook, dat het huis
van L. W. van Bruinisse aan de Molen
dijk gebouwd is voor een broer van de
heer P. D. Sieling. Het staat op de fun
damenten van een oud kasteel.
Men vond meters dikke muren en een I
onderaardse gang, die vol puin was. De
werkmensen zijn er een paar meters in i
doorgedrongen en durfden toen niet
verder. Jammer.
Ze vertelt verder dat haar grootvader
aannemer was. Hij heeft o.a. de Hals
stee afgebroken en opnieuw opgebouwd.
Daarna heeft hij aan de Achterweg
voor eigen rekening een rij huizen ge
bouwd. Zijn concurrent Tieleman, die
het met lede ogen aanzag, strooide toen
het praatje rond, dat haar grootvader
op de Halsstee een pot met geld ge
vonden had. Dit ontkende de bouwer,
maar het praatje ging verder. De rij
huizen staat er nog en is bekend onder
de naam de Potstee. Graag krijg ik uit
andere plaatsen dergelijke verhalen.
Ik kreeg nog enkele versjes en een
paar toververhalen.
Een eindje buiten het dorp woonde
een tovernaar, een vent die met nego
tie ging. Ieder was doodsbang van hem.
Als je alleen over een eenzame weg liep,
stond hij ineens voor je als... de duivel
en dan rilde je van de kou. Wee het
kind, dat hij een snoepje gaf of zelfs
maar aanraakte, dan zaten de ouders
weken in doodsnood, dat er iets ergs
zou gebeuren. Ik heb in Folklore en
Taal al heel wat toververhalen opge
nomen en ik ben er van overtuigd, dat
er nog veel meer in omloop zijn. Ik
weet ook, dat er nog, tal van mensen
zijn, die ze niet durven vertellen, omdat
ze bang zijn, dat ze dan lastig gevallen
worden door heksen en tovenaars. „Ze
kenne mien nog te veul", zeggen ze.
Dominees kunnen ook heel wat ver
tellen. Een predikant kwam aan het
sterfbed van een boer van negentig jaar
Toen hij hem vroeg, of hij al zijn vij
anden vergeven kon, zei de oude: „Ik
heb geen enkele vijand, dominee, die
zijn allemaal dood".
In het drukst van de oogst, komt do
minee bij een boer die juist aan tafel
gaat. „Hoe sta je voor de eeuwigheid?"
vraagt hij.
„Ik moet nu aan 't heden denken",
zegt de boer. „ledere dag bid ik: Geef
ons heden ons dagelijks brood, dus moet
ik nu alle krachten inspannen voor 't
binnenhalen van de oogst, die God heeft
laten groeien. Ik moet eten. Heeft do
minee ook trek in een horretje karne-
melkse pap?"
Een oud-eilander schrijft uitvoerig
over het godsdienstig leven op het
eiland. Hij wijst er op, dat er zoveel
richtingen zijn; de Hervormde Kerk,
(de Grote Kerk), de Gereformeerden,
Oud-gereformeerden, Gereformeerden
onder 't Kruis, Remonstranten, maar er
zijn ook mensen die nergens aan gelo
ven, die kaartspelen op zondag en
vuurtje stoken op Oudejaarsavond
de spelers en stokers. Het meeste aan
dacht schenkt hij aan de vromen, de
bekeerden, de echte kinderen van God,
die zich houden aan de oude schrijvers
als Van der Groe, Bunjan, Laan e.a., en
gezelschappen houden onder elkaar. Al
le mensen liggen onder de zonde van
Adam, maar alleen door de genade van
God worden de uitverkorenen van hun
zondelast bevrijd. Al voor de grondleg
ging der wereld zijn ze in het boek des
Levens ingeschreven. Jacob heb ik lief
gehad, maar Ezau heb ik gehaat.
Er zijn plotselinge bekeringen, maar
ook levenslange worstelingen van de
gelovigen. „Ben ik er één van?" is de
grote vraag. Ze moeten door grote diep
ten heen, een mens moet eerst volko
men verbrijzeld worden, voor de Heere
Zijn reddende hand uitstrekt. Maar aan
deze kant van 't graf moet het geopen
baard worden. Die vromen kunnen hard
zijn in hun oordeel over anderen, maar
ook voor elkaar.
Als ze naar de kerk gaan, kan de
dominee niet te hard te keer gaan tegen
de ongelovigen en ze verdoemen naar
de buitenste duisternis. Jezus heeft ge
zegd: Komt allen tot mij die belast en
beladen zijn en ik zal u rust geven.
Werkt uw zelfs zaligheid met vreze en
beving. Geloof alleenlijk. Maar als een
dominee zo preekt,, dan zet hij de deure
te verre open. Wie zich stelt op de weg
der middelen is op de verkeerde weg.
De schrijver heeft het over de toe
standen aan 't begin van deze eeuw.
Een oude man zegt, dat het tegen de
ordonnantiën is, als een man huishou
delijk werk verricht, maar ook als een
vrouw op 't land werkt, zeker als ze
zich kleedt in mannenkleding. De vrouw
mag niet deelnemen aan verkiezingen.
Hij klaagt, dat ze van 't Kerstfeest een
Sinterklaasfeest maken, dat ze vuur
werk afsteken. De vrouwen kleden zich
te opzichtig, ze gaan naar de kerk met
sieraden in plaats van met zwarte kle
ding en met een zwarte stoffenbijbel,
wit op snee. Die vrome mensen zijn te
gen verzekeringen, tegen inenting, tegen
kunstmest en middelen tegen planten
ziekten.
Tot heden kreeg ik nog geen foto's
of oude ansichten van oude gebouwen,
kerken, scholen, gemeentehuizen en an
dere bijzonderheden. Wie kan wat mee
delen over de visbank in Herkingen, de
redoute in Stad, de weeshuizen in som
mige dorpen enz. enz.?
F. den Eerzamen
Wittenburgseweg 32, Wassenaar.