EiiAnPEn niEUWs RUSLAND Be overlevenden zagen bun macht bruidsfoto's Dé voedering van bet vee op stal Opleidingsmogelijkbeden voor kinderen die in Itun geziditsvermogen beperkt zijn of die biind zijn Door de bril van Han en Rien Boomsma je blad Vrijdag 17 november 1967 No. 3638 i Ook voor FOTOOBAFIE J. ZANDSTRA SOMMEI^DUK en TAAL 2 leven november 1967, was voor de jussen eien grote dag. We konden het 8ode-leger-defilé meebeleven via de te- Itvisie al was het beeld niet vlym- stherp omdat men de opnamen overge nomen had van de Russische televisie toch kregen we een indruk van wat geschiedde. „De grootste parade, ilie er ooit gehouden werd" luidde Jet krantencommentaar. In de stoet jingen militairen mee, gekleed in de luiiformen van het eerste Rode Leger van 1917, infanterie en cavallerie, op paarden. Gewapend met de lange lans, r de Kozakken vaardig mee om konden gaan. En vooral daarachter de huidige macht, geoefende soldaten, veel artillerie en yooral de allernieuwste raketten, die voor het gebruik gereed liggen. We kunnen het begrijpen, dat het Russische volk enthousiast was van wat getoond werd. Ze kennen nog altijd de teimelijke angst voor een nieuwe oorlog hebben nog altijd angst voor een Duitsland, dat militair terug wil komen, I hebben een angst voor Amerika en Canada en vooral voor China, waarme- ze ideologisch overhoop liggen. Er is ijaar één middel, om die angst te on derdrukken, zorgen dat je goed bewa pend bent, dat je een leger hebt, die op alles voorbereid is, waar je op aan kunt. We kunnen die angst niet wegnemen met verklaringen dat „we" in het wes ten geen aanvalsplannen hebben. Er is nog altijd en eigenlijk weer opnieuw - een nieuwe nationaal-socialistische partij in Duitsland. Nog altijd hopen velen in Duitsland op een vrede, waar de in 1945 verloren gebieden aan Duitsland teruggegeven zullen worden, Oost-Duitsland zich onder West- Duitsland zal scharen Die begrijpelijke angst is het, dat Rusland zorgt, dat het leger volksvriend nr. 1 is. Het is daar niet het kille mili tairisme, die hoogtij viert, het is de realiteit, dat een goed bewapend Rus sisch leger elke vijand, vanuit het oos ten of het westen, van over de Pool of over de woestijnen van Perzië, die Rus land of Siberië wil binnendringen, op gevangen en zo het moet verslagen zal worden. De wereldvrede is nog geen realiteit - al loopt men met spandoeken voor vrede in'Amsterdam of New York. Machtige kathedraal. Dit Rode Pleinhet hart van Rus land. Daar staat de Wassilli-Blashenny- Kathedraal. Dat is de foto van deze week. De grote kathedraal, op het Rode Plein. Millioenen, die in deze dagen over dat plein hebben gelopen zullen deze kathedraal alleen nog kennen als een der staatsmusea. Ze kennen er de geschiedenis niet van, dit dateert uit een tijd, dat Rusland een andere geestes-ge- steldheid had. We gaan naar de jaren 1555-1560. Er regeert in Moskou dat dan nog een kleine staat is, een tsaar, Iwan IV, die de geschiedenis in is gegaan als Iwan de Verschrikkelijke. Hij werd geboren in 1530. Toen hij drie jaar oud was stierf zijn vader en werd zijn moeder, met de edelen, re gentes over het Rijk. Hij was 8 jaar, toen zijn moeder waarschijnlijk ver giftigd door de bojaren (de edelen) stierf. De wijze waarop de adel de taak voor Iwan vervulde was slecht. Alleen als hij officieel receptie moest houden, wa ren ze hem onderdanig, anders waren ze onhebbelijk, stalen gouden en zilve ren voorwerpen uit het paleis. Daarbij kwam, dat hij voortdurend angst had om net als zijn moeder, vergiftigd te worden. De enige, maar dan ook door en door fatsoenlijke raadgever was de metropoliet hoofd van de godsdienst Makari die hem leiding gaf voor zijn toekomstige taak. Toen hij zestien jaar oud was nam hij zelf de regering in handen, hij trad in het huwelijk met een lieve vrouw Ana- stasia Romanow. Hij was zeer intelligent, een man met ruime blik en grote geestesgaven. Hij moet zich in die eerste jaren een uit stekend vorst hebben getoond, hervorm de het leger en de maatschappij. Het Moskovische Rijk werd bedreigd door de Tartaren, die in Kazan, een stad ten zuiden van Moskou een sterke vesting hadden. Op 2 oktober 1552 be stormde het goed uitgeriiste Russische leger deze vesting en de stad viel in handen van Iwan IV. Hij was zelve zo blij met de verovering van deze stad, dat hij opdracht gaf aan twee architec ten Barma en Postnik uit dankbaarheid op het Rode Plein deze kathedraal op te richten. Het is een kathedraal met een zeer bi- zondere stijl. Het grondvlak is het Je- rusalem-kruis dat is, uit het middel punt van de kerk gaan vier gelijke beu ken naar elke windstreek. Aan het ein de van die kerkbeuken komt een toren. De grootste toren staat juist in het mid den opgebouwd terwijl tussen de vier hoektorens nog lagere torens opgericht werden. Met daarbij als opdracht, dat alle torens een andere versiering moe ten hebben. Op een zwart-wit foto is dat niet juist te zien, de kleurenfoto, vooral met telelens genomen, laat die pracht duidelijk zien. Dan komt het schokkende verhaal. Toen de kathedraal af was en een der architecten de Tsaar weer ontmoette, stelde deze hem de vraag, of hij een nog mooiere kathedraal zou k\mnen bouwen. Als deze, vereerd denkende aan een nieuwe opdracht, met ja ant woordt, beveelt Iwan IV 'die de bij naam heeft gekregen in de geschiedenis van de Verschrikkelijke hem de ogen uit te steken, opdat hij geen mooiere kathedraal zou kunnen bouwen. Over deze figuur, Iwan IV, zullen we, in de reeks nog volgende artikelen meer moeten vertellen. Laten we het even houden bij deze foto, van een van de mooiste kathedralen van Rusland, op het Rode Plein. We willen alleen aan tonen, hoe belangrijk dat plein was, dat Iwan juist hier de kathedraal liet bou wen, die uiting moest geven aan zijn dankbaarheid voor de verovering van Kazan. Maar al die mensen, op de tribune op 7 november zullen daar niet aan ge dacht hebben. Misschien hebben enke len terug gedacht aan de oorlogstijd, toen Moskou onder - het vuur van de Duitsers lag en 60 tot SC/o van de stad verwoest werd. Op 17 juli 1944 is het nog volop oorlog, in Nederland, in Frankrijk, in Rusland. De geallieerden zijn bij Caen geland en rukken naar Duitsland op. In Rusland tekende zich de nederlaag van Duitsland goed af. In het voorjaar 1944 staan van Rusland 570 devisies infanterie, 34 devisies ca vallerie en 200 brigades artillerie en wat dies meer zij aan het front. In fe bruari 1943 was Stalingrad bevrijd het verlies van' het Duitse leger en wij in Nederland hoorden nog dagelijks door de radio: Duitsland wint op alle fronten was 330.000 doden en 169.000 krijgsgevangenen. Daarbij gingen 330O tanks voor Duitsland verloren en 9900 kanonnen. Het ging Duitsland slecht aan het Russische front. De winters van 1942- 1945 waren buiten gemeen koud, het Duitse leger had onvoldoende winter- kleding, de auto's onvoldoende benzine, en als er een auto, in de felle kou, stop gezet werd, was ogenblikkelijk de motor bevroren en was de auto niet meer te gebruiken. Men liet daarom de motoren dag en nacht lopen, wat weer een ont zaglijke hoeveelheid benzine kostte, benzine, waar men al de grootste moei te mee had, om die te verkrijgen. Op 17 juli 1944 trekt een groep van 57.000 Duitsers over het Rode Plein. Het heet, ze moeten een défilé houden voor Stalin, maar ze sjokken, diep ontdaan over wat hen te wachten staat voort, naar Siberië, krijgsgevangenkamp en dwangarbeid. Elke Diiitse soldaat, die tegen Rusland had gevochten werd automatisch veroordeeld tot 5 jaar dwangarbeid. Wie zich netjes had ge dragen kon daarna naar huis gaan Ze sjokten over het Rode Plein heen, het leger der hopelozen; de 57.000 man Voorop de generaals en officieren, daar achter de manschappen. Enkele jaren geleden, toen we in Duitsland waren, liep er in een Duits stadje, waar we bij kampeerden, de film „wat het O.K.W. - de leiding van de Duitse krijgsmacht in Rusland - ons niet vertelde". Opnamen van de Russen over de strijd aan het front. Doodstil zag het weinige publiek het défilé over het Rode Plein, het voor bijtrekken van de officieren en de man schappen. Zij zagen de haat de be grijpelijke haat van de Russen. Vrou wen spuwden in het gezicht van de Duitsers, die zich dat moesten laten welgevallen. De overlevenden zagen hun macht... laten we begrijpen, dat de Russen zo'n strijd als van 1941-1945 willen voorko men. Niet op woorden van diplomaten kan men vertrouwen, zij vertrouwen enkel op geweren, vastbesloten mannen, vliegers en raketten.... In de afgelopen weken is er een over vloedige regenval geweest. De meeste koeien staan of worden op het moment op stal gezet. De veranderingen, die voor ons rundvee optreden van de wel de naar de stal zijn groot. In de weide hebben de koeien onbeperkte bewe gingsvrijheid, nu staat hun een periode te wachten van 160 tot 210 dagen be perkte bewegingsvrijheid in de loop stal en geen in de stal waar de dieren zijn aangebonden. Zouden wij, aldus ir. W. Davids van het Rijksconsulentschap voor veevoeding onlangs voor de micro foon, voor ons rundvee menselijke maatstaven aannemen, dan zou een volwassen melkkoe over een ruimte van 12 m lang, 3 m breed en 5 m hoog de beschikking krijgen. Voor een volwas sen man zouden de maten van de ruim te van een koestal zijn 0,75 breed, 1,80 m lang en 2 m hoog. Vooral aan de ma ten voor een volwassen man is het duidelijk te merken, dat er een goed stalklimaat in de stal aanwezig dient te zijn. De beesten moeten zich in de stal behagelijk kunnen voelen. Voelen de dieren zich op stal niet op hun gemak, dan is dit te merken in de melkproduc tie. De dieren vinden het over het alge meen fijn om in de herfst naar de stal te gaan. Ze vinden daar de beschutting, die ze in de wintermaanden nodig heb ben. Graag geven wij het de melkkoeien ook goed op stal. De voeding van hooi en ander ruwvoer wordt vaak nog aan gevuld met wat krachtvoer. Veelal ziet men, dat de melkgift in de laatste we ken van de weideperiode sterk is ge daald. Op stal bestaat misschien de mo gelijkheid om deze melkproductie te verhogen. Echter voor één punt van deze ver hoging van de melkproductie moet wor- den gewaarschuwd. Koeien, die oud- melkt zijn en koeien die van de melk af zijn, komen niet meer op de melk. De krachtvoergift kan bij deze koeien beter weggelaten worden. Het is beter ze alleen op ruwvoer te laten produce ren mits in het ruwvoer voldoende voe derwaarde aanwezig is. De nog' vrij goed producerende koeien zullen zeer zeker met een hogere produktie reage ren als tijdens de stalperiode extra krachtvoer wordt verstrekt. Deze koeien voert men niet te snel boven de norm, terwijl men de oudmelkte dieren, die niet veel meer produceren, snel boven de norm voert. Krachtvoer aan deze dieren te verstrekken betekent vaak geld weggooien. Een andere categorie dieren, waar men bij het opstallen niet bij stilstaat is het jongvee. Deze brengen nog niets in het laadje en kosten alleen geld. Vaak blijven deze dieren te lang buiten lopen. De jonge kalveren dienen eerder dan het melkvee te worden gestald. Hokke- lingen en ouder jongvee kunnen langer buiten blijven, maar een goede ligplaats of behoorlijk onderkomen is voor hen tijdens de herfst beslist belangrijk. MIDDELHARNIS Benoeming. Mej. L. van Putten, on derwijzeres aan de Chr. V.G.L.O, school is met ingang van 15 febr. in gelijke be trekking benoemd aan de Groen van Prinsterer-school, alhier. Door de jaren heen is aan het pu bliek bekend geworden dat er in de drie, naar levens'beschouwlng ingestel de, opleidingsinstituten voor blinde kin deren grote mogelijkheden liggen voor een ontwikkeling, door onderwijs en opvoeding, tot nuttige leden van onze samenleving, tot volwaardig geschoolde werkers, die in hun beroep kunnen voorzien in eigen onderhoud. Minder algemeen bekend, om niet te zeggen nog onbekend is het publiek (zijn de ouders) met de opleiding aan een speciale school voor kinderen met een beperkt gezichtsvermogen, dit zijn de jongens en de meisjes die niet tot de blinden gerekend mogen worden, maar niet voldoende gezichtsvermogen bezitten om volledig te kunnen mee komen met de kinderen in de vaak overvolle klassen van de gewone school die zij in hun woonplaats bezoeken. Nog dagelijks wordt ervaren dat de ze kinderen met de beste bedoelingen zo goed mogelijk door hun onderwij- zer(es) worden geholpen, maar dat dit „helpen" veelal niet tot de gewenste resultaten leidt. In vele gevallen wordt te laat opgemerkt dat langzaam maar zeker een hiaat in de kermis is ont staan en vergeleken bij de zienden een achterstand valt te constateren, die veelal (al of niet ten onrechte) eerder aan tekort aan mentale vermogens dan aan het verminderd gezichtsvermogen wordt toegeschreven. Vaak wordt bij de „slechtzienden kinderen" tevens (in meer of mindere mate) een tekort aan aanpassingsvermogen aan hun omge ving gesignaleerd om verder niet te spreken over andere bijkomende defec ten. Voor deze kinderen, met beperkt ge zichtsvermogen, zijn er in ons land ver scheidene speciale scholen, die reke ning houden met de handicap, waar bij zondere aandacht wordt geschonken aan „het leren leven" met de handicap en aan de maatschappelijke aanpassing. Vele specialisten o.a. op medisch als ook op onderwijstechnisch gebied wor den waar nodig ingeschakeld. Niets wordt nagelaten om het kind m.et beperkt gezichtsvermogen optimale kansen te geven voor een reële plaats in de maatschappij (evenals de blinden en de zienden!). Wil men dit kind werkelijk helpen, dan zal men het toch heus dienen te verwijzen naar een der speciale scholen voor slechtzienden. Uiteraard kan plaatsing op een school voor blinden of voor slechtzienden slechts geschieden op duidelijk advies van hiervoor deskundige oogartsen. De ze en andere specialisten zijn aan alle instituten verbonden. Een eventuele plaatsing wordt altijd voorafgegaan door een onderzoek, dat zorgvuldig wordt voorbereid en waarbij vanzelfsprekend de eigen onderwijzer(es), liiedici etc, worden geraadpleegd. Een dergelijk on derzoek blijft voor de ouders altijd nog vrijblijvend. Zij kunnen zelf beslissen, na het verkregen advies, of zij hun kind al of niet de kans willen geven tot deze speciale opleiding, welke be halve L.O. ook vervolg en vakonder wijs omvat. In het christelijk instituut „Barti- méus" te Zeist zijn zulke scholen voor blinde en slechtziende kinderen. Voor de kinderen die niet dagelijks de reis van huis naar school en terug kurmen maken zijn er de internaten. De leiding van het instituut streeft naar een in tensief contact met de ouders van de aan haar toevertrouwde kinderen. Naast de ontmoetings- en gespreksmogelijkhe- den in het instituut te Zeist en de briefwisseling met de ouders door de leidsters en de kinderen wordt een maal per jaar een ouderbijeenkomst ge organiseerd in de provincie waar de kinderen woonachtig zijn. Onze staf medewerkers komen daar dan ook heen Deze bijeenkomsten hebben echt het doel open en eerlijk, op ongedwongen wijze, het persoonlijk gesprek over het kind tussen de ouders en de medewer kers te bevorderen: samen spreken over hun kinderen. Gebleken is dat deze bijeenkomsten ook zeer vruchtbaar zijn voor ouders die een blind of slechtziend kind heb ben dat nog niet op een speciale school gaat. Ook en juist zij zijn van harte welkom op de provinciale (regionale) ouderbij eenkomsten. Deze zijn evenmin slechts bedoeld voor geestverwanten van „Bartiméus", maar ook voor an dersdenkenden. Doorverwijzing naar het instituut van hun keuze is moge lijk. Eveneens 2ujn welkom allen die beroepshalve te maken hebben met blinde of slechtziende kinderen en die zich nader willen oriënteren. Wie niet in de gelegenheid is de ouderbijeenkomst te bezoeken te Rot terdam op vrijdagavond 24 nov. 1967, aanvang 7 uur in Hotel „Regina" Spoor- singel 15 (tegenover Blij dorpuitgang achterzijde Centraal Station), kan schrij ven naar „Bartiméus", Utrechtseweg 84 te Zeist en vrijblijvend een bezoek van de maatschappelijk werk(st)er vra gen (zonder kosten). 2e serie nr. REACTIES OP OPROEP. Van de heer Rozemond uit Gorkum kreeg ik nog een aanvullend schrijven over de brouwerij Stavenisse, n.l. een bestelbriefje voor een nieuwe zending bier van 21 september 1783. Met dank aan de schrijver heb ik zijn brief door gezonden aan dr. K. J. Hocke in Zonne- maire. Dhr. Rozemond zond nu ook nog en kele dialectische woorden (hij heeft vroeger enige tijd in Flakkee gewerkt. Een Sommelsdijkse boer had het over zijn sterke zoon „'n Baele gewan droeg 'n van diek tot diek, mar in z'n stikzak 'n brood van kaste tot kaste". Met gewan werd bedoeld: kunstmest. Wie kent dit woord nog? In het Mid delnederlands woordenboek wordt als een der betekenissen van gewande ook voorraad opgegeven. Als hij bij slechte weersomstandigheden naar zijn werk ging, placht de kost juffrouw te zeggen: Gae je d'n ondiepen weer andoewe? Kent iemand die uitdrukking, en wie kan ze verklaren? Ik kreeg een briefkaart uit Sommels- dijk van iemand, die me het adres gaf van de 90-jarige mej. De Graaf, doch ter van wijlen burgemeester De Graaf, die destijds in de brouwerij woonde. Juffrouw Rood uit Apeldoorn gaf me nog enige gegevens over de Joden op Flakkee. Ik kan daarvan gebruik ma ken als ik er over schrijf in het Boek ■over Flakkee. Een oud-Melissantse deelde me mee, dat volgens de legende de Bouwdijk in Melissant in één nacht gelegd is door de reus „Taoi" (Taai). Ze wist het van haar grootvader. Ze schreef ook, dat het huis van L. W. van Bruinisse aan de Molen dijk gebouwd is voor een broer van de heer P. D. Sieling. Het staat op de fun damenten van een oud kasteel. Men vond meters dikke muren en een I onderaardse gang, die vol puin was. De werkmensen zijn er een paar meters in i doorgedrongen en durfden toen niet verder. Jammer. Ze vertelt verder dat haar grootvader aannemer was. Hij heeft o.a. de Hals stee afgebroken en opnieuw opgebouwd. Daarna heeft hij aan de Achterweg voor eigen rekening een rij huizen ge bouwd. Zijn concurrent Tieleman, die het met lede ogen aanzag, strooide toen het praatje rond, dat haar grootvader op de Halsstee een pot met geld ge vonden had. Dit ontkende de bouwer, maar het praatje ging verder. De rij huizen staat er nog en is bekend onder de naam de Potstee. Graag krijg ik uit andere plaatsen dergelijke verhalen. Ik kreeg nog enkele versjes en een paar toververhalen. Een eindje buiten het dorp woonde een tovernaar, een vent die met nego tie ging. Ieder was doodsbang van hem. Als je alleen over een eenzame weg liep, stond hij ineens voor je als... de duivel en dan rilde je van de kou. Wee het kind, dat hij een snoepje gaf of zelfs maar aanraakte, dan zaten de ouders weken in doodsnood, dat er iets ergs zou gebeuren. Ik heb in Folklore en Taal al heel wat toververhalen opge nomen en ik ben er van overtuigd, dat er nog veel meer in omloop zijn. Ik weet ook, dat er nog, tal van mensen zijn, die ze niet durven vertellen, omdat ze bang zijn, dat ze dan lastig gevallen worden door heksen en tovenaars. „Ze kenne mien nog te veul", zeggen ze. Dominees kunnen ook heel wat ver tellen. Een predikant kwam aan het sterfbed van een boer van negentig jaar Toen hij hem vroeg, of hij al zijn vij anden vergeven kon, zei de oude: „Ik heb geen enkele vijand, dominee, die zijn allemaal dood". In het drukst van de oogst, komt do minee bij een boer die juist aan tafel gaat. „Hoe sta je voor de eeuwigheid?" vraagt hij. „Ik moet nu aan 't heden denken", zegt de boer. „ledere dag bid ik: Geef ons heden ons dagelijks brood, dus moet ik nu alle krachten inspannen voor 't binnenhalen van de oogst, die God heeft laten groeien. Ik moet eten. Heeft do minee ook trek in een horretje karne- melkse pap?" Een oud-eilander schrijft uitvoerig over het godsdienstig leven op het eiland. Hij wijst er op, dat er zoveel richtingen zijn; de Hervormde Kerk, (de Grote Kerk), de Gereformeerden, Oud-gereformeerden, Gereformeerden onder 't Kruis, Remonstranten, maar er zijn ook mensen die nergens aan gelo ven, die kaartspelen op zondag en vuurtje stoken op Oudejaarsavond de spelers en stokers. Het meeste aan dacht schenkt hij aan de vromen, de bekeerden, de echte kinderen van God, die zich houden aan de oude schrijvers als Van der Groe, Bunjan, Laan e.a., en gezelschappen houden onder elkaar. Al le mensen liggen onder de zonde van Adam, maar alleen door de genade van God worden de uitverkorenen van hun zondelast bevrijd. Al voor de grondleg ging der wereld zijn ze in het boek des Levens ingeschreven. Jacob heb ik lief gehad, maar Ezau heb ik gehaat. Er zijn plotselinge bekeringen, maar ook levenslange worstelingen van de gelovigen. „Ben ik er één van?" is de grote vraag. Ze moeten door grote diep ten heen, een mens moet eerst volko men verbrijzeld worden, voor de Heere Zijn reddende hand uitstrekt. Maar aan deze kant van 't graf moet het geopen baard worden. Die vromen kunnen hard zijn in hun oordeel over anderen, maar ook voor elkaar. Als ze naar de kerk gaan, kan de dominee niet te hard te keer gaan tegen de ongelovigen en ze verdoemen naar de buitenste duisternis. Jezus heeft ge zegd: Komt allen tot mij die belast en beladen zijn en ik zal u rust geven. Werkt uw zelfs zaligheid met vreze en beving. Geloof alleenlijk. Maar als een dominee zo preekt,, dan zet hij de deure te verre open. Wie zich stelt op de weg der middelen is op de verkeerde weg. De schrijver heeft het over de toe standen aan 't begin van deze eeuw. Een oude man zegt, dat het tegen de ordonnantiën is, als een man huishou delijk werk verricht, maar ook als een vrouw op 't land werkt, zeker als ze zich kleedt in mannenkleding. De vrouw mag niet deelnemen aan verkiezingen. Hij klaagt, dat ze van 't Kerstfeest een Sinterklaasfeest maken, dat ze vuur werk afsteken. De vrouwen kleden zich te opzichtig, ze gaan naar de kerk met sieraden in plaats van met zwarte kle ding en met een zwarte stoffenbijbel, wit op snee. Die vrome mensen zijn te gen verzekeringen, tegen inenting, tegen kunstmest en middelen tegen planten ziekten. Tot heden kreeg ik nog geen foto's of oude ansichten van oude gebouwen, kerken, scholen, gemeentehuizen en an dere bijzonderheden. Wie kan wat mee delen over de visbank in Herkingen, de redoute in Stad, de weeshuizen in som mige dorpen enz. enz.? F. den Eerzamen Wittenburgseweg 32, Wassenaar.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 9