iiAnoEn niEuws «RAIFFEISENBANK ISiv^^ De Hervorming op Zuid-Beveland DESlREE Hondemastate" m! 9f KOLFF Ontwikkeling der verdiende lonen Hulpprogramma van Geref. kerken voor Vietnam lens elen Al va si iolvrij Zeeuwse wandelingen met ruim 2 miljaen spaarders. spaarbank en alle bankzaken Insecten of Houtworm? blad Vrijdag 6 oktober 196(7 No. 3626 lOOütf. 2025 'dei I KNIS I' iThtt UNIEKE AANBIEDING ^OOR NEDERLAND!! TIJDELIJK F 375.- VAN DAM N.V. Voor gashaarden fa. P. KIEVIT Zn. KOLFF - Middeiharnis De elegante vérlovmgsmig KEUVELAAR MIDDELHARNIS Het Kinderfonds der Verenigde Naties „UNICEF' ïkleed )y tot baby- ley, die Irsplooi Ook dat was Amsterdam Een boeiend stuk kerkhistorie. 1 Nu de dagen korter worden en de lïonden langer, krijgen we weer meer Ejd om te lezen. Tenminsteals we Vjet iedere avond van huis zijn voor ijn vergadering of onze tijd uitzitten loor het televisietoestel Het is al geruime tijd geleden (om Itecies te zijn op vrijdag 24 juni) dat in deze rubriek aandacht vroeg voor Lt prachtige werk van Dr R. B. Even- Lis over de kerkgeschiedenis van onze loofdstad in de 17de eeuw, getiteld lOok dat was Amsterdam". Wellicht lullen de belangstellende lezers zich r herinneren dat ik nogal enthousiast Ijas over dat eerste deel en dat ik toen I verlangend uitzag naar de verschij- ing van het tweede. Dat tweede deel I inmiddels alweer een hele tijd uit. I had er al eerder over willen schrij- |en, maar tot nog toe hadden weer an- lere zaken voorrang. Bovendien, het Kijkvenster is geen boekbespreking. Maar nu ik dan het tweede deel gele ien en herlezen heb, kan ik toch niet laten U deelgenoot te maken van het lenoegen dat ook dit boek. me heeft foschaft. Het eerste deel van Evenhuis' werk lehandelde meer de officiële kerkge- thiedenis: de overgang van Amster dam naar de Reformatie, de verdere litbouw en groei van de Hervormde femeente, de strijd met de Remon- Itranten en de worsteling om de theo- Iratie. Dit tweede deel behandelt in jeite dezelfde tijd, maar dan met het Iccent op het leven der gemeente. Hoofdstuk I, dat tot titel heeft „Woord In Dienst" laat ons iets zien van de ïredienst en de prediking in de nog jonge kerk der Reformatie. In hoofd- |luk II komt de discipline, de tucht de orde. Dit is een bijzonder leer- laam gedeelte, omdat de kerk van die i al te vaak is beschuldigd een Joort van inquisitie te hebben geoe- lend over haar leden. Evenhuis toont lij de stukken aan dat deze beschul- i ten enenmale ongegrond is. hoofdstuk III behandelt over de Dis- Jenters, dus over „degenen die buiten lijn" en dat waren er niet zo weinig: ie joden, de Remonstranten, de room- Jen, de lutheranen, de baptisten, en al lerlei sekten en stromingen, die in de loofdstad asyl zochten en vaak ook ponden. Bijzonder interessant is ook (loofdstuk IV, waarin de verhouding lussen Calvinisme en cultuur wordt be sproken. Vanzelfsprekend komt daarin testers Acadamie aan de orde, maar pveneens de moeilijkheden met onze jrote kunstenaars, zoals Vondel, Rem- Irandt en Brederode. De zending is pet onderwerp van hoofdstuk V; hieruit Jian men leren welk een ruime blik Gereformeerde vaderen hebben jjehad, ook ten aanzien van de han delsbetrekkingen in Oost en West. Ten- tlotte in hoofdstuk VI gewijd aan de benaren des Woords. Het ongunstige [oordeel van de grootste van onze dich ters, Joost van den Vondel, blijkt totaal ■onhoudbaar en wordt dan ook door de Tschrijver ontzenuwd. jUit deze inhoudsopgave blijkt al vol doende met welk een standaardwerk ^e hier opnieuw te doen hebben. Wat iW van het eerste deel hebben gezegd, keldt niet minder van dit tweede, deel: p in een spiegeltje zien we hier de pchiedenis van de vaderlandse kerk, piet alleen in Amsterdam, maar ook in p hele Republiek der Zeven Verenig de Nederlanden. Daarom is ook dit jieel van uitermate groot belang voor pe kennis van onze kerkhistorie. En |claar komt bij, dat het boek zich even zijn voorganger bijzonder prettig lezen. Geschiedkundige werken |iebben vaak het gebrek dat ze droog Jijn wegens de opsomming van een |groot aantal feiten en détails. Dit werk ook wel veel materiaal dat recht- Istreeks aan de bronnen is ontleend, Ijnaar de schrijver verstaat de kunst ■boeiend te vertellen. Wanneer men een- Ijiaal begormen is, kan men niet op- iMuden. De verleiding is groot U een en an- pr uit dit boek te vertellen, maar ik YOÜTHZIG-ZAG LICHTGEWICHT met vrije stoparm, tijdelijk van f 450.- voor f 375,- Mogelijklieden: Naden afwerken, knoopgaten maken, cordonneren, monogrammen, appli- queren, stoppen, borduren.tweenaalds- werk, zadelsteek, blindzomen, rekbaar materiaal verwerken. Vraag demonstratie of uitgebreidekleu- renfolder aan: ROTTERDAM - HOOGSTRAAT 165-167 TELEFOON 010-13.04.24 en 11.39.02. RIJMEN VAN TIJMEN Het kan wel verkeren, Mét een zekere brug. Want „d' aloude" toestand. Ze-verandert vlug. En dat geldt ons brugje. Over 't Haringvliet, Dat geheel het eiland. Veel gemakken biedt. Fiets en brommer rijden, Straks volkomen vrij. En de „buspatienten", Dokken niets meer bij. Het is met die dingen. Grondig voor elkaar. Voor het laatst betaalt men Straks met oudejaar. Eerste januari. Vormt een goed begin. Om dan veel te reizen, Heeft wel doel en 2an. Want het is dan gratis. Dan verdwijnt de tol. Nu, dat houdt 'n ieder, Vast een tijdje vol. Staan we soms in dezen, Aan een nieuw begin? Zet zich 'n verlaging. Voor de rest soms in? Of gaat het gebeuren: Alles, alles vrij. Menig autorijder. Was allang al blij. TIJMEN. uw adres ZANDPAD 4-6 - Middelharnis tegenover De Gruyter zal die verleiding weerstaan. Misschien kunnen we later nogéens op een be paald onderwerp terugkomen. Ik zou wel willen dat ieder meelevend ge- meentelid dat ook maar enige belang stelling voor kerkgeschiedenis heeft, dit werk ter hand nam. Men kan er vele aangename uren aan beleven en bo vendien z'n kennis van de kerkhistorie vermeerderen. WAARNEMER. Met de Hervorming op Zuid-Beve land is het heel anders gegaan dan zo als u het in mijn vorige artikel op Wal cheren hebt kunnen lezen. Hier waren Vlissingen, Veere en het platteland reeds in 1572 overgegaan naar de zijde van de Prins. Gevolgd door Middelburg in 1574 na een beleg van IV2 jaar. Maar in Goes stonden de zaken anders. Daar heeft het nog enkele jaren geduurd vóór men van het Spaanse juk bevrijd was. Goes voor de Prins. Na de bevrijding van Walcheren heeft men van hieruit geprobeerd ook Goes te bevrijden. De goeverrieur van Vlis singen, Tseraerts, ging de stad opeisen voor de Prins, maar zijn uitdaging werd beantwoord „met kruit en lood". Zijn aantal soldaten was te klein om zich te laten gelden. Een tweede keer kwam hij met een legertje van 3000 man, waartegen de Spaanse bevelhebber in de stad slechts 800 man kon zetten. Ook dit plan mis lukte en met grote verliezen moest hij aftrekken. Voor de derde keer moest hij na een beleg van twee maanden opnieuw met bloedige verliezen van de stad terug trekken. Goes had versterking ontvan gen van de bekende Mondragon, de vroegere bevelhebber in Middelburg. Hij was met zijn troepen door het ver dronken land van Zuid-Beveland ko men ploeteren om de belegerde stad te helpen en met succes. Geen wonder dat men de Watergeuzen smalend noemde „gepeupel zonder wapenen, le- diggangers, kwaad geboefte, weder- spannigen." Maar in 1577 werd de toestand beter. In het begin van dat jaar waren de be zettingstroepen vertrokken. Toen werd op 22 maart de Satisfactie afgekondigd, dat is de vereniging met de andere steden van Zeeland onder de Prins van Oranje. Op voorwaarde echter dat de Roomse godsdienst ongehinderd mocht uitgeoefend worden. De Prins was erg verdraagzaam en wilde niet dat iemand vanwege zijn geloof lastig gevallen werd. We moeten ook niet vergeten, dat op Zuid-Beveland vele stadsbestuur ders, ambafchtsheren en edelen vurig Rooms waren en gehecht aan de leer van hun kerk. In 1579 maakten echter de Staten van Zeeland een eind aan deze regel der verdraagzaamheid. Het werd de Room sen verboden in het openbaar hun kerk -diensten te houden. In het geheim kwamen ze nu samen in gewone huizen of boerderijen, die schuilkerken werden genoemd. Pries ters trokken het eiland door om de mis te bedienen en kinderen te dopen. Meestal werd het oogluikend toegestaan De nieuwe leer. In die tijd was men in het algemeen nog niet rijp voor de Hervorming. Wel waren er voorheen enkele martelaars geweest, maar hun aantal was niet groot. Ik noem b.v. de Goesenaar Joost Joossen, een doopsgezinde, die in 1560 te Veere was verbrand. Hetzelfde lot trof een paar jaar later een zekere Jan Grendel, die op het marktplein te Goes werd ter dood gebracht. Maar toen in het bekende jaar 1566 enkele personen in het openbaar het Woord Gods verkondigden, vonden ze slechts weinig bijval en werden met be schimping ontvangen. De hagepreken in diverse plaatsen hebben niet veel be keerlingen opgeleverd. Geen wonder dat de beeldenstorm hier niet veel verwoestingen heeft ver oorzaakt. De kerken bleven intact, zo wel van binnen als van buiten. Langzamerhand neemt het aantal Gereformeerden toe. In 1578 of 1579 heeft Goes een vaste predikant met een gemeente van in het begin 10 20 be lijdende leden, bij het eerste H. Avond maal op 14 april 1579 waren er 22 lid maten. Een kerk hebben ze nog niet. Daarom vroegen ze een van de twee kleine Roomse kerken, n.l. die bij het klooster der Kruisbroeders behoorde. De magistraat der stad weigerde, maar zegde tenslotte de Gasthuiskerk toe, waarmee men echter geen genoegen nam. Na een onbetekenend beeldenstormp je van een beeld in de kerkmuur en een paar beelden op het kerkhof, kwamen kort daarop twee predikanten uit Wal cheren met enige officieren met de eis: Geef de Grote Kerk, de Maria Magda- lenakerk aan de Goese gemeente. Het waren Ds. Gerobulus uit Vlissingen en Ds. Miggrode uit Veere. Na enige aarzeling van de stadsrege ring gaf de koster de sleutels af. „Ghe- reynigt ende tot den dienste Godes be- quaem gemaakt" werd op 8 oktober IN HDÜJIND sniHffliiiiis Zóvelen geven bun vertrouwen aan de Raiffeisenbank, Samen sparen zij meer lljdan 5 miljard gulden. iaiaiM^JMSiKJgiaj^pf^'SM^^^^p^^a voor veilige verzekeringen en lage premies Bijzonder snelle schade afwikkeling Zeer scherpe tarieven voor autoverzekeringen en---- na 1 jaar schadevrij rijden reeds 20*/« kortins. Financieringen. VOORSTRAAT 36 TELEFOON (01870) 2012. Byna een eeuw assurantie- agenten. 1578 door Ds. Gerobulus in de oude Goese kathedraal de eerste „ketterse" preek gehouden. Op het platteland. Zowel in Goes als in de omliggende dorpen bleven velen trouw aan de oude Moederkerk, als het te gevaarlijk was in stilte. Velen verlieten ook Zuid-Beveland, zoals edelen en ambachtsheren en trok ken naar de zuidelijke Nederlanden, waar ze vrijuit hun godsdienst konden uitoefenen. Ook waren er veel onverschilligen. Schijnheiligen die om een staatsambt te mogen bekleden zogenaamd de nieu we leer waren toegedaan. De Gereformeerde kerk groeide maar langzaam. In 1578 was Arnold Wiels predikant te Baarland, hij was vroeger onderwijzer, ouderling en catechiseer meester in Middelburg. In 1581 vroeg hij ontslag, omdat hij geen vrucht op zijn werk zag: hij noemde het een ploegen op rotsen. Zijn opvolger was Ds. de Riader, voorheen pastoor te 's- Gravenpolder en Oostburg, waar hij met de Hervorming meeging. Na enkele plaatsen gediend te hebben, kwam hij naar Baarland. Na 4 jaar werd hij we gens Roomse ideeën ontslagen. Zo pre dikte hij in de vastentijd op alle vrij dagen en leidde hij begrafenissen op Roomse manier. Toch waren er in 1578 reeds 7 dorpen die een predikant beroepen hadden: Wemeldinge, Nisse, Kapelle met Bie- zelinge, Kruiningen, Heinkenszand, Hoedekenskerke en Baarland. In Nisse werd pas 12 jaar later voor het eerst het H. Avondmaal gehouden met 12 be lijdende leden. In de tachtiger jaren volgden de meeste andere dorpen. Toen in 1597 de Classis Zuid-Beve land te Kapelle vergaderde, werd de vraag gesteld of iemand ouderling mocht zijn, terwijl zijn vrouw Rooms was. Natuurlijk kon dat niet. Alleen was het wel toegestaan, wanneer men geen andere ouderling kon krijgen. Het was namelijk erg moeilijk om in zulke kleine gemeenten 2 ouderlingen en 2 diakenen in de kerkeraad te krijgen. Daar deze trage Hervorming op Zuid- Beveland zult u nu wel begrijpen, dat er hier anders dan op Walcheren nog zoveel Roomsen zijn overgebleven. 's-Heerenhoek en Ovezande zijn gro tendeels R. Katholiek, Hoedekenskerke en Heinkenszand voor de helft. Verder wonen er overal verspreid nog Roomse families. Voor zover ze nog in kleder dracht zijn, kan men hieraan zien tot welke kerk ze behoren. Over Noord-Beveland kan ik kort zijn. In deze tijd (1532-1598) stond het onder water. Middelburg. L. van Wallenburg. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het ge middeld verdiende uurloon van volwas sen mannelijke werknemers (arbeiders en employés) tussen oktober 1966 en juli 1967 met 6,8% omhooggegaan. Voor de handarbeiders afzonderlijk bedroeg de stijging circa 6V2°/o. Een en ander blijkt uit een loononderzoek dat door het C.B.S. is ingesteld in nijverheid, handel, vervoer en bank- en verzeke ringsbedrijven. De stijging der verdiende lonen tus sen oktober 1966 en juli 1967 is ge ringer dan die over dezelfde periode in voorgaande jaren. Tussen oktober 1964 en juli 1965 liepen de verdiende lonen met 8% op, waarnaast nog een bijzon dere uitkering van 2''/o werd betaald. Tussen oktober 1965 en juli 1966 be droeg de stijging SVa'/o. Zo spoedig mogelijk gaat het gere formeerd werelddiakonaat actief deel nemen aan de hulpverlening in Viet nam. Opdracht hiertoe gaf de generale synode van de gereformeerde kerken, nadat zij een verklaring over de oorlog in Vietnam vaststelde. Het werelddiakonaat is van plan landbouwkundigen in te zetten in de vluchtelingenkampen van Vietnamese boeren. De bedoeling is hen daar betere landbouwmethoden te leren, zodat ze wanneer ze eens kunnen terugkeren naar hun dorpen een nieuw bedrijf kunnen opbouwen. Een moeilijkheid is, dat de Vietname- zen zich vaak verzetten tegen hulp van blanken. Men beschouwt hen allen als bondgenoten van Amerika. Daarom zal het werelddiakonaat proberen land bouwkundigen uit Pakistan en Indone sië ter beschikking te stellen. Zowel in Pakistan als op het Indone sische eiland Soemba is het gerefor meerd werelddiakonaat sterk betrokken bij landbouwprojecten. Aziatische me dewerkers van deze projecten, die ge schikt zijn voor uitzending naar Viet nam, kunnen eventueel vervangen wor den door deskundigen uit Nederland. Dr. J. van Klinken, directeur van het Algemeen Diakonaal Bureau in Utrecht is o.a. voor de opzet van deze hulpver lening vertrokken naar Pakistan. Hij zal ook naar Indonesië gaan en ver volgens in Hongkong de uitvoering van de plannen bespreken met de leiding van de Asian Christian Service. Deze hulpdienst van de christelijke kerken in Azië werkt reeds met twee teams in Vietnam. 'If Het kind in de minder ontwikkelde landen wordt veelal slecht beschermd en w^ordt bedreigd door vele gevaren. Als dit kind honger lijdt, ziek blijft of geen beroep leert, zal het een ongeluk kig mens worden en weinig of niets bij dragen tot de vooruitgang van de mensheid. De Unicef heeft een beperkt budget en woekert met zijn middelen. Er wordt gewerkt aan 570 programma's in 116 landen en daarvoor is per jaar 145 miljoen beschikbaar. Ondertussen ster ven 2.000.000 mensen per jaar aan ma laria, zijn er tien miljoen lijders aan lepra, en lijden 500 miljoen mensen aan trachoom en ontvangen in vele landen meer dan de helft van de kinderen geen enkel onderwijs. De middelen van Unicef komen voor 70''/o van de nationale regeringen. De rest komt van o.a. particulieren en ak- ties. Het Regionale Unicef Comité Rijn mond tracht in het Rijnmondgebied door akties het zijne bij te dragen om Unicef te helpen en zodoende de nqod van miljoenen kinderen in de wereld te verminderen. Op 23 september zal er een promenadeconcert plaats vinden in de Grote Zaal van de Doelen te Rot terdam, waar de Marinierskapel en enige Koren zullen optreden met een aantrekkelijk programma. Het comité gaat de leerkrachten op de scholen verder voorlichten over Uni cef en de Verenigde Naties. In september start de verkoop van de bekende wenskaarten en agenda's bij vele adressen en o.a. in de Doelen en in de Schouwburg te Rotterdam. Het comité zoekt nog naar middelen om het Unicefwerk te bevorderen. C. KARDUX Dirksland - TeL 219 |v_ERV o L G V E RHAAL door HERMAN DE MUINCK Pwee jongelui fietsten naar de oprij- |laan. I^e lach werd ook in de keuken ge- IJoord, waar de beide meisjes nog even Inpraatten over het nieuws van Janus. lAdri keek naar buiten. I i.uie weet ook wat-ie doet", doelend IJP de jongeman, die naast het meisje "Wat bedoel je?" Ijj.'.'Nou, een meisje met geld natuurlijk. Ij''heeft geen stuiver op zak, wed ik. 1" fle pastorie is het heus geen vetpot. I ^n stel kinderen en hij studeert in |s*^*t, niet? Nou. dat kost ook geld. l/i dan moet je onze juffrouw aan de Y^^k kunnen slaan! Niet gek bekeken!" Ireli ^'^ee kennen elkaar al ja- I Je weet niet eens, of het wat |wordt". »Kom nou! Als-ie hier is zien ze me- inT ^ij'ia elke dag. Hij laat haar |j^""rli3k niet los. Enig meisje. Met Kan hij gebruiken, als hij dokter ja, dat heeft hij goed bekeken". „Je praat net, alsof je denkt, dat het hem om haar geld te doen is. Maar ik zeg, dat Jan Fottema een fijne vent is. Hou je dat voor gezegd", zei Kee Ver donk scherp. „Zeg ik toch niets van", bond Adri in. „Die twee zoeken het maar uit. Ik snap alleen niet, dat mijnheer het goed vindt van die twee. Een kale zoon van een kale dominee. En dan mijnheer, die nooit naar de kerk gaat". „Nou ja, hij is nu eenmaal gek op zijn dokter. En als "die mannou ja, ik weet het ook niet. Maar Jan is altijd welkom op „Hondemastate", dat weet je." „Da's zeker. En juffrouw Lucie is een schat", zei Adri warm. „Enig kind, maar niet verwend". „En nu aan het werk. We verkletsen onze tijd". Aan Janus had Adri beloofd, te zul len zwijgen. Het mocht wat! Toen zij die avond thuis was eenmaal per week hadden de meisjes, bij beurten, enkele uren vrij en 's zondags een hal ve dag brandde het grote nieuws, dat er een automobiel op het eiland zou komen, haar op de tong. Na nog geen half uur waren vader, moeder, de broers en de zusters geheel op de hoog te. En de volgende dag wist niet alleen Schouwenburg het, maar ook zeer velen in Zeestad. Het kwam ook mijnheer Frenkel ter ore; Frenkel, de enige redacteur van het tweemaal per week verschijnend nieuws- en advertentieblad, die zonder informaties in te winnen, in gezwollen stijl een bericht lanceerde, waarvan de korte inhoud was, dat de moderne tijd op het eiland zou komen, want „onze heer Van Adrigem" van Schouwenburg had in Rotterdam een automobiel ge kocht, die binnenkort zou arriveren... Het blaadje werd schier huis aan huis gelezen, kwam ook op „Hondemastate", waar mevrouw Van Adrigem de mede deling las, stom verbaasd, evenals Lucie Maar zij kon het haar man niet vragen, want die was in de stad op zijn kan toor of neen, zij keek op de klok, hij zou wel in de soos zijn. De „soos" was wat in de volksmond de „Heresociëteit" genoemd werd, die aan de Oude Haven stond. Tussen vijf en zes uur 's avonds was daar altijd een select gezelschap bijeen, allemaal leden van de „soos", die alleen intro- ducé's mochten meebrengen, om een borreltje te drinken, te biljarten of te praten. Daar kwam de burgemeester, al was dat nie^ elke dag het geval; bei de plaatselijke notarissen; rechters van de arrondissementsrechtbank, de grif fier; de kantonrechter, enkele zakenlui en anderen. Je zou kunnen zeggen: de upperten van Zeestad. Van Adrigem was aan het biljarten, toen één der aanwezigen het bericht in het nieuwsblaadje las. Die stevende di rect op de zakenman af en vroeg, op het bericht wijzend: „Is dat waar, Van Adrigem?" De aangesprokene sloeg een blik in het blad en las toen. „Wel verdraaid! Hoe komt die vent dat te weten? 'k Zal hem eens aan zijn jasje trekken". Van Adrigem was nijdig „Dus is het waar? Hoe durf je het aan?" „Waarom niet? In Holland rijden al heel wat automobielen. Ik had er nu eens plezier in, er ook een te kopen". Hij gaf de biljartkeu aan een ander, die in zijn plaats het spel zou voort zetten en liep naar de telefooncel. Hij zou die Frenkel eens mores leren! Maar zijn woede zakte al heel spoedig. Hij vroeg het nummer niet eens aan. Die Frenkel zou toch niets zeggen. De werkelijkheid was feitelijk, dat hij, nu het bericht eenmaal gepubli ceerd was, het toch niet onprettig vond, „in het nieuws" gekomen te zijn. Zijn ijdelheid was wel wat gestreeld. Hij was aardig „opgehaald". En daarvan was hij niet afkerig. Toen even na zes uur, zoals steeds, zijn met twee paarden bespannen rij tuig- voorreed, deed hij toch „alsof" en beet Janus toe: „Ben jij aan het praten over de automobiel geweest?" Omdat hij van het bericht in de cou rant gehoord had (hij had het zelf niet gelezen) was Janus op de vraag voor bereid en beantwoordde de vraag met een wedervraag: „Bedoelt u wat in de krant staat?" „Natuurlijk bedoel ik dat. Dat moet van jou afkomstig zijn. Jij bent de enige, die het weet." „Mijnheer, ik weet niet, hoe de krant aan het nieuwtje komt. Ik heb het ze niet gezegd", antwoordde Janus naar waarheid. „Ik begrijp er niets van." In zijn hart hoopte hij, dat mijnheer er niet verder op zou doorgaan, want dan kon hem wel zulk een vraag ge steld worden, dat hij óf door de mand moest vallen óf liegen. Tot zijn grote opluchting geloofde de baas zijn verzekering. Hij zeide al leen: „Ik snap niet, hoe het bekend kan worden. Enfin, het is niet anders." Het rijtuig hotste over de „kinderkop jes", waarmee de straten en straatjes van het stadje geplaveid waren, om weldra door de poort (Zeestad had nog drie goed bewaarde poorten) de weg naar Schouwenburg op te rijden, dat binnen het half uur bereikt was. Op „Hondemastate" werd uiteraard voor het diner op hem gewacht. Hij kon direct aan tafel gaan. Adri diende. Me vrouw Van Adrigem en Lucie baden, de heer der huizes deed het niet. Maar aanmerkingen had hij nooit gemaakt. Hij hield zielsveel van zijn vrouw en dochter. Mevrouw Van Adrigem was knap van uiterlijk, evenals Lucie, maar een goed opmerker zag onmiddellijk, dat mevrouw zwak, zo niet ziekelijk was. Dat was juist. De dokter van West gouwe kwam er elke week, hoewel hij er niets aan kon doen. Dat hadden de doktoren in Utrecht, waar Van Adri gem ettelijke malen met haar geweest was, ook niet gekund en tenslotte had een professor aan de Leidse Academie eveneens de schouders opgehaald, zij het dan, dat mevrouw Van Adrigem dat niet had gezien. Voor haar won derlijke ziekte de diagnose kon niet gesteld worden, zij had trouwens ver schillende kwalen, die wel onderkend waren was geen kruid gewassen. En kele zomermaanden ging het nog wel. Dan kwam zij in de tuin en ging ook wel uit rijden, vergezeld van Lucie of haar man, ook wel eens van beiden. „Albert, er staat in het nieuws blad „Ja, lieve, ik heb het gelezen. Jam mer genoeg, 'k Had jullie er mee willen verrassen." „Dus is het wóar?" „Ja, Janus gaat maandag voor een paar dagen naar Rotterdam, om het rijden te leren. Volgende week komt de automobiel." „Leuk", vond Lucie enthousiast. Maar haar moeder dacht er anders over. „Waarom heb je er niet eerst met ons of (een klein glimlachje) met mij over gepraat? Ik zou het je sterk afge raden hebben, 't Lijken me gevaarlijke dingen. Er is er ook niet één op het eiland." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5