iiAnoEn niEuws
«RAIFFEISENBANK
ISiv^^
De Hervorming op Zuid-Beveland
DESlREE
Hondemastate"
m!
9f
KOLFF
Ontwikkeling der
verdiende lonen
Hulpprogramma
van Geref. kerken
voor Vietnam
lens
elen
Al va si iolvrij
Zeeuwse wandelingen
met ruim
2 miljaen
spaarders.
spaarbank en alle bankzaken
Insecten of Houtworm?
blad
Vrijdag 6 oktober 196(7
No. 3626
lOOütf.
2025
'dei
I
KNIS I'
iThtt
UNIEKE AANBIEDING
^OOR NEDERLAND!!
TIJDELIJK
F 375.-
VAN DAM N.V.
Voor gashaarden
fa. P. KIEVIT Zn.
KOLFF - Middeiharnis
De elegante vérlovmgsmig
KEUVELAAR
MIDDELHARNIS
Het Kinderfonds
der Verenigde Naties
„UNICEF'
ïkleed
)y tot
baby-
ley, die
Irsplooi
Ook dat was Amsterdam
Een boeiend stuk kerkhistorie.
1 Nu de dagen korter worden en de
lïonden langer, krijgen we weer meer
Ejd om te lezen. Tenminsteals we
Vjet iedere avond van huis zijn voor
ijn vergadering of onze tijd uitzitten
loor het televisietoestel
Het is al geruime tijd geleden (om
Itecies te zijn op vrijdag 24 juni) dat
in deze rubriek aandacht vroeg voor
Lt prachtige werk van Dr R. B. Even-
Lis over de kerkgeschiedenis van onze
loofdstad in de 17de eeuw, getiteld
lOok dat was Amsterdam". Wellicht
lullen de belangstellende lezers zich
r herinneren dat ik nogal enthousiast
Ijas over dat eerste deel en dat ik toen
I verlangend uitzag naar de verschij-
ing van het tweede. Dat tweede deel
I inmiddels alweer een hele tijd uit.
I had er al eerder over willen schrij-
|en, maar tot nog toe hadden weer an-
lere zaken voorrang. Bovendien, het
Kijkvenster is geen boekbespreking.
Maar nu ik dan het tweede deel gele
ien en herlezen heb, kan ik toch niet
laten U deelgenoot te maken van het
lenoegen dat ook dit boek. me heeft
foschaft.
Het eerste deel van Evenhuis' werk
lehandelde meer de officiële kerkge-
thiedenis: de overgang van Amster
dam naar de Reformatie, de verdere
litbouw en groei van de Hervormde
femeente, de strijd met de Remon-
Itranten en de worsteling om de theo-
Iratie. Dit tweede deel behandelt in
jeite dezelfde tijd, maar dan met het
Iccent op het leven der gemeente.
Hoofdstuk I, dat tot titel heeft „Woord
In Dienst" laat ons iets zien van de
ïredienst en de prediking in de nog
jonge kerk der Reformatie. In hoofd-
|luk II komt de discipline, de tucht
de orde. Dit is een bijzonder leer-
laam gedeelte, omdat de kerk van die
i al te vaak is beschuldigd een
Joort van inquisitie te hebben geoe-
lend over haar leden. Evenhuis toont
lij de stukken aan dat deze beschul-
i ten enenmale ongegrond is.
hoofdstuk III behandelt over de Dis-
Jenters, dus over „degenen die buiten
lijn" en dat waren er niet zo weinig:
ie joden, de Remonstranten, de room-
Jen, de lutheranen, de baptisten, en al
lerlei sekten en stromingen, die in de
loofdstad asyl zochten en vaak ook
ponden. Bijzonder interessant is ook
(loofdstuk IV, waarin de verhouding
lussen Calvinisme en cultuur wordt be
sproken. Vanzelfsprekend komt daarin
testers Acadamie aan de orde, maar
pveneens de moeilijkheden met onze
jrote kunstenaars, zoals Vondel, Rem-
Irandt en Brederode. De zending is
pet onderwerp van hoofdstuk V; hieruit
Jian men leren welk een ruime blik
Gereformeerde vaderen hebben
jjehad, ook ten aanzien van de han
delsbetrekkingen in Oost en West. Ten-
tlotte in hoofdstuk VI gewijd aan de
benaren des Woords. Het ongunstige
[oordeel van de grootste van onze dich
ters, Joost van den Vondel, blijkt totaal
■onhoudbaar en wordt dan ook door de
Tschrijver ontzenuwd.
jUit deze inhoudsopgave blijkt al vol
doende met welk een standaardwerk
^e hier opnieuw te doen hebben. Wat
iW van het eerste deel hebben gezegd,
keldt niet minder van dit tweede, deel:
p in een spiegeltje zien we hier de
pchiedenis van de vaderlandse kerk,
piet alleen in Amsterdam, maar ook in
p hele Republiek der Zeven Verenig
de Nederlanden. Daarom is ook dit
jieel van uitermate groot belang voor
pe kennis van onze kerkhistorie. En
|claar komt bij, dat het boek zich even
zijn voorganger bijzonder prettig
lezen. Geschiedkundige werken
|iebben vaak het gebrek dat ze droog
Jijn wegens de opsomming van een
|groot aantal feiten en détails. Dit werk
ook wel veel materiaal dat recht-
Istreeks aan de bronnen is ontleend,
Ijnaar de schrijver verstaat de kunst
■boeiend te vertellen. Wanneer men een-
Ijiaal begormen is, kan men niet op-
iMuden.
De verleiding is groot U een en an-
pr uit dit boek te vertellen, maar ik
YOÜTHZIG-ZAG LICHTGEWICHT
met vrije stoparm,
tijdelijk van f 450.- voor f 375,-
Mogelijklieden:
Naden afwerken, knoopgaten maken,
cordonneren, monogrammen, appli-
queren, stoppen, borduren.tweenaalds-
werk, zadelsteek, blindzomen, rekbaar
materiaal verwerken.
Vraag demonstratie of uitgebreidekleu-
renfolder aan:
ROTTERDAM - HOOGSTRAAT 165-167
TELEFOON 010-13.04.24 en 11.39.02.
RIJMEN VAN TIJMEN
Het kan wel verkeren,
Mét een zekere brug.
Want „d' aloude" toestand.
Ze-verandert vlug.
En dat geldt ons brugje.
Over 't Haringvliet,
Dat geheel het eiland.
Veel gemakken biedt.
Fiets en brommer rijden,
Straks volkomen vrij.
En de „buspatienten",
Dokken niets meer bij.
Het is met die dingen.
Grondig voor elkaar.
Voor het laatst betaalt men
Straks met oudejaar.
Eerste januari.
Vormt een goed begin.
Om dan veel te reizen,
Heeft wel doel en 2an.
Want het is dan gratis.
Dan verdwijnt de tol.
Nu, dat houdt 'n ieder,
Vast een tijdje vol.
Staan we soms in dezen,
Aan een nieuw begin?
Zet zich 'n verlaging.
Voor de rest soms in?
Of gaat het gebeuren:
Alles, alles vrij.
Menig autorijder.
Was allang al blij.
TIJMEN.
uw adres
ZANDPAD 4-6 - Middelharnis
tegenover De Gruyter
zal die verleiding weerstaan. Misschien
kunnen we later nogéens op een be
paald onderwerp terugkomen. Ik zou
wel willen dat ieder meelevend ge-
meentelid dat ook maar enige belang
stelling voor kerkgeschiedenis heeft, dit
werk ter hand nam. Men kan er vele
aangename uren aan beleven en bo
vendien z'n kennis van de kerkhistorie
vermeerderen.
WAARNEMER.
Met de Hervorming op Zuid-Beve
land is het heel anders gegaan dan zo
als u het in mijn vorige artikel op Wal
cheren hebt kunnen lezen. Hier waren
Vlissingen, Veere en het platteland
reeds in 1572 overgegaan naar de zijde
van de Prins. Gevolgd door Middelburg
in 1574 na een beleg van IV2 jaar. Maar
in Goes stonden de zaken anders. Daar
heeft het nog enkele jaren geduurd
vóór men van het Spaanse juk bevrijd
was.
Goes voor de Prins.
Na de bevrijding van Walcheren heeft
men van hieruit geprobeerd ook Goes
te bevrijden. De goeverrieur van Vlis
singen, Tseraerts, ging de stad opeisen
voor de Prins, maar zijn uitdaging
werd beantwoord „met kruit en lood".
Zijn aantal soldaten was te klein om
zich te laten gelden.
Een tweede keer kwam hij met een
legertje van 3000 man, waartegen de
Spaanse bevelhebber in de stad slechts
800 man kon zetten. Ook dit plan mis
lukte en met grote verliezen moest hij
aftrekken.
Voor de derde keer moest hij na een
beleg van twee maanden opnieuw met
bloedige verliezen van de stad terug
trekken. Goes had versterking ontvan
gen van de bekende Mondragon, de
vroegere bevelhebber in Middelburg.
Hij was met zijn troepen door het ver
dronken land van Zuid-Beveland ko
men ploeteren om de belegerde stad te
helpen en met succes. Geen wonder
dat men de Watergeuzen smalend
noemde „gepeupel zonder wapenen, le-
diggangers, kwaad geboefte, weder-
spannigen."
Maar in 1577 werd de toestand beter.
In het begin van dat jaar waren de be
zettingstroepen vertrokken. Toen werd
op 22 maart de Satisfactie afgekondigd,
dat is de vereniging met de andere
steden van Zeeland onder de Prins van
Oranje. Op voorwaarde echter dat de
Roomse godsdienst ongehinderd mocht
uitgeoefend worden. De Prins was erg
verdraagzaam en wilde niet dat iemand
vanwege zijn geloof lastig gevallen
werd. We moeten ook niet vergeten, dat
op Zuid-Beveland vele stadsbestuur
ders, ambafchtsheren en edelen vurig
Rooms waren en gehecht aan de leer
van hun kerk.
In 1579 maakten echter de Staten van
Zeeland een eind aan deze regel der
verdraagzaamheid. Het werd de Room
sen verboden in het openbaar hun kerk
-diensten te houden.
In het geheim kwamen ze nu samen
in gewone huizen of boerderijen, die
schuilkerken werden genoemd. Pries
ters trokken het eiland door om de mis
te bedienen en kinderen te dopen.
Meestal werd het oogluikend toegestaan
De nieuwe leer.
In die tijd was men in het algemeen
nog niet rijp voor de Hervorming. Wel
waren er voorheen enkele martelaars
geweest, maar hun aantal was niet
groot. Ik noem b.v. de Goesenaar Joost
Joossen, een doopsgezinde, die in 1560
te Veere was verbrand. Hetzelfde lot
trof een paar jaar later een zekere Jan
Grendel, die op het marktplein te Goes
werd ter dood gebracht.
Maar toen in het bekende jaar 1566
enkele personen in het openbaar het
Woord Gods verkondigden, vonden ze
slechts weinig bijval en werden met be
schimping ontvangen. De hagepreken in
diverse plaatsen hebben niet veel be
keerlingen opgeleverd.
Geen wonder dat de beeldenstorm
hier niet veel verwoestingen heeft ver
oorzaakt. De kerken bleven intact, zo
wel van binnen als van buiten.
Langzamerhand neemt het aantal
Gereformeerden toe. In 1578 of 1579
heeft Goes een vaste predikant met een
gemeente van in het begin 10 20 be
lijdende leden, bij het eerste H. Avond
maal op 14 april 1579 waren er 22 lid
maten. Een kerk hebben ze nog niet.
Daarom vroegen ze een van de twee
kleine Roomse kerken, n.l. die bij het
klooster der Kruisbroeders behoorde.
De magistraat der stad weigerde, maar
zegde tenslotte de Gasthuiskerk toe,
waarmee men echter geen genoegen
nam.
Na een onbetekenend beeldenstormp
je van een beeld in de kerkmuur en een
paar beelden op het kerkhof, kwamen
kort daarop twee predikanten uit Wal
cheren met enige officieren met de eis:
Geef de Grote Kerk, de Maria Magda-
lenakerk aan de Goese gemeente. Het
waren Ds. Gerobulus uit Vlissingen en
Ds. Miggrode uit Veere.
Na enige aarzeling van de stadsrege
ring gaf de koster de sleutels af. „Ghe-
reynigt ende tot den dienste Godes be-
quaem gemaakt" werd op 8 oktober
IN HDÜJIND
sniHffliiiiis
Zóvelen geven bun
vertrouwen
aan de Raiffeisenbank,
Samen sparen zij meer
lljdan 5 miljard gulden.
iaiaiM^JMSiKJgiaj^pf^'SM^^^^p^^a
voor veilige verzekeringen en
lage premies
Bijzonder snelle schade
afwikkeling
Zeer scherpe tarieven voor
autoverzekeringen en----
na 1 jaar schadevrij rijden
reeds 20*/« kortins.
Financieringen.
VOORSTRAAT 36
TELEFOON (01870) 2012.
Byna een eeuw assurantie-
agenten.
1578 door Ds. Gerobulus in de oude
Goese kathedraal de eerste „ketterse"
preek gehouden.
Op het platteland.
Zowel in Goes als in de omliggende
dorpen bleven velen trouw aan de oude
Moederkerk, als het te gevaarlijk was
in stilte.
Velen verlieten ook Zuid-Beveland,
zoals edelen en ambachtsheren en trok
ken naar de zuidelijke Nederlanden,
waar ze vrijuit hun godsdienst konden
uitoefenen.
Ook waren er veel onverschilligen.
Schijnheiligen die om een staatsambt
te mogen bekleden zogenaamd de nieu
we leer waren toegedaan.
De Gereformeerde kerk groeide maar
langzaam. In 1578 was Arnold Wiels
predikant te Baarland, hij was vroeger
onderwijzer, ouderling en catechiseer
meester in Middelburg. In 1581 vroeg
hij ontslag, omdat hij geen vrucht op
zijn werk zag: hij noemde het een
ploegen op rotsen. Zijn opvolger was
Ds. de Riader, voorheen pastoor te 's-
Gravenpolder en Oostburg, waar hij
met de Hervorming meeging. Na enkele
plaatsen gediend te hebben, kwam hij
naar Baarland. Na 4 jaar werd hij we
gens Roomse ideeën ontslagen. Zo pre
dikte hij in de vastentijd op alle vrij
dagen en leidde hij begrafenissen op
Roomse manier.
Toch waren er in 1578 reeds 7 dorpen
die een predikant beroepen hadden:
Wemeldinge, Nisse, Kapelle met Bie-
zelinge, Kruiningen, Heinkenszand,
Hoedekenskerke en Baarland. In Nisse
werd pas 12 jaar later voor het eerst
het H. Avondmaal gehouden met 12 be
lijdende leden.
In de tachtiger jaren volgden de
meeste andere dorpen.
Toen in 1597 de Classis Zuid-Beve
land te Kapelle vergaderde, werd de
vraag gesteld of iemand ouderling
mocht zijn, terwijl zijn vrouw Rooms
was. Natuurlijk kon dat niet. Alleen
was het wel toegestaan, wanneer men
geen andere ouderling kon krijgen. Het
was namelijk erg moeilijk om in zulke
kleine gemeenten 2 ouderlingen en 2
diakenen in de kerkeraad te krijgen.
Daar deze trage Hervorming op Zuid-
Beveland zult u nu wel begrijpen, dat
er hier anders dan op Walcheren
nog zoveel Roomsen zijn overgebleven.
's-Heerenhoek en Ovezande zijn gro
tendeels R. Katholiek, Hoedekenskerke
en Heinkenszand voor de helft. Verder
wonen er overal verspreid nog Roomse
families. Voor zover ze nog in kleder
dracht zijn, kan men hieraan zien tot
welke kerk ze behoren.
Over Noord-Beveland kan ik kort
zijn. In deze tijd (1532-1598) stond het
onder water.
Middelburg.
L. van Wallenburg.
Volgens gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek is het ge
middeld verdiende uurloon van volwas
sen mannelijke werknemers (arbeiders
en employés) tussen oktober 1966 en
juli 1967 met 6,8% omhooggegaan. Voor
de handarbeiders afzonderlijk bedroeg
de stijging circa 6V2°/o. Een en ander
blijkt uit een loononderzoek dat door
het C.B.S. is ingesteld in nijverheid,
handel, vervoer en bank- en verzeke
ringsbedrijven.
De stijging der verdiende lonen tus
sen oktober 1966 en juli 1967 is ge
ringer dan die over dezelfde periode in
voorgaande jaren. Tussen oktober 1964
en juli 1965 liepen de verdiende lonen
met 8% op, waarnaast nog een bijzon
dere uitkering van 2''/o werd betaald.
Tussen oktober 1965 en juli 1966 be
droeg de stijging SVa'/o.
Zo spoedig mogelijk gaat het gere
formeerd werelddiakonaat actief deel
nemen aan de hulpverlening in Viet
nam. Opdracht hiertoe gaf de generale
synode van de gereformeerde kerken,
nadat zij een verklaring over de oorlog
in Vietnam vaststelde.
Het werelddiakonaat is van plan
landbouwkundigen in te zetten in de
vluchtelingenkampen van Vietnamese
boeren. De bedoeling is hen daar betere
landbouwmethoden te leren, zodat ze
wanneer ze eens kunnen terugkeren
naar hun dorpen een nieuw bedrijf
kunnen opbouwen.
Een moeilijkheid is, dat de Vietname-
zen zich vaak verzetten tegen hulp van
blanken. Men beschouwt hen allen als
bondgenoten van Amerika. Daarom zal
het werelddiakonaat proberen land
bouwkundigen uit Pakistan en Indone
sië ter beschikking te stellen.
Zowel in Pakistan als op het Indone
sische eiland Soemba is het gerefor
meerd werelddiakonaat sterk betrokken
bij landbouwprojecten. Aziatische me
dewerkers van deze projecten, die ge
schikt zijn voor uitzending naar Viet
nam, kunnen eventueel vervangen wor
den door deskundigen uit Nederland.
Dr. J. van Klinken, directeur van het
Algemeen Diakonaal Bureau in Utrecht
is o.a. voor de opzet van deze hulpver
lening vertrokken naar Pakistan. Hij
zal ook naar Indonesië gaan en ver
volgens in Hongkong de uitvoering van
de plannen bespreken met de leiding
van de Asian Christian Service. Deze
hulpdienst van de christelijke kerken in
Azië werkt reeds met twee teams in
Vietnam.
'If
Het kind in de minder ontwikkelde
landen wordt veelal slecht beschermd
en w^ordt bedreigd door vele gevaren.
Als dit kind honger lijdt, ziek blijft of
geen beroep leert, zal het een ongeluk
kig mens worden en weinig of niets bij
dragen tot de vooruitgang van de
mensheid.
De Unicef heeft een beperkt budget
en woekert met zijn middelen. Er wordt
gewerkt aan 570 programma's in 116
landen en daarvoor is per jaar 145
miljoen beschikbaar. Ondertussen ster
ven 2.000.000 mensen per jaar aan ma
laria, zijn er tien miljoen lijders aan
lepra, en lijden 500 miljoen mensen aan
trachoom en ontvangen in vele landen
meer dan de helft van de kinderen geen
enkel onderwijs.
De middelen van Unicef komen voor
70''/o van de nationale regeringen. De
rest komt van o.a. particulieren en ak-
ties.
Het Regionale Unicef Comité Rijn
mond tracht in het Rijnmondgebied
door akties het zijne bij te dragen om
Unicef te helpen en zodoende de nqod
van miljoenen kinderen in de wereld
te verminderen. Op 23 september zal er
een promenadeconcert plaats vinden in
de Grote Zaal van de Doelen te Rot
terdam, waar de Marinierskapel en
enige Koren zullen optreden met een
aantrekkelijk programma.
Het comité gaat de leerkrachten op
de scholen verder voorlichten over Uni
cef en de Verenigde Naties.
In september start de verkoop van
de bekende wenskaarten en agenda's bij
vele adressen en o.a. in de Doelen en in
de Schouwburg te Rotterdam.
Het comité zoekt nog naar middelen
om het Unicefwerk te bevorderen.
C. KARDUX
Dirksland - TeL 219
|v_ERV o L G V E RHAAL
door
HERMAN DE MUINCK
Pwee jongelui fietsten naar de oprij-
|laan.
I^e lach werd ook in de keuken ge-
IJoord, waar de beide meisjes nog even
Inpraatten over het nieuws van Janus.
lAdri keek naar buiten.
I i.uie weet ook wat-ie doet", doelend
IJP de jongeman, die naast het meisje
"Wat bedoel je?"
Ijj.'.'Nou, een meisje met geld natuurlijk.
Ij''heeft geen stuiver op zak, wed ik.
1" fle pastorie is het heus geen vetpot.
I ^n stel kinderen en hij studeert in
|s*^*t, niet? Nou. dat kost ook geld.
l/i dan moet je onze juffrouw aan de
Y^^k kunnen slaan! Niet gek bekeken!"
Ireli ^'^ee kennen elkaar al ja-
I Je weet niet eens, of het wat
|wordt".
»Kom nou! Als-ie hier is zien ze me-
inT ^ij'ia elke dag. Hij laat haar
|j^""rli3k niet los. Enig meisje. Met
Kan hij gebruiken, als hij dokter
ja, dat heeft hij goed bekeken".
„Je praat net, alsof je denkt, dat het
hem om haar geld te doen is. Maar ik
zeg, dat Jan Fottema een fijne vent is.
Hou je dat voor gezegd", zei Kee Ver
donk scherp.
„Zeg ik toch niets van", bond Adri in.
„Die twee zoeken het maar uit. Ik snap
alleen niet, dat mijnheer het goed vindt
van die twee. Een kale zoon van een
kale dominee. En dan mijnheer, die
nooit naar de kerk gaat".
„Nou ja, hij is nu eenmaal gek op zijn
dokter. En als "die mannou ja, ik
weet het ook niet. Maar Jan is altijd
welkom op „Hondemastate", dat weet
je."
„Da's zeker. En juffrouw Lucie is een
schat", zei Adri warm. „Enig kind, maar
niet verwend".
„En nu aan het werk. We verkletsen
onze tijd".
Aan Janus had Adri beloofd, te zul
len zwijgen. Het mocht wat! Toen zij
die avond thuis was eenmaal per
week hadden de meisjes, bij beurten,
enkele uren vrij en 's zondags een hal
ve dag brandde het grote nieuws, dat
er een automobiel op het eiland zou
komen, haar op de tong. Na nog geen
half uur waren vader, moeder, de
broers en de zusters geheel op de hoog
te. En de volgende dag wist niet alleen
Schouwenburg het, maar ook zeer velen
in Zeestad.
Het kwam ook mijnheer Frenkel ter
ore; Frenkel, de enige redacteur van
het tweemaal per week verschijnend
nieuws- en advertentieblad, die zonder
informaties in te winnen, in gezwollen
stijl een bericht lanceerde, waarvan de
korte inhoud was, dat de moderne tijd
op het eiland zou komen, want „onze
heer Van Adrigem" van Schouwenburg
had in Rotterdam een automobiel ge
kocht, die binnenkort zou arriveren...
Het blaadje werd schier huis aan huis
gelezen, kwam ook op „Hondemastate",
waar mevrouw Van Adrigem de mede
deling las, stom verbaasd, evenals Lucie
Maar zij kon het haar man niet vragen,
want die was in de stad op zijn kan
toor of neen, zij keek op de klok, hij
zou wel in de soos zijn.
De „soos" was wat in de volksmond
de „Heresociëteit" genoemd werd, die
aan de Oude Haven stond. Tussen vijf
en zes uur 's avonds was daar altijd
een select gezelschap bijeen, allemaal
leden van de „soos", die alleen intro-
ducé's mochten meebrengen, om een
borreltje te drinken, te biljarten of te
praten. Daar kwam de burgemeester,
al was dat nie^ elke dag het geval; bei
de plaatselijke notarissen; rechters van
de arrondissementsrechtbank, de grif
fier; de kantonrechter, enkele zakenlui
en anderen. Je zou kunnen zeggen: de
upperten van Zeestad.
Van Adrigem was aan het biljarten,
toen één der aanwezigen het bericht in
het nieuwsblaadje las. Die stevende di
rect op de zakenman af en vroeg, op
het bericht wijzend: „Is dat waar, Van
Adrigem?" De aangesprokene sloeg een
blik in het blad en las toen.
„Wel verdraaid! Hoe komt die vent
dat te weten? 'k Zal hem eens aan zijn
jasje trekken". Van Adrigem was nijdig
„Dus is het waar? Hoe durf je het
aan?"
„Waarom niet? In Holland rijden al
heel wat automobielen. Ik had er nu
eens plezier in, er ook een te kopen".
Hij gaf de biljartkeu aan een ander,
die in zijn plaats het spel zou voort
zetten en liep naar de telefooncel. Hij
zou die Frenkel eens mores leren! Maar
zijn woede zakte al heel spoedig. Hij
vroeg het nummer niet eens aan. Die
Frenkel zou toch niets zeggen.
De werkelijkheid was feitelijk, dat
hij, nu het bericht eenmaal gepubli
ceerd was, het toch niet onprettig vond,
„in het nieuws" gekomen te zijn. Zijn
ijdelheid was wel wat gestreeld. Hij
was aardig „opgehaald". En daarvan
was hij niet afkerig.
Toen even na zes uur, zoals steeds,
zijn met twee paarden bespannen rij
tuig- voorreed, deed hij toch „alsof" en
beet Janus toe: „Ben jij aan het praten
over de automobiel geweest?"
Omdat hij van het bericht in de cou
rant gehoord had (hij had het zelf niet
gelezen) was Janus op de vraag voor
bereid en beantwoordde de vraag met
een wedervraag: „Bedoelt u wat in de
krant staat?"
„Natuurlijk bedoel ik dat. Dat moet
van jou afkomstig zijn. Jij bent de
enige, die het weet."
„Mijnheer, ik weet niet, hoe de krant
aan het nieuwtje komt. Ik heb het ze
niet gezegd", antwoordde Janus naar
waarheid. „Ik begrijp er niets van."
In zijn hart hoopte hij, dat mijnheer
er niet verder op zou doorgaan, want
dan kon hem wel zulk een vraag ge
steld worden, dat hij óf door de mand
moest vallen óf liegen.
Tot zijn grote opluchting geloofde de
baas zijn verzekering. Hij zeide al
leen: „Ik snap niet, hoe het bekend
kan worden. Enfin, het is niet anders."
Het rijtuig hotste over de „kinderkop
jes", waarmee de straten en straatjes
van het stadje geplaveid waren, om
weldra door de poort (Zeestad had nog
drie goed bewaarde poorten) de weg
naar Schouwenburg op te rijden, dat
binnen het half uur bereikt was.
Op „Hondemastate" werd uiteraard
voor het diner op hem gewacht. Hij kon
direct aan tafel gaan. Adri diende. Me
vrouw Van Adrigem en Lucie baden,
de heer der huizes deed het niet. Maar
aanmerkingen had hij nooit gemaakt.
Hij hield zielsveel van zijn vrouw en
dochter.
Mevrouw Van Adrigem was knap
van uiterlijk, evenals Lucie, maar een
goed opmerker zag onmiddellijk, dat
mevrouw zwak, zo niet ziekelijk was.
Dat was juist. De dokter van West
gouwe kwam er elke week, hoewel hij
er niets aan kon doen. Dat hadden de
doktoren in Utrecht, waar Van Adri
gem ettelijke malen met haar geweest
was, ook niet gekund en tenslotte had
een professor aan de Leidse Academie
eveneens de schouders opgehaald, zij
het dan, dat mevrouw Van Adrigem
dat niet had gezien. Voor haar won
derlijke ziekte de diagnose kon niet
gesteld worden, zij had trouwens ver
schillende kwalen, die wel onderkend
waren was geen kruid gewassen. En
kele zomermaanden ging het nog wel.
Dan kwam zij in de tuin en ging ook
wel uit rijden, vergezeld van Lucie of
haar man, ook wel eens van beiden.
„Albert, er staat in het nieuws
blad
„Ja, lieve, ik heb het gelezen. Jam
mer genoeg, 'k Had jullie er mee willen
verrassen."
„Dus is het wóar?"
„Ja, Janus gaat maandag voor een
paar dagen naar Rotterdam, om het
rijden te leren. Volgende week komt
de automobiel."
„Leuk", vond Lucie enthousiast.
Maar haar moeder dacht er anders
over. „Waarom heb je er niet eerst met
ons of (een klein glimlachje) met mij
over gepraat? Ik zou het je sterk afge
raden hebben, 't Lijken me gevaarlijke
dingen. Er is er ook niet één op het
eiland."
(Wordt vervolgd)