EIIAtlDEn niEUWS ..Hondemastate" De Hervorming op Walcheren ^RAIFFËISENBANK .DESIREE (dssette Nieuws over de fiets Knois Zeeuwse wandelingen spaarbank en alle bankzaken koop ik meer effecten voor hetzelfde geld... PREMIE SPAARPLAN KEUVELAAR 2« tdad Vrijdag 29 september 1967 No. 3624 -k -A i^ ik ix -A- tV ik -k i^ Basis voor persoonlijk bezit De elegante vm-lovhigsring MIDDELHARNIS WAT fi;etsers niet mogen Lunteren herroept Assen De zaak Geelkerken De Ger. Ker ken in H.V. Waardering voor Assen De autoriteit van de Heilige Schrift. Lunteren herroept Assen! Zo'n kop lou het best doen, dacht ik. Tenmin ste in kerkelijke bladenWant ik ^^es dat de minder-ingewijden op ker- Ifelijk terrein deze kreet toch niet zou- jen vatten. Trouwens, als je nu alle meelevende kerkleden eens op-de-man- af zou vragen: „Wat was nu precies öe kwestie-Geelkerken en wat werd er besloten op de synode van Assen in 1926?" dan ben ik toch bang dat velen beï antwoord schuldig zouden blijven. Goed, we hebben het allemaal kunnen lezen' in de krant en het kwam 's mor- ■ns vroeg zelfs over de nieuwsberich ten; De sj'node der Gereformeerde Ker- Ijen te Lunteren heeft de binding aan Assen opgeheven. En nu de vraag: Wat werd er op de synode te Assen gebon- 'en, wat thans in Lunteren werd ent enden? Het was begonnen in Amsterdam, p zondagavond 23 maart 1924, Dr J. Geelkerken had in de Gereformeerde chinkelkerk gepreekt over Zondag 3 an de H.C., dus over de oorzaak van e menselijke verdorvenheid, de val an Adam en Eva in het Paradijs. Een id der gemeente, de heer H. Marinus, racht bezwaren in. Geelkerken zou het alles voor Baby's huidje STOFVRIJ AFCESI.OTEW Schriftgezag hebben aangetast. In wer- elijkheid kwam de zaak hierop neer: Geelkerken zelf had geen bedenkingen 'egen de letterlijke verklaring van Ge nesis 2 en 3, maar eiste wel vrijheid -n opvatting voor hen, die het verhaal over het paradijs allegorisch verklaar den. Met andere woorden, of de slang nu wel of niet gesproken had, dat deed aan de waarheid van het verhaal en aan de wrerkelijkheid van de zondeval niets af. Voor Geelkerken deden de istorische bijzonderheden eigenlijk niet ter zake Broeder Marinus echter en vele an- eren met hem zagen dit anders. Im- ers, wanneer het verhaal niet letter ijk wordt opgevat, maar allegorisch, dan komt daardoor het Schriftgezag op 'osse schroeven te staan. Het ging er dus voor deze bezwaarden niet om of de slang ai of niet gesproken had maar of Gods Woord de waarheid was De Classis Amsterdam der Gerefer eerde Kerken en ook de Particuliere ynode van Noord-Holland durfden in o'n gewichtige kwestie geen uitspraak e doen maar verwezen de zaak-Geel- erken naar de Generale Synode die e Assen bijeenkwam in januari 1926. 'a langdurig te hebben vergaderd wam deze synode tot de conclusie dat et paradijsverhaal letterlijk diende te "orden opgevat, en dat de door Dr Geelkerken voorgedragen mening als OU ook een symbolische opvatting mo elijk zijn, in strijd was met Artikel 4 en 5 der N.G.B. Geelkerken kon zich daarbij niet eerleggen. Het gevolg was dat hij voor e tijd van drie maanden werd ge- chorst. Hij erkende echter het schor- ingsbesluit niet evenmin als de kerke- aad van Amsterdam-Zuid. Drie dagen 'aarna ging hij gewoon voor in een erkdienst, op grond waarvan hij werd fgezet als predikant der Ger. Kerken, n met hem alle ouderlingen en diake- en, die aan zijn zijde stonden. Door de kwestie-Geelkerken zijn in e Geref. Kerken grote spanningen op- eroepen. Niet alleen het Schriftgezag "as in discussie gekomen, maar ook et gezag der meerdere vergaderingen. 'an een synode het tuchtrecht uit- efenen? Deze vraag werd verschillend eantwoord. Niet alleen in Amsterdam, maar ook op andere plaatsen ontstonden scheu ringen. De kerkgroep, die rondom Dr Geelkerken ontstond, noemde zich Ge reformeerde Kerken in Hersteld Ver band. Deze is in 1946 in z'n geheel overgegaan naar de Ned. Herv. Kerk. Geelkerken zelf is in 1960 te Amster dam overleden. Andere bekende fi guren uit deze vroegere kerkgroep zijn Prof. E. L. Smelik en Dr J. J. Buskes. Hoe moeten we de zaak-Assen nu beoordelen? Dat is verre van gemakke lijk. Daar zijn in vroeger en later tijd heel wat annecdotes in omloop geweest over Geelkerken en zijn sprekende of niet sprekende slang. De aard van het onderwerp bracht dit natuurlijk wel mee. En velen, die niet begrepen waar het om ging, staken er de draak mee, terwijl buitenkerkelijken zich verwon derd afvroegen waar de kerkmensen het toch zo druk over hadden: Dat zal je toch een zorg zijn of die slang in het paradijs heeft gesproken of niet! Maar de conflictstof zat veel dieper. Assen heeft een leeruitspraak gedaan inzake het Schriftgezag. Het ging in Assen niet om de sprekende slang, maar om de sprekende God, Wiens woorden betrouwbaar zijn. Natuurlijk geloofde Geelkerken dat óók. Alleeii over 'de wijze waarop God spreekt, daarover liepen de meningen uiteen. Ik dacht dat de synode van Assen de juiste beslissing had genomen. As sen heeft de oude opvatting van het Schriftgezag gehandhaafd en de vol gende synode der Ger. Kerken (ge houden te Groningen in 1927) heeft As sen in het gelijk gesteld en de daar genomen besluiten bekrachtigd. En thans heeft dan de synode van Lunteren de binding aan Assen opge heven. Daar zijn uiteraard veel woor den over gesproken, die we niet alle maal kunnen weergeven. Sommigen vonden de leeruitspraken van Assen allang een steen des aanstoots, ande ren zagen de besluiten van Assen als bindend voor alle tijden. Nu de binding aan Assen is verbro ken, wil dat niet zeggen dat de Gere formeerde Kerken de deur hebben ge opend voor de dwaalleer. Dat is ter synode met grote nadruk verklaard. De zorg van de synode van Assen om het gezag van de Heilige Schrift ver dient onze positieve waardering, zo werd het gesteld. Maar die waardering was toch blijkbaar niet zo groot, dat de besluiten van Assen gehandhaafd kon den blijven. Ik geloof dat we deze herroeping van „Assen" moeten betreuren. Er wordt inderdaad veel onnodig gekib beld in de kerk, er worden kerken en gemeenten verscheurd om allerlei beu zelingen, maar de zaak-Geelkerken was dat, naar mijn mening, toch niet. Daar was niets meer en niets minder in het geding dan de historiciteit en de auto riteit van de Heilige Schrift. En dat zijn geen geringe zaken voor een reforma torische kerk! Waarnemer. Rijmen van Tij men Was me dat een bietje? Was 't me een juweel! Wie er zo kan boeren, Oogst toch wel heel veel. Herkingen stond weer eens Even in de krant. Het is daar ter plaatse. Een zeer vruchtbaar land. 't Zal je overkomen. Zulk een reuzen-biet. Zulk een van tien kilo, Is zo mis nog niet. Liefst een „bietje" kleiner, Zo wordt er gezegd. En dan is het immers, Ook nog lang niet slecht. Hoe krijgt men die kanjers, Heelhuids uit de grond? Bieten van tien kilo. Dat is niet gezond. Wordt het ding voor later, Ergens soms bewaard? Wordt in later jaren, Er nog op gestaard? Is dan naast de Visbank, Deze bietenknots Plus de Grevelingen, Herkingen z'n trots? Tijmen. _ERVOLGVERHAAL door HERMAN DE MUINCK „Ineens remde ik. Daar was een op- Jlaan, blijkbaar van een buitenverblijf op het hek was geschilderd de naam .Hondemastate". Ik sprong van de fiets, tomverbaasd. Dat was toch geen naam °or een villa in Zeeland. Wel voor nesland, misschien ook wel voor Gro- "'"Sen, maar dat wist ik niet zeker. ^yf» vriend miste mij, keek om, zag voor de oprijlaan staan, keerde te ug en zei: „Wat is er aan de hand? and lek?" „Ik vroeg (in zijn oren moet de vraag ^gj\„°nnozel geleken hebben): „Wat is "Dat?" vroeg hij verbaasd. „Een op- 'jlaan van een buitenhuis natuurlijk". 'M dat begrijp ik wel. Maar die °am! „Hondemastate". Hoe komt die H^ k" terecht? Dat is Fries". fisalde de schouders op en ant- wrüde: „Weet ik veel. Dat ding staat geloof ik, al een paar honderd jaar. aie naam? Zal wel niet veel bizon- ■^s zijn. Kom, we gaan verder". We arriveerden in het dorp West gouwe, "waar we in de pastorie onze boodschap deden en een aardig gesprek hadden met dominé Fottema, evenals ik van Friese afkomst. „Hondemastate" was toen uit mijn gedachten, anders had ik bij de predikant er naar geïnfor meerd. Misschien had hij mij kunhen inlichten. Maar op de terugweg, het buitenver blijf natuurlijk weer passerend (heel in de verte zag ik een glimp van de be huizing) kwam mijn nieuwsgierigheid terug; hoe kwam dat huis aan die naam? Ik heb nu eenmaal een knobbel voor historie. Het antwoord kreeg ik die dag niet. Want informerend bij vader Aarnoudse haalde die ook de schouders op. „Een heel oud gebouw, maar gemoderniseerd Ben er eenmaal geweest. Oorspronke lijk kan het wel iets moois geweest zijn, maar er is in de loop der jaren al zo veel verbouwd; een stuk er achter een vleugel er naast, neen, de fleur zal er wel af zijn". De naam? Ook een schou derophalen. „Ik wed, dat niemand in Zeestad weet, behalve misschien, o wel zeker, Vossius, de archivaris. Wil je het zo graag weten? Ja? Nou, ik zal hem aanstonds opbellen en vragen, of hij je vanavond of morgenochtend kan ont vangen". IV Zo geviel het, dat in de andere mor gen het oude, fraaie, in gothische stijl Ieder jaar wordt op 31 oktober, de Hervormingsdag, herdacht hoe Luther in 1517 zijn 95 stellingen aan de kerk deur te Wittenberg bevestigde. Het be gin van de Reformatie in Duitsland, die oversloeg naar andere landen, ook naar ons land. Een werk dat later door Cal- vijn en andere hervormers werd voort gezet. Dit jaar is het dus 450 jaar geleden. Daarom heb ik eens onderzocht, hoe deze Hervorming in verschillende de len van Zeeland tot stand gekomen is. In dit artikel bepaal ik met tot Wal cheren, de volgende keer wil ik in Zuid-Beveland en Schouwen gaan kij ken, hoe in deze streken de Roomse leer vervangen werd door de Gerefor- meerdere godsdienst. In de steden We moeten beginnen met Vlissingen. U weet dat men hier op 6 aprU 1572 weigerde Spaanse troepen binnen te laten. Vlissingen was dus de eerste stad in Zeeland die zich voor de Prins verklaarde. De St. Jacobs kerk werd gezuiverd van altaren, beelden, schil derijen en kruisen en op 28 september werd er de eerste godsdienstoefening gehouden. Het waren twee predikanten uit Gent die er voorgingen: voormid- dags Daniël Lindeman en 's namiddags Mattheus (achternaam onbe kend). Weldra kreeg Vlissingen eigen predi kanten: Jacobus Baselius en Johannes Gerobulus. Op 4 mei van dat jaar volgde de bevrijding van Veere. Voor die tijd had de pastoor Jo hannes van Miggrode er gepredikt naar de nieuwe leer. Daardoor moest hij bij de komst van Alva (1567) vluchten. Hij ging naar Engeland, waar veel ver volgden om het geloof een toevlucht zochten. Toen Veere vrij was van het Spaanse schrikbewind, kwam hij terug en werd er de eerste predikant. Hij heeft er vele jaren gewerkt en heeft ook veel gedaan voor de Hervorming van andere delen van Zeeland. Later wil ik nog wel eens uitvoeriger over hem schrijven. Middelburg was de laatste stad op Walcheren die, na een beleg van IV2 jaar, de zijde Van de Prins koos. Dat was op 18 februari 1574. Nadat de Noordmonster- of St. Pieterskerk (in 1834 afgebroken) gereinigd was, werd hier reeds op 7 maart de eerste kerk dienst gehouden. De bekende hagepre- diker Gelein Jansz. d' Hoorne, eveneens naar Engeland uitgeweken, kwam te rug en werd hier de eerste predikant. Reeds het volgend jaar stierf hij. Na dat Petrus Datheen voor een beroep be dankt had, kwam hier Ds. Gaspar van der Heiden, een harde werker, die veel voor de kerk gedaan heeft. Arnemuiden had tijdens het beleg van Middelburg veel geleden. Nu eens was het Spaans, dan weer in handen van de Geuzen. Maar reeds in 1575 had het een eigen predikant in Hubertus Francisci. Op het platteland Tijdens deze troebelen zag het er op het platteland van Walcheren droe vig uit. Schermutselingen tussen Geu zen en Spanjaarden, landingen op de kust, hadden veel verwoestingen aan gericht. De bevolking was verminderd, veel bewoners waren naar de steden gevlucht. Toen heel Walcheren vrij was, keerden ze terug naar hun dor pen. Daar was veel op te knappen, aan hun huizen, maar ook aan de kerken. De meeste waren beschadigd, enkele totaal verwoest. Drie moesten opgeknapt worden. Dat kostte geld, veel geld zelfs. En de mensen waren arm. Gelukkig hadden de Staten van Zeeland een fonds: gees telijk kantoor genoemd. Daarin werd het geld gestort van de landerijen, die eens aan de kerken en kloosters hadden behoord en nu geconfisqueerd (ver beurd verklaard) waren. Bij verkoop leverden deze f 18,a f 25.per ge- met op. Van de opbrengst hiervan wer den de kerkgebouwen hersteld. Ge woonlijk knapte men alleen het schip op, het koor (waar het altaar gestaan had) werd afgebroken. Het schip, de plaats van de kerkgangers, ontdaan van zij-altaren, bood ruimte genoeg voor de nog kleine gemeente. We moe ten ook niet vergeten, dat er nog velen Rooms gebleven waren of onverschillig op godsdienstig gebied. Nog jaren lang horen we van de kerkeraden klachten over „paapse superstitie" bijgeloof). Maar de echte Gereformeerden zetten door, terwijl de vurige Roomsen ver huisden naar Zuid-Beveland en Bra bant. Zo is er onder de boerenbevol king van Walcheren niemand Rooms. Zodra de kerk klaar was, wilde men IN HDLUND Ja, elk jaar betaalt het Rijk honderd gulden mee aan mijn aandeien. En dat kunt ook voor elkaar krijgen! Wanneer u en uw vrouw nu deelnemen aan het Premie Spaarplan en elk jaar voor f 500,- aan effectenbewijzen kopen, dan krijgt u vanaf 1972 ieder jaar honderd gulden terug van het Rijk! Belastingvrij! Dit geld kunt u dan weer gebruiken om eens een extra aandeeltje te kopen. (Of u moet persé die lege bladen Ghana in uw postzegelalbum willen opvullen....) Hoe dan ook, alle Banken, Spaarbanken, Boerenleenbanken, Raiffeisenbanken en Hypotheekbanken zullen u graag inlichten over het Premie Sjjaarplan. ook een predikant hebben. Dat is meest al aardig goed gelukt, in sommige plaat sen zelfs vlug. Ook wel daardoor, dat er veel vluchtelingen uit Vlaanderen en andere Belgische provinciën kwa men, waar de landvoogd Parma alleen de Roomse godsdienst toestond. Deze vluchtelingen leverden ook wel pre dikanten. Namen als Van Maldegem, Van Vlaanderen. Wondergem, Minder hout, Kesteloo, Wijckhuize herinneren aan de Zuidelijke Nederlanden. Kerk en predikant Domburg schijnt er goed afgekomen te zijn, reeds in 1574 staat hier Ds. Gabriel Happaert. Het volgend jaar heeft Grijpskerke als predikant Johan nes Boreel en Serooskerke Cornelis Simonse. Omstreeks 1583 lezen we de volgende namen: Hermannus Strange te Westkapelle, Pieter van de Broeke te Koudekerke, Henricus Brouwerius (Hendrik Brouwer op z'n hollands) te Oost-Souburg, Jan van Aken te Big- gekerke. Jan de Pourck te Oostkapelle, Bartholomeus van der Hoecke te Zou- telande. Voordat de eeuw voorbij is hebben de meeste dorpen een eigen predikant, ik zal u der namen en jaartallen sparen. Velen van de kerkgangers konden niet schrijven en niet of gebrekkig le zen. Bij de Roomse kerkdienst was dat niet zo'n groot bezwaar geweest, daar deden de leken toch niet actief mee. Daarom preekte men in het begin alleen maar uit het Nieuwe Testament. Ook moest men leren de psalmen te zingen. Gelukkig als men een schoolmeester in het dorp had, die tevens een goede voorzanger was. Bij het benoemen lette men meestal meer op zijn zangkunst dan op zijn pedagogische talenten! Eerst predikte men alleen voormid- dags, omdat men „na den noene niet altijd de lieden conde bijeen crijgen om te horen." Vergeten we niet hoe slecht toen de wegen waren. Warmeer er la ter twee diensten per zondag werden gehouden, preekte men 's middags de catechismus. Dat is in veel kerken tot nu toe zo gebleven. Wie tussen de mid dag moeilijk naar huis kon, bleef in de kerk over en werd beziggehouden met het voorlezen uit de bijbel en met psalmen zingen. Niet alle kerken zijn hersteld. Ik noem u enkele namen, waar in de Roomse tijd een kerk stond: Hooge- lande, Welzinge, Schellaak, Krommen- hoeke, Poppekerke, Mariekerke, Bou- dewijnskerke, Poppendamme, Zanddijk, Buttinge, Brigdamme. Alleen de ruïne van Hoogelande bestaat nog, is zelfs geen ruïne meer, maar een paar jaar geleden opgeknapt en van een dakje voorzien. In tegenstelling met de mees te Walcherse kerken is dit het koor van de oorspronkelijke kerk. Bij de andere plaatsen is niets meer van de kerk te vinden. Soms wijst een wat ho ger liggend stuk land de plaats aan waar het gebouw gestaan heeft. Nog in de vorige eeuw heeft men enkele ruïnes opgeruimd. Het puin werd meest al gebruikt om lage slikwegen te ver harden. Middelburg. L. van 'Wallenburg. FIETSENFABRIEK IN IRAK. Een Deense fietsenfabriek zal mee werken aan de totstandkoming van een rijwielindustrie in Irak. Deze zal wor den gebouwd voor rekening van de Iraqi Bicycles Manufacturing Company nabij Mahmouddiya. Het ontwerp voor de eerste fase van de fabriek zal bin nenkort in uitvoering worden genomen. Zich door een ander voertuig laten trekken of duwen. Rijden zonder het stuur met ten minste één hand vast te houden. Een wagen, kruiwagen, kin derwagen of dergelijk klein voertuig voortbewegen, uitgezonderd een vast aan de fiets verbonden zijspan- of aan hangwagen. Meer dan één dier gelei den. In het verkeer gevaarlijke voor werpen vervoeren. Bestuurders van tweewielige fietsen mogen met tweeën naast elkaar rijden, zolang het andere verkeer niet wordt gehinderd. gebouwde stadhuis betrad en werd toe gelaten tot mijnheer Vossius, de ge meentearchivaris. Toen ik, na de ken nismaking, vertelde, wat het doel van mijn komst was, zeide hij: „Dat is aar dig van u. Verreweg de meeste inwo ners van Zeestad bekommeren zich niet om de historie. En toch heeft ook Zee stad en trouwens het hele eiland een rijke historie, een interessante geschie denis. Ik kan uw weetgierigheid wel bevredigen, al behoort Schouwenburg tot de gemeente Westgouwe. Maar ja, als u bizonderheden en data wilt weten, moet ik aan het raadplegen. Vanmiddag kan ik u de gegevens vermoedelijk wel verstrekken". Ik zeide hem, dat het mij niet be paald om bizonderheden te doen was. De naam „Hondemastate" had alleen mijn belangstelling opgewekt. Dat was een Friese naam. Daar moest haast wel een historie aan verbonden zijn. Het „buiten" moest, naar gezegd werd, wel over de tweehonderd jaar oud zijn. „Zó oud is het niet. Maar een ge schiedenis is er wel aan verbonden. Die dateert van even vóór de Napoleonti sche tijd". Toen heb ik mij verbaasd over de kennis en het geheugen van de archi varis, die oude paperassen had geraad pleegd en ook het een en ander van „Hondemastate" af wist. Ik kwam te weten, dat indertijd in de nu verzande haven (de vroegere Hanzestad was toen al een stil stadj,e geworden met weinig vertier) een Friese vrachtschipper was binnengevallen. Die schipper heette Ar jen de Jonge. Aan boord was ook zijn vrouw. En een knecht. Het verhaal luidde, dat de schipper, eigenaar van het scheepje, een zonderling was, maar voor de waarheid van die bewering stond dhr. Vossius niet in. Historisch stond wel vast, dat op een dag de vrouw op het dek vermoedelijk strui kelde, overboord viel (niemand had het gemerkt) en verdronk. Haar lijk dreef bij eb in de richting van de zeearm, waarmee de haven verbonden was, om door de zes uur later opkomende vloed weer teruggedreven te worden tegen de zeedijk, waar het lijk door een visser gevonden werd. Het raadsel van het verdwijnen der vrouw was opgelost. Misschien was Arjen de Jonge door dit gebeuren een zonderling geworden, zoals beweerd werd. In elk geval zeide hij, toen zijn vrouw was begraven op het kerkhof van Zeestad, dat hij het stadje niet meer verlaten zou, want hij wilde bij zijn vrouw blijven. Hij schreef op zwaar perkament een uitvoerige brief, die hij aan de knecht gaf met de opdracht, naar Friesland te varen en de brief aan de geadresseerde ter hand te stellen. Daarna kon hij een ander schip zoeken, want de schipper bleef aan de wal en zou niet naar Friesland terugkeren. Blijkbaar zat hij goed in „de slappe was", want vanuit „Het wapen van Zeestad", waar hij voorlopig een onder komen vond, de omgeving verkennend, kwam hij terecht op de plaats, waar later Schouwenburg zou ontstaan (er was toen alleen maar een dicht bos), waar hij een stuk grond kocht en er een vrij groot huis liet neerzetten. De vrouw, die zo ongelukkig aan haar eind was gekomen, heette Marijke Hondema en daarom noemde hij het huis „Hon demastate". Het huis was nauwelijks klaar, of er verscheen een jonge vrouw. Zij was een dochter, zij geleek spre kend op haar verdronken moeder. Het tweetal woonde enkele jaren op „Hon demastate", waarna Arjen de Jonge overleed en de jonge vrouw, na het huis verkocht te hebben, voorgoed Zeestad verliet en naar Friesland terugkeerde. „Hondemastate" ging in de loop der jaren in verschillende handen over. Het werd vaak verbouwd. Tenslotte werd het verkocht aan en betrokken door een schatrijk geworden fabrikant en za kenman uit Zeestad, een zekere Van Adrigem, die er nu nog woonde. Een man van betekenis in Zeestad, naar de archivaris meedeelde. De naam van het buitenverblijf veranderde niet. Schou wenburg was intussen een flink ge hucht, men kan wel zeggen een dorpje geworden, zoals ik het boven aanduid de. Ik bedankte de archivaris voor zijn inlichtingen. Mijn nieuwsgierigheid was bevredigd. Uiteraard kon ik toen niet vermoeden, dat ik veel en veel later nog eens met de namen „Hondemasta te" en Fottema geconfronteerd zou worden. V Dat was jaren later. Na de tweede wereldoorlog, die nog iets langer duur de dan de eerste. Ik was onmiddellijk na de demobilisatie van 1918 in de journalistiek gegaan en was verbonden geweest aan de redactie van enkele christelijke dagbladen. Op een zekere dag zag ik in de cou rant, waar ik toen werkte, dat zich in mijn woonplaats in samenwerking met een bekwaam chirurg had gevestigd als chirurg Dr. J. Fottema. Ik kreeg een schok: Fottema, wat een bekende naam! Weldra wist ik het: de naam van die dominé in, hoe heette dat dorp ook weer? O ja, WestgÖuwe, was ook Fotte ma. Natuurlijk zeide dat niets. Maar dat zei wél wat! Door mijn be roep (gelukkig niet als patient) kwam ik al spoedig met Dr. Fottema in aan raking. Het ene woord bracht het an dere in. Ik zeide hem, dat ik eens een dominé Fottema in Westgouwe had ont moet. Hij zeide: „Hoe bestaat het! Dat was mijn vader. Ik was toen medisch student in Utrecht. Hoe kwam u in vredesnaam toen in Westgouwe te recht?" Ik vertelde het hem. O, met Kees Aarnoutse. Ja, die had hij heel goed gekend. Die was nu in de zaak.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5