Scheidende ds. J. van Vliet
riclit zicli met een
P.S tot Herv. Gem. Ouddorp
Nieuws
PORTREnEN
Tücii gelukkig
Financieel overzicl
Handboek voor vogellief hebbers
vanl
Afscheid met 2 korintlie 16 vers 22
-o-
Ook
voor
FOIOOBAFIE
J. ZANDSTRA
SOMMELSDUE
UtT DE KERKeN
Plaatselijk Nieuws
f mi
Nei
gI
Bladz. 2
„EI LANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 29 augustus J ^^gg 29
Met een massaal, krachtig zingen van Psalm 136 26 heeft de Hervormde
Gemeente van Ouddorp zondagmiddag de indrukwekkende dienst besloten
waarin ds. J. van Vliet afscheid nam i.v.m. zijn vertrek naar Nederhemert.
Aan het eind van zijn Ouddorpse ambtsperiode die 7V2 jaar duurde had ds. van
Vliet, belijdend het Woord in zwakheid te hebben gebracht, geen ander verlan
gen dan Hem de ere te doen toekomen. Zoals de apostel Paulus dat tot de ge
meente van Korinthe had gedaan zo richtte ds. zich met een Post Scriptum
tot de gemeente van wie hij scheiden ging, het Woord bedienend n.a.v. 2
Korinthe 16 vers 22: „Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft,
die zij een vervloeking, Maran-atha!"
In zijn prediking wees ds. erop dat
het feit dat Paulus deze krasse woorden
vol vermaning en waarschuwing als
slotwoord van zijn brief gebruikt een
bijzondere betekenis heeft. Paulus liet
zijn brieven door zijn „secretaris" schrij
ven kennelijk omdat hij slechtziende
was doch aan het eind van de brief
aan de Korinthiërs schrijft hij eigen
handig (de groetenis met mijn hand van
Paulus, vrs. 21) een Poste Scriptum.
Ds. Vergeleek, dat nu hij reeds vorige
week zijn feitelijke afscheidspreek had
gehouden hij daaraan thans nog een
P.S. toe te voegen had. „Het is geen
erg vriendelijk woord" bekende ds.,
echter had Paulus die in zijn brieven
vriendelij-ke raadgevingen en vaderlijke
vermaningen had gedaan alle reden voor
zijn woorden; in de gemeente van Ko
rinthe ging het geestelijk leven hard
achteruit en de ergerlijkste zonden wer
den er geduld. Paulus wijst ook op de
voortgaande liefdeloosheid waartegen
hij op zachtmoedige toon en vader
lijke wijze heeft gestreden. Wanneer
Paulus aan het eind van de brief na
denkt of hij nu alles heeft gedaan om
te trachten de zonde uit te bannen
heeft hij nog één pijl op de boog, de
laatste en de scherpste die op het hart
der gemeente-leden moet worden af
geschoten: „Indien iemand de Heere
Jezus Christus niet lief heet, die zij
een vervloeking, Maran-atha!"
Ds. vond het verstandig van Paulus
dit niet door hardheid of hatelijkheid
maar enkel uit liefde ingegeven woord
aan het eind van zijn brief te schrijven,
hij doet dat omdat hij vreest dat de
voorafgaande vermaningen toch verge
ten zullen worden. Ds. wees erop dat
alle christenen geroepen zijn uit waar
achtige bezorgdheid voor het geestelijk
welzijn het oog te houden op hun
mede-christenen en dat de apostel Pau
lus leert daarvoor het juiste ogenblik
uit te kiezen. „Er wordt door ontijdig
spreken en onnadenkend optreden veel
bedorven" waarschuwde ds. Als er geen
vriendelijke vermaningen aan vooraf
gaan kan een streng optreden een ave
rechtse uitwerking hebben. „Bij de be
dreiging praat Paulus niet over bij
komstigheden, zelfs niet over de nood
zakelijkheid vruchten des geloofs voort
te brengen, hij roert zelfs het geloof
niet aan maar hij heeft het enkel over
de liefde, hij vraagt niet of we twee
maal naar de kerk gaan en onze gaven
geven, dat zijn gevolgen die wel te
recht komen als het met de liefde tot
de Heere Jezus in orde komt". Het niet
lief hebben van de Heere Jezus Christus
is hetzelfde als Hem haten, Hij is de
Gezondene tot onze redding tegen Wie
niemand neutraal kan zijn. Paulus
spreekt van „iemand" omdat hij wil dat
elk gemeentelid de dreiging ter harte
neemt. God heeft Zijn Zoon gegeven,
nu vraagt Hij de liefde van de verloren
zondaars, de Heere Jezus wil dat Zijn
liefde wederliefde opwekt.
„Is er bij ons de liefde tot de Heere
Jezus, die Hij toch zo waardig is?"
vroeg ds. de gemeente. Paulus schrijft
het opdat ieder bij zichzelf zal on
derzoeken of er de liefdeband tussen
hem en de Heere Jezus is; waar die
door God Zelf gewekte liefde wordt
gevonden komt dat in de vruchten der
liefde tot uiting. „Als we Hem lief
hebben willen w^e in Zijn voetsporen
wandelen, dan zullen we dingen doen
of nalaten om Zijnentwil en zullen we
de voeten onzer medemensen wassen;
we zullen ons met onze „minderen" be
moeien omdat het enkel genade is die
ons van hen doet verschillen. Toen de
Heere Jezus een vriend van tollenaren
en zondaren werd genoemd vatte Hij
dat op niet als een belediging maar als
een erenaam! terwijl wij ons schamen
om met maatschappelijk minderen om
te gaan, dat verandert als we de liefde
tot de Heere Jezus Christus hebben"
verzekerde ds.
Wanneer man en vrouw elkaar har
telijk liefhebben kunnen ze in diepe
ellende nog gelukking zijn dat ze el
kaar bezitten, oneindig veel sterker
geldt dat voor de liefde tot Christus.
Ds. waarschuwde ernstig dat het zon
der liefde tot Hem niet zal gaan omdat
eens alle liefde die niet in Zijn liefde
is gegrond zal afsterven, dan gaat men
naar de plaats der vervloeking waar
de liefdeloosheid heerst, de hel. Ieder
komt te staan voor de beslissing Hem
wel of niet lief te hebben; het Maran-
atha (Hij is komende) wijst erop dat
het tot een persoonlijke ontmoeting
met Hem zal komen. Hij komt om
ieders liefde te toetsen. Ds. wees aan
dat de liefde tot de Heiland iemand
niet tot een kluizenaar maakt, wie Hem
liefheeft kan vrolijk rondkijken omdat
heel de toekomst voor hem is. „Als ge
moet klagen dat ge die liefde niet be
zit, leg dan uw liefdeloze hart aan de
voeten van de Heiland neer en vraag
Hem het te verwarmen met Zijn zon
daarsliefde" maande ds. Hij is machtig
meer dan overvloediglijk te doen, boven
bidden en denken. „Geef Hem het mees
terschap over uw hart" raadde ds.; de
dreiging dat wie Hem niet lief heeft
een vervloeking zij was ook de laat
ste pijl die ds. op het hart van de ge
meente van Ouddorp wilde afschieten.
Ds. wist dat er zijn die om die drei
ging lachen maar hij waarschuwde dat
die lach zal verstommen als het Ma
ran-atha zal klinken. Hen die die lief
de wel bezitten vroeg hij erover te
spreken, eerst met vriendelijke lokkin
gen en vermaningen om wanneer dat
niet helpt ook de laatste pijl af te
schieten. Niemand echter zal goed over
die liefde kunn,^n spreken als er niet
aan de Troon der Genade om is ge
smeekt Met droefenis wees ds. aan dat
thans in het laatste der dagen de
grootste kwaal is dat de mens een lief
hebber van zichzelf is, wanneer de
Heere daarover komt te oordelen dan
zullen de zware slagen niet achterwege
blijven. Zalig dan degenen die in de
liefde van de Heiland deelden. Paulus'
pen is bij het schrijven van de dreiging
in liefde gedoopt, het is er hem niet om
te doen te verdoemen maar om te be
houden. „Indien iemand de Heere Jezus
Christus niet liefheeft, die zij een ver
vloeking, Maran-Atha, de genade van
de Heere Jezus Christus zij met u,
mijn liefde zij met u allen in Christus
Jezus. Amen" zo besloot ds. van Vliet
zijn prediking.
In zijn dankgebed droeg hij de ge
meente, de burgelij ke overheid, kerke-
raad, koster en organist en het onder
wijzend personeel op de scholen Gode op.
Eén toespraak
Op verzoek van ds. van Vliet werd
slechts één toespraak gehouden. Ouder
ling P. Bezuijen sprak namens de ker-
keraad, kerkvoogdij, gemeente, scholen,
verenigingen en catechisanten. Spreker
wilde in liefde scheiden en hoopte dat
ds. van Vliet ook in liefde zijn intrede
zal mogen doen. Spr. hoopte dat ook de
laatste prediking vruchten zal afwer
pen die in de eeuwigheid zullen wor
den geopenbaard, ook was het spr. in
nige wens dat ds. in zijn nieuwe ge
meente Nederhemert met vrucht mag
arbeiden en dat ds. en mevrouw nog
lang voor elkaar gespaard mogen blij
ven. De gemeente vroeg hij trouw op
te komen en hij wekte op tot gebed dat
de Heere spoedig een arbeider naar
Ouddorp uitstote. Op verzoek van
ouderling Bezijen werd de scheidende
predikant door de gemeente staande
toegezongen Ps. 121 4 waarna de dienst
met het zingen van Ps. 136 26 en het
opleggen van de zegen besloten werd.
Velen hebben hierna van de gelegen
heid gebruik gemaakt ds. en mevrouw
ten afscheid de hand te drukken, w^aar-
bij ontroerende ogenblikken zijn be
leefd.
De liefhebberij om vogels te houden neemt in ons land meer en meer toe,
en vormt wel een zeer prettige vrijetijdsbesteding. Ook op Goeree Overflakkee
en in de provincie Zeeland treffen wij steeds meer volières aan; kleinere en
soms tamelijk «grote, al naar gelang er ruimte is om het huis en in de tuin, bij
sommigen ook wel binnenshuis in de woonkamer. In ons land zijn tienduizen
den vogelliefhebbers in bonden verenigd om hun kennis omtrent hun vogels
onderling uit te wisselen en om gemeenschappelijk tentoonstellingen te houden
van hun gekweekte gevederde vrienden. Bij het vogelhouden is de praktijk een
onmisbaar ding, maar de theorie kan er niet bij worden gemist. Voor hen die
zich toeleggen op het houden en ook het kweken van vogels is het nodig van
anderen te leren hoe bepaalde vogelsoorten zich ontwikkelen en hoe hun le
vensgewoonten zijn. Daarom vestigen wij gaarne de aandacht op een waarde
vol boek met talloze adviezen en raadgevingen, die voor iedere vogelhouder
.zeer belangrijk zijn.
Dit boek is verschenen in de „Ik kan
serie" bij de uitgeverij A. W. Sijthoff te
Leiden, onder de titel: „Ik kan vogels
houden", en samengesteld door P. J.
Houtenbos (oud-redakteur „Onze vo
gels") en J. P. A. Wilhelm, (oud-hootd-
redakteur „Onze zang- en siervogels").
„Wij zijn geen biologen" aldus de
auteurs in hun Ten geleide, „maar ge
wone amateurs die van successen en
van mislukkingen gewagen, maar die
een grote en nimmer verkoelende liefde
koesteren, voor de kleine, lichte, kleu
rige schepseltjes". Hier zijn dus man
nen uit de praktijk aan het woord, waar
veel van valt te leren.
Er zijn dan ook weinig facetten van
het houden van kooi- en volière-vogels
in dit boek onbesproken gelaten, er is
letterlijk aan alles gedacht. Eerst een
hoofdstuk voor de beginnelingen: Wel-
ke vogels zijn voor ons het meest ge
schikt? Moeten het kweekbare vogels
zijn of is het alleen voor de sier? Hoe
veel ruimte wij hebben, hoeveel vrije
tijd en ook de financiën spelen een rol.
De verzorging van de vogels is zeer
belangrijk; er worden raadgevingen ge
geven hoe en op welke wijze een volière
kan worden gebouwd en hoe huiska-
merkooien er dienen uit te zien. Een
papegaaie- en een parkietekooi heeft
andere vereisten en een andere inde
ling dan een kooi voor kanaries of klei
ner gevogelte.
Niet alleen de behuizing maar ook de
voeding is belangrijk. Er zijn zaad-,
vruchten- en insecteneters; het voe
dingsprobleem is tamelijk ingewikkeld,
waarom er in dit boek vrij grote aan
dacht aan is besteed. Ook de opbouw
van de vogels wordt niet vergeten en er
wordt een populaire verhandeling in
gegeven over de erfelijkheidsleer.
Van verreweg de meeste bekende vo
gels is een nauwkeurige beschrijving
gegeven, waardoor de vogelhouder zelf
zal kunnen controleren, óf hij de goede
vogels heeft aangeschaft en bij het kie
zen van nieuwe soorten, zal hem dit de
aanschaf vergemakkelijken.
Het boek bevat bovendien 77 teke
ningen tussen de tekst van kooien, vo
lières, nestmateriaal enz., dat door de
doe-het-zelvers heel goed kan worden
nagemaakt.
Van talloze vogels kunnen er afbeel
dingen in voor en 24 gekleurde illus
traties naar kleurenfoto's. Met dit boek
leert men de vogels uit bijna alle de
len van de wereld kennen. Achterin is
NED. HERV. KERK
Beroepen te Brandwijk en Poortvliet
C. Mulder te Hien en Dodewaard. Bo
degraven J. H. Cirkel te Huizen. Gies-
sendam-Waddinxveen en Woudenberg
C. de Vos te Gouda. Ochten P. Post-
houwer te Heteren. Waddinxveen C. v.
d. Bergh te Oud Beijerland. Grootam-
mers C. v. Bart te Putten. Lopik L.
Blok te Ridderkerk. Garderen R. W.
Steur te Doornspijk.
Bedankt voor Giessendam C. v. Bart
te Putten. Zegveld L. Blik te Ridder
kerk.
Alblasserdam. Na een elf-jarig ver
blijf, nam ds. H. J. de Bie afscheid van
deze gemeente, wegens vertrek naar
Wierden. Als tekst voor deze gelegen
heid werd gekozen: Prediker 12 13
Eemnes-Buiten. Wegens vertrek naar
Hoog Blokland nam ds. D. B. v. Lok
horst afscheid van deze gemeente met
1 Petrus 5 10.
Ds. L. Vroegindeweij, em. pred. te
Delft, schrijft in een artikel in „Het
Gerei Weekblad" o.m. over de duur
der kerkdiensten. Hij doet dat op de
hem eigen manier.
„Wat is lang? Sommigen zeggen, dat
de preek van twintig minuten de uiter
ste grens is. Dan valt alle vermogen
om nog iets op te nemen weg. Onder
tussen geeft een professor drie kwartier
achtereen college, zonder tussenzang.
Domina's zijn wel eens saai, maar pro
fessoren soms ook. Maar de studenten
schijnen toch wel drie kwartier van die
moeilijke dingen op te kunnen nemen.
Als ik zo de radiobode naga, plegen
b.v. hoorspelen of muziekuitvoeringen
soms wel méér dan een uur te duren,
Hoe kunnen de mensen het uithouden?
Misschien fluistert nu iemand, dat dit
afhangt van de interesse. Dat zou na
tuurlijk kurmen. Maar dan weet ik in
eens wanneer een preek te lang is.
Zij is te lang, als de hoorder in kwes
tie weinig belangstelling heeft. Dan is
20 minuten nog te veel.
Ik zou nog wat anders willen zeg
gen n.l. dat een goede prediker niet
erg moet bekorten, als hij binnen 50 a
60 minuten klaar wil wezen. Het gaat
er immers om, dat hij een Schriftge
deelte uitlegt. Hij moet dus van dat
Schriftgedeelte de samenhang met de
directe omgeving vertellen en dan dat
Schriftgedeelte uitleggen. Zo alleen
maakt hij de Schrift sprekende. Hij
mag de tekst niet uit zijn verband ruk
ken, maar dat verband juist aanwijzen.
En dan komt het onderwijs uit dat
Schriftgedeelte. Dat zijn vier punten,
waarvoor hij elke tekst wel 4x7 mi
nuten uitgetrokken mogen worden. Dan
moeten de verkeerde meningen van de
dag weerlegd, de hoorders betreft, de
weg der zaligheid uitgelegd en aange
toond hoe ons dagelijks leven moet zijn.
Dat kost minstens drie kwartier. Ver
volgens komt nog de toepassing. Kan
het minder? En als het zo niet gebeurt?
Dan wordt de gemeente elke keer met
een bordje vla of kamemelkse pap met
of zonder stroop of een ijsje of zo iets,
naar huis gezonden.
Hun geestelijke maag wordt tenslot-
ten al kleiner en ze weten niets meer,
dan dat ze maar rustig moeten hopen.
Wie zó kort wil preken dat er iemand
in slaap valt, krijgt niet eens kans om
te beginnen. Als er niet sommigen in
slaap vallen, zeg ik, komen anderen te
kort."
Tot zover ds. Vroegindeweij.
een register van de behandelde onder
werpen aangebracht, waardoor het na
slaan wordt vergemakkelijkt en men
niet lang behoeft te zoeken naar een
foto van een bepaalde vogel of hoe
diens leefwijze is.
Het boek is vlot geschreven en leest
prettig. De uitvoering is éf; met de
fraaie vogelfoto's er in, is het een lust
om het door te nemen. ledere vogellief-
hebber, zowel de beginneling als de
doorgewinterde kweker, zal er zijn ple
zier van beleven en het zeer vaak ter
hand nemen. Dat dit handboek erg ge
wild is, blijkt ook wel, want het be
leeft reeds de derde druk. In onder
scheiding van twee vorige drukken zijn
hier en daar nieuwe onderwerpen be
handeld, o.m. een hoofdstuk over „fa
zanten" en ook aan de siereendjes is
ruimere aandacht besteed.
Beide vogelsoorten komen n.l. meer
in de belangstelling te staan, Ook is een
korte bespreking gewijd aan de erfe-
lijkheidsschijf, een vinding van een van
de auteurs, waardoor de sportfokkers
op de hoogte blijven van de middelen,
die hen ten dienste staan.
Voor iedere vogelliefhebber een boek
om van te watertanden! De prijs is
14,90, maar dat is het ten volle waard.
Vraagt er eens naar bij uw boekhan
delaar.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Bovensmilde J. Verhaa-
ging te Opperdoes. Oenkerk A. Groene-
wegen te Ulrum. Heerjansdam J. v. d.
Haagen te Wieringswerf. Aalten, Gro
ningen, Noordwijk aan Zee en Veenen-
daal J. Bosman te Vrouwenpolder, 't
Harde G. Brinkman te Kampen. Bak-
keveen, Hollum, Oppenhuizen, Tzuum
en Zuidbroek kand. R. Nieuwenhuis te
Visvliet. Oostwold K. Dijk, kand. te
Amsterdam. Soest D. Borgers te Nij
verdal.
Aangenomen naar Rotterdam-IJssel-
monde D. Bouwknecht te 's Graven-
hage. Diever S. Bosma te Warffum
Colijnsplaat P. Blokland, kand. te Gou-
driaan.
Bedankt voor Amsterdam H. Bakker
te Emmeloord. Edam. Leimuiden, 's-
Gravenmoer, Vollenhove en Raamsdonk-
veer kand. P. Blokland te Goudriaan.
GEREF. KERKEN (vrijgemaakt)
Beroepen te Burnssum T. Dekker te
Goes. Bedum J. Beekman te Hilligers-
berg.
Bedankt voor Enumatil R. Timmer
man te Bunschoten.
Hilversum. Na bevestiging door prof.
dr. L. Doekes te Kampen, deed ds. C.
Bijl, gekomen van Hoogezand, intrede
alhier met 2 Cor. 6 1, 2.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Bennekom: G. Buijs te
Murmerwoude en A. Drechsten te 's-
Gravenhage-Z.
Beroepen te Zaandam. Drechsten te
's-Gravenhage. Rotterdam-Z. J. Prins
te Rijswijk.
Bedankt voor Komhom H. Biesma te
Stadskanaal.
Prof. J. J. V. d. Schuit, werd 25 aug.
j.l. 85 jaar. De oude Hoogleraar gaat
nog altijd voor in de diensten des
Woords. Tevens is hij nog altijd pen
ningmeester van de zendingskas, hij is
financieel beheerder van „De Wekker",
het orgaan van de Chr. Geref. Kerken
en schrijft daar ook'regelmatig artikelen
in. Vervolgens bekleedt hij nog de func
tie van deputaat voor de geestelijke
eenheid van de Gereformeerde belijders
en voor de geestelijke verzorging van
de militairen.
In nov. a.s. hoopt prof. v. d. Schuit
zijn diamanten ambtsjubileum te ge
denken. Hij werd nl. in 1907 predikant
te Kampen en stond daarna van 1914
1922 te Amsterdam. In dat laatste jaar
werd hij hoogleraar aan de Theol. Ho
geschool te Apeldoorn, waar hem in
1953 pensioen werd verleend.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Oud Beijerland A. Ver
hoef te Bameveld. Rijssen A. Hooger-
land te Werkendam. Clifton J. Haaren
te Amersfoort. Katwijk P. v. d. Bijl te
Rotterdam-Z. Scheveningen P. Blok te
Dirksland.
OOSTFLAiaCEE
Wie weet een toepasselijke naam?
Het bestuur van de Stichting voor de
Lichamelijke Opvoeding en de Sport te
Oude Tonge zoekt naar een toepasse
lijke naam voor de binnenkort in ge
bruik te nemen sporthal. De beste in-
zender(ster) wordt beloond met f 25.
Zie verder de advertentie in dit num
mer.
Gebruik sporthal. Verenigingen die
in de toekomst gebruik wensen te ma
ken van de binnenkort gereedkomende
nieuwe sporthal te Oude Tonge wor
den verzocht hiervan nu reeds opgave
te doen aan de administrateur. Zie ver
der de advertentie in dit nummer.
Oefening brandweren OostflaJkkee
Vrijdagavond 9 uur werden in de dor
pen Ooltgensplaat, Den Bommel en
Oude Tonge de alarm-sirenes van de
brandweer in werking gesteld voor een
brand die was uitgebroken op de vuil
nisbelt aan de Langeweg te Ooltgens
plaat. Het geheel was opgezet als een
oefening. Op de belt was een hoop
hout aangestoken waarin het vuur gre
tig voedsel vond. De brandweer van
Ooltgensplaat was eerst ter plaatse en
stelde zich op in de tweede Zuid-Bout
weg bij een watering, ongeveer 800 me
ter van de vuurhaard. Vervolgens kwa
men resp. de corpsen van Den Bom
mel en Oude Tonge aangesneld. Er
werd in z.g.n. aanjaagverband gewerkt.
De oefening, die vanzelf veel volk op
de been bracht, had een best verloop.
Burgemeester en wethouders van Oost-
flakkee waren ook onder de talrijke toe
schouwers.
OOLTGENSPLAAT
Geslaagd. In het „Ikazia"-ziekenhuis
te Rotterdam slaagde voor de Kraam-
aantekening mej. D. C. Beije T.Fd., ver
pleegster ,aldaar.
Philips
f 105,70
Unilever
f 103,70
AKU
f 55,60
Hoogovens
f 92,90
I Een iede
I unieke b|
Ivóór 10 f
I ministrai
[poor hel
[stelde c<f
I als de b^
I De beste
In verc
van de
[van de
verzochi
uren, hij
1 mededelj
f bestraatf
De beurs zette de afgelopen ^^J
beter in dan dat ze vrijdag de haii3
afsloot. De opgaande lijn in het koej
beeld kon niet worden behouden
verschillende fondsen iets terug liep]
Toch mag van een goede ondertoon
sproken worden, zowel voor de imJ
nationals als de locale fondsen.
De internationals:
In Philips was een ruime handel,
cijfers over het 2e kwartaal hebtj
een goede indruk gemaakt, terwijl l
verwachtingen voor het gehele jjJ
1967 hoopvol gestemd zijn. In de rejf
zijn de omzetten over de laatste maan
den van het jaar het hoogst.
Hetzelfde is van toepassing op (JiJ
lever, hier was de winst ontwikkeljij
in het 2e kwartaal als een grote M
mulans, al was er de laatste beursdagj
een kleine inzinking in het koersbeel
te constateren.
Minder spectaculair is het koersvgk
loop van Koninklijke Petroleum
weest. De stijgende eisen vEUi de
bische leiders zal hier niet vreemd a]
zijn. Het is daarom echter bemoedigj.
der dat de koers van dit hoofdloni
nauwelijks van w^ijken wist.
K.L.M, nam afgelopen week
„duikvlucht" zodat een dieptepunt v4
f 265,werd bereikt. De verwarde J
tuatie in het Midden-Oosten heeft nj
delig op het pasagiers en vrachtvervod
gewerkt. De aandelen AKU boden goj
weerstand, maar moesten evenals
van Hoogovens iets terrein prijs gevej
Het koers verloop was als volgt:
Kon. Olie f 136,— f 135J
f lOU
f 55J
f 92J
Lokale markt. Bij de bankwaardcj
bleven de certificaten HoUandsche
Unie in het middelpunt van de
stelling staan. De gissingen over
menwerking waarbij ook de Algemei
Bank Nederland wordt genoemd, dui
voort. Beide stukken konden zich
ieder geval in een ruime belangstellii,^^
verheugen. ^B 2 maal|
De verzekerings fondsen lagen gunsti^B avond
in de markt waarbij Amev de favorif
was.
Het even onderbroken gunstige zjl
merweer deden de brouwerij aandela
wat terug lopen, hoewel de vele winst
nemingen ook verantwoordelijk wara|
voor de afgebrokkelde koersen. De
sulfaten over het gehele jaar zulln|
echter door de mooie zomer over het
gemeen zeer goed zijn.
Het vliegtuig aandeel Fokker bla
nog steeds een goede partij mee,
verwachtingen zijn gunstig.
De uitgeverij aandelen lagen vood
de laatste beursdag gedrukt in de markil
Het nieuws inzake de vrij forse dt
ling van de advertentie omzetten in él
tijdschriften sector heeft blijkbaar nam
wat opzien gebaard. Vooral Elsevier wl|
de grote verliezer, de koers kwam uit
eindelijk op f 280,terecht.
Tot de favorieten van deze week tx-H- Gevra^
hoorde o.a. zeker ook het aandeel T*>^B 1 nov.
reldhaven, dat langzaam maar gesi
hogerop klimt sedert het halfjaar bericht|
werd gepubliceerd.
Schol ten Honig blijft langzaaii|
groeien, in het koersverloop is de laat
ste tijd weinig schommeling.
De obligatie markt
De grote verrassing was heden liï
het scheiden van de markt wel de aan-
kondiging van een nieuwe 6V2% lenin!!
Bank voor Nederlandsche Gemeenteul
groot f 100,— of f 150,— miljoen,
een koers ad 100%. Na het overwel*!
gende succes van de rente spaarbriei
leningen en de lening der StaatsmijT
nen laat men er geen gras over groeieii|
De voorwaarden lijken heel goed
gepast aan de huidige marktomstandij-l
heden. In de beurskringen verwaclil|
men dan ook dat de lening voor
volle pond ad f 150 miljoen er ruim-I
schoots in zal gaan. Uiteraard oefen-l
de een en ander een koersdruk uit op|
de obligatiemarkt, waarbij echter
schade aan het koerspeil binnen de per-|
ken bleef.
gommel
j geeft v|
JDaf. Te
[hall, scd
voor
Het bé
Soil.:
01184
SOMMELSDIJK
„Ons Koor" zingt in het ziekenhvi]
Het Mannenkoor „Ons Koor" te Soni-I
melsdijk geeft a.s. donderdagavond 31|
aug. een concert in het ziekenhuis'
Dirksland onder leiding van haar diii-|
gent G. Zoon.
OUDDORP
Kerkdienst. D.V. woensdagavond 1
half acht hoopt voor de Ger. Gem. al-j
hier voor te gaan ds. H. Hakkenber!]
van Dordrecht.
|Op 26
uur
Ppen hl
IderlanJ
de spl
Jreidhei|
gorden
pen jaï
zakel
iTijdensf
'pn de
lag var
In; dit
puw va
worde,
ploofsrid
BncerteiL
Sties gel
lllen eiT
in -vinl
srste si
It doori
>rd, bl
In bezol
|t Dorf
pvembe
ooncor
uik gJ
Ihandid
|n, en[
Rt tussL
|bruari|
"ngen
pndicaj
|Het
Vanl
Pe lan/
|n is
oon-
Icapter
iHet
gemd
|n; hd
|n bij^
nher
|n zo|
|Er iJ
puw vl
^ners f
pkeerl
plgalej
p.W.L
P bel
PenbaJ
|n P.O.
bo3
llederl
F eig|
erd
jijheii
ptaatl
gen
VERVOLGVERHAAL
door L. KOMBRINK
Copyright:
J. J. Groen en Zoon N.V., Leiden
59
„Wij moesten toch maar even helpen,
Jellie."
„Ja, wij gaan weer helpen", juicht
zij. Hand aan handen hollen zij weer
vooruit. Buter voorbij, die iets staat
uit te wringen. Een eindje voor hen is
de stem van Geert; „Ik heb 'm
„Kalm aan maar, Evert. Onze Geert
heeft 'm al."
De terugtocht gaat onder gemengde
gevoelens. Twee zijn erg blij. Eenj heeft
gloeiend de smoor in. Overbodig om
namen te noemen. Geert is trots omdat
hij sik heeft gevangen en moeder Lize
loopt schuldbewust naast haar nattige
man. Zij hééft de deur van sik open
gelaten, nu weet zij het zeker.
„Ik ga niet mee naar binnen", vertelt
Evert. Samen blijven ze iets achter.
„Hoor die geit", lacht Jellie. „De
stumper is blij dat-ie naar z'n bok
gaat."
„En ik ben blij dat ik mijn meisje
weer terug hebt."
Halverwege het weidepad blijven ze
staan. De nacht is vol geluiden. De
weidevogels roepen, een uit schreeuwt.
De geit mekkert. Buter moppert en
Geert voert fluitend de gevonden sik
voort. Een boze stem verbiedt hem dat
gefluit. Nog een ander geluid klinkt op
uit het donkerde .verzoeningskus.
HOOFDSTUK 16
Victor kreunt. Binnensmonds even
wel, opdat niemand het hore! Het is
de vijfde dag van de oogst. Men werkt
als paarden, nee, harder! Die hebben
tenminste rust als het koren wordt op
geladen. Eerst is er gemaaid, daarna
gebonden en op schoven gezet. Dat was
het werk van Victor. Zijn handen zien
er beestachtig uit. Tussen het koren
groeien) distels en deze worden extra
scherp in gedroogde staat. Je kunt hun
prikken niet ontgaan. Zijn rug is pijnlijk
van het veelvuldige bukken. Dorus heeft
om beurten met Frankema op de ma
chine gezeten. Victor heeft hen benijd.
Op die machine is het wel te harden.
Half geradbraakt sleept hij zich elke
avond naar het hooivlak. Frankema
lachte fijntjes toen Victor hem zei dat
hij niet naar zijn eigen verblijf ging.
Maar slapen kan hij reusachtig. Amper
ligt hij in het zachte lekker geurende
hooi of hij s|.aapt. Dorus moet 's mor
gens brullen om hem op de beeni te
krijgen. Op de avond van de vijfde
martelaarsdag van Victor zit de familie
aan de koffie. Frankema kijkt zorgelijk
voor zich uit. Victor maakt grapjes te
gen Lies, die dit blijkbaar erg op prijs
stelt. Evert is bezig iets in een schrift
over te schrijven erv Dorus knikkebolt
van de slaap. De boerin roert haar
koffie, terjvijl ze in de andere hand
een brief houdt. Het is een brief van
Frits. Hij komt morgen thuis voor het
weekend. De boer weet dat natuurlijk al
en hij prakkizeert. Zostraks heeft hij
naar het weerpraatje geluisterd. De
Bilt voorspelt onweer, vergezeld gaand
met windstoten van zoveel meter per
seconde. Hoeveel meter weet hij niet.
Dat is ook het voornaamste niet. De
regen, die is erger. Eén bui is zo erg
niet. Maar de zomers van de laatste'
tijd zijn niet veel waard.
„Ik ben blij dat onze Frits morgen
komt", zegt hij opeens.
Victor knikt begrijpend. „Het zou
jammer zijn als al dat graan nat werd",
zegt hij. „Kunnen we morgen niet be
ter 'n paar uur eerder beginnen?"
Dorus snuift verachtelijk. Je kunt wel
horerv dat die kladschilder helemaal
geen verstand van dit werk heeft.
Frankema schudt zijn hoofd. „Daar
zouden we weinig mee opschieten. Het
dauwt deze week erg zwaar en we
moeten wachten tot de dauw is opge
droogd."
„Als we allemaal helpen zijn we met
z'n zevenen", merkt Evert op. „En u
moet er morgen dus ook aan geloven,
moeder", lacht hij. Opeens krijgt zijn
gezicht een peinzende uitdrukking. Zon
der nog iets te zeggen staat hij op.
„Ga je al naar. bed, Evert?" vraagt
zijn moeder.
„Nee, even buiten kijkenj."
„'n Nachtzoentje van Jellie halen
denk ik", grinnikt Dorus.
Bijna op een draf je loopt Evert over
het weidepad. Het huis van Buter
steekt scherp af tegen het laatste avond
rood. Er staat niemand op de dijk. Het
is Geert, dat kan Evert aan het fluiten
horen. Nu hoort hij diens voetstappen
op de dijktrap; Geert komt dus om
laag. Op hetzelfde ogenblik bereiken ze
het huis.
„Ha, Evert, wat spook jij nog zo laat
uit?"
„Slapen de anderen al, Geert? Ik wou
ze even spreken."
„vyf minutenj geleden nog niet. Maar
lang zal het niet meer duren, denk ik."
Achter Geert stapt Evert de woon
kamer in. Er heerst hier een diepe
schemer. Alleen het koffielichtje geeft
enige schijn.
„Jellie, hier is Evert. Hij moet je spre
ken."
„Je moet niet liegen joh! Ik zei dat
ik jullie allemaal even wou spreken."
„Steek maar van wal", nodigt Buter
en hij geeuwt nadrukkelijk.
„Hebben jullie het weerbericht ge
hoord?"
„Broeierig weer en buien", zegt
vrouw Buter. Hoe staat het met jullie
graan?"
„Daar kwam ik eigenlijk om, buur
vrouw. Onze Frits komt morgen thuis.
Dat komt mooi uit, want ze moeten
hard werken om alles binnenj te krij
gen. Natuurlijk help ik na de middag
ook!"
Nu laat de stem van Buter zich weer
horen. ,Ik trek de broek over m'n
hielen, want het is morgen om vier
uur dag. En zeg maar tegen je vader
dat onze Geert en ik morgen komen
helpen."
„Dat is fijn, buurman. En ik zal het
nou maar zeggen, dat wou ik komen
vragen. Maar vader stuurt mij niet,
hoor!"
„Dat weet ik. Dan kwam hij zelf
wel. Maar wij zijn ook niet van gis
teren. Ik heb heel goed in de gaten
dat jullie morgen de handen vol zult
hebbeni. Heb je het nog zien weerlich-
ten in zee. Geert?"
„Nee, ik zag niks, vader. Maar de
lucht was niet mooi bij de zon."
„Wij zullen het beste er maar van
hopen. Jellie, laat hem maar even
uit!"
„Dat doe ik wel uit me zelf", zegt
Jellie 'n beetje geraakt. De anderen
lachen. Evert ook.
„Welterusten dan maar, en tot mor-|
genmiddag".
„Ik ben blij dat je even bent geto;
men, Eef. Ik heb goed nieuws voor je'
Hij slaat zijn arm nog iets stevige'
om haar middel.
„Als je een nieuwtje hebt, dan z»
het wel aardig nieuws zijn;"
„Je hebt het eigenlijk aan Van «'l
Linde te danken. Ik moest vanmidW]
naar Meurs omdat de ouwe man g
klare meer had. Tussen twee haakjes
jij was daar na het eten niet, hè?"
„Nee, het werk is daar al 'n P
dagen klaar. Alleen Piet is er nog eei
poosje geweest om wat af te werke»|
Gaat het over hém Jellie?"
„Luister maar. Ik kwam het café b'^'l
nen en zag Piet tegen de tapkast staaJ-l
Hij leunde er met zijn ellebogen opl
Naast hem stond dat vriendje van hem I
je weet wel die jongen van Gezien«'l
Draaier. Ze hoorden me niet binnenk^i
men omdat ik nogal voorzichtig met d8|
deur deed. En toen hoorde ik Piet zeSi
gen: „Hij komt nooit te weten dat»!
hem die hak zette met die grondvertl
Ik geloof dat de baas dat gevalletje lue"!
zo gauw zal vergeten." Dat zei hij.'
Als Evert niets zegt, vraagt zij onS^'l
duldig: „Wat ga je nu doen?" I
„Ik niks, maar jij moet wat doen.
je tenminste wilt!"
(Wordt vervoV