risiiAtiDEn niEüws ;e [Brunott Toch gelukkig Ouddorpse geslachien I IP DESIREE CAMERA-INRUILACTIE! I (assette tOOP (Derde reeks) Düjes en Daijes FBEMIE SFAAHFLAN KEUVELAAR koop ik meer effecten voor hetzelfde geld... FOTOGRAFIE J. ZANDSTRA f: :-------------------------------------- ÏLAM ?RIJS m üMüSll^ifflsiïiSililiii -k Het geloof De eleg(uiie vei;lo0nfrymg MIDDELHARNIS Basis voor persoonlijk bezit 4 Een fruitmand nodig ulad Vrijdag 9 juni 1967 No. 3592 ,?as3S;t» Klare wiJn Beiydenisgeschrift ol pastorale handreiking? Titel en schrü vers. Jare wijn". Zo luidt de titel van net ieschrift, dat met algemene stem men door de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk is aan vaard als hulp bij het lezen van de Heilige Schrift. Ik was eigenlijk al lang van plan enkele beschouwingen aan dit te wijden, omdat de zaken die aan de orde worden gesteld [een aangaan, die ernst wil maken ^S^het Woord van God. Het gaat im mers, zoals de ondertitel aangeeft, om Rekenschap over geschiedenis, geheim en gezag van de Bijbel". Daar zit echter niet zo weinig aan vast en herhaalde lijk schrok ik ervoor terug. Nu moet er dan van komen, zonder dat ik iretenderen het laatste en beslis- woord over deze materie te kun- -XI zesgen. Met opzet schreef ik in het begin, dat ;eschrift over de Bijbel door de ie met algemene stemmen is aan- nen. Dat is al een merkwaardige in een kerk met zoveel verschil- ■iwiüle richtingen. Tot nog toe kon bij voorbeeld geen eenstemmigheid wor den bereikt inzake de leer der verzoe ning. Ook het rapport over het ambt iaat nog op zich wachten. En zo zouden snging |lletjes *EIJS jurkje eer belangrijke zaken te noemen waarover geen voor alle partijen bè\rredigende uitspraken konden wor den gedaan. Daarom verwondert het ons des te meer, dat blijkbaar vrijzin nigen enerzijds en „Gereformeerde Bon ders" anderzijds gelijk denken over het gezag van de Heilige Schrift... Dat feit zou op zichzelf verheugend kunnen worden genoemd, indien althans de in houd van „Klare wijn" de toets van de ^.Bijbel zelf kan doorstaan. Ipnder nu op de inhoud van het ge- ft vooruit te lopen ,mogen we met baarheid vaststellen, dat er in dit lijvige boekwerk vele behartenswaar- ^Jj^e dingen staan. ^^^K>pu!air gezegd: Gezien de verhou- mi^en in de kerk, en gezien de samen- Stelling van de synode valt het echt niet tegen... We hadden, zeker over een ma- ie als deze, meer ketterse geluiden acht. Toch is er ook in dit boek dat zonder meer teleurstelt. Zó iurstelt zelfs dat wij en velen met zich afvragen hoe het mogelijk is eest, dat alle synodeleden, ook bij- irbeeld de Gereformeerde Bonders, stem aan dit geschrift hebben kun- geven. De verklaring van dit feit hierin, dat „Klare wijn" zichzelf aandient als een belijdenisgeschrift RTs niet als een officiële uitspraak van de Ned. Herv. Kerk over „de leer van Heilige Schrift". Was het dat ge- ist, of was het als zodanig bedoeld, zou het zeker niet alle stemmen op hebben verenigd. Als handreiking de bijbellezer echter kon het tot op ;ere hoogte aller instemming hebben, op zekere hoogte, want dat allen iëbben voorgestemd wil nog niet zeg gen dat allen even gelukkig zijn met de inhoud van „Klare wijn". Toch blijft er ook voor mijn gevoel iets onduidelijks in deze hele gang van zaken. Een belijdenisgeschrift is „Klare wijn" niet, akkoord, maar wat is het dan wel? Kan een kerk aan haar leden een geschrift ter hand stellen, laten we zeggen als een soort herderlijk schrij ven of als een soort pastorale handrei king, zonder dat daar iets van een be lijdenis achter zit? In dit geval, kan de Hervormde Kerk aan haar leden laten zien hoe ze de Bijbel moeten lezen, zon der dat ze daarbij uitspraken doet over de Bijbel, die min of meer bindend ge zag hebben? Daar komt nog iets bij. Ter synode hebben de samenstellers van dit boek uitdrukkelijk verklaard, dat „Klare wijn" geen belijdenisgeschrift was, ken de allernieuwste modellen GOUDEN DAMESHORLOGES MET GOUDEN BAND reeds v.a. ZZO.' WINKELCENTRUM BINNENWEG 45 TELEFOON 11.66.15 - ROTTERDAM nelijk om daarmee de twijfelaars op hun hand te krijgen... Want nauwelijks had het boek het licht gezien of het werd wel degelijk als een uitspraak van de kerk over de leer van de Heili ge Schrift aangediend. Dat kon trou wens ook moeilijk anders. Zodat de le den van de synode die met enige aar zeling hebben voorgestemd nu het ge voel hebben dat zij om de tuin zijn ge leid, of zelfs, dat zij „erin gevlogen zijn". En dat is uiteraard een onaange naam gevoel Nog even iets over de titel van het geschrift. „Klare wijn" heet het boek over geschiedenis, geheim en gezag van de Bijbel. Velen hebben dit blijkbaar opgevat alsof de synode haar uitspra ken over de Bijbel aandiende als Klare wijn. Achteraf bleek dit niet de be doeling te zijn. „Klare wijn" slaat niet op het boek over de Bijbel, maar op de Bijbel zelf. Gods Woord is klare wijn, zo hebben de samenstellers van het ge schrift het bedoeld. We nemen dit na tuurlijk graag aan, maar het moet ons wel van het hart dat deze titel dan toch al niet al te gelukkig gekozen is. Wanneer op het omslag staat vermeld „Klare wijn. Rekenschap over geschie denis, geheim en gezag van de Bijbel", dan kan ik, alleen al uit oogpunt van de Nederlandse taal, die ondertitel slechts zien als een nadere verklaring van de titel zelf. Maar goed, ik wil niet over een woord vallen en wellicht zijn de samenstellers hierin geheel ter goe der trouw geweest. De samenstellers, zei ik. Wie zijn dat? De commissie, in 1960 ingesteld, bestond uit de volgende theologen: Prof. Dr. J. de Graaf, voorzitter. Dr. T. Dokter, sekretaris. Prof. Dr. H. Jonker, Dr. B. Klein Wassink, Drs. S. Meijers, Prof. Dr. K H. Miskotte en Dr. Th. C. Frederikse. Dat zijn dus, globaal gezien, twee vrijzinnigen, twee Gereformeerde Bon ders en drie midden-orthodoxen. Rap porteur werd Dr. Frederikse en van diens hand blijkt het grootste deel van het geschrift te zijn, hoewel ingewijden menen te weten dat hij bij die taak voornamelijk is geassisteerd door -Drs. Meijers. Volgende week hopen we nader op de inhoud van „Klare wijn in te gaan. WAARNEMER. „Het geloof, zover dat hartgrondig en oprecht is, is een zuiver hemels licht, hetwelk de H. Geest, ontsteekt in on ze harten, waardoor onze ogen inwendig alzo geopend worden, dat wij de hoge en almachtige God op het waarachtige getuigenis dat Hij van Zichzelf aan ons geeft i1^ Zijn Woord, alzo komen aan te zien in het aangezicht van de Heere Jezus Christus, als die daar is de eeuwi ge fontein en oorsprong aller dingen, waarin alles wat er is, zijn wezen en bestaan ontvangen heeft en nog steeds behouden." THEODORUS VAN DER GROE. druk w« e een riJ* later d^ nieitiaf- slotwoof I gesprote' iDmité W' nverflau»' De hK- Jerk watï' fkerkeras' een achten. .en, dat e' rfiet Veref- fzal piaf I en me* J gehou*». [5 uur. van/; ■net N^; Iderdag f Centrum een ha» )rs gel'«' Moer*; f gn VOO' Kruis"»*; wordt u»: it u da^-É- VERVOLGVERHAAL door L. KOMBRINK Copyright: 3. 3. Green en Zomi N.V., Lelden 36 Met een zucht van verlichting stapt Eyert Frankema van zijn fiets. Eigen lijk is het meer vallen dan stappen. Hij is doodop. Op verschillende plaatsen was de sneeuw zo hoog opgewaaid dat hij moest lopen. Daarbij komt dat zijn nets verre van nieuw is en achterop de bagagedrager een vrij zware koffer zit vastgebonden. Ondanks het zweet op zijn voorhoofd zijn z'n handen door en door koud. Hij plaatst de fiets tegen net ijzeren hek om de toegang te openen. Hij moet een van de kromme paden volgen om bij het huis te komen en hij snuift minachtend. Wat 'n idioot idee om zulke paden te maken. Waar om niet recht toe recht aan? Hij schuift Zijn rijwiel voorbij het woonhuis en op dit moment gaat de deur van de grote schuur, die aan het huis grenst, open. Een klein mannetje in overall brengt Zijn hand boven de ogen om te kijken ■Wie daar aankomt. „Wel, wel, als we daar Evert Fran- kema niet hebben! Kerel, jij durft hoor! Geef maar hier die fiets. Je handen zijn zo blauw als een lei". Evert knikt zwijgend. Zijn vingers tintelen en hij geeuwt als een spreuw bij een hittegolf. Hij voelt zijn haar prikkelen en hij wenst dat druk pra tende kereltje kilometers ver weg. „Ik zal de boerin zeggen dat je er bent". „Dat hoeft niet, ik ga zelf wel naar binnen. Bram". „Ook goed", en in zichzelf mopperend loopt de kleine man weg. Ondanks al les moet Evert eventjes lachen. Hij weet dat Bram, de oudste knecht, zich voelt als een butler in een herenhuis. Maar opeens schiet het hem te binnen dat Bram de boerin noemde. Dan zal oom Gerrit er wel niet zijn. Eigenlijk ziet hij 'n beetje tegen de ontmoeting met tante Bet op. Maar het beste is, om niet langer te treuzelen en er regelrecht op af te gaan. Hij weet dat tante in de huiskamer zal zijn. Hakend aan het een of andere ding, met de bril op de punt van haar neus. Zij zal hem over die bril aankij ken, maar niet opstaan om hem een hand te geven. Hierover denkt hij als hij door de hoge gang loopt, links en rechts zijn er deuren. Allemaal zwaar eikehout, ziet hij. Het is hier allemaal even solide en degelijk. De gang loopt uit op de voordeur, maar heel zelden wordt deze voor bezoekers geopend. HOEK. Als oudste generatie te Ouddorp ken ik Pieter Dirckse Hoeck, die te O. trouvrt met Barbara Arents op 10 dec. 1662. De doopdata van beide partners vond ik niet, dus zullen zij beiden waar schijnlijk vóór 1638 zijn geboren. Uit dit echtpaar werden geboren drie zoons en een dochter, waarvan de doch ter en 1 zoon. Jan, huwen. Jan was gedoopt O., 6 oct. 1677 en huwde, on- dertr. Goeree, 27 juni 1711, trouwt al daar 12 juli 1711 met Maertje Abels de Vries, d.v. Abel Menno's de Vries en Dina Jacobs en gedoopt te Goeree, 5 maart 1690 Maertje werd begraven te Ouddorp 1 okt. 1763. Uit dit echtpaar werden gedoopt twee zoons: Pieter, die werd ged. O., 3 april 1712 en Abel, ged. O., 20 maart 1718. Pieter huwt te O., 17 nov. 1737 met Cornelia Gerrits Kievit en nogmaals als wedr. te O., 29 aug. 1755 met Johanna Mosis Tanis. Abel trouwt op 21 juni 1744 te O. met Lysbet Moses Tanis. Pieter kreeg uit zijn eerste huwelijk met Cornelia G. Kievit 4 dochters en een zoon Jan, die huwt te O., 16 aug. 1767 met Maartje Teunis Zonnemare; uit Pieters tweede huwelijk sproten geen kinderen RIJMEN VAN THIJMEN Nasser eist van Isrel: Ga 'n straatje om. Dat is van die heerser. Stellig oliedom. Eensklaps alle ruzie. Zomaar bijgelegd. Alle Arabieren, Aan elkaar gehecht. En in 't Midden-Oosten, Zeven tegen één. Maar dan mag men zeggen: Dat is héél gemeen. Echt, in deze streken. Is het meer dan har. Het normale leven. Hevig in de war. Nasser schijnt te dromen. Van één groot gebied, Waar men hem als heerser, In de toekomst ziet. Maar aan dit soort mensen, Hebben we niet veel. Hij zet Isrel 't liefste, 't Mes maar op de keel. ■ix: Het gaat met de kranten. Heus niet al te best. Combineren volgt er Vaak ten langen lest. 't Is niet vol te houden. Voor zo menig blad. Er zit in die dingen. Heden ook de klad. En zo leven velen. Tussen hoop en vrees. Minder advertenties. Minder abonnees. Minder dus ontvangen. Of een flink tekort. Zodat een collega. Aangesproken wordt: „Laten we als kranten, Maar tesamen gaan. Dan zijn moeilijkheden. Tijdelijk van de baan." Niet alleen het herfstblad. Valt gemakkelijk af. Dito bij de kranten, 't Geen veel zorgen gaf. -k i^ iK Gijsje zou gaan dienen. Ergens in de stad. Maar het was haar vader, Die bezwaren had. Gijsje, ze was nimmer, Ver van huis geweest. Dat was wel bezwaarlijk. Dat deert vader 't meest. Moeder was weer anders. Het zou prima gaah. Landde zij als meisje. Ook niet ergensaan? Een ding vond Moe jammer. Dat betrof het geld. Was het met de gulden. Niet heel droef gesteld? Ze had weinig waarde. Dus ze schreef haar kind: „Lieve, beste Gijsje Weet je wat ik vind? Jij mag niet in guldens Worden uitbetaald. Er moet dus bij voorbaat Met Mevrouw bepaald, Dat ze jou je maandgeld. Steeds in centen geeft. Die behouden waarde. En bedank beleefd." Uit het vorenstaande blijkt hoe de voornaam Abel in de familie Hoek is gekomen. De familie de Vries was zon der twijfel doopsgezind daarop de voornaam Mermo ook wijst en ver moedelijk zijn Jan Pietersz Hoek en Maertje Abels in de doopsgezinde kerk getrouwd, maar de kinderen werden in de Geref. kerk gedoopt. Over de naam Hoek valt uiteraard niets zinnigs te zeggen. Er zijn zo veel hoeken in de wereld, dat men er zelfs met een opsomming van mogelijkheden niet komt. Misschien woonde de eerste voorvader op de hoek van een straat? HOOGMOED. Op 14 februari 1783 ondertrouwt (de trouw werd niet aangetekend) te Oud dorp Pieter Hendriksen Hoogmoed, JM, geb. te Oude-Tonge met Willemijntje Leendertsen van der Linde, JD. van Ouddorp, ged. aldaar 18 jan. 1761 als dochter van Leendert Kommers v. d. Linde en Grietje Wms de Vogel. Uit dit echtpaar sproten de navol gende kinderen: Hendrik, ged. te O., 21 sept. 1783, Leendert, O. 30 nov. 1785, Jan, O. 2 sept 1787, Kommer, O. 25 april 1790 en Neetlje, O. 18 jan. 1792. Doopdatum en ouders van Pieter kon ik niet vinden; wellicht waren zij niet kerkelijk georiënteerd en werd Pieter niet gedoopt. Over de naam, welke een karakter eigenschap aanduidt, valt niet veel te zeggen; de oudste naamdrager zal deze naam door anderen toebedeeld gekre gen hebben. VAN HOVE(N). Op 13 juli 1718 huvsrt te Ouddorp Frans Jansz van Hove(n) of van der Hoeve, wiens herkomst niet wordt ver meld, met Susanna Arens Lauwe, doop datum en ouders onbekend. Wellicht was zij geboortig van Goeree. Uit dit huwelijk 3 dochters en waar schijnlijk 1 zoon. Jan. Twee dezer dochters worden pas gedoopt nadat zij gehuwd waren en van een dochter en de zoon Jan vind ik in het geheel geen doopdata, zodat ik aanneem dat deze mensen niet kerkelijk georiënteerd wa ren, hetgeen voor genealogisch onder zoek nogal eens fnuikend is. Jan zal geboren zijn tussen 1720 en 1725 en huwt te O., ondertrouw/trouw 6/29 jan. 1747 met Cornelia Cornells Witte (Beeuwsier), ged. te O., 15 aug. 1723, d.v. Cornells Witte (Beeuwsier) en Maartje Abels de Vries. Uit dit huwelijk werden geboren 4 dochters en 5 zoons, waarvan de zoons Frans, Aren en Abel later in het hu welijk treden Hiermede was in Ouddorp de grond slag gelegd voor het aldaar nog voor komende geslacht van Hoven. VAN HUIJSEN. VAN HUIZEN. Jan Aartsz van Huyse(n), JM, wo nende in de Oostdijk, ondertrouwt te Goedereede 15 okt. 1762 en trouwt al daar 7 nov. 1762 met Adriaantje Leen- derts den Harder, JD. ged. te Goeree, 11 okt. 1739 en aangegeven ter begi-a- ving Ouden Oostdijk 14 mei 1764. Zij krijgen 1 kind Aart te Goedereede ged. 10 april 1763, die te Goeree 19 okt. 1788 trouwt met Johanna Teunis Ha- meeteman. Jan Aartsz hertrouwt als wednr. te Goedereede 6/29 april 1770 met Pieter- nella Maartens van Waard», ged. Goe ree, 1 juli 1740, doch uit dit 2* huwe lijk worden, voor zover mij bekend geen kinderen meer geboren. Jan Aartsz van H. was volgens het trouwboek van Goeree geboortig van Vierpolders, maar bij een ingesteld on derzoek vond ik wel het huwelijk van zijn ouders: Aerd Jansz van Kuisen of van Heusden en Marijntje Com. Stel- man (tr. Vierpolders 30 mei 1733) maar niet Jans' doopdatum. Te Ouddorp trouwt (ondertr. 15 maart, trouw 7 april 1765) Cornells Aertse van Huyse(n), geboortig van Rugge bij den Briel, met Adriaantje Maartens Witte, ged O., 12 febr. 1741, Ja, elk jaar betaalt het Rijk honderd gulden mee aan mijn aandelen. En dat kunt ook voor elkaar krijgen I Wanneer u en uw vrouw nu deelnemen aan hel Premie Spaarplan en elk jaar voor 500,— aan effectenbewijzen kopen, dan krijgt u vanaf 1972 ieder jaar honderd gulden terug van het Rijk! Belastingvrij! Dit geld kunt u dan weer gebruiken om eens een extra aandeeltje te kopen. (Of u moet persé die lege bladen Ghana in uw postzegelalbum willen opvullenHoe dan ook, alle Banken, Spaarbanken, Boerenleenbanken, Ralffeisenbanken en Hypotheekbanken zullen u graag inlichten over het Premie Spaarplan. d.v. Maarten Leenderts Witte en Ka- tharina Corn. Slingerlandt. Deze Corne lls Aartsz was waarschijnlijk een broer van de hierboven genoemde Jan Aertsz, die geboortig zou zijn van Vierpolders, alzo vlak bij Rugge. Belder doopdata zijn (nog) voortvluchtig! Cornells Aertsz heeft o.a. een zoon Pieter, ged. O., 19 jan. 1766 die te O. trouwt 12 okt. 1788 met Hendrika Ja cobs Grinwis, ged. O. 14 febr. 1762, d.v. Jacob Pietersz Grinwis en Johanna Hendriks Verschuer. Uit dit huwelijk: Cornells 1789, Jacob 1790, Ariaantje 1792 en Johanna 1795 KAPTEIN. De naeam wordt oudtijds verschil lend geschreven: Capiteyn, Capp(e)teyn, Capijteyn, Kapteijn, enz. hetgeen niet weg neemt dat de Ouddorpse vertegen woordigers van dit geslacht, die deze namen dragen bijna alle tot één familie zijn terug te brengen. De naam is zonder twijfel afgeleid van de militaire rang kapitein. Als een der oudste naamdragers in Ouddorp (de naam komt ook veelvul dig elders voor) is te beschouwen Claes Arentse Capiteyn, die rond 1640 gebo ren zal zijn en te O. trouwt op 11 april 1666 met Jannetje Jans. Claes wordt begraven te O., 27 aug. 1720. Uit dit huwelijk spruiten 11 kinderen, waarvan 4 jong overlijden. De zoon Jan, ged. O. 17 mei 1671, huwt 3-maal en leeft te Goeree; Pieter, ged. O. 7 maart 1686, huwt te Goedereede 18 mei 1725 met Jannitje Jobs Kievit en krijgt te Ouddorp 5 kinderen, waarvan 1 jong sterft; Arien, ged. O., 27 aug. 1673 huwt te O., 15 mei 1712 met Jannetje Abrams van Herkingen, uit welk huwelijk 6 kinderen. Pieters zoon Job, geboren O, 17 dan naar de X „FRUITEXPRESSE" U belt Telefoon (01870) 3086 en wdj bezorgen iver geheel Flakkee M. VA^ DER KLOOSTER febr. 1737, ondertr,/tr. te O., 4 aug./25 sept. 1762 met Zeeuwij Ptrs van Beek(e). Ik heb het niet nagegaan, maar ik ver onderstel dat deze Job de naamgever was van de Job, die in mijn jeugd timmerman/caféhouder te O. was. Naast deze oudst-bekende Claes Arentse Cap. komt in O. voor Aren Jacobse Cappetyen, die naar schatting pi. 1655 geboren zal zijn en te O., 10 nov. 1680 trouwt met Sara Jans. Uit dit huw. Jacobus, ged. 0.8 mrt 1682 en Claesje, 1684, die beide huwen. Jacob(us) tr. plm. 1705 (huw. niet ge vonden) met Geertruyt Paulus Heer schap, ged. O. 4 nov. 1685. Hieruit ten minste 9 kinderen te Ouddorp en nog 2 te Sommelsdijk. Alleen van de zoon Aren, ged. 0.27 juni 1706 vind ik te O. een huwelijk met Neeltje Jans Komtebedde (jan. 1730), terwijl ook zijn zoon Aren, ged. 0.25 okt 1733 in 1762 te O. in het hu welijk treedt met Willemijntje Jakobs Kievit (1736 ged.) Al met al is het een dunne draad welke de generaties van deze tak Kaptein verbindt. De thans te Ouddorp levende Kap- teins zijn waarschijnlijk nazaten van de bovengenoemde Claes Arentse Ca- pityn. Gooi UW oude camera niet wegwij nemen ze graag in en geven u er f 7,50, 10,—, 15,— of 20,— voor. SOMMELSDIJK Kwaliteit en service de basis van onze zaak. Hier is de deur van de woonkamer. En omdat hij weet dat tante Bet erg op manieren gesteld is, klopt hij aan. Hij hoort niets en daarom tikt hij nog maar eens. Nu zegt een zware stem: „Ja, binnen". Vreemd dat tante zo'n diepe stem heeft. Alleen als ze kwaad is, klinkt die stem hoog, schril. Hij voelt zich ge lukkig niet zo ellendig meer. Z'n vin gers hebbén opgehouden met tintelen. Rustig stapt hij binnen. „Dag tante, hier ben ik dus. Hoe gaat het ermee?" Een vrouw van middelbare leeftijd en grijzend haar zit aan een ronde ta fel te breien. Zij legt nu haar werk neer en zet de bril af. Voor zij antwoord geeft kijkt ze Evert lang en onderzoe kend aan. En dan komt er een strenge uitdrukking op haar gezicht. „Met mij gaat het best, wat denk je wel? Maar met jou kon het beter. Je bent bleek, nee eigenlijk wit. Je neus is zo dun als een borstbeen van een magere haan en je ogen zijn te groot, veel te groot. En als ik goed luister dan hoor ik je borst piepen. Maar dat kan ook het deurtje van de kachel zijn. Dat piept ook als er trek in de schoor steen zit. Schuif maar dicht bij de kachel en vertel eens hoe het op Hori zon gaat. Maar trek eerst die natte schoenen uit, anders lig je de hele nacht te pompen van de hoest. Wie heeft je binnengelaten? Bram natuur lijk! Dan zal er wel gauw koffie ge bracht worden. Ik had je niet verwacht met dit slechte weer. Wel, hoor ik nog van je hoe het bij jullie is?" „Ik had nog geen gelegenheid om dat te vertellen, tante. Maar alles is goed. Wij kregen vanmorgen een kaart van Frits. Hij ligt in het hospitaal met griep Maar het was niet erg schreef hij". „Je zei dat thuis aUes goed was. Maar dan is dat niet waar. Frits is dus ziek. Het is vaak de mensen hun eigen schuld als ze ziek worden. Daar heb je bij voorbeeld je oom. Er bestaat geen ge zonder man op de hele wereld en toch is hij iedere winter verkoudon als ik er niet op let..." „Is oom niet thuis, tante?" „Je moet me niet in de rede vallen. Evert. En ik zal even naar de keuken moeten. Je bent hard aan een flinke kop koffie toe. We hadden het over je oom. Hij voert weinig uit en toch weet hij verkouden te worden als ik niet op let. Nee, hij is niet thuis. Naar de een of andere vergadering denk ik. Je oom zit overal in. Het staat me helemaal niet aan. Ze schuiven hem van alles op de rug en hij durft nooit iets te weige ren. Weet je wat, ga zelf maar even naar de keuken en laat An je koffie geven. Als je honger hebt moet ze ook brood geven. Maar over een uur eten wij ook, je ziet dus maar. Nee, wacht even, loop nog niet weg, kom eens hier!" Glimlachend loopt Evert naar de ta fel. Hij ziet tante bukken en zij betast de pijpen van zijn broek. Dan kijkt ze hem bestraffend aan. „Heb je kleren meegenomen?" „Een koffer vol, tante. Mijn broek is wat vochtig geworden door de sneeuw". „Vochtig zeg je? Het water loopt er uit. En ga nu naar de keuken. Drink daar je koffie op en trek andere kleren aan. Je weet je kamer wel, denk ik". Met gemengde gevoelens verlaat Evert de kamer. Tante is nog niets ver anderd. Ze snauwt en bitst en toch is ze goed. Zij zegt precies waar het op staat en je kunt je daar het best maar niet te veel van aantrekken. Zijn ogen zijn dus te groot en zijn neus is zo dun als het borstbeen van een magere haan. Er zal nog wel meer aan hem mankeren, maar dat wordt hij nog wel gewaar. Hoor die An eens zingen! De anderen zullen wel in de stal zitten, want het is zowat tijd om te melken. De dienst bode begroet hem enthousiast. „Kom je de zaak eens wat opvrolijken Evert? Bram kwam zeggen dat je er was en je had je koffie al lang op ge had als ik niet een ongelukje had ge had met de koffiekan. Blijf je hier lang Evert? Hier, drink maar eens lekker uit. Had je ook brood moeten hebben?" „Dank je. An. Zijn ze al aan 't mel ken?" Op de boerderij van Gerrit Paasman eet het personeel in de keuken. An heeft de tafel opgeruimd in de kamer. Tante heeft haar breiwerk weer opge nomen en oom Gerrit nestelt zich in zijn gemalskelijke stoel. Daarna snijdt hij met zorg een gleufje in zijn sigaar en nadat hij de eerste rookwolk heeft uitgeblazen kijkt hij Evert aan. „Wij hadden in de stal niet veel ge legenheid om rustig met elkander te praten, neef. Maar we hoeven daar ook geen haast mee te maken, want ik re ken dat je minstens twee weken zult blijven". Evert knikt met een schuin oogje naar tante Bet. Hij weet niet goed of tante er mee accoord gaat. Je krijgt zo moeilijk hoogte van haar. „De eerste de beste keer dat ik je zie werken, ga je terug naar huis". „Je hebt het dus gehoord. Evert", lacht Paasman vrolijk. „Maar zij heeft gelijk. Een logé hoort niks uit te voe ren". „Is dat niet te veel gezegd, oom?" vraagt Evert met een benauwd gezicht. „Lezen bijvoorbeeld, dat mag ik toch wel?" Achter de boer, die zich nu met enige moeite omdraait, staat een enorme boekenkast. „Lezen kan geen kwaad, integendeel! Ik geloof dat de mensen op het platteland veel te weinig lezen". {Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5