Door de bril van Han en Rïen Boomsma:
1 reportages I
KJndtkho-ekfe
De verjaardag van Koningin Juilan
■m\
Door liefde en trouw ondersteunt]
Zij Haar Troon.
al
n
woonhj
Bladz. 2
.JBILANDKN-NIEUWS"
Vrijdag 28 april J» ^8 april 1
Ook voor X
FOTOGRAFIE
J. ZANDSTRA
SOMMELSDIJK
git onze
tie schoenl
jen hiel.
ppenbj
lierkop]
,Tank bij de WITTE f O'
aan de provinciale wli^
NELISSE - Nieuwe TóiWë.
Èërii.
Troje
In die tijd van drieduizend jaren voor
Christus geboorte ontwikltelde zich niet
alleen in Mesopotamië een woon en be
schavingscentrum, met dan Ur der
Chaldeën, Babyion, Nimrod en nog vele
steden meer als centraal ptmt, doch aan
de kust van de Middellandse zee ont
staan mede steden, Biblos b.v. is heel
bekend, dan Jeru:^alem, dat niet zo ver
van de kust afligt en vooral Egypte,
met zijn geweldige Nijldelta.
Niet ver van de Dardanellen de zee
straat tussen Europa en Azië, was er
ongeveer 3.000 jaren v. Chr. een stadje
ontstaan, Troje. Het kernpunt van dit
stadje was een burcht van 90 meter
doorsneden, ommuurd, wat zeer en dan
ook zeer nodig was.
500 jaren later wordt dat stadje gro
ter, de oppervlakte is dan 8.000 vier
kante meter. Nog niet zo daverend
groot, maar men schat dat er 3.000 men
sen gewoond hebben. Deze fase van
Troje wordt Troje II genoemd, en dan
wordt dat stadje zeer rijk. Bij de opgra
vingen die men hier gedaan heeft vond
men gouden bekers de z.g. schat van
Priamos (Priamos was een der konin
gen van Troje), zilveren schalen, maar
ook resten van een textiel-industrie.
Dit stadje zou ongeveer 2300 jaren v.
Chr. door een enorme brand zijn ver
woest.
Na de grote ramp wordt het stadje
weer opgericht, op de puinhopen wordt
een nieuw centrum gebouwd. Juist dat
weer oprichten van een stadje is voor
de latere onderzoekers zo belangrijk
geweest. Men liet de puinhopen voor
wat ze waren, bouwde op de rommel
de nieuwe huizen zodat men, nu bij op
gravingen, dan vele oude dingen daar
in kan vinden en daardoor gelegenheid
heeft gekregen een idee te vormen, hoe
rijk de oude stad was, en hoe de be
woners leefden. Waren na de bewoners
van Troje II rijk, die van Troje III
schijnen van jacht geleefd te hebben.
De geschiedenis herhaalt zich, Troje
III wordt verwoest, weer een nieuwe
stad wordt opgericht, Troje IV, die oolc
al verwoest wordt, men denkt dat de
Hittieten schuldig zijn aan enige ver-
woestingen, dan ontstaat Troje V. Dan
zijn we nog altijd in een tijdperk van
blijkbaar kleine oorlogen, Troje V
wordt opgevolgd door Troje VI. Dan
schiet de stad opeens omhoog in wel
vaart, de oppervlakte moet dan 20.000
vierkante meter zijn geweest en te
klein voor de bevolking. De stadsmuren
worden 10 meter hoog, de stenen van
die muur zijn nu door beitels blijkbaar
netjes gevormd en de bloei van Troje
nr. VI wordt ernstig gestoord door een
grote aardbeving.
Na de aardbeving wordt de stad weer
hersteld, het wordt weer een bloeiende
samenleving, er is welvaart, er zijn
zilvermijnen in de buurt, die de wel
vaart blijken te verhogen. En heel dat
oude stadje zou nooit in de wereldge
schiedenis zijn gekomen als... als...
Als er niet in Griekenland een
dichter van heel groot formaat was
geweest, Homerus. Hij leefde vermoe
delijk twee eeuwen later na de gebeur
tenissen, die we moeten vermelden. De
oorlog tussen Troje en de Grieken.
In de Griekse Peloponessos is een
klein stad-staatje Sparta met aan het
hoofd koning Menelaos. Hij had trouw
plannen met een beeldschone jonge
vrouw, Helena. In de geschiedenis
wordt Helena al beschouwd, als ge
trouwd met deze Menelaos. Dan is de
zoon van de koning van Troje de
koning van Troje heette Priamos, en de
zoon is Paris op reis in Griekenland,
en wordt zo bekoord van Helena, dat
hij haar schaakt, meeneemt naar Troje.
Menelaos vraagt Priamos uitlevering
van zijn geschaakte bruid. Priamos
weigert dit denkende, die koning
van Sparta kan me toch niets doen.
Doch de Griekse koningen nemen het
voor Menelaos op. De Grieken beslui
ten gezamenlijk om Troje aan te vallen
volgens Homerus, duurde de oorlog al
negen jaren, toen ze nog geen kans za
gen om Priamos tot overgave te dwin
gen. De Grieken bedachten een list, ze
maakten een houten paard, in de buik
van dat paard lieten een aantal Grielcse
helden zich insluiten, de Grieken
scheepten zich in zogenaamd voor te
rugkeer de Trojanen aarzelden, wat
ze met dat paard moesten doen, ze be
sloten het als Trofee mee te nemen in
de stad, en dan, in de nacht, overvallen
de Grieken de Trojanen, en wordt Troje
weer verwoest.
Dit is nu heel summier verteld, wat
het verhaal is van Troje. Men denkt
aan het beleende gezegde, „het paard
van Troje binnenhalen". Anders ge
zegd, je vijand bij je thuis nodigen, om
daar de boel kort en klein te slaan.
Homerus heeft dit verhaal in geuren
en kleuren romantisch met verheerlij
king van de helden verteld in zijn be
roemde dichtbundels. De gymnasium-
jeugd zwoegt er over om het te verta
len. In dat verhaal komen geweldige
strijd-reportages voor van helden als
Achilles, Patrocles, Nestor, Ajax en
Odysseus, enz.
Deze geschiedenis wordt op alle H.B.
S.-en, Gymnasia en Muloscholen ge
leerd. Het is helemaal geen eentonige
geschiedenis, er zit spanning in, er zijn
wel taaiere verhalen in de geschiede
nisles. Nu wij een hele morgen in de
ruines van Troje hebben rondgewan
deld, wetenschappelijke voorlichting
hebben gekregen, boeken hebben nage
slagen over die gebeurtenissen, kunnen
wij dit verhaal eens aanvullen, tot een
veel begrijpelijker gebeuren.
Op foto nr. 1 staan we op de grote,
nog altijd staande wal van Troje, en
we kijken op de vlakte. Tussen de
muur, waarop wij staan en de heuvel
aan het gezichtseinder is allereerst een
vlakte. Dan volgt onzichtbaar op de
foto, de doorgang de Dardanellen, die
misschien 1500 meter breed zijn en de
bergrug aan de overkant is het laatste
stukje van Europa.
Op die vlakte grazen koeien. Dat zijn
die zwarte puntjes. Maar in die vlakte
is de strijd om Troje geleverd, voor de
muur van de stad. Daar was dus, dat
Hector en Achilles en al die Griekse
en Trojaanse helden vochten. Daar wa
ren de kampen van de Grieken, en af
en toe braken de Trojanen uit, om de
belegeraars tot een aftocht te zien te
dwingen.
Er is veel meer gepubliceerd over dit
onderwerp, dan in onze leerboeken
wordt verteld. Dat verhaal van Home
rus is waarschijnlijk zeer geromanti
seerd. Een andere, scherper en weten
schappelijker lezing is dit. In die tijd
van 1200 jaren v. Christus waren er
bewoners in Griekenland gekomen. Het
klimaat was er plezierig, doch de grond
niet best. Men hield zich bezig met zee
vaart en uit die zeevaart kwam zeero
verij. Zeeroverij was een zeer geducht
kwaad in die dagen, het legde de han
del zelfs compleet lam. De zeerovers
vielen onbeschermde dorpen en steden
aan, roofden vooral vrouwen en jonge
meisjes, die als slavinnen verkocht
werden. De mannen werden gedood. Dat
was in zekere zin het handwerk in die
dagen. Gruwelijk, maar waar. Daarom
werden de steden nooit aan het water
gebouwd, doch een eind van het water
vandaan, dan kon men de vijand zien
aankomen en zo nodig vluchten. Van
daar dat Troje niet aan de Dardanellen
lag, doch een eind verder. Kwamen er
Griekse zeerovers, dan trokken de be
woners die voor de stad woonden zich
in die stad. Troje terug.
Dat Paris de bruid van Menelaos stal
ligt wel een beetje in het zeeroversvlak.
Een beetje onbegrijpelijk is het bijna,
dat al die Griekse koningen er zich zo
druk over maakten, tenzij men de an
dere kant bekijkt. Troje had de naam
ontzaglijk rijk te zijn, al die koningen
snuifden opeens een mogelijkheid om de
vaak zo arme landskas aan een extra
belasting-heffing te helpen. Die moest
van Troje afkomen. Men leefde verder
in de tijd, dat heldenroem bizonder op
geld deed. Men vocht graag. Dat was
het beroep van „de man". De slaven
thuis konden de akkers bebouwen en
moeder de vrouw zou de boel wel ver
zorgen.
Misschien dat dit verhaal velen zal
ontluisteren, die droomden van edele
Grieken. Maar bedenke, dat is het Grie
kenland, het heel oude Griekenland van
ruim 1000 jaren v. Chr. 500 jaren later
is er een heel ander Griekenland, be
schaafd vooral, een groot centrum van
cultuur. Hoe waren de Nederlanden an
no 1460. Ook niet bepaald een Neder
land van 1967!
Nemen we nu even foto nr. 2 onder
handen. Bizonder interessant. De men
sen, die in de stad woonden hadden al
huizen, en dit is het restant van zulk
een huiskamer. Waarom ik die foto nam
en er waren zoveel andere restanten
van kamers! Omdat in die muur op de
achtergrond muurkastjes waren. Daar
kon men het goud en zilver opbergen,
dat men in die dagen al kopen kon. De
muren bestaan uit stenen, die op el
kander werden gestapeld, men had nog
geen cement of asphalt, zoals we dat
zagen in Ur en Babyion om de muren
te metselen. Doch de stenen waren al
bijgebouwen. Men had dus gereedschap
en dat was oorspronkelijk brons en la
ter ijzer.
Dat over Troje VII en na zijn ver
woesting komt er een Troje VIII en een
Troje IX. Daar komt dan de grote Kei
zer Alexander de Grote binnenstappen.
Dat Troje IX blijft bestaan tot in de
Romeinse tijd en verder gaan de be
richten niet dan tot omstreeks het jaar
400 na Chr.
Dan wordt het verlaten, tot een arme
Duitse domineeszoon Schliemann die
eens als schipbreukeling op Texel aan
spoelde, in Amsterdam het koopmans
vak leerde, in Riga schatrijk werd voor
zijn veertigste jaar genoeg van. de bont
handel had en dan zijn vermogen be
steed om aan zijn hobby, opgravingen
te verrichten kan voldoen. Hij vindt
Troje terug, de wereld heeft in hem
een der grootste archeologen gevonden,
ondanks zijn ietwat amateuristisch op
treden. Maar een heel groot man, die
niet alleen hier, doch ook in Grieken
land grote wetenschappelijke ontdek-
lungen heeft gedaan.
MIDDELHARNIS
Ophalen Huisvuil. In verband met de
a.s. viering van Koninginne- en Hemel
vaartsdag zal er op 1 en 4 mei geen
huisvuil worden opgehaald.
In plaats daarvan zal dat vuil op 2.
en 5 mei worden opgehaald. De vuilnis
belt zal in de periode van 1 t.m. 5 mei
niet voor particulieren toegankelijk zijn
Beste meisjes en jongens!
In dit hoekje komt het laatste raad
sel van de maand april. Het is dus
weer tijd om in te zenden. Dat weten
jullie dan alvast, als ik er verder niet
meer over spreek. Hier is
APRILRAADSEL 4
1. Vriend van Daniël. 2. Vriend van
Job. 3. Koning van Babel, die Jeruza
lem verwoestte. 4. Richter die links was
5. Leider van het volk Israël. 6. Koning
van Israël. 7. Dochter van Lamech, uit
het geslacht van Kaïn. 8. Kamerling
van Zedekia; redde Jeremia. 9. Doch
ter van David. 10. Broer van David
(zijn naam betekent: mijn Vader is
God). 11. Stad in Juda (Jozua 15). 12.
Koning van Moab, door Ehud gedood.
13. Stad bij Joppe (Handel. 9). 14. Land
waar goud gevonden werd (Daniël 10),
15. Rivier in de hof van Eden. 16.
Dienstmaagd van Sara. 17. Koning van
Juda; zoon van Abia. 18. Zoon van Sa
lomo. 19. Zoon van Arpachsad (Gen. 10).
20. Zoon van Aaron. 21. Grootvader van
Abraham.
De beginletters van deze woorden
stonden te lezen op de wand in de
feestzaal van Belsazar.
Dit raadsel werd ingezonden door
Janneke van Putten, Herkin{;en.
BRIEVEN
Els van G. Middelharnis. Je had je
cijfers dus nog goed onthouden. Ze
zijn mooi, hoor! Ik begrijp dat je die
acht voor aardrijkskunde wilt behou
den, maar toch die andere achten ooit
wel. Ik snap dat je over Connie niet
kan zwijgen. Die kleintjes worden
steeds liever, nietwaar?
Tineke D. Stad aan 't Haringvliet.
Een goed rapport, Tineke! Zelfs voor
algebra en meetkunde heb je nog vol
doendes. Wat ben je in scheikunde een
bolleboos! Met je vader ging het nog
niet zo naar wens, hè? Ja, daar kan je
lang mee sukkelen. Ik hoop dat er spoe
dig beterschap mag komen. Ik hoop
je in Hilversum te ontmoeten. Jammer
dat je denkt er mee op te houden. Het
is zoals je zegt, dat het steeds drukker
wordt en er is overal een tijd van. Door
middel van Jan hoop ik dan toch tel
kens wel wat van jullie te horen.
Nel van D. Zoetermeer. Dat was een
leuke aprilmop, maar toch trapte nie
mand er in. Je rapport is heel goed,
Nel! To'en je schreef, lag mama in het
ziekenhuis. Was het erg en is ze al
thuis?
Jan C. D. Stad aan 't Haringvliet.
Ook al zulke mooie cijfers; alleen
schrijven kan nog wel een beetje heb
ben, vind je ook niet? Daarom heb je
maar getypt, zeker? Heb jij dat gedaan?
Dat is dan heel kranig. Aan allen de
groeten terug; ook aan opa.
Marijke van D. Zoetermeer. Ja, die
tweede pinksterdag kon je het beste
maar binnen blijven, want buiten was
het niets gedaan. Nu is het examen
achter de rug, tenminste het schrifte
lijk. Hoe heb je het gemaakt? Ik heb
er wel wat moed op, jij niet? En dan
het mondeling nog. Doe je best maar en
niet zenuwachtig worden.
Annie van B. Arnemuiden. Hartelijk
welkom, Annie. Heb je de vorige keer
al uitgezien naar je naam? Dat kon nog
niet, maar nu ben je dan zo ver. Heb
je nu al zelf een raadsel klaargemaakt?
Dan zal jij wel een goed raadselnichtje
worden. Maar dat raadsel is wel wat té
gemakkelijk, hè? Heb je die zeven nog
gekregen om is het toch nog een acht
geworden?
Aad van D. Zoetermeer. Ik denk dat
jij het beste rapport van de klas wel
hebt. Of zijn er jou nog de baas? Ik
behoef niet te vragen waar jij straks
heen moet na de lagere school. Maar
je bent eigenlijk een beetje boer in je
hart, dus weet ik het nog niet zo sekuur
Toos de H. Zwijndrecht. Dat was leuk
om van jou weer eens een brief te ont
vangen, al was dat dan een bedankbrief
Het is a.s. zondag 30 april. Wij ver
blijden ons in het laatst van april over
velerlei omstandigheden, b.v. over het
ontwaken der natuur uit de winterslaap
Het uitbotten van het frisse groen; de
zwellende knoppen; de lentevernieu
wing, die tot in ons eigen lichaam door
werkt, omdat het bloed in het voorjaar
sneller door de aderen vloeit, de hou
ding en de tred aan veerkracht vsdnt.
Het spreekt alles in de natuur van her
leving; de ganse schepping trekt als het
ware een feestkleed aan.
En nu trekken wij op zondag 30 april
a.s. ook ons feestkleed aan, niet om in
het openbaar de verjaardag van onze
Koningin te vieren. Dat doen wij op
maandag 1 mei a.s. Dat is trouwens ook
zo door de regering bepaald. Als de
verjaardag van een der leden van ons
Vorstenhuis op zondag valt, dan wordt
de daaropvolgende dag de herdenking
van de geboortedag in den lande ge
vierd.
Maar wat wij wel doen op zondag 30
april a.s. dat is in onze gezinnen en in
de bedehuizen God danken voor de gro
te zegen dat onze Vorstin haar ver
jaardag onder gunstige omstandigheden
mag vieren. Ja, onder gunstige omstan
digheden, ook voor land en volk, al
klagen wij dikwijls dat het er met de
financiële en economische toestanden
van ons land niet zo best voor staat.
Het is natuurlijk noodzakelijk dat de
Overheid aan al deze belangrijke staat
kundige problemen met de meest denk
bare ernst haar aandacht wijdt. Geluk
kig hebben wij pas een nieuwe rege
ring, in wie wij in dit opzicht het volste
vertrouwen hebben.
Als wij echter op de naamloze ellen
de zien, die er in vele landen heerst,
dan kunnen wij niet dankbaar genoeg
zijn dat wij ondanks de vele problemen,
die om een oplossing vragen, leven in
een rijk gezegend land, en dat vooral
de opstandige jeugd met name in Am
sterdam zonder enige oorzaak telkens
weer handelingen verrichten welke in
flagrante strijd zijn met de openbare
orde en de goede zeden.
Het is nog niet zo lang geleden dat
een Engelse vrouw openlijk haar dank
uitsprak voor haar gezegende maat
schappelijke omstandigheden en haar
gelukkig huwelijksleven. Steeds was zij
diep onder de indruk van haar grote
geluk.
Zij zeide dikwijls tegen zichzelf en te
gen haar man: „It is too good te be
true", d.i. „Het is te mooi om waar te
zijn." Na vijf zeldzame gelukkige huwe
lijksjaren stierf haar man. Deze Engelse
dame is nu een bekende zangeres.
It is too good te be true! Zijn wij als
Nederlanders ons ook bewust van het
grote voorrecht, van de grote zegen, dat
wij vrij en gelukkig kunnen leven in
ons land onder de leiding van ons his
torisch Vorstenhuis. Ik geloof dat de
dankbaarheid voor al die nationale ze
geningen nog al wat te wensen overlaat.
Wanneer wij echter zien op de armoede,
de oorlogen en de revolutiegeest, waar
mede vele landen te worstelen hebben,
moeten wij dan niet elke dag tegen ons
zelf en onze landgenoten zeggen: zoals
wij hier leven, vergeleken bij die mil-
lioenen mensen, die elke dag bedreigd
worden met de honger en de dood, ja,
het is toch te mooi om waar te zijn.
Als wij ons hiervan heel goed reken-
schap geven, dan zullen wij tevens t
oprecht dankbaar zijn dat wij een
en gerust leven mogen leiden onder»
regime van ons historisch VorsteniiJ
Wij zullen bovendien een voorbeeld J
men aan hetgeen onze Vorstin en 1
Gemaal voor de lijdende mensheidl
en buiten ons Vaderland doen. Ooicif
ze Kroonprinses drukt in dit opzicht!
voetstappen van haar ouders.
Wij kunnen er niet dankbaar genJ
voor zijn dat wij een Koningin hebtJ
die door haar bewind in „liefde 1
trouw" een lijfwacht voor zich gescj
pen heeft, die Haar beter beveiligt t
zwaard en speer.
Boven de ingang van de konink;;!
residentie in Athene staat in fraaie i
ters het motto van het Griekse koniri'
lijk Huis gebeiteld. Het luidt:
macht is de liefde van mijn volk",
Wanneer bij de ingang van de Ne4
landse residentie in gouden letters s;:-
geschreven: „Mijn macht is de
van mijn volk", vertolkten deze
den inderdaad wat er in de volks.'
van Nederland leeft. li
Behalve haar liefde voor land f n
is in al de jaren van haar regeruis
zeer kennelijk haar trouw en vcO ^-.„
dende plichtsbetrachting geblekir. afei.SCnoenen|
trouw aan haar koningseed, de ';;a,r mee
aan de Oranjebelofte, dat de Vor:
uit het Huis van Oranje nooit te -,;
voor Nederland kunnen doen.
Deze „liefde en trouw" wekken t
derliefde en trouw onder alle stans!
der samenleving. Deze twee vorstei:
deugden zijn daarom een soort er.;'
lenwacht, die Haar beschermen. \Vs
de Koningin ook zich vertoont, in
I nederige woning of paleis, in raad;;:
of parlement, bij land-, en zee-,
luchtmacht, op feestdagen of in 't i^aaaaa^^^^^I
kenhuis, overal straalt die wederlie:
haar tegen. h
Natuurlijk zijn wij geen voorstandj-
van nationale ontwapening, maar
uitstekende landsverdediging kan itij-ï
zonder meer de steunpUaar van r»:*
wettig gezag zijn. Als de Troon steii
op de punten van de bajonetten, s;?
zij zeer wankel en kan ieder uur ne|
ploffen. Liefde biedt een solieder stej,
Waar van 's Konings zijde liefde'
het volk is, mogen wij met vertrous
de toekomst tegemoet gaan. En nu
onze roem een Koningin te bezitten,
haar volk, arm en rijk, laag of hoog i
plaatst, hartelijk lief heeft met eenV
schamende liefde. Een liefde, -
sober in woorden, zich openbare..:,
stille daden, zich inlevend in alle nocS
des volks, om ze vervolgens mede''-
helpen dragen; zich uitend in war:
en oprechte belangstelling voor
takken van arbeid, waaruit een hi
nieuwde welvaart moet opkomen.
Wij danken God voor deze Lan:
vrouwe. En wij spreken de wens
dat God haar Troon bevestige tet
lengte van jaren. Hij behoude Haó:
„liefde en trouw", 't zijn twee vru;:
van een christelijk geloof, dat ai^s
het juiste rustpunt aan 't hart van K
ningin en volk biedt.
Ooltgensplaat, 28 april 1967.
De Landelijk Vertegenwoordifj
van de Bond van Chr. Or£'|taris
verenigingen in Nederland, -■•-■•-
p. bc:
J. de
rksland is va
|)liék te verkopl
o* dinsdag 21
Hotel Verbaal
Dat had ik wel verwacht, want ik dacht
Toos heeft het bepaald veel te druk.
Als je geslaagd bent, schrijf je dat nog
eens? Ik wist niet dat Margreet en
Henk familie van je was. Het ga je
verder goed, hoor!
René van D. Zoetermeer. In je brief
merk ik niets van ziekte en daar krijg
ik ineens een kaart, waarop „kinder-
zaal" te Delft staat. Is dat plotseling
opgekomen? En is het ernstig? Ik heb
dadelijk een kaart terug gestuurd. Die
zal je ondertussen wel ontvangen heb
ben. Je was toen toch nog wel in Delft?
Beterschap verder; ook met je mama.
Ada van 't L. Krabbendijke. Nog har
telijk gefeliciteerd met je verjaardag,
Ada! En ook met die van je broertje en
je vriendin. Het is druk met de ver
jaardagen geweest. Het uitstapje naar
Dordrecht zal zeker wel fijn zijn ge
weest. Moet je zuster zulke dikke boe
ken leren? Je wit kruis heb je niet zó
maar! Heb je de naam van die strijd
bijl bij de oplossingen zien staan? Je
had het eens op school moeten vragen,
zeg!
Arja van R. Zeist. Eerst vriendelijk
bedankt voor je twee raadsels. Ik hoop
die in het vervolg wel te plaatsen. Wat
heb je het druk gehad met schrijven!
Ook je rappoït staat er bij en dat is
heel mooi! Ben jij mee geweest om zus
ter van Rossimi af te halen op Schip
hol? Dat is prachtig. Zij zal wel veel te
vertellen hebben over Nigeria!
Arie van G. Sommelsdyk. Nou, nou,
dat is ook een dikke brief geworden!
Het plaatsen van het gedicht komt voor
elkaar; dat beloof ik je. Er zullen niet
veel kinderen van jouw leeftijd dat na
doen. Het laagste cijfer ligt tussen de
zeven en de acht. Maar jij wilt daar ook
achten van maken. Dat is flink, maar
of het lukken zal?
Jannie van R. Zeist. Jij doet ook goed
je best op school. Dat zie ik wel aan
die mooie cijfers! Mocht jij ook mee
naar het vliegveld? Daar was je mis
schien al eerder geweest. Maar toch is
er altijd veel te zien hè? Vond tante Co
niet dat je gegroeid was? Nu lees ik
dat ze in het ziekenhuis ligt!
Ina S. Nw. en St. Joosland. Ha, daar
hebben we Ina weer! Dat is lang gele
den, meisje! Maar nu weet ik hoe het
kwam. Ik hoop dat het nu beter mag
gaan. Dan zal je ook geregeld mee kun
nen doen. Ja, voor de boeren wordt het
nu een drukke tijd. Hebben jullie acht
kalfjes? Misschien nu wel negen. Je
hebt veel gekregen voor je verjaardag,
zeg!
Heleen van R. Zeist. Het cadeau van
vader en moeder was wel het mooiste
van al de geschenken. Zal je er goed
op passen? Bij jullie zal het ook wel
löliél en bij
9 mei d.al
dS Beurs, te|
londs om 19.30
garage en e|
iimiïêl aan
'jyarsStraat
3,
goed uitkijken zijn bij het fietsen. :|^«g| gemeei^
leert de verkeersregels toch goed 'L'"|ffi'p|^
school, hè? En toepassen in de prakti8Jïj|-^^ „^J"®-
Je rapport laat ook niets te wer.S^'*'^ ^^'^-J
over. Ik hoop dat je het zo mag houae?'*'S;K,.P^i"- J ■'■23
Rinus de R. Middelburg. Als er :f- ^rzoeke vaJ
staan heeft een boek van Mozes, wC "Ie BakkerI
moet het Exodus zijn; stond er een bc^miijel.
uit het O.T., dan kon het ook Estt^j blekken nd
wezen. Natuurlijk zal ik daar relceni'^dkó^en der
mee houden. Warmeer er staat eenf|)ni^ vermoede
land in de Middellandse zee, met h^pt van me^
vierde letter een t, dan zijn Malta i|eg^ toestemn
Kreta allebei goed natuurlijk. In de ''^j v^,; Oostflakkd
lossingen heb ik maar één naam gf%lèSffi, inlichtingJ
maar als er een andere naam is g^zfris^Eitore te
dan wordt het toch goed gerekend, f^ --------
Henk van R. Zeist. Het gaat gced :i. %OUTHA?.
school; dat zie ik wel. Dat er wel eei ÉÉ|«ftof^J
een cijfertje lager is dan de vorige k«| WWMs|
is niet zo erg. Als het maar geen %rte;iÉreegje 15
voldoende wordt. Tante Sj. en oobi.J 'i^^j^ (01877)
hebben een groot gezin, zie ik. Ik &-
begrijpen dat het een gezellige da:|LII.CntK3
geworden. In Rhenen is de natuu:
hè?
Sien de V. Koudekerke. Je afscheü'
brief is nog lang geworden. E
vertel je mij nog dat je geen ^rit.-;
kan schrijven. Ik had wel gedaclit :^t
het te druk voor je zou worden, t'i
schoolwerk moet er natuurlijk niet 4
der lijden. Ik hoop dat het verder g*|
met je zal gaan en dat je na verliX.|
van tijd het begeerde diploma mag '"i
halen. De meeste neefjes en nichtj-^g
die meedoen met het raadselen, moei'.| Lgttenrooste
het er op den duur bij laten zitten, j
Jannie L. Meliskerke. Van jou heb>l
een correspondentiekaart. Het is g*|
van je om die ene oplossing nog n'j
zenden! Het werden zodoende we! dU'l
bele kosten. Een half puntje achterBf
dat tel ik niet mee; het is goeO ^.H
Ben je al verscheidene keren
strand geweest? Nee, zwemm.
gaat nog niet. Maar een strandwan!'|
ling is heel mooi ,en gezond.
Allemaal sturen jullie nu de
singen van de aprilraadsels aan
Ko, Eilanden-nieuws, Middelharnis.
de enveloppe en in de brief zie il!
zonder mankeren jullie adres en le*p
hè? Kan ik daar op rekenen? Da",;!
het goed en dan neem ik nu afscW'
van jullie.
lest en ge
PËistic golfpll
Plastic goten I
Carbolineum
Romney loodl
PÈRMA zonJ"
D^ectieketenl
P^ets enz.
Slibuurtjes
Kfcuiwagens
|aiw en gelJ
Gjirage
De hartelijke groeten van
OOM A
UIDDELI