EIIAIIDEII nlEUWS De restauratie van de Herv. kerk te Dirksland '0 ie! f %t is eigenlijk een muzielisciiool 4f MODCHUIS KRAMSn Plaatseliik nieuws Ettense Veemarkt Vrijdag 10 maart 1967 No. 3568 04 los. «GEZONDEN Individuele vrijheid en gestoorde image ZANDPAD 86 MIDDELHARNiS Deelnemer mei-actie De kerk van Dirksland De aanleg De restauratie De kap GOEDEREEDE Snoei klimrozen ag 10 ■■w "ie vereniging Muziekschool onder- s gaat een actie voeren tot uitbouvi^ 1 de Flakkeese muziekschool en met- i komen de vragen los; wat is eigen- t zo'n muziekschool, Viraarin verschilt t van de particuliere lespraktijk, wat het nut ervan, hoe kunnen vrij hel- Om met de eerste vraag te beginnen, tl muziekschool is een opleidings in- tuut voor muziekonderwijs aan ama- ars, kinderen zowel als volwassenen :.lké in hoofdzaak in de middag- en ■onduren geopend is; immers wan- er de mensen vrij zijn, gaan ze naar muziekschool. Op dit punt lijkt de muziekschool wel I de handelsavondschool, met dit ver- Mer, dat er geen vakonderwijs f wordt Ie particuliere lespraktijk ver- Mlt de M.S. in zoverre dat zij een taplete cursus geeft; de kinderen krij- ■n eerst in clubverband een complete uzikale vorming, tegen een zeer laag sgeld, daarna privéles op het instru- .ent hunner keuze. Voorts worden rapporten uitgereikt 1 getuigschriften verstrekt en exa- lens georganiseerd, terwijl gevorderde l-oefit-ahJ'erlingen, voorzover zij niet in het J 9 ^''™laatselijk verenigingsleven zijn opge- |elier omen, in de gelegenheid gesteld wor- en samen te blijven spelen in de mu- lekschoolorkesten. 'lERK25fl,' Het is duidelijk dat een dergelijk roject niet winstgevend is, steun van - articulieren en overheid is daarom \oodzakelijk. Een muziekschool streeft ernaar les- tiogelijkheden te openen op minder -, lekende instrumenten, zoals, dwars- Je boonisqyit^ hobo, viool, violoncello enz estebewaai voor het lesgeven op veel bespeelde laats van instrumenten zoals piano en orgel was •estiging van een praktijk mogelijk in aarorai^einere plaatsen dan in het geval van Irijk- en blaasinstrumenten. De muziekschool nu, tracht voor deze trumenten leerkrachten aan te trek- in, die enkele uren per week naar er kunnen komen. Weliswaar bestaat er in het kader ran fanfare en andere vormen vaji musiceren b.v. op tokkelinstrumenten :en ruime behoefte aan opleiding, maar laarin werd voorheen over het alge- Vneen niet voorzien door een officieel :;^-bevoegde leraar, maar in eigen lo-ing... Op bescheiden wijze werd door com binatie van meerdere bevoegdheden lof door meerdere in elkaarsnabijheid liggende plaatsen soms het werkterrein van de lesgever in minder populaire Ivakken uitgebreid. Was er dus van preiding in de '»^0 Wfjstreek amper sprake, men kon nog I XI j minder spreken van een muziekonder- f,00 ^/Iwijs dat voor alle bevolkingsgroepen l 'betaalbaar was, hetgeen geheel voort vloeit -uit de particuliere status van Ide desondanks met een karig inkomen [betaalde lesgever. JHet muziékschoolonderwijs Een muzikale basis ontwikkeling J dient aan ieder kind te worden gege- !ven. Deze „muziekervaring" kan worden I opgedaan in de vorm van Algemeen I Vormend Muziekonderwijs te geven aan i_ moiil' kinderen vanaf de tweede klas van de IC niClI lagere school. De overheid acht deze opleiding van zo groot belang dat het een verplicht vak is op de lagere school en het wordt via de leerplichtwet dus duidelijk te dienst van ieder kind gesteld, waarbij de inhoud van dit onderwijs duidelijk is omschreven in de bepalingen welke t.a.v. de muziekschoolopleiding van het personeel voor het lager ondervrijs aan de kweekscholen bestaan; echter is de realisatie daarna te veel geremd door gebrek aan werkelijk tot het doceren .van muziek capabele onderwijzers zo adat dit onderdeel van volksopvoeding iprotendeels de mist ingaat. P Daarentegen zal op de L.S. steeds een beperkt gebied van wat aan basis onderwijsmogelijkheden bestaat wel ge rekend naar muzikale materie als maar leeftijdsgroepen, aan bod kunnen ko men. Dit leidt in muziekonderwijskringen tot de vaste overtuiging dat zelfs in die omstandigheden waarin het lager onderwijs, ideaal aan de eisen voldoet, toch een ruime taak overblijft voor speciale op het gebied gerichte mu ziekscholen Uit deze overweging resulteert dat het basis onderwijs in vrijwel iedere plaats, dus ook op het platteland, moet worden georganiseerd en wel tegen een zeer laag lesgeld Bezwaarlijk hoge lasten behoeft dit basis ondervrijs niet mee te brengen omdat het in grote groepen gegeven kan worden. Voordelen: Het behoeft geen betoog dat het kind wel een goede basisopleiding heeft ge noten, snel leert spelen op het instru ment zijner keuze, alle aandacht kan n.l. gegeven worden aan de specifieke moeilijkheden van het instrument. Mu- ziekschrift, ritmiek etc. zijn bekend terrein. Ook fanfare gezelschappen kunnen hier hun voordeel mee doen. De lestijd wordt sterk bekort; hetgeen stimule rend werkt op de aanvoer van nieuwe leden. De lezer kan hier nog diverse an dere mogelijicheden aan toevoegen, im mers een Regionale Muziekschool kan stimulerend werken op alle takken van muziekonderwijs, instrumentaal zowel als vocaal. J. C. VERDONK Een merkwaardig arbeidsconflict heeft zich voorgedaan in de Britse vesti ging van een groot Amerikaans con cern dat zich bezighoudt met de ver vaardiging van scheermesjes. In de Britse fabriek werkten namelijk twee jonge mannen, die beide een fraaie haargroei op het gelaat vertoonden: een forse baard. Toen de Amerikaan se topleiding ontdekte dat haar doch teronderneming twee man in dienst had, die haar „image", zoals dat te genwoordig heet, met voeten traden, eiste zij van de Britse bedrijfsleiding, dat de mannen voor de keus zouden worden gesteld aanstonds hun baard af te scheren of te worden ontslagen. De ze eis kan men karakteristiek noemen voor de Amerikaanse mentaliteit. Maar even karakteristiek en nu voor de Britse instelling is, dat de bedrijfslei ding in Engeland dit weigerde met een beroep op de persoonlijke vrijheid van ieder individu, zich binnen de grenzen van wet en fatsoen te gedragen zoals hij wil. Na lang heen en weer gepraat heeft de Amerikaanse topleiding zich bij het Britse standpunt neergelegd. TWEE STUDENTEN, MET OUDE EEND (150.000 km), VEEL IJZERDRAAD EN 3 RESERVE BANDEN, WINNEN CITROëN - REISPRIJS 1966. Met een voor 500,gekochte 2cv van 1958 en als bewapening elk 285, 3 reservebanden, het thuis aanwezige gereedschap en veel ijzerdraad hebben twee jonge studenten, Douwe S. Fokke- ma en Simon Muller, resp. 20 en 17 jaar, in juni 1966 een Balkanreis ge maakt, waarmede zij door een prachtig reisverslag een gedeelde Ie en 2e prijs hebben behaald in een jaarlijks door Citroen-Nederland uitgeschreven wed strijd om het beste Citroen reisverslag 1966. De andere winnaars waren de heren Werner Kleyn en Bram van Ooster hout met een AMI-6 1962. Van alle Citroen tochten die in 19G6 werden gemaakt en waarvan een reis verslag is aangeboden, sprak de reis van Douwe S. Fokkema en Simon Mul ler het meest tot de verbeelding, wel iswaar misschien niet door het reisdoel, Turkije en Griekenland, maar wel door de zin voor avontuur die in hun tocht tot uitdrukking kwam, en zeker ook door het materiaal waarmee de reis werd gemaakt. De 150.000 km oude eend werd gekocht voor 500,en zonder enig belangrijk gereedschap of hulpmateriaal en met slechts een ge zamenlijk kapitaal van 570,werd de reis van ruim 8000 km ondernomen. Met deze vakantiereis hebben Douwe S Fokkema en Simon Muller opnieuw bewezen dat de Citroen 2cv het jonge eigenaars mogelijk maakt om met ge ringe kosten interessante en avontuur lijke tochten te maken, die hen in kon- takt brengt met andere volken. Ook voor het komende vakantie-sei zoen stelt Citroen 3 prijzen 1000, 600,en 400,—) beschikbaar voor het beste reisverslag van een reis per 2 cv of AMI-6. Voorwaarden tot deel neming zijn verkrijgbaar bij: Automo biles Citroen N.V., Stadionplein 22-30, Amsterdam. jer bego"' hren maat I staat vo«' is. Grofl ervarinj' EIEREN! Nu men zo rigoreus enkele kerkgebouwen een flinke opknapbeurt geeft of heeft gegeven is het interessant de kerkgebouwen van Goeree Overflalckee en in verband met de huidige werkzaamheden in het bijzonder de kerk te Dirksland eens nader te bezien. Door de tand des tijds en de hiermee samenhangende, vaak ondeskundig uit gevoerde „opknapbeurten" verkeerden de oude kerkgebouwen tot voor kort met uitzondering van de na 1948 gerestaureerde kerk van Middelhamis in een mdnder florisante staat. Na de restauratie van de kerken van Nieuwe Tonge en Oude Tonge is men thans bezig met het kerkgebouw te Dirksland. Nu de restauratie van de Herv. Kerk te Dirksland in volle gang is, was Ir. J. v. d. Tol, architect te Delft zo vriendelijk dit artikel voor ons te schreven, en de door hem gemaakte tekeningen af te staan. Ir. J. v. d. Tol is een geboren Flakkeeër, zijn vader is dhr. P. V. d. Tol timmerman-aannemer te Dirksland. Er bestaat wel enige voorliefde voor deze mooie kerk, als jongen heeft ir. v. d. Tol er in gekerkt. Na de H.B.S. te Middelharnis af gelopen te hebben studeerde hij bouwkunde aan de H.T.S. te Rot terdam. In Delft ging hq verder, waar hy in de bouwkunde afstu deerde en zich in de architectuur bekwaamde. Tijdens zün studie tijd maakte hij een scriptie van de Gotische kerken op Flakkee, onder Prof. Ter Kuile, bq werkte o.a. bg het architektenbureau Alb. van Essen B.N.A. te Voor burg waar hij ondermeer de werktekenlngen voor het kinder ziekenhuis van het van Weel Bethesda ziekenhuis te Dirksland maakte. De bü dit artikel ge plaatste tekeningen zqn destijds bq deze studie gemaakt. Ir. v. d. Tol heeft een architecten bureau te Delft, Tanthofkade 12 met dependance te Dirksland, Voorstraat 12. Mogeiyk dat later nog enige ar tikelen over de Gotische kerken op Flakkee volgen. Door de geografische ligging en het feit dat de kerken in één bepaalde tijds periode tot stand gebracht zijn vormen ze een groep die ondanks zeer grote verscheidenheid in verschijningsvorm veel kenmerken gemeen hebben. Met uitzondering van het thans nog aan wezige gedeelte van het Ouddorpse tufstenen koor van vermoedelijk 1348 en het iets later tot stand gekomen kerkje van Stad aan 't Haringvliet, ver moedelijk kort na de bedijking van 1527, zijn de kerkgebouwen tot stand gekomen in de tweede helft van de vijftiende eeuw, nadat in de eerste helft van deze eeuw de slikken en gorzen ter bedijking werden uitgege ven. Hierbij werd veelal bepaald dat de bedijkers een kerk moesten bouwen. Met uitzondering van de toren te Goedereede (goed voorbeeld van de Brabantse of Kempische Gothiek met royaal gebruik van natuursteen) zijn het 'eenvoudige laat gothische baksteen- werken met invloeden uit de iets vroe gere Vlaamse baksteengothiek. Bij deze baksteenwerken werd een spaarzaam gebruik gemaakt van natuursteen. Uit wendig maken deze kerken een rijzige indruk, de nokhoogte varieert van 15 tot 17 m., terwijl juist de Flakkeese kerken t.o.v. andere dorpskerken zeer lang gestrekt zijn. Zoals algemeen ge bruikelijk was liggen de kerken Oost- West met aan de westzijde een west- toren. De koorsluiting bestaat uit een halve tienhoek, terwijl de koorlengte tweemaal de koorbreedte bedraagt en de hoogte tot de muurplaat gelijk is aan de koorbreedte. De kerken van Sommelsdijk, Middel- harnis en Nieuwe Tonge werden als éénbeukige kruiskerken aangelegd, ter wijl de kerken van Dirksland en Oude Tonge geen dwarsschip hebben. De kerk te Dirksland vertoont de driebeukige aanleg, de kerken te Middelharnis en Oude Tonge werden kort na de tot standkoming met een zijbeuk vergroot. In het algemeen een librije (bibliotheek) aan de zuidwest zijde van iets latere datum. De kerken werden met leien gedekt. De kerken werden als Rooms Ka tholieke kerken gebouwd met inwen dig een ongetvrijfeld kleuriger aspekt dan de kerken tegenwoordig vertonen met vermoedelijk beschilderingen op wanden en plafonds. Het inwendige werd verder gekenmerkt door hard stenen vloeren en hetzij halfcirkelvor- mige, hetzij spitsboogvormige houten tongewelven. Volgens oude beschrijvingen gaat de stichting terug tot het jaar 1422. Vol gens een opschrift in de toren werd in 1483 of 1488 aan het tegenwoordige ge bouw gewerkt. Gezien de inpoldering en gezien de gebruikte steenformaten zijn koor en toren van de tweede helft der vijftiende eeuw, terwijl het schip ongetwijfeld ter vervanging van een kleiner van eind vijftiende, begin zestiende eeuw dateert. (Voor het grotere schip werd de tussenmuur tussen koor en kerk zo hoog mogelijk uitgebroken tot aan het houten tongewelf van het koor) Dat het kerkschip vrij snel gereed moet zijn geweest blijkt uit het feit dat de aanbouw tegen kerk en toren aan de zuidzijde kort daarna gereed moet zijn geweest gezien de gebruikte steenfor maten en het nog aanwezig zijn, zij het in mindere mate, van de natuur stenen hoekstenen in de steunberen. Het koor heeft ook hier de bekende halve tienhoek als sluiting, vervolgens 4 traveeën van ongeveer 4 m., inwendig is het koor 10 m. breed terwijl de muur dikte ongeveer 90 cm bedraagt. De hoofdbeuk van het schip is 7 m. breed, de zijbeuken 3,5 m. terwijl de travee maat hier 5 m. is, d.w.z. in de lengte richting staan de kolommen 5 m, uit elkaar. Dat ook deze kerk zeer lang- gestrekt is blijkt ook uit de plattegrond. Met de toren mee is de totale lengte 62 m.! De toren is tot aan de omloop 28 m. hoog en heeft een eenvoudig kruisgewelf. De ribben rusten op prachtig versierde draagstenen. Bij een restauratie tracht men ener zijds het gebouw in een zo zuiver mo gelijke staat terug te brengen zoals het oorspronkelijk opgezet is, dus te ont doen van allerlei plaatselijke vreemde elementen en toevoegingen, verbou- Een gedeelte van de pilaren in de kerk; deze in de lengterichting geplaatste kolommen zljn zeer belangr^k om de fraaie koolblad - kapitolen. wingen enz. en anderzijds het gebouw zoveel mogelijk aan te passen aan de gebruiksfunktie met behoud van bo venstaande uiteraard. Ter verduidelij king het volgende. Hoewel men in 1500 beslist geen met olie of' aardgas ge stookte centrale verwarming in de kerk gehad zal hebben is het natuurlijk on zin om terug te willen naar de stoof met test of helemaal geen warmtevoor ziening. Bij het aanbrengen van een centrale verwarming dient met dit ech ter wel zo onopvallend mogelijk te doen. (Zo werd het afvoerkanaal weg gewerkt in de tussenmuur tussen koor en kerkschip). Uitwendig worden de verweerde kalkstenen lekranden uitgehakt en ver nieuwd, evenals de hoekstenen in de steunberen indien deze verweerd zijn en het duidelijk is dat deze er gezeten hebben. Het is n.l. na te gaan door ver gelijking met andere beren of en zo ja waar dit eventueel nieuw aangebracht moet worden. In vroeger jaren keek men niet zo nauw en werd ter plaatse van verweerd metselwerk of natuur steen rustig met er niet in thuisho rende harde steen een gedeelte ver nieuwd. Zo is nu te zien dat men rondom het gehele gebouw aan de on derzijde nieuwe steen (afkomstig van gesloopte bouwwerken uit dezelfde tijd, dus steen uit die tijd van dezelfde sa menstelling, kleur, afnaeting en hard heid) metselt in een mortel die men ook vroeger gebruikte. Dit allemaal om de zelfde kleur en struktuur van het oude metselwerk overal terug te krijgen. Een latere toevoeging aan de noordzijde werd gesloopt, zodat de toren aan de noordzijde weer geheel vrij is komen te staan. Hoewel er eertijds geen goten aanwezig waren wil men deze er weer wel nieuw aanbrengen. lir-jSr-sSr Bij het afhakken van het pleisterwerk in het koor bleek dat er in de halve tienhoek van de koorsluiting ramen waren die later smaller gemaakt wer den, thans zijn deze weer in de oor spronkelijke staat teruggebracht. Het opmerkelijke hierbij is dat de bredere raamopeningen niet symetrisch t.o.v. de lengteas gelegen zijn. Indeling der vensters weer met behulp van na tuursteen. De vorm is in hoofdzaak bekend door dat de oorspronkelijke na tuursteen harnassen door inmetseling bewaard gebleven zijn. Niet alleen zijn er ramen met één en ramen met twee tussenstijlen van natuursteen, maar ook alle indelingen zijn verschillend van elkaar. In de wand werd ook een klein nisje gevonden, vermoedelijk een doop- nisje, kompleet met een afvoer door de muur naar buiten. Van de houten kap zijn de eiken spanten, sporen enz. nog oorspronke lijk. De tekens waarmee men in die tijd merkte of nummerde zijn nog dui delijk ingehakt te zien. Muurplaten, schenkels, sleutelstukken enz. moesten gedeeltelijk vernieuwd worden. Aan de buitenzijde werd een nieuwe bebordlng aangebracht. Vroeger bezat het niet geheel halfcirkelvormige houten tonge welf een beschildering: Christus en de 12 Apostelen, werd echter in 1866 ver wijderd. Nadat de sporen van de kap uitgevlakt zijn zal aan de binnenzijde hiertegen weer een beschieting aange bracht worden. De vloer van het koor wordt weer geheel belegd met hardsteen en zal voor strouwkerk e.d. gebruikt kunnen worden. Het orgel is ook een opknapbeurt aan het ondergaan. Het dateert van 1803—1805. Het is de bedoeling dat het orgel na de restauratie op dezelfde plaata zal opgesteld worden, echter niet meer als afscheiding, maar als verbin dend element tussen koor en schip. De opening naast het orgel wordt dicht- gezet met glas, zodat men zittend in koor of kerkschip toch de gehele ruim te ervaart, zoals het oorspronkelijk on getwijfeld ook altijd de bedoeling is ge weest. Het kerkschip krijgt de oor spronkelijke lengte terug, dus i.p.v. vijf weer zes traveeën, hetgeen de ruimte ongetwijfeld zeer ten goede zal komen. De kap zal dezelfde behandeling moe ten ondergaan als de kap van het koor, terwijl de vensters, op een af schuwelijke manier vergroot in 1836, weer de oorspronkelijke smallere afme tingen terug zullen krijgen. Hoewel bekend is dat er natuurstenen harnas sen geweest zijn is het mogelijk, daar men de vorm niet meer weet, dat men besluit eenvoudige harnassen van ge slepen baksteen te metselen. Het in wendige zal verder gekenmerkt wor de door een hardstenen vloer en ver moedelijk stoelen, terwijl bij een ver antwoorde toepassing van kleur het houten tongewelf zeer zeker tot de levendigheid van het geheel zal bij dragen. Na de omvangrijke restauratiewerk zaamheden, die ongeveer 6 jaar zullen duren zal het gebouw er weer enkele jaren tegen kurmen. Het is te hopen dat de toren (spits van 1836) met veel ondeskundige er niet in thuis horende metselpartijen spoedig een even grondige opknapbeurt zal krijgen als de rest van het ge bouw, en men met recht trots zal kunnen zijn op de geleverde prestatie. ir. J. V. d. Tol b.i., architect. Dirksland, maart 1967. HERKINGEN Op dinsdag 14 en op donderdag 16 maart a.s. zullen de ouders van de kleuters, die de kleuterschool bezoe ken, in de gelegenheid worden gesteld eens te gaan zien hoe hun kinderen op school spelen en werken. Uw kleuter Icrijgt een briefje mee welke middag u mag komen, 's Morgens is er op de gewone tijden school en 's middags om half twee. Burg. Stand over de maand fehr. '67. Geboren: Benjamin Frans John, zoon van J. van Oudenaren en J. F. Laarman (Stellendam)Hendrika Dirkje, dochter van P. Grootenboer en L. van Ours (Stellendam); Arendje Catharina, doch ter van H. Holstege en M. M. Hoek (Ouddorp Z.H.); Jobje, dochter van D. van der Wende en J. Hoek (Ouddorp Z.H.); Jannetje, dochter van A. de Jong en K. Breen (Ouddorp Z.H.); Evert, zoon van C. van Huizen en C. Hoek (Goedereede); Willempje Jacoba, doch ter van W. J. Grootenboer en K. Groen (Stellendam); Antonius Franciscus Ge orge, zoon van A. M. M. Posthuma en J. M. van Damme (Ouddorp Z.H.); Aren Willem, zoon van G. van den Nieuwen- dijk en K. Akershoek (Stellendam); Adriana, dochter van K. de Ronde en A. van Rossum (Steil mdam); Anthonij Pieter, zoon van J. 't Maimetje en M. L. Klink (Stellendam); geboren te Lei den: Jacomijntje Cornelia, dochter van T. Ihrman en C. J. Visser (Ouddorp Z.H.); geboren te Dirksland: Jacomijntje Catharina, dochter van C. Brinkman en M. F. van der Linde (Stellendam); geboren te Velsen: Liesbeth Anthonya Riena, dochter van J. A. Sandifort en K, de Jong (Ouddorp Z.H.). Gehuwd: A. Robijn, 22 jaar (Dirksland) en J. Bilkes, 20 jaar (Stellendam); C. Santifort, 25 jaar (Ouddorp Z.H.) en T. Grinwis, 21 .jaar (Ouddorp Z.H.); P. Breen, 24 jaar (Ouddorp Z.H.) en J. Meijer, 20 jaar (Ouddorp Z.H.); C. Ta- nis, 24 jaar (Ouddorp Z.H.) en G.- Tanis, 22 jaar (Ouddorp Z.H.); D. Kievit, 19 jaar (Ouddorp Z.H.) en C. Klepper, 16 jaar (Ouddorp Z.H.). Ondertrouwd: M. van den Nieuwen- dijk, 24 jaar (Stellendam) en N. B. Klep per (Ouddorp Z.H.); K. L. van den Doel, 22 jaar (Ouddorp) en J. Grinwis, 23 jaar (Ouddorp Z.H.). Ouerleden; Eeuwit Meijer, weduw naar van P. Westhoeve, 73 jaar (Oud dorp); Jacoba van der Sluis, weduwe van J. Mastenbroek, 90 jaar (Stellen dam); Dingena de Jong, echtgenote van J. van 't Geloof, 71 jaar (Ouddorp Z.H.); overleden te Dirksland: Hendri- ca Elizabeth van Veen, echtgenote van B. Temnünk, 79 jaar (Goedereede); overleden te Delfzijl: Dimmen Hoek, ongehuwd, 25 jaar (Ouddorp Z.H.). Ingekomen: J. A. Kaashoek en echt genote (Stellendam) van Rotterdam; A. J. van Dongen, echtgenote van Trommel (Stellendam) van Dirksland; A. Robijn (Stellendam) van Dirksland; H. A. de Poel (Ouddorp Z.H.) van Gasselte; H, Bakelaar en gezin (Stel lendam) van Zaltbommel; T. Verhage en gezin (Stellendam) van Middelhar nis. Vertrokken: P. Breen (Ouddorp Z.H.) naar Spijkenisse; J. Meijer, echtgenote van Breen (Ouddorp Z.H.) naar Spijke nisse; J. C. A. W. Slui (Ouddorp Z.H.) naar Middelhamis; J. F. Laarman, echtgenote van van Oudenaren, en Idnd (Stellendam) naar Dirksland. STAD AAN 'T HARINGVLIET Het ex-sleepbootje Viane welk in jde haven van Ouwerkerk lag nam de fa. C. V. Rumpt over van dhr. J. v. d. Marel. De Viane zal worden opge knapt voor pleziervaart; het transport is vanaf Ouwerkerk on een dolly ach ter een kraanwagen geschiedt; vermoe delijk zal de verbouwing met Pinkste ren gereed zijn. Op de veemarkt van woensdag 8 maart 1967 werden aangevoerd 114 run deren en 33 stuks kleinvee. Het aanbod van runderen was iets ruimer, de handel tamelijk en de prij zen iets vaster. Het aanbod van slachtvee was matig met stugge handel en de prijzen sta tionair. Prijzen: melk- en kalfkoeien 850 1375; guste koeien 800—1100; kalfvaar- Er zijn nogal wat tuinbezitters die een viertal jaren na het planten af scheid nemen van hun klimroos door hem uit te spitten en in de vuilnisbak te werpen. De roos dreigde hun let terlijk en figuurlijk boven 't hoofd te groeien en de tuin een rimboe-achtig uiterlijk te geven. Onder gunstige omstandigheden kan een klimroos bijzonder snel groeien. Bovengenoemde taferelen zijn echter beslist niet nodig als u de snoeischaar duchtig fen vaardig weet te hanteren. Dan zult u zelfs bijzonder veel pleizier van uw klimroos hebben. Een goed groeiende klimroos kan wel 4 5 strek kende meters langs schuur, schutting of muur bedekken. Houdt niet meer dan een vijftal grondscheuten aan en bindt deze waaiervormig aan. De eventuele zijscheuten hiervan snoeit u weg tot 10 ét 15 cm van de stam. Hieraan komen de takjes met bloemtrossen. Na de bloei bindt u één of twee jonge grondscheuten aan en de rest snoeit u weg. Evenveel oude grond scheuten neemt u weg als u jonge aan houdt. Op deze wijze houdt u de klim roos in toom en zult er veel pleizier aan beleven door de groei van forse rozen. zen 850—1200; pinken 400—650; gras kalveren 300450; biggen 5065; lo pers 65—90; paarden 7001000; vette koeien 3,103,60 per kilo geslacht.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 9