EIIAIIDEII nlEUWS
De restauratie van de Herv. kerk te Dirksland
'0
ie!
f %t is eigenlijk een
muzielisciiool
4f
MODCHUIS KRAMSn
Plaatseliik nieuws
Ettense Veemarkt
Vrijdag 10 maart 1967
No. 3568
04
los.
«GEZONDEN
Individuele vrijheid en
gestoorde image
ZANDPAD 86
MIDDELHARNiS
Deelnemer mei-actie
De kerk van Dirksland
De aanleg
De restauratie
De kap
GOEDEREEDE
Snoei klimrozen
ag 10
■■w
"ie vereniging Muziekschool onder-
s gaat een actie voeren tot uitbouvi^
1 de Flakkeese muziekschool en met-
i komen de vragen los; wat is eigen-
t zo'n muziekschool, Viraarin verschilt
t van de particuliere lespraktijk, wat
het nut ervan, hoe kunnen vrij hel-
Om met de eerste vraag te beginnen,
tl muziekschool is een opleidings in-
tuut voor muziekonderwijs aan ama-
ars, kinderen zowel als volwassenen
:.lké in hoofdzaak in de middag- en
■onduren geopend is; immers wan-
er de mensen vrij zijn, gaan ze naar
muziekschool.
Op dit punt lijkt de muziekschool wel
I de handelsavondschool, met dit ver-
Mer, dat er geen vakonderwijs
f wordt
Ie particuliere lespraktijk ver-
Mlt de M.S. in zoverre dat zij een
taplete cursus geeft; de kinderen krij-
■n eerst in clubverband een complete
uzikale vorming, tegen een zeer laag
sgeld, daarna privéles op het instru-
.ent hunner keuze.
Voorts worden rapporten uitgereikt
1 getuigschriften verstrekt en exa-
lens georganiseerd, terwijl gevorderde
l-oefit-ahJ'erlingen, voorzover zij niet in het
J 9 ^''™laatselijk verenigingsleven zijn opge-
|elier omen, in de gelegenheid gesteld wor-
en samen te blijven spelen in de mu-
lekschoolorkesten.
'lERK25fl,' Het is duidelijk dat een dergelijk
roject niet winstgevend is, steun van
- articulieren en overheid is daarom
\oodzakelijk.
Een muziekschool streeft ernaar les-
tiogelijkheden te openen op minder
-, lekende instrumenten, zoals, dwars-
Je boonisqyit^ hobo, viool, violoncello enz
estebewaai voor het lesgeven op veel bespeelde
laats van instrumenten zoals piano en orgel was
•estiging van een praktijk mogelijk in
aarorai^einere plaatsen dan in het geval van
Irijk- en blaasinstrumenten.
De muziekschool nu, tracht voor deze
trumenten leerkrachten aan te trek-
in, die enkele uren per week naar
er kunnen komen.
Weliswaar bestaat er in het kader
ran fanfare en andere vormen vaji
musiceren b.v. op tokkelinstrumenten
:en ruime behoefte aan opleiding, maar
laarin werd voorheen over het alge-
Vneen niet voorzien door een officieel
:;^-bevoegde leraar, maar in eigen lo-ing...
Op bescheiden wijze werd door com
binatie van meerdere bevoegdheden
lof door meerdere in elkaarsnabijheid
liggende plaatsen soms het werkterrein
van de lesgever in minder populaire
Ivakken uitgebreid.
Was er dus van preiding in de
'»^0 Wfjstreek amper sprake, men kon nog
I XI j minder spreken van een muziekonder-
f,00 ^/Iwijs dat voor alle bevolkingsgroepen
l 'betaalbaar was, hetgeen geheel voort
vloeit -uit de particuliere status van
Ide desondanks met een karig inkomen
[betaalde lesgever.
JHet muziékschoolonderwijs
Een muzikale basis ontwikkeling
J dient aan ieder kind te worden gege-
!ven.
Deze „muziekervaring" kan worden
I opgedaan in de vorm van Algemeen
I Vormend Muziekonderwijs te geven aan
i_ moiil' kinderen vanaf de tweede klas van de
IC niClI lagere school.
De overheid acht deze opleiding van
zo groot belang dat het een verplicht
vak is op de lagere school en het wordt
via de leerplichtwet dus duidelijk te
dienst van ieder kind gesteld, waarbij
de inhoud van dit onderwijs duidelijk
is omschreven in de bepalingen welke
t.a.v. de muziekschoolopleiding van het
personeel voor het lager ondervrijs aan
de kweekscholen bestaan; echter is de
realisatie daarna te veel geremd door
gebrek aan werkelijk tot het doceren
.van muziek capabele onderwijzers zo
adat dit onderdeel van volksopvoeding
iprotendeels de mist ingaat.
P Daarentegen zal op de L.S. steeds
een beperkt gebied van wat aan basis
onderwijsmogelijkheden bestaat wel ge
rekend naar muzikale materie als maar
leeftijdsgroepen, aan bod kunnen ko
men.
Dit leidt in muziekonderwijskringen
tot de vaste overtuiging dat zelfs in
die omstandigheden waarin het lager
onderwijs, ideaal aan de eisen voldoet,
toch een ruime taak overblijft voor
speciale op het gebied gerichte mu
ziekscholen
Uit deze overweging resulteert
dat
het basis onderwijs in vrijwel iedere
plaats, dus ook op het platteland, moet
worden georganiseerd en wel tegen een
zeer laag lesgeld
Bezwaarlijk hoge lasten behoeft dit
basis ondervrijs niet mee te brengen
omdat het in grote groepen gegeven
kan worden.
Voordelen:
Het behoeft geen betoog dat het kind
wel een goede basisopleiding heeft ge
noten, snel leert spelen op het instru
ment zijner keuze, alle aandacht kan
n.l. gegeven worden aan de specifieke
moeilijkheden van het instrument. Mu-
ziekschrift, ritmiek etc. zijn bekend
terrein.
Ook fanfare gezelschappen kunnen
hier hun voordeel mee doen. De lestijd
wordt sterk bekort; hetgeen stimule
rend werkt op de aanvoer van nieuwe
leden.
De lezer kan hier nog diverse an
dere mogelijicheden aan toevoegen, im
mers een Regionale Muziekschool kan
stimulerend werken op alle takken van
muziekonderwijs, instrumentaal zowel
als vocaal.
J. C. VERDONK
Een merkwaardig arbeidsconflict heeft
zich voorgedaan in de Britse vesti
ging van een groot Amerikaans con
cern dat zich bezighoudt met de ver
vaardiging van scheermesjes. In de
Britse fabriek werkten namelijk twee
jonge mannen, die beide een fraaie
haargroei op het gelaat vertoonden:
een forse baard. Toen de Amerikaan
se topleiding ontdekte dat haar doch
teronderneming twee man in dienst
had, die haar „image", zoals dat te
genwoordig heet, met voeten traden,
eiste zij van de Britse bedrijfsleiding,
dat de mannen voor de keus zouden
worden gesteld aanstonds hun baard af
te scheren of te worden ontslagen. De
ze eis kan men karakteristiek noemen
voor de Amerikaanse mentaliteit. Maar
even karakteristiek en nu voor de
Britse instelling is, dat de bedrijfslei
ding in Engeland dit weigerde met een
beroep op de persoonlijke vrijheid van
ieder individu, zich binnen de grenzen
van wet en fatsoen te gedragen zoals
hij wil. Na lang heen en weer gepraat
heeft de Amerikaanse topleiding zich
bij het Britse standpunt neergelegd.
TWEE STUDENTEN, MET OUDE
EEND (150.000 km), VEEL
IJZERDRAAD EN 3 RESERVE
BANDEN, WINNEN
CITROëN - REISPRIJS 1966.
Met een voor 500,gekochte 2cv
van 1958 en als bewapening elk 285,
3 reservebanden, het thuis aanwezige
gereedschap en veel ijzerdraad hebben
twee jonge studenten, Douwe S. Fokke-
ma en Simon Muller, resp. 20 en 17
jaar, in juni 1966 een Balkanreis ge
maakt, waarmede zij door een prachtig
reisverslag een gedeelde Ie en 2e prijs
hebben behaald in een jaarlijks door
Citroen-Nederland uitgeschreven wed
strijd om het beste Citroen reisverslag
1966.
De andere winnaars waren de heren
Werner Kleyn en Bram van Ooster
hout met een AMI-6 1962.
Van alle Citroen tochten die in 19G6
werden gemaakt en waarvan een reis
verslag is aangeboden, sprak de reis
van Douwe S. Fokkema en Simon Mul
ler het meest tot de verbeelding, wel
iswaar misschien niet door het reisdoel,
Turkije en Griekenland, maar wel door
de zin voor avontuur die in hun tocht
tot uitdrukking kwam, en zeker ook
door het materiaal waarmee de reis
werd gemaakt. De 150.000 km oude
eend werd gekocht voor 500,en
zonder enig belangrijk gereedschap of
hulpmateriaal en met slechts een ge
zamenlijk kapitaal van 570,werd
de reis van ruim 8000 km ondernomen.
Met deze vakantiereis hebben Douwe
S Fokkema en Simon Muller opnieuw
bewezen dat de Citroen 2cv het jonge
eigenaars mogelijk maakt om met ge
ringe kosten interessante en avontuur
lijke tochten te maken, die hen in kon-
takt brengt met andere volken.
Ook voor het komende vakantie-sei
zoen stelt Citroen 3 prijzen 1000,
600,en 400,—) beschikbaar voor
het beste reisverslag van een reis per
2 cv of AMI-6. Voorwaarden tot deel
neming zijn verkrijgbaar bij: Automo
biles Citroen N.V., Stadionplein 22-30,
Amsterdam.
jer bego"'
hren maat
I staat vo«'
is. Grofl
ervarinj'
EIEREN!
Nu men zo rigoreus enkele kerkgebouwen een flinke opknapbeurt geeft of
heeft gegeven is het interessant de kerkgebouwen van Goeree Overflalckee en
in verband met de huidige werkzaamheden in het bijzonder de kerk te
Dirksland eens nader te bezien.
Door de tand des tijds en de hiermee samenhangende, vaak ondeskundig uit
gevoerde „opknapbeurten" verkeerden de oude kerkgebouwen tot voor kort
met uitzondering van de na 1948 gerestaureerde kerk van Middelhamis in
een mdnder florisante staat. Na de restauratie van de kerken van Nieuwe
Tonge en Oude Tonge is men thans bezig met het kerkgebouw te Dirksland.
Nu de restauratie van de Herv.
Kerk te Dirksland in volle gang
is, was Ir. J. v. d. Tol, architect
te Delft zo vriendelijk dit artikel
voor ons te schreven, en de door
hem gemaakte tekeningen af te
staan.
Ir. J. v. d. Tol is een geboren
Flakkeeër, zijn vader is dhr. P.
V. d. Tol timmerman-aannemer te
Dirksland. Er bestaat wel enige
voorliefde voor deze mooie kerk,
als jongen heeft ir. v. d. Tol er
in gekerkt.
Na de H.B.S. te Middelharnis af
gelopen te hebben studeerde hij
bouwkunde aan de H.T.S. te Rot
terdam. In Delft ging hq verder,
waar hy in de bouwkunde afstu
deerde en zich in de architectuur
bekwaamde. Tijdens zün studie
tijd maakte hij een scriptie van
de Gotische kerken op Flakkee,
onder Prof. Ter Kuile, bq werkte
o.a. bg het architektenbureau
Alb. van Essen B.N.A. te Voor
burg waar hij ondermeer de
werktekenlngen voor het kinder
ziekenhuis van het van Weel
Bethesda ziekenhuis te Dirksland
maakte. De bü dit artikel ge
plaatste tekeningen zqn destijds
bq deze studie gemaakt.
Ir. v. d. Tol heeft een architecten
bureau te Delft, Tanthofkade 12
met dependance te Dirksland,
Voorstraat 12.
Mogeiyk dat later nog enige ar
tikelen over de Gotische kerken
op Flakkee volgen.
Door de geografische ligging en het feit
dat de kerken in één bepaalde tijds
periode tot stand gebracht zijn vormen
ze een groep die ondanks zeer grote
verscheidenheid in verschijningsvorm
veel kenmerken gemeen hebben. Met
uitzondering van het thans nog aan
wezige gedeelte van het Ouddorpse
tufstenen koor van vermoedelijk 1348
en het iets later tot stand gekomen
kerkje van Stad aan 't Haringvliet, ver
moedelijk kort na de bedijking van
1527, zijn de kerkgebouwen tot stand
gekomen in de tweede helft van de
vijftiende eeuw, nadat in de eerste
helft van deze eeuw de slikken en
gorzen ter bedijking werden uitgege
ven. Hierbij werd veelal bepaald dat
de bedijkers een kerk moesten bouwen.
Met uitzondering van de toren te
Goedereede (goed voorbeeld van de
Brabantse of Kempische Gothiek met
royaal gebruik van natuursteen) zijn
het 'eenvoudige laat gothische baksteen-
werken met invloeden uit de iets vroe
gere Vlaamse baksteengothiek. Bij deze
baksteenwerken werd een spaarzaam
gebruik gemaakt van natuursteen. Uit
wendig maken deze kerken een rijzige
indruk, de nokhoogte varieert van 15
tot 17 m., terwijl juist de Flakkeese
kerken t.o.v. andere dorpskerken zeer
lang gestrekt zijn. Zoals algemeen ge
bruikelijk was liggen de kerken Oost-
West met aan de westzijde een west-
toren. De koorsluiting bestaat uit een
halve tienhoek, terwijl de koorlengte
tweemaal de koorbreedte bedraagt en
de hoogte tot de muurplaat gelijk is
aan de koorbreedte.
De kerken van Sommelsdijk, Middel-
harnis en Nieuwe Tonge werden als
éénbeukige kruiskerken aangelegd, ter
wijl de kerken van Dirksland en Oude
Tonge geen dwarsschip hebben. De kerk
te Dirksland vertoont de driebeukige
aanleg, de kerken te Middelharnis en
Oude Tonge werden kort na de tot
standkoming met een zijbeuk vergroot.
In het algemeen een librije (bibliotheek)
aan de zuidwest zijde van iets latere
datum. De kerken werden met leien
gedekt.
De kerken werden als Rooms Ka
tholieke kerken gebouwd met inwen
dig een ongetvrijfeld kleuriger aspekt
dan de kerken tegenwoordig vertonen
met vermoedelijk beschilderingen op
wanden en plafonds. Het inwendige
werd verder gekenmerkt door hard
stenen vloeren en hetzij halfcirkelvor-
mige, hetzij spitsboogvormige houten
tongewelven.
Volgens oude beschrijvingen gaat de
stichting terug tot het jaar 1422. Vol
gens een opschrift in de toren werd in
1483 of 1488 aan het tegenwoordige ge
bouw gewerkt.
Gezien de inpoldering en gezien de
gebruikte steenformaten zijn koor en
toren van de tweede helft der vijftiende
eeuw, terwijl het schip ongetwijfeld
ter vervanging van een kleiner van
eind vijftiende, begin zestiende eeuw
dateert. (Voor het grotere schip werd
de tussenmuur tussen koor en kerk
zo hoog mogelijk uitgebroken tot aan
het houten tongewelf van het koor)
Dat het kerkschip vrij snel gereed moet
zijn geweest blijkt uit het feit dat de
aanbouw tegen kerk en toren aan de
zuidzijde kort daarna gereed moet zijn
geweest gezien de gebruikte steenfor
maten en het nog aanwezig zijn, zij
het in mindere mate, van de natuur
stenen hoekstenen in de steunberen.
Het koor heeft ook hier de bekende
halve tienhoek als sluiting, vervolgens
4 traveeën van ongeveer 4 m., inwendig
is het koor 10 m. breed terwijl de muur
dikte ongeveer 90 cm bedraagt. De
hoofdbeuk van het schip is 7 m. breed,
de zijbeuken 3,5 m. terwijl de travee
maat hier 5 m. is, d.w.z. in de lengte
richting staan de kolommen 5 m, uit
elkaar. Dat ook deze kerk zeer lang-
gestrekt is blijkt ook uit de plattegrond.
Met de toren mee is de totale lengte
62 m.! De toren is tot aan de omloop
28 m. hoog en heeft een eenvoudig
kruisgewelf. De ribben rusten op
prachtig versierde draagstenen.
Bij een restauratie tracht men ener
zijds het gebouw in een zo zuiver mo
gelijke staat terug te brengen zoals het
oorspronkelijk opgezet is, dus te ont
doen van allerlei plaatselijke vreemde
elementen en toevoegingen, verbou-
Een gedeelte van de pilaren in de kerk; deze in de
lengterichting geplaatste kolommen zljn zeer belangr^k
om de fraaie koolblad - kapitolen.
wingen enz. en anderzijds het gebouw
zoveel mogelijk aan te passen aan de
gebruiksfunktie met behoud van bo
venstaande uiteraard. Ter verduidelij
king het volgende. Hoewel men in 1500
beslist geen met olie of' aardgas ge
stookte centrale verwarming in de kerk
gehad zal hebben is het natuurlijk on
zin om terug te willen naar de stoof
met test of helemaal geen warmtevoor
ziening. Bij het aanbrengen van een
centrale verwarming dient met dit ech
ter wel zo onopvallend mogelijk te
doen. (Zo werd het afvoerkanaal weg
gewerkt in de tussenmuur tussen koor
en kerkschip).
Uitwendig worden de verweerde
kalkstenen lekranden uitgehakt en ver
nieuwd, evenals de hoekstenen in de
steunberen indien deze verweerd zijn
en het duidelijk is dat deze er gezeten
hebben. Het is n.l. na te gaan door ver
gelijking met andere beren of en zo ja
waar dit eventueel nieuw aangebracht
moet worden. In vroeger jaren keek
men niet zo nauw en werd ter plaatse
van verweerd metselwerk of natuur
steen rustig met er niet in thuisho
rende harde steen een gedeelte ver
nieuwd. Zo is nu te zien dat men
rondom het gehele gebouw aan de on
derzijde nieuwe steen (afkomstig van
gesloopte bouwwerken uit dezelfde tijd,
dus steen uit die tijd van dezelfde sa
menstelling, kleur, afnaeting en hard
heid) metselt in een mortel die men ook
vroeger gebruikte. Dit allemaal om de
zelfde kleur en struktuur van het oude
metselwerk overal terug te krijgen. Een
latere toevoeging aan de noordzijde
werd gesloopt, zodat de toren aan de
noordzijde weer geheel vrij is komen
te staan. Hoewel er eertijds geen goten
aanwezig waren wil men deze er weer
wel nieuw aanbrengen.
lir-jSr-sSr
Bij het afhakken van het pleisterwerk
in het koor bleek dat er in de halve
tienhoek van de koorsluiting ramen
waren die later smaller gemaakt wer
den, thans zijn deze weer in de oor
spronkelijke staat teruggebracht. Het
opmerkelijke hierbij is dat de bredere
raamopeningen niet symetrisch t.o.v.
de lengteas gelegen zijn. Indeling der
vensters weer met behulp van na
tuursteen. De vorm is in hoofdzaak
bekend door dat de oorspronkelijke na
tuursteen harnassen door inmetseling
bewaard gebleven zijn. Niet alleen zijn
er ramen met één en ramen met twee
tussenstijlen van natuursteen, maar ook
alle indelingen zijn verschillend van
elkaar.
In de wand werd ook een klein
nisje gevonden, vermoedelijk een doop-
nisje, kompleet met een afvoer door
de muur naar buiten.
Van de houten kap zijn de eiken
spanten, sporen enz. nog oorspronke
lijk. De tekens waarmee men in die
tijd merkte of nummerde zijn nog dui
delijk ingehakt te zien. Muurplaten,
schenkels, sleutelstukken enz. moesten
gedeeltelijk vernieuwd worden. Aan de
buitenzijde werd een nieuwe bebordlng
aangebracht. Vroeger bezat het niet
geheel halfcirkelvormige houten tonge
welf een beschildering: Christus en de
12 Apostelen, werd echter in 1866 ver
wijderd. Nadat de sporen van de kap
uitgevlakt zijn zal aan de binnenzijde
hiertegen weer een beschieting aange
bracht worden.
De vloer van het koor wordt weer
geheel belegd met hardsteen en zal
voor strouwkerk e.d. gebruikt kunnen
worden.
Het orgel is ook een opknapbeurt
aan het ondergaan. Het dateert van
1803—1805. Het is de bedoeling dat het
orgel na de restauratie op dezelfde
plaata zal opgesteld worden, echter niet
meer als afscheiding, maar als verbin
dend element tussen koor en schip. De
opening naast het orgel wordt dicht-
gezet met glas, zodat men zittend in
koor of kerkschip toch de gehele ruim
te ervaart, zoals het oorspronkelijk on
getwijfeld ook altijd de bedoeling is ge
weest. Het kerkschip krijgt de oor
spronkelijke lengte terug, dus i.p.v. vijf
weer zes traveeën, hetgeen de ruimte
ongetwijfeld zeer ten goede zal komen.
De kap zal dezelfde behandeling moe
ten ondergaan als de kap van het
koor, terwijl de vensters, op een af
schuwelijke manier vergroot in 1836,
weer de oorspronkelijke smallere afme
tingen terug zullen krijgen. Hoewel
bekend is dat er natuurstenen harnas
sen geweest zijn is het mogelijk, daar
men de vorm niet meer weet, dat men
besluit eenvoudige harnassen van ge
slepen baksteen te metselen. Het in
wendige zal verder gekenmerkt wor
de door een hardstenen vloer en ver
moedelijk stoelen, terwijl bij een ver
antwoorde toepassing van kleur het
houten tongewelf zeer zeker tot de
levendigheid van het geheel zal bij
dragen.
Na de omvangrijke restauratiewerk
zaamheden, die ongeveer 6 jaar zullen
duren zal het gebouw er weer enkele
jaren tegen kurmen.
Het is te hopen dat de toren (spits
van 1836) met veel ondeskundige er
niet in thuis horende metselpartijen
spoedig een even grondige opknapbeurt
zal krijgen als de rest van het ge
bouw, en men met recht trots zal
kunnen zijn op de geleverde prestatie.
ir. J. V. d. Tol b.i., architect.
Dirksland, maart 1967.
HERKINGEN
Op dinsdag 14 en op donderdag 16
maart a.s. zullen de ouders van de
kleuters, die de kleuterschool bezoe
ken, in de gelegenheid worden gesteld
eens te gaan zien hoe hun kinderen op
school spelen en werken. Uw kleuter
Icrijgt een briefje mee welke middag
u mag komen, 's Morgens is er op de
gewone tijden school en 's middags om
half twee.
Burg. Stand over de maand fehr. '67.
Geboren: Benjamin Frans John, zoon
van J. van Oudenaren en J. F. Laarman
(Stellendam)Hendrika Dirkje, dochter
van P. Grootenboer en L. van Ours
(Stellendam); Arendje Catharina, doch
ter van H. Holstege en M. M. Hoek
(Ouddorp Z.H.); Jobje, dochter van D.
van der Wende en J. Hoek (Ouddorp
Z.H.); Jannetje, dochter van A. de Jong
en K. Breen (Ouddorp Z.H.); Evert,
zoon van C. van Huizen en C. Hoek
(Goedereede); Willempje Jacoba, doch
ter van W. J. Grootenboer en K. Groen
(Stellendam); Antonius Franciscus Ge
orge, zoon van A. M. M. Posthuma en
J. M. van Damme (Ouddorp Z.H.); Aren
Willem, zoon van G. van den Nieuwen-
dijk en K. Akershoek (Stellendam);
Adriana, dochter van K. de Ronde en
A. van Rossum (Steil mdam); Anthonij
Pieter, zoon van J. 't Maimetje en M.
L. Klink (Stellendam); geboren te Lei
den: Jacomijntje Cornelia, dochter van
T. Ihrman en C. J. Visser (Ouddorp
Z.H.); geboren te Dirksland: Jacomijntje
Catharina, dochter van C. Brinkman
en M. F. van der Linde (Stellendam);
geboren te Velsen: Liesbeth Anthonya
Riena, dochter van J. A. Sandifort en
K, de Jong (Ouddorp Z.H.).
Gehuwd: A. Robijn, 22 jaar (Dirksland)
en J. Bilkes, 20 jaar (Stellendam); C.
Santifort, 25 jaar (Ouddorp Z.H.) en
T. Grinwis, 21 .jaar (Ouddorp Z.H.);
P. Breen, 24 jaar (Ouddorp Z.H.) en J.
Meijer, 20 jaar (Ouddorp Z.H.); C. Ta-
nis, 24 jaar (Ouddorp Z.H.) en G.- Tanis,
22 jaar (Ouddorp Z.H.); D. Kievit, 19
jaar (Ouddorp Z.H.) en C. Klepper, 16
jaar (Ouddorp Z.H.).
Ondertrouwd: M. van den Nieuwen-
dijk, 24 jaar (Stellendam) en N. B. Klep
per (Ouddorp Z.H.); K. L. van den
Doel, 22 jaar (Ouddorp) en J. Grinwis,
23 jaar (Ouddorp Z.H.).
Ouerleden; Eeuwit Meijer, weduw
naar van P. Westhoeve, 73 jaar (Oud
dorp); Jacoba van der Sluis, weduwe
van J. Mastenbroek, 90 jaar (Stellen
dam); Dingena de Jong, echtgenote van
J. van 't Geloof, 71 jaar (Ouddorp
Z.H.); overleden te Dirksland: Hendri-
ca Elizabeth van Veen, echtgenote van
B. Temnünk, 79 jaar (Goedereede);
overleden te Delfzijl: Dimmen Hoek,
ongehuwd, 25 jaar (Ouddorp Z.H.).
Ingekomen: J. A. Kaashoek en echt
genote (Stellendam) van Rotterdam;
A. J. van Dongen, echtgenote van
Trommel (Stellendam) van Dirksland;
A. Robijn (Stellendam) van Dirksland;
H. A. de Poel (Ouddorp Z.H.) van
Gasselte; H, Bakelaar en gezin (Stel
lendam) van Zaltbommel; T. Verhage
en gezin (Stellendam) van Middelhar
nis.
Vertrokken: P. Breen (Ouddorp Z.H.)
naar Spijkenisse; J. Meijer, echtgenote
van Breen (Ouddorp Z.H.) naar Spijke
nisse; J. C. A. W. Slui (Ouddorp Z.H.)
naar Middelhamis; J. F. Laarman,
echtgenote van van Oudenaren, en Idnd
(Stellendam) naar Dirksland.
STAD AAN 'T HARINGVLIET
Het ex-sleepbootje Viane welk in
jde haven van Ouwerkerk lag nam
de fa. C. V. Rumpt over van dhr. J. v.
d. Marel. De Viane zal worden opge
knapt voor pleziervaart; het transport
is vanaf Ouwerkerk on een dolly ach
ter een kraanwagen geschiedt; vermoe
delijk zal de verbouwing met Pinkste
ren gereed zijn.
Op de veemarkt van woensdag 8
maart 1967 werden aangevoerd 114 run
deren en 33 stuks kleinvee.
Het aanbod van runderen was iets
ruimer, de handel tamelijk en de prij
zen iets vaster.
Het aanbod van slachtvee was matig
met stugge handel en de prijzen sta
tionair.
Prijzen: melk- en kalfkoeien 850
1375; guste koeien 800—1100; kalfvaar-
Er zijn nogal wat tuinbezitters die
een viertal jaren na het planten af
scheid nemen van hun klimroos door
hem uit te spitten en in de vuilnisbak
te werpen. De roos dreigde hun let
terlijk en figuurlijk boven 't hoofd te
groeien en de tuin een rimboe-achtig
uiterlijk te geven.
Onder gunstige omstandigheden kan
een klimroos bijzonder snel groeien.
Bovengenoemde taferelen zijn echter
beslist niet nodig als u de snoeischaar
duchtig fen vaardig weet te hanteren.
Dan zult u zelfs bijzonder veel pleizier
van uw klimroos hebben. Een goed
groeiende klimroos kan wel 4 5 strek
kende meters langs schuur, schutting
of muur bedekken. Houdt niet meer
dan een vijftal grondscheuten aan en
bindt deze waaiervormig aan.
De eventuele zijscheuten hiervan
snoeit u weg tot 10 ét 15 cm van de
stam. Hieraan komen de takjes met
bloemtrossen. Na de bloei bindt u één
of twee jonge grondscheuten aan en de
rest snoeit u weg. Evenveel oude grond
scheuten neemt u weg als u jonge aan
houdt. Op deze wijze houdt u de klim
roos in toom en zult er veel pleizier
aan beleven door de groei van forse
rozen.
zen 850—1200; pinken 400—650; gras
kalveren 300450; biggen 5065; lo
pers 65—90; paarden 7001000; vette
koeien 3,103,60 per kilo geslacht.