JtLAIIDEfl niEUWS Toch gelukkig ZEISS Qrunott Wolfert van Borssele vermoord Dhr. J. Bos 40 jaar in dienst bij Lever's Zeep Mij. Fall Goed jaar Zeeuwse wandelingen Weg met die schutting! ■Vrijdag 24 februari 1967 No. 3564 ZUIVERE HUID puROL en PUROL-poeder J.. Keuvelaar INGEZONDEN Ooitgenspiaat Diekhuusnieuws t Een fruitmand nodig? Je Pinkstergroepen Beproeft |e geesten Methodisme Ge- per post. We leven in een eigenaardige tijd, )0k op godsdienstig terrein. In de ker- ■en wordt allerwege geklaagd over Achteruitgang in het kerkbezoek, over trPrirennindering van de belangstelling en Wer verschraling van het geestelijk le- irvM^MMKn buiten de kerken komen aller- >«'kJHHteiingen op, waar geroemd en ge- a -lufflF wordt over de vergeving der V-Otonden en waar reikhalzend wordt uit- I -ezien naar de wederkomst van Chris- \\f»s. Op het eerste gezicht zou men ge- '^tógd zijn, zich af te vragen of de ieilige Geest misschien bezig is, de ""cerk te verlaten en Zijn werk voort te ;etten in de secten. Tal van kerkmensen zijn dan ook ge- mponeerd door de opkomst van de 1^ f* pinkstergroepen. Sommigen blijven nog I^Vb van hun kerk, maar bezoeken ^laarnaast opwekkingssamenkomsten )in op deze wijze de leegte die ze in de lARMterk constateren, op te vullen. Ande hebben de knoop doorgehakt en III de kerk vaarwel gezegd, zijn „vtergedoopt en menen nu te leven uit Be volheid van de Heilige Geest. Tel kens weer horen of lezen we van over- rangen, soms van mensen die op be- 350 Jangrijke posten stonden in het kerke- Ijk leven. „Wat wil toch dit zijn?" Deze vraag /an de Pinksterdag mogen ook wij wel stellen. Hebben we hier inderdaad te leen met een nieuwe, opzienbarende (irerking van de Heilige Geest, of is het üleen maar imitatie, surrogaat? Deze vraag die al eerder in deze nibriek aan de orde is geweest is liet zonder meer met ja of nee te be antwoorden. Met Gamaliel (Hande lingen 5 38-39) zouden we kunnen seggen: „Indien deze raad of dit werk vroeg Jit mensen is, zo zal het gebroken i^orden. Maar indien het uit God is, zo sunt gij dat niet breken. Opdat gij niet UIÊSSpoisschien bevonden wordt, ook tegen Sod te strijden". We hebben echter wel de plicht en ie opdracht, de geesten te beproeven of wMMniise uit God zijn. En dan moeten we ■■•HF''ierlijKheidshalve vaststellen dat er in Je Pinkstergroepen accenten worden' gelegd, die we in de kerken vaak te vergeefs zoeken. Ik denk alleen maar _^__ijaan de noodzaak van persoonlijke we- flie51%efgeboorte en bekering, aan de na druk op een christelijke levenswandel, en aan de verwachting van Christus' wederkomst. We mogen als kerken wel allereerst de hand in eigen boezem steken en MBE. onszelf afvragen wat er bij ons aan mankeert. Waarom kunnen zovele men sen het in de kerk niet meer vinden? 'Omdat het kerkelijk leven het waar- ------------achtlge geesteUjk leven heeft verdron- .gen? Omdat we van het Evangelie een ^fifilleer hebben gemaakt? Omdat we onze tentpinnen zó vast in de grond hebben LBITRG gestoken, dat er voor de toekomstver- iphtiïig geen plaats meer is? Het zijn yragen, maar ik dacht dat alleen deze achtergrond de Pinksterbe- g' kon ontstaan. De Pinksterbe- die intussen z'n duizenden ït'Verslagen en die steeds meer irekkingskracht op de mensen zal uitoefenen. ïMr'PV waar dat de Heere iJNixüw de kandelaar van Zijn Woord uit de erhavens, kerken wegneemt om Zijn banier op te op 28 rjMiten in de Pinkstergroepen? Dat is, het inaH«lit ik, het andere uiterste. Ik kan in geïW vergissen, maar ik heb de indruk n naar nitm de Pinkstermensen, bij gebrek aan eerhavensKrbrekend werk van de Heilige Geest met 2 waaMieiiC^elf de doorbraak van de Heili- ken in de Geest te kunnen forceren. Dat ze 'ningen. als het ware denken door gebed en me- Geret. Kei ken is heil izen en 't] -n plan een bejaai ming van ditatie beslag te kunnen'leggen op de NSKEBW Heilige Geest. Ik wil dat graag met een ooi. NafPsar voorbeelden verduidelijken. -tten weriji onen te B* W terschool ----------------------------------- ■'ers en Z: som van NALAND lering. H-' Ned, OP 3 ma^l besteden anbrengen van d*' yERVOLGVERHAAL m door L. KOMBRINK Copyright: J. J. Groen en Zoon N.V., Leiden OLEN woning'" en werden oningen rie van De paarden in de wei rennen ze gachtig rond en een horde schapen ih dezelfde weide lopen, stormt .IC »"•- de verste hoek om buiten het be- oond zul" reik der woest trappende paardebenen f Gebr- ,{6 komen. Snel wordt de melk in het op Zo'"".iKT'^® gebracht. De deuren worden verder i»ejpioten en omdat het ondanks het nog an de pa»'vroege uur erg donker is, steekt moeder roos de lamp aan. Lies is haar behulp- SSEMEP ?aara aan de tafel om het avondbrood voorsch'='^" gereedheid te brengen en onderwijl 'n vïoofi'^il^^^ mannen zich. Woest slaat de -"^^ tegen de ruiten. Een wind met TOkracht doet het dak soms kraken de blinden voor de ramen rammelen. Frankema eet zwijgend zijn brood. ■Ier die hem kent, weet dat de boer [bang voor onweer is. Evert, die WS zijn brood eet, kijkt hem van gijde aan. Hij vraagt zich af waarom 1,+^,. te 'i;**'*^'^ eigenlijk bang is. Dat het ergens ntwoordei' mslaan? Dat de bliksem hem zelf ouden -'- en Wo€ lenst NooJ. Is hoger o imte te r^^ uken g-. en en de feiten tn' Het eerste voorbeeld is het verslag van een opwekkings samenkomst, mij meegedeeld door een ooggetuige. Een zaal vol mensen, een voorganger die oproept tot schuldbesef en bekering, dan plotseling invallende treurmuziek. „Wie wil nu met de zonde breken en z'n hart aan de Heer geven?" Enkelen steken de hand op. Wéér muziek, dan weer de vraag: „Zijn er hier niet méér, die de zonde haten en die de Heer -wil len dienen?" Weer gaan enkele han den omhoog. Opnieuw valt de muziek in, maar nu met lofliederen. De men sen beginnen in de handen te klappen en te roepen: „Hallelujah, prijst de Heer, Die zondaren redt..." Ik weet niet of dit uitzondering of regel is, maar in elk geval is het een hoogst - bedenkelijke vorm van metho disme, afgestemd op het sentiment van de massa. Het tweede voorbeeld is het blad „Kracht, van Omhoog", dat me regel matig wordt toegezonden. Dit blad dient zichzelf aan als „ge wijd aan de vervulling met de Heilige Geest en de verwachting van de komst van Christus". Dat zijn in geen geval geringe zaken. Maar wanneer we dan zien hoe daarover wordt gesproken en geschreven, dan vragen we ons toch af, of hier iets waar te nemen is van het werk des Geestes, dat immers de zon daar klein en ootmoedig maakt voor God, en dat alleen doet juichen over de verlossing in Christus, omdat het er ook van weet „uit hoe grote nood en dood we zijn verlost". En als ik dan op de laatste pagina de volgende „advertentie" zie staan: „Deze coupon inzenden aan Kracht van Omhoog. Gelieve mij gratis lectuur te zenden. a. Ik ben reeds een kind van God. b. Ik zou graag een kind van God willen worden. Aankruisen wat van toepassing is". Dan krijg ik toch echt het gevoel, dat bekering en geloof artikelen zijn die per post besteld kunnen worden. Maar ik dacht niet dat dit het geloof is dat de Heilige Geest werkt en ik dacht ook niet dat dit het heilgeheim is dat God aan Zijn vrienden, naar Zijn vreê- verbond bekend maakt (de goeden ui teraard niet te na gesproken). Want men kan op twee manieren la waai maken: Men kan een muziekin strument bespelen en men kan ook op een stuk blik slaan. Het eerste kan ont roerend schoon zijn, maar het tweede klinkt vals. WAARNEMER. BRILLENGLAZEN by de speciaalzaak Zandiiad 32 - lUiddelhamla RIJMEN VAN TIJMEN De Plaat is erg tevreden. Het was een gunstig jaar. Het Groene Kruis kwam weer eens Goed in het openbaar! Er is aldaar maar weer eens, 'n Massa werk verzet. Wie heeft twee rechterhanden? Daar mag wel op gelet! Dat heeft de Plaatse zuster, Dat is een voorrecht hoor. Want met twee van die handen, Gaat het werk nog vlugger door. Daarom is elk tevreden, ■Voor 't geen er is verricht. Zo'n prima wijkverpleging. Dat doet de deur wel dicht! Dus zijn ook de bejaarden, Bijzonder goed content. Ze wilden graag iets geven Want 't is alom bekend Ook andere zusters krijgen Half februari wat. Zo heeft ook deze zuster, Haar „aandeel" nu gehad. Dus maar weer hoopvol verder, Met werken in de Plaat. 'n Zuster heeft het immers, Daar zeker niet zo kwaad! TIJMEN. Volgens sommige geschiedschrijvers was deze Wolfert de eerste Heer van Veere, anderen noemen zijn vader Hen drik de 'eerste Heer. Door zjjn vader is het kasteel Zandenburg gebouwd, hun woonplaats even buiten Veere. Door mijns heren poorte voerde een met ho ge en statige eiken beschaduwde weg er heen. Geen vriend van Floris V. Wolfert van Borssele leefde in de tijd van Floris V, de bekende graaf die door de edelen vermoord werd. Het jaartal 1296 staat in ieder geschiedenisboekje. Deze Floris heeft veel gedaan voor de welvaart van het land en de bloei der steden, voor betere levensomstan digheden van het gewone volk. Van daar zijn scheldnaam „der keerlen God" (keerlen, kerels zijn gewone, een voudige, vaak arme burgers en boeren). Maar aan sommige edelen ontnam hij hun bezittingen, waarna ze deze weer in leen konden terugkrijgen. In leen, dus niet als eigendom. Dat was een der grieven van zijn moordenaars. Maar ook Wolfert van Borssele werd op dezelfde manier behandeld. We le zen dat hij en zijn vrouw Sybillehun goederen te Veere en Zanddijk in on- versterfelijk leen ontvangen van Bea trix van Holland, de gemalin van Floris V, die deze schenking bekrachtigt. Nu is een onversterfelijk leen practisch bij na hetzelfde als vrij eigendom, het kan zowel op zonen als op dochters over gaan. Toch wekt deze handelwijze de toorn van Wolfert op. Met een dertig tal andere Zeeuwse edelen (een heel bekende is Jan van Renesse) zweert hij trouw aan de graaf van Vlaanderen, vanouds de erfvijand van Holland. De ze doet een inval in Zeeland, maar de tocht verloopt slecht voor hem en zijn helpers uit de Zeeuwse adel. Toch ver zoent Floris V zich met Wolfert en ver geeft hem zijn ontrouw, omdat hij de steun der Zeeuwse edelen niet best missen kan. Is deze verzoening van de kant van Wolfert oprecht gemeend? We weten het niet, maar er wordt wel be weerd dat ook hij de hand had in de moord, die in 1296 aan het leven van Floris V een einde maakte. In de streekpers lees ik momenteel veel over de ontwikkeling van Flak- kee, graag zou ik wat willen zeggen over de ontwikkeling van Sommels- dijk. Men wil zo graag alles doen in een gemeente om het maar schoon en gerieflijk te doen zijn, nu is daar iedere dorpsbewoner zeker voor, men wil oude krotten opruimen, men wil graag nieuwe woningen in nieuwe wijken enz. Oude krotten worden aangekocht door de gemeente en afgebroken en indien dan mogelijk maakt men parkeerruim te, dit is lofwaardig, maar indien zo'n krot al jaren in handen van de ge meente is mag men toch zeker wel eens de hand in eigen boezem steken. Ik doel hier op de voormalige pas torie van wijlen ds. van Asch, eertijds een statig herenhuis wat later als be schutte werkplaats in gebruik was. Thans dient dit als opslag voor mate riaal van het Binnenhof, waar ik op wil wijzen is dat op de open grond, dus aan de Westachterweg, door middel van een schutting (hooggenoeg) deze is af gesloten, achter deze schutting nu is een weelderige plantengroei, maar ver moedelijk ook een groeiplaats voor rat ten. Men is zo voor rattenbestrijding en geeft hiervoor duizenden gulden uit, „niet aan te ontkomen." Men wil graag parkeerplaats, is zelfs nodig, er is parkeerruimte, geeft het dan vrij zou ik zeggen, plaats deze schutting vrijwel tegen dat gebouw aan, ruimt de rommel op; verhard de grond en er kunnen zeker twintig auto's staan; de Emgo zal er gaarne een lichtpunt aanbrengen. In Sommelsdijk zijn nog twee van die braak liggende stukken grond n.l. in de Dubbele Ring en in de Van Gor- kumstraat Maak alstublieft deze grond gelijk en een paar ton grind er op, dan loopt men in de Ring geen pro cesverbaal meer op en in de Van Gor- kumstraat vindt men ook de weg wel. De beste oplossing zou natuurlijk zijn wat betreft de Ring, maak er bouw grond van, deze grond is beslist niet zo duur als in het uitbreidingsplan. Inwoner van Sommelsdijk die nog meer in de pen heeft. (Naam bij de redactie bekend.) Heerser over graaf Jan. Nu zal diens zoontje Jan I regeren, een zwak en ziekelijk jongetje van nog nauwelijks 12 jaar oud. Hij is op 't ogenblik in Engeland bij zijn verloofde Elisabeth, de dochter van de Engelse koning. Dat verloven en trouwen ging toen bij de vorsten tenminste een beetje anders dan tegenwoordig. Zo was vanaf Jans geboorte al beslist, dat hij met Elisabeth zou trouwen, wat ook in 1297 is gebeurd. Jan I was toen pas 12 jaar geworden. Nu wordt het de dag voor Wolfert van Borssele, de eerzuchtige edelman uit Veere. Hij zal er wel voor zorgen, dat hij dit kleine zwakke graaf je onder zijn macht krijgt, en dit is hem won derwel gelukt. Graaf Jan van Avennes (Henegou wen), de neef van de nieuwe graaf Jan I, biedt aan zijn minderjarige neef te helpen, hij 'wil er desnoods wel voor in Holland blijven. Maar zo'n dwarskijker kan 'Wolfert niet gebruiken en hij geeft hem zo'n onvriendelijk antwoord, dat de Henegouwse graaf naar zijn eigen land trekt. Opgeruimd staat netjes, zal Wolfert gedacht hebben. Daarom weet hij de edellieden Dirk van Brederode en Jan van Renesse, heer van Moer- mond, te verbannen, uit vrees dat ze te veel invloed op de jonge graaf zullen krijgen. Om de glorie van zijn eigen geslacht te verhogen, trouwt hij na de dood van zijn vrouw Sybille met Catharina van Teylingen, de knappe weduwe van heer Albert van Voorne. Zijn dochter trouwt met een jonkheer van Veere. De fami lie van Voorne was een voornaam ge slacht! Edellieden die hem een sta-in-de- weg waren werden dus opgeruimd. De kleine graaf, een kind nog, was na zijn terugkomst uit Engeland volkomen aan Wolfert overgeleverd en vertoefde ook meestal te Veere. Behalve het kasteel Zandenburg had de Heer van Veere in de stad zelf nog een groot huis, Mag- dalon of ook wel Laterdale genoemd. Er werd wel beweerd dat beide resi denties door een onderaardse gang ver bonden waren, maar bij het afbreken der gebouwen is daarvan niets gevon den. Wolfert van Borssele behaalde nog een paar overwinningen op de immer oproerige West-Friezen en op de bis schop van Utrecht. Eigenlijk was hij de heerser in Holland en Zeeland, al was de onbetekenende Jan I het in naam. Eütde van zyn ni,acht. 't Zijn sterke benen die de weel de van macht en heerschappij kunnen dragen. Echter niet sterk ge noeg voor heer Wolfert van Borssele. Niet alleen sommige edelen, maar ook de steden, door Floris V in vele op zichten bevoordeeld, kreeg hij tegen zich. Dat is zijn ondergang geworden. Het begon in Dordrecht, waar men ook uit handelsoverwegingen niet Zeeuws- gezind was. Daar werden de eens gege ven privilegiën geschonden, daar wer den de burgers in hun rechten te kort gedaan door zijn handlanger baljuw Aloud. Na een vergeefs beleg vertrekt hij naar Den Haag, waar graaf Jan zich op dat ogenblik bevindt. Daar voelt hij zich niet veilig en 'wil terug naar Veere. Hij is echter bang dat dan iemand an ders invloed zal krijgen op de graaf. Daarom wil hij hem meevoeren naar Veere. Om een achtervolging te doen mislukken laat hij bij zijn vlucht uit Den Haag alle bruggen achter zich af breken. Zo bereikt hij Vlaardingen, waar hij op een schip gaat om van daar naar Zeeland te zeilen. Tegenwind houdt hem echter op. Het volk had ge hoord van zijn vlucht en zijn graven- roof, bemant andere schepen, ze halen hem in en brengen hem naar Vlaar dingen terug. Graaf Jan wordt naar Den Haag teruggebracht, maar Wolfert van Borssele wordt op het Stenenhuis te Delft gevangen gezet. Het tierende volk eist zijn uitlevering, ook enkele edelen zijn van de partij. „Levert de verrader uit, anders steken we de ge vangenis in brand", is hun dreigement. Als tenslotte aan de uitlevering wordt E!KHH!|K|ifth APARTE VERLOVINGSRINGEN, bezet met uitsluitend loupe-zuivere brillanten, met volledige zekerheid omtrent echtheid, loupe-zuiverheid 177 - en slijpsel, reeds v.a. WINKELCENTRUM BINNENWEG 45 TELEFOON 11.66,15 - ROTTERDAiyi voldaan, grijpen bloedgierige handen hem beet en enkele ogenblikken later ligt er „een onherkenbaar bloedig men selijk overblijfsel" op de straat. Zijn om genade smekende vrouw kan de ruwe dood niet verhinderen. Het is niet be ken of hij in Veere begraven is. Van zijn eerste vrouw had hij 5 zoons en 2 dochters, zijn oudste zoon Wolfert II volgt hem op als Heer van Veere. Drie maanden later sterft de altijd sukkelende graaf Jan I kinderloos, 14 jaar oud. Nu komt zijn neef Jan van Henegouwen opnieuw naar Holland. Een paar jaar terug had hij als raads man willen optreden, nu komt hij als graaf Jan II om te regeren over Hol land en Zeeland. Middelburg. L. van Wallenburg. Toezichthouder (altijd opgewekt) in dependance Ooitgenspiaat. ■Wie te Ooitgenspiaat kent niet de goedlachse en vriendelijke heer Bos van de „zeepfabriek", zoals de dependance van Lever's Zeep Maatschappij N.V. te Vlaardingen wordt genoemd. Al jaren ziet men hem dagelijks met de even eens opgeruimde en joviale collega dhr. De Römph door de straten van het dorp gaan, hetzij van hun kosthuis bij mej. A. Ras in de Brandewijnstraat naar het gebouw aan de Noord-Ach terweg en omgekeerd, of in de avond uren als men een „rondje-om" doet om inplaats van parfum wat frisse lucht in te ademen. Vanzelf hebben zij nog gro ter bekendheid bij het personeel van de dependance, waarmede zij al van de oprichting op 1 april 1957 (dus bijna 10 jaar) hebben omgegaan. Altijd met ple zier zegt dhr. Bos, die volgende week dinsdag, 28 februari, 40 jaar in dienst is bij Lever's Zeep Mij. N.V. te 'Vlaardin gen, of nog populairder gezegd bij Uni lever N.V. Veelzijdige werkkring. Bij hun hospita, mej. Ras ('n best en gezellig kosthuis, daar zijn alle kost gangers het over eens) hebben we dhr. Bos even opgezocht en een praatje met hem gemaakt. Joost Bos (54 jaar) is een echte Vlaar- dinger, geboren en getogen, hij is ge huwd en heeft twee zoons; één ge-^. trouwd, één verloofd. Op 28 febr. 1927 trad hij in dienst bij Lever's Zeep. Hij was toen 14 jaar. De start begon in de afdeling „Sunlight", daarna kwam hij bij de bankwerkerij in het magazijn van de technische dienst, vervolgens ging hij over naar de poeder-sector, de Vim-afdeling en naar de pakafdeling van Lux-toiletzeep. Naar de Plaat. Toen Lever's Zeep in 1957 overging om te Ooitgenspiaat een dependance te stichten kwam als eerste dhr. C. de Römph als toezichthouder naar de Plaat. Dhr, Bos werd vervanger en kwam in 1959 ook voorgoed naar deze afdeling, waar men eerst begon met het inpakken van toiletzepen en waar nu naast de inpakafdeling ook toiletzepen en parfums worden bereid en vervaar digd. Voor hij naar Ooitgenspiaat kwam is de heer Bos ook nog toezichthouder geweest op een dependance te Tholen, die werd opgeheven. In het kappersvak. Uit het verhaal zou men kunnen af leiden, dat dhr. Bos nu 40 jaar heeft gewerkt. Vanzelf is dat zo, maar bij die 40 komen er nog een paar bij. Toen hij 10 jaar was werkte hij al. Tussen schooltijd was 'hij loopjongen bij een schoenhandel. „Moeder was erg blij met die 1,50 die ik daar verdiende", aldus de aanstaande jubilaris. Met z'n twaalfde jaar ging hij van school en werd toen kappersbediende voor „hele" dagen. Bij deze baas werkte hij 2 jaar en als 14-jarige jongeman kwam hij bij Lever's Zeep. „Tegenwoordig is alles gelukkig anders", zei dhr. Bos, „mijn twee jongens heb ik kunnen laten leren, maar dat ging vroeger niet". Plezierige tyd. In de Plaat heeft hij het best naar zijn zin. Hij werkt er met plezier en heeft lof over zijn kosthuis. Van -vrij dagavond tot maandagmorgen is dhr. Bos thuis. Veel tijd voor z'n hobby (hij knutseld graag) heeft hij dan niet, maar hierover maakt hij zich geen zorgen. Er is eenmaal niets aan te doen. Receptie. Niet op dinsdag 28 febr. maar op woensdag 1 maart a.s. wordt het jubi leum herdacht. Met familie, vrienden, directie en kollega's komt men dan "s morgens om 11 uur in het Paviljoen bij de fabriek bijeen, Deltaweg 150 te Vlaardingen. Zelf woont dhr. Bos met zijn gezin Van Beethovensingel 101b te Vlaardingen. Hij heeft de gehele week vrij, want er staat nog meer op het programma. Vrijdag 3 maart zijn dhr. en mevr. Bos n.l. ook 30 jaar getrouwd. Met alles, van deze plaats, ook onze hartelijke gelukwensen! MIDDELHARNIS Zaterdag a.s, zijn de deuren van het Diekhuus weer open voor de ruilbeurs. Ieder die iets te ruilen heeft op welk terrein dan ook wordt uitgenodigd om morgen tussen 2 en 3 uur in het Diek huus te komen om te ruilen. Er zijn heel wat lucifermerken bijgekomen in tussen en ook de sigarenbanden komen weer in trek. Toegang gratis en voor iedereen. Muziekconcours in Diekhuus Op 18 maart a.s. zal het jaarlijkse muziekconcours worden gehouden. Te beginnen om 3 uur 's middags en ver der 's avonds om 7 uur. De datum van inschrijven wordt nog nader bekend gemaakt. Voor hen die willen deelne men is het beslist belangrijk om nu die datum reeds te weten. Cursus vrije expressie Op de dinsdagavondgroep van dames zijn nog enkele plaatsjes vrij. Er wordt medewerking verleend door de potten bakker. Allerlei materialen staan be schikbaar om juist in de 'vrije expres sie iets te ontwikelen. Zij die hier voor voelen kunnen telefonisch informeren. De dames die nu reeds deel uit maken van deze groep genieten echt van de ze manier van ontspannen. Informeert u eens, het verplicht tot niets. Tel. 2400. Gezinskampen ■Wanneer er voldoende aanmeldingen komen wordt er deze zomer een ge- zinskamp gehouden, waarbij het de be doeling is met het hele gezin een week je uit te gaan. Het is voor de moeders weer eens heel iets anders en daarbij niet de vaders te vergeten, die in een heel andere sfeer terecht komen en eens optrekken met anderen. Het is voor ons heel erg belangrijk ver te voren zo'n weekje te organiseren en we sporen daarom ieder aan, die erover denkt, dat zo gauw mogelijk door te geven. dan naar de X „FRUITEXPRESSE" 2 U belt Telefoon (01877) 7S1 en wij x bezorgen over geheel Flakkee. t M. VAN DER KLOOSTER •>••->♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦ zal raken? Hijzelf is niet bang voor on weer. De Buters evenmin. Een poosje geleden was hij daar, toen plotseling een bui kwam opzetten. Tijd om naar de hoeve te lopen was er niet meer. Buter en Geert zaten werkeloos bij de tafel. Jellie was bezig aan een brei werkje en haar moeder scharrelde wat in de keuken. Toen hoorde hij dat ze zong. De laatste twee regels van het versje kan hij zich best herinneren, 't Schepsel beeft en staat verwonderd Als de God der ere dondert. Waarom zong vrouw Buter toen? Omdat ze het onweer mooi vond? Waarschijnlijk niet. Welk mens kan zulk weer mooi vinden. Met een halve boterham in de hand staart hij voor zich uit. „Zit niet zo te piekeren. Evert", zegt moeder, „Evert heeft heimwee naar Frits", lacht Dorus de knecht. „Jullie moeten de groeten van hem heisben", knikt Evert. Frankema haalt de schouders op. „Onzin; een uur geleden vertrok hij!" „'t Wordt vaak gedaan", meent Lies. „Het is een teken van goede verstand houding". „Ik heb een gerookte aal op de deel gevonden", vertelt moeder. Evert schrikt. Hij springt overeind en loopt haastig de deur uit. „Voor de katten er mee aan de haal Saan", lacht Frankema. „■Was het een dikke, Toos? Anders moeten we- er maar om raden wie hem mag opeten". „Hij is van Evert", zegt Lies knikkend. „Hoe weet je dat?" vraagt Dorus on nozel. „Als-ie van jou was, zat je niet meer op je stoel, goochem". Evert komt weer binnen. Met een verlegen gezicht legt hij de aal op tafel. „Ei ei, de moeite waard hoor! 'Waar heb je hem vandaan?" wil Lies weten. „Een domme vraag", mompelt Dorus met zijn mond vol brood. „Van Jellie natuurlijk!" Evert voelt dat moeder hem strak aankijkt. Met een onverschillig gezicht smeert hij een sneetje brood. Nu moest het eigenlijk harder gaan onweren. Dan werd er niet meer op hem gelet. Vader lacht alweer en dat is een teken dat de bui overdrijft. „Ik zal hem in vijven snijden", zegt vrouw Frankema. „Snij hem maar in vieren", bromt Dorus. „Ze zijn mij te slangachtig, die alen". „Nog meer mensen die geen mootje lusten?" vraagt de boerin. „Éénmaal, andermaal, in vieren dus". „De schenker of schenkster hartelijk dank", lacht Frankema en hij stroopt handig het velletje van zijn moot. „Ze willen allemaal graag weten van wie je die paling hebt gekregen. Evert". „Laat ze maar raden. Lies. Het smaakt me er even lekker om". „■Wij hebben straks nog een taai kar weitje, Dorus". „Je bedoelt de stier, boer? Ja, het wordt tijd dat hij in een ander stuk komt". „Moet ik nog helpen, vader?" vraagt Evert. „Welnee, tot nog toe kunnen we hem met ons tweeën nog de baas, wat zeg jij, Dorus?" „Toch moeten wij hem in de gaten houden", knikt de knecht voorzichtig. „Hij zou de eerste niet zijn die een boer op de horens neemt". „Je moet een stier nooit je rug laten zien", onderricht Frankema. „Al zijn ze zo mak als 'n lam, tóch moet je op je hoede blijven". Evert staat besluiteloos op de deel. De bui is voorbij. De zon schijnt weer en een heerlijke frisse lucht drijft naar binnen. Hij zou best eens even op de dijk willen kijken. Och, dat is waar ook Hij zou de groeten van Frits nog aan de Buters overbrengen. Nu heeft hij tenminste een boodschap. Op het weidepad hoort hij de bran ding. Toch is er niet veel wind, maar die branding is natuurlijk nog van die bui. Nu zullen de golven wel vlug klei ner worden. Hij wil toch eens een keer met Buter mee. Hij heeft wel eens in de punter en ook wel in de botter ge zeten, maar dan steeds in de haven. Buter zei altijd dat hij, vast en zeker. zeeziek zou worden, maar dat wil hij toch wel eens proberen. De hooibouw is voorbij, dus het drukste werk' is achter de rug. Maar nee, toch zal het niet gaan. Frits is immers weg? Nu zijn alle kleine werkjes voor hem! Jammer dat ze bij Buter zondags binnen blijven met de schepen. Zondags is er, behou dens het melken, rust op de hoeve. En als de buurvrouw net was als Buter, dan zou het misschien wel gaan. Hij blijft binnen omdat zijn vrouw dat graag heeft. Hedaar, Evert, waar dwaal je nu heen? Je had toch al van die fijnigheden van hen overgenomen? Ben je dat alweer vergeten? Nee jongetje, het zit nog niet diep bij je hoor! Met -een nors gebaar schopt hij een steen weg. Flauw geklets. Zo fijn zijn ze bij de buren nu ook weer niet. Ze gaan op de fiets naar Weerdam. En Jellie fietst soms met een vriendin op zondag. En ^Is je echt christelijk bent, doe je dat niet, o zo! Maar vrouw Buter, doet die dat ook? Die leest zondags. Hetzij in de bijbel of in een stichtelijk boek. Hij heeft wel eens gezien dat Buter op de dijk stond te kijken, öp zondag. Je kon best mer ken dat hij maar wat graag zou willen uitzeilen. Een trekje met de kuil doen, of eens bij de fuiken kijken. In ieder geval gaat hij eens mee de ruimte op. De geit, die achter het huis van de visserman staat, verwelkomt hem met gemekker. Hij streelt het dier over de kop. „Zo, Stientje, heb je 't nog wat naar je zin?" „Praat jij tegen beesten. Evert?" klinkt opeens een vrolijke stem. Jellie staat bij de schuurdeur en haar ogen zijn spottend op Evert gericht. „Boeren praten altijd tegen hun vee", antwoordt hij rustig. „En ze merken heel goed of je ze afsnau'wt of vriende lijk aanspreekt. Bij jullie is dat anders. Stel je voor dat je vader tegen een paling zei: „Zo lekkere dikkerd, heb je zin om aan mootjes de pan in te gaan?" Jellie schatert. Zij draait zich om naar de deur en zegt: „Hoorde je dat, vader? Evert vertelt daar een aardige mop!" In de schuur bromt Buter iets dat Evert niet verstaat. Hij stapt Jellie voorbij en ziet dat de visser met een fuik bezig is. „Goeienavond buurman, aan 't repa reren?" „Ja jong, de zee houdt ons altijd aan het werk. En geloof maar dat die bui er weer geen goed aan heeft ge daan." „Waar is Geert, Buter?" „Die wou nog even een eindje reep schieten. We hadden wat visjes over gehouden. Die jongen is gewoon sta pel op hoekwant vissen", „Is hij de haven al uit?" vraagt Evert gretig. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5