n^illAnDEII niEUV/S Remia Ktttde^hae^e ZEISS Toch gelukkig VOROL Kerkverbouwing vordert goed Diijes en Datjes Landbouwschap beraadt zich over rapport Waterschapsfinanciën Exclusief voor Remia uit Beieren. Romantische l(op en scliotels met 6 Oudhollandse decors. Vrijdag 10. februari 1967 .ven en rerdragl BEHOUD VAN UW TANDEN ibetwist da beste tandpasta 9 en bij en bij 9. »nten ¥S n tV -k Die wilt u natuurlijk ook hebben. Deze sierlijke kop en schotels van echt Beiers porselein. Met prachtige decors in blauw van 6 verschillende provincies. Bij uw Remia leverancier krijgt u 2 kop en schotels voor 35 Remia Pasteurmerken plus ƒ1.50. Pasteurmerken treft u aan op Remia margarine, slasaus, emmertjes fritessaus en Dexo koffie. Op Remia Zilver en Remia Planten tijdelijk 2 Pasteur merken! Dat spaart snel. Verzamel de merkjes in het zegelzakje; verkrijgbaar bij uw leverancier. DE BAMBINO-RECLAME duurt tot 3 maart a.s. J. Keuvelaar 1 Een fruitmand nodig? I I )e neutrale staat rhcocratische overbiyfselen \)e weg terug. .nadering van de verkiezingen aiJe ons vorige week voor de vraag a. er in christelijke zin, sprake kan iin van een neutrale staat. Met andere Voorden, of er, in het licht van de 'e Schrift en van de belijdenis van 'fken der Reformatie een andere Hkheid is dan de theocratische igsvorm. Ik dacht (en ik ontleen idachte aan Hoedemaker) dat we twee kanten op kimnen: óf de is gebonden aan het Woord b wordt bij haar taak voorge- Dor de kerk(en) der Reformatie, ■egering is neutraal en laat zich meerderheid de norm voor- fin. Icht zijn vele lezers van mening eerste, zoal noodzakelijk, dan ;t te verwezenlijken is. Ik meen één van de tekenen des tijds is, ons laten afschrikken door het laalbaar". Maar afgezien daar- het tweede, de neutraliteit van k, dan wèl haalbaar? ■t licht van het Evangelie is neu- onbestaanbaar. Dat is, dacht ik, ;emaakte zaak. Wie niet vóór is. lominaal NGEN: Jégen. Toch viel er vandaag nog Her van een politieke partij door Irievenbus, waarop aan de ene lezen stond: „Christelijke poli- irdt gevoed door het Evangelie" de andere kant: „Wij leven in land, wij wensen een democra- •egering". Naar mijn inzicht zijn 'ee leuzen met elkaat in strijd! politiek richt zich naar het 'iGods, óf we maken bij meerder- ian stemmen uit wat goed en is. Een andere mogelijkheid is niet alleen vanuit het Evangelie luit de praktijk is een neutrale ,;gesloten. De voorstanders van dönocratie en van het neutraliteits eginsel (of ze nu christelijk of on- hristeiijk zijn) moeten maar eens op- Blleg hoeveel bijbelse, christelijke, re- DSföirtOrische overblijfselen we nog be- Ik wil er slechts enkele noemen. ^,;,yrijwel alle lagere scholen in ons ,.^f;1i?ordt nog godsdienstonderwijs ge- ï»|ïu. Niet zomaar religieus onderwijs ft het algemeen, maar zeer bepaald uit ;e Bijbel. Dat is dus een bewijs, dat de egering het Christendom niet gelijk telt .met de Islam of het Boeddhisme. De viering van de zondag, de christe- ijke rustdag is in de wet vastgelegd, )aarmee belijdt de staat, bewust of on- lewust, de opstanding van Christus. Vnders zouden op die dag bijvoorbeeld Ie vuilniswagens door de straten rijden, sn de postkantoren geopend zijn. Dat laatste geldt ook voor de alge- ae§n erkende christelijke feestdagen. ^iet:>aUeen heeft het Christendom hier len'pius boven het heidendom (we vie len Wel Kerstfeest, maar bijvoorbeeld liet het feest van de onoverwinnelijke ion!) maar zelfs geniet de Reformatie Ie voorkeur boven Rome (wél Pasen, iemelvaart en Pinksteren, maar niet Uaria Hemelvaart of Allerheiligen zijn Igemeen erkend!). Daar is verder de zielzorg voor de ■■"talren bij leger, vloot en luchtmacht te, dienaren des Woords, die als gees- gijke verzorgers werkzaam zijn bij de pjgsmacht krijgen de rang van officier sn worden door de overheid bezoldigd. De begrafeniswetgeving ademde lan- 56 tijd een christelijke geest. Begraven Jvas regel, crematie (een heidens 'ge- 3rulk) toegestane uitzondering. De ge- ijkstellihg van begraven en cremeren, ;oals die momenteel door vele partijen wordt verlangd, is dan ook verwijde- "ing van een christelijk element en een ïtap in de richting van de staat zónder jQd. Trouwens, ook andere sporen van een christelijke beschaving zullen binnen kortere of langere tijd worden uitgewist Ik denk aan de toelating van humanis tische geestelijke verzorging in het le ger en aan de verruiming van de zon- dagsarbeid. Maar zoals de situatie thans nog is, weerspiegelt de staat, ook al noemt ze zich neutraal, tal van theocratische overblijfselen. Wie nu zo hoog opgeeft van gelijk recht voor allen, moet wel weten wat hij doet. Hij werkt er immers aan mee, dat over enkele tientallen ja ren Wodan in ons land zal worden ver eerd Dat we kerkelijk en politiek op de verkeerde weg zijn is voor iedereen, die niet ziende blind is, duidelijk. Hoelang de waarheid van Gods Woord en de be lijdenis van de Reformatie nog zullen worden geduld, weten we niet. Profeten zijn schaars en mensen die zich als pro feet opwerpen hebben emigratieplannen naar Zuid-Afrika, uit vrees voor wer keloosheid of voor een inval van de Russen. Door zulke profeten moeten we ons óók niet laten misleiden. Tenslotte zullen we ook in het land van Paul Kruger de oordelen Gods niet ontvlie den. Er is, dacht ik, maar één weg terug: de weg van onvoorwaardelijke gehoor zaamheid aan Gods Woord. Willen we als kerken en als staat die weg niet op, dan raken we hoe langer hoe verder van huis. WAARNEMER. NIEUWERKERK De verbouw van het kerkgebouw der Geref. Gemeente alhier, vordert goed. Dit is ook wel te danken aan het gun stige, vorst vrij e weer. Men is nu zo ver, dat het gebouw, wind en ■waterdicht is gemaakt, zodat de aannemers, al wordt het weer minder gunstig, het in terieur kunnen afwerken. De zomer zal er nog wel mee gemoeid zijn, eer het gebouw, dat een complete vernieuvnng ondergaat, gereed zal zijn. Zoals be kend worden des zondags de kerkdien sten in de Hervormde Kerk gehouden. In de openbare vergadering van woens dag 1 februari 1967 heeft het bestuur van het Landbouwschap het rapport van de Werkgroep Waterschapsfinan ciën besproken. In een brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat zal het standpunt dat het Landbouwschap ten aanzien van dit rapport inneemt, worden uiteengezet. Het Landbouwschap is van mening, dat het rapport een waardevolle bij drage levert aan de discussie over het vraagstuk van de waterschapslasten. Maar op grondslag van het rapport kan bezwaarlijk het eindwoord worden be sproken. In de brief aan de minister zal het voorstel van de Unie van Waterschaps bonden worden gesteund betreffende een rijksbijdrage van 30 percent in de totale waterschapslasten. Bij de verde ling van het totale subsidiebedrag over de waterschappen zou rekening gehou den moeten worden met de wijze van taakvervulling, de hoogte van de lasten en eventueel reeds eerder genoten sub sidies. Daarbij zou het beginsel dat aan het oorspronkelijke Unie- voorstel ten grondslag ligt, gehandhaafd moeten worden, namelijk dat de staat wordt beschouwd als de representant van de belangen die wel door het werk van de waterschappen worden gediend, maar die voor de waterschapsfiscus on bereikbaar zijn. De subsidiëring zou benut moeten worden voor een krachtig voortzetten van de concentratie van waterschappen waar de taakvervulling te wensen over laat door onvolledige inschakeling van technische mogelijkheden en door on voldoende bestuurskracht. De Unie van Waterschapsbonden zou bij het nader uitwerken van zijn oor spronkelijke voorstel aandacht kunnen besteden aan het fiscaal grijpbaar ma ken van belangen die door de water schappen worden gediend, maar die niet omslagplichtig zijn. Ook zou bezien kunnen worden of een betere verdeling van de lasten over de daarvoor in aan merking komende objecten mogelijk is. Ten slotte meent het Landbouwschap, dat de rijkssubisideregeling zeker niet later dan 1968 gesteld zou moeten wor den. SCHERPBNISSE Beroepen. Als predikant voor de Ger. Gemeente te Scherpenisse is beroepen ds. M. G. Mouw te Middelhamis. JB Beste meisjes en jongens! Niet alleen meisjes en jongens zenden zelfgemaakte raadsels in, maar ook ouderen. Ik heb hier tenminste een raadsel, dat door geen kinderhand is geschreven. Wie de inzendster of inzen der is, weet ik niet, want elk spoor van een naam ontbreekt. Alleen weet ik van het poststempel, dat de brief met het raadsel uit Ouddorp is gekomen. Was het stempel onleesbaar geweest, dan wist ik helemaal niets. Dan kon het uit alle delen van ons land zijn ge weest of misschien uit het buitenland. In elk geval is hij of zij, die voor dit raadsel heeft gezorgd, vriendelijk be dankt. Hier komt het. FEBRUARI-RAADSEL 2: 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 X 7 X 8 X 9 X 10 X 11 X 12 X 13 X 14 X 1. Een rivier (2 Kon. 17). 2. Een Jebusiet (1 Kron. 21). 3. Een stad door Jozua ingenomen (Joz. 10). 4. De vader van Pashur (Jerem. 20). 5. Een schrijver (1 Kron. 18). 6. Een dochter van Zelafead (Joz. 17). 7. Doch naar de beste gaven (1 Korinthen). 8. Een der kleine profeten. 9. Vader van Lot. 10. Een legerplaats van de kinderen Israels. 11. Plaats waar Simson dorstte. 12. Zoon van Juda (Genesis). 13. Een van Davids helden. 14. Een wederpartij der (1 Kon. 11). De letters op de kruisjeslijn vor men de betekenis van de naam Lazarus. BRIEVEN Nellie W., Den Bommel. Nee, voor kinderen is het geen leuke winter, als ze niet kunnen genieten van sneeuw en ijs. Misschien er is nog een kleine hoop! Die nieuwe jongetjes in de klas hebben een heel eind moeten verhuizen, zeg! Ze praten anders dan jullie, denk ik. Lenie van L., Dirksland. Op die twee bladzijden staan heel wat nieuwrtjes. Gaat het nu goed met de machine van vader? Is hij daar dikwijls mee bezig? Die maaslap zal wel langer duren dan de sokjes, denk ik. Vind je de franse taal moeilijk? Jantje H., Ouddorp. Al ontbreken een paar woordjes, toch moet je maar in zenden, hoor! Was Elsje blij met het boekje? Ze zal toch wel teruggeschre ven hebben. Ik denk dat je wel over de twintig gulden gekomen bent voor J?artje. En die sleutelringen zijn ook wel vermeerderd in de tussentijd. Jan de V., Vrouwenpolder. Jij bent nooit de laatste binnen; integendeel, één van de eersten. Er is geen briefje bij gedaan, dus zal ik maar denken dat alles goed gaat; ook op school. Ik denk dat je vader nog wel naar een beetje vorst verlangt voor het land. Rinus J., Poortvliet. Neen, die boekjes ken ik niet en ik weet dus niet of ze mooi zijn. Gelukkig dat de daders ge pakt zijn. Wat hebben ze voor straf ge kregen? Of moet dat nog uitgesproken worden. Ik hoop dat de behandeling in Bergen op Zoom helpen mag. Be terschap, hoor! Leentje H., Ouddorp. Over het derde raadsel hebben meer kinderen geschre ven. Heb je de oplossingen goed beke ken; dan heb je ook gezien wat er be doeld werd. Hoe dikwijls is zo'n klas seavondje? En ga je graag op de zang? De weken moeten op deze manier wel vlug voorbij gaan. Elly S., Rotterdam. Ja, dat was een heel droevige maand. Wij kunnen el kander niet missen en toch komt er scheiding. Er blijft een ledige plaats en dat is zo droevig. Ik hoop dat het met papa goed vooruit mag gaan. Wist de meester die drie vragen dadelijk? Magda v. d. S., Oude Tonge. Was An nette blij met de mooie blokken? En met het wandel wagentje toch zeker ook wel? Ik denk dat jij het nog wel zou willen hebben. Dat is leuk, die broe dende zebra vinkjes! Zijn de eitjes al uitgekomen? Dat kan haast wel, denk ik. Jannie L., Meliskerke. Dat éne vraag je had je aan de meester moeten vra gen; dat doen andere kinderen ook wel. Is Dineke al uit het ziekenhuis? Ik hoop dat het zal mogen helpen. Jij hebt een goede zus, hoor, dat je zo maar postpapier van haar krijgt. Maarten J., Serooskerke. Ja, dat is net al lang geleden, maar nu weet ik iiet. In dft geval had je gerust mee kunnen dingen naar een prijs, want het was buiten je schuld. Voortaan alles maar inzenden wat je gemaakt hebt. Je rapport zag er niet slecht uit. Zo kun je best naar de u.l.o., als je het mag beleven. Wieske de B., Oude Tonge. Het is niets erg als er een paar woordjes ont breken. Ik kijk ook naar de leeftijd en naar het nette werk. Schiet het over- gooiertje goed op? Ik denk, dat je heel graag handwerken doet op school, is 't niet? Welk cijfer heb je er voor? Lenie D., Zoutelande. Ja, dat heb ik gehoord, dat et op jullie eiland weer gouden munten zijn gevonden. Maar niet zoveel als de vorige keer, hé? Heeft je vader ook nog niet gespit in de tuin? Je kan 't nooit weten, niet waar? Walcheren kan wel een goud eiland zijn! Als je graag naar school gaat, dan zal je wel veel leren, want dat is een eerste vereiste. Snap je nu al een beetje van de p.t.t.? Marietje M. Aagtëkerke. Dat is flink gedaan, als er maar één woordje ont breekt. En dat was dan een w^oord uit dat moeilijke geschiedenisraadsel. Aan het huwelijk van Beatrix heb je dan nog een herinnering, maar het snoep, ter gelegenheid van het laatste huwe lijk, zal wel op zijn. Corrie S., Nieuwe Tonge. Neen, dan zou ik ook maar niet gaan zwemmen. Er zijn veel bezwaren. En hoe is het met Andrea? Misschien is ze nu al thuis. Ik hoop dat ze hersteld zal zijn. Jantje zal toch nog even moeten wach ten om naar het schooltje te gaan. Ik RIJMEN VAN TIJMEN Holland kan weer bouwen. Werven kregen werk, Maar de concurrentie, Is op heden sterk. Japannezen kurmen Het goedkoper doen, Weer het oude liedje. Net als toen en toen. Holland kreeg toch voorrang, Dat is o zo fijn, Er zal werk voor velen, In de toekomst zijn. Holland en de scheepsbouw, Passen bij elkaar. En we staan heel gaarne. Voor 'n ieder klaar. Lege werven immers. Lokken niet zo aan. Wee, als daar de arbeid, Niet steeds voort kan gaan. Dus de nieuwe orders, Geven velen brood. Zo is 't kleine Holland, In veel dingen groot. Juist ook met de scheepsbouw. Wordt ons veel gegund, Want het had in dezen. Anders ook gekund. Slagers moeten slagen, Juist in deze tijd. Want ze kunnen wekelijks, Goed hun spullen kwijt. Stijgend zijn de prijzen, Van het varkensvlees, Vele kopers leven Tussen hoop en vrees. Men had de gedachte: Dat gaat naar omlaag. Maar men is in dezen. Wel bijzonder traag. De export zeer moeilijk, Zwijnen bij de vleet. Terwijl U en ik steeds Dure stukken eet. 't Is niet na te speuren, Hoe dat alles komt. Wel, dat menig huisvrouw, Af en toe erg bromt. Heel, héél vroeg vakantie, Voor de lieve jeugd, Iets waarop bij voorbaat, Deze zich verheugt. In begin van juli. Gaat de schooldeur dicht, Dan wordt veler dagtaak, Wekenlang verlicht. Groot zijn de verschillen. Tussen nu en toen. Vroeg vakantie nemen. Schijnt het wel te doen, Maar vrij vroeg beginnen, Hoort er ook weer bij, Vele buitenlanders. Hebben dan pas vrij. Dan moet voor dezulken. Hier het veld geruimd, En we doen het grondig, Er wordt niets verzuimd. Of het zo zal blijven. Is de grote vraag. Er hangt hier tenslotte. Veel af van den Haag. TIJMEN BRILLENGLAZEN by de speciaalzaak Zandpad 32 - Middelharnis denk dat die tijd wel lang voor hem zal zijn. Hanne de J., Ouddorp. Gelukkig dat die ziekte een gunstige wending heeft genomen. Je kan er erg ziek van zijn. Ik denk dat je de meeste boeken van school al gelezen hebt. Of zijn er nogal veel? Het is niet duur, vijf cent voor een boek. Je hebt er meer aan als aan een lolly. Nellie S., Nieuwe Tonge. Heb je de brief met die nieuwe vulpen geschre ven? Het is netjes gedaan, hoor! Eh heel duidelijk. Heb je veel opgelopen voor Hartje? Daarvoor is veel geld no dig, maar het is een zeer nuttige in stelling. Greetje de J., Ouddorp. Drie dagen op bed liggen is niet zo heel erg, maar die week nog thuis was misschien wel wat vervelend, want dan is de ziekte eigenlijk voorbij. Zo'n tegeltje is een leuke herinnering. Ik hoop dat je het lange tijd zal mogen bezitten; voor la ter is het heel mooi. Rineke K., Dirksland. Het spijt me geweldig, maar ik kan het begrijpen: je kan élles niet waarnemen, hè? Heb je nu zes jaren meegedaan? Ik kan het niet geloven, maar het zal wel zo zijn. Ja, dan heb je al veel briefjes geschre ven en ik heb er al veel gelezen en be antwoord. Het ja je verder goed en ik hoop nog wel eens iets van je te horen. Gerrie K., Middelhamis. Dat waren twee verjaardagen vlak achter elkaar. Nog hartelijk gefeliciteerd er mee, al is het een beetje laat. Het was leuk dat je even kon ontsnappen van school. Nu was je er tóch vlug met je felicitatie. Van die schaatswedstrijden heb ik geen verstand en het interesseert me ook niet. Er zijn veel belangrijker en nut tiger dingen dan hard over het ijs rij den. Addi K., Dirksland. Dus jij gaat mij ook vaarwel zeggen? Maar Addi toch! Ik kan je niet tegen houden; dat spreekt vanzelf. Het huiswerk moet vóórgaan en de orgellessen moet je toch ook goed bijhouden. Er is veel te oefenen. Ik hoop dat het je Verder goed mag gaan. Misschien schrijf je nog wel eens een briefje. En het kan ook gebeuren dat je me weer eens opzoekt. Je weet de weg nu. Jeannet S., Krabbendijke. Dat is een mooi koor: zestig kinderen! Wie is de dirigent? Dezelfde als van het grote koor? Of is dat er niet meer? Komen de kinderen trouw op ook? Voor schrij ven zal je ook wel een mooi cijfer heb ben op je rapport. Deze brief is tenmin ste mooi gedaan. Corrie G., Krabbendijke. Nog harte lijk gefeliciteerd met de verjaardag van je moeder. Wie was die vrouw, die jul lie kende op het land? Was het er één van jullie dorp? Kan opa jouw som men nog maken? Dan zal hij het vroe ger op school ook wel goed gekund heb ben. Waar woont hij ergens? Henk G., Krabbervdijke. Hartelijk ge feliciteerd met je verjaardag. Je volgt je moeder licht op haar hielen. Corrie had niet veel plaats meer voor je open gelaten om te schrijven. Dat was een mooi prijsje van de Boerenleenbank voor je kleuren! Allemaal de hartelijke groeten van OOM KO. dan naar de 2 „FRUITEXPRESSE" 4 X U belt Telefoon (01877) 751 en wij X bezorgen over geheel Flakkee. X M. VAN DER KLOOSTER X ♦♦♦♦♦♦♦♦•**->♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦• THOLEN Bouwplannen Nutsspaarbank. Het huidige gebouw aan de Hoogstraat zal vernieuwd worden. Dit gebouw zal ech ter aanmerkelijk groter worden, daar ook het pand Hoogstraat 26 hierbij zal worden getrokken, dat inmiddels door de Nutsspaarbank is aangebracht. Boven de kantoorruimte komt de directeurs woning. De plannen voor deze bouw zijn ge maakt door de heer Jobse, arcitect te Vlissingen. VERVOLGVERHAAL door L. KOMBRINK Copyright: jv_J. 3, Groen en Zoon N.V., Leiden Opeens schiet haar te binnen dat zij pg even naar de buurvrouw moet om sen emmer terug te brengen. Gister morgen had Evert een paar liter biest sebracht. Natuurlijk heeft Frankema irain ?'^j^^'*"ner nog niet nodig, maar nu e KaïV' lieeft zij een behoorlijke reden om 'n praatje bij de buren te maken. Vrij flug wandelt zij over het smalle weg- |et]e dat door de weide naar de boer- aenj voert. Als zij de ruime deel op- ?Japt, hoort zij de boer uitvaren. Èr staat een voer hooi bij het nog bijna lege hooivak. „Smijt de rommel naar oeneden. Evert, schiet op, schiet op! tT moet vandaag nog minstens vijf voer gehaald worden. Eerst de kanten, Do- ps. Vrouw, waar zit onze Frits toch?" 1 Nu ziet Frankema vrouw Buter na- fteren. Hij knikt kort en kijkt dan weer K^°"' Evert niet al te zware plokken hooi naar beneden smijt. iiLaat je omlaag glijden, Evert. Red der de rommel die om het huis zwerft maar wat op. Over een uur komen de gasten Nu heeft vrouw Buter de boerin in het oog gekregen. „Goede morgen, Toos! Ik zag je zo even achter een varken jagen. Viel niet mee, hè? Ik heb de emmer meegeno men. Beste biest, Toos. Wat was het, een vaarskalf?" „Het was niks, hij ging kapot", schreeuwt Frankema. „Och, wat jammer toch!" „Dat is het zeker, buurvrouw Buter", knikt de boerin. Babbelend verwijde ren de vrouwen zich. Inmiddels heeft de mismaakte Evert zich van het hooi laten glijden en kijkt rond naar een stalbezem. Frankema neemt zijn plaats in en begint als een razende de wagen te lossen. „Eerst de kanten, Dorus. Hoe vaak moet ik je dat zeggen? Ben je vandaag voor het eerst bij de boer?" „Wel voor het laatst, als het niet wat rustiger kan", klinkt het gedempt, want de knecht is door een lawine van hooi bedolven. Frankema grinnikt. Nu klinkt hoef getrappel en in de ruime banderdeuren verschijnt de witgebleste kop van een paard. Het hoge' voer hooi dat het dier voorttrekt, verduistert de deel. Frits zit op de bok en wanneer hij ziet dat de andere wagen nog niet leeg is, roept hij: „Dat duurt lang hoor!" „Als jij het vlugger kunt", snauwt Frankema. „Een klein kunstje om die wagen leeg te smijten. Maar je moet het ver werken. Dorus werkt zich ongelukkig vader!" „Niks mee te maken. Wie in de hooi- bouw op een druppel zweet kijkt, is een kerel van niets". Met een handige sprong staat Frits op de deel. Hij grijpt een hooivork en wipt bij de knecht in het vak. De knecht een snuiter ongeveer even oud als Frits, grijnst. Nu slinkt de neerge smeten hooibult snel en na vijf minu ten schreeuwt Frits: „Opschieten vader, gooi op dat hooi!" „Niet op een drop zweet kijken, boer!" voegt Dorus er aan toe. Opeens stemmengerucht. Even laat Frankema zijn vork met rust. Hij luis tert. „De gasten", bromt hij binnens monds. „Zes van die stadse uilskuikens. Ik zal ze vandaag de broek aanmeten". Dan raspt hij het laatste hooi van de wagen en slingert het van zich af. Hij ziet dat de bezoekers moeite doen om binnen te komen. Het valt echter niet mee, omdat de geladen wagen bijna de gehele toegang verspert. „Wacht even, dan trekken we die wagen naar birmen", roept Frankema. „De lege een eindje vooruit rijden, jongens", beveelt hij. Daarna grijpt hij het paard bij te teugels. „Een paar stappen bles, vort jongen!" Hen der bezoekers zit een beetje klem. Hij h&d er even tussendoor willen glip pen, maar toen trok het paard aan. De man zegt een onbetamelijk woord. Hij wringt zich terug en voegt zich bij de vijf anderen. Frankema lacht 'n beetje. Die stadslui zijn altijd apart. Nu staat de volle wagen naast het hooivak. De gasten staan -in een com pacte groep tussen de grote deuren. Met zijn beste glimlach stapt de boer op hen af en geeft allen de hand. Het zijn kennissen uit de oorlog, etenhalers zogezegd. Allemaal bejaarde mannen en zij wonen in Den Haag. Er wordt naar eikaars welstand geïnformeerd en dg dikke zestigers schudden om beurten de eeltige hand van Frankema. „Jullie komen als geroepen", zegt hij lachend. „Wij zitten midden in de hooi- bouw en dan zijn er nooit handen ge noeg". „En dan met hooikeurts naar huis", veronderstelt een der Hagenaars. Een ander vertelt dat zij een tocht door de provincie maken, maar vana vond weer huistoe gaan. Frankema knikt. Het zal deze mensen niet scha den als zij een paar uurtjes met vork en hark.werken. En danha, dat is waar ook! Evert, waar zou Evert zijn? Juist komt de jongen met een bezem over de schouder de deel op. „Ben je klaar met je werk. Evert? Ga dan als de wind naar Buter. Ik heb gisteravond paling besteld. Neem in- plaats van zes miaar acht pond mee. Ik vermoed dat de heeren Hagenaars niet op een aaltje zullen kijken". Nu stapt een van de bezoekers naar voren en zegt: „Wij willen dit gastvrije gebaar van Frankema beantwoorden door hem vandaag te helpen hooien". Er wordt instemmend geknikt. Maar Frankema ziet best dat het enthousias me voor het hooien niet bijster groot is. Intussen is Evert reeds op weg naar het huisje aan de voet van de dijk. Hij krijgt op zijn roepen geen gehoor en herinnert zich opeens dat vrouw Buter bij moeder is. Buter zelf zal wel met Geert op zee zijn. Maar eens op de dijk kijken. Er parelen zweetdroppels op zijn voorhoofd als hij op de kruin van de hoge zeedijk staat. Hij kan de verleiding niet weerstaan om even in het gras te gaan zitten. Een zoel zuide lijk windje strijkt langs zijn oren. Hij brengt een hand boven de ogen en tuurt over het blakke glinsterende wa ter. Daar bij de zuidpunt ziet hij de visboot van Buter. Duidelijk ziet hij dat men bezig is met de fuiken. Kijk, nu komen ze hierheen. Het beste zal zijn om hier maar te wachten. De geit van Buter mekkert zacht en even kijkt Evert omlaag naar het kleine huisje. Er was niemand thuis. Vrouw Buter is naar moeder en Jellie... Hè, die moest nu eens naast hem zitten! Zij zouden weinig zeggen; zo nu en dan een paar woorden. Zij zouden over de zee kijken en hetzelfde denken. Net als toen. Hoe lang is dat nu al weer geleden. Het was een mooie zoele avond. Zijn broer was bij de Buters in de botter; hij zat hier op de dijk en Jellie kwam naast hem zitten. En toen was Jellie's moeder op eens dat versje gaan zingen: Zijn' is de zee; z' is door zijn kracht Met al het droge voortgebracht... Jellie was het mee gaan neuriën; hij kende het toen nog niet. Nu wel. Toen begreep hij ook niet waarom Jellie hem bij het laatste regeltje voor een kort moment had aangekeken. „Die ons gemaakt heeft en verkoren". Nu weet hij het. Maar hij heeft er heel lang over moeten denken. Maar er had geen medelijden in haar ogen gelegen toen zij bij het zingen van die regel naar hem keek. Of beter gezegd, naar zijn mismaakte lichaam. Veel en lang heeft hij met Jellie gepraat na die avond. Het waren onderwerpen geweest die bij hem thuis zorgvuldig vermeden werden. Vader en moeder hielden niet van dat „fijne gedoe", en Frits evenmin. Hij ziet er dus het nut niet van in om eens openhartig met een van zijn ou ders te spreken. Eeimiaal heeft hij het immers geprobeerd? Hij begon er over toen hij met moe der alleen in de kamer was. Eerst had zij verwonderd gekeken, toen boos en daarna was zij hard gaan lachen. Op dat moment kwam vader binnen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1967 | | pagina 5