iiAnDEn-niEUWS Algemene Banic Nederland [Evert Kooistra Erasmus en Anna van Borsselen Sanering Midden- en RIeinbedrüf Met een mSpaarbiljet 1966/71 groeit uw spaargeld in vier-en-een-tialf jaar van f.100.-naar f.135.- ISJKl^^ (VOROL KOLFF Veertien jaar in communistisclie gevangenissen pti I 'Bwonnen Vrijdag 14 oktober 1966 No. 3527 mJDELÜK Tïr ^;^eeuwóe wcmdelincf&n Hebt u al een A.B.N.Spaarbiljet 1966/71 genomen? Dit betekent een samengestelde interest van ^9 procent per jaar. Dat is sparen met gtoeikracht! Folders en nadere inlichtingen bij al onze kantoren. I^R VOLGVERHAAL KOLFF - Middelharnis ZUIVERE HUID PUROL en PUROL-poeder -k pe mens in de diepvries? Ethisch onverantwoord Het „eeuwige leven" te koop Ijlen groot aantal ziekten die aan It begin van deze eeuw onherroepe- ie dood ten gevolge hadden, kan j tegenwoordig genezen. Door mid- jvan de vriesruimte zullen we hen jaan een nu nog ongeneeslijke ziekte ■Jen in onderkoelde toestand Togen om ze weer tot het leven terug [toepen op het moment dat men hun jjjte kan genezen". loeze opzienbarende woorden werden tproken door de Amerikaan Cooper, hsident van het „Levensverlehgings- fjelschap Juno", bij gelegenheid van I eerste steenlegging van een groot iépvriesgebouw. Amerikaanse geleer- L ïijn, in de vaste overtuiging dat de tjamsche dood aanzienlijk later op- }(e(jt dan de zogenaamde klinische (oj, reeds lang bezig de mogelijkhe- m van „invriezen" te overwegen. [tmstige zieken en pas overledenen jaden terstond in een diepvrieskluis wten worden geplaatst en enkele TANDPASTA inlallen jaren later, als er voor hun een middel is ontdekt, weer Jeeten worden „ontdooid". Volgens be- Itliten uit Engeland zouden daar al iet succes proeven op dieren zijn ge lomen. Ook in andere landen zijn al lémmen opgegaan om grote diepvries- Biten te laten bouwen, waarin onder ezicht van de regering mensen wor- len „ingevroren". Een Franse profes- lir verklaarde: „Het is waanzin, een ■|k zonder meer als lijk te beschouwen. I lang wij aarzelen, de mogelijkheid |jn de diepvries te aanvaarden, even lang daalt een ongekende schare bnsen absoluut onnodig in het graf". f Ife moeten er dus maar op rekenen deze „Vrieskou" vanuit Amerika [uk naar Europa zal overwaaien en dat 1 niet alleen vlees en vis en groen- I, maar ook mensen onder een tempe- latuur van zoveel graden onder nul porden gebracht. Het klinkt allemaal erg fantastisch, maar in deze eeuw 1 wetenschap en techniek schrikken he nergens meer van, en staan we ner- iens meer voor. I Over de technische kant van deze wil ik liet dan ook niet hebben. lik ben geen bioloog en ik durf geen oordeel uitspreken over „wat wel of jniet kan". Maar de zaak heeft ook een Ethisch aspect. Laten we eens aarme- Ven hoewel ik het eerst moet zien! dat het mogelijk zou blijken, een inens dertig of veertig jaar te bevrie zen om hem daarna weer te ontdooien. Laten we aannemen dat zijn organen |«p geen enkele wijze werden bescha- d en dat hij dus weer zijn plaats in leven en in de maatschappij kan |innemen. Hoe zal deze mens reageren 0 zijn omgeving? De wereld en de maatschappij zijn ■intussen grondig veranderd. Zijn fami- TJe en vrienden zal hij nauwelijks meer Jierkennen. Zo zouden we door kunnen |8aan. Moet een dergelijke terugkeer tot leven geen ontzaglijke teleurstel- Jling worden voor de betrokkene? is ook een sociale kant aan deze Ijaak. Nogmaals, gesteld dat dit alles 1 de mogelijkheden zou behoren, hoe iBoet dat met de wereldbevolking? Des- ndigen beweren nu al terecht of i onrechte, dat laten we in het mid- dat de bevolkingsaanwas ge- Ifemd moet worden, wil er straks voor iedereen werk en brood zijn. En wan- Iter we dan de dood als natuurlijke |)9ctor kunnen uitschakelen, waar moe- we dan straks de mensen bergen? mt hoe pijnUjk het ook is, het is nu I'enmaal zo beschikt, dat het ene ge- jslacht gaat en dat het andere geslacht Ikomt. De ene generatie moet ruimte I Maken voor de andere, wil de aarde loinnen korte tijd niet bewoonbaar zijn. En al zou het medisch en technisch mogelijk zijn het leven der mensen te verlengen, dan komt van uitstel nog geen afstel, want dan nóg blijft het Schriftwoord gelden: „Het is de mens gezet éénmaal te sterven en daarna het oordeel". Alle diepvries-experimenten ten^pijt! Het behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat de reclame hier een enorme kans krijgt. In grote Amerikaanse dag bladen verschenen al advertenties over de hele pagina met de suggestieve slagzin: „Het eeuwige leven voor tien duizend dollar". Dat betekende dan dat men voor genoemd bedrag een plaatsje in een diepvrieskluis kan bespreken. De gewone man zal dus voorlopig niet aan bod komen... Maar afgezien daarvan, verlenging van dit tijdelijke leven is het eeuwige leven nog niet! Het eeuwige leven is trouwens niet voor geld te koop. „Hij kan de "prijs der ziele, dat rantsoen, aan God in tijd noch eeuwigheid vol doen". Het eeuwige leven krijg je zó maar gratis, voor niets. En dat begint niet bij de dood, maar het begint al in dit leven. En wie het eeuwige leven heeft, die kan niet meer sterven. Want voor wie Christus het leven geworden is, is de dood voor eeuwig dood. „Want dit is de getuigenis, dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft, en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, die heeft het leven, wie de Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet". Maar ik vrees dat de gegadigden voor de diepvries daar niets van begrijpen... WAARNEMER. RIJMEN VAN TIJMEN. Dirksland heeft gewonnen, In de Hoeksewaard. Men zag weer veel ploegers, Die daar heel bedaard. Rechte voren trokken. Daar was 't om te doen. Maar er is tenslotte. Slechts één kampioen. Ruilof is 't geworden. Anderen ver vooruit! 't Geen voor zulk een ploeger, Wel veel goeds beduidt. Maar ook vele anderen, Maakten goede sier. Het was wel een wedstrijd. Met heel veel vertier. j Dus werd deze beker. Toch ook wel verdiend. Zulk een grote ijver. Van nabij beziend, 't Zijn me toch" trofeeën, Juist ook voor de vrouw. Maar daar zijn de mannen. Nu echt voor in touw. TIJMEN. VARIA Met al de heiligen Een oud-katholiek geestelijke belde aan bij een niet-meelevend gezin. Uit het donkere trapgat klonk de roep: „wie is daar". Ik kom van de gemeente van Sint Martha". Antwoord van bo ven: „Niet nodig mijnheer, we lezen de Margrii^t al". (Evang. Luth. weekblad) Geldgebrek was het spook, dat Eras mus voortdurend bedreigde. Tenminste in de eerste helft van zijn leven. Toen hij eenmaal een beroemd man gewor den was, verdiende hij behoorlijk met het uitgeven van zijn vele geschriften. Bovendien was hij in 1515 benoemd tot raadsheer aan het hof van Karel V op een salaris van 200,per jaar, dat echter ongeregeld werd uitbetaald. In het klooster ontbrak het hem aan niets, tenminste op financieel gebied (In 1517 werd hij door de paus van zijn kloosterbelofte ontheven). Evenmin als secretaris van Hendrik van Bergen, bisschop van Kortrijk. Maar dan ging hij in Parijs stude ren en dat kostte geld. Voor logies had hij niet veel nodig: hij woonde in het pension der arme studenten. Dan geeft hij les aan rijke studenten, zoals aan Lord Mount joy die hem wel eens mee neemt naar Engeland. Hij, die het La tijn kende als geen ander, kon de La tijnse spreuk pecunia non olet geld stinkt niet) ook tot de zijne maken. Toen hü een keer uit Engeland te rugkwam, had hij bijde douane in Calais een onaangename ervaring: zijn 12 pond in goudstukken werden hem afgenomen. Volgens een oude Engelse wet mocht geen goud worden uitge voerd. En dan moet je het zo hard no dig hebben! Door de Heer van Bergen was hij in kennis gekomen met Jacobus Batt (Battus in 't Latijn), schoolmees ter te Bergen op Zoom en later secre taris van de stad. Hij was tevens goe- vemeur van het zoontje van Arma van Borsselen te Veere. Misschien kon Bat tus wel een goed woordje voor hem doen bij de vrouwe van Veere. Béde len was in dit geval geen schande. Anna van Borsselen. Vermoedelijk werd ze in 1471 gebo ren, ze was dus maar enkele jaren jonger dan Erasmus. Als meisje van 10 jaar was ze reeds ondertrouwd met de bijna 20 jaar oudere FiHps van Bour- gondië. Vier jaar later zijn ze officieel getrouwd. Na de geboorte van een meisje werd in 1489 hun zoontje Adolf geboren. Toen dit jongetje ongeveer 6 jaar was, werd Jacobus Battus zijn goe- verneur. Kort na de dood van Pilips (1498) wist Battus het gedaan te krijgen dat Erasmus haar een bezoek brengt. Dat is niet op het kasteel Zandenburg te Veere, maar op haar kasteel Tour- nehem in Artois. Als hij de pracht van haar hofhouding ziet, meent Erasmus dat ze erg rijk is. Dat is echter niet het geval: de schijn bedriegt hier. (haar kleinzoon Maximiliaan, de laatste Heer varr Veere, liet in 1558 een failliete boedel na). Erasmus schreef een overdreven vleierige brief en wil zijn Adogia (800 Griekse en Latijnse spreuken), dat hij voor de pers gereed zal maken, opdra gen aan haar zoontje Adolf. Ze geeft hem een oud paard om te rug te reizen en de belofte van 200 gouden franken, die echter een jaar later nog niet zijn uitbetaald. Erasmus is geprikkeld en schrijft aan Battus. Eerst was het: „Een zediger, verstandiger, bevalliger of vriendelijker vrouw werd door de natuur nooit ge vormd". Maar na de teleurstelling is de brief een beetje anders: „Een fraaie zaak in derdaad, dat ze niet een paar honderd franken voor mij kan afzonderen, waar zulke kapitale sommen in de bodem loze put der huishouding verdwijnen. Aan middelen voor het onderhoud van ik weet niet welke domme priesters heeft ze geen gebrek. Maar om de on afhankelijkheid te verzekeren van ie mand die boeken zou kunnen schrijven, waardig onsterfelijk te blijven voortle ven houd mij deze grootspraak ten goede daarvoor schiet niets over. Zeven uur daarna zou ze zich nauwe lijks herinneren het geld te hebben weggeschonken!" Zijn vriend Battus kan hem echter ook niet helpen: vrouwe Anna is niet zo rijk als Erasmus dacht, integendeel. Zijn laatste bezoek. In het voorjaar van 1501 trok hij van Bergen op Zoom naar Veere met het zelfde doel, maar hij krijgt geen gele genheid haar te ontmoeten. Dit is wel het geval een paar maanden later als hij haar weer aantreft in haar kasteel Tournehem. Ook nu moet Erasmus wel tot de overtuiging komen dat- er van haar niets te verwachten was. Het vo rige jaar is ze hertrouwd met Lodewijk, heer van Montfoort, een knap edelman maar zonder geld. In 1518 is Anna gestorven. De laatste jaren heeft ze nog veel meegemaakt. Haar twee schoonzoons zijn gestorven, kort daarna ook haar dochters. Er heb ben branden gewoed op het kasteel Zandenburg en in Veere. Een grond- braak voor Veere vroeg veel geld voor herstel. De pest heeft meer mensen weggerukt dan er anders in 20 jaar stierven. Een van de 7 beelden in de voorgevel van het stadhuis van Veere is voor Anna bestemd. Erasmus schrijft ook brieven aan haar zoon en opvolger Adolf, maar zon der resultaat. Ook was zijn vriend Bat tus gestorven (1502), die veel voor hem gedaan had om het contact te leggen. Bij zijn laatste bezoek is hij ook nog enkele dagen in Zierikzee geweest. Toen zijn knechtje ziek werd, is hij gevlucht, bang voor besmetting. Dit was zijn laatste bezoek aan zijn oude vaderland. Erg vleiend laat hij zich niet over zijn landgenoten uit. In zijn brieven noemt hij hen een onbe- schaaft soort mensen, dat de weten schap minacht, een hongerig slag men sen, alleen voor de buik geboren. Toch is naar men beweert zijn laatste woord in zijn moedertaal gesproken. Zijn rusteloos leven sloot hij op zijn sterfbed af met deze woorden: O jesu misericordia, Domine libera me (Jezus, heb medelijden. Here ontferm u over mij) en dan is 't Hollands: Lieve God. Middelburg L. van Wallenburg HOOFDLIJNEN VAN HET DOOR DE STICHTING ONTWIKKELING EN SANERING VOOR HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF TE VOEREN BELEID. 1. De ontwikkelings- en saneringsmaat regelen kunnen uitsluitend van toepas sing zijn in het midden- en kleinbe drijf (exclusief de land- en tuinbouw). De saneringsmaatregelen dienen een landelijk karakter te dragen. Dit geldt niet voor alle ontwikkelingsmaatrege- len (zie punt 4, sub d). 2. De stichting zal functioneren als be leidsorgaan ten aanzien van de te ont werpen nieuwe maatregelen en als ad viesorgaan met betrekking tot wense lijk te achten aanpassingen van reeds bestaande regelingen. 3. De werkingsduur van de te treffen maatregelen is beperkt, namelijk zoda nig, dat de aanihelding voor sanering gedurende vijf jaren en voor ontwikke ling gedurende tien jaren zal worden opengesteld. 4. Ten aanzien van de ontwikkelings- maatregelen geldt dat a. ontwikkelingshulp slechts zal worden gegeven aan ondernemers, die in moeilijkheden zijn geraakt of dreigen te geraken, maar die capabel geacht kurmen worden een in zichzelf ge zond bedrijf doelmatig en efficiënt te beheren, terwijl de situatie in de be trokken branche het vooruitzicht biedt, dat door de te verlenen hulp een verbetering van de structuur van het midden- en- kleinbedrijf in het onderhavige verzorgingsgebied kan worden bereikt. b. voor ontwikkelingshulp in aanmer king zullen komen ondernemers, die minstens drie jaren gevestigd zijn en wier fiscaal inkomen uit bedrijf in deze drie c.q. de laatste drie jaren gemiddeld lager is geweest dan de maximum-grens, die geldt voor de toepassing van de ziekenfondswet, verhoogd met een percentage wegens door de zelfstandigen te dragen soci ale lasten, voorts verhoogd met een bedrag overeenkomende met de door werknemers genoten kinderbijslag (Nederlandsche Handel-Maatschappij-DeTwentscheBank) door JOH. VREUGDENHIL »Nee, dat niet, maar enkele kan ik im" herinneren van degenen, die m het geschiktst toeleken. De mees- po heb ik al terzijde gelegd, slechts V^ twaalftal heb ik er uitgepikt, die I ""'ins inziens wel een kans maken." «Laat horen," klonk het zakelijk. Mijnheer van Zanten noemde enige [namen, doch dat bleken allen onbe- waen voor mijnheer Andijk te zijn. Ite ■vervolgde rnijnheer Van Zan- Ir''IS er één bij, die me wel aanstaat, 5" die schrijft zo onvolledig en in- haM keurige, duidelijke 'ana van schrijven had gehad en zo'n '"ooie stijl, dan had ik hem reeds lang brif ^®'^§^- Doch er is iets in die hel aantrekt. Hij is van een Tmt Kooistra, Parkstraat 64. Hij alk ^y^^ moeder, een weduwe, S? is haar kostwinner." .mijnheer Andijk floot zacht tussen I «tanden en merkte op: »^o. heeft die ook gesolliciteerd?" I Vaf 7* dan?" vroeg mijnheer I Zanten nieuwsgierig. „Dat zou ik denken," klonk het lach end, „die heeft bij mij gewerkt, dat is mijn vorige procuratiehouder geweest. Weet je dat dan niet meer? O nee, dat is waar ook, toen kenden we elkaar nog niet zo goed. Onze vriendschap dateert meer van latere datum." Mijnheer Van Zanten was opgeveerd, negeerde de opmerking van mijnheer Andijk en vToeg geïnteresseerd: „Nu vertel eens op, wat is dat voor persoon? Hoe beviel die jou en waarom is hij weggegaan?" Even zweeg zijn vriend en staarde nadenkend voor zich, overwoog snel hoe in dezen te handelen. Mijnheer Van Zanten, in zijn nieuws gierigheid geprikkeld, drong ongeduldig „Komt er nog wat van, of is je ant woord minder gunstig? Zeg het dan ronduit." „Ik zal je vast niet met een kluitje in het riet sturen, daarvoor ken je mij nu zo zachtjesaan wel, is 't niet?" Vra gend keek hij Van Zanten aan. „Dat is waar," gaf deze dadelijk toe, maar daarom juist stel ik jouw advies op zo'n hoge prijs en ben zeer be nieuwd, wat je mij te vertellen hebt." „Het is een flinke verschijning," be gon mijnheer Andijk, „en een prima werkkracht. Ik zou teruminste wel wil len, dat mijn tegenwoordige procura tiehouder óók zo ijverig en nauwgezet was, doch dat laat wel eens wat te wensen óver. Die waakt er angstvallig voor, dat hij nooit één kwartiertje lan ger werkt dan strikt noodzakelijk is. Ik erger me er wel eens aan. Er zijn weinig mensen, die werkelijk plichts getrouw zijn en hart voor de zaak hebben. En dat had Evert Kooistra. Zeldzaam gewoon. Ik had veel met hem op en zijn werk was altijd prima in orde." „Maar waarom is hij dan wegge gaan?" vroeg mijnheer Van Zanten nieuwsgierig. „Dat is een vervelende, duistere ge schiedenis, die me nóg nooit lekker zit. Hij is niet weggegaan, maar ik heb hem ontslagen." „Ontslagen?" Ongelovig en uiterst verbaasd staar de mijnheer Van Zanten zijn vriend aan. „Ja, ontslagen," herhaalde deze, „en daar had ik later en soms nóg wel eens spijt genoeg van, doch ik was eenmaal te ver gegaan en kon lüet meer terug. Jammer genoeg niet. Luister, de zaak zit zó." Mijnheer Andijk vertelde de gehele geschiedenis van' A tot Z. Hij verzweeg of verbloemde ook niet zijn boze bui van die bewuste middag en dat hij on der invloed daarvan zo overijld ge handeld had. Gespaimen luisterde Van Zanten, geen woord ontging hem en met zijn helder, scherp inzicht vergeleek en combineer de hij de feiten met elkaar. „Ik ben er niet op vooruit gegaan, dat kan ik je verzekeren," besloot mijn heer Andijk met een zucht, „maar ja, zeg het zelf, ik kon niet meer terug gaan, toen het eenmaal zo ver was." „Raadselachtig, Raadselachtig," en Van Zanten schudde het hoofd, streek zich met de hand door het kwistige haar. „Heb je nooit uit kunnen vinden, hoe het geld in die lade kwam? Heb je ook nooit een vermoeden ge had?" „Neen, nooit, ieder spoor ontbreekt volkomen, ook maar het minste zou ik te baat genomen hebben." Verdrietig stak mijnheer Andijk een nieuwe sigaar op en pafte dikke rook wolken de kamer in, die langzaam wegslierten. „Hoe meer ik er later over nadacht, hoe onwaarschijnlijker het mij toch toeleek, dat hij de dader was, ondanks het feit, dat hij bij Van Beveren die grote rekening te betalen had." „Ja, de schijn is tegen hem, zeer ze ker," viel Van Zanten uit, „maar be wezen is er nog niets. Andijk." „Dat weet ik ook wel, maar wie heeft het dan gedaan?" „Ja, dat weet ik vanzelfsprekend óók niet, doch ik vind wel, dat je een beetje te haastig gehandeld hebt, nu ik alles zo hoor. Je bent eigenlijk op de zaken vooruitgelopen en hebt zodoende jezelf voor een voldongen feit gesteld." „Dat heb ik mij al zo dikwijls ver voor het eerste en het tweede kind en tenslotte verhoogd met een rentever goeding van 4'/o over het in het be drijf geïnvesteerde eigen vermogen. c. ontwikkeUngshulp zal kunnen wor den gegeven ten behoeve van: - groei van het bedrijf ter plaatse - verplaatsing van het bedrijf en - omschakeling naar een andere branche ter plaatse of elders. d. ontwikkelingshulp zal kunnen be staan uit: - een tegemoetkoming in de kosten van voorlichting en bedrijfsdoor- lichting. T kredietverlening met staatsgarantie. - een tegemoetkoming in de kosten, voortvloeiende uit de afwikkeling van het oude bedrijf. - vergoeding van aanloopkosten van het nieuwe bedrijf en van kosten van levensonderhoud gedurende de tijd dat het oude bedrijf reeds is gesloten en het nieuwe nog niet is geopend; conform de mogelijkheden van de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen. - het bevorderen van branche- en/of streekonderzoekingen ten behoeve van de structuurverbetering. - het ondersteunen van initiatieven van regionale en/of branche-organisaties, die het bereiken van de doelstelling van de ontwikkelings- en sanerings maatregelen kunen bevorderen. - eventuele andere door de stichting voor te stellen regelingen, die de ont wikkeling van het midden- en klein bedrijf beogen. 5. Ten aanzien van de saneringsmaat regelen geldt, dat a. saneringshulp slechts zal worden ge geven indien daarmede de structuur van het midden- en kleinbedrijf, in het betrokken verzorgingsgebied kan worden verbeterd en het voorzie ningsniveau van de consumenten niet belangrijk wordt aangetast. Het sa nerend effect van de hulp dient te worden gewaarborgd onder andere door het sluiten van een overeen komst met de ondernemer wiens be drijf geliquideerd wordt. b. voor de, saneringshulp in aanmer king kunnen komen ondernemers die - tenminste tien jaar onafgebroken een bedrijf hebben uitgeoefend. - de laatste drie jaren gemiddeld een fiscaal inkomen uit bedrijf hebben gehad, dat lager is dan het minimum loon van werknemers van 25 jaar en ouder, vermeerderd met het alge meen gelden percentage vakantietoe slag, voorts vermeerderd met een percentage wegens door de zelfstan digen te dragen sociale lasten, ver volgens vermeerderd met een bedrag overeenkomende met de door werk nemers genoten kinderbijslag voor het eerste en tweede kind en ten slotte vermeerderd met een rente vergoeding van é'/o over het in het bedrijf geïnvesteerde eigen vermogen - van hun totale fiscale inkomen meer dan 50"/i) uit het te liquideren bedrijf verkregen. c. de saneringshulp zal kunnen inhou den - advies en voorlichting onder meer betreffende de wijze waarop het be drijf beëindigd kan worden en de mogelijkheden van eventueel nood zakelijke omscholing. - een liquidatievergoeding mede ter tegemoetkoming in een eventueel na delig liquidatiesaldo, ter grootte van voor veilige verzekeringen en lage premies Bijzonder snelle schade afwikkeling Zeer scherpe tarieven voor autoverzekeringen en na 1 jaar schadevrij rijden reeds 20<'/o korting. Financieringen. VOORSTRAAT 36 TELEFOON (01870) 2012. Bgna een eeuw assurantie- agenten. 2000,ten behoeve van bijzondere individuele gevallen zal een hogere vergoeding kunnen worden toege kend, echter tot een maximum van 5000,—. Indien periodieke uitkeringen plaats vinden dient de liquidatievergoeding daarop in mindering te worden ge bracht (zie hiervoor mede de volgen de bepalingen) - welvaartsvaste periodieke uitkerin gen aan ondernemers die geboren zijn vóór 1914, mits deze 55 jaar zijn of ouder. Voor de berekening van de periodieke uitkering dient aanslui ting te worden gezocht bij de schaal die bij het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds voor de Landbouw wordt gehanteerd. De bedragen van de pe riodieke uitkeringen moeten evenwel lager worden gesteld ter compensatie van de in contanten uitgekeerde li quidatievergoeding. 6. Voor de uitvoering van de te ont werpen maatregelen zal zoveel moge lijk gebruik dienen te worden gemaakt van de diensten van bestaande instel lingen, die over kennis en ervaring ten aanzien van de problemen van het mid den- en kleinbedrijf beschikken. 7. De stichting dient zoveel mogelijk waarborgen te scheppen, dat in een be drijfspand, dat door bedrijfsbeëindi ging is ontruimd, zich niet een onder neming kan vestigen, die gelet op de doelstelling van het beleid als onge wenst moet worden beschouwd. 8. Op beslissingen ter uitvoering van de ontwikkelings- en saneringsmaatrege len staat beroep open bij de Minister van Economische Zaken. 9. Slechts de Minister van Economische Zaken kan wijzigingen aanbrengen in deze hoofdlijnen, eventueel na advies van het bestuur van de stichting. De Roemeense predikant Richard Wurmbrand hoopt binnenkort naar Ne derland te komen. Op uitnodiging van de Nederlandse ICCC-organisatie zal hij D.V. spreken in Rotterdam op vrij dagavond 21 oktober en in Utrecht op zaterdagmiddag 22 oktober. De bijeenkomst in Rotterdam wordt gehouden in de Mathenesserkerk, Al- lard Piersonstraat (hoek van Citterstr.). Vanaf het station te bereiken met tramlijn. 1. Aanvang 8 uur. Deur open half acht. Plaats van samenkomst in Utrecht is de Jacobikerk, bij het Vreeburg, 7 mi nuten lopen van het station. Ook te bereiken met bus 1,5 en 6. Aanvang 3 uur. Deuren open half drie. „HET GETUIGENIS VAN RICHARD WURMBRAND" (veetien jaar in Roemeense gevangenissen) Dit is het verslag van Ds. Wurm- brand's verklaringen voor een commis sie van de Amerikaanse Senaat op 6 mei 1966. Het boekje telt 40 bladzijden en bevat een foto van de schrijver. Verkrijgbaar na de bijeenkomsten in Rotterdam en Utrecht op 21 en 22 ok tober a 1,25 per stuk. Toezending franco per post na ont vangst van 1,50 per postwissel of op postrekening 513077 t.n.v. Penning meester ter bevordering van het werk van de ICCG in Nederland, Singel 386, Amsterdam. weten," hernam rnijnheer Andijk, „maar er was toen toch eenmaal niets meer aan te veranderen." „Neen, daarin heb je gelijk," stemde Van Zanten volmondig toe, „in jouw geval zat er niets anders op, dan dat ontslag te handhaven." „Onlangs kwam ik hem tegen," ver telde mijnheer Andijk nog, „hij geraak te helemaal in verwarring." „Zee begrijpelijk," meende Van Zan ten kort. „Dat is het ook. Ik had medelijden met hem, had graag enige vriendelijke woorden met hem willen wisselen, doch daar ontbrak me, eerlijk gezegd, de moed toe. Ik ben zonder één woord te spreken hem voorbij gegaan, doch ik had er een ellendige avond door," bekende mijnheer Andijk openhartig. „Dat begrijp ik," lachte Van Zanten. „Weet je wat ik doen zal? Ik zal hem eens bij me laten komen en wil dan wel eens horen, wat hij te vertellen heeft." „Doe dat en dan hoor ik er wel ver der van hè? Ik zou hem werkelijk een goede betrekking gunnen. Ik reken er op, dat je me volledig van alles op de hoogte houdt, hoor," bedong mijnheer Andijk. „Daar kun je verzekerd van zijn." Op dat ogenblik trad mevrouw An dijk de kamer binnen en braken ze dat gesprek af. Het verdere van de avond werd gevuld met meer algemene be schouwingen, waaraan ook mevrouw Andijk een groot aandeel had. Het was al heel laat, toen Van Zan ten zich door de verlaten straten haas tig huiswaarts spoedde. Toch had hij er geen spijt van, die avond in de wo ning van mijnheer Andijk doorgebracht te hebben. Hij zou met het gehoorde zijn voordeel doen, vast en zeker. Traag kropen de dagen voor Evert Kooistra en ook voor zijn moeder voor bij. Hij stond er mee op en ging er mee slapen. Overdag op het kleine kan toortje van mijnheer Van Dalen kon hij soms dromend voor zich uit zitten staren, dan overwoog hij de kansen en eindigde bijna altijd met de conclusie, dat hij toch geen schijn van kans had. Juist de manier waarop hij uit zijn vroegere werkkring geraakt was zat hem lelijk dwars. Als ze bij mijnheer Andijk om inlichtingen gingen vragen en hij twijfelde er niet aan, of ze zou den dat doen, dan kreeg hij geen been aan de grond. Onrustig schoof hij dan heen en weer op zijn stoel en begon maar weer aan de arbeid. Het was trouwens helemaal niet druk, hij kon het op zijn gemakje af. Nu dit geko men was, leek het hem of hij nog veel erger verlangde om uit deze gevange nis verlost te worden. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1966 | | pagina 5