iiATiDEn-niEijys
Raad Oostflakkee bezorgd
over begrotingstekort
van ruim 6 ton
Evert Kooistra
K.V.P. - Kerk exit
Aan hei sirand
Twee Duitse kinderen
omgekomen aan de kust
Domburg-Westkapelle
blad
Dinsdag 30 augustus 1966
No. 3514
S.G.P.-fractiel^stemde tegen vaststelling
Ondanks tekort: reeks verlangens In
algemene beschouwingen
0''
an
nt,
ijk
ht voc:
prak il,
enle.iec-
ur
geweesl
'e raad
neel, 4
ele be-
else A:
ambt:-
erde as
^rgcrvs-
usiasiö
id he;;:
afgelc-
U «2'
optin^i-
rd i^
te V'"''
nigings-
tepevS'
chei*"-
sigaret-
gebracK
rna aa"
een ff'
ecretar-
eidendf
noem*-
dooi
de,
Gabrie-
andeï'
evr.
-an do'-
raad van Oostflakkee die j.l. -wijdag vergaderde heeft zich duidelijk zor-
fn gemaakt over het tekort op de gemeentebegroting 1966 van f 601.014,48.
h raadsvergadering werd 's morgens half tien door 12 energieke raadsleden
fegonnen en eindigde 's -avonds rond 6 uur met 12 vermoeide raadsleden; de
Kr de Vin verklaarde zelfs murw te zijn! Het resultaat was er dan ook
kar- na een lange vergaderdag bedroeg het begrotingstekort nog slechts f
m 014.48. De uit de heren van Dam en Groenendijk bestaande S.G.P. fractie
lenste geacht te worden tegen vaststelling van de begroting te hebben ge-
emd.
Algemene beschouwingen
ie heer C. Gebraad vertolkte in zijn
I beschouwingen de gevoelens van de
'd A-fractie. Het leek spr. dat alle
'unstige factoren tegen de nieuwe
'leente samen spannen o.m. de daling
de garantie uitkering; de vermin-
|de mogelijkheid geld te lenen en
daaraan verbonden hoge rentelast.
vreesde dat de gemeenschappelijke
Irzieningen in gevaar zullen komen
nj\ er een aantal objecten zijn die
„1 uitstel meer dulden.
ïe heer Gebraad bracht hierbij de
he lagere scholen te Den Bommel
fde school in de Langstraat ter spra-
Het moet volgens spr. mogelijk zijn
i^g dit jaar met de bouw van scholen
in Den Bommel een eind opweg te ge
raken. Na aanvankelijk over de moge
lijkheid te hebben gedacht voor de 19
leerlingen uit Langstraat een bus te
laten rijden naar Oude Tonge of Oolt-
gensplaat was het dhr. Gebraad ge
bleken dat de ouders toch liever de
school in de Langstraat handhaven
waarom het gem. bestuur er -«oor dient
te zorgen dat de school en onderwijzers
woning voldoen aan de te stellen eisen.
Een woord van waardering liet dhr.
Gebraad horen over de voortvarend
heid bij de bouw en de uitbreiding van
de Ulo school te Oude Tonge. Verde
re verlangens waren het bouwrijp ma
ken van bouwgrond in plan Oost en
Ebbe en vloed te Oude Tonge waarbij
spr. benadrukte dat de voorkeur van
de P.v.d.A. fractie uitgaat naar de
iw van woningwetwoningen. Grote
ïdacht dient te worden besteed aan
Itopruiming en woningverbetering,
woning kartotheek zou z.i. - een
„Jt inzicht kunnen geven waar en
hoeveel krotten en minder goede wo
ningen er in de gemeente worden be-
^)nd en spr. gaf het maken van zo'n
totheek in overweging. Voorts gaf
te kennen niet overtuigd te zijn
de juistheid van de argumententie
)ijkring aanvoert voor afsluiting van
[dijken langs Grevelingen en Kram-
Ir. Hij vroeg het college naar de mo
gelijkheid met de Dijkring een rege
ling te treffen waardoor fietsers de dijk
mogen berijden.
Spr. verweet de R.T.M, dat zij mis
bruik maakt van de monopoliepositie
die zij (helaas) heeft; hij had n.l. de
indruk dat de R.T.M, alleen de goede
en: meest rendabele gedeelten wil ex
ploiteren en de rest er bij laat han
gen. Ook de situatie bij het overstap-
station bij Oude Tonge mag aldus
spr. niet langer blijven bestaan in welk
vttband spr. herinnerde aan het dode
lijk ongeluk van vorige week. B. en w.
drenen al hun invloed aan te wenden
om hierin spoedig verandering te krij
gen. Spr. vond het niet geoorloofd te
wachten op de plannen m.b.t. de bouw
van een overstapstation die de R.T.M,
zegt te hebben. Verder verlangde de
heer Gebraad een definitieve subsidie
regeling voor de kruisverenigingen en
het kraamcentrum alsook het instellen
van een centrale commissie van advies
overeenkomstig de bepalingen in de
Alg. Bijstandwet. Herinnerend aan het
in 1951 verschenen rapport van het
E.T.L stelde spr. dat plannen voor de
toekomst van Flakkee door de 4 ge
meenten gezamenlijk moeten worden
opgezet. Een commissie uit de N.V.V.
bestuurdersbond Goeree-Overflakkee
houdt zich bezig met de vraag welke
ontwikkeling voor Flakkee de meest
wenselijke is en dhr. Gebraad bracht
de conclusies uit het in 1965 uitgebrach
te interim-rapport naar voren t.w. Er
dienst een streekplan te worden opge
maakt dat de gemeenten dienen te aan
vaarden als een gezamenlijk uitgangs
punt voor een beleid op een harmoni
sche ontwikkeling van de streek. In het
rapport wordt verder gewezen op de
mogelijkheden van bevordering van de
tuinbouw en industrievestiging; ook
dient aldus citeerde dhr. Gebraad
,meer bekendheid te worden gegeven
aan Flakkee als woongebied voor de
Rotterdamse agglomoratie „De N.V.V.
bestuurdersbond zal zich ongetwijfeld
nader bekaden over de wijze waarop
t.z.t. gezamenlijk overleg kan worden
bewerkstelligd. Gezamenlijke gesprek
ken hierover lijken ons zeer nuttig en
zelfs noodzakelijk in het belang van de
Flakkeese bevolking" aldus dhr. Ge
braad. Er was spr. ook veel aan ge
legen dat de afstand tussen bestuurders
en bestuurders zo klein mogelijk zal
zijn; enkel economische planning vond
hij onvoldoende, er moet ook Sociale
planning zijn. Samenspraak vond spr.
een eerste vereiste. Een welzijnsstich-
ting waar in deze samenspraak o.m.
kan plaats vinden kan uit verschillende
organen uit het sociale en maatschap
pelijke leven en de overheid bestaan.
„We zijn bezig terecht te komen in een
andere maatschappij" betoogde dhr.
Gebraad. Hij vond daarom bij een vol
gende verkiezingen verjonging van de
raad zeer nodig.
Critiek
De heer Gebraad becritiseerde het dat
een antwoord op ingediende brieven
door instellingen of particulieren soms
maanden op zich laat wachten; hij
meende dat dit weinig vertrouwen geeft
en dat dit aanleiding is tot ontevre
denheid. Spr. vroeg voorts de mede
werking van het college en de ambte
naren wanneer redelijke verlangens
waarmee niet kan worden gewacht tot
de volgende vergadering worden
„doorgeseind". Spr. gaf ook in overwe
ging een gemeentelijk contactorgaan
uit te geven; er zijn aldus dhr. Ge
braad gemeenten die hierin slagen
zonder bezwaar voor de gem. schat
kist.
Het gemeentehuis
Spr. herinnerde tot slot aan de op 11
juni j.l. door de Commissaris der Ko
ningin geuite hoop dat het gemeentehuis
van Ooltgensplaat als bestuurszetel
voor burgemeester, wethouders en raad
zou blijven voortbestaan. Spr. had wei
nig waardering voor het uitspreken
van deze hoop omdat men er door zou
kunnen worden beïnvloed bij de beslis
sing die t.z.t. genomen moet worden
over de plaats van het gemeentehuis.
Dhr. Gebraad zei te verwachten dat
de hiertoe ingestelde raadscommissie
met voortvarendheid werkt aan een ad
vies aan het gemeentebestuur. Hij
hoopte dat de leden van deze com
missie voldoende realiteitszin hebben
om zich door de „hoop'' van de Com
missaris niet te laten beïnvloeden.
Verontrustend
De heer Winkels vond het begro
tingstekort wel enigszins verontrus
tend en hij wilde het niet enkel voor
rekening van de samenvoeging laten
komen. Wanneer er de mogelijkheid
zou zijn tot herkapitalisatie van het
gemeentelijk bezit, dan meende dhr.
VERVOLGVERHAAL
•n °i
■Tdem'
:0. Dr"l
oer 3-»'
2T
«Dat ik die beschuldigmg zo bout
^Preek, daar heb ik mijn gegronde
^enen voor, want anders zou het
dwaasheid zijn zoiets te zeggen."
«Dan ben ik zeer benieuwd die te
noren," vroeg mijnheer Andijk koeltjes.
«Evert Kooistra zit op het ogenblik
m financiële moeilijkheden. Hij heeft
=en paar weken geleden een goede ken-
™s van mij een auto-ongeluk bezorgd,
ooordat hij op de grote verkeersweg
het stoeien was met zijn aanstaan-
H waardoor mijn -vriend, om hem te
^ren, met zijn auto tegen een boom
gebotst is."
Mijnheer Andijks gezicht toon de één
w» al verbazing en met iets triom-
iwitelyks in zijn stem vervolgde Van
te- Welle:
|^°°rdat Kooistra zich geheel aan-
|akelijk stelde voor de aangerichte
'^tf' seen politiezaak van ge-
akt. Mijn vriend heeft zijn wagen
|n repareren bij de garage van Van
'eren en de rekening is naar Kooi
stra gestuurd. Zodoende kon hij dus
wel wat geld gebruiken, ziet u?"
Fijntjes lachend blikte zijn bediende
hem onverschrokken aan. Mijnheer An
dijk schrok van die Verklaring en
staarde peinzend naar buiten.
„En u moet rekenen, een kat, die in
het nauw zit, kan wel eens rare spron
gen doen," besloot Van der Welle.
Mijnheer Andijk ergerde zich bui
tengewoon aan de luchthartige -wijze
waarop Van der Welle over die zaak
sprak, want deze scheen er een genoe
gen in te hebben, dat hij een bezwa
rend getuigenis af kon leggen.
Een wijle heerste er diepe stilte.
„Ik zal het onderzoeken," klonk het
koel. „U kunt gaan."
„'t Kan navraag lijden," was het on
verschillig gegeven antwoord, terwijl
hij heenging.
Mijnheer Andijk bleef nog geruime
tijd over het geval nadenken. Indien
de gegevens van Van der Welle juist
bleken te zijn, dan zou het zeer moei
lijk zijn om in de onschuld van Kooi
stra te geloven.
„Maar direct werk van maken," be
sloot hij bij zichzelven.
Hij kleedde zich en verliet met haas
tige tred het kantoor.
Daar Van Beveren een van de groot
ste garages uit de gehele stad had, was
die alom bekend. Regelrecht spoedde
hij zich dan ook naar het genoemde
bedrijf. Wat hij daar hoorde was niet
Winkels dat de waarde voldoende dek
king zou bieden voor een lening op lan
ge termijn. Hij begreep dat door de be-
stedingsbeperende maatregelen van de
regering de gemeenten weinig meer
armslag hebben dan wat in het raam
van de vaste middelen mogelijk is;
de gemeente staat met zo'n begrotings
tekort niet sterk en haar zeggingsmacht
is niet groot. Spr. ontleedde het begrip
macht als een combinatie van inwo
nertal, technische ontwikkeling en vast
beradenheid. Het inwonertal kan wor
den opgevoerd door het scheppen van
een zo gunstig mogelijk leefklimaat; de
technische ontwikkeling is aldus dhr
Winkels wellicht nog te bescheiden;
de bijzonder goede kwaliteit van de
grond waarop verbouw van hoogwaar
dige cultures mogelijk is kan hierbij
een goede hulpbron zijn. De ligging van
'A van de gemeenschappen, langs het
water biedt recreatief, economisch en
sociaal een behoorlijk perspectief. Spr.
betoogde: „Het zal zaak zijn een ge-
drufd beleid te voeren; de herindeling
biedt gaarne goede kansen mits men
vastberaden afgaat op het gestelde doel
n.l. het vestigen van een zo levensvat
baar mogelijke gemeenschap. Wij zullen
om te beginnen een definitieve voorzie
ning voor ons gemeentehuis moeten
treffen en een plaats kiezen die zo cen
traal mogelijk ligt. Doet men dat niet
dan zullen de gemeenschappen steeds
een onderlinge rivaliteit veroorzaken"
vreesde de heer Winkels. „Het nage
slacht zal ons dan niet kunnen ver
wijten dat wij hebben nagelaten de
nieuw ingedeelde gemeente een HART
te geven" voegde hij eraan toe. Spr.
vond het gewenst een urgentie pro
gramma met prioriteiten-schema op te
stellen. Woning- en scholenbouw ver
dienen z.i. voorrang en de buurtschap
pen waar een grote achterstand in het
verzorgingspeil is mogen niet verge
ten worden en dienen te worden opge
trokken tot het niveau als dat van de
voormalige gemeenten. Zeer urgent
vond dhr. Winkels de aanleg van een
goede riolering omdat sommige sloten
een open riool zijn en een ernstig ge
vaar betekenen voor de volksgezondheid
Spr. hoopte dat zijn opmerkingen een
stimulans mogen betekenen voor het
college; het getuigt van belangstelling
voor het beleid waarbij spr. er op wees
dat gebrek aan belangstelling elk ini
tiatief doodt.
Geen verbetering
De heer Groenendijk gaf te kennen
bij het nader beschouwen van de be
groting met een „ontnuchtering te zijn
overvallen." Uit de begroting was het
hem duidelijk geworden dat elke ver
andering nog geen verbetering bete
kent „kwamen we vroeger wel eens een
weinig tekort, nu komen we zeer veel
te kort" concludeerde dhr. Groenendijk.
Hij zou het tekort niet zo erg betreu
ren indien er maar zaken zouden ge
beuren waarmee de gemeente gebaat
zou zijn. Spr, wees op de gewijzigde
omstandigheden in de personeelsbezet
ting, er zijn secretarissen, ontvangers,
wethouders e.a. minder en het kost
toch meer geld wat spr. zich deed af
vragen of alles wel inet de nodige zui
nigheid is bezien. Spr. deelde mee dat
zijn fractie (S.G.P.) van mening is dat
er veel is dat anders zou kunnen waar
om de begroting in zijn huidige samen
stelling voor de S.G.P. fractie onaan
vaardbaar is.
Jaarwedden het struikelblok
Ook de heer van Dam sprak zich in
deze geest uit: Dhr. van Dam wees op
de verhoging met f 200.000.van de
jaarwedden van het gem. personeel. De
abnormaal verhoogde uitgave vormde
voor hem het grootste struikelblok. Spr.
meende dat centralisatie wil beogen dat
minder krachten meer doen maar thans
constateerde hij het tegenovergestelde.
Een ander deed dhr. van Dam de op
merking maken dat hij nog weinig plus
punten heeft ontdekt die een gevolg
van de herindeling zouden kunnen zijn.
Niettemin sprak spr. zijn waardering
uit voor hen die het gemeentelijk ap
paraat weer vlot hebben doen lopen.
Spr. pleitte voorts voor werkgelegen
heid in eigen gemeente voor de pen
delaars wat door de vaste verbindingen
zal zijn vergemakkelijkt. „Onze bevol
king is geen agrarische bevolking meer,
ze is bezig te verstedelijken en trekt
daarom gemakkelijker weg" aldus dhr.
van Dam. Hij vond het noodzakelijk
werkgelegenhei dte scheppen teneinde
de gemeente te laten groeien. Spr. uitte
zijn waardering voor de dienst open
bare werken maar hij was er minder
gelukkig mee dat er een ambtenaar
voor de plantsoenendienst is benoemd.
Het was hem liever geweest dat één van
de eigen mensen hiertoe een opleiding
zou zijn gegeven wat een flinke uit
gavenpost had kunnen voorkomen. Spr.
betreurde het dat over de pas geëx
ploiteerde markt in de nieuwbouw geen
ruggespraak is gehouden met de plaat
selijke middenstand omdat velen van
hen todi al moeüijk een bestaan vin
den; zij hebben geen voordeel van de
markt. Met nadruk wees dhr. van Dam
erop dat de S.G.P. haar beleid zal blij
ven voeren op de grondslag van Gods
onfeilbaar Woord en de Belijdenis Ge
schriften. Hij betreurde het daarom zeer
dat de zondag in vele vormen onthei
ligd wordt. Hij riep inzonderheid de
rechtse fracties op een positieve hou
ding aan te nemen omdat er al te dik
wijls sprake is geweest van een hin
ken op twee gedachten. „De tijd is
voorts kort; dat we dan heden mogen
kiezen wie we dienen zullen opdat het
ons staatkundig, maatschappelijk en
ook persoonlijk wel moge gaan" zo be
sloot dhr. van Dam.
Ook dhr. van Nieuwenhuijzen wilde
het begrotingstekort niet enkel zien als
een gevolg van de algemene kostenstij
gingen maar zeker ook door andere
oorzaken die nauw verband houden met
het gevoerde beleid. Spr. zei met ieder
ander te hebben verwacht dat door
samenvoeging van verschillende afde
lingen of diensten deze in hun totali
teit efficiënter en goedkoper zouden
werken zoals dit in het bedrijfsleven
gebeurd. Spr. stelde de volledige samen
werking bij de Coöp. Suikerfabrieken
als voorbeeld. Spr. meende dat een goe
de opzet en uitvoering van de herin
deling tot vermindering van personeel
moet leiden; er is minder werk dan
vroeger en het kan thans meer gebun
deld worden. In tegenstelling daar
mee noemde spr. de gem. Oostflakkee
waar een uitbreiding van personeel is.
Omdat spr. persoonlijk met één van de
diensten te maken had gehad had hij
daarbij de indruk gekregen van de wij
ze waaurop het dagelijks bestuur meent
zijn taak te moeten uitvoeren n.l. de
ambtelijke bemoeiing zo hoog mogelijk
op te voeren als uitstekend middel om
de diensten gewichtig te maken met
veel personeel. Om aan bouwvergunning
voor een simpel schuurtje bij een dienst
woning te komen had dhr. Nieuwenhuij
zen een lange ambtelijke weg moeten
afleggen. Bij de Techn. dienst werd
hem gezegd een aanvraag in te die
nen; er diende zelfs advies van Stad
en Land te worden ingewonnen omdat
b. en w. hebben besloten dat iedere
bouwaanvrage door deze Instantie be
zien dient te worden. Zelfs was voor
de vergunning voor het schuurtje advies
van een stedebouwkundige nodig. Toen
dit allemaal voor elkaar was hadden
b. en w. nog een maand nodig om het
goed te keuren. Spr. begreep dat de
uiterste ambtelijke bemoeizucht veel
tijd en geld kost. Bovendien vond spr.
het een belediging voor de dir. van de
Techn. Dienst en zijn staf als of zij niet
capabel zouden zijn de bouw en plaat
sing van een eenvoudig schuurtje te
kunnen beoordelen. Spr. veronderstel
de dat het ook in andere onderdelen
zo zal gaan wat hem verontrustte waar
om spr. de mening van de raad -vroeg
dat de bouw van gebou-wtje beneden
de f 1000,door de eigen Techn. dienst
beoordeeld wordt, daarboven door Stad
en Land en pas bij grote complexen
waar het aanzien van de dorpen mee
gemoeid is een stedebouwkundig ad
vies. Ook zei hij een groot voorstan
der te zijn van openbare aanbestedin
gen in tegenstelling tot de meermalen
voorgestelde onderhandse aanbestedin
gen. Alvorens met de begroting accoord
te kunnen gaan verlangde dhr. van
Nieuwenhuijzen zekerheid dat niet al
leen de door hem genoemde tak van
dienst zou worden vereenvoudigd, maar
dat alle onderdelen op deskundige wij
ze worden bekeken en op de meest ef
ficiënte werkwijze worden opgezet.
De heer van Loon deelde mee dat
uit zijn fractie (A.R.) geen alg. be
schouwing zou worden gehouden omdat
de tijd om tot een beoordeling van het
beleid te komen te kort is.
Een zeer urgente zaak vond spr. de
bushalte bij Oude Tonge; al te pijn
lijk was men er weer op gewezen dat
verbetering dringend gewenst is. Spr. gaf
ook te kennen zijn oordeel over de sa
menvoeging op te schorten; wel had hij
zich afgevraagd of de opzet van het
gemeentelijk apparaat niet wat te groot
stedelijk is opgezet voor een ge
meente van 8000 zielen.
Dhr. Arensman sloot zich bij zijn
fractie genoot aan.
Antwoord van de vooriztter
Uit de gehouden beschouwingen zei
de voorz. de indruk te hebben gekregen
dat er een algemeen gevoel van teleur
stelling heerst dat er geen duidelijke
bezuiniging uit de samenvoeging voort
vloeit; spr. verzekerde dat ze er wel
zijn ai zijn ze niet aanstonds zichtbaar.
Er is niet om de samenvoeging ge
vraagd en het gemeentebestuur heeft
de plicht van de gegeven situatie het
beste te maken wat naar hij meende
door een intensieve samenwerking kan
worden bereikt.
Wat betreft de school in Langstraat,
bestaan er plannen om de zoutschade
te herstellen.
Wat betreft de klachten over de RTM
wachtgelegenheid las de voorz. uit een
van de RTM ontvangen schrijven dat
deze Mij een perceel grond van de Ka-
t^^^^^%.-%^»^^/^^%.-%.^.^^^^^^%^»-^^^-^>-^^^^^^^-^>^y^^%.'%^^-'%''^'^'<
De wind rukt aan het zeildoek van mijn tent.
Het zand stuift om ons heen, -wij staren wat ontwend
Naar 't water, naar de zee die schuimend aan komt
rollen over 't strand.
Verbolgen voortstuwt, geulen graaft in 't zand.
Daar bouwen kinderen een zandkasteel met toren
De gevels zijn met schelpen randen rijk versierd.
Ze vechten met de zee die 't bouwen wil verstoren.
De zee die in een wilde vloed haar hoogtijuren viert.
Een spel van -wind en zon, van water en van zand
Ik denk aan watervloeden, aan verdronken land.
Aan duizenden die sterven, al dat leed die zorgen.
Vandaag is het Turkije, welk land is het morgen?
De wind rukt aan het zeildoek van mijn tent...
Onze aardse tent wordt eenmaal afgebroken.
Dat maakte de apostel eens Gods kinderen bekend.
Hij heeft hen toen vertroostend toegesproken.
Laat dan het leven in de aardse tent van moeite en
zorgen weem'len
God bou-wt voor hen een eeuw'ge woonstee in de heem'len
Met handen niet gemaakt, maar onverbreekbaar vast.
Daar heeft men van geen storm en watervloeden last.
LANERTA.
pelleweg-Tonisseweg heeft aangekocht,
de investering van een overstap sta
tion is door de raad van commissaris
sen goedgekeurd maar de bouw zal
waarschijnlijk door de opgelegde tem
porisering van investeringen worden
belemmerd.
N.a.v. de uitgesproken wenselijkheid
een gedegen bestemmingsplan voor ons
eiland op te stellen deelde de voorz.
mee dat hiertoe reeds een „werkgroep"
is ingesteld. Om tot een gedegen ge
heel te komen is het noodzakelijk dat
een groot aantal demo- en geografische
verzamelingen en prognoses worden ge
maakt waardoor het gehele aspect van
de structuur van het eiland aan de orde
komt. De voorz. bracht hierbij het
standpunt van G.S. ter sprake. Zij vin
den het redelijk het eiland als ontwik
kelingsgebied aan te merken.
Minder bevredigend is de zienswijze
van de Staatssecr, van Economische Za
ken. Om tot ontwikkelingsgebied te
worden aangemerkt dient men een dui
delijke structuurschets en streekplan te
hebben. Door de werkgroep ingesteld
o.l.v. mevr. de Ruiter- de Zeeuw wordt
hieraan gewerkt.
Vordering
Op de geuite critiek op het beleid
antwoordde de voorz. dat van week tot
week wordt gevorderd in de richting
van een adequate dienstverlening. De
moeilijke zaken vereisen uiteraard de
nodige studie. De klacht van de heer
Nieuwenhuijzen kon de voorz. accepte
ren; hij was het er mee eens dat dit
anders zal moeten en hij zegde toe in
overweging te nemen in hoeverre de
bouwvergunningen voor eenvoudige
bouwsels wel kunnen worden behan
deld.
Personeels bestand
De voorz. vergeleek dat het gemeen
tepersoneel voor de samenvoeging uit
79 en thans uit 90 man bestaat. Er is
een personeelsstop aahgekondigd doch
het huidige personeelsbestand kan het
werk aan.
Wondertje
„We zullen de heer Groenendijk
uiterst dankbaar zijn als hij het tekort
weet te overbruggen" gaf de voorz. te
kennen. Er zou z.i. een „klein wonder
tje'' moeten gebeuren om hier de eind
jes aan elkaar te kunnen knopen. De
gemeente is met een onevenredig zware
taak belast en spr. meende dat hiervoor
in het kader van de financiële verhou
dingen bij de regeringsinstanties begrip
zou moeten bestaan.
De markt
De voorz. stelde dat er nog geen
sprake is van een markt. Wel werd twee
jaar geleden een aan-vrage daartoe in
gediend. Uit de toen gehouden bespre
king met de middenstand bleek dat men
als middenstander bevreesd tegenover
het houden van een weekmarkt stond
maar anderzijds was men van oordeel
dat de bevolking voor alle artikelen in
eigen dorp terecht moet kunnen. De
voorz. herinnerde de vaststelling van
de verordening marktgelden. De politie
verordening stelt dat een weg niet an
ders dan overeenkomstig zijn doel mag
worden ingenomen; voor het terrein
achter 't Centrum kunnen b. en w. ech
ter ontheffing verlenen. De raad moet
beslissen of er wel dan niet een markt
komt. Wanneer blijkt dat het karakter
van de markt wordt bevestigd zal de
raad voor deze keus worden gesteld.
Rattenbestrijding. Bij de hoofdstuks-
gewijze behandeling attendeerde dhr. de
Vin erop dat bij N. W. wind veel ratten
van Tiengemeenten op rietbroeken ons
eiland bereiken. Hij meende dat dat
door de Dijkring Flakkee over het hoofd
wordt gezien. Dhr. de Vin maakte deze
opmerking, bij de post rattenbestrijding
waarvoor 55 cent per inwoner beschik
baar wordt gesteld.
Bij de Dijkring zullen ze zich wel
hebben afgevraagd: „Waar komen bij
N.W. wind al die ratten vandaan" lach
te de voorz. Niettemin zal het aan de
Dijkring worden doorgegeven.
Moesten wij in ons vorig nummer be
richten dat een jonge Duitse ingenieur
aan de kust bij Domburg is verdronken,
thans zijn weer twee slachtoffers te
vermelden die aan de Zeeuwse kust
zijn omgekomen.
Aan het strand te Domburg is het
5-jarige zoontje van de familie Carp
verdronken. Het ventje speelde op het
strand vlak bij de vloedlijn. Door een
onverwachtse grote golf werd hij op
gepakt en in zee geslagen. Het was een
onbewaakt gedeelte van het strand. De
zee blijkt dit seizoen door verschillen
de stromingen erg gevaarlijk te zijn.
Te Westkapelle geraakte een elfjarig
kind van de fam. Riekenberg uit Duis-
burg onder een zandlaag en stikte. Bij
de zeewering is men bezig met een
verzwaring waar door bulldozers zand
wordt aangeschoven. Het kind raakte
er bij het spelen onder en kwam om
het leven.
Wij lazen in Elzeviers Weekblad van
27 augustus:
„De K.V.P. heeft de band met de
rooms-katholieke kerk doorgesneden.
Elke verwijzing naar het leergezag van
de r.-k. kerk is in het ontwerp voor een
nieuw basisprogram voor de K.V.P.
weggelaten. In het huidige program
wordt nog vermeld dat de K.V.P. „de
uitspraken van het kerkelijk leergezag
aanvaardt." In het nieuwe ontwerp
wordt alleen gepleit voor verdraag
zaamheid en voor gelijkberechtiging
voor alle godsdienstige en levensbe
schouwelijke groepen in ons land.
Het is duidelijk dat er sprake is van
een opzienbarende ontwikkeling in het
r.-k. politieke leven. Begin juni conclu
deerden de KVP-jongeren dat de KVP
zich zou moeten omvormen tot een
politieke programpartij. Hoewel de
christelijke opvatting over de waardig
heid van de mens deze (nieuwe) partij
zou moeten inspireren, dient zij open
te staan voor niet-christenen die dat
beginsel onderschrijven. Met andere
woorden: de jongeren (het jonge Ka
merlid Westerterp gaat hierin voor)
vinden dat de K van Katholiek moet
worden vervangen door de A van Al
gemeen. De KVP doet de laatste tijd
veel om tot en vernieuvnng in de Ne
derlandse politieke verhoudingen te ko
men. Het nieuwe partijprogram past in
deze gedragslijn", aldus Elsevier.
geschikt om ook maar het geringste
van de verdenking, die op Evert rustte,
weg te nemen. Integendeel zijn wan
trouwen groeide weer.
TÜr -iür -^
Een kwartiertje later liep mijnheer
Andijk weer op straat. In gedachten
verzonken verwerkte hij, wat hij daar
vernomen had. „Vijfhonderd vijf en
zeventig gulden," mompelde hij zacht,
„'t is geen kleinigheid. Ik geloof niet,
dat hij dat ineens uit eigen middelen
betalen kan."
Verdrietig schudde hij het hoofd. Het
viel hem tegen. Bewezen was het daar
mee nog wel niet, maar...
„Toch kan ik hem zó niet terugne
men," overlegde hij bij zichzelf, „ik
ben dan ook wel genoodzaakt het ont
slag te handhaven onder de gegeven
omstandigheden. Ik kan niet anders."
De regen viel in stromen neer, door
weekte zijn kleren.
„Toch zal ik een wakend oogje in het
zeil houden," besloot hij tenslotte, „en
als het blijken mocht, dat ik mij toch
nog in deze vergist heb, dan kan ik
altijd mijn maatregelen nog nemen."
Eigszins opgelucht door dat besluit
trad hij zijn zaak weer binnen, lieP'
zonder een woord te spreken naar zijn
werkkamer en zette zich aan de arbeid
om de lopende zaken af te wikkelen.
iV -A-
HOOFDSTUK 6
Wat is er van uw dienst, mijnheer
Van Vliet?"
„Ik kwam u eens vragen wat er ei
genlijk gebeurd is, daar u uw procora-
tiehouder zo plotseling zijn ontslag ge
geven hebt."
„O, komt u daarvoor? Bent u soms
familie van hem?"
„Neen, dat niet, maar ik ken die fa
milie speciaal goed en daarom hoop ik,
dat u het mij niet kwalijk neemt, dat
ik uit zuivere belangstelling daarvoor
eens met u kom praten."
„In het minst niet."
Het was de volgende middag en we
vinden Van Vliet in de spreekkamer
van mijnheer Andijk. Hij was die mor
gen even aangelopen bij de weduwe
Kooistra. Evert was niet thuis geweest,
maar hij had aan de weduwe Kooistra
al direct bemerkt, dat haar iets drukte.
„Wat hapert er aan?" had hij deel
nemend geïnformeerd.
Even had zij in twijfel gestaan, of
zij hem het gehele geval vertellen zou,
dat had hij duidelijk bespeurd aan haar
zenuwachtige manier van doen.
„Ik zal het u maar zeggen, misschien
dat u hierin raad kan geven. Evert is
gisteren plotseling ontslagen."
„Wat...??" viel Van Vliet ontsteld
uit. „Waarom?"
De weduwe Kooistra had hem alles
medegedeeld wat zij ervan -wist, het
geen Evert haar verteld had.
„Maar dat is verschrikkelijk. Waar
is hij?"
„Hij kon het in huis niet langer uit
houden en is even naar buiten gegaan,"
antwoordde de weduwe Kooistra.
„Ik geloof er niets van, dat hij dat
geld gestolen zou hebben. Ik ken hem
door en door, dat is helemaal zijn aard
niet," had Van Vliet met beslistheid
gezegd.
„Ik twijfel er ook niet aan, of hij is
onschuldig," beaamde Everts moeder,
„maar het is voor hem ellendig."
„Dat is het," stemde hij grif toe, „dat-
zijn de vervelendste dingen, die een
mens in dit leven overkomen kunnen."
Zwijgend hadden ze een poosje te
genover elkaar gezeten, niet wetende
wat te doen. Zij had die nacht niet ge
slapen, rusteloos was zij met haar ge
dachten daarmee bezig geweest. Ook
de zorgen voor hun levensonderhoud
waren op haar aangekomen. Zij had
het voor het aangezicht des Heeren
neergelegd en Hem om hulp en bij
stand gesmeekt. Ook gebedeld of Hij
Die alles weet en kent, de waarheid
aan het licht mocht brengen. Het had
haar wel enige verademing gegeven.
Hij, Van VUet was ook overrompeld
door het plotselinge van het geval en
in zijn gedachten had hij snel overlegd,
wat er mogelijk nog aan te doen was.
„Kan het geen vergissing zijn?" had
hij zijn eigen gedachtenstroom onder
broken.
„Ik weet het niet," had de weduwe
Kooistra gezucht.
„Ik zal eens met zijn patroon gaan
spreken," had hij haar beloofd. „Nog
niet de moed verliezen, hoor. Mis
schien kan ik nog iets bereiken."
Daarop was hij naar huis terugge
keerd.
,s-Middags was hij er direct op af
gegaan en zo vinden we hem hier nu
in het kantoor van mijnheer Andijk.
Even had hij nog overwogen om het
geval eerst met Evert te bespreken,
maar bij nader inzien leek het hem
toch het beste, om daarvan af te zien.
Indien hij daar onbevooroordeeld
kwam, was dat voor alles beter. Aan
dachtig luisterde hij naar de uitvoerige
uiteenzetting van mijnheer Andijk. Het
spoorloze verdwijnen van dat geld, het
terug-vinden daarvan in de lade van
Evert Kooistra. „Ik geef toe," besloot
mijnheer Andijk, „dat ik wat overhaast
te werk gegaan ben, maar..."
„Neemt u mij niet kwalijk," viel Van
Vliet, die opmerkzaam geluisterd had,
hem in de rede, „maar dat is toch geen
bewijs, dat hij daaraan schuldig is. Dat
kan net zo goed iemand anders daarin
gelegd hebben. Trouwens, waarom zou
hij dat gedaan hebben, wat zou hij er
aan hebben? Er bestaat niet de minste
noodzaak daartoe, want ze hebben het
op het ogenblik goed, dus..."