iiATiDEn-niEijys Raad Oostflakkee bezorgd over begrotingstekort van ruim 6 ton Evert Kooistra K.V.P. - Kerk exit Aan hei sirand Twee Duitse kinderen omgekomen aan de kust Domburg-Westkapelle blad Dinsdag 30 augustus 1966 No. 3514 S.G.P.-fractiel^stemde tegen vaststelling Ondanks tekort: reeks verlangens In algemene beschouwingen 0'' an nt, ijk ht voc: prak il, enle.iec- ur geweesl 'e raad neel, 4 ele be- else A: ambt:- erde as ^rgcrvs- usiasiö id he;;: afgelc- U «2' optin^i- rd i^ te V'"'' nigings- tepevS' chei*"- sigaret- gebracK rna aa" een ff' ecretar- eidendf noem*- dooi de, Gabrie- andeï' evr. -an do'- raad van Oostflakkee die j.l. -wijdag vergaderde heeft zich duidelijk zor- fn gemaakt over het tekort op de gemeentebegroting 1966 van f 601.014,48. h raadsvergadering werd 's morgens half tien door 12 energieke raadsleden fegonnen en eindigde 's -avonds rond 6 uur met 12 vermoeide raadsleden; de Kr de Vin verklaarde zelfs murw te zijn! Het resultaat was er dan ook kar- na een lange vergaderdag bedroeg het begrotingstekort nog slechts f m 014.48. De uit de heren van Dam en Groenendijk bestaande S.G.P. fractie lenste geacht te worden tegen vaststelling van de begroting te hebben ge- emd. Algemene beschouwingen ie heer C. Gebraad vertolkte in zijn I beschouwingen de gevoelens van de 'd A-fractie. Het leek spr. dat alle 'unstige factoren tegen de nieuwe 'leente samen spannen o.m. de daling de garantie uitkering; de vermin- |de mogelijkheid geld te lenen en daaraan verbonden hoge rentelast. vreesde dat de gemeenschappelijke Irzieningen in gevaar zullen komen nj\ er een aantal objecten zijn die „1 uitstel meer dulden. ïe heer Gebraad bracht hierbij de he lagere scholen te Den Bommel fde school in de Langstraat ter spra- Het moet volgens spr. mogelijk zijn i^g dit jaar met de bouw van scholen in Den Bommel een eind opweg te ge raken. Na aanvankelijk over de moge lijkheid te hebben gedacht voor de 19 leerlingen uit Langstraat een bus te laten rijden naar Oude Tonge of Oolt- gensplaat was het dhr. Gebraad ge bleken dat de ouders toch liever de school in de Langstraat handhaven waarom het gem. bestuur er -«oor dient te zorgen dat de school en onderwijzers woning voldoen aan de te stellen eisen. Een woord van waardering liet dhr. Gebraad horen over de voortvarend heid bij de bouw en de uitbreiding van de Ulo school te Oude Tonge. Verde re verlangens waren het bouwrijp ma ken van bouwgrond in plan Oost en Ebbe en vloed te Oude Tonge waarbij spr. benadrukte dat de voorkeur van de P.v.d.A. fractie uitgaat naar de iw van woningwetwoningen. Grote ïdacht dient te worden besteed aan Itopruiming en woningverbetering, woning kartotheek zou z.i. - een „Jt inzicht kunnen geven waar en hoeveel krotten en minder goede wo ningen er in de gemeente worden be- ^)nd en spr. gaf het maken van zo'n totheek in overweging. Voorts gaf te kennen niet overtuigd te zijn de juistheid van de argumententie )ijkring aanvoert voor afsluiting van [dijken langs Grevelingen en Kram- Ir. Hij vroeg het college naar de mo gelijkheid met de Dijkring een rege ling te treffen waardoor fietsers de dijk mogen berijden. Spr. verweet de R.T.M, dat zij mis bruik maakt van de monopoliepositie die zij (helaas) heeft; hij had n.l. de indruk dat de R.T.M, alleen de goede en: meest rendabele gedeelten wil ex ploiteren en de rest er bij laat han gen. Ook de situatie bij het overstap- station bij Oude Tonge mag aldus spr. niet langer blijven bestaan in welk vttband spr. herinnerde aan het dode lijk ongeluk van vorige week. B. en w. drenen al hun invloed aan te wenden om hierin spoedig verandering te krij gen. Spr. vond het niet geoorloofd te wachten op de plannen m.b.t. de bouw van een overstapstation die de R.T.M, zegt te hebben. Verder verlangde de heer Gebraad een definitieve subsidie regeling voor de kruisverenigingen en het kraamcentrum alsook het instellen van een centrale commissie van advies overeenkomstig de bepalingen in de Alg. Bijstandwet. Herinnerend aan het in 1951 verschenen rapport van het E.T.L stelde spr. dat plannen voor de toekomst van Flakkee door de 4 ge meenten gezamenlijk moeten worden opgezet. Een commissie uit de N.V.V. bestuurdersbond Goeree-Overflakkee houdt zich bezig met de vraag welke ontwikkeling voor Flakkee de meest wenselijke is en dhr. Gebraad bracht de conclusies uit het in 1965 uitgebrach te interim-rapport naar voren t.w. Er dienst een streekplan te worden opge maakt dat de gemeenten dienen te aan vaarden als een gezamenlijk uitgangs punt voor een beleid op een harmoni sche ontwikkeling van de streek. In het rapport wordt verder gewezen op de mogelijkheden van bevordering van de tuinbouw en industrievestiging; ook dient aldus citeerde dhr. Gebraad ,meer bekendheid te worden gegeven aan Flakkee als woongebied voor de Rotterdamse agglomoratie „De N.V.V. bestuurdersbond zal zich ongetwijfeld nader bekaden over de wijze waarop t.z.t. gezamenlijk overleg kan worden bewerkstelligd. Gezamenlijke gesprek ken hierover lijken ons zeer nuttig en zelfs noodzakelijk in het belang van de Flakkeese bevolking" aldus dhr. Ge braad. Er was spr. ook veel aan ge legen dat de afstand tussen bestuurders en bestuurders zo klein mogelijk zal zijn; enkel economische planning vond hij onvoldoende, er moet ook Sociale planning zijn. Samenspraak vond spr. een eerste vereiste. Een welzijnsstich- ting waar in deze samenspraak o.m. kan plaats vinden kan uit verschillende organen uit het sociale en maatschap pelijke leven en de overheid bestaan. „We zijn bezig terecht te komen in een andere maatschappij" betoogde dhr. Gebraad. Hij vond daarom bij een vol gende verkiezingen verjonging van de raad zeer nodig. Critiek De heer Gebraad becritiseerde het dat een antwoord op ingediende brieven door instellingen of particulieren soms maanden op zich laat wachten; hij meende dat dit weinig vertrouwen geeft en dat dit aanleiding is tot ontevre denheid. Spr. vroeg voorts de mede werking van het college en de ambte naren wanneer redelijke verlangens waarmee niet kan worden gewacht tot de volgende vergadering worden „doorgeseind". Spr. gaf ook in overwe ging een gemeentelijk contactorgaan uit te geven; er zijn aldus dhr. Ge braad gemeenten die hierin slagen zonder bezwaar voor de gem. schat kist. Het gemeentehuis Spr. herinnerde tot slot aan de op 11 juni j.l. door de Commissaris der Ko ningin geuite hoop dat het gemeentehuis van Ooltgensplaat als bestuurszetel voor burgemeester, wethouders en raad zou blijven voortbestaan. Spr. had wei nig waardering voor het uitspreken van deze hoop omdat men er door zou kunnen worden beïnvloed bij de beslis sing die t.z.t. genomen moet worden over de plaats van het gemeentehuis. Dhr. Gebraad zei te verwachten dat de hiertoe ingestelde raadscommissie met voortvarendheid werkt aan een ad vies aan het gemeentebestuur. Hij hoopte dat de leden van deze com missie voldoende realiteitszin hebben om zich door de „hoop'' van de Com missaris niet te laten beïnvloeden. Verontrustend De heer Winkels vond het begro tingstekort wel enigszins verontrus tend en hij wilde het niet enkel voor rekening van de samenvoeging laten komen. Wanneer er de mogelijkheid zou zijn tot herkapitalisatie van het gemeentelijk bezit, dan meende dhr. VERVOLGVERHAAL •n °i ■Tdem' :0. Dr"l oer 3-»' 2T «Dat ik die beschuldigmg zo bout ^Preek, daar heb ik mijn gegronde ^enen voor, want anders zou het dwaasheid zijn zoiets te zeggen." «Dan ben ik zeer benieuwd die te noren," vroeg mijnheer Andijk koeltjes. «Evert Kooistra zit op het ogenblik m financiële moeilijkheden. Hij heeft =en paar weken geleden een goede ken- ™s van mij een auto-ongeluk bezorgd, ooordat hij op de grote verkeersweg het stoeien was met zijn aanstaan- H waardoor mijn -vriend, om hem te ^ren, met zijn auto tegen een boom gebotst is." Mijnheer Andijks gezicht toon de één w» al verbazing en met iets triom- iwitelyks in zijn stem vervolgde Van te- Welle: |^°°rdat Kooistra zich geheel aan- |akelijk stelde voor de aangerichte '^tf' seen politiezaak van ge- akt. Mijn vriend heeft zijn wagen |n repareren bij de garage van Van 'eren en de rekening is naar Kooi stra gestuurd. Zodoende kon hij dus wel wat geld gebruiken, ziet u?" Fijntjes lachend blikte zijn bediende hem onverschrokken aan. Mijnheer An dijk schrok van die Verklaring en staarde peinzend naar buiten. „En u moet rekenen, een kat, die in het nauw zit, kan wel eens rare spron gen doen," besloot Van der Welle. Mijnheer Andijk ergerde zich bui tengewoon aan de luchthartige -wijze waarop Van der Welle over die zaak sprak, want deze scheen er een genoe gen in te hebben, dat hij een bezwa rend getuigenis af kon leggen. Een wijle heerste er diepe stilte. „Ik zal het onderzoeken," klonk het koel. „U kunt gaan." „'t Kan navraag lijden," was het on verschillig gegeven antwoord, terwijl hij heenging. Mijnheer Andijk bleef nog geruime tijd over het geval nadenken. Indien de gegevens van Van der Welle juist bleken te zijn, dan zou het zeer moei lijk zijn om in de onschuld van Kooi stra te geloven. „Maar direct werk van maken," be sloot hij bij zichzelven. Hij kleedde zich en verliet met haas tige tred het kantoor. Daar Van Beveren een van de groot ste garages uit de gehele stad had, was die alom bekend. Regelrecht spoedde hij zich dan ook naar het genoemde bedrijf. Wat hij daar hoorde was niet Winkels dat de waarde voldoende dek king zou bieden voor een lening op lan ge termijn. Hij begreep dat door de be- stedingsbeperende maatregelen van de regering de gemeenten weinig meer armslag hebben dan wat in het raam van de vaste middelen mogelijk is; de gemeente staat met zo'n begrotings tekort niet sterk en haar zeggingsmacht is niet groot. Spr. ontleedde het begrip macht als een combinatie van inwo nertal, technische ontwikkeling en vast beradenheid. Het inwonertal kan wor den opgevoerd door het scheppen van een zo gunstig mogelijk leefklimaat; de technische ontwikkeling is aldus dhr Winkels wellicht nog te bescheiden; de bijzonder goede kwaliteit van de grond waarop verbouw van hoogwaar dige cultures mogelijk is kan hierbij een goede hulpbron zijn. De ligging van 'A van de gemeenschappen, langs het water biedt recreatief, economisch en sociaal een behoorlijk perspectief. Spr. betoogde: „Het zal zaak zijn een ge- drufd beleid te voeren; de herindeling biedt gaarne goede kansen mits men vastberaden afgaat op het gestelde doel n.l. het vestigen van een zo levensvat baar mogelijke gemeenschap. Wij zullen om te beginnen een definitieve voorzie ning voor ons gemeentehuis moeten treffen en een plaats kiezen die zo cen traal mogelijk ligt. Doet men dat niet dan zullen de gemeenschappen steeds een onderlinge rivaliteit veroorzaken" vreesde de heer Winkels. „Het nage slacht zal ons dan niet kunnen ver wijten dat wij hebben nagelaten de nieuw ingedeelde gemeente een HART te geven" voegde hij eraan toe. Spr. vond het gewenst een urgentie pro gramma met prioriteiten-schema op te stellen. Woning- en scholenbouw ver dienen z.i. voorrang en de buurtschap pen waar een grote achterstand in het verzorgingspeil is mogen niet verge ten worden en dienen te worden opge trokken tot het niveau als dat van de voormalige gemeenten. Zeer urgent vond dhr. Winkels de aanleg van een goede riolering omdat sommige sloten een open riool zijn en een ernstig ge vaar betekenen voor de volksgezondheid Spr. hoopte dat zijn opmerkingen een stimulans mogen betekenen voor het college; het getuigt van belangstelling voor het beleid waarbij spr. er op wees dat gebrek aan belangstelling elk ini tiatief doodt. Geen verbetering De heer Groenendijk gaf te kennen bij het nader beschouwen van de be groting met een „ontnuchtering te zijn overvallen." Uit de begroting was het hem duidelijk geworden dat elke ver andering nog geen verbetering bete kent „kwamen we vroeger wel eens een weinig tekort, nu komen we zeer veel te kort" concludeerde dhr. Groenendijk. Hij zou het tekort niet zo erg betreu ren indien er maar zaken zouden ge beuren waarmee de gemeente gebaat zou zijn. Spr, wees op de gewijzigde omstandigheden in de personeelsbezet ting, er zijn secretarissen, ontvangers, wethouders e.a. minder en het kost toch meer geld wat spr. zich deed af vragen of alles wel inet de nodige zui nigheid is bezien. Spr. deelde mee dat zijn fractie (S.G.P.) van mening is dat er veel is dat anders zou kunnen waar om de begroting in zijn huidige samen stelling voor de S.G.P. fractie onaan vaardbaar is. Jaarwedden het struikelblok Ook de heer van Dam sprak zich in deze geest uit: Dhr. van Dam wees op de verhoging met f 200.000.van de jaarwedden van het gem. personeel. De abnormaal verhoogde uitgave vormde voor hem het grootste struikelblok. Spr. meende dat centralisatie wil beogen dat minder krachten meer doen maar thans constateerde hij het tegenovergestelde. Een ander deed dhr. van Dam de op merking maken dat hij nog weinig plus punten heeft ontdekt die een gevolg van de herindeling zouden kunnen zijn. Niettemin sprak spr. zijn waardering uit voor hen die het gemeentelijk ap paraat weer vlot hebben doen lopen. Spr. pleitte voorts voor werkgelegen heid in eigen gemeente voor de pen delaars wat door de vaste verbindingen zal zijn vergemakkelijkt. „Onze bevol king is geen agrarische bevolking meer, ze is bezig te verstedelijken en trekt daarom gemakkelijker weg" aldus dhr. van Dam. Hij vond het noodzakelijk werkgelegenhei dte scheppen teneinde de gemeente te laten groeien. Spr. uitte zijn waardering voor de dienst open bare werken maar hij was er minder gelukkig mee dat er een ambtenaar voor de plantsoenendienst is benoemd. Het was hem liever geweest dat één van de eigen mensen hiertoe een opleiding zou zijn gegeven wat een flinke uit gavenpost had kunnen voorkomen. Spr. betreurde het dat over de pas geëx ploiteerde markt in de nieuwbouw geen ruggespraak is gehouden met de plaat selijke middenstand omdat velen van hen todi al moeüijk een bestaan vin den; zij hebben geen voordeel van de markt. Met nadruk wees dhr. van Dam erop dat de S.G.P. haar beleid zal blij ven voeren op de grondslag van Gods onfeilbaar Woord en de Belijdenis Ge schriften. Hij betreurde het daarom zeer dat de zondag in vele vormen onthei ligd wordt. Hij riep inzonderheid de rechtse fracties op een positieve hou ding aan te nemen omdat er al te dik wijls sprake is geweest van een hin ken op twee gedachten. „De tijd is voorts kort; dat we dan heden mogen kiezen wie we dienen zullen opdat het ons staatkundig, maatschappelijk en ook persoonlijk wel moge gaan" zo be sloot dhr. van Dam. Ook dhr. van Nieuwenhuijzen wilde het begrotingstekort niet enkel zien als een gevolg van de algemene kostenstij gingen maar zeker ook door andere oorzaken die nauw verband houden met het gevoerde beleid. Spr. zei met ieder ander te hebben verwacht dat door samenvoeging van verschillende afde lingen of diensten deze in hun totali teit efficiënter en goedkoper zouden werken zoals dit in het bedrijfsleven gebeurd. Spr. stelde de volledige samen werking bij de Coöp. Suikerfabrieken als voorbeeld. Spr. meende dat een goe de opzet en uitvoering van de herin deling tot vermindering van personeel moet leiden; er is minder werk dan vroeger en het kan thans meer gebun deld worden. In tegenstelling daar mee noemde spr. de gem. Oostflakkee waar een uitbreiding van personeel is. Omdat spr. persoonlijk met één van de diensten te maken had gehad had hij daarbij de indruk gekregen van de wij ze waaurop het dagelijks bestuur meent zijn taak te moeten uitvoeren n.l. de ambtelijke bemoeiing zo hoog mogelijk op te voeren als uitstekend middel om de diensten gewichtig te maken met veel personeel. Om aan bouwvergunning voor een simpel schuurtje bij een dienst woning te komen had dhr. Nieuwenhuij zen een lange ambtelijke weg moeten afleggen. Bij de Techn. dienst werd hem gezegd een aanvraag in te die nen; er diende zelfs advies van Stad en Land te worden ingewonnen omdat b. en w. hebben besloten dat iedere bouwaanvrage door deze Instantie be zien dient te worden. Zelfs was voor de vergunning voor het schuurtje advies van een stedebouwkundige nodig. Toen dit allemaal voor elkaar was hadden b. en w. nog een maand nodig om het goed te keuren. Spr. begreep dat de uiterste ambtelijke bemoeizucht veel tijd en geld kost. Bovendien vond spr. het een belediging voor de dir. van de Techn. Dienst en zijn staf als of zij niet capabel zouden zijn de bouw en plaat sing van een eenvoudig schuurtje te kunnen beoordelen. Spr. veronderstel de dat het ook in andere onderdelen zo zal gaan wat hem verontrustte waar om spr. de mening van de raad -vroeg dat de bouw van gebou-wtje beneden de f 1000,door de eigen Techn. dienst beoordeeld wordt, daarboven door Stad en Land en pas bij grote complexen waar het aanzien van de dorpen mee gemoeid is een stedebouwkundig ad vies. Ook zei hij een groot voorstan der te zijn van openbare aanbestedin gen in tegenstelling tot de meermalen voorgestelde onderhandse aanbestedin gen. Alvorens met de begroting accoord te kunnen gaan verlangde dhr. van Nieuwenhuijzen zekerheid dat niet al leen de door hem genoemde tak van dienst zou worden vereenvoudigd, maar dat alle onderdelen op deskundige wij ze worden bekeken en op de meest ef ficiënte werkwijze worden opgezet. De heer van Loon deelde mee dat uit zijn fractie (A.R.) geen alg. be schouwing zou worden gehouden omdat de tijd om tot een beoordeling van het beleid te komen te kort is. Een zeer urgente zaak vond spr. de bushalte bij Oude Tonge; al te pijn lijk was men er weer op gewezen dat verbetering dringend gewenst is. Spr. gaf ook te kennen zijn oordeel over de sa menvoeging op te schorten; wel had hij zich afgevraagd of de opzet van het gemeentelijk apparaat niet wat te groot stedelijk is opgezet voor een ge meente van 8000 zielen. Dhr. Arensman sloot zich bij zijn fractie genoot aan. Antwoord van de vooriztter Uit de gehouden beschouwingen zei de voorz. de indruk te hebben gekregen dat er een algemeen gevoel van teleur stelling heerst dat er geen duidelijke bezuiniging uit de samenvoeging voort vloeit; spr. verzekerde dat ze er wel zijn ai zijn ze niet aanstonds zichtbaar. Er is niet om de samenvoeging ge vraagd en het gemeentebestuur heeft de plicht van de gegeven situatie het beste te maken wat naar hij meende door een intensieve samenwerking kan worden bereikt. Wat betreft de school in Langstraat, bestaan er plannen om de zoutschade te herstellen. Wat betreft de klachten over de RTM wachtgelegenheid las de voorz. uit een van de RTM ontvangen schrijven dat deze Mij een perceel grond van de Ka- t^^^^^%.-%^»^^/^^%.-%.^.^^^^^^%^»-^^^-^>-^^^^^^^-^>^y^^%.'%^^-'%''^'^'< De wind rukt aan het zeildoek van mijn tent. Het zand stuift om ons heen, -wij staren wat ontwend Naar 't water, naar de zee die schuimend aan komt rollen over 't strand. Verbolgen voortstuwt, geulen graaft in 't zand. Daar bouwen kinderen een zandkasteel met toren De gevels zijn met schelpen randen rijk versierd. Ze vechten met de zee die 't bouwen wil verstoren. De zee die in een wilde vloed haar hoogtijuren viert. Een spel van -wind en zon, van water en van zand Ik denk aan watervloeden, aan verdronken land. Aan duizenden die sterven, al dat leed die zorgen. Vandaag is het Turkije, welk land is het morgen? De wind rukt aan het zeildoek van mijn tent... Onze aardse tent wordt eenmaal afgebroken. Dat maakte de apostel eens Gods kinderen bekend. Hij heeft hen toen vertroostend toegesproken. Laat dan het leven in de aardse tent van moeite en zorgen weem'len God bou-wt voor hen een eeuw'ge woonstee in de heem'len Met handen niet gemaakt, maar onverbreekbaar vast. Daar heeft men van geen storm en watervloeden last. LANERTA. pelleweg-Tonisseweg heeft aangekocht, de investering van een overstap sta tion is door de raad van commissaris sen goedgekeurd maar de bouw zal waarschijnlijk door de opgelegde tem porisering van investeringen worden belemmerd. N.a.v. de uitgesproken wenselijkheid een gedegen bestemmingsplan voor ons eiland op te stellen deelde de voorz. mee dat hiertoe reeds een „werkgroep" is ingesteld. Om tot een gedegen ge heel te komen is het noodzakelijk dat een groot aantal demo- en geografische verzamelingen en prognoses worden ge maakt waardoor het gehele aspect van de structuur van het eiland aan de orde komt. De voorz. bracht hierbij het standpunt van G.S. ter sprake. Zij vin den het redelijk het eiland als ontwik kelingsgebied aan te merken. Minder bevredigend is de zienswijze van de Staatssecr, van Economische Za ken. Om tot ontwikkelingsgebied te worden aangemerkt dient men een dui delijke structuurschets en streekplan te hebben. Door de werkgroep ingesteld o.l.v. mevr. de Ruiter- de Zeeuw wordt hieraan gewerkt. Vordering Op de geuite critiek op het beleid antwoordde de voorz. dat van week tot week wordt gevorderd in de richting van een adequate dienstverlening. De moeilijke zaken vereisen uiteraard de nodige studie. De klacht van de heer Nieuwenhuijzen kon de voorz. accepte ren; hij was het er mee eens dat dit anders zal moeten en hij zegde toe in overweging te nemen in hoeverre de bouwvergunningen voor eenvoudige bouwsels wel kunnen worden behan deld. Personeels bestand De voorz. vergeleek dat het gemeen tepersoneel voor de samenvoeging uit 79 en thans uit 90 man bestaat. Er is een personeelsstop aahgekondigd doch het huidige personeelsbestand kan het werk aan. Wondertje „We zullen de heer Groenendijk uiterst dankbaar zijn als hij het tekort weet te overbruggen" gaf de voorz. te kennen. Er zou z.i. een „klein wonder tje'' moeten gebeuren om hier de eind jes aan elkaar te kunnen knopen. De gemeente is met een onevenredig zware taak belast en spr. meende dat hiervoor in het kader van de financiële verhou dingen bij de regeringsinstanties begrip zou moeten bestaan. De markt De voorz. stelde dat er nog geen sprake is van een markt. Wel werd twee jaar geleden een aan-vrage daartoe in gediend. Uit de toen gehouden bespre king met de middenstand bleek dat men als middenstander bevreesd tegenover het houden van een weekmarkt stond maar anderzijds was men van oordeel dat de bevolking voor alle artikelen in eigen dorp terecht moet kunnen. De voorz. herinnerde de vaststelling van de verordening marktgelden. De politie verordening stelt dat een weg niet an ders dan overeenkomstig zijn doel mag worden ingenomen; voor het terrein achter 't Centrum kunnen b. en w. ech ter ontheffing verlenen. De raad moet beslissen of er wel dan niet een markt komt. Wanneer blijkt dat het karakter van de markt wordt bevestigd zal de raad voor deze keus worden gesteld. Rattenbestrijding. Bij de hoofdstuks- gewijze behandeling attendeerde dhr. de Vin erop dat bij N. W. wind veel ratten van Tiengemeenten op rietbroeken ons eiland bereiken. Hij meende dat dat door de Dijkring Flakkee over het hoofd wordt gezien. Dhr. de Vin maakte deze opmerking, bij de post rattenbestrijding waarvoor 55 cent per inwoner beschik baar wordt gesteld. Bij de Dijkring zullen ze zich wel hebben afgevraagd: „Waar komen bij N.W. wind al die ratten vandaan" lach te de voorz. Niettemin zal het aan de Dijkring worden doorgegeven. Moesten wij in ons vorig nummer be richten dat een jonge Duitse ingenieur aan de kust bij Domburg is verdronken, thans zijn weer twee slachtoffers te vermelden die aan de Zeeuwse kust zijn omgekomen. Aan het strand te Domburg is het 5-jarige zoontje van de familie Carp verdronken. Het ventje speelde op het strand vlak bij de vloedlijn. Door een onverwachtse grote golf werd hij op gepakt en in zee geslagen. Het was een onbewaakt gedeelte van het strand. De zee blijkt dit seizoen door verschillen de stromingen erg gevaarlijk te zijn. Te Westkapelle geraakte een elfjarig kind van de fam. Riekenberg uit Duis- burg onder een zandlaag en stikte. Bij de zeewering is men bezig met een verzwaring waar door bulldozers zand wordt aangeschoven. Het kind raakte er bij het spelen onder en kwam om het leven. Wij lazen in Elzeviers Weekblad van 27 augustus: „De K.V.P. heeft de band met de rooms-katholieke kerk doorgesneden. Elke verwijzing naar het leergezag van de r.-k. kerk is in het ontwerp voor een nieuw basisprogram voor de K.V.P. weggelaten. In het huidige program wordt nog vermeld dat de K.V.P. „de uitspraken van het kerkelijk leergezag aanvaardt." In het nieuwe ontwerp wordt alleen gepleit voor verdraag zaamheid en voor gelijkberechtiging voor alle godsdienstige en levensbe schouwelijke groepen in ons land. Het is duidelijk dat er sprake is van een opzienbarende ontwikkeling in het r.-k. politieke leven. Begin juni conclu deerden de KVP-jongeren dat de KVP zich zou moeten omvormen tot een politieke programpartij. Hoewel de christelijke opvatting over de waardig heid van de mens deze (nieuwe) partij zou moeten inspireren, dient zij open te staan voor niet-christenen die dat beginsel onderschrijven. Met andere woorden: de jongeren (het jonge Ka merlid Westerterp gaat hierin voor) vinden dat de K van Katholiek moet worden vervangen door de A van Al gemeen. De KVP doet de laatste tijd veel om tot en vernieuvnng in de Ne derlandse politieke verhoudingen te ko men. Het nieuwe partijprogram past in deze gedragslijn", aldus Elsevier. geschikt om ook maar het geringste van de verdenking, die op Evert rustte, weg te nemen. Integendeel zijn wan trouwen groeide weer. TÜr -iür -^ Een kwartiertje later liep mijnheer Andijk weer op straat. In gedachten verzonken verwerkte hij, wat hij daar vernomen had. „Vijfhonderd vijf en zeventig gulden," mompelde hij zacht, „'t is geen kleinigheid. Ik geloof niet, dat hij dat ineens uit eigen middelen betalen kan." Verdrietig schudde hij het hoofd. Het viel hem tegen. Bewezen was het daar mee nog wel niet, maar... „Toch kan ik hem zó niet terugne men," overlegde hij bij zichzelf, „ik ben dan ook wel genoodzaakt het ont slag te handhaven onder de gegeven omstandigheden. Ik kan niet anders." De regen viel in stromen neer, door weekte zijn kleren. „Toch zal ik een wakend oogje in het zeil houden," besloot hij tenslotte, „en als het blijken mocht, dat ik mij toch nog in deze vergist heb, dan kan ik altijd mijn maatregelen nog nemen." Eigszins opgelucht door dat besluit trad hij zijn zaak weer binnen, lieP' zonder een woord te spreken naar zijn werkkamer en zette zich aan de arbeid om de lopende zaken af te wikkelen. iV -A- HOOFDSTUK 6 Wat is er van uw dienst, mijnheer Van Vliet?" „Ik kwam u eens vragen wat er ei genlijk gebeurd is, daar u uw procora- tiehouder zo plotseling zijn ontslag ge geven hebt." „O, komt u daarvoor? Bent u soms familie van hem?" „Neen, dat niet, maar ik ken die fa milie speciaal goed en daarom hoop ik, dat u het mij niet kwalijk neemt, dat ik uit zuivere belangstelling daarvoor eens met u kom praten." „In het minst niet." Het was de volgende middag en we vinden Van Vliet in de spreekkamer van mijnheer Andijk. Hij was die mor gen even aangelopen bij de weduwe Kooistra. Evert was niet thuis geweest, maar hij had aan de weduwe Kooistra al direct bemerkt, dat haar iets drukte. „Wat hapert er aan?" had hij deel nemend geïnformeerd. Even had zij in twijfel gestaan, of zij hem het gehele geval vertellen zou, dat had hij duidelijk bespeurd aan haar zenuwachtige manier van doen. „Ik zal het u maar zeggen, misschien dat u hierin raad kan geven. Evert is gisteren plotseling ontslagen." „Wat...??" viel Van Vliet ontsteld uit. „Waarom?" De weduwe Kooistra had hem alles medegedeeld wat zij ervan -wist, het geen Evert haar verteld had. „Maar dat is verschrikkelijk. Waar is hij?" „Hij kon het in huis niet langer uit houden en is even naar buiten gegaan," antwoordde de weduwe Kooistra. „Ik geloof er niets van, dat hij dat geld gestolen zou hebben. Ik ken hem door en door, dat is helemaal zijn aard niet," had Van Vliet met beslistheid gezegd. „Ik twijfel er ook niet aan, of hij is onschuldig," beaamde Everts moeder, „maar het is voor hem ellendig." „Dat is het," stemde hij grif toe, „dat- zijn de vervelendste dingen, die een mens in dit leven overkomen kunnen." Zwijgend hadden ze een poosje te genover elkaar gezeten, niet wetende wat te doen. Zij had die nacht niet ge slapen, rusteloos was zij met haar ge dachten daarmee bezig geweest. Ook de zorgen voor hun levensonderhoud waren op haar aangekomen. Zij had het voor het aangezicht des Heeren neergelegd en Hem om hulp en bij stand gesmeekt. Ook gebedeld of Hij Die alles weet en kent, de waarheid aan het licht mocht brengen. Het had haar wel enige verademing gegeven. Hij, Van VUet was ook overrompeld door het plotselinge van het geval en in zijn gedachten had hij snel overlegd, wat er mogelijk nog aan te doen was. „Kan het geen vergissing zijn?" had hij zijn eigen gedachtenstroom onder broken. „Ik weet het niet," had de weduwe Kooistra gezucht. „Ik zal eens met zijn patroon gaan spreken," had hij haar beloofd. „Nog niet de moed verliezen, hoor. Mis schien kan ik nog iets bereiken." Daarop was hij naar huis terugge keerd. ,s-Middags was hij er direct op af gegaan en zo vinden we hem hier nu in het kantoor van mijnheer Andijk. Even had hij nog overwogen om het geval eerst met Evert te bespreken, maar bij nader inzien leek het hem toch het beste, om daarvan af te zien. Indien hij daar onbevooroordeeld kwam, was dat voor alles beter. Aan dachtig luisterde hij naar de uitvoerige uiteenzetting van mijnheer Andijk. Het spoorloze verdwijnen van dat geld, het terug-vinden daarvan in de lade van Evert Kooistra. „Ik geef toe," besloot mijnheer Andijk, „dat ik wat overhaast te werk gegaan ben, maar..." „Neemt u mij niet kwalijk," viel Van Vliet, die opmerkzaam geluisterd had, hem in de rede, „maar dat is toch geen bewijs, dat hij daaraan schuldig is. Dat kan net zo goed iemand anders daarin gelegd hebben. Trouwens, waarom zou hij dat gedaan hebben, wat zou hij er aan hebben? Er bestaat niet de minste noodzaak daartoe, want ze hebben het op het ogenblik goed, dus..."

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1966 | | pagina 5