u De toestand in Indonesië r. Meditatie ümerikaanse matrozen knappen school op I23K Sommelsdijk 38e jaargang Vrijdag 22 april 1966 No. 3480 lijn ware Isteunge-1 Vt-details uit dieu leden de len nog; 30 km/u j versnel- lafhanke-1 15.960 -1 CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Een kameel eet cactus. Uw auto eist meer I Tank MOBIL benzine De vleespotten van Egypte Voor kamerbreed tapijt kyïÓNINGINRICHTmG, OOSTDIJK 53-61 40 kwaliteiten, in 200 kleuren Hervormd Partij(tje) van de Arbeid te Den Haag Wetenschappeiijic Genootschap Fruitmanden en Fruitbakjes «De Fruitcentrale" Berging „Benares" met veel moeite geslaagd Sint Philipsland heeft weer een burgemeester P.T.T. op Koninginnedag Orgeivrienden verga deren te Zierikzee Brtllant - ^r van Andel Overleg inz. sluiting zaterdag 30 april '"''*?*WS^ f Amsterdam' idankte de zij mocht' PRINS HBNDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Soramelsdijk Tel." (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds TeL 2017 Giro 167930 Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS f 2,75 PER KWARTAAL. ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. ilhier Het wordt tijd, dat we voorlopig weer eens stoppen met artikelen over onze j,ederlandse politiek. We weten wel, at vele lezers als goede vaderlanders er belang in stellen, maar we moeten ook rekening houden met de Belang- telling van anderen. Bovendien menen e de meest saillante punten uit de 'ongste verkiezingen naar voren te heb- en gehaald, terwijl de niet apart be- landelde partijen ons weinig aanleiding geven er een volledig artikel aan te wijden. We hopen wel over enige tijd gelegenheid te hebben een artikelense- -ie te gaan schrijven over het thans feeer actuele onderwerp: „Naar een inieuw ■partijensysteem?" Ditmaal dus één en ander over de jhuidige toestanden in Indonesië. Het is Igeen wonder, dat er in ons land ondanks ■de gebeurtenissen van 1945 tot 1949 met ■de twee politionele acties en die rond- lom het verlies van Nieuw-Guinea op E. januari 1963, nog altijd grote be llangstelling bestaat voor onze oude ko- Eonie, niet alleen bij de honderdduizen den Nederlanders en Indische Nederlan ders, die er lange tijd gewoond en ge- Werkt hebben, maar ook bij het an- iiere deel van onze bevolking. We heb- Ben allen de ontwikkeling sedert 1945 feevolgd en speciaal ook die na de sou- pereiniteitsoverdracht in 1949, toen de JRepubliek Indonesië zich geheel zelf standig kon gaan ontplooien. Erg opti- nistisch zijn we daaromtrent nimmer jeweest. De periode na de dekolonisa- ;ie is in vrijwel alle landen, die na de lorlog op het volkerentoneel verschenen ;ijn, een tijd geweest van enorme moei- jjkheden, van revoluties en dictatuur, an economische chaos, financieel wan- leheer en deswege van armoede en ge- irek. Vrijwel al deze landen moesten in moeten nog op de been gehouden ■orden door het „kapitalistische"-Ame- ika en de vroegere koloniserende lan- len. Het is gebleken, dat ze te vroeg nafhankelijk zijn geworden, want ze :unnen, ook na een lange aanlooppe- [iode, nog steeds niet op hun eigen le en staan. Met Indonesië was het wel een heel lijzonder geval. Dit land van meer dan :00 miljoen inwoners, dat economisch 'anwege zijn enorme bodemschatten en uchtbaarheid welvarend had kunnen orden, is thans ten prooi aan een bmplete chaos op alle gebied. Wan eer we naar de oorzaken daarvan gaan euren, dan komen we altijd weer irst terecht bij de leider Soekarno. Hij de man van de Indonesische revolu- ïe, de z.g. Bevrijder. Aanvankelijk zou .e nieuwe staat democratisch geregeerd 'orden, maar dit strookte allerminst et de persoonlijkheid en de ambities an de president. Er werd systematisch n Soekarno-cultus gekweekt met het [evolg, dat hij practisch dictator werd |n dat hij dus de lijnen aangaf van de 'nnen- en buitenlandse politiek. En [eze waren in hoofdzaak niet gericht het welzijn en de welvaart van zijn *olk, maar op de verhoging van zijn 'gen macht en glorie. De economie van jn land interesseerde hem niet. Hoe- ■el hij niet in staat was de levensstan- laard van zijn volk omhoog te bren- :en integendeel, deze zakte steeds eer naar een lager niveau moest er nog meer gebied bij hebben en ioncentreerde hij zich eerst veertien 'ar lang op Nieuw-Guinea. Toen hij t eiland tegen de zin der Papoea's met •ehulp van de Verenigde Naties en spe- iaal van de Verenigde Staten in han- len had gekregen, begon hij een nieu- re manoeuvre om de aandacht van zijn 'olk af te leiden van de deplorabele linnenlandse situatie n.l. door de con- ■ontatie-politiek met Maleysië, waar- loor nieuwe miljarden verdwenen in en bodemloze put. Daarbij kwam, dat lij zich de laatste jaren steeds meer leerde met communistisch China, daar- 5 bijgestaan door zijn minister Soe- jandrio. De chaos werd steeds groter h de armoede en honger namen hand [ver hand toe, terwijl Soekarno zich ®adde in weelde en leefde als een Ara- Hsch vorst, inclusief een weivoorziene larem. Het is geen wonder, dat een- "aal de bom moest barsten. Dit gebeurde op 30 september van het 'orig jaar. Een staatsgreep werd, zoals jchteraf is gebleken door de communis- •sche partij, op touw gezet in samen- 'erking met bepaalde legereenheden en 'fit stilzwijgende toestemming van Soe- 'rno, de communistenvriend. Een aan- l generaals werd vermoord en vele anderen met hen. Maar het leger greep m, de hongerende bevolking werkte mee en de rode coup mislukte totaal. Gedu rende de enkele uren van de beslissing Was de president in gezelschap van zijn communistische vrienden! En toen be- goü over heel Indonesië de opgekropte Wraak tegen de rode moordenaars en tóndyerraders. Maandenlang was Indo- esië het toneel van afgrijselijke bloed aden, van Atjéh in het westen tot imor in hej oosten. Hele dessa's v/er en uitgemoord; speciaal op Bali moet [e contra-terreur vreselijk gewoed heb- 'en. Soekarno noemde enige maanden :eieden een getal van 87.000 doden. Ziet toe, broeders! dat niet te eni ger tijd in iemand van u zij een hoos, ongelovig hart, om af te wij ken van de levende God. (Hebr. 3 12). Kom eens kijken, Drika, waar zou buurman Aart nu naar toe gaan. Hij is al zo vroeg in zijn deftigste pak ge stoken en kijk eens, daar komt Neeltje ook. Is er iemand in de familie ge storven? 'k Heb er niet van gehoord. Grietje, maar 't is wel vreemd, dat we nergens van weten. Kijk, zo houden we onder ons toezicht op elkaar. Dat schijnt de Apostel van de brief aan de Hebreen wel goed te vinden, want hij vermaant: „Ziet toe, broeders." En daarmee bedoelt hij ken nelijk, ziet toe, broeders, op elkander. We kunnen uit het woord Gods veel leren. Ook dit, hoe wij met elkander moeten omgaan. De Apostel heeft een ernstige waarschuwing tot zijn lezers te richten. Maar nu begint hij niet met lelijke woorden of scherpe verwijten, maar hij begint met hen broeders te noemen. Laat het onder ons ook zo we zen, dat altijd de broederlijke liefde blijve. Onze tekst is waarschuwend. Er dreigt dus gevaar. Wat is het gevaar, dat dreigt? De wortel en bron van dat ge vaar ligt in het boze hart der lezers. De Heere Jezus heeft gezegd: „Uit het hart des mensen komen voort: kwade gedachten, overspelen, hoererijen, dood slagen, dieverijen, gierigheden, booshe den, bedrog, ontuchtigheid, een boos oog, lastering, hoovaardij, onverstand." Dat is wat? Die dingen komen allemaal voort uit het hart van een gewoon christenmens, maar ook uit het hart van een bekommerd en zelfs uit het hart van een welverzekerd christen mens. Deze dingen zijn te vinden in het hart van de dominee en in het hart van de gemeente. Ook de Apostel Pau- lus klaagde, dat het kwade hem altijd bijligt. Wat moeten wij daarmee aan? Wij moeten daar een geweldid verdriet over hebben. En dan moeten we verder telkens weer het omgekeerde uit trach ten te leven van wat er in ons hart woont. De oude mens moet sterven. Waardoor moet hij sterven? Hij moet sterven van honger. Doch nu noemt on ze tekst twee dingen: boosheid en on geloof. Die boosheid hebben wij ver klaard als de voortdurende geneigd heid tot alle kwaad. En wat is er met dat ongeloof? Dit is er mee, dat men zonde heeft, doch deze niet geheel aan de Heere geeft, zo door Hem verlost te worden. Men wil zelf nog wat doen. Men wil, openbaar of heimelijk, veel of weinig, een eigen gerechtigheid oprich ten. Dit is er ook met dat ongeloof, dat men nood heeft, doch niet met al deze nood tot de Heere gaat. Men wil zich zelf een beetje helpen of zich door an dere machten buiten God laten helpen. Ik zeg niet, dat men alle middelen niet mag gebruiken. Ik zeg, dat men niet in alle middelen de hand Gods aangrijpt. En weet U, wat ook nog ontzettend erg is met dat ongeloof? Dat een mens weet, dat God hem roept. Doch dat hij nochtans met zijn hart blijft wankelen tussen zonde en genade. Hij geeft de dingen van dit leven maar half prijs. Hier hebt ge het boos en ongelovig hart. Dat hart wil niet geloven, dat God een allesvervullend God is. Daar zit de mens in zak en as. De zonde woedt in zijn hart, tegelijk beven ^,zijn leden vanwege de toorn Gods. Hij 'ligt gekneld in banden van de dood en kijk, daar komt de duivel. Wat zegt de duivel? Hij zegt: Gij hebt zonde, gij zijt goddeloos! Zoals gij zijt moogt ge het kruis van Jezus Christus niet om vatten. De duivel zegt: Gij hebt moed willig, gezondigd, voor u is de Heere Jezus er nog niet. Wat gebeurt er nu? Het hart wordt vervuld met ongeloof. De mens wil eerst dit nog goedmaken of dat nog beter. O, broeder, hoopt gan selij k op Gods genade! Doch er is ook nog een ander onge loof. Dat is het ongeloof van degene, die nooit r^cht verslagen was over zijn zonde. Wat is menigeen lichtzinnig in de godsdienst. Men heeft nooit zijn schuld als schuld gezien en nooit is er een rechte bekering geweest. Men leeft eigenlijk nog in de wereld, maar met een godsdienstig verfje. En nu denkt men, dat God zulk een toch zal opne men in zijn hemel. Ook deze geeft blijk van boos en ongelovig hart. Meestal heeft een tekst uit de Bijbel een bepaald oogwit. Welke zonde heeft de Apostel op het oog hier in Hebreen 3? Dat kunnen wij duidelijk afleiden uit het feit, dat wij in vers 11 een vers uit Numeri 14 tegenkomen. In dat hoofdstuk uit Numeri wordt beschreven hoe Israël wilde terugkeren naar Egyp te, naar het diensthuis, waarvan zij door de Heere verlost zijn. 't Was Is raël in de woestijn nogal tegengeval len. Zij hebben menigmaal gemeend, dat het in Egypte veel heerlijker was. In Numeri 11 lezen we: „Wij gedenken aan de vissen, die wij in Egypte om niet aten, aan de komkommers en aaö' de pompoenen, aan het look en aan de ajuinen en aan het knoflook. "Zo was het met Israël in de woestijn. En nu waarschuwt dit gedeelte van onze brief tegen een herhaling van deze begeerte: willen terugkeren naar het oude. Mo gelijk was dat voor de lezers van de brief een terugkeer tot de joodse eigen gerechtigheid, maar in elk geval een terugkeer tot het leven, waaruit God hen geroepen en getrokken had. En nu, broeders en zusters, hoe zijn uw be vindingen op de weg door de woestijn? Daar is ook heden ten dage nog een volk, dat door God uit hun vorig leven verlost is en dat nu wandelt op de nau we weg, op de eenzame weg door de dorre woestijn. Is u deze weg niet een weinig tegen gevallen? Eerst was uw leven in de wereld. Toen kwamen de roepstemmen des Heeren. Daardoor moest ge uw vrienden en genoegens, ja, alles in de wereld verlaten om een onbekende God, op een onbekende weg naar een onbe kende eeuwigheid te volgen. Hebt ge toen niet gedacht, dat het anders zou gaan? Hebt ge niet gedacht, dat de Heere u veel meer de vreugde zijns heils zou hebben doen smaken? Niet waar, dat zegt de Schrift: „Hoe vrolijk gaan de stammen op." Daar moest veel meer blijdschap zijn onder Gods volk, zegt de vrome wereld. Och, dat is het nu vaak, wat tegenvalt. Een mens denkt eerst wel, dat hij al een hele held is. Maar als hij 4 dagen diep de woestijn ingetrokken is en hij niets anders vindt dan bitter water, begint hij al te murmureren. Men verwacht dat het licht zal worden en ziet, het wordt donkerder. De zonde komt niet minder, doch komt meer naar voren. Daar komen zonden voor de dag, waar een mens nooit aan gedacht heeft. En met zijn vrome en godsdienstige leven raakt het ook al achterop. Eerst was hij zo'n ijverige bidder, maar nu wordt z'n hart te hard om recht tot God te roepen. De schoonheid des Konings blijft hem verborgen. O, wat is dat Kanaan der ruste een vergelegen land. Kijk nu, als het zo met u is en met uw vrienden, dan zijt ge ongeveer, waar de broeders waren, die deze tekst nodig hadden. Neem het ter harte. Hebt acht op uzelf en op een ander, dat gij niet terug gaat verlangen naar het Egypte der wereld. Broeders, die dit leest en voor wie de weg door de woestijn vol is van honger en dorst en vol van duisternis vanwege de zandstormen, dat in nie mand van u zij een boos en ongelovig hart om af te wijken van de levende God. Breng uw ganse nood voor de Heere en blijf geloven, dat van Zijn Woord alleen uw wijsheid en verlossing komen kan. Hij is een levend God, die I waakt over Zijn volk. 't Kan o zo donker worden, doch Hij zal nimmer om doen komen, de ziel die Hem ver beidt. Delft. Ds. L. Vroegindeweij. maar Nederlandse en andere journalis ten, die het land bereisd hebben, spre ken van 300.000 a een half miljoen slachtoffers, meest communisten en Chinezen. De Indonesiërs beschouwen deze explosie van volkswoede, zich uitend in gruwelijke massamoorden, nogal laconiek en zeggen: „als wij de communisten niet hadden gedood, zou den zij het ons gedaan hebben." Het leger onder generaal Soekarno heeft de zaak nu stevig in handen. De regering is georganiseerd en gezuiverd van hele en halve communisten. De vriend van Peking, oud-minister van Buitenlandse Zaken Soebrandio, zit in de gevangenis en wacht op zijn berech ting. De sultan van Djokja zal pogen de economie op gang te brengen en de door Soekarno achtergelaten failliete boedel te redden. Advies van de Nederlandse econoom prof. Tinbergen blijkt daarbij op hoge prijs te worden gesteld. Laten we hopen, dat de huidige bewindslieden erin zullen slagen orde op zaken te stel len en het doodarme Indonesiche volk, dat twintig jaar lang het slachtoffer is geweest van een weergaloos wanbeleid van een bijkans aan megalomanie lij dende demagoog, die in weelde baadde terwijl zijn volk gebrek leed, door ver- stanige leiding en buitenlandse hulp uit deze chaos kan worden gevoerd naar nieuwe en betere tijden. Eén zaak is er, die voor ons onbegrij pelijk is: de man; die in eerste instan tie verantwoordelijk is voor al deze ellende, die door zijn tomeloze machts wellust zijn land en volk naar de af grond voerde, die een wereldrol wilde spelen, terwijl hij volslagen onbekwaam was om zijn eigen land tot welvaart te brengen, deze man is nog steeds pre sident, premier en opperbevelhebber! En dat terwijl ieder weet, dat hij Indo nesië aan het communisme aan liet uit leveren was. Honderdduizenden lieten het leven, maar de grootste schuldige zit nog op de troon, al is zijn macht zwaar beknot. Met grenzeloze bruta- In Den Haag zal onder de naam „Her vormde Partij van de Arbeid" een kandidatenlijst worden ingediend voor de gemeenteraadsverkiezingen. Oprich ter van dit Partijtje is de 26 jarige Th. Ouwens, de lijst waarmede hij uitkomt is grotendeels een familie aangelegen heid. Zelf staat hij nummer i, dan volgt zijn echtgenote mevr. G. E. Ouwens- Parlevliet en als drie en vier zijn zwa gers Th. A. en J. J. Parlevliet. Het is te proberen, je kan nooit wetenWel had hij moeten bedenken dat er geen bloedverwanten in een raad zitting mo gen hebben. ---------O--------- Theologie en poëzie Op de a.s. woensdagavond 27 april, te 8.00 uur te houden bijeenkonfst van het Wetenschappelijk Genootschap hoopt dr. W. Barnard te Rozendaal (Gld.) te spreken over het onderwerp „Theologie en poëzie". (Aula H.B.S.) Dr. W. Barnard publiceert zijn ge dichten onder het pseudoniem Guillau- me van der Graft. Hij ontving deze week het ere doctoraat in de theologie aan de Universiteit te Utrecht. Speciaal in het opmaicen van B. T. d. VEER Telefoon 2682 Westdük M MIDDELHARNIS liteit probeert hij nog leiding te geven in zijn richting. Zijn vrienden zijn ge dood of in de gevangenis, maar hij zit nog in zijn paleizen. Men vraagt zich af waarom deze man niet voorgoed on schadelijk wordt gemaakt. Men zegt, dat hij nog altijd voor velen een soort halfgod is, maar we kunnen het moei lijk geloven. De generaals spelen hoog spel door hem ongemoeid te laten. De enige verklaring, die we van deze won derlijke gedragslijn der generaals kun nen geven, is mogelijk deze, dat ze na zijn eliminatie verwikkelingen vrezen bij het aanwijzen van een nieuw staats hoofd. Misschien laten ze hem daarom nog maar wat voortbazelen. Hij heeft echter heel wat anders verdiend! VOORBURG: Een groep van 30 Amerikaanse matrozen, die in verband met de Navo-oefening Matchmakeï' met het schip GARCIA in den Helder liggen, heb ben zich vrijwillig gemeld om een technische school, verbonden aan het In stituut voor dove kinderen EFFATHA te Voorburg, een opknapbeurt te geven. Hier de matrozen aan het werk. Na drie weken muurvast op de West- kappelse zeedijk te hebben vastgezeten is in de nacht van maandag op dinsdag j.l. het Zweedse vrachtschip „Benares" vlot getrokken. In het afgelopen weekeinde werd de Benares reeds enkele meters zeewaarts getrokken, maar het gelukte niet het schip toen vlot te krijgen daar het in het midden vast zat op een paalhoofd. Zondag j.l. probeerden de sleepboten Pipsy Letser en Jean Claude Gerling met de bergingsvaartuigen Zeeleeuw en Dolfijn drie kwartier lang het schip vlot te trekken echter zonder resultaat. Van de lading die uit 3000 ton stuk goederen bestond was in de afgelopen weken reeds 24.00 ton gelost zodat het schip lichter was geworden. Nadat zondagmiddag de „Benares" enkele meters zeewaarts werd getrok ken kon men vanaf de landzijde niet meer lossen. Het lossen had dan ook verder alleen plaats vanaf de zee-zijde door de Titan 5 die de stukgoederen naar Vlissingen bracht. Maandagmiddag met hoog water werd de „Benares" weer verder zeewaarts getrokken doch nog steeds bleef het middenschip op het paalhoofd vast zit- ten. Toen echter maandagnacht half twaalf de pogingen om het schip vlot te trekken werden hervat lukte het de sleepboten om 11.55 utu: de Benares vlot te trekken. Dit betekende nog niet dat het schip nu de Westkappelse kust al dadelijk verliet, want het slepen ging met veel moeilijkheden gepaard. De sleepboten hadden te kampen met de woelige zee, zodat ze nog bijna een kilometer noordwaarts afdreven, alvoor ze met het slepen naar Vlissingen kon den beginnen. Omstreeks 1-30 uur was het voor ieder duidelijk dat de vier sleepboten de Benares in hun macht hadden en werd de reis naar de Sloehaven aan gevangen. Daar aangekomen zal het schip grondig worden nagezien waarna een beslissing zal worden genomen of de Benares gesloopt of gerepareerd zal worden. Het was voor vele Westkappe- laars een onrustige nacht. Eerst opge schrikt door de brandsirene en toen het bijwonen van het vlot trekken van de Benares. Vele Westkappelaars en vreemden hebben hun nachtrust gedeeltelijk op geofferd om dit mooie schouwspel te zien. Zo is dan een betrekkelijk ru moerige periode de rust weergekeerd misschien wel ten spijt van cafetaria en caféhouders. De schade door de stranding aan de zeedijk ontstaan zal in het komende seizoen door de Westkappolse dijkwer- kers worden hersteld. Secretaris van Krabbendijke, dhr. van Velzen per 1 mei benoemd. Met ingang van 1 mei a.s. is bij Ko ninklijk Besluit van 18 april tot burge meester van St. Philipsland benoemd de heer G. van Velzen, tot nu toe secreta ris in Krabbendijke. Hij is gehuwd en heeft 4 kinderen. Dhr. Van Velzen werd geboren op 19 januari 1930, volgde de Mulo en behaalde de verschillende di ploma's voor gemeente-administratie. In 1947 begon hij zijn loopbaan op het gemeentesecretarie van Krabbendij ke als volontair. Op 4 maart 1959 werd hij tot secretaris benoemd en tot heden als zodanig werkzaam. Dhr. Van Velzen bekleedt naast de functie van gemeen tesecretaris nog verschillende andere vooraanstaande posities. Zo is hij o.a. ambtenaar van de burgerlijke stand, boekhouder van het Gemeentelijk Wo ningbedrijf, administrateur van „Huize Nieuwlande", docent aan de Zeeuwse Bestuursschool, bestuurslid van de Chr. kleuterschool en van „Het Groene Kruis" en secretaris van het initiatief- comité „De Bevelanden". Verder is dhr. Van Velzen organist bij de Geref. Gem. waarvan hij belijdend lid is. Dinsdag middag werd dhr. Van Velzen ingelicht door de commissaris van de Koningin. De gemeente waar dhr. Van Velzen nu burgemeester wordt bestaat uit onge veer 2200 inwoners. Ze bestaat uit de twee kerkdorpen Anna-Jacobapolder en St. Philipsland. Hij zal er naast het ambt van burgemeester ook de functie van gemeentesecretaris bekleden. We hopen dat dhr. Van Velzen, die een zeer gezien persoon is in Krabbendijke, een zeer aangename tijd tegemoet gaat in j^n nieuwe gemeente. Op 30 april a.s. (Koninginnedag) zal PTT de diensten uitvoeren als op zon dagen. Er zal die dag geen postbestelling zyn en in de nacht van 29 op 30 april rijden geen nachtposttreinen. Ook voor de telegraaf- en telefoon dienst geldt de zondagsdienst. Felicitatietelegrammen, bestemd voor H.M. de Koningin, kunnen reeds voor 30 april worden aangeboden met het verzoek tot aflevering op de verjaar dag van Hare Majesteit. De Vereniging van Orgelvrienden (V.V.O.) vergadert zaterdag 23 april a.s. des nam. 7.15 uur in de Lutherse Kerk te Zierikzee. De commissie-Kerkbouw- Liturgie verzorgt ditmaal de inleiding. Een der leden van voornoemde com missie, de heer G. Rietveld te Oolt- gensplaat, zal refereren over het onder werp: „De kunstenaar en zijn kunst", gevolgd door bespreking. Verder zal de orgelreis op 4 juni a.s. worden bespro ken en de werkzaamheden voor de vol gende vergadering. Na afloop van de vergadering zal het orgel in genoernde kerk worden bezichtigd en zal de heer Faber het orgel bespelen. schitterend bezit voor altijd! Hoogstraat 164-152 Beyerlandselaan 176 Rotterdam Bonden, adviseren: In verband met de viering van de verjaardag van Koningin Juliana op 30 april adviseren de vier centrale Mid denstandsbonden en de Raad voor het Grootwinkelbedrijf hun leden plaatselijk over een regeling te overleggen. De feestdag valt dit jaar immers op een zaterdag, zodat plaatselijke en/of be drijfsomstandigheden meer dan anders van betekenis zijn. Indien geen lokale regeling wordt overeengekomen, beve len de organisaties de leden aan om, indien enigszins mogelijk, vanaf 13.00 uur te sluiten. -O- VEKLENGÏNG PREMIEBETALING INVALIDITEITSWET De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondeheid heeft de termijn, waarbinnen de mogelijkheid tot aan vulling van het verschuldigde aantal van 150 premiën ingevolge de Invaliditeits- wet openstond, verlengd tot 1 jan. 1967. In beginsel zal nu iedere verzekerde, die op 1 januari 1965 nog geen 150 pre miën had, het tekort kunnen bijbetalen. De alsnog bij de Raad van Arbeid te betalen premiën, zullen voor de vervul ling van de vereiste wachttijd in aan merking kunnen worden genomen. Ech ter onder dit voorbehoud, dat de inva liditeit is ontstaan meer dan drie jaren na de aanvang van de verzekering, doch in ieder geval vóór 1 jan. 1965.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1966 | | pagina 1