u
De toestand
in Indonesië
r.
Meditatie
ümerikaanse matrozen knappen school op
I23K
Sommelsdijk
38e jaargang
Vrijdag 22 april 1966
No. 3480
lijn ware
Isteunge-1
Vt-details
uit dieu
leden de
len nog;
30 km/u j
versnel-
lafhanke-1
15.960 -1
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Een kameel eet cactus.
Uw auto eist meer I
Tank MOBIL benzine
De vleespotten van Egypte
Voor kamerbreed
tapijt
kyïÓNINGINRICHTmG,
OOSTDIJK 53-61
40 kwaliteiten, in 200
kleuren
Hervormd Partij(tje)
van de Arbeid
te Den Haag
Wetenschappeiijic
Genootschap
Fruitmanden en Fruitbakjes
«De Fruitcentrale"
Berging „Benares"
met veel moeite
geslaagd
Sint Philipsland heeft
weer een
burgemeester
P.T.T.
op Koninginnedag
Orgeivrienden verga
deren te Zierikzee
Brtllant -
^r van Andel
Overleg inz. sluiting
zaterdag 30 april
'"''*?*WS^
f Amsterdam'
idankte de
zij mocht'
PRINS HBNDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Soramelsdijk
Tel." (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds TeL 2017 Giro 167930
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS f 2,75 PER KWARTAAL.
ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
ilhier
Het wordt tijd, dat we voorlopig weer
eens stoppen met artikelen over onze
j,ederlandse politiek. We weten wel,
at vele lezers als goede vaderlanders
er belang in stellen, maar we moeten
ook rekening houden met de Belang-
telling van anderen. Bovendien menen
e de meest saillante punten uit de
'ongste verkiezingen naar voren te heb-
en gehaald, terwijl de niet apart be-
landelde partijen ons weinig aanleiding
geven er een volledig artikel aan te
wijden. We hopen wel over enige tijd
gelegenheid te hebben een artikelense-
-ie te gaan schrijven over het thans
feeer actuele onderwerp: „Naar een
inieuw ■partijensysteem?"
Ditmaal dus één en ander over de
jhuidige toestanden in Indonesië. Het is
Igeen wonder, dat er in ons land ondanks
■de gebeurtenissen van 1945 tot 1949 met
■de twee politionele acties en die rond-
lom het verlies van Nieuw-Guinea op
E. januari 1963, nog altijd grote be
llangstelling bestaat voor onze oude ko-
Eonie, niet alleen bij de honderdduizen
den Nederlanders en Indische Nederlan
ders, die er lange tijd gewoond en ge-
Werkt hebben, maar ook bij het an-
iiere deel van onze bevolking. We heb-
Ben allen de ontwikkeling sedert 1945
feevolgd en speciaal ook die na de sou-
pereiniteitsoverdracht in 1949, toen de
JRepubliek Indonesië zich geheel zelf
standig kon gaan ontplooien. Erg opti-
nistisch zijn we daaromtrent nimmer
jeweest. De periode na de dekolonisa-
;ie is in vrijwel alle landen, die na de
lorlog op het volkerentoneel verschenen
;ijn, een tijd geweest van enorme moei-
jjkheden, van revoluties en dictatuur,
an economische chaos, financieel wan-
leheer en deswege van armoede en ge-
irek. Vrijwel al deze landen moesten
in moeten nog op de been gehouden
■orden door het „kapitalistische"-Ame-
ika en de vroegere koloniserende lan-
len. Het is gebleken, dat ze te vroeg
nafhankelijk zijn geworden, want ze
:unnen, ook na een lange aanlooppe-
[iode, nog steeds niet op hun eigen le
en staan.
Met Indonesië was het wel een heel
lijzonder geval. Dit land van meer dan
:00 miljoen inwoners, dat economisch
'anwege zijn enorme bodemschatten en
uchtbaarheid welvarend had kunnen
orden, is thans ten prooi aan een
bmplete chaos op alle gebied. Wan
eer we naar de oorzaken daarvan gaan
euren, dan komen we altijd weer
irst terecht bij de leider Soekarno. Hij
de man van de Indonesische revolu-
ïe, de z.g. Bevrijder. Aanvankelijk zou
.e nieuwe staat democratisch geregeerd
'orden, maar dit strookte allerminst
et de persoonlijkheid en de ambities
an de president. Er werd systematisch
n Soekarno-cultus gekweekt met het
[evolg, dat hij practisch dictator werd
|n dat hij dus de lijnen aangaf van de
'nnen- en buitenlandse politiek. En
[eze waren in hoofdzaak niet gericht
het welzijn en de welvaart van zijn
*olk, maar op de verhoging van zijn
'gen macht en glorie. De economie van
jn land interesseerde hem niet. Hoe-
■el hij niet in staat was de levensstan-
laard van zijn volk omhoog te bren-
:en integendeel, deze zakte steeds
eer naar een lager niveau moest
er nog meer gebied bij hebben en
ioncentreerde hij zich eerst veertien
'ar lang op Nieuw-Guinea. Toen hij
t eiland tegen de zin der Papoea's met
•ehulp van de Verenigde Naties en spe-
iaal van de Verenigde Staten in han-
len had gekregen, begon hij een nieu-
re manoeuvre om de aandacht van zijn
'olk af te leiden van de deplorabele
linnenlandse situatie n.l. door de con-
■ontatie-politiek met Maleysië, waar-
loor nieuwe miljarden verdwenen in
en bodemloze put. Daarbij kwam, dat
lij zich de laatste jaren steeds meer
leerde met communistisch China, daar-
5 bijgestaan door zijn minister Soe-
jandrio. De chaos werd steeds groter
h de armoede en honger namen hand
[ver hand toe, terwijl Soekarno zich
®adde in weelde en leefde als een Ara-
Hsch vorst, inclusief een weivoorziene
larem. Het is geen wonder, dat een-
"aal de bom moest barsten.
Dit gebeurde op 30 september van het
'orig jaar. Een staatsgreep werd, zoals
jchteraf is gebleken door de communis-
•sche partij, op touw gezet in samen-
'erking met bepaalde legereenheden en
'fit stilzwijgende toestemming van Soe-
'rno, de communistenvriend. Een aan-
l generaals werd vermoord en vele
anderen met hen. Maar het leger greep
m, de hongerende bevolking werkte mee
en de rode coup mislukte totaal. Gedu
rende de enkele uren van de beslissing
Was de president in gezelschap van zijn
communistische vrienden! En toen be-
goü over heel Indonesië de opgekropte
Wraak tegen de rode moordenaars en
tóndyerraders. Maandenlang was Indo-
esië het toneel van afgrijselijke bloed
aden, van Atjéh in het westen tot
imor in hej oosten. Hele dessa's v/er
en uitgemoord; speciaal op Bali moet
[e contra-terreur vreselijk gewoed heb-
'en. Soekarno noemde enige maanden
:eieden een getal van 87.000 doden.
Ziet toe, broeders! dat niet te eni
ger tijd in iemand van u zij een
hoos, ongelovig hart, om af te wij
ken van de levende God.
(Hebr. 3 12).
Kom eens kijken, Drika, waar zou
buurman Aart nu naar toe gaan. Hij is
al zo vroeg in zijn deftigste pak ge
stoken en kijk eens, daar komt Neeltje
ook. Is er iemand in de familie ge
storven? 'k Heb er niet van gehoord.
Grietje, maar 't is wel vreemd, dat we
nergens van weten.
Kijk, zo houden we onder ons toezicht
op elkaar. Dat schijnt de Apostel van
de brief aan de Hebreen wel goed te
vinden, want hij vermaant: „Ziet toe,
broeders." En daarmee bedoelt hij ken
nelijk, ziet toe, broeders, op elkander.
We kunnen uit het woord Gods veel
leren. Ook dit, hoe wij met elkander
moeten omgaan. De Apostel heeft een
ernstige waarschuwing tot zijn lezers
te richten. Maar nu begint hij niet met
lelijke woorden of scherpe verwijten,
maar hij begint met hen broeders te
noemen. Laat het onder ons ook zo we
zen, dat altijd de broederlijke liefde
blijve.
Onze tekst is waarschuwend. Er dreigt
dus gevaar. Wat is het gevaar, dat
dreigt? De wortel en bron van dat ge
vaar ligt in het boze hart der lezers.
De Heere Jezus heeft gezegd: „Uit het
hart des mensen komen voort: kwade
gedachten, overspelen, hoererijen, dood
slagen, dieverijen, gierigheden, booshe
den, bedrog, ontuchtigheid, een boos
oog, lastering, hoovaardij, onverstand."
Dat is wat? Die dingen komen allemaal
voort uit het hart van een gewoon
christenmens, maar ook uit het hart
van een bekommerd en zelfs uit het
hart van een welverzekerd christen
mens. Deze dingen zijn te vinden in het
hart van de dominee en in het hart
van de gemeente. Ook de Apostel Pau-
lus klaagde, dat het kwade hem altijd
bijligt. Wat moeten wij daarmee aan?
Wij moeten daar een geweldid verdriet
over hebben. En dan moeten we verder
telkens weer het omgekeerde uit trach
ten te leven van wat er in ons hart
woont. De oude mens moet sterven.
Waardoor moet hij sterven? Hij moet
sterven van honger. Doch nu noemt on
ze tekst twee dingen: boosheid en on
geloof. Die boosheid hebben wij ver
klaard als de voortdurende geneigd
heid tot alle kwaad. En wat is er met
dat ongeloof? Dit is er mee, dat men
zonde heeft, doch deze niet geheel aan
de Heere geeft, zo door Hem verlost te
worden. Men wil zelf nog wat doen.
Men wil, openbaar of heimelijk, veel of
weinig, een eigen gerechtigheid oprich
ten. Dit is er ook met dat ongeloof, dat
men nood heeft, doch niet met al deze
nood tot de Heere gaat. Men wil zich
zelf een beetje helpen of zich door an
dere machten buiten God laten helpen.
Ik zeg niet, dat men alle middelen niet
mag gebruiken. Ik zeg, dat men niet in
alle middelen de hand Gods aangrijpt.
En weet U, wat ook nog ontzettend erg
is met dat ongeloof? Dat een mens
weet, dat God hem roept. Doch dat hij
nochtans met zijn hart blijft wankelen
tussen zonde en genade. Hij geeft de
dingen van dit leven maar half prijs.
Hier hebt ge het boos en ongelovig
hart. Dat hart wil niet geloven, dat God
een allesvervullend God is.
Daar zit de mens in zak en as. De
zonde woedt in zijn hart, tegelijk beven
^,zijn leden vanwege de toorn Gods. Hij
'ligt gekneld in banden van de dood en
kijk, daar komt de duivel. Wat zegt
de duivel? Hij zegt: Gij hebt zonde, gij
zijt goddeloos! Zoals gij zijt moogt ge
het kruis van Jezus Christus niet om
vatten. De duivel zegt: Gij hebt moed
willig, gezondigd, voor u is de Heere
Jezus er nog niet. Wat gebeurt er nu?
Het hart wordt vervuld met ongeloof.
De mens wil eerst dit nog goedmaken
of dat nog beter. O, broeder, hoopt gan
selij k op Gods genade!
Doch er is ook nog een ander onge
loof. Dat is het ongeloof van degene,
die nooit r^cht verslagen was over zijn
zonde. Wat is menigeen lichtzinnig in
de godsdienst. Men heeft nooit zijn
schuld als schuld gezien en nooit is er
een rechte bekering geweest. Men leeft
eigenlijk nog in de wereld, maar met
een godsdienstig verfje. En nu denkt
men, dat God zulk een toch zal opne
men in zijn hemel. Ook deze geeft blijk
van boos en ongelovig hart.
Meestal heeft een tekst uit de Bijbel
een bepaald oogwit. Welke zonde heeft
de Apostel op het oog hier in Hebreen
3? Dat kunnen wij duidelijk afleiden
uit het feit, dat wij in vers 11 een vers
uit Numeri 14 tegenkomen. In dat
hoofdstuk uit Numeri wordt beschreven
hoe Israël wilde terugkeren naar Egyp
te, naar het diensthuis, waarvan zij
door de Heere verlost zijn. 't Was Is
raël in de woestijn nogal tegengeval
len. Zij hebben menigmaal gemeend,
dat het in Egypte veel heerlijker was.
In Numeri 11 lezen we: „Wij gedenken
aan de vissen, die wij in Egypte om
niet aten, aan de komkommers en aaö'
de pompoenen, aan het look en aan de
ajuinen en aan het knoflook. "Zo was
het met Israël in de woestijn. En nu
waarschuwt dit gedeelte van onze brief
tegen een herhaling van deze begeerte:
willen terugkeren naar het oude. Mo
gelijk was dat voor de lezers van de
brief een terugkeer tot de joodse eigen
gerechtigheid, maar in elk geval een
terugkeer tot het leven, waaruit God
hen geroepen en getrokken had. En nu,
broeders en zusters, hoe zijn uw be
vindingen op de weg door de woestijn?
Daar is ook heden ten dage nog een
volk, dat door God uit hun vorig leven
verlost is en dat nu wandelt op de nau
we weg, op de eenzame weg door de
dorre woestijn.
Is u deze weg niet een weinig tegen
gevallen? Eerst was uw leven in de
wereld. Toen kwamen de roepstemmen
des Heeren. Daardoor moest ge uw
vrienden en genoegens, ja, alles in de
wereld verlaten om een onbekende God,
op een onbekende weg naar een onbe
kende eeuwigheid te volgen.
Hebt ge toen niet gedacht, dat het
anders zou gaan? Hebt ge niet gedacht,
dat de Heere u veel meer de vreugde
zijns heils zou hebben doen smaken?
Niet waar, dat zegt de Schrift: „Hoe
vrolijk gaan de stammen op." Daar
moest veel meer blijdschap zijn onder
Gods volk, zegt de vrome wereld. Och,
dat is het nu vaak, wat tegenvalt. Een
mens denkt eerst wel, dat hij al een hele
held is. Maar als hij 4 dagen diep de
woestijn ingetrokken is en hij niets
anders vindt dan bitter water, begint
hij al te murmureren. Men verwacht
dat het licht zal worden en ziet, het
wordt donkerder. De zonde komt niet
minder, doch komt meer naar voren.
Daar komen zonden voor de dag, waar
een mens nooit aan gedacht heeft. En
met zijn vrome en godsdienstige leven
raakt het ook al achterop. Eerst was hij
zo'n ijverige bidder, maar nu wordt
z'n hart te hard om recht tot God te
roepen. De schoonheid des Konings blijft
hem verborgen. O, wat is dat Kanaan
der ruste een vergelegen land. Kijk nu,
als het zo met u is en met uw vrienden,
dan zijt ge ongeveer, waar de broeders
waren, die deze tekst nodig hadden.
Neem het ter harte. Hebt acht op uzelf
en op een ander, dat gij niet terug
gaat verlangen naar het Egypte der
wereld. Broeders, die dit leest en voor
wie de weg door de woestijn vol is van
honger en dorst en vol van duisternis
vanwege de zandstormen, dat in nie
mand van u zij een boos en ongelovig
hart om af te wijken van de levende
God. Breng uw ganse nood voor de
Heere en blijf geloven, dat van Zijn
Woord alleen uw wijsheid en verlossing
komen kan. Hij is een levend God, die
I waakt over Zijn volk. 't Kan o zo
donker worden, doch Hij zal nimmer
om doen komen, de ziel die Hem ver
beidt.
Delft.
Ds. L. Vroegindeweij.
maar Nederlandse en andere journalis
ten, die het land bereisd hebben, spre
ken van 300.000 a een half miljoen
slachtoffers, meest communisten en
Chinezen. De Indonesiërs beschouwen
deze explosie van volkswoede, zich
uitend in gruwelijke massamoorden,
nogal laconiek en zeggen: „als wij de
communisten niet hadden gedood, zou
den zij het ons gedaan hebben."
Het leger onder generaal Soekarno
heeft de zaak nu stevig in handen. De
regering is georganiseerd en gezuiverd
van hele en halve communisten. De
vriend van Peking, oud-minister van
Buitenlandse Zaken Soebrandio, zit in
de gevangenis en wacht op zijn berech
ting. De sultan van Djokja zal pogen de
economie op gang te brengen en de door
Soekarno achtergelaten failliete boedel
te redden. Advies van de Nederlandse
econoom prof. Tinbergen blijkt daarbij
op hoge prijs te worden gesteld. Laten
we hopen, dat de huidige bewindslieden
erin zullen slagen orde op zaken te stel
len en het doodarme Indonesiche volk,
dat twintig jaar lang het slachtoffer is
geweest van een weergaloos wanbeleid
van een bijkans aan megalomanie lij
dende demagoog, die in weelde baadde
terwijl zijn volk gebrek leed, door ver-
stanige leiding en buitenlandse hulp
uit deze chaos kan worden gevoerd
naar nieuwe en betere tijden.
Eén zaak is er, die voor ons onbegrij
pelijk is: de man; die in eerste instan
tie verantwoordelijk is voor al deze
ellende, die door zijn tomeloze machts
wellust zijn land en volk naar de af
grond voerde, die een wereldrol wilde
spelen, terwijl hij volslagen onbekwaam
was om zijn eigen land tot welvaart te
brengen, deze man is nog steeds pre
sident, premier en opperbevelhebber!
En dat terwijl ieder weet, dat hij Indo
nesië aan het communisme aan liet uit
leveren was. Honderdduizenden lieten
het leven, maar de grootste schuldige
zit nog op de troon, al is zijn macht
zwaar beknot. Met grenzeloze bruta-
In Den Haag zal onder de naam „Her
vormde Partij van de Arbeid" een
kandidatenlijst worden ingediend voor
de gemeenteraadsverkiezingen. Oprich
ter van dit Partijtje is de 26 jarige Th.
Ouwens, de lijst waarmede hij uitkomt
is grotendeels een familie aangelegen
heid. Zelf staat hij nummer i, dan volgt
zijn echtgenote mevr. G. E. Ouwens-
Parlevliet en als drie en vier zijn zwa
gers Th. A. en J. J. Parlevliet. Het is
te proberen, je kan nooit wetenWel
had hij moeten bedenken dat er geen
bloedverwanten in een raad zitting mo
gen hebben.
---------O---------
Theologie en poëzie
Op de a.s. woensdagavond 27 april,
te 8.00 uur te houden bijeenkonfst van
het Wetenschappelijk Genootschap
hoopt dr. W. Barnard te Rozendaal
(Gld.) te spreken over het onderwerp
„Theologie en poëzie". (Aula H.B.S.)
Dr. W. Barnard publiceert zijn ge
dichten onder het pseudoniem Guillau-
me van der Graft. Hij ontving deze
week het ere doctoraat in de theologie
aan de Universiteit te Utrecht.
Speciaal in het opmaicen van
B. T. d. VEER
Telefoon 2682 Westdük M
MIDDELHARNIS
liteit probeert hij nog leiding te geven
in zijn richting. Zijn vrienden zijn ge
dood of in de gevangenis, maar hij zit
nog in zijn paleizen. Men vraagt zich af
waarom deze man niet voorgoed on
schadelijk wordt gemaakt. Men zegt,
dat hij nog altijd voor velen een soort
halfgod is, maar we kunnen het moei
lijk geloven. De generaals spelen hoog
spel door hem ongemoeid te laten. De
enige verklaring, die we van deze won
derlijke gedragslijn der generaals kun
nen geven, is mogelijk deze, dat ze na
zijn eliminatie verwikkelingen vrezen bij
het aanwijzen van een nieuw staats
hoofd. Misschien laten ze hem daarom
nog maar wat voortbazelen. Hij heeft
echter heel wat anders verdiend!
VOORBURG: Een groep van 30 Amerikaanse matrozen, die in verband met de
Navo-oefening Matchmakeï' met het schip GARCIA in den Helder liggen, heb
ben zich vrijwillig gemeld om een technische school, verbonden aan het In
stituut voor dove kinderen EFFATHA te Voorburg, een opknapbeurt te geven.
Hier de matrozen aan het werk.
Na drie weken muurvast op de West-
kappelse zeedijk te hebben vastgezeten
is in de nacht van maandag op dinsdag
j.l. het Zweedse vrachtschip „Benares"
vlot getrokken.
In het afgelopen weekeinde werd de
Benares reeds enkele meters zeewaarts
getrokken, maar het gelukte niet het
schip toen vlot te krijgen daar het in
het midden vast zat op een paalhoofd.
Zondag j.l. probeerden de sleepboten
Pipsy Letser en Jean Claude Gerling
met de bergingsvaartuigen Zeeleeuw
en Dolfijn drie kwartier lang het schip
vlot te trekken echter zonder resultaat.
Van de lading die uit 3000 ton stuk
goederen bestond was in de afgelopen
weken reeds 24.00 ton gelost zodat het
schip lichter was geworden.
Nadat zondagmiddag de „Benares"
enkele meters zeewaarts werd getrok
ken kon men vanaf de landzijde niet
meer lossen. Het lossen had dan ook
verder alleen plaats vanaf de zee-zijde
door de Titan 5 die de stukgoederen
naar Vlissingen bracht.
Maandagmiddag met hoog water werd
de „Benares" weer verder zeewaarts
getrokken doch nog steeds bleef het
middenschip op het paalhoofd vast zit-
ten. Toen echter maandagnacht half
twaalf de pogingen om het schip vlot
te trekken werden hervat lukte het de
sleepboten om 11.55 utu: de Benares vlot
te trekken. Dit betekende nog niet dat
het schip nu de Westkappelse kust al
dadelijk verliet, want het slepen ging
met veel moeilijkheden gepaard.
De sleepboten hadden te kampen met
de woelige zee, zodat ze nog bijna een
kilometer noordwaarts afdreven, alvoor
ze met het slepen naar Vlissingen kon
den beginnen.
Omstreeks 1-30 uur was het voor
ieder duidelijk dat de vier sleepboten
de Benares in hun macht hadden en
werd de reis naar de Sloehaven aan
gevangen. Daar aangekomen zal het
schip grondig worden nagezien waarna
een beslissing zal worden genomen of
de Benares gesloopt of gerepareerd zal
worden. Het was voor vele Westkappe-
laars een onrustige nacht. Eerst opge
schrikt door de brandsirene en toen
het bijwonen van het vlot trekken van
de Benares.
Vele Westkappelaars en vreemden
hebben hun nachtrust gedeeltelijk op
geofferd om dit mooie schouwspel te
zien. Zo is dan een betrekkelijk ru
moerige periode de rust weergekeerd
misschien wel ten spijt van cafetaria
en caféhouders.
De schade door de stranding aan de
zeedijk ontstaan zal in het komende
seizoen door de Westkappolse dijkwer-
kers worden hersteld.
Secretaris van Krabbendijke, dhr. van
Velzen per 1 mei benoemd.
Met ingang van 1 mei a.s. is bij Ko
ninklijk Besluit van 18 april tot burge
meester van St. Philipsland benoemd de
heer G. van Velzen, tot nu toe secreta
ris in Krabbendijke. Hij is gehuwd en
heeft 4 kinderen. Dhr. Van Velzen werd
geboren op 19 januari 1930, volgde de
Mulo en behaalde de verschillende di
ploma's voor gemeente-administratie.
In 1947 begon hij zijn loopbaan op
het gemeentesecretarie van Krabbendij
ke als volontair. Op 4 maart 1959 werd
hij tot secretaris benoemd en tot heden
als zodanig werkzaam. Dhr. Van Velzen
bekleedt naast de functie van gemeen
tesecretaris nog verschillende andere
vooraanstaande posities. Zo is hij o.a.
ambtenaar van de burgerlijke stand,
boekhouder van het Gemeentelijk Wo
ningbedrijf, administrateur van „Huize
Nieuwlande", docent aan de Zeeuwse
Bestuursschool, bestuurslid van de
Chr. kleuterschool en van „Het Groene
Kruis" en secretaris van het initiatief-
comité „De Bevelanden". Verder is dhr.
Van Velzen organist bij de Geref. Gem.
waarvan hij belijdend lid is. Dinsdag
middag werd dhr. Van Velzen ingelicht
door de commissaris van de Koningin.
De gemeente waar dhr. Van Velzen nu
burgemeester wordt bestaat uit onge
veer 2200 inwoners. Ze bestaat uit de
twee kerkdorpen Anna-Jacobapolder en
St. Philipsland. Hij zal er naast het
ambt van burgemeester ook de functie
van gemeentesecretaris bekleden. We
hopen dat dhr. Van Velzen, die een zeer
gezien persoon is in Krabbendijke, een
zeer aangename tijd tegemoet gaat in
j^n nieuwe gemeente.
Op 30 april a.s. (Koninginnedag) zal
PTT de diensten uitvoeren als op zon
dagen.
Er zal die dag geen postbestelling zyn
en in de nacht van 29 op 30 april rijden
geen nachtposttreinen.
Ook voor de telegraaf- en telefoon
dienst geldt de zondagsdienst.
Felicitatietelegrammen, bestemd voor
H.M. de Koningin, kunnen reeds voor
30 april worden aangeboden met het
verzoek tot aflevering op de verjaar
dag van Hare Majesteit.
De Vereniging van Orgelvrienden
(V.V.O.) vergadert zaterdag 23 april a.s.
des nam. 7.15 uur in de Lutherse Kerk
te Zierikzee. De commissie-Kerkbouw-
Liturgie verzorgt ditmaal de inleiding.
Een der leden van voornoemde com
missie, de heer G. Rietveld te Oolt-
gensplaat, zal refereren over het onder
werp: „De kunstenaar en zijn kunst",
gevolgd door bespreking. Verder zal de
orgelreis op 4 juni a.s. worden bespro
ken en de werkzaamheden voor de vol
gende vergadering. Na afloop van de
vergadering zal het orgel in genoernde
kerk worden bezichtigd en zal de heer
Faber het orgel bespelen.
schitterend bezit
voor altijd!
Hoogstraat 164-152
Beyerlandselaan 176
Rotterdam
Bonden, adviseren:
In verband met de viering van de
verjaardag van Koningin Juliana op 30
april adviseren de vier centrale Mid
denstandsbonden en de Raad voor het
Grootwinkelbedrijf hun leden plaatselijk
over een regeling te overleggen. De
feestdag valt dit jaar immers op een
zaterdag, zodat plaatselijke en/of be
drijfsomstandigheden meer dan anders
van betekenis zijn. Indien geen lokale
regeling wordt overeengekomen, beve
len de organisaties de leden aan om,
indien enigszins mogelijk, vanaf 13.00
uur te sluiten.
-O-
VEKLENGÏNG PREMIEBETALING
INVALIDITEITSWET
De Minister van Sociale Zaken en
Volksgezondeheid heeft de termijn,
waarbinnen de mogelijkheid tot aan
vulling van het verschuldigde aantal van
150 premiën ingevolge de Invaliditeits-
wet openstond, verlengd tot 1 jan. 1967.
In beginsel zal nu iedere verzekerde,
die op 1 januari 1965 nog geen 150 pre
miën had, het tekort kunnen bijbetalen.
De alsnog bij de Raad van Arbeid te
betalen premiën, zullen voor de vervul
ling van de vereiste wachttijd in aan
merking kunnen worden genomen. Ech
ter onder dit voorbehoud, dat de inva
liditeit is ontstaan meer dan drie jaren
na de aanvang van de verzekering,
doch in ieder geval vóór 1 jan. 1965.