len honger
in India
De iieer J. H. v. d. Ster tot gem.-
secr. van Diriisland benoemd
Meditatie
Wi
F^C.KDRTEHEGkZOOKI
jaargang
Vrijdag 11 maart 1966
No. 3469
nge
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
.m
iVADOORsJ
LAAT
LAAT
LAAT
De vrijgelcochten des Lams
Uw auto is als een baby:
Zeer kv\/etsbaar
Tanic MOBIL benzine
Fruitmanden en Fruitbakjes
ffDe Fruitcentrale
Raad volgde niet de voordracht van B. en W.
ir Veel gepraat over het instellen van
commissie van Bijstand
VOOR BETER f^
Autobus kantelde
langs dijktalud
OOSTFLAKKEE
Spreek-
en zittingsuren
Brtllant -
van Andel
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Eedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 2017 Giro 167930
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS 2,75 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
is met India nu toch wel een heel
jrlijke zaak. Daar heeft het hele
iandse volk in al zijn geledingen,
en minder goed bedeelden, kleu-
it en met bejaarden, in een spon-
,ctie vergezeld van klokgelui, ge-
'eerd door alle publiciteitsmedia,
joen gulden bijeengebracht voor
end India. Daar hebben de Ver.
Engeland, Italië, België, Noor-
en West-Duitsland in soortgelijke
eveneens grote geldsommen inge-
En daar bereiken ons uitla-
Hj^ ^%^^E Indiase premier mevr. In-
^^1 K. BKjandhi en anderen, dat er geen
n^ ^^BHEsnood is en op vnrevelige toon
H^k ^J BB medegedeeld, dat India zich niet
^^IHwernederen door buitenlandse hulp
ipteren! De oppositie in het parle-
;ei: zo verliezen we ons zelfres-
;s het wonder, dat ons volk zich
gt of deze inzameling niet op
sverstand berust, op onvolledige
aties en of we niet tevergeefs ge-
hebben. In ieder geval heeft ze
n bittere nasmaak. Een paar we-
|eleden schreven we een artikel
;er in India" en nu moet er één
over „Geen honger in India?"
een vreemde geschiedenis.
:n we eerst vaststellen, dat volgens
mners van India, ook volgens des-
ie Nederlanders, die pas terug zijn
land en er zich veelzijdig hebben
teerd, met zekerheid kan worden
I, dat er wel degelijk in bepaalde
en binnenkort hongersnood dreigt
er in vele delen van het land
lermanente ondervoeding bestaat.
in de armste staat Kerala is de
kritiek: daar zal zeker zonder
ien half miljoen mensen van hon-
ÊÊM jl^Krven. Volgens de Wereldgezond-
Jk W^ ISIB'^'^ sterven er elke dag 50.000
wi ^^^1 aan ondervoeding. ledere mor-
Igen frekken wagens door de grootste
steden om gestorvenen van de straat op
;e halen. Men is daar blijkbaar zo ge-
I V3n OU! geraakt aan de permanente el-
isnde, dat het niet eens meer opvalt als
ir talloze mensen omkomen.
n Hl O mi] Minister Bot, die de ontwikkelings-
■IMIVUllig^ulp verzorgt, heeft aan een redacteur
Jta „Elsevier" verklaard, dat er mo-
4 95 nu f Sipfinteel geen ramptoestand heerst, maar
oiP*^'" gevaar is voor hongersnood
4,95 nu f oiln de komende maanden.
8,50 nu f 2|IL?Mndiase minister van voedselvoor-
f 9.r^^^^ Subramaniam voorzag in april,
A,iO nu I ft-iiei .èn juni een kritieke periode en
2,95 nu f 3|l^*tte daarom wel actie nodig, temeer
bmdat er ook tijd nodig is voor aankoop
iverscheping en distributie. Het staat
onze Kwa%us wei vast, dat het Indiase volk alles
Wat uit Westelijke landen erheen ge
stuurd wordt, heel goed kan gebruiken.
1^1^^ I Intussen zal deze merkwaardige gang
{|\5>LAINf.^ zaken toch wel aanleiding moeten
mn tot nadere bezinning over de wijze
(01877) 4fan hulpverlening aan de ontwikke-
pngslanden. Idealisten in ons land en
Jaarbuiten willen deze hulp ieder jaar
♦♦♦♦♦♦*''Wterk opvoeren, maar afgezien van de
-jvraag wat er tenslotte van al die hon
derden miljoenen terechtkomt, staan we
fc- tfE"!! llK ^®"- lüeuw probleem
Vtlt'ip- dat de hulp blijkbaar met zeer ge-
Imengde gevoelens wordt aanvaard of
InSrniS '«elfs afgewezen. Hierover zal klaarheid
moeten komen alvorens we verder gaan
dag 8 maart ISJP de weg van internationale hulpver
lening.
liddel 11.5%ederlandse journaUsten, die India pas
Iers 14,—. A^lhebben bezocht of er nog zijn, hebben
Me indruk, dat de regering er ook op
gebied van de voedselvoorziening
worstelt met enorme moeilijkheden,
k NiCU'?^^ ^^t men daar niet voor wil uit-
Komen. De binnenlandse politiek speelt
■rreniTK grote rol. De oppositie
«»^n dMiver4^"^*/e regering enerzijds, dat India
SommS fcf"^ zelfrespect verliest als het de bui-
Sommelsüij ^ma^^gg j^^jp aanvaardt
«n anderzijds, dat zij niet in staat is de
m^ <-^^onpndiikil°"^n'' bannen. Misschien is er
m- Groen-nuj partijen ook wel enige schaamte
Si"tt twintigjarige onafhan-
pijMieid de opeenvolgde regeringen er
aog|teeds niet in geslaagd zijn de toe-
paiden enigermate te verbeteren, maar
F er op dit gebied nog altijd een chaos
|Mrst. Daarbij komt, dat de Indiërs een
f^.ssvoel van eigenwaarde hebben
M net daarom vernederend vinden af-
RKelijk te zijn van de liefdadigheid
pi het Westen. Er is wrevel en ge-
,,T noiig-«ir^^ ^'°^- ■want ze zien, dat ze zelf
^- cnneefv^r '^='3* ^yn de sociale toestanden
»r. v. d. Booge v^ ^gjg^^ economie op hoger peil
»To«T 4T «L i?"5*^" <^s^s worden eer slechter
NSPLAATflan beter en anderzijds, dat ze zon-
frt. De 'an buiten steeds dieper in het
if^frtsinl^.>^'■binken. Het zal in elk geval
H.K.H. P"nse|pdigz^jn, dat er opheldering komt over
^rmenJl'S'^ "^en nu al of niet hulp in
■amma safs';:™gerlei vorm wenst te accepteren.
fciUe vanaf ^uaarbij ,,,i ook de overweging wel een
dgang °°^',,t:™^,J'e dat India door aanvaarding
op Het Mar,«van te ifhankelijk wordt van het
lonoptocMj «esten, la-wijl het zo graag een niet-
a de O.L.sc»^ Sponden staat wil zijn.
ons vorige artikel over India heb-
OoJlX^ ^1 één en ander gezegd over de
fcri deplorabele toestand,
WiS° verkeert. Er heersen op
j.-itstan^ ^'^'^'^d "°g middeleeuwse toe-
»ndent6''L „o ',''e grond wordt slecht bewerkt,
,Ët 1 primitief bevloeid, men wors-
♦*kordel''h(.n ^'ansport- en distributieproble-
\W LTjl^" 'loog percentage analfabeten,
jiyÉi|en burgerlijke stand, heel veel
.dministratie i^jMM^omt zwarte handel, de
;nd copy ,J|!WPaciteit is veel te gering, de hy-
t a.s. vrudag' '™™e toestanden zijn onvoorstelbaar
e zenden i^pi.Laïïiprocluktie is veel te laag, de
het persone'^ BoSek ontwikkeld, pe-
beneS^ "droogten decimeren de op-
pwigsi van de landbouw enz. enz. De
Vis
Vis
V. Lente
d. Welle
Noordijk
lOon
d. Broeke
van Gulik
Jrussel
allen mee
In
Opdat Hq degenen, die onder de
wet waren verlossen zou
(Galaten 4 5a)
Laatst wou 'k een bezoek brengen op
een boerderij en probeerde door de
voordeur binnen te komen. Maar dat
lukte ditmaal niet. Ik moest de achter
deur maar nemen. Zo wou 'k het nu ook
met onze tekst doen. Ik wilde met het
woordje verlossen beginnen. Dat is zo
goed als het laatste woord van dat ge
deelte van onze tekst, waar we een
ogenblik bij willen stilstaan. Verlossen
betekent hier loskopen. Vroeger waren
er gevangenen, die b.v. op zeeschepen
dienst moesten doen als roeiers. Dat
was een vreselijk zwaar werk. Als zij
niet genoeg hun best deden, kregen ze
bovendien striemende zweepslagen. Vrij
waren ze nooit. Want als deze gevan
genen niet roeiden zaten ze opgesloten.
Welke hoop hadden deze mannen? Geen
enkele hoop dan deze tenminste als
zij door zeerovers gevangen waren
dat zij nog eens vrijgekocht zouden
worden. Dat was niet onmogelijk. Ik
meen wel eens gelezen te hebben, dat
somtijds in Algiers Hollanders werden
vrijgekocht, die door zeerovers waren
gevangen genomen.
Lijken wij mensen uit het Zeeuwse
taalgebied een beetje op die gevange
nen, die als slaven moesten werken? In
zekere zin van nature allemaal. Wij zijn
allen in het geweld dus onder de heer
schappij des duivels. Toch wilde ik het
ditmaal niet over allemaal hebben. Daar
is op aarde een bijzonder volk en dat
volk daar is Christus voor gekomen om
hen vrij te kopen. Dat bijzondere volk
wordt in onze tekst genoemd „degenen
die onder de wet zijn". Een mens van
nature leeft zonder wet. Ook de Fari
zeeër moeten we hierbij rekenen. De
Apostel Paulus zegt immers van zich
zelf: eertijds leefde ik onder de wet.
Daarna pas geviel het, door Gods ge
nade, dat de wet inkwam. Mijn lezer u
zult mij hier de vraag niet kwalijk ne
men of gij aan deze twee scherp afge
scheiden toestanden kennis hebt? Is er
ook bij u een eertijds toen ge zonder
wet leefde en een daarna, toen de wet
Gods bij u is ingekomen en ge dus on
der de wet gedaan zijt? Mischien zijn er
reeds grote veranderingen in uw leven
voorgevallen. Eertijds waart ge onge
trouwd, maar nu zijt ge gelukkig ge
trouwd. Eertijds ging ge maar zo ge
woon naar een kerk, maar nu gaat ge
naar een zeer bijzondere kerk. Dat dan
beide heel goed zijn, maar het is toch de
zaak niet, waar het in een mensenleven
om gaat. Dit is om te beginnen het
voornaamste: of de wet Gods bij u inge
komen is. Daar zijn zoveel mensen, die
menen dat zij levende mensen zijn, ter
wijl zij nog nooit gestorven zijn door en
aan de wet.
Misschien dat iemand nog zin heeft
om nu' verder door te lezen. Voor hem
of haar stellen wij de volgende vraag.
Wat gebeurt er als iemand onder de wet
gedaan is? Dat zal ik u vertellen. Eer
tijds wist hij van geen zonde. Het kan
best zijn, dat hij uitstekende preken
hoorde, maar dat veranderde aan de ei
gendunk niets. Zo'n man zegt: ik ben
goed voor mijn vrouw en mishandel
mijn kinderen niet, wat doe ik dan voor
kwaad?
Maar zie, nu komt de wet Gods in het
hart. Deze wet wijst een zondige daad
aan in het dagelijkse leven. Die man
heeft een speelpop je, een aangename
zonde. Hij steelt van de tijd van zijn
baas, of hij steelt hout of ijzer of wat
anders. Hij vloekt, hij bedreigt, hij
scheldt graag. Hij houdt van vuile praat
of vuile gedachten. Hij is trots op z'n
eigen prestaties. Vult u zelf deze lijst
maar aan. Wat gebeurt er nu. De wet
Gods houdt hem de spiegel voor. Daar
in ziet hij, dat hij tegen God zondigt.
Kleine zonden worden in deze spiegel
hemelhoge bergen. Het begint dikwijls
met één zonde. Doch dan breidt het zich
uit. In het dagelijkse leven ziet hij tel
kens weer nieuwe zonden. Nu durft hij
niet meer te zeggen, dat hij zo goed
is voor vrouw en kinderen. Hij is voor
niemand goed of voor niets goed. Hij is
de zelfzucht zelf. Hij bidt niet genoeg
voor zijn kinderen, hij spreekt helemaal
niet genoeg met ze. Hij doet allerlei din
gen, die in strijdt zijn met Gods wet.
Hij is van binnen zo verdorven, dat hij
geneigd is j;ot alle kwaad. Het is ver
schrikkelijk, wat er in z'n binnenste
soms omgaat. Hij is vleselijk verkocht
onder de zonde. Hij ziet het bij elke
stap in het dagelijkse leven. Wat doet
nu die wet? Die wet legt een zware
druk op het hart. De psalmist bad:
„Verzoen de zware schuld". Als een
man of vrouw onder de wet gedaan is,
ziet deze niet alleen iets, doch gevoelt
ook iets. Hij gevoelt de zware schuld en
de toorn Gods en de onuitsprekelijke
ledigheid der ziel buiten God. De wet
veroordeelt deze mens tot de geestelijke,
tijdelijke en eeuwige dood. De wet ver
vloekt de mens. Nooit zal hij van onder
die wet komen uit en van zichzelf. Maar
God heeft zich ontfermd over degenen
die onder de wet waren. Dat is dus over
hen, die een eertijds kennen ten opzich
te van de wet en een nu. God heeft
Zijn Zoon gezonden, opdat Deze dege
nen, die onder de wet waren verlossen
zou. Ik geloof, dat ik prediken mag, dat
deze allen verlost worden. Zij zijn al
verlost op Golgotha. Doch daarmee is
de toepassing nog'niet gegeven. Als ie
mand op de galeien zit en de losprijs is
betaald, moet die loskoping hem wor-
agrarische produktie stijgt wel, maar
lang niet voldoende. De grote graante-
korten moeten steeds worden aangevuld
met Amerikaanse overschotten. De zo
hoog nodige industriële expansie wordt
geremd door financieringsmoeilijkheden.
Het land ontvangt elk jaar één miljard
dollar uit de „Aid to India Club", waar
in tien landen participeren o.a. Neder
land, dat ieder jaar er 40 miljoen aan
geeft tegen SVo, die voorlopig niet be
hoeven te worden afgelost.
Ondanks al deze hulp in allerlei vorm
gaat de toestand achteruit. De kosten
van levensonderhoud stijgen snel, dus
neemt de inflatie toe, terwijl goud- en
deviezenreserves snel afnemen, in 1964
van 600 tot 500 miljoen. Daarbij komt
dan nog de dwaasheid van de oorlog
met Pakistan over Kasjmir, die zo'n
armlastig land zich helemaal niet kan
veroorloven.
En bovendien ook nog de dreigijng van
Rood-China aan de noordgrens, waar
door India te veel geld moet uitgeven
voor de defensie.
Nergens ter wereld heerst zulk een
enorm stands- en klasseverschil als in
dit land. Het particulier goudbezit
wordt er geschat op 15 miljard gulden,
maar dit is in handen van een kleine
bovenlaag, de „happy few" (gelukkige
weinigen). Die houden geen inzamelin
gen voor de armen. En daar staan dan
de vele miljoenen paria's van de maat
schappij tegenover, die kreperen van
honger, want ze worden veracht en ver
stoten. Van medelijden met deze pau
pers is geen sprake.
En zo komen we tot de kern van de
zaak. Waarom handhaaft deze sociale
wantoestand zich de eeuwen door tot
vandaag toe? Waarom breken daar geen
sociale revoluties uit? De verklaring
daarvoor is te vinden in de mentaliteit
van de Indiërs. De grote massa is Hin-
doeïst, een nieuwe vorm van het oude
Brahmanisme. Het is een soort gods
dienstfilosofie met goden als Visnu en
Siva en met een fatalistische levensbe
schouwing d.w.z. men gelooft in een on
vermijdelijk noodlot, dat het leven van
ieder bepaalt. Wie dus als paria gebo
ren wordt, heeft dit maar te aanvaar
den. Vandaar het kastenstelsel, dat op
papier is afgeschaft, maar taai voort
leeft. Een grote rol speelt ook de leer
van de zielsverhuizing d.i. het overgaan
van de menselijke ziel bij het sterven
in een ander menselijk of dierlijk li
chaam. Daarvoor is dus reïncarnatie of
wedervleeswording nodig. Prof. Berk
hof, die zelf India uit eigen aanschou
wing kent, vertelde daarover onlangs
het volgende typerende verhaal: een
28-jarige Indiër, t.b.-patiënt, weigerde
geneeskundige behandeling. Hij had in
een vorig leven gezondigd en wilde nu
zo spoedig mogelijk sterven om het in
een ander leven beter te krijgen! Zo zijn
ook rijken en armen door God of de
goden gewild.
Wat moet men nu tegen zulk een
volksmentaliteit beginnen? Ze zit zo
diep geworteld en men hangt bovendien
zo sterk aan eeuwenoude tradities, dat
de strijd ertegen hopeloos schijnt. Wij
len premier Nehroe, die een moderne
humanist was, ergerde er zich ook door
lopend aan, omdat ook zijn pogingen tot
verheffing van zijn volk erop stuk lie
pen. Hij sprak meermalen van „dat ver
vloekte bijgeloof, waarmee hij dan het
Hindoeïsme bedoelde. Uit alles wat we
lezen en horen over India valt de con
clusie te trekken, dat de lijdelijkheid
van dit volk oorzaak zal zijn van de
mislukking van alle pogingen om de
economie en de sociale toestanden te
verbeteren. Dit is wel zeker, dat India
nog heel lang het speciale zorgenkind
van de wereld zal blijven.
Naschrift, bestemd voor Ds. L. Vroeg-
indeweij te Delft.
Wat betreft de vraag of Eltheto dan
wel Elthato de juiste vorm is voor het
opschrift in Ooltgensplaat het volgende:
In het „Groot Woordenboek der Ne
derlandse taal" van Van Dale wordt in
de citatenlijst op pag. 2545 in de Griekse
tekst van de bede „Uw koninkrijk ko-
me" het woord Eltheto gebruikt. In het
„Handboek voor vreemde woorden" van
Dr. Huizinga staat op pag 266 eveneens
Eltheto. In een Griekse vertaling van
het hele Onze Vader vonden we ook
Eltheto. En op een verenigingsgebouw
in Den Haag, dat deze naam draagt, is
hij eveneens Eltheto gespeld. We komen
dus tot de conclusie dat dit de gang
bare spelling is. Dat in de Nestle-uit-
gave van het Griekse Nieuwe Testament
Elthato staat hangt blijkbaar samen met
diens exegese van het begrip „kome".
Gezien het feit, dat blijkens bovenge
noemde voorbeelden Eltheto de meest
gebruikelijke-spelling is, ook in stand
aardwerken, blijven we deze, ondanks
de toelichting van Ds. Vr., prefereren.
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEEB
Telefoon 2682 Westdijk be
MIDDELHARNIS
Mt
den bekend gemaakt en de ketenen
weggenomen. Zo is het ook bij de be
vrijding van hen, die onder de wet zijn.
Eerst moeten zij onder de we't sterven.
Allehóóp of verwachting van iets dat
zij mogelijk zouden kunnen doen, moet
hen ontvallen. Dan blijft er niets over
dan de gedachte: met mij is het uit,
voor eeuwig zal de put over mij worden
toegedaan. Dat is wat lezers.
Misschien jaren gebukt lopen onder
dat zware pak. Nergens troost kunnen
vinden. Al maar aangeklaagd door een
geschonden wet. Al maar gestreden
tegen z'n eigen boze hart. Geschreeuwd
om genade en nu niet anders dan recht.
En nu nog alles tevergeefs. Daar liggen
ze. Zij hebben alles waar ze op gebouwd
hebben losgelaten. De Heere doe, wat
goed is in zijn ogen. Zij verwachten, dat
God de Heere zeggen zal: Ga weg van
Mij. Aan zulken maakt de Christus zich
bekend en zegt: Vrede zij ulieden. Uw
zonden zijn u vergeven. En de Vader
zegt: Grimmigheid is bij Mij niet, Ik
heb u liefgehad met een eeuwige liefde.
De Zone Gods is gevonden onder de
wet. Hij heeft voor al zijn volk de straf
geheel gedragen. Door Hem is er ver
geving van zonden en een recht op het
eeuwige leven.
Mijn lezers, wie van u is zo tot zich
zelf ingekeerd, zodat gij van u zelf moet
gruwen, vanwege uw dagelijkse alma-
kingen? Wanneer gij de zonde in uw
huiselijke bezigheden, in uw bedrijf, in
uw kerkgang niet kunt vinden, hoeft gij
ze daarbuiten niet te zoeken, want dan
mist gij nog het begin der bekering.
Maar wie zichzelf heeft gezien, en dage
lijks ziet, zoals hij is, krijgt een af
schuw van zichzelf, een walg aan zich
zelf. Hij kan in ieder ander nog wat
goeds vinden, doch in zichzelf enkel
kwaad.
En dan vlucht hij naar God. O, wat
kan hij dan een moeilijke vernederende
weg krijgen. Wat kan hij dan bedroefd
worden. Doch de Heere zegt: „Ik zal
mijn hand tot de kleinen wenden". Dan
gaat alles van de mens te gronde en
dan komt er plaats voor Christus. Wat
is de weg om tot deze zaligheid te gera
ken? Haten en vlieden van de zonde,
schuld belijden voor God, bidden en
wachten, op God hopen.
Wacht op den Heer' godvruchte
schaar houdt moed.
Hij is getrouw, de bron van alle goed.
Zo daalt zijn kracht op u in
zwakheid neer
Wacht dan, ja wacht, verlaat u
op den Heer.
De vrijgekochten worden ook vrij
gemaakt. En indien Christus u zal heb
ben vrijgemaakt, zult ge waarlijk vrij
zijn.
Delft.
Ds. L. Vroegindeweij
--T NBBR Dl
NAAR DE
MIDDELHRRNIS-TEL:Z328
DIRKSLAND
Een autobus van fa. Vermaat uit
Hellevoetsluis is woensdagmorgen in
de bocht van de Staakweg bij boerderij
Nieuwenhuijzen na 15 meter langs het
dijktalud te hebben gereden, gekanteld
en op zijn linkerzijkant terecht geko
men. De bus werd bestuurd door dhr.
M. van Dam uit Ooltgensplaat, die in
West-Flakkee pendelaars zou ophalen,
die werkzaam zijn zijn bij Pakhuis
meesteren. Op de heenreis naar Oud-
dorp, plm. half zes, gebeurde het onge
luk, dat waarschijnlijk te wijten is aan
een te hoge snelheid, al is die zo is
vastgesteld niet hoger dan 65 km
per uur geweest. De chauffeur moest
door de komst van een tegenligger de
bocht goed rechts nemen. De bus kwam
in aanraking met een verkeersgeleider
en schoof over eeh afstand van 15 mtr
langs de steile dijkhelling om daarna te
kantelen. De chauffeur die dus nog
geen passagiers vervoerde kwam
door het noodluik de bus uit. Hij had
geen verwondingen. Door twee takel
wagens is de bus weer overeind gezet.
Ingaande 14 maart a.s. komt er een
totale wijziging in de Spreek- en zit
tingsuren van de burgemeester, de ge
meente-ontvanger en de directeur van
gemeentewerken, voor Ooltgensplaat,
Oude Tonge en Den Bommel, terwijl
thans voor Achthuizen ook spreek- en
zittingsuren in de nieuwe regeling zijn
opgenomen. Hiermede komt de oude
regeling te vervallen. Zie verder de ad
vertentie in dit nummer. Verder wordt
men verzocht deze advertentie uit te
knippen en te bewaren.
Het werd j.l. dinsdagavond in de te
Dirksland gehouden raadsvergadering
een hoogst spannende stemming tussen
de 3 candidaten voor de functie van ge
meentesecretaris. B. en w. hadden resp.
de heer P. Geelhoed, dhr. J. v. Dqke en
J. A. V. d. Ster op de aanbeveling ge
plaatst, welke aanbeveling overigens
niet door de raad werd gevolgd met
als resultaat dat de heer J. A. v. d. Ster
in de derde stemming met 7 stemmen de
absolute meerderheid behaalde boven
de heer Geelhoed die 5 stemmen ver
kreeg. De heer v. d. Ster was tot aan de
gemeentelijke herindeling gem. secreta
ris te Herkingen. Tot gemeenteontvan
ger werd door stemming benoemd de
heer J. van DlJk, voorheen gem. secre
taris te Melissant.
De raadsvergadering werd ditmaal
gehouden in de ruime zaal van het ver
enigingsgebouw „de Schakel" i.v.m. res
tauratie werkzaamheden aan de raad
zaal. Ruim 100 belangstellenden woon
den de vergadering bij, voornamelijk
om het punt: benoeming gemeentesecre
taris. Geen der raadsleden had behoefte
de voordracht te commentariëren of aan
nader overleg, zodat gelijk tot stemming
kon worden overgegaan. Bij de eerste
stemming verkreeg de heer v. d. Ster
5 stemmen; de heer Geelhoed 5, de heer
v. Dijke 3 stemmen en werd 1 blanco
stem uitgebracht. Er werd geen ab
solute meerderheid behaald zodat voor
de tweede maal werd gestemd met pre
cies gelijke uitslag! De derde stemming
tussen de heer v. d. Ster en de heer
Geelhoed bracht de heer v. d. Ster 7
stemmen, en de heer Geelhoed 5 stem
men, terwijl weer 1 blanco stem werd
uitgebracht. De heer v. d. Ster behaalde
de absolute meerderheid en werd als
secretaris benoemd.
Gemeente-ontvanger
In geval de heer J. A. v. d. Ster tot
gemeentesecretaris zou worden benoemd
stelden B. en w. voor de functie van
gemeente-ontvanger in alfabetische
volgorde op de aanbeveling, resp. de
heer J. van Dijke en P. Geelhoed. De
heer van Dijke behaalde 9 en de heer
Geelhoed 3 stemmen; 1 stem werd blan
co uitgebracht.
College van Bestand
B. en w. stelden voor ter uitvoe
ring van de Alg. Bijstandwet een col
lege tot het verlenen van Bijstand in te
stellen. Als reden geven zij o.m. op dat
oor de gem. herindeling de taak van
et college van b. en w. aanzienlijk is
verzwaard in vergelijking met de daar
voor geldende situatie. Daardoor ont
breekt het het college aan de mogelijk
heid om op verantwoorde wijze uit
voering te geven aan de wettelijke op
dracht tot bijstandverlening aan een in
verhouding groter aantal bijstandsbe-
hoevenden. B. en w. menen derhalve dat
een speciaal met deze taak belaste in
stelling, geassisteerd met terzake kun
dige medewerkers beter op zijn plaats
is, mits enkele voorwaarden in acht
worden genomen t.w.: de leden van deze
instelling dienen zo mogelijk raadslid
te zijn; als zodanig weten zij zich ge
bonden aan hun algemene verantwoor
delijkheid; ook dient het college zo be
perkt mogelijk van omvang te zijn en
bij de samenstelling van het college
dient gestreefd te worden naar de in
breng van plaatselijke bekendheid.
De heer M. de Bonte vond het niet
consequent dat b. en w. de behandelii»g
van bezwaarschriften aan zichzelf wil
len houden terwijl wordt gesteld dat het
college beter georiënteerd kan zijn dan
het college van b. en w.
De voorzitter antwoordde dat b. en w.
de bezwaarschriften behandeld willen
zien door een onafhankelijke instantie;
het college van Bijstand kan geen rech
ter spelen in eigen zaak! Overigens
worden er verhoudingsgewijs veel min
der bezwaarschriften ingediend.
De heer de Bonte waarschuwde voor
tweedracht in de commissie; hij wilde
dat b. en w. het college in de behande
ling van bezwaarschriften kennen.
De voorzitter zegde toe dat dit onge
twijfeld zal gebeuren, er wordt „hoor
en wederhoor" gepleegd.
De heer van Prooyen constateerde z.i.
een Babylonische spraakverwarring. „De
Bijstandwet kent èn de commissie van
Advies en het college van Bijstand die
de taak van B. en w. uitoefent. Als er
gesteld wordt dat er steeds moet wor
den overlegd kunnen we beter een com
missie van Advies instellen" gaf hij te
kennen.
De voorzitter corrigeerde, dat de com
missie van Advies zich niet bezig mag
houden met verlening van bijstand; wel
enkel met het geven van advies van de
algemene aspecten van de Bijstandwet.
„Als er behoefte zou bestaan aan een
commissie van advies kan die worden
ingesteld maar dan zien we door de
bomen het bos niet meer" vreesde de
voorzitter.
„Het college van Bijstand zit niet
naast maar op de stoel van B. en w."
bracht de heer van Prooijen in het mid
den. „B. en w. zijn al van meerdere ta
ken ontlast, de wethouders die zo graag
wethouder wilden worden moeten er
maar flink aan trekken, ze worden er
voor betaald".
Voorz. „Daar komt de aap uit de
mouw, dat is eigenlijk de kern van uw
betoog!"
De voorzitter wees erop dat de wet-
houderswedden nog niet eens zijn vast
gesteld.
Van Prooyen: „Wees maar niet onge
rust dat dat niet goed komt".
De voorzitter gaf een opsomming van
de vele bezigheden van het college van
b. en w. waardoor zij genoodzaakt zijn
sommige bevoegdheden aan de raad te
delegeren, waardoor de raad meer be
trokken wordt bij het uitvoeren van het
gemeentebestuur. Spreker betreurde het
dat nu de gedachte werd uitgesproken
dat b. en w. werk willen afschuiven.
Van Prooijen: „U maakt een handig
draaitje". U had een commissie van ad
vies kunnen instellen, dan houden b. en
w. de touwtjes in handen. De Alg. Bij
standwet bevalt nog niet; als alles toch
bij b. en w. moet komen, waarom dan
geen commissie van Advies ingesteld?
De heer van Prooyen vervolgde: „Laat
de wethouders hun wijze hoofd erover
buigen". Spreker sprak zich niet uit te
gen het voorstel, hij zei het te betreu
ren dat nog te veel kleinere gemeen
ten het teveel in de sfeer van de Ar
menwet trekken.
De voorzitter verzekerde dat in de 3-
vroegere gemeenten normen golden die
boven die van Amsterdam en Rotterdam
uitstaken.
De heer van Prooijen was voor het
voorstel mits de raad een vinger in de
pap houdt; „Ik wil ze begeleiden" gaf
hij te kennen.
Voorz.: „Dat kunt u, er zitten raads
leden in de commissie."
De heer C. van Es begreep dat het
voor b. en w. ondoenlijk zou zijn alle
aanvragen te behandelen; hij vond het
juist dat er uit elke woonkern een ver
tegenwoordiger in het college komt. Spr.
begreep dat niet het college van Bij
stand de bezwaarschriften kan behan
delen omdat zij tegen eigen besluit zou
moeten procederen.
De heer Poortvliet voelde niet voor
het instellen van het college, hij wilde
het geheel aan b. en w. houden, mede
schitterend bezit
voor altijd!
Hoogstraat 164-162
Beyerlandselaan 176
Rotterdam
i.v.m. een discrete behandeling. „Ze
hebben al meerdere taken afgestoten en
kunnen het zelf wel" was zijn mening.
De voorzitter antwoordde dat het door
de heer Poortvliet geopperde bezwaar in
feite niet bestaat. Zowel het college van
b. en w. als het college van bijstand be
staan uit 3 leden. Wetend dat de heer
Poortvliet een tegenstander van com
missies is zette de voorzitter uiteen dat
de commissies die tot dusver zijn inge
steld al vóór de samenvoeging beston
den; de enige nieuwe is de Commissie
Gemeentewerken. „Het is aldus de
voorzitter niet een kwestie van af
stoten maar van effectief werken". B.
en w. hebben een volle dag nodig ter
behandeling van de lopende zaken en
het zich beraden op de toekomst; als b.
en w. de aanvragen zouden moeten be
handelen vreesde de voorzitter dat de
ze niet de nodige aandacht zouden kun
nen krijgen.
(Vervolg pag. 2, Ie kolom)