ÉilMIDEfl-rtlEUWS
IVOROL
K9.SJ!?Dqnipo
KOLFF
Tegen fluoridering
driniiwater
Orde van de dienst
Be Bruid van
lichokland
Diijes en Daijes
blad
Vrgdag 4 maart 1966
No. 3467
Tanden blank-Adem fris
Onbetwist de beste tandpasta
KOLFF - Middelharnis
i^ i^ ir
INGEZONDEN
GESCHENK CORPS DIPLOMATIQUE AAN BEATRIX EN CLAUS
22 miljoen voor
India
Hoedemaker en het ChristeUJk
onderwUs Hoedemaker en het
sociale vraagstuk.
t Misschien is er een enkele lezer die
lich nog herinnert, hoe ons gesprek,
Inige weken geleden op de figuur van
hoedemaker kwam. We waren zo ge-
Leid door het leven en werk van deze
lonbegrepen denker", dat we bijna de
lanleiding zouden vergeten.
t Die aanleiding bestond hierin, dat we
fiankbaar moeten zijn voor onze Chris-
lelijke scholen en het onderwijs dat onze
kinderen daar mogen genieten. Maar
Ve signaleerden ook het gevaar, dat de
Christelijke school voor velen doel m
tichzelf is geworden; dat we tevreden
lijn wanneer wij voor onze kinderen
Christelijk onderwijs hebben, en dat we
He rest hebben prijsgegeven aan het on-
leloof. En we citeerden toen de bekend
leworden woorden van Hoedemaker:
tDe Christelijke school is de afgod van
Ins Christenvolk geworden
I Het Christelijk onderwijs, waarvan
bns volk de zegen heeft ervaren, zal het
lewicht zijn dat het naar de diepte
tekt."
Daarmee is natuurlijk geen kwaad
jvoord over het Christelijk onderwijs
lis zodanig gezegd. Daarmee is zeker
iiiet gezegd dat Hoedemaker voorstan-
Ber van het openbaar onderwijs zou zijn
Éeweest. Openbaar onderwijs betekent
fo de praktijk neutraal onderwijs. En
ha alles wat we van Hoedemaker heb-
ben gehoord, zullen we begrijpen dat
neutraliteit een woord was, dat in zijn
voordenboek niet voorkwam. Neutraal
lijn, op welk gebied dan ook, stond voor
hem gelijk met verloochening van
::hristus. En daar hij Gods Woord ge
zaghebbend achtte op elk levenster
rein, zag hij niets liever dan dat ook
net zogenaamd openbaar onderwijs
Itond onder de tucht van het Woord
3ods. Met instemming haalde hij soms
het woord van Groen van Prlnsterer
aan: „Het nationaal onderwijs is het
Christelijk onderwijs"
Ook ten aanzien van het Christelijk
karakter van het nationaal onderwijs
|ag hij een taak voor de overheid. De
bprichting en instandhouding van scho
len is in eerste instantie het werk van
particulieren. Blijven deze in gebreke,
dan behoort de overheid het initiatief
|e nemen. Voor de zuiverheid in de leer
pchter is de plaatselijke kerkeraad ver
antwoordelijk.
Maar Hoedemaker besefte wel, dat dit
Kdeaal in zijn tijd niet te verwezenlij-
Kén was, daarvoor was „het Christelijk
gehalte van ons volk te verwaterd."
Praktisch zat er dus niets anders op
dan bij wijze van „noodoplossing" Chr.
|cholen op te richten en te proberen
net dit Christelijk onderwijs ook kin
deren van ongelovigen te bereiken. De
Christelijke school heeft bij Hoedema
ker dan ook een sterk evangelisatorisch
karakter. Van samenwerking met ande-
je kerken was hij niet afkerig, maar
"ioedemaker zou Hoedemaker niet zijn
geweest, als hij daarbij de kerkelijke
'problematiek naar de achtergrond had
laten verdringen, daarvoor was zijn den-
icen te sterk op de vaderlandse, natio
nale kerk gericht. „Wij Hervormden,
gullen Christelijke scholen oprichten
net waarborgen voor een gezond Bij
bels, confessioneel karakter, en we heb-
_ben er niets op tegen dat anderen er
"gebruik van maken; maar samenwer
ken alsof hun verhouding tot de Kerk
de verhouding tot Christus niet raakte
dat nooit!"
^Kei
^^Krri
■!Ïr -^ tV
Het levenswerk van Hoedemaker
speelde zich af in een tijd, waarin de
arbeidersbeweging in opkomst was en
de Kerk bij wijze van spreken met de
neus op het sociale vraagstuk werd
gedrukt. De man die een open oog had
oor de tijd waarin hij leefde, kon dit
Taagstuk niet uit de weg gaan. Ook al
leeft hij zich niet diepgaand en opzette
lijk met de sociale problemen bezig ge
houden, hij heeft er toch hier en daar
woorden over gesproken, die ook nu nog
het aanhoren waard zijn.
In alle plaatsen die hij als predikant
heeft gediend (Veenendaal, Rotterdam,
Amsterdam) kreeg hij uiteraard met de
erbarmelijke sociale toestanden der ar
beiders te maken. Het is opvallend hoe
hij telkens weer ook hierin dacht hij
kerkelijk! opkwam voor het recht
van de diaconie en niet toestond dat de
publieke liefdadigheid en de maatschap
pelijke instellingen deze taak van de
diakonie overnamen. Scherp merkte hij
over de staatszorg op: „Achter ieder col
lectebusje kan men de lachende tronie
van het socialisme bemerken. Het is een
bedéling die niet Christus, maar de
goedheid van de mens verheerlijkt."
Eenmaal heeft hij een preek aan dit
onderwerp gewijd. Het was in 1893 in
Amsterdam, toen hij preekte over de
tekst uit Lucas 12 13-14: „En één uit
de schare zeide tot Hem: Meester, zeg
mijn broeder dat hij met mij de erfe
nis dele. Maar Hij reisde tot hem:
„Mens, wie heeft Mij tot een rechter of
scheidsman over ulieden gesteld?"
In deze preek, die is uitgegeven on
der de titel: „Het sociale vraagstuk tot
Christus gebracht" zei hij onder meer:
„Achter deze man staan alle slachtof
fers van de hebzucht en het geweld, de
slachtoffers van al onze volkszonden en
kwalen, staan de armoede, het gebrek,
de kommer, de achteruitgang in zaken,
de concurrentie, de werkloosheid, staat
het maatschappelijk vraagstuk van on
ze tijd, en wij vernemen in andere be
woordingen, maar in dezelfde geest de
vraag, de eis: bied ons de hand, o Chris
tus, opdat Uw geestelijke overmacht ons
verzet steune en Uw invloed ons het
deel van het goed verschaffe, dat onze
broeder bezit en dat door ons wordt op
geëist Daal af, o Christus, van Uw
geestelijke hoogte, en beslecht deze
strijd, los die vraagstukken op, neem die
misstanden, die wanverhoudingen weg".
„Vele en velerlei middelen worden
aangewend tot leniging van de maat
schappelijke noodmaar zij verto
nen allen éénzelfde kenmerk, en ver
raden hiermede éénzelfde oorsprong.
Dat is, dat zij allen de gevolgen der
zonde bestrijden en derhalve passen bij
de methode die de man uit de schare
aan de Heiland zocht op te dringen".
„De religieusiteit dreigt in philan-
thropie op te gaan".
Nu, meer dan 70 jaar nadat Hoedema
ker deze woorden uitsprak, behoeft het
voor ons geen vraag meer te zijn of hij
ook deze zaken helder heeft gezien. De
kerk is door de staat hoe langer hoe
verder van haar terrein verdrongen,
misschien wel mede omdat ze in de vo
rige eeuw haar verantwoordelijkheid
niet voldoende heeft beseft. En thans
lijkt de balans naar de andere kant door
te slaan, doordat in veler prediking het
evangelie van vrije genade is vervangen
door de boodschap van sociale gerech
tigheid en de oproep tot radicale mede
menselijkheid. Zo is ook de kerk voor
een groot deel achter die man uit de
schare gaan staan, die Christus wilde
laten optreden als een sociaal hervor
mer.
Hoedemaker heeft deze ontwikkeling
voorzien, maar hij heeft daarover nim
mer uit de hoogte geoordeeld. Dat de
kerk niet meer getuigen kon en dat de
overheid haar roeping niet meer kon
vervullen, dat heeft hij als zijn per
soonlijke schuld beleefd.
„De zonde der Kerk, dat zijn uw en
mijn zonden hebben de weg gebaand
voor de revolutie."
Laten we ons deze woorden voor ge
zegd houden in een tijd van arbeidson
rust en stakingsdreiging
Waarnemer
voor veilige verzekeringen en
lage premies
Bijzonder snelle schade
afwikkeling
Zeer scherpe tarieven voor
autoverzekeringen en.
na 1 jaar schadevrij rijden
reeds 20<'/<i korting.
Financieringen.
VOORSTRAAT 36
TELEFOON (01870) 2012.
B\ina een eeuw assurantie
agenten.
RIJMEN VAN TIJMEN
Nederland rookt straffer.
Dan een jaar geleen.
Nog meer sigaretten,
Rookte iedereen!
Er zijn nog meer pakjes.
Van dat spul gekocht.
'k Vraag me af of d' actie.
Dus wel helpen mocht!
Weer zoveel miljoenen,
In de as gelegd.
Het bekomt de beurzen
Plus de magen slecht!
Allemaal in spanning.
Om wat komen gaat.
Zijn er Maartse buien?
Misschien is 't héél kwaad!
Misschien toch een beetje,
De oranjezon.
Allemaal nieuwsgierig.
Naar de bruidsjapon!
En de meesten weten,
Er al alles van.
Zodat men de stoet dus.
Zowat schilderen kan.
Maar 't is alles anders,
Op de tiende maart.
Er zit in dat alles.
Wel een zekere vaart.
lV
Schoonmaak gluurt bij velen,
Ietwat om de hoek.
Schoonmaakplannen immers.
Gaan er in als koek!
Reeds is de „begroting".
Nu al opgemaakt.
Maar er dient voor alles,
Hier ook weer gewaakt.
Prijzen zijn gestegen.
Dit jaar geen behang.
En voor 't verfkwast] e
Zijn we reuzebang!
Vele doe het zelvers
Zijn al aan de slag
Waar blijft nu de vrijheid.
Op de zaterdag?
Tij men
dr. J. R. Jansma, arts te Hilversum
Het is met grote belangstelling, dat ik
de strijd volg die de heer P. Grinwis
op Goeree Overflakkee tegen de fluori
dering van het drinkwater voert. Prof.
de Gaay Fortman schreef mij eens (3
maart 1962) dat de fluorideringskwestie
principieel duidelijk is en zijns inziens
niet moeilijk.
De principiële kwestie, het afwijzen
van dwang en het behoud van de ver
antwoordelijkheid, wat het eigen
lichaam betreft, is inderdaad het voor
naamste punt in de fluorzaak, en die is
wel afdoende door de heer Grinwis toe
gelicht.
Het is wel een droef teken van deze
tijd, maar de meerderheid der NedeA
landers vraagt niet naar principes maar
zegt: als het goed is en onschuldig, geef
mij dan maar fluor. En dan komen de
moeilijkheden voor de raadsleden want
over het nut en de onschuld van fluor
voor het gebit en de rest van het
lichaam bestaat verschil van mening
tussen medici.
Voor het gemak zal ik puntsgewijze
deze kant der zaak behandelen.
1. Het nut.
Van vele onderzoekingen wordt als
resultaat opgegeven, dat een verminde
ring van het tandbederf optreedt of een
vertraging met enige jaren, d.w.z. bij
laag fluorgehalte 1,2 mgr. per liter wa
ter op 14 of 15 jaar. Hoe dit op hogere
leeftijd gaat is niet voldoende nagegaan
alleen enkele zeer aanvechtbare statis
tieken uit Amerika zouden invloed op
hogere leeftijd moeten bewijzen.
In het algemeen geeft men in Ameri
kaanse statistieken op, dat door fluor
het tandbederf met SO'/o wordt te
ruggebracht. Ook het Nederlandse on
derzoek komt tot dit cijfer, waarbij
echter moet worden opgemerkt, dat het
Tiel-Culemborg onderzoek zich beperkt
tot de gaatjes tussen tanden en kiezen,
die het sterkst worden beïnvloed door
de fluor. Het Nederlandse percentage
zou dus veel hoger moeten zijn dan het
Amerikaanse of wat meer waarschijn
lijk is, het Amerikaanse is veel te hoog.
Dit klopt met het Kassei onderzoek,
dat tot 24% vermindering komt. (een
Belgisch onderzoek gaf zelfs totaal geen
vermindering). Laat ons het Kasselcij-
fer als juist aannemen, dat betekent dat
bij een twaalfjarige in Culemborg bijv.
4 tandgaten aanwezig zouden zijn en in
Tiel dan 3. Moet daar iedereen van de
DEN HAAG: Dit is de antieke zilveren fruitstandaard die op Huis ten Bosch door het Corps Diplomatique
H.K.H. Prinses Beatrix en Claus von Amsberg werd aangeboden als geschenk voor hun a.s. huwelijk.
wieg tot het graf fluor voor slikken?
Het zelfde resultaat of nog beter kan
men met plaatselijke toepassing van
fluor, aanstippen of in tandpasta, met
fluortabletten, opgelost in water of
melk en met fluorzout in tafelzout be
reiken.
Alleen met tabletten is een nauwkeu
rige dosering mogelijk en kan men de
jeugd bereiken zonder de anderen te
dwingen mee te slikken.
2. Schadelijke bijwerkingen van ge
fluorideerd water.
a. overgevoeligheid, zich uitend in
huiduitslag, pijnen, asthma enz. Er
bestaat geen enkel geneesmiddel
zonder bijwerkingen.
b. chronische aandoeningen van been
deren en pezen door ophoping van
fluor. Vooral in fabrieken, waar de
arbeiders veel drinken dreigen ge
varen, op sommige afdelingen van
de hoogovens wordt wel 20 liter wa
ter per dag per persoon gedronken.
c. fluor is een enzymvergif. Enzymen
zijn eiwitachtige stoffen, die de che
mische reacties in ons lichaam mo
gelijk maken, er zijn reeds enige
honderden bekend.
Aangeboren enzym tekorten worden
steeds meer beschreven, vooral bij
de spijsverteringsenzymen komen
stoornissen voor (errors of metabo
lism). Indien niet tijdig herkend,
voeren ze tot de dood. Toediening
van een enzymvergif in het speciale
dieet .door gebruik van gefluori
deerd water bij de bereiding daar
van kan fataal zijn. Het zelfde geldt
bij te vroeg geborenen.
d. onderzoekingen waarbij een toena
me van mongolisme, kanker enz.
worden geconstateerd behoeven be
vestiging.
Onze autoriteiten zijn ook niet hele
maal gerust op de fluorwerkingen, in
een nieuw cosmeticabesluit wordt de
aanwending van fluor o.a. in tandpasta
verboden.
Maar hoe komt het dan dat de ge
zondheidsraad en het bestuur van de
maatschappij tot bevordering der ge
neeskunst zich achter de fluoridering
hebben geplaatst? Ongetwijfeld met
goede bedoelingen om de schrikwek
kende frequentie van tandbederf te be
teugelen. En ten tweede in goed ver
trouwen op de mededelingen uit Ame
rika. Van de goede trouw van die mede
delingen zijn wij niet geheel overtuigd.
Onderzoekers zien graag, wat ze ver
wachten en in het buitenland spreekt
men openlijk van invloeden der indus
trie. En onze medische autoriteiten heb
ben zich wel meer vergist. Aan onze
margarine werd verplicht vit. D3 toe
gevoegd en wel 20 eenheden per gram.
Ter voorkoming van Engelse ziekte bij
kinderen. Voor volwassenen was het
natuurlijk onschadelijk. Maar later werd
de dosis verlaagd tot 3 eenheden per
gram margarine. En nu is er uit weten
schappelijke kringen weer aandrang die
vit. D geheel te schrappen. Deze bevor
dert n.l. de aderverkalking.
Prof. de Langen schreef onlangs in
het tijdschrift voor Geneeskunde, dat
het met de fluor wel dezelfde weg op
zou gaan als met de vit. D.
Eerst zullen ook wel zeer duidelijk
schadelijke gevolgen van fluor moeten
blijken, prestige is een kwalijke zaak.
Over de verplichte jodium toevoeging
aan het bakkerszout is ook heel wat op
te merken. Wat moet men dan wel doen
tegen tandbederf. Dit is duidelijk: be
tere voeding, volkoren brood veel
groenten en fruit maar vooral minder
suiker, speciaal in de prille jeugd.
In navolging van dr. Egyedi hebben
wij dit steeds voorgestaan en het is wel
interessant dat onze medische autori
teiten met de minister van sociale zaken
en volksgezondheid voorop dit thans ook
propageren.
De fluor resultaten zijn kennelijk te
gengevallen. Als men werkelijk de voe
ding versobert zullen de uitkomsten, die
van de fluor ver overtreffen en kan
men de hele riskante fluor santekraam
over boord zetten. Daarnaast zal men
een grondige, kleuter en kinder tand-
behandeling moeten instellen, waarbij
de hulptandartsen (meisjes met mins
tens mulo en een opleiding van 2 jaar)
niet zullen kunnen worden gemist.
Over de juridische en technische be
zwaren tegen de fluoridering zullen wij
zwijgen, die komen later aan de orde.
Van de drinkwater directeuren zijn
velen tegen de fluoridering, zij zitten in
een moeilijk parket, zie het wetboek
van strafrecht.
Artikel 172: Hij die in een put, pomp
of eene ten algemeenen nutte of tot ge
zamenlijk gebruik van of met anderen
bestemde drinkwater inrichting eenige
stof aanbrengt, wetende dat daardoor
het water voor het leven of voor de ge
zondheid schadelijk wordt, wordt ge
straft met gevangenschap van ten hoog
ste vijftien jaren.
Indien het feit iemands dood ten ge
volge heeft, wordt de schuldige gestraft
met levenslange gevangisstraf of tijde
lijke van ten hoogste twintig jaren.
Artikel 173: Hij aan wiens schuld te
wijten is dat in een put, pomp, bron of
in eene ten algemeenen nutte of tot ge
zamenlijk gebruik van of met anderen
bestemde drinkwaterinrichting eenige
stof wordt aangebracht, waardoor het
water voor het leven of de gezondheid
schadelijk wordt, wordt gestraft met ge
vangenisstraf of hechtenis van ten
hoogste zes maanden of geldboete van
ten hoogste zeshonderd gulden.
Indien het feit iemands dood ten ge
volge heeft, wordt de schuldige gestraft
met gevangenis of hechtenis van ten
hoogste een jaar.
En als er ellende komt kunnen die
directeuren er zich niet op beroepen, dat
ze niet wisten, dat de fluorzouten, ook
in die concentratie van 1,2 mgr. fluor
op 1 liter water onschuldig zijn.
OUDDORP
Huisvuil. In verband met het hu
welijk van H.K.H. Prinses Beatrix met
de heer von Amsberg, wordt het huis
vuil in plaats van op donderdag 10
maart 1966, opgehaald op woensdag 9
maart 1966.
Naar wij vernemen is bij de Baarn-
se Uitgeverij Het Wereldvenster ter
gelegenheid van het kerkelijk huwelijk
van H.K.H. Prinses Beatrix met de
heer Claus von Amsberg in de Wester-
kerk te Amsterdam op donderdag 10
maart a.s. een eenvoudige uitgave ver
schenen van de Orde van de Dienst,
Ds. H. J. Kater, liturgie en Ds. J. H.
Sillevis Smitt, prediking.
Deze uitgave, waardoor velen voor
radio en t.v. dit plechtige gebeuren nog
intenser zullen kunnen meemaken, in
de boekhandel verkrijgbaar zijn. (95 et.)
Muzikale medewerking aan de Hu
welijksinzegening zal w^orden verleend
door:
Annetta de la Bij e, sopraan.
Koen van Slogteren, hobo d' amore.
Gé van Koten, hobo d' amore.
Wim Groot, trompet.
Rudolf Jansen, cembalo.
Aukje Broers, koororgel.
Corrie Jansen-Reder, cello.
het Wester Kerkkoor.
het Bach-orkest en
Hessel de Vries Jr, tweede organist,
Simon C. Jansen, dirigent en organist.
Op girorekening 100200 van de aktie
„Eten voor India" werd maandag 28
febr. 1966 aan giften nog eens ruim
f 500.000 geteld. Hiermede is de stand
van de aktie op f 22.000.000 gekomen.
Daarna'ast heeft het aktiebureau nog
70 kisten aan voedingsmiddelen, die in
natura zijn geschonken, achterhaald en
reeds naar Rotterdam vervoerd, waar
zij vandaag zullen worden ingescheept
in het motorschip „Japara". De waar
de van deze levensmiddelen moet ten
minste op f 25.000 worden geschat.
Aangenomen moet worden dat in ver
schillende plaatsen nog levensmidde
len, bestemd voor de aktie „Eten voor
India" bijeen zijn gebracht, die nog niet
aan het aktiebureau zijn gemeld.
Er wordt een dringend beroep ge
daan op diegenen die deze levensmid
delen onder beheer hebben om zo spoe
dig mogelijk hiervan telefonisch mel
ding te doen aan het aktiebureau. Van
Blankenburgstraat 6, 's Gravenhage, te
lefoon 070—392263. Ook andere goe
deren, niet levensmiddelen, kunnen,
maar dan uitsluitend schriftelijk, aan
het hierboven genoemde adres worden
opgegeven. Voor afhaal wordt dan zorg
gedragen.
tVERVOLGVERHAAL
door L. KOMBRINK
ICopyright J. J, Groen Zn. N.V.
Opeens krijgt ze een
harde stoot tegen haar elleboog en vliegt
pr een flinke scheut koffie over haar
boezelaar, die ze pas vanmorgen schoon
heeft voorgedaan. Louw grinnikt ver
polen. „En gezicht voor 'n week slecht
veer", denkt hij. De mannen lachen
prolijk om haar gemopper en Jo, de da-
deres krijgt een kleur. Haastig drinkt
vrouw Brand haar kopje leeg en zegt:
«Nu moet ik weg hoor" en haastig
Jdimt ze de trap op. Haar humeur wordt
pr niet beter op als ze in de, winkel
vee klanten ziet, die boos zijh omdat
|e volgens hun zeggen zich schor ge
roepen hebben om volk.
„Dan kun je de winkel beter sluiten",
nerkt de ene op en z'n maat voegt er
^an toe: „Op de Middelbuurt heb je
peel wat betere bediening."
E 's Middags komt er wind. Dit bete
kent, dat Louw zal vertrekken en tot
haar spijt'ziet Nanne, dat de mannen
Be zeilen gereedmaken. De kans moet
waargenomen worden, want er is slecht
weer op komst. Het is merkbaar aan het
zachte fluiten van de wind in de take-
lage van het schip. Achter de schapen-
schuur nemen de gelieven kort afscheid
wantbij Louw gaan de zaken voor
het meisje. De Schokkers wuiven het
wegvarende schip na, totdat een bui hen
naar huis jaagt. De zee wordt rumoerig.
Lang heeft ze haar krachten beteugeld
maar tegen de avond barst ze met volle
kracht los. Loeiend komen zware zeeën
uit de einder aanzetten en zij zullen
pogen om het werk van Brand te ver
nietigen. Zij zullen knagen en wroeten
aan het vastgeslagen gesteente en
schudden met alle macht aan de nieuw
geheide palissade. Maar ook zal de
storm een vruchtbare kleilaag uitvlijen
over de weilanden, en de rottende cada
vers wegspoelen van bruinvissen en zee
honden die reeds maanden liggen te
vergaan in de rietlanden. Vracht vaar-
ders en vissers komen de haven bin-
nenstuiven, met slaande zeilen en klet-
natte bemanningen. Ook op de rede
gaan vaartuigen voor anker, doch de
meeste prefereren de haven. En vrouw
Brand lacht in haar vuistje. Er is voor
raad genoeg, want eergister werd de
wekelijkse reis naar Kampen gemaakt.
Ze heeft 'n flinke kluit boter gekarnd
en het moet al raad gaan, zal ze die niet
kwijtraken.
Een bos van masten en staand want
geeft een levendige aanblik. In vele
toonaarden huilt de storm zijn lied langs
de slaande vallen en liggen de schepen
te rukken aan de meertouwen. Groep
jes vissers en schippers flaneren langs
de haven.
Allerlei dialecten zijn hier te horen,
zelfs Zeeuws en Gronings. Een Friese
schipper loopt naast 'n Hollander en ze
verstaan elkaar niet al te best omdat
de Fries hardnekkig zijn taal blijft
spreken. De ander zegt „ja" als het
„nee" moet zijn, of andersom. De Fries
kijkt wantrouwig en hij vermoedt dat
de ander hem voor de mal houdt.
Maar de man ontdekt een rasgenoot
en zonder verdere plichtpleging laat hij
z'n Hollandse buurman schieten. De
Urkers mijden Volendammers en deze
opzet is wederkerig. Ieder heeft zijn
vrienden, maar evengoed z'n vijanden.
Jaap en Gart staan, geleund tegen een
meerpaal, toe te zien hoe een zwaarge
bouwde Volendammer bezig is zijn
maaltijd te bereiden. De deurtjes van
het vooronder staan open; de man ligt
op zijn knieën voor het kleine kacheltje.
Hij gooit geschilde aardappelen in een
pan en giet daar kokend water op. Dan
een handje zout en nu het deksel, maar
nee. Naast de grote visser staat een
emmertje. Duidelijk zien de jongens dat
zo nu en dan de staart van een paling
over de rand komt kijken. De man
neemt het emmertje en ledigt het bo
ven de aardappelpan. Hevig kronkelen
de beesten in het hete water maar de
Volendammer grijpt het deksel en slaat
dit met een harde klap op de pan. „Pro
beer nou maar 's om er uit te komen,
jongen!" grijnst de visser en dan kan
Jaap zich niet langer stilhouden.
„Je bent een gemene dierenbeul, nou
weet je 't", roept hij.
Lachend kijkt de visser om. „Kom
straks 'n mootje meepikken!" nodigt hij.
„Kom broer", zegt Gart.
De volgende dag is het zaterdag. Nan
ne heeft 's morgens de winkel willen
doen, maar vrouw Brand vindt dat ze
daar nog maar niet aan moet beginnen.
De schippers en vissers lopen in en uit
en bevuilen alles met dit natte weer. De
levensmiddelenvoorraad begin aardig te
slinken en daarom is vrouw Brand be
gonnen met het brood te rantsoeneren.
Ze heeft het een en ander achteruit-
gelegd voor eigen gebruik, maar het
grootste gedeelte wordt verkocht. En
het blijft maar stormen.
Een grote groep jongens maakt 'n
tocht om het eiland. Misschien is er nog
wat te jutten en Gart is ook van de
partij. Veel heeft de zee niet aange
spoeld; alleen een lange grenen balk.
De wind schijnt het jeugdige schip-
persvolk in het hoofd te zijn geslagen.
Met veel geschreeuw heffen ze de balk
op de schouders en juichend sjouwen ze
hun vondst naar de haven. Hier verlaat
Gart hen, want het schiet hem te bin
nen, dat er nog iets in de schuur te doen
is. Een van de jongens heeft zich als
aanvoerder opgeworpen. Hij grinnikt
listig. Dat kwam goed uit, dat Gart
weggegaan was. Hij heeft een plan en
dat kan geen doorgang vinden als er
een van Brand bij is. De koppen worden
bij elkaar gestoken; allen lachen en
knikken goedkeurend. Een aantal jonge
Urkers, die graag mee willen doen,
wordt dadelijk gerequireerd want hun
klederdracht leent zich voor het spelen
van een bepaalde rol
Gart die in de schuur bezig is, hoort
plotseling luid gepraat. De deur gaat
open, tien, vijftien schippersjongens
stappen naar binnen en verspreiden
zich. Zorgvuldig wordt de deur geslo
ten, enigen klimmen naar de hooizol-
der en stoten het luik open dat zich bo
ven de deur bevindt.
„Wat zijn jullie eigenlijk van plan!"
roept Gart ietwat geprikkeld. Hij snapt
niets van dat geheimzinnige gedoe, en
ze hebben hier niets te maken.
Een der jongens, die boven zit, bukt
zich door het trapgat en fluistert: „Stil
makker, de geuzen komen!"
Er morrelt iemand aan de deur en
een stem roept van de zolder: „Doe
maar open hoor, het is de moeder van
Gart maar".
Verbaasd blijft ze op de drempel
staan.
„Wat doen die snuiters hier allemaal,
Gart?"
„Ik weet het niet, moeder, maar ik
geloof dat de vijand op komst is".
„Dan zal ik het hun vragen. Ze stapt
naar de ladder. Op de zolder is het nu
een lawaai van belang. Uitdagende kre
ten, gestamp van klompen en gelach.
Resoluut klimt vrouw Brand omhoog
maar halverwege wordt ze begroet door
een lawine van hooi die vermoedelijk
per ongeluk omlaag valt. Haastig gaat
ze weer terug en wil iets tegen Gart
zeggen, doch daar klinkt een harde
bons tegen de deur. Het gejoel van de
zolder wordt bijna overstemd door een
hevig geschreeuw buiten. Er wordt ge
zongen het een of ander geuzenlied. Het
gebeurt niet dikwijls dat vrouw Brand
het initiatief niet weet te nemen, maar
nu staat ze toch even beduusd te kijken.
Buiten nadert een vijftiental Urkers
en gezamenlijk torsen zij de gevonden
balk. Een voert het bevel. Hij wijst op
de oude gammele schuurdeur en roept:
„In naam van Oranje, stoot open die
deur, ik, Lumey beveel het."
Er vliegen projectielen door de lucht
want de Spanjaarden op de hooizolder
zullen zich verdedigen tot het uiterste.
En dan barst er 'n geweldig tumult los.
Krakend vliegt de deur uit haar heng
sels; ze smijten de balk van zich af en
de geuzen werpen zich met ware doods
verachting op de gehate vijand. Vrouw
Brand is gevlucht, maar dat kan de slag
niet onderbreken. Hoog wolkt het stof
door de schuur, waar op dit moment
geen schapen zijn. Lachend kijkt Gart
hoe de Urkers en schippers slaags raken