ÉilMIDEfl-rtlEUWS IVOROL K9.SJ!?Dqnipo KOLFF Tegen fluoridering driniiwater Orde van de dienst Be Bruid van lichokland Diijes en Daijes blad Vrgdag 4 maart 1966 No. 3467 Tanden blank-Adem fris Onbetwist de beste tandpasta KOLFF - Middelharnis i^ i^ ir INGEZONDEN GESCHENK CORPS DIPLOMATIQUE AAN BEATRIX EN CLAUS 22 miljoen voor India Hoedemaker en het ChristeUJk onderwUs Hoedemaker en het sociale vraagstuk. t Misschien is er een enkele lezer die lich nog herinnert, hoe ons gesprek, Inige weken geleden op de figuur van hoedemaker kwam. We waren zo ge- Leid door het leven en werk van deze lonbegrepen denker", dat we bijna de lanleiding zouden vergeten. t Die aanleiding bestond hierin, dat we fiankbaar moeten zijn voor onze Chris- lelijke scholen en het onderwijs dat onze kinderen daar mogen genieten. Maar Ve signaleerden ook het gevaar, dat de Christelijke school voor velen doel m tichzelf is geworden; dat we tevreden lijn wanneer wij voor onze kinderen Christelijk onderwijs hebben, en dat we He rest hebben prijsgegeven aan het on- leloof. En we citeerden toen de bekend leworden woorden van Hoedemaker: tDe Christelijke school is de afgod van Ins Christenvolk geworden I Het Christelijk onderwijs, waarvan bns volk de zegen heeft ervaren, zal het lewicht zijn dat het naar de diepte tekt." Daarmee is natuurlijk geen kwaad jvoord over het Christelijk onderwijs lis zodanig gezegd. Daarmee is zeker iiiet gezegd dat Hoedemaker voorstan- Ber van het openbaar onderwijs zou zijn Éeweest. Openbaar onderwijs betekent fo de praktijk neutraal onderwijs. En ha alles wat we van Hoedemaker heb- ben gehoord, zullen we begrijpen dat neutraliteit een woord was, dat in zijn voordenboek niet voorkwam. Neutraal lijn, op welk gebied dan ook, stond voor hem gelijk met verloochening van ::hristus. En daar hij Gods Woord ge zaghebbend achtte op elk levenster rein, zag hij niets liever dan dat ook net zogenaamd openbaar onderwijs Itond onder de tucht van het Woord 3ods. Met instemming haalde hij soms het woord van Groen van Prlnsterer aan: „Het nationaal onderwijs is het Christelijk onderwijs" Ook ten aanzien van het Christelijk karakter van het nationaal onderwijs |ag hij een taak voor de overheid. De bprichting en instandhouding van scho len is in eerste instantie het werk van particulieren. Blijven deze in gebreke, dan behoort de overheid het initiatief |e nemen. Voor de zuiverheid in de leer pchter is de plaatselijke kerkeraad ver antwoordelijk. Maar Hoedemaker besefte wel, dat dit Kdeaal in zijn tijd niet te verwezenlij- Kén was, daarvoor was „het Christelijk gehalte van ons volk te verwaterd." Praktisch zat er dus niets anders op dan bij wijze van „noodoplossing" Chr. |cholen op te richten en te proberen net dit Christelijk onderwijs ook kin deren van ongelovigen te bereiken. De Christelijke school heeft bij Hoedema ker dan ook een sterk evangelisatorisch karakter. Van samenwerking met ande- je kerken was hij niet afkerig, maar "ioedemaker zou Hoedemaker niet zijn geweest, als hij daarbij de kerkelijke 'problematiek naar de achtergrond had laten verdringen, daarvoor was zijn den- icen te sterk op de vaderlandse, natio nale kerk gericht. „Wij Hervormden, gullen Christelijke scholen oprichten net waarborgen voor een gezond Bij bels, confessioneel karakter, en we heb- _ben er niets op tegen dat anderen er "gebruik van maken; maar samenwer ken alsof hun verhouding tot de Kerk de verhouding tot Christus niet raakte dat nooit!" ^Kei ^^Krri ■!Ïr -^ tV Het levenswerk van Hoedemaker speelde zich af in een tijd, waarin de arbeidersbeweging in opkomst was en de Kerk bij wijze van spreken met de neus op het sociale vraagstuk werd gedrukt. De man die een open oog had oor de tijd waarin hij leefde, kon dit Taagstuk niet uit de weg gaan. Ook al leeft hij zich niet diepgaand en opzette lijk met de sociale problemen bezig ge houden, hij heeft er toch hier en daar woorden over gesproken, die ook nu nog het aanhoren waard zijn. In alle plaatsen die hij als predikant heeft gediend (Veenendaal, Rotterdam, Amsterdam) kreeg hij uiteraard met de erbarmelijke sociale toestanden der ar beiders te maken. Het is opvallend hoe hij telkens weer ook hierin dacht hij kerkelijk! opkwam voor het recht van de diaconie en niet toestond dat de publieke liefdadigheid en de maatschap pelijke instellingen deze taak van de diakonie overnamen. Scherp merkte hij over de staatszorg op: „Achter ieder col lectebusje kan men de lachende tronie van het socialisme bemerken. Het is een bedéling die niet Christus, maar de goedheid van de mens verheerlijkt." Eenmaal heeft hij een preek aan dit onderwerp gewijd. Het was in 1893 in Amsterdam, toen hij preekte over de tekst uit Lucas 12 13-14: „En één uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg mijn broeder dat hij met mij de erfe nis dele. Maar Hij reisde tot hem: „Mens, wie heeft Mij tot een rechter of scheidsman over ulieden gesteld?" In deze preek, die is uitgegeven on der de titel: „Het sociale vraagstuk tot Christus gebracht" zei hij onder meer: „Achter deze man staan alle slachtof fers van de hebzucht en het geweld, de slachtoffers van al onze volkszonden en kwalen, staan de armoede, het gebrek, de kommer, de achteruitgang in zaken, de concurrentie, de werkloosheid, staat het maatschappelijk vraagstuk van on ze tijd, en wij vernemen in andere be woordingen, maar in dezelfde geest de vraag, de eis: bied ons de hand, o Chris tus, opdat Uw geestelijke overmacht ons verzet steune en Uw invloed ons het deel van het goed verschaffe, dat onze broeder bezit en dat door ons wordt op geëist Daal af, o Christus, van Uw geestelijke hoogte, en beslecht deze strijd, los die vraagstukken op, neem die misstanden, die wanverhoudingen weg". „Vele en velerlei middelen worden aangewend tot leniging van de maat schappelijke noodmaar zij verto nen allen éénzelfde kenmerk, en ver raden hiermede éénzelfde oorsprong. Dat is, dat zij allen de gevolgen der zonde bestrijden en derhalve passen bij de methode die de man uit de schare aan de Heiland zocht op te dringen". „De religieusiteit dreigt in philan- thropie op te gaan". Nu, meer dan 70 jaar nadat Hoedema ker deze woorden uitsprak, behoeft het voor ons geen vraag meer te zijn of hij ook deze zaken helder heeft gezien. De kerk is door de staat hoe langer hoe verder van haar terrein verdrongen, misschien wel mede omdat ze in de vo rige eeuw haar verantwoordelijkheid niet voldoende heeft beseft. En thans lijkt de balans naar de andere kant door te slaan, doordat in veler prediking het evangelie van vrije genade is vervangen door de boodschap van sociale gerech tigheid en de oproep tot radicale mede menselijkheid. Zo is ook de kerk voor een groot deel achter die man uit de schare gaan staan, die Christus wilde laten optreden als een sociaal hervor mer. Hoedemaker heeft deze ontwikkeling voorzien, maar hij heeft daarover nim mer uit de hoogte geoordeeld. Dat de kerk niet meer getuigen kon en dat de overheid haar roeping niet meer kon vervullen, dat heeft hij als zijn per soonlijke schuld beleefd. „De zonde der Kerk, dat zijn uw en mijn zonden hebben de weg gebaand voor de revolutie." Laten we ons deze woorden voor ge zegd houden in een tijd van arbeidson rust en stakingsdreiging Waarnemer voor veilige verzekeringen en lage premies Bijzonder snelle schade afwikkeling Zeer scherpe tarieven voor autoverzekeringen en. na 1 jaar schadevrij rijden reeds 20<'/<i korting. Financieringen. VOORSTRAAT 36 TELEFOON (01870) 2012. B\ina een eeuw assurantie agenten. RIJMEN VAN TIJMEN Nederland rookt straffer. Dan een jaar geleen. Nog meer sigaretten, Rookte iedereen! Er zijn nog meer pakjes. Van dat spul gekocht. 'k Vraag me af of d' actie. Dus wel helpen mocht! Weer zoveel miljoenen, In de as gelegd. Het bekomt de beurzen Plus de magen slecht! Allemaal in spanning. Om wat komen gaat. Zijn er Maartse buien? Misschien is 't héél kwaad! Misschien toch een beetje, De oranjezon. Allemaal nieuwsgierig. Naar de bruidsjapon! En de meesten weten, Er al alles van. Zodat men de stoet dus. Zowat schilderen kan. Maar 't is alles anders, Op de tiende maart. Er zit in dat alles. Wel een zekere vaart. lV Schoonmaak gluurt bij velen, Ietwat om de hoek. Schoonmaakplannen immers. Gaan er in als koek! Reeds is de „begroting". Nu al opgemaakt. Maar er dient voor alles, Hier ook weer gewaakt. Prijzen zijn gestegen. Dit jaar geen behang. En voor 't verfkwast] e Zijn we reuzebang! Vele doe het zelvers Zijn al aan de slag Waar blijft nu de vrijheid. Op de zaterdag? Tij men dr. J. R. Jansma, arts te Hilversum Het is met grote belangstelling, dat ik de strijd volg die de heer P. Grinwis op Goeree Overflakkee tegen de fluori dering van het drinkwater voert. Prof. de Gaay Fortman schreef mij eens (3 maart 1962) dat de fluorideringskwestie principieel duidelijk is en zijns inziens niet moeilijk. De principiële kwestie, het afwijzen van dwang en het behoud van de ver antwoordelijkheid, wat het eigen lichaam betreft, is inderdaad het voor naamste punt in de fluorzaak, en die is wel afdoende door de heer Grinwis toe gelicht. Het is wel een droef teken van deze tijd, maar de meerderheid der NedeA landers vraagt niet naar principes maar zegt: als het goed is en onschuldig, geef mij dan maar fluor. En dan komen de moeilijkheden voor de raadsleden want over het nut en de onschuld van fluor voor het gebit en de rest van het lichaam bestaat verschil van mening tussen medici. Voor het gemak zal ik puntsgewijze deze kant der zaak behandelen. 1. Het nut. Van vele onderzoekingen wordt als resultaat opgegeven, dat een verminde ring van het tandbederf optreedt of een vertraging met enige jaren, d.w.z. bij laag fluorgehalte 1,2 mgr. per liter wa ter op 14 of 15 jaar. Hoe dit op hogere leeftijd gaat is niet voldoende nagegaan alleen enkele zeer aanvechtbare statis tieken uit Amerika zouden invloed op hogere leeftijd moeten bewijzen. In het algemeen geeft men in Ameri kaanse statistieken op, dat door fluor het tandbederf met SO'/o wordt te ruggebracht. Ook het Nederlandse on derzoek komt tot dit cijfer, waarbij echter moet worden opgemerkt, dat het Tiel-Culemborg onderzoek zich beperkt tot de gaatjes tussen tanden en kiezen, die het sterkst worden beïnvloed door de fluor. Het Nederlandse percentage zou dus veel hoger moeten zijn dan het Amerikaanse of wat meer waarschijn lijk is, het Amerikaanse is veel te hoog. Dit klopt met het Kassei onderzoek, dat tot 24% vermindering komt. (een Belgisch onderzoek gaf zelfs totaal geen vermindering). Laat ons het Kasselcij- fer als juist aannemen, dat betekent dat bij een twaalfjarige in Culemborg bijv. 4 tandgaten aanwezig zouden zijn en in Tiel dan 3. Moet daar iedereen van de DEN HAAG: Dit is de antieke zilveren fruitstandaard die op Huis ten Bosch door het Corps Diplomatique H.K.H. Prinses Beatrix en Claus von Amsberg werd aangeboden als geschenk voor hun a.s. huwelijk. wieg tot het graf fluor voor slikken? Het zelfde resultaat of nog beter kan men met plaatselijke toepassing van fluor, aanstippen of in tandpasta, met fluortabletten, opgelost in water of melk en met fluorzout in tafelzout be reiken. Alleen met tabletten is een nauwkeu rige dosering mogelijk en kan men de jeugd bereiken zonder de anderen te dwingen mee te slikken. 2. Schadelijke bijwerkingen van ge fluorideerd water. a. overgevoeligheid, zich uitend in huiduitslag, pijnen, asthma enz. Er bestaat geen enkel geneesmiddel zonder bijwerkingen. b. chronische aandoeningen van been deren en pezen door ophoping van fluor. Vooral in fabrieken, waar de arbeiders veel drinken dreigen ge varen, op sommige afdelingen van de hoogovens wordt wel 20 liter wa ter per dag per persoon gedronken. c. fluor is een enzymvergif. Enzymen zijn eiwitachtige stoffen, die de che mische reacties in ons lichaam mo gelijk maken, er zijn reeds enige honderden bekend. Aangeboren enzym tekorten worden steeds meer beschreven, vooral bij de spijsverteringsenzymen komen stoornissen voor (errors of metabo lism). Indien niet tijdig herkend, voeren ze tot de dood. Toediening van een enzymvergif in het speciale dieet .door gebruik van gefluori deerd water bij de bereiding daar van kan fataal zijn. Het zelfde geldt bij te vroeg geborenen. d. onderzoekingen waarbij een toena me van mongolisme, kanker enz. worden geconstateerd behoeven be vestiging. Onze autoriteiten zijn ook niet hele maal gerust op de fluorwerkingen, in een nieuw cosmeticabesluit wordt de aanwending van fluor o.a. in tandpasta verboden. Maar hoe komt het dan dat de ge zondheidsraad en het bestuur van de maatschappij tot bevordering der ge neeskunst zich achter de fluoridering hebben geplaatst? Ongetwijfeld met goede bedoelingen om de schrikwek kende frequentie van tandbederf te be teugelen. En ten tweede in goed ver trouwen op de mededelingen uit Ame rika. Van de goede trouw van die mede delingen zijn wij niet geheel overtuigd. Onderzoekers zien graag, wat ze ver wachten en in het buitenland spreekt men openlijk van invloeden der indus trie. En onze medische autoriteiten heb ben zich wel meer vergist. Aan onze margarine werd verplicht vit. D3 toe gevoegd en wel 20 eenheden per gram. Ter voorkoming van Engelse ziekte bij kinderen. Voor volwassenen was het natuurlijk onschadelijk. Maar later werd de dosis verlaagd tot 3 eenheden per gram margarine. En nu is er uit weten schappelijke kringen weer aandrang die vit. D geheel te schrappen. Deze bevor dert n.l. de aderverkalking. Prof. de Langen schreef onlangs in het tijdschrift voor Geneeskunde, dat het met de fluor wel dezelfde weg op zou gaan als met de vit. D. Eerst zullen ook wel zeer duidelijk schadelijke gevolgen van fluor moeten blijken, prestige is een kwalijke zaak. Over de verplichte jodium toevoeging aan het bakkerszout is ook heel wat op te merken. Wat moet men dan wel doen tegen tandbederf. Dit is duidelijk: be tere voeding, volkoren brood veel groenten en fruit maar vooral minder suiker, speciaal in de prille jeugd. In navolging van dr. Egyedi hebben wij dit steeds voorgestaan en het is wel interessant dat onze medische autori teiten met de minister van sociale zaken en volksgezondheid voorop dit thans ook propageren. De fluor resultaten zijn kennelijk te gengevallen. Als men werkelijk de voe ding versobert zullen de uitkomsten, die van de fluor ver overtreffen en kan men de hele riskante fluor santekraam over boord zetten. Daarnaast zal men een grondige, kleuter en kinder tand- behandeling moeten instellen, waarbij de hulptandartsen (meisjes met mins tens mulo en een opleiding van 2 jaar) niet zullen kunnen worden gemist. Over de juridische en technische be zwaren tegen de fluoridering zullen wij zwijgen, die komen later aan de orde. Van de drinkwater directeuren zijn velen tegen de fluoridering, zij zitten in een moeilijk parket, zie het wetboek van strafrecht. Artikel 172: Hij die in een put, pomp of eene ten algemeenen nutte of tot ge zamenlijk gebruik van of met anderen bestemde drinkwater inrichting eenige stof aanbrengt, wetende dat daardoor het water voor het leven of voor de ge zondheid schadelijk wordt, wordt ge straft met gevangenschap van ten hoog ste vijftien jaren. Indien het feit iemands dood ten ge volge heeft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangisstraf of tijde lijke van ten hoogste twintig jaren. Artikel 173: Hij aan wiens schuld te wijten is dat in een put, pomp, bron of in eene ten algemeenen nutte of tot ge zamenlijk gebruik van of met anderen bestemde drinkwaterinrichting eenige stof wordt aangebracht, waardoor het water voor het leven of de gezondheid schadelijk wordt, wordt gestraft met ge vangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Indien het feit iemands dood ten ge volge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenis of hechtenis van ten hoogste een jaar. En als er ellende komt kunnen die directeuren er zich niet op beroepen, dat ze niet wisten, dat de fluorzouten, ook in die concentratie van 1,2 mgr. fluor op 1 liter water onschuldig zijn. OUDDORP Huisvuil. In verband met het hu welijk van H.K.H. Prinses Beatrix met de heer von Amsberg, wordt het huis vuil in plaats van op donderdag 10 maart 1966, opgehaald op woensdag 9 maart 1966. Naar wij vernemen is bij de Baarn- se Uitgeverij Het Wereldvenster ter gelegenheid van het kerkelijk huwelijk van H.K.H. Prinses Beatrix met de heer Claus von Amsberg in de Wester- kerk te Amsterdam op donderdag 10 maart a.s. een eenvoudige uitgave ver schenen van de Orde van de Dienst, Ds. H. J. Kater, liturgie en Ds. J. H. Sillevis Smitt, prediking. Deze uitgave, waardoor velen voor radio en t.v. dit plechtige gebeuren nog intenser zullen kunnen meemaken, in de boekhandel verkrijgbaar zijn. (95 et.) Muzikale medewerking aan de Hu welijksinzegening zal w^orden verleend door: Annetta de la Bij e, sopraan. Koen van Slogteren, hobo d' amore. Gé van Koten, hobo d' amore. Wim Groot, trompet. Rudolf Jansen, cembalo. Aukje Broers, koororgel. Corrie Jansen-Reder, cello. het Wester Kerkkoor. het Bach-orkest en Hessel de Vries Jr, tweede organist, Simon C. Jansen, dirigent en organist. Op girorekening 100200 van de aktie „Eten voor India" werd maandag 28 febr. 1966 aan giften nog eens ruim f 500.000 geteld. Hiermede is de stand van de aktie op f 22.000.000 gekomen. Daarna'ast heeft het aktiebureau nog 70 kisten aan voedingsmiddelen, die in natura zijn geschonken, achterhaald en reeds naar Rotterdam vervoerd, waar zij vandaag zullen worden ingescheept in het motorschip „Japara". De waar de van deze levensmiddelen moet ten minste op f 25.000 worden geschat. Aangenomen moet worden dat in ver schillende plaatsen nog levensmidde len, bestemd voor de aktie „Eten voor India" bijeen zijn gebracht, die nog niet aan het aktiebureau zijn gemeld. Er wordt een dringend beroep ge daan op diegenen die deze levensmid delen onder beheer hebben om zo spoe dig mogelijk hiervan telefonisch mel ding te doen aan het aktiebureau. Van Blankenburgstraat 6, 's Gravenhage, te lefoon 070—392263. Ook andere goe deren, niet levensmiddelen, kunnen, maar dan uitsluitend schriftelijk, aan het hierboven genoemde adres worden opgegeven. Voor afhaal wordt dan zorg gedragen. tVERVOLGVERHAAL door L. KOMBRINK ICopyright J. J, Groen Zn. N.V. Opeens krijgt ze een harde stoot tegen haar elleboog en vliegt pr een flinke scheut koffie over haar boezelaar, die ze pas vanmorgen schoon heeft voorgedaan. Louw grinnikt ver polen. „En gezicht voor 'n week slecht veer", denkt hij. De mannen lachen prolijk om haar gemopper en Jo, de da- deres krijgt een kleur. Haastig drinkt vrouw Brand haar kopje leeg en zegt: «Nu moet ik weg hoor" en haastig Jdimt ze de trap op. Haar humeur wordt pr niet beter op als ze in de, winkel vee klanten ziet, die boos zijh omdat |e volgens hun zeggen zich schor ge roepen hebben om volk. „Dan kun je de winkel beter sluiten", nerkt de ene op en z'n maat voegt er ^an toe: „Op de Middelbuurt heb je peel wat betere bediening." E 's Middags komt er wind. Dit bete kent, dat Louw zal vertrekken en tot haar spijt'ziet Nanne, dat de mannen Be zeilen gereedmaken. De kans moet waargenomen worden, want er is slecht weer op komst. Het is merkbaar aan het zachte fluiten van de wind in de take- lage van het schip. Achter de schapen- schuur nemen de gelieven kort afscheid wantbij Louw gaan de zaken voor het meisje. De Schokkers wuiven het wegvarende schip na, totdat een bui hen naar huis jaagt. De zee wordt rumoerig. Lang heeft ze haar krachten beteugeld maar tegen de avond barst ze met volle kracht los. Loeiend komen zware zeeën uit de einder aanzetten en zij zullen pogen om het werk van Brand te ver nietigen. Zij zullen knagen en wroeten aan het vastgeslagen gesteente en schudden met alle macht aan de nieuw geheide palissade. Maar ook zal de storm een vruchtbare kleilaag uitvlijen over de weilanden, en de rottende cada vers wegspoelen van bruinvissen en zee honden die reeds maanden liggen te vergaan in de rietlanden. Vracht vaar- ders en vissers komen de haven bin- nenstuiven, met slaande zeilen en klet- natte bemanningen. Ook op de rede gaan vaartuigen voor anker, doch de meeste prefereren de haven. En vrouw Brand lacht in haar vuistje. Er is voor raad genoeg, want eergister werd de wekelijkse reis naar Kampen gemaakt. Ze heeft 'n flinke kluit boter gekarnd en het moet al raad gaan, zal ze die niet kwijtraken. Een bos van masten en staand want geeft een levendige aanblik. In vele toonaarden huilt de storm zijn lied langs de slaande vallen en liggen de schepen te rukken aan de meertouwen. Groep jes vissers en schippers flaneren langs de haven. Allerlei dialecten zijn hier te horen, zelfs Zeeuws en Gronings. Een Friese schipper loopt naast 'n Hollander en ze verstaan elkaar niet al te best omdat de Fries hardnekkig zijn taal blijft spreken. De ander zegt „ja" als het „nee" moet zijn, of andersom. De Fries kijkt wantrouwig en hij vermoedt dat de ander hem voor de mal houdt. Maar de man ontdekt een rasgenoot en zonder verdere plichtpleging laat hij z'n Hollandse buurman schieten. De Urkers mijden Volendammers en deze opzet is wederkerig. Ieder heeft zijn vrienden, maar evengoed z'n vijanden. Jaap en Gart staan, geleund tegen een meerpaal, toe te zien hoe een zwaarge bouwde Volendammer bezig is zijn maaltijd te bereiden. De deurtjes van het vooronder staan open; de man ligt op zijn knieën voor het kleine kacheltje. Hij gooit geschilde aardappelen in een pan en giet daar kokend water op. Dan een handje zout en nu het deksel, maar nee. Naast de grote visser staat een emmertje. Duidelijk zien de jongens dat zo nu en dan de staart van een paling over de rand komt kijken. De man neemt het emmertje en ledigt het bo ven de aardappelpan. Hevig kronkelen de beesten in het hete water maar de Volendammer grijpt het deksel en slaat dit met een harde klap op de pan. „Pro beer nou maar 's om er uit te komen, jongen!" grijnst de visser en dan kan Jaap zich niet langer stilhouden. „Je bent een gemene dierenbeul, nou weet je 't", roept hij. Lachend kijkt de visser om. „Kom straks 'n mootje meepikken!" nodigt hij. „Kom broer", zegt Gart. De volgende dag is het zaterdag. Nan ne heeft 's morgens de winkel willen doen, maar vrouw Brand vindt dat ze daar nog maar niet aan moet beginnen. De schippers en vissers lopen in en uit en bevuilen alles met dit natte weer. De levensmiddelenvoorraad begin aardig te slinken en daarom is vrouw Brand be gonnen met het brood te rantsoeneren. Ze heeft het een en ander achteruit- gelegd voor eigen gebruik, maar het grootste gedeelte wordt verkocht. En het blijft maar stormen. Een grote groep jongens maakt 'n tocht om het eiland. Misschien is er nog wat te jutten en Gart is ook van de partij. Veel heeft de zee niet aange spoeld; alleen een lange grenen balk. De wind schijnt het jeugdige schip- persvolk in het hoofd te zijn geslagen. Met veel geschreeuw heffen ze de balk op de schouders en juichend sjouwen ze hun vondst naar de haven. Hier verlaat Gart hen, want het schiet hem te bin nen, dat er nog iets in de schuur te doen is. Een van de jongens heeft zich als aanvoerder opgeworpen. Hij grinnikt listig. Dat kwam goed uit, dat Gart weggegaan was. Hij heeft een plan en dat kan geen doorgang vinden als er een van Brand bij is. De koppen worden bij elkaar gestoken; allen lachen en knikken goedkeurend. Een aantal jonge Urkers, die graag mee willen doen, wordt dadelijk gerequireerd want hun klederdracht leent zich voor het spelen van een bepaalde rol Gart die in de schuur bezig is, hoort plotseling luid gepraat. De deur gaat open, tien, vijftien schippersjongens stappen naar binnen en verspreiden zich. Zorgvuldig wordt de deur geslo ten, enigen klimmen naar de hooizol- der en stoten het luik open dat zich bo ven de deur bevindt. „Wat zijn jullie eigenlijk van plan!" roept Gart ietwat geprikkeld. Hij snapt niets van dat geheimzinnige gedoe, en ze hebben hier niets te maken. Een der jongens, die boven zit, bukt zich door het trapgat en fluistert: „Stil makker, de geuzen komen!" Er morrelt iemand aan de deur en een stem roept van de zolder: „Doe maar open hoor, het is de moeder van Gart maar". Verbaasd blijft ze op de drempel staan. „Wat doen die snuiters hier allemaal, Gart?" „Ik weet het niet, moeder, maar ik geloof dat de vijand op komst is". „Dan zal ik het hun vragen. Ze stapt naar de ladder. Op de zolder is het nu een lawaai van belang. Uitdagende kre ten, gestamp van klompen en gelach. Resoluut klimt vrouw Brand omhoog maar halverwege wordt ze begroet door een lawine van hooi die vermoedelijk per ongeluk omlaag valt. Haastig gaat ze weer terug en wil iets tegen Gart zeggen, doch daar klinkt een harde bons tegen de deur. Het gejoel van de zolder wordt bijna overstemd door een hevig geschreeuw buiten. Er wordt ge zongen het een of ander geuzenlied. Het gebeurt niet dikwijls dat vrouw Brand het initiatief niet weet te nemen, maar nu staat ze toch even beduusd te kijken. Buiten nadert een vijftiental Urkers en gezamenlijk torsen zij de gevonden balk. Een voert het bevel. Hij wijst op de oude gammele schuurdeur en roept: „In naam van Oranje, stoot open die deur, ik, Lumey beveel het." Er vliegen projectielen door de lucht want de Spanjaarden op de hooizolder zullen zich verdedigen tot het uiterste. En dan barst er 'n geweldig tumult los. Krakend vliegt de deur uit haar heng sels; ze smijten de balk van zich af en de geuzen werpen zich met ware doods verachting op de gehate vijand. Vrouw Brand is gevlucht, maar dat kan de slag niet onderbreken. Hoog wolkt het stof door de schuur, waar op dit moment geen schapen zijn. Lachend kijkt Gart hoe de Urkers en schippers slaags raken

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1966 | | pagina 5