Restauratie kerkgebouw Geref. Gemeente
te Dirksland voltooid
Het Kabinet-Cals
en de inflatie
Overstekende
jongen net gemist
Js/leditatie
F^C. KORTEHEG ZOON
Nieuwe G.0.15 maakte geslaagde proef vaart
38e jaargang
Vrijdag 14 januari 1966
No. 3453
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
„De witte keursteen"
In- en exterieur vormen fraai
esthetisch geheel.
Fruitmanden en Fruitbakjes
»De Fruitcentrale"
Dhr. H. Louwerse
overleden
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 2,75 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
De schrijver over dit onderwerp in
„Ned. Gedachten" gaat in zijn artikel
proberen aan te tonen, dat het met de
uitgavenpolitiek van het kabinet-Cals
verhoudingsgewijs nogal meevalt. Hij
doet dit aan de hand van cijfers uit de
Miljoenennota. Nu is het zo, dat men
met cijfers en met een flinke dosis han
digheid van alles kan bewijzen. De
Fransen spreken niet voor niets over
„1' art de grouper les chiffres" (de kunst
om cijfers te groeperen). Drs. G. wil
aantonen, dat het kabinet-Cals voor
1966 naar verhouding minder uitgeeft
dan kabinet-Marijnen in 1965. Dit is
op zichzelf al een zeer apocriefe stel-
Jing, gezien het feit, dat de begroting
van het eerste 3 miljard hoger ligt dan
die van het laatste. De schr. neemt daar
toe uit de Miljoenennota een tabel over
van min. Vondeling, waarin deze een
vergelijking treft tussen de hoogte van
het nationale inkomen en die van de
begrotingsuitgaven. We nemen het
staatje hier over.
Nat. inkomen Rijksuitgaven Procenten
1963 47,3 mld. 12,3 mld. 26,1
1964 55,3 mld. 14,6 mld. 26,4
1965 61,4 mld. 16,4 mld. 26,8
1966 68,4 mld. 18,1 mld. 26,6
Triomfantelijk concludeert dan de mi
nister en met hem drs. G., dat het per
centage in 1966 dus gedaald is! De rijks
uitgaven voor 1966 vertonen in ver
houding tot ons nationaal inkomen im
mers een dalende lijn.
Nu is een vergelijking tussen deze
twee grootheden op zichzelf heel logisch,
hoewel het geen wet van Meden en
Perzen mag zijn, dat de rijksuitgaven
met eenzelfde percentage omhoog mo
gen of moeten als het nationaal inko
men. De conjunctuurpolitiek zal toch
beslist ook een woordje moeten mee
spreken, al doet ze dit helaas in de
praktijk weinig of niet op dit gebied.
Men noemt dat de structurele norm. Die
was voor 1966 ongeveer 900 miljoen,
maar is met 441 miljoen overschreden.
Men houdt er zich dus ook al niet aan.
Maar goed, we gaan de cijfers eens na.
Zijn deze getallen wel vergelijkbaar?
Voor 1963 is het cijfer van de voorlopige
rekening, voor 1964 het vermoedelijk
beloop, voor 1965 de vermoedelijke uit
komsten en voor 1966 de raming van de
begroting (zie Milj. Nota pag. 20). Het
is echter voor iedereen duidelijk, dat
men alleen de vastgestelde rekeningen
mag vergelijken en in geen geval er een
begroting mag bijsiepen. Zulk een ver
gelijking moet uiteraard altijd in het
voordeel van de laatste uitvallen.
Daarbij komt nog, dat min. Vondeling
naar onze mening en naar die van me
nig deskundige de raming van ons na
tionaal inkomen voor 1966 te hoog en
die van de rijksuitgaven te laag heeft
gesteld. De verwachting is n.l. in ver
band met diverse ontwikkelingen in on
ze economie, dat de economische groei
dit jaar beduidend minder groot zal zijn
dan in de vorige jaren. Het zou ons
niet verwonderen, als ons N.l. voor 1966
niet 68,4 maar 67,0 zou bedragen. En
wat de rijksuitgaven betreft, het is van
zelfsprekend, dat die voor dit jaar in
hun uiteindelijke realisatie niet 18,1,
maar veel meer dan 19,0 mld. zullen
halen. Laten we het echter maar op dit
laatste cijfer houden. Wat blijkt dan?
Dat het percentage niet 26,6, maar 28,3
bedraagt, m.a.w. dat het niet lager ligt
dan die van het kabinet-Marijnen, maar
aanmerkeiyk hoger. Waarmee de heie
redenering van de minister èn van drs.
G. ondersteboven ligt.
Deze stijging van de overheidsuitga
ven t.o.v. het nationaal inkomen werkt
in verkeerde richting, zeker wanneer
ze bij lange na niet gedekt wordt door
de inkomsten. Dan gaat er van zulk een
begroting een inflatoire stoot uit. Vol
gens drs. G. zal deze in 1966 even groot
zijn als in 1964, n.l. 0,7»/o hij neemt
ook hier de cijfers van de minister voet
stoots over en stelt dus, dat het ka
binet-Marijnen, wat de inflatie betreft,
.niets beter was dan het kabinet-Cals.
Letterlijk zegt hij hiervan: „Degenen,
die stellen, dat de A.R.P. terwille van de
mflatiebestrijding de samenwerking met
de V.y.D. nimmer had mogen beëindi
gen, zien hun redenering door de gege
ven cijfers duideUjk gelogenstraft. Hij
maakt hier echter weer dezelfde fout
als bij het vorige punt, want hij verge
lijkt een realisatiecijfer van 1964 met
een begrotingscijfer van 1966.
De schr. verwijst ook nog naar de be
lastingverlaging van minister Witteveen
in 1965, die volgens de Milj. Nota een
mflatoire stoot van 5,3»/o veroorzaakte.
Inderdaad heeft die verlaging de beste
dingen nog meer opgevoerd en derhalve
de spanningen verhoogd. Maar wij zijn
van mening, dat deze verlaging er zo
langzamerhand komen moest. Na 1945
zijn we met een betrekkelijk korte aan
loopperiode vanwege de gevolgen van
de oorlog terechtgekomen in een per
manente staat van hoogconjunctuur met
voortdurende dreiging van overbeste-
ding. Uit een oogpunt van conjunctuur-
politiek is dan belastingverlaging on
gewenst. Moeten we daarom wachten op
een depressie? Dan gaat het helemaal
met, want dan heeft de overheid weer
om andere redenen veel geld nodig. Het
huidige systeem komt er dus op neer,
dat belastingverlaging nooit meer mo
gelijk is! En daarbij wensen wij ons niet
neer te leggen. De belastingen op zich
zelf zijn al veel te hoog en speciaal de
progressie werkt moordend op veler in-
„Ik zal hem geven een witte
keursteen" (Openb. 2 17m)
De witte keursteen herinnert aan een
oude gewoonte, bij de rechtspraak in
gebruik. Indien de beschuldigde werd
vrijgesproken, legde men hem een witte
steen in de hand, indien hij werd ver
oordeeld, een zwarte.
En nu staan wij allen als doodschul-
digen tegenover de driemaal heilige Ged
Vanaf het ogenblik, dat wij in het Pa
radijs de Satan zijn toegevallen, is er
niemand die rechtvaardig is.
Ons oude leerboek zegt niet tevergeefs
dat de mens onbekwaam is tot enig goed
en geneigd tot alle kwaad.
En onverminderd handhaaft toch de
Heilige Zijn eis: „Vervloekt is een iege
lijk die niet blijft in al hetgeen geschre
ven is in het boek der wet om dat te
doen".
Hoe weinig zijn er die dat met heel
hun hart onderschrijven. De mens is van
nature blind voor de eis des Heeren en
blind voor zijn eigen zonde en ellende.
Dat wordt echter anders, warmeer hij
door de Heilige Geest bekend wordt ge
maakt met het recht Gods.
Dan blijft er niets meer over om op
te hopen. Dan blijft er geen grond over
om op te staan en geen kleed om ons
te bedekken. Dan wordt de roep ge
boren: „Zo Gij Heere de ongerechtighe
den gadeslaat, Heere Wie zal bestaan?"
Dan leren wij dat wij de zwarte keur
steen verdiend hebben. En toch is het
zó, dat als straks de zoon des mensen
in de jongste morgen ten gerichte zal
tijgen, er zullen zijn die uit Zijn hand de
witte keursteen zullen ontvangen. Hoe
dat kan? Omdat voor hen, de zwarte
keursteen is gelegd in de hand van de
Zaligmaker. Het oordeel dat over Hem
uitgesproken werd in het rechthuis van
Pilatus, is de grond van hun eeuwige
vrijspraak. „Ik zal hem geven een witte
keursteen".
Welk een ogenblik, als de verloste zon
daren voor aller oog als een gerecht
vaardigde zullen uitgaan van de rech
terstoel des Heeren. Natuurlijk is het
niet zo, dat Gods kinderen dan pas voor
het eerst van hun vrijspraak zullen ho
ren en het hier op aarde slechts een le
ven blijft vol onzekerheid.
De Koning uit Wiens handen zij de
witte keursteen ontvangen op de oor-
deelsdag, is hun geen onbekende.
Hij is Dezelfde, Die Zich te voren om
hunnentwil in het gericht heeft gesteld
en Die al de vloek heeft weggenomen.
Hij was het. Die hen, toen zij op duizend
vragen geen ander antwoord wisten dan
het: „ik heb de dood verdiend", wees op
Zijn doorboorde handen en voeten.
Ja, Hij heeft door Zijn Geest, Zijn vol
brachte Middelaarswerk toegepast aan
de ziel en om de naakte schouders van
Zijn kerk het kleed Zijner gerechtigheid
willen werpen, dat Hij verworven heeft
aan 't kruis van Golgotha.
En het was door het geloof, dat Gods
kerk het van Zijn lippen beluisterde:
„Gaat heen in vrede, want uw zonden
zijn u vergeven. Dan is er vrede in 't-
hart en weet men zich vrij van schuld
door het bloed van Christus. Dan ge
tuigt Gods Geest, met onze geest, dat wij
kinderen Gods zijn.
Maar, dat is niet altijd het geval. De
vertroosting des Geestes wordt zo vaak
gemist. Het is zó genoten en zo weer
weggesloten. Er is wel zaligheid in de
ziel, doch geen volmaaktheid. Eerst in
de hemel gaan zaligheid en volmaakt
heid, hand in hand. Is het dan wonder
dat door Gods gemeente met hunkerend
oor en hart geluisterd wordt naar de
beloften van de witte keursteen, die de
Zoon des Mensen op de jongste dag aan
de Zijnen schenken zal?
Dan immers zullen strijd en twijfel,
aanvechting en benauwing voor immer
voorbij zijn. Dan zal de verloste zon
daar de witte keursteen wegdragen voor
aller ogen, ook voor die van de duivel
en de wereld.
Gelukkig de mens die uit deze be
lofte kracht mag putten om de strijd te
strijden, die naar de overwinning voert.
Gelukkig de mens, die als een ver
lorene in zichzelf, dicht mag leven bij
de Heere Jezus Christus, in Wie Gods
beloften, ja en amen" zijn. Deze keur
steen is wit! Wit is de kleur van de
hemel, de kleur van de heiligheid, de
kleur van de eer en heerlijkheid.
Zalige toekomst! Hier op aarde is het
deel der kerk: smaad en verguizing. De
gunst des Heeren brengt de vijandschap
der wereld met zich mee. Aan ieder
hunner wordt het woord vervult van de
mond der waarheid: „Indien gij van de
wereld waart, zo zou de wereld het ha
re liefhebben. Doch omdat gij van de
wereld niet zijt, daarom haat u de we
reld.
Soms is die haat makkelijk te dragen.
We lezen van de discipelen in Handel.
5 41 dat zij verblijd waren, waardig
geacht te worden om Zijns Naams wil
smaadheid te dragen. Dan worden er
psalmen gezongen in de nacht.
Soms echter kan dit alles als een lo
den last drukken. En wat een zalige we
tenschap wordt het dan in het voor
uitzicht te hebben ééns gekroond te
worden met eer en heerlijkheid en uit
de Middelaarshanden van Christus te
mogen ontvangen de witte keursteen.
Dan zal eeuwig gezongen worden van
Gods goedertierenheen.
Dirksland.
C. J. KESTING
VOOR BETER f^
---------—"^ NBHR DE
MIDDELHRRNIS-TEL:Z3Z8
komen. Deze belastingverlaging moest
er komen. Ze is één van de goede din
gen van het kabinet-Marijnen. Van de
nieuwe coalitie zijn we op dit gebied
niets te wachten dan verhogingen. En
daarmee niet tevreden poogt zij via het
foefje van de belastingspaarbrieven ons
de verlaging praktisch ook nog afhan
dig te maken.
Alles bijeengenomen komen we tot
de conclusie, dat het kabinet-Cals met
zijn begroting de inflatie bevordert. De
uitgaven zijn te hoog opgevoerd en dat
gebeurt in een situatie, waarin de in
flatie al in volle gang is. Zoals prof.
Zijlstra (A.R.) in de Eerste Kamer op
merkte, komt de dekking met vertra
ging op gang, op jaarbasis pas in 1967.
Dit verhoogt de spanning op de arbeids-
en op de kapitaalmarkt. Hij meent ook,
dat het sterk stijgende nominale natio
nale inkomen waarin ook de loons- en
prijsverhogingen zitten, geldschepping
(dus inflatie) vraagt. De grote fout van
de regering is o.i. dat zij veel te veel
ineens wil doen. Haar program voor
1966 zou over ten minste twee of drie
jaar moeten worden uitgesmeerd. De
post woningwetvoorschotten bedroeg
voor de begroting-1963 ongeveer 750
miljoen en voor 1966 nota bene 1721 m.
(cijfers van min. Vondeling), de laatste
mede veroorzaakt door het veel te gro
te contingent woningwetwoningen. Op
die manier moet de zaak wel vastlopen.
4. De vakbonden. We zijn het met de
schr. eens, dat op het terrein van de
loonontwikkeling de voornaamste oor
zaak moet worden gezocht van de aan
wakkering der inflatie. Terecht stelt hij,
dat tot voor kort nog als verzachtende
omstandigheid kon gelden, dat het Ne
derlandse loonpeil moest worden opge
trokken tot het buitenlandse, maar dat
dit argument thans niet meer opgaat.
Hij citeert de Milj. nota: „De prijsstij
ging is in de afgelopen twaalf maanden
van alle E.E.G.-landen het sterkst ge
weest." Dit klopt ook met de tabel, die
min. Vondeling bij de algemene finan
ciële beschouwingen in de Eerste Ka
mer in de Handelingen deed opnemen
(pag. 259). De conclusie van drs. G. is
dan ook dat „dit aan ons, Nederlanders,
ten enenmale het recht ontneemt de
schuld van onze huidige inflatie zonder
meer op het buitenland af te wentelen.
Hier, in het binnenland, ligt momenteel
de belangrijkste infectiehaard; en het is
buiten kyf, dat die voor het grootste
I deel in de loonsector moet worden ge
zocht". De schr. vraagt zich daarom af
af of wij niet terwille van een krachtige
inflatiebestrijding ons zekere beper
kingen moeten gaan opleggen in onze
verdediging van de z.g. vrije loonvor
ming, zodat het mogelijk is, dat op ze
ker ogenblik een duidelijk „halt" van
overheidswege geboden wordt. Ook dit'
zijn we beslist met hem eens. Helaas
verbindt hij hieraan een conclusie, die
geheel onjuist is.
Wanneer hij vaststelt, dat het kabi
net-Cals niet het minst in zijn loonpoli
tiek zal moeten bewijzen, dat het met
de bestrijding van de inflatie ernst wil
maken, poneert hij de stelling, dat het
daarbij merkwaardigerwijs profijt kan
hebben van het feit, dat het is samen
gesteld zonder de V.V.D. Hij verklaart
dit zo: de V.V.D. belijdt wel met de
mond, dat de inflatie een misstand is,
maar zij zal geneigd zijn voor de be
strijding ervan terug te deinzen zo gauw
hiervoor een extra-dosis overheidsin
grijpen benodigd is. En daarom beant
woordt hij de vraag, of een A.R. infla
tiebestrijding geen samenwerking met
de V.V.D. i.p.v. met de P.v.d.A. vereist,
ontkennend.
Deze conclusie nu vinden wij verba
zingwekkend. Drs. G. zal toch weten,
dat de huidige liberalen over de taak
van de overheid heel anders denken dan
hun voorouders uit de 19e eeuw. Het
vroegere „laat maar waaien-systeem"
huldigt geen enkele liberaal meer. Wan
neer de schr. in de „Handelingen" de re
devoeringen van de heren Geertsema en
Witteveen (2e Kamer) en De Wilde (Ie
kamer) leest, zal hij dit wel heel duide
lijk bemerken. Mr. de Wilde zei b.v.: „Ik
zou het juist hebben gevonden, indien
thans een poging in het werk was ge
steld om door middel van het financiële
overheidsbeleid tegenwicht te geven aan
de inflatoire ontwikkeling, een tegen
druk, die van verschillende fronten, n.l.
het loon- en prijsbeleid, uitgaven-fiscale
en monetaire politiek, zou kunnen uit
gaan" (pag. 202 Hand. St. Gen.) Dat is
heel wat anders dan drs. G. schrijft. Wij
menen dan ook, dat hij op dit punt vol
komen fout is. Gedreven door zijn po
ging om de samenwerking van de A.R.P.
met de P.v.d.A. te verdedigen (en het
uitschakelen van de V.V.D.) beweert hij
iets, dat ten enenmale in strijd is met
de feiten. Als hij zegt, dat de V.V.D.
alleen met de mond belijdt, dat de in
flatie een misstand is, dan doet hij die
partij onrecht. Zij was de enige, die een
bezuinigingsprogram indiende van één
miljard ondanks het gevaar voor im
populariteit. Overigens hebben alle po
litici de mond vol over inflatie, maar ze
doen er niets tegen. Het is gemakkelij
ker kiezers te winnen met inflatlebe-
vorderende dan met inflatieremmende
maatregelen! En als er nu één partij is,
die door overspanning van de staatstaak
via een royaal uitgavenbeleid de infla-
Het kerkgebouw der Gereformeerde
Gemeente te Dirksland heeft een der
mate ingrijpende restauratie onder
gaan dat zomin het interieur als het
exterieur nog aan het oude gebouw
herinnert. Deze week is het kapitale
werk dat vorig jaar mei werd begon
nen gereed gekomen en de vreugde en
dankbaarheid was groot toen de ge
meente na lange tijd gisteravond weer
in haar eigen bedehuis kon samenkomen
Het exterieur
De raampartijen zijn gewijzigd van
drie in twee ramen naast elkaar. Het
glas in lood is vervangen door zonwe
rend glas. De nok van het kerkge
bouw is plm. twee meter gezakt en de
dakhelling is flauwer geworden. De
spits is geheel vernieuwd. De hoofd
ingang die voorheen aan de Boomvliet-
straat was is verplaatst naar de zijde
van de Gelderse dijk. Het terrein rond
om de kerk is opgehoogd en er zijn
parkeerplaatsen aangelegd die aan 40
auto's plaats bieden.
Het interieur
Ook het interieur is grondig gewij
zigd. De preekstoel en het orgel ston
den vroeger aan de zuidzijde; thans
staat de kansel in het midden van de
kerk tegen de oostgevel en het orgel zal
aan de noordzijde worden geplaatst.
De preekstoel staat juist tegenover de
DIRKSLAND
Auto zwaar beschadigd.
Ter hoogte van de burgemeesterswo
ning in de Staakweg te Dirksland, stak
j.l. woensdagmiddag 4 uur de 10-jarige
Leo de Jong Pz. onverhoeds de rijweg
over. Uit de richting Melissant naderde
met flinke snelheid de onderwijzer de
heer de Korte uit Melissant. Hij zag het
gevaart en remde uit alle macht, miste
op een haar de jeugdige knaap, slinger
de naar rechts en met een grote klap
vloog de kleine personenauto frontaal
op een dikke stenen beer bij dr. Stoel.
De gehele duiker werd vernield en
kwam in de sloot terecht. De auto bleef
half over de sloot in de struiken han
gen. De ravage aan de auto is groot.
Het mag een wonder worden genoemd,
dat er geen doden te betreuren zijn.
Speciaal In het opma'Ken van
B. v. d. VEEB
Telefoon 2682 WestdQk bt>
MIDDELHARNIS
tie in de hand werkt, dan is het wel de
P.v.d.A. De socialist Ir. Vos hield in de
Ie Kamer wel een lang pleidooi tegen
inflatie, maar verklaarde zich vóór de
begroting-Vondeling. Eerlijkheidshalve
moeten we erbij voegen, dat prof. Zijl
stra, wiens rede we de schr. van harte
ter lezing aanbevelen, een vernietigend
requisitoir hield tegen de inflatiepoli-
tiek, maar tenslotte toch verklaarde
namens zijn fraktiehet kabinet-Cals
te zullen blijven steunen. Dit klopt na
tuurlijk evenmin;
Alles bijeengenomen menen we, dat
drs. Goudzwaard er niet in geslaagd is
aannemelijk te maken, dat in verband
met de inflatiebestrijding de A.R.P. in
dit kabinet thuis hoort. Naar onze me
ning is het tegendeel het geval.
hoofdingang boven welke ingang een
kleine galerij is gebouwd.
Ook is een galerij aan de zuidzijde.
De bouwers
De verbouw vond plaats naar ont
werp van architect G. Geluk te Vlaar-
dingen. Het metselwerk werd verricht
door fa. J. W. de Geus; het timmer
werk aan de kap en de vervaardiging
van de preekstoel werd gedaan door
de fa. F. Biesheuvel. Schilder was fa.
J. van Brussel te Dirksland en de elec-
triciteit werd aangelegd door de fa.
Nieuwland en Zn. Het smids- en lood-
gieterswerk werd verzorgd door fa. A.
Vijfhuize die ook de grote kroonlamp
ontwierp. De kroon heeft 8 armen. De
centrale verwarming werd aangelegd
door fa. J. de Graaf te Delft en de ban
ken werden geleverd door fa. Koeken
te Utrecht. Fa. NEMAHO te Doetin-
chem leverde de (houten) dakspanten.
Vloerbedekking en verdere stoffering
werd aangebracht door fa. H. Bra-
ber te Dirksland. Het orgel wordt ge
bouwd door Ernst Leeflang. Het kan
waarschijnlijk bij de herdenking van
het 100-jarig bestaan van de gemeente
in 1967 in gebruik worden genomen.
Het aantal plaatsen is van 690 in de
oude kerk vermeerderd tot 752.
MIDDELHARNIS
(Vert. Vuleaan Dirksland)
In de leeftijd van ruim 58 jaar is j.l.
woensdagmorgen overleden de heer H.
Louwerse te Middelharnis, in leven
vertegenwoordiger van kunstmesthan
del Vuleaan Dirksland N.V.. Dhr. Lou
werse legde i.v.m. zijn ziekte vorig jaar
juli het werk neer waarna hij in het
ziekenhuis „Dijkzigt" te Rotterdam werd
verpleegd. Hij keerde na enige tijd naar
huis om in december weer te worden
opgenomen waarna hij woensdagmor
gen overleed.
Dhr. Louwerse kwam in 1945 in dienst
van Vuleaan, toen nog kunstmesthandel
Kooman en Co. Hij onderhield zeer veel
contacten en stond in hoog aanzien bij
superieuren en afnemers. Hij was een
zeer geziene persoonlijkheid die een
werkzaam leven leidde.
De begrafenis is bepaald op zaterdag
15 januari te Middelharnis.
MIDDELHARNIS
Ledenvergadering „Timotheüs". De
zondagsschoolver. „Timotheüs" houdt
a.s. donderdag 27 jan. sav. 7.30 uur haar
ledenvergadering in de consistorie der
Ger. Gem. te Middelharnis. De agenda
bevat o.m. de verkiezing van 2 be
stuursleden en een inleiding over „De
Erfzonde" door dhr. P. Kieviet.
OOLTGENSPLAAT
Woning verkocht. Mevr. wed. C. van
Poortvliet heeft haar woning Stoof-
straat 6 onderhands verkocht aan de
heer M. Korteweg Wz. Momenteel woon
achtig Molendijk 7. De familie Korte
weg zal de gekochte woning zelf be
trekken. Mevr. V. Poortvliet heeft een
woning gekocht te Oude Tonge en gaat
met haar gezin binnenkort naar deze
plaats verhuizen.
JAARVERGADERING C.B.T.B.
AFDELING GOEEEE-OVERFLAKKEE
De jaarvergadering van de afdeling
Holland-Brabant van de C.B.T..B wordt
gehouden op donderdag 20 jan. a.s. te
Delft. Voor deelname diene men zich
voor 18 jan. a.s. op te geven bij dhr.
P. Westhoeve Klzn., tel. 01878-307 of J.
J. de Wit, tel. 01875-290.
De nieuwe kotter G.O. 15 van schip
per M. Lokker uit Goedereede werd
tijdens de j.l. zaterdagmorgen gehouden
proefvaart vanuit de binnenhaven te
Stellendam door de scheepvaartinspec
tie getest en in orde bevonden. Anders
is het gesteld met de haven, hoe graag
de schipper ook zee wilde kiezen, hij
was gedwongen enkele uren te wachten
om zonder schade de voor de haven
mond liggende drempel te passeren. De
m.c. „Vaarwater" een zandzuiger van
formaat is hier steeds bezig maar het
euvel wordt er niet mee verholpen.
De G.O. 15 werd door fa. Maaskant
N.V. te Stellendam voorzien van een 400
P.K. Kromhout motor, type 12 T.V.H.D.
120; 12 cil. in V.-vorm. Een dergelijke
motor werd voor de kustvisserij om de
Zuid" niet eerder afgeleverd. Fa. Maas
kant leverde ook de 4-kops Maaskantlier
en bouwde de ballast- en de lenspomp
in. Het schip werd voorzien van een
Seffle hand-hydraulische stuurinrich-
ting; de schroef werd geleverd door de
fa. V. Voorden te Zaltbommel; de Dec-
ca apparatuur werd door INA Rotter
dam geplaatst en het Casco werd ge
bouwd op de werf Zwets te Hardinx-
veld. Fa. Westhoeve te Ouddorp zorgde
voor de aanleg van electriciteit.
We wensen de schipper met zijn be
manning een goede vaart en veel geluk.