Restauratie kerkgebouw Geref. Gemeente te Dirksland voltooid Het Kabinet-Cals en de inflatie Overstekende jongen net gemist Js/leditatie F^C. KORTEHEG ZOON Nieuwe G.0.15 maakte geslaagde proef vaart 38e jaargang Vrijdag 14 januari 1966 No. 3453 CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN „De witte keursteen" In- en exterieur vormen fraai esthetisch geheel. Fruitmanden en Fruitbakjes »De Fruitcentrale" Dhr. H. Louwerse overleden PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930 ABONNEMENTSPRIJS 2,75 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond De schrijver over dit onderwerp in „Ned. Gedachten" gaat in zijn artikel proberen aan te tonen, dat het met de uitgavenpolitiek van het kabinet-Cals verhoudingsgewijs nogal meevalt. Hij doet dit aan de hand van cijfers uit de Miljoenennota. Nu is het zo, dat men met cijfers en met een flinke dosis han digheid van alles kan bewijzen. De Fransen spreken niet voor niets over „1' art de grouper les chiffres" (de kunst om cijfers te groeperen). Drs. G. wil aantonen, dat het kabinet-Cals voor 1966 naar verhouding minder uitgeeft dan kabinet-Marijnen in 1965. Dit is op zichzelf al een zeer apocriefe stel- Jing, gezien het feit, dat de begroting van het eerste 3 miljard hoger ligt dan die van het laatste. De schr. neemt daar toe uit de Miljoenennota een tabel over van min. Vondeling, waarin deze een vergelijking treft tussen de hoogte van het nationale inkomen en die van de begrotingsuitgaven. We nemen het staatje hier over. Nat. inkomen Rijksuitgaven Procenten 1963 47,3 mld. 12,3 mld. 26,1 1964 55,3 mld. 14,6 mld. 26,4 1965 61,4 mld. 16,4 mld. 26,8 1966 68,4 mld. 18,1 mld. 26,6 Triomfantelijk concludeert dan de mi nister en met hem drs. G., dat het per centage in 1966 dus gedaald is! De rijks uitgaven voor 1966 vertonen in ver houding tot ons nationaal inkomen im mers een dalende lijn. Nu is een vergelijking tussen deze twee grootheden op zichzelf heel logisch, hoewel het geen wet van Meden en Perzen mag zijn, dat de rijksuitgaven met eenzelfde percentage omhoog mo gen of moeten als het nationaal inko men. De conjunctuurpolitiek zal toch beslist ook een woordje moeten mee spreken, al doet ze dit helaas in de praktijk weinig of niet op dit gebied. Men noemt dat de structurele norm. Die was voor 1966 ongeveer 900 miljoen, maar is met 441 miljoen overschreden. Men houdt er zich dus ook al niet aan. Maar goed, we gaan de cijfers eens na. Zijn deze getallen wel vergelijkbaar? Voor 1963 is het cijfer van de voorlopige rekening, voor 1964 het vermoedelijk beloop, voor 1965 de vermoedelijke uit komsten en voor 1966 de raming van de begroting (zie Milj. Nota pag. 20). Het is echter voor iedereen duidelijk, dat men alleen de vastgestelde rekeningen mag vergelijken en in geen geval er een begroting mag bijsiepen. Zulk een ver gelijking moet uiteraard altijd in het voordeel van de laatste uitvallen. Daarbij komt nog, dat min. Vondeling naar onze mening en naar die van me nig deskundige de raming van ons na tionaal inkomen voor 1966 te hoog en die van de rijksuitgaven te laag heeft gesteld. De verwachting is n.l. in ver band met diverse ontwikkelingen in on ze economie, dat de economische groei dit jaar beduidend minder groot zal zijn dan in de vorige jaren. Het zou ons niet verwonderen, als ons N.l. voor 1966 niet 68,4 maar 67,0 zou bedragen. En wat de rijksuitgaven betreft, het is van zelfsprekend, dat die voor dit jaar in hun uiteindelijke realisatie niet 18,1, maar veel meer dan 19,0 mld. zullen halen. Laten we het echter maar op dit laatste cijfer houden. Wat blijkt dan? Dat het percentage niet 26,6, maar 28,3 bedraagt, m.a.w. dat het niet lager ligt dan die van het kabinet-Marijnen, maar aanmerkeiyk hoger. Waarmee de heie redenering van de minister èn van drs. G. ondersteboven ligt. Deze stijging van de overheidsuitga ven t.o.v. het nationaal inkomen werkt in verkeerde richting, zeker wanneer ze bij lange na niet gedekt wordt door de inkomsten. Dan gaat er van zulk een begroting een inflatoire stoot uit. Vol gens drs. G. zal deze in 1966 even groot zijn als in 1964, n.l. 0,7»/o hij neemt ook hier de cijfers van de minister voet stoots over en stelt dus, dat het ka binet-Marijnen, wat de inflatie betreft, .niets beter was dan het kabinet-Cals. Letterlijk zegt hij hiervan: „Degenen, die stellen, dat de A.R.P. terwille van de mflatiebestrijding de samenwerking met de V.y.D. nimmer had mogen beëindi gen, zien hun redenering door de gege ven cijfers duideUjk gelogenstraft. Hij maakt hier echter weer dezelfde fout als bij het vorige punt, want hij verge lijkt een realisatiecijfer van 1964 met een begrotingscijfer van 1966. De schr. verwijst ook nog naar de be lastingverlaging van minister Witteveen in 1965, die volgens de Milj. Nota een mflatoire stoot van 5,3»/o veroorzaakte. Inderdaad heeft die verlaging de beste dingen nog meer opgevoerd en derhalve de spanningen verhoogd. Maar wij zijn van mening, dat deze verlaging er zo langzamerhand komen moest. Na 1945 zijn we met een betrekkelijk korte aan loopperiode vanwege de gevolgen van de oorlog terechtgekomen in een per manente staat van hoogconjunctuur met voortdurende dreiging van overbeste- ding. Uit een oogpunt van conjunctuur- politiek is dan belastingverlaging on gewenst. Moeten we daarom wachten op een depressie? Dan gaat het helemaal met, want dan heeft de overheid weer om andere redenen veel geld nodig. Het huidige systeem komt er dus op neer, dat belastingverlaging nooit meer mo gelijk is! En daarbij wensen wij ons niet neer te leggen. De belastingen op zich zelf zijn al veel te hoog en speciaal de progressie werkt moordend op veler in- „Ik zal hem geven een witte keursteen" (Openb. 2 17m) De witte keursteen herinnert aan een oude gewoonte, bij de rechtspraak in gebruik. Indien de beschuldigde werd vrijgesproken, legde men hem een witte steen in de hand, indien hij werd ver oordeeld, een zwarte. En nu staan wij allen als doodschul- digen tegenover de driemaal heilige Ged Vanaf het ogenblik, dat wij in het Pa radijs de Satan zijn toegevallen, is er niemand die rechtvaardig is. Ons oude leerboek zegt niet tevergeefs dat de mens onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. En onverminderd handhaaft toch de Heilige Zijn eis: „Vervloekt is een iege lijk die niet blijft in al hetgeen geschre ven is in het boek der wet om dat te doen". Hoe weinig zijn er die dat met heel hun hart onderschrijven. De mens is van nature blind voor de eis des Heeren en blind voor zijn eigen zonde en ellende. Dat wordt echter anders, warmeer hij door de Heilige Geest bekend wordt ge maakt met het recht Gods. Dan blijft er niets meer over om op te hopen. Dan blijft er geen grond over om op te staan en geen kleed om ons te bedekken. Dan wordt de roep ge boren: „Zo Gij Heere de ongerechtighe den gadeslaat, Heere Wie zal bestaan?" Dan leren wij dat wij de zwarte keur steen verdiend hebben. En toch is het zó, dat als straks de zoon des mensen in de jongste morgen ten gerichte zal tijgen, er zullen zijn die uit Zijn hand de witte keursteen zullen ontvangen. Hoe dat kan? Omdat voor hen, de zwarte keursteen is gelegd in de hand van de Zaligmaker. Het oordeel dat over Hem uitgesproken werd in het rechthuis van Pilatus, is de grond van hun eeuwige vrijspraak. „Ik zal hem geven een witte keursteen". Welk een ogenblik, als de verloste zon daren voor aller oog als een gerecht vaardigde zullen uitgaan van de rech terstoel des Heeren. Natuurlijk is het niet zo, dat Gods kinderen dan pas voor het eerst van hun vrijspraak zullen ho ren en het hier op aarde slechts een le ven blijft vol onzekerheid. De Koning uit Wiens handen zij de witte keursteen ontvangen op de oor- deelsdag, is hun geen onbekende. Hij is Dezelfde, Die Zich te voren om hunnentwil in het gericht heeft gesteld en Die al de vloek heeft weggenomen. Hij was het. Die hen, toen zij op duizend vragen geen ander antwoord wisten dan het: „ik heb de dood verdiend", wees op Zijn doorboorde handen en voeten. Ja, Hij heeft door Zijn Geest, Zijn vol brachte Middelaarswerk toegepast aan de ziel en om de naakte schouders van Zijn kerk het kleed Zijner gerechtigheid willen werpen, dat Hij verworven heeft aan 't kruis van Golgotha. En het was door het geloof, dat Gods kerk het van Zijn lippen beluisterde: „Gaat heen in vrede, want uw zonden zijn u vergeven. Dan is er vrede in 't- hart en weet men zich vrij van schuld door het bloed van Christus. Dan ge tuigt Gods Geest, met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Maar, dat is niet altijd het geval. De vertroosting des Geestes wordt zo vaak gemist. Het is zó genoten en zo weer weggesloten. Er is wel zaligheid in de ziel, doch geen volmaaktheid. Eerst in de hemel gaan zaligheid en volmaakt heid, hand in hand. Is het dan wonder dat door Gods gemeente met hunkerend oor en hart geluisterd wordt naar de beloften van de witte keursteen, die de Zoon des Mensen op de jongste dag aan de Zijnen schenken zal? Dan immers zullen strijd en twijfel, aanvechting en benauwing voor immer voorbij zijn. Dan zal de verloste zon daar de witte keursteen wegdragen voor aller ogen, ook voor die van de duivel en de wereld. Gelukkig de mens die uit deze be lofte kracht mag putten om de strijd te strijden, die naar de overwinning voert. Gelukkig de mens, die als een ver lorene in zichzelf, dicht mag leven bij de Heere Jezus Christus, in Wie Gods beloften, ja en amen" zijn. Deze keur steen is wit! Wit is de kleur van de hemel, de kleur van de heiligheid, de kleur van de eer en heerlijkheid. Zalige toekomst! Hier op aarde is het deel der kerk: smaad en verguizing. De gunst des Heeren brengt de vijandschap der wereld met zich mee. Aan ieder hunner wordt het woord vervult van de mond der waarheid: „Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het ha re liefhebben. Doch omdat gij van de wereld niet zijt, daarom haat u de we reld. Soms is die haat makkelijk te dragen. We lezen van de discipelen in Handel. 5 41 dat zij verblijd waren, waardig geacht te worden om Zijns Naams wil smaadheid te dragen. Dan worden er psalmen gezongen in de nacht. Soms echter kan dit alles als een lo den last drukken. En wat een zalige we tenschap wordt het dan in het voor uitzicht te hebben ééns gekroond te worden met eer en heerlijkheid en uit de Middelaarshanden van Christus te mogen ontvangen de witte keursteen. Dan zal eeuwig gezongen worden van Gods goedertierenheen. Dirksland. C. J. KESTING VOOR BETER f^ ---------—"^ NBHR DE MIDDELHRRNIS-TEL:Z3Z8 komen. Deze belastingverlaging moest er komen. Ze is één van de goede din gen van het kabinet-Marijnen. Van de nieuwe coalitie zijn we op dit gebied niets te wachten dan verhogingen. En daarmee niet tevreden poogt zij via het foefje van de belastingspaarbrieven ons de verlaging praktisch ook nog afhan dig te maken. Alles bijeengenomen komen we tot de conclusie, dat het kabinet-Cals met zijn begroting de inflatie bevordert. De uitgaven zijn te hoog opgevoerd en dat gebeurt in een situatie, waarin de in flatie al in volle gang is. Zoals prof. Zijlstra (A.R.) in de Eerste Kamer op merkte, komt de dekking met vertra ging op gang, op jaarbasis pas in 1967. Dit verhoogt de spanning op de arbeids- en op de kapitaalmarkt. Hij meent ook, dat het sterk stijgende nominale natio nale inkomen waarin ook de loons- en prijsverhogingen zitten, geldschepping (dus inflatie) vraagt. De grote fout van de regering is o.i. dat zij veel te veel ineens wil doen. Haar program voor 1966 zou over ten minste twee of drie jaar moeten worden uitgesmeerd. De post woningwetvoorschotten bedroeg voor de begroting-1963 ongeveer 750 miljoen en voor 1966 nota bene 1721 m. (cijfers van min. Vondeling), de laatste mede veroorzaakt door het veel te gro te contingent woningwetwoningen. Op die manier moet de zaak wel vastlopen. 4. De vakbonden. We zijn het met de schr. eens, dat op het terrein van de loonontwikkeling de voornaamste oor zaak moet worden gezocht van de aan wakkering der inflatie. Terecht stelt hij, dat tot voor kort nog als verzachtende omstandigheid kon gelden, dat het Ne derlandse loonpeil moest worden opge trokken tot het buitenlandse, maar dat dit argument thans niet meer opgaat. Hij citeert de Milj. nota: „De prijsstij ging is in de afgelopen twaalf maanden van alle E.E.G.-landen het sterkst ge weest." Dit klopt ook met de tabel, die min. Vondeling bij de algemene finan ciële beschouwingen in de Eerste Ka mer in de Handelingen deed opnemen (pag. 259). De conclusie van drs. G. is dan ook dat „dit aan ons, Nederlanders, ten enenmale het recht ontneemt de schuld van onze huidige inflatie zonder meer op het buitenland af te wentelen. Hier, in het binnenland, ligt momenteel de belangrijkste infectiehaard; en het is buiten kyf, dat die voor het grootste I deel in de loonsector moet worden ge zocht". De schr. vraagt zich daarom af af of wij niet terwille van een krachtige inflatiebestrijding ons zekere beper kingen moeten gaan opleggen in onze verdediging van de z.g. vrije loonvor ming, zodat het mogelijk is, dat op ze ker ogenblik een duidelijk „halt" van overheidswege geboden wordt. Ook dit' zijn we beslist met hem eens. Helaas verbindt hij hieraan een conclusie, die geheel onjuist is. Wanneer hij vaststelt, dat het kabi net-Cals niet het minst in zijn loonpoli tiek zal moeten bewijzen, dat het met de bestrijding van de inflatie ernst wil maken, poneert hij de stelling, dat het daarbij merkwaardigerwijs profijt kan hebben van het feit, dat het is samen gesteld zonder de V.V.D. Hij verklaart dit zo: de V.V.D. belijdt wel met de mond, dat de inflatie een misstand is, maar zij zal geneigd zijn voor de be strijding ervan terug te deinzen zo gauw hiervoor een extra-dosis overheidsin grijpen benodigd is. En daarom beant woordt hij de vraag, of een A.R. infla tiebestrijding geen samenwerking met de V.V.D. i.p.v. met de P.v.d.A. vereist, ontkennend. Deze conclusie nu vinden wij verba zingwekkend. Drs. G. zal toch weten, dat de huidige liberalen over de taak van de overheid heel anders denken dan hun voorouders uit de 19e eeuw. Het vroegere „laat maar waaien-systeem" huldigt geen enkele liberaal meer. Wan neer de schr. in de „Handelingen" de re devoeringen van de heren Geertsema en Witteveen (2e Kamer) en De Wilde (Ie kamer) leest, zal hij dit wel heel duide lijk bemerken. Mr. de Wilde zei b.v.: „Ik zou het juist hebben gevonden, indien thans een poging in het werk was ge steld om door middel van het financiële overheidsbeleid tegenwicht te geven aan de inflatoire ontwikkeling, een tegen druk, die van verschillende fronten, n.l. het loon- en prijsbeleid, uitgaven-fiscale en monetaire politiek, zou kunnen uit gaan" (pag. 202 Hand. St. Gen.) Dat is heel wat anders dan drs. G. schrijft. Wij menen dan ook, dat hij op dit punt vol komen fout is. Gedreven door zijn po ging om de samenwerking van de A.R.P. met de P.v.d.A. te verdedigen (en het uitschakelen van de V.V.D.) beweert hij iets, dat ten enenmale in strijd is met de feiten. Als hij zegt, dat de V.V.D. alleen met de mond belijdt, dat de in flatie een misstand is, dan doet hij die partij onrecht. Zij was de enige, die een bezuinigingsprogram indiende van één miljard ondanks het gevaar voor im populariteit. Overigens hebben alle po litici de mond vol over inflatie, maar ze doen er niets tegen. Het is gemakkelij ker kiezers te winnen met inflatlebe- vorderende dan met inflatieremmende maatregelen! En als er nu één partij is, die door overspanning van de staatstaak via een royaal uitgavenbeleid de infla- Het kerkgebouw der Gereformeerde Gemeente te Dirksland heeft een der mate ingrijpende restauratie onder gaan dat zomin het interieur als het exterieur nog aan het oude gebouw herinnert. Deze week is het kapitale werk dat vorig jaar mei werd begon nen gereed gekomen en de vreugde en dankbaarheid was groot toen de ge meente na lange tijd gisteravond weer in haar eigen bedehuis kon samenkomen Het exterieur De raampartijen zijn gewijzigd van drie in twee ramen naast elkaar. Het glas in lood is vervangen door zonwe rend glas. De nok van het kerkge bouw is plm. twee meter gezakt en de dakhelling is flauwer geworden. De spits is geheel vernieuwd. De hoofd ingang die voorheen aan de Boomvliet- straat was is verplaatst naar de zijde van de Gelderse dijk. Het terrein rond om de kerk is opgehoogd en er zijn parkeerplaatsen aangelegd die aan 40 auto's plaats bieden. Het interieur Ook het interieur is grondig gewij zigd. De preekstoel en het orgel ston den vroeger aan de zuidzijde; thans staat de kansel in het midden van de kerk tegen de oostgevel en het orgel zal aan de noordzijde worden geplaatst. De preekstoel staat juist tegenover de DIRKSLAND Auto zwaar beschadigd. Ter hoogte van de burgemeesterswo ning in de Staakweg te Dirksland, stak j.l. woensdagmiddag 4 uur de 10-jarige Leo de Jong Pz. onverhoeds de rijweg over. Uit de richting Melissant naderde met flinke snelheid de onderwijzer de heer de Korte uit Melissant. Hij zag het gevaart en remde uit alle macht, miste op een haar de jeugdige knaap, slinger de naar rechts en met een grote klap vloog de kleine personenauto frontaal op een dikke stenen beer bij dr. Stoel. De gehele duiker werd vernield en kwam in de sloot terecht. De auto bleef half over de sloot in de struiken han gen. De ravage aan de auto is groot. Het mag een wonder worden genoemd, dat er geen doden te betreuren zijn. Speciaal In het opma'Ken van B. v. d. VEEB Telefoon 2682 WestdQk bt> MIDDELHARNIS tie in de hand werkt, dan is het wel de P.v.d.A. De socialist Ir. Vos hield in de Ie Kamer wel een lang pleidooi tegen inflatie, maar verklaarde zich vóór de begroting-Vondeling. Eerlijkheidshalve moeten we erbij voegen, dat prof. Zijl stra, wiens rede we de schr. van harte ter lezing aanbevelen, een vernietigend requisitoir hield tegen de inflatiepoli- tiek, maar tenslotte toch verklaarde namens zijn fraktiehet kabinet-Cals te zullen blijven steunen. Dit klopt na tuurlijk evenmin; Alles bijeengenomen menen we, dat drs. Goudzwaard er niet in geslaagd is aannemelijk te maken, dat in verband met de inflatiebestrijding de A.R.P. in dit kabinet thuis hoort. Naar onze me ning is het tegendeel het geval. hoofdingang boven welke ingang een kleine galerij is gebouwd. Ook is een galerij aan de zuidzijde. De bouwers De verbouw vond plaats naar ont werp van architect G. Geluk te Vlaar- dingen. Het metselwerk werd verricht door fa. J. W. de Geus; het timmer werk aan de kap en de vervaardiging van de preekstoel werd gedaan door de fa. F. Biesheuvel. Schilder was fa. J. van Brussel te Dirksland en de elec- triciteit werd aangelegd door de fa. Nieuwland en Zn. Het smids- en lood- gieterswerk werd verzorgd door fa. A. Vijfhuize die ook de grote kroonlamp ontwierp. De kroon heeft 8 armen. De centrale verwarming werd aangelegd door fa. J. de Graaf te Delft en de ban ken werden geleverd door fa. Koeken te Utrecht. Fa. NEMAHO te Doetin- chem leverde de (houten) dakspanten. Vloerbedekking en verdere stoffering werd aangebracht door fa. H. Bra- ber te Dirksland. Het orgel wordt ge bouwd door Ernst Leeflang. Het kan waarschijnlijk bij de herdenking van het 100-jarig bestaan van de gemeente in 1967 in gebruik worden genomen. Het aantal plaatsen is van 690 in de oude kerk vermeerderd tot 752. MIDDELHARNIS (Vert. Vuleaan Dirksland) In de leeftijd van ruim 58 jaar is j.l. woensdagmorgen overleden de heer H. Louwerse te Middelharnis, in leven vertegenwoordiger van kunstmesthan del Vuleaan Dirksland N.V.. Dhr. Lou werse legde i.v.m. zijn ziekte vorig jaar juli het werk neer waarna hij in het ziekenhuis „Dijkzigt" te Rotterdam werd verpleegd. Hij keerde na enige tijd naar huis om in december weer te worden opgenomen waarna hij woensdagmor gen overleed. Dhr. Louwerse kwam in 1945 in dienst van Vuleaan, toen nog kunstmesthandel Kooman en Co. Hij onderhield zeer veel contacten en stond in hoog aanzien bij superieuren en afnemers. Hij was een zeer geziene persoonlijkheid die een werkzaam leven leidde. De begrafenis is bepaald op zaterdag 15 januari te Middelharnis. MIDDELHARNIS Ledenvergadering „Timotheüs". De zondagsschoolver. „Timotheüs" houdt a.s. donderdag 27 jan. sav. 7.30 uur haar ledenvergadering in de consistorie der Ger. Gem. te Middelharnis. De agenda bevat o.m. de verkiezing van 2 be stuursleden en een inleiding over „De Erfzonde" door dhr. P. Kieviet. OOLTGENSPLAAT Woning verkocht. Mevr. wed. C. van Poortvliet heeft haar woning Stoof- straat 6 onderhands verkocht aan de heer M. Korteweg Wz. Momenteel woon achtig Molendijk 7. De familie Korte weg zal de gekochte woning zelf be trekken. Mevr. V. Poortvliet heeft een woning gekocht te Oude Tonge en gaat met haar gezin binnenkort naar deze plaats verhuizen. JAARVERGADERING C.B.T.B. AFDELING GOEEEE-OVERFLAKKEE De jaarvergadering van de afdeling Holland-Brabant van de C.B.T..B wordt gehouden op donderdag 20 jan. a.s. te Delft. Voor deelname diene men zich voor 18 jan. a.s. op te geven bij dhr. P. Westhoeve Klzn., tel. 01878-307 of J. J. de Wit, tel. 01875-290. De nieuwe kotter G.O. 15 van schip per M. Lokker uit Goedereede werd tijdens de j.l. zaterdagmorgen gehouden proefvaart vanuit de binnenhaven te Stellendam door de scheepvaartinspec tie getest en in orde bevonden. Anders is het gesteld met de haven, hoe graag de schipper ook zee wilde kiezen, hij was gedwongen enkele uren te wachten om zonder schade de voor de haven mond liggende drempel te passeren. De m.c. „Vaarwater" een zandzuiger van formaat is hier steeds bezig maar het euvel wordt er niet mee verholpen. De G.O. 15 werd door fa. Maaskant N.V. te Stellendam voorzien van een 400 P.K. Kromhout motor, type 12 T.V.H.D. 120; 12 cil. in V.-vorm. Een dergelijke motor werd voor de kustvisserij om de Zuid" niet eerder afgeleverd. Fa. Maas kant leverde ook de 4-kops Maaskantlier en bouwde de ballast- en de lenspomp in. Het schip werd voorzien van een Seffle hand-hydraulische stuurinrich- ting; de schroef werd geleverd door de fa. V. Voorden te Zaltbommel; de Dec- ca apparatuur werd door INA Rotter dam geplaatst en het Casco werd ge bouwd op de werf Zwets te Hardinx- veld. Fa. Westhoeve te Ouddorp zorgde voor de aanleg van electriciteit. We wensen de schipper met zijn be manning een goede vaart en veel geluk.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1966 | | pagina 1