ËiiAnoEn-niEUws K Mol ens m gevaar Doe-het'Zelf werd zie-het'Zelf! Rhodesië Portretten - pasfoto's - reportages (Be Bruid van fi^chokland Fotografie 1. Zandstra - Sommelsdijk ;blad Vrijdag 19 november 1965 No. 3438 lus [a- le- bor lelf le- |its VOOR BABY'S HUIDJE ink. 3 ren. I voe- INIS LAT !^eeuu74>e wand«stin^en J. Keuvelaar Managerziekte bij boeren Amerika in het donker Grenzen van de techniek Itenkdag voor gewas en arbeid Uit een biddag- preek. tólicht hebt u het gelezen in uw dag-, ad' vijf-en-twintig miljoen Amenka- eti'zaten vorige week ongeveer tien ren in het donker. Een kabelbreiik jn e voornaamste toevoerlijn van de cen- tale bij de Niagara-watervallen was er e ooHzaak van dat in één van de ichtstbevolkte gebieden van de Ver- nigde Staten de stroom uitviel. De sto- Ing veroorzaakte een enorme chaos: 'en kwart miljoen mensen zaten, op ,eg van hun werk naar huis, opge- loten in de ondergrondse. Een nog gro- ■r aantal bleef steken in de liften van wolkenkrabbers. Forensen waren ge wogen, de nacht in de stad door te rengen'. Jeugdbenden, profiterend van e duisternis, trokken door de straten an New York en sloegen aan het plun eren. In Boston moest de politie een proer in de gevangenis neerslaan. Heel et New Yorkse politiecorps was op de ICHAP IN Paloraeu een zen- bt binnen- leel klein tutten. De van deze ken en zij kar maan- Ir van het Iverzorgde huiselijk Ijdens zijn lidden, hij dikwijls vragen dat? Jde, wierp mu" bn, doe [il je ster- het wel hde dagen re morgen ik leef Igekregen, Insten ge- sra Boodt liname en lat dorpje leen hand geblazen Iedereen iaags. DC ze onder- De zen- Marcus- rio. Ook toch ook worden been om het verkeer enigszins tet rege len en om diefstal en plundering te voorkomen. En dat alles in een duister nis, die slechts werd doorboord door de koplampen van auto's. Het spreekt vanzelf dat deze gigan tische electriciteitsstoring aanleiding heeft gegeven tot allerlei beschouwin gen, Daar is allereerst het teohnisdhe ipect: Het electriciteitsnet van de Ver- 5 Staten is kennelijk nogal kwets- ar, althans het blijkt mogelijk te zijn t een kleine storing een net geheel of !deeltelijk kan uitschakelen. Nu reeds ■ordt aangedrongen op een reorgani- tie van de energievoorziening. Er is ook een' strategische kant aan zaak: Wanneer een kabelbreuk een irgelijke chaos tot gevolg heft, welke luden dan de gevolgen zijn van een entuele aanval met kernwapens? Optimistischer was het geluid dat de psychologen lieten horen over de mo ttle zijde van de storing. De grote meerderheid van de bevolking heeft het ongerief kalm opgenomen, bijna ieder een stond klaar om hulp te bieden, ner- f:ns is paniek ontstaan, geweld of undering behoorde tot de uitzonderin gen. We kunnen ons nauwelijks voorstel- n, wat het betekent voor een zo dicht ivolkt gebied om tien uur lang zonder room te zitten. We hebben het allen weleens meege- 'maalit, dat de stroom een uur of een half uur uitgevallen was. Wat een on gemakken geeft dat reeds in een gezin. Je draait een schakelaar om en er is geen licht. Je zet de radio aan en hoort ets. Het scheerapparaat, de snelkoker, stofzuiger, alles weigert dienst. Heb toevallig en electrische klok, die is il blijven staan, dus je weet de tijd liet. Zo zouden we door kunnen gaan. dat alles geldt dan nog maar voor :n enkele stadswijk of een enkel dorp. iaar wanneer de stroom uitvalt in een ibied waar vijf-en-twintig miljoen _ensen wonen, en dat gedurende tien •|ren, dan is heel het economische leven lamgelegd. Nu moet u niet van me verwachten !at ik de staf ga breken over onze lertechniseerde maatschappij. We ma len allen dagelijks een dankbaar ge- 'ftruik van de moderne techniek en dan Sgen we niets. Maar bij een of ander chnisch incident staan we al spoedig [ch en wee te roepen over de gebrek- igheid van het menselijk kennen en nnen. Natuurlijk is het goed, dat we af en toe aan herinnerd worden dat e met al onze mooie uitvindingen soms [oUromen machteloos zijn, maar daar- 'ee is de techniek als zodanig niet ver- rdeeld. We zullen alleen moeten af- ■en ons vertrouwen erop te stellen. Het viel me op, dat het bericht over de stroomstoring in Amerika ons be reikte op een dag dat in verschillende kerken in ons land dankdag voor gewas en arbeid werd gehouden. (Vroeger ge beurde dat overal tegelijk, maar dat is om praktische redenen blijkbaar niet meer mogelijk. Gelukkig is er op onze eilanden althans regionaal weer enige uniformiteit inzake het tijdstip geko men). De bid- en dankdagen schijnen ook op het platteland hun populariteit te verliezen. Het meest banale voorbeeld is wel dat van die Overijsselse boeren, die in het begin van onze eeuw tegen hun dominee zeiden, dat, nu iedereen kunstmest gebruikte, de biddag voor het gewas wel kon worden afgeschaft. Ik sta uiteraard niet voor dat verhaal in, maar het is wel een feit dat de ver schuiving van de agrarische naar de in dustriële maatschappij de bid- en dank dagen ongunstig heeft beïnvloed. En toch zijn we met onze moderne landbouwmethoden en met onze techni sche prestaties en met ons wetenschap pelijk inzicht zo diep afhankelijk van Hem, Die 't al regeert. Alleenwe zien het niet. Want Amerika mag dan enkele uren in het donker hebben ge zeten, maar dat is niets vergeleken bij de duisternis van ons natuurlijk ver stand. En daardoor ligt er maatschappe lijk en politiek en geestelijk een duis ternis over de aarde, waarbij de negen de plaag van Egypte nog maar kinder spel was. Bij de profeet Amos lezen we dat merkwaardige woord: „Ik zal de zon op de middag doen ondergaan en het land bij lichten dag verduisteren". En waarin zou die duisternis bestaan? „Zij zullen omlopen om het woord des Hee- ren te zoeken, maar zullen het niet vin den". Als dat waarheid is geworden voor Israël, dat alleen maar de Wet had, wat zal het dan waarheid worden voor ons, die het Evangelie mogen hebben! Dat doet me denken aan de woorden, die Jodocus van Lodenstein ongeveer drie eeuwen, geleden uitsprak in een biddagspreek voor de gemeente Sluis in Zeeuws-Vlaanderen: „Zegt ge daar nu tegen: Wij hebben toch de waarheid? Dan zeg ik: zoveel te zwaarder zal het u vallen. De mensen roepen allen: de waarheid, de waarheid, maar de waar heid zal u zwaar genoeg vallen! Men zal mij tegenwerpen: Maar wij hebben toch meer licht? Doch tegen zulk een volk zeg ik: dat is waar, maar dat verzwaart onze ellende schrikkelijk, want licht te hebben en Gods Geest te missen, dat is een groot oordeel Een actuele preek, dacht ik, ook al is ze drie eeuwen oud, en al is de dankdag voorbij. Waarnemer CAMERA'S EN PROJECTOREN uitsluitend Ie Idas fabrikaat ALBUMS FOTOLUSTEN KIJKERS Alle toto- en cine toebehoren. Sinterklaastqd surprisetijd. Geef daarom FOTO-ARTIKELEN als verrassing. KWALITEIT EN SERVICE DE BASIS VAN ONZE ZAAK. Dat is een opschrift, dat molenlief- hebbers verontrust. Toch is het niet overdreven: het molenbezit in ons land is inderdaad in gevaar. We kunnen ons de molens niet wegdenken uit het Hol landse landschap. We hebben er ook een beetje ons bestaan aan te danken, ik bedoel aan de watermolens, die de lage polders en droogmakerijen hebben leeggezogen. Vroeger werd op iedere 2000 inwoners eeni molen verondersteld. Dat lijkt er niet meer op. Een eeuw ge leden waren er nog ongeveer 9000 windmolens in ons land, nu is dat aan tal geslonken tot 970. Hiervan bezit Zeeland er nog 75. Op Goeree-Over- flakkee zijn er slechts 13 vo''gens het Zuid-Hollands molenbeek van 1960. Dat zijn dan molens met echte wieken. Hier en daar ontmoet u nog wel eens een stenen romp-zonder-wieken, die zijn bij bovengenoemd aantal niet meegeteld. Ze doen, nog wel dienst als molen, maar met een motor erin. Restauratie is veel te duur, zelfs met subsidie, 'k Las een paar weken geleden nog, dat de molen te Wissenkerke op Noord-Beveland ge restaureerd was: kosten dertigduizend gulden. Van de 75 molens-met-wieken in Zee land maakt trouwens de helft maar ge bruik van de wind. Daar leeft de mo lenaar dus nog van de wind. Biji de an dere helft staan de wieken permanent stil, een motor neemt de windkracht over. Daar dus geen last van wind stilte, noch behoefte aan nachtmalen. De molenaar Ook het werk van de molenaar is heel anders geworden, ook door de andere leefwijze van de boeren. Een halve eeuw geleden was het heel gewoon, dat hij 40 mud graan per dag van de boer derijen haalde en het als meel voor Ditmaal werd de was gedaan voor mevrouw R.C.G. Ansems, Jericho- plein 28, Maastricht. Door een Sunil was-team. 'f Resultaat? „Witter!" concludeerde mevrouw Ansems zelf. „Maar ik had het écht niet verwacht"... En u? Al ontdekt hoe intens wit alles wordt in 'tkrachtsop van Sunil? Ja, Mes! Ook uw nylon. Sunil met ultra- waswerking geeft het hoogste wit! mensen of dieren terugbracht met zijn meslwagen. Wanneer o.a. in Westkapel- le het eerste graan van de nieuwe oogst naar de molen werd gebracht, werd dat bekend gemaakt door een vlag of een paar groene takken aan de wiek vast te maken. De eerste halve mud werd gratis gemalen. Toen werd op iedere hofstede zelf ge bakken. Meestal op vrijdag, dan had men het weekend lekker vers brood. In de bakkeet was een ingemetselde oven, die met takkebossen (mutserds) ge stookt werd. De tarwe werd op de mo len gebuild: van het mooie witte meel werd brood gebakken, de zemels waren voor het vee. Zoals op de buil van de molen te Haamstede staat: „Als is de Nederlandse leeuw van honger bijna dood, De echte onvervalste Zeeuw eet zuiver wittebrood". Het bouwjaar van deze molen (1847) zou op de mislukte aardappeloogsten van de voorafgaande jaren,kunnen wij zen tengevolge van de aardappelziekte, als gevolg waarvan toen in ons land wel honger is geleden. Bij de aflevering van het meel was er ook toen wel eens wrijving tussen molenaar en, landbouwer. De boeren, achterdochtig als ze waren, meenden vaak dat ze hun „gerechtigheid" niet hadden gekregen, dat de molenaar een beetje achterover gedrukt had. „Boeren, maakt uw koren droog, zui ver en rein. Dan weet ik zeker dat het goed gemalen zal zijn", was wel een goede raad, nnaar de wantrouwige boe ren dachten er het hunne van. En dat was niet altijd even vleiend voor de molenaar. Ze vergaten dat er tijdens het malen wat verstuift, verloren gaat dus. En of inderdaad alle molenaars eerlijk waren moet ieder met zijn eigen geweten verantwoorden. Vooral na de laatste oorlog is er ont zettend veel veranderd. Op zo goed als geen enkele boerderij' wordt nog zelf gebakken, iedereen koopt zijn brood bij de bakker. Tarwe wordt er dus niet meer naar de molen gebracht, wel wat gerst voor veevoer. De molenaar is een handelaar geworden, haast alles komt van de fabrieken en hij levert het af, verpakt en gezegeld. De romantiek van het molenaar-zijn is er af, hij woont bij zijn molen, in de eerste plaats als koop man en dan ook nog een beetje als mo lenaar. Soorten molens. De oudste molens zijn de standerd molens. Een houten molen, die op een spil, een standaard gedraaid kan wor den om de wieken recht op de wind te zetten. In Zeeland bestaan er nog slechts 4 zulke molens: in St. Annaland, Kruiningen, Retranchement (enkele ja ren geleden gerestaureerd) en Groenen dijk (gemeente Kloosterzande), De andere korenmolens zijn van steen Hier in Zeeland dikwijls wit gekalkt of met witte plinten rond deuren en ven sters. Een mooi gezicht tussen het fris se groen, als het witten tenminste ie der jaar herhaald vrordt. .Sommige molens hebben een galerij, een stelling rondom: dat zijn stelling molens. Andere hebben deze galerij niet, de wieken draaien vlak tegen de molen tot dicht bij de grond: ze heten grond- zeilers. De standerdmolen kan in zijn geheel om een spil gedraaid worden, de stenen molens zijn bovenkruiers, alleen de kap met de wieken eraan kan naar de wind gedraaid worden. Door deze kap steekt een spil, waaraan de wieken draaien, vroeger van hout, nu van ijzer. Door te hard draaien kan deze as zo warm wor den, dat er brand ontstaat. Eerst in de kap, daarna overslaand naar de droge ERVOLGVERHAAL door L. KOMBRINK ppyright J. J. Groen Zn. N.V. in der aanwezigen Steven Korff is leestal aan het woord. De anderen luis- Iren of maken, wanneer zij dit nodig ■nlen, een opmerking. Nog steeds zit ït gezelschap in het donker. Het enige ;ht wordt verspreid door het vlam- ptje, waarop de koffiekan staat te Tuttelen. [Over de haven zwenkt het licht van vuurtoren. De masten van de bot- Ps worden voor een moment verlicht dan zwaait de lichtbundel verder K>nd over het kleine Emmeloord. Soms ttwaalt Nanne's blik door het donkere raam, doch haar aandacht is niet bij het zwenkende licht. Ze is op een stoof gaan Zitten, dicht bij vader. Haar hoofdje ^st tegen zijn knie en zij luistert naar oe kalme stem van de oude visser. Soms teerst er even een kort zwijgen, dan is '#t zachte, verre geraas van de bran- #ng te horen, daarginds tegen de west kant. Een gezellig knus zitje heeft ze hier. Fijn in het donker, gesteund tegen vaders been. De oude Korff had het over iemand op Urk. Een man die nooit in de kerk kwam en niets geloofde. Ver leden week was hij plotseling ziek ge worden en in grote angst had hij om de dominee geroepen. Wat een prettige stem heeft die oude man. Heel duide lijk kan ze voelen, dat vader iedere keer met zijn hoofd knikt. Dan gaat zijn knie heen en weer. Opeens moet zij denken aan de tekst die boven het orgel hangt. „Waar twee of drie in Mijnen Naam. Ook in haar ziel is de eerbied voor deze geestelijke gesprekken aanwezig. De kalme manier, waarmee Brand zijn kinderen Gods Woord heeft onderwezen is niet zonder vrucht gebleven. Noch de jongens, noch Nanne zijn afkerig van de kerkelijke diensten, die iedere Zon dag ten huize van Brand gehouden worden. Als er een korte stilte heerst, is het vrouw Brand, die haar kinderen er op attent maakt, dat het bedtijd is. Met enige tegenzin staat ook Narme op van haar knusse zitje. Even legt vader zijn hand op haar blonde haren: „De eerste nacht Nanne, dat je hier slaapt, welte rusten hoor!" De jogens zijn reeds de trap opge- stommeld. Nu gaat ook Nanne naar haar kamertje. Ongemerkt heeft moe der even tevoren de kamer verlaten en Nanne is verbaasd, dat op haar kamer tje licht is aangestoken en moeder bezig is met het beddegoed. „Ziezo kind, dat lampje mag je laten branden, maar niet hoger draaien hoor! En denk er om, dat je nooit gaat liggen lezen in je bed. Als ik merk dat je het toch doet, gaat het lampje voorgoed weg, dus onthou het. Haar stem heeft een strenge klank en Nanne knikt zwijgend. Zij is min of meer verwonderd als moeder een hand op haar schouder legt, haar diep in de ogen kijkt en op geheel andere toon zegt: „Zul je nooit vergeten om te bid den? Doe het niet uit dwang of ge woonte maar uit vrije wil en liefde voor God." Weer knikt het meisje en dan slaat zij spontaan haar armen om moeders hals. „U bent een lieve moeder hoor, u hebt alles zo mooi voor me gemaakt en ik beloof u, dat ik iedere avond zal bidden en 's morgens danken." Na deze woor den te hebben gesproken kust ze haar op beide wangen. Ietwat bruusk weert vrouw Brand de liefkozing af: „Goed, goed kind, welte rusten hoor!" Ze heeft zich vlug losgemaakt uit de omarming en nu loopt ze naar de deur. Nanne staat 'n beetje ontnuchterd te kijken. Maar ze weet het toch. Moeder houdt nu eenmaal niet van deze blijken van genegenheid, maar toch grieft het haar 'n beetje. Lagzaam begint ze zich te ontkleden, maar opeens blijven haar ogen rusten op iets, dat boven haar nachtkastje hangt. Dat hing er van middag nog niet, anders had ze het wel gezien. Even kijken met het nachtpitje .Daar hangt een prachtige ovale spiegel en meteen kijkt ze in een la chend meisjesgezicht. Vanmiddag stond dat oude gebarsten ding nog op haar kastje en dat is nu weg. „Dat heeft moeder gedaan", fluistert ze zachtjes, „die lieve moeder, die haast niet heb ben wou dat ik haar en kus gaf". Er blinken tranen in haar ogen en een on eindig gevoel van dankbaarheid bezielt haar. Lagzaam plaatst ze het lampje op het kastje. Dan gaat ze op de rand van haar bed zitten en staart door het don kere raam naar buiten. Heel vaag hoort ze de stemmen in de woonkamer en het razen van de branding. Met genoegen denkt ze aan haar eerste dag op Schok- land. Zullen alle dagen even prettig voorbijgaan? Wat zou er morgen gebeu ren en overmorgen? Hoeveel jaren zal vader nog omhoog klimmen om het licht aan te steken en wat zou Jaap la ter moeten doen nu hij kreupel is? Vele gedachten en vragen bestormen haar, doch wie zou ze kunnen oplossen? De toekomst is immers een raadsel voor ons, dus ook voor de kleine Nanne. Nu buigt ze haar knieën en doet haar gebed. Zij bidt voor haar ouders en broers. Ook voor grootmoeder bidt ze en dan ver troebelen haar gedachten even, nu zij aan Bessien denkt. Beneden lacht ie mand en een windvlaag vaart door de bomen. Welterusten Nanne. Leg je Het wisselen van de Afrikaanse wacht bij het Gouvemements Huis in Salis bury; de vrouwen rechts staan er niet om naar de wacht te kijken, doch wachten 'op hun beurt om het bezoekersboek te tekenen, waarmee zij hun aanhankelijkheid aan Koningin Elizabeth II willen bewijzen. zolders, zo zijn er al heel wat molens uitgebrand. De stenen romp bleef staan en staat er soms nog, beroofd van zijn hart: de wieken. Een klein namaakmo- lentje, een speelgoedmolentje, bij het molenhuis (zoals b.v. te St. Laurens) kan de ontluistering niet goedmaken. Vooral in Zeeland treft men veel van deze kleine molentjes aan, soms ver van zijn grote broer in een stadstuintje. De eiken plank onder de as aan de kap heet de baard en is soms mooi be sneden (oosterland) of beschilderd. Met het bouwjaar van de molen, de naam, de initialen van de molenmaker. Ik heb enkele namen van molens ge noteerd: de hoop, de haas, de vier win den, de graanhalm, ons genoegen, de koning, Aeolus, de oude (nieuwe) molen, de lelie, de hoed, de onderneming. Som mige zijn typisch en sprekend voor een molen. Ook gevelstenen ontbreken niet. Mees tal zijn het er van de eerste-steenleg- ging met stichtingsjaar en bouwmees ter. De steen op de molen van Bigge- kerke ziet op het 40-jarig jubileum in 1936 van de knecht Nicolaas Remijn bij molenaar Brasser: „Ik werk reeds veertig jaar als maalknecht bij de molenaar, een goede baas was steeds mijn deel, geen arbeid was mij ooit te veel". Een mooie gevelsteen staat op de in 1955 gerestaureerde Seismolen te Mid delburg van het jaar 1728: Het wapen van Middelburg met eronder 4 wapen schilden van de geslachten Parker, Co- ninck, van Reigersberg en van de Bloc- kerij. Dit jaar voor het eerst is deze molen eni de andere op het bolwerk 's- zomers verlicht: een mooi monument tussen het groen van de vroegere bol werken. Tenslotte wil ik nog vermel den, dat de vereniging „de Hollandse Molen" er ijverig voor waakt dat ons molenbezit niet verder achteruit gaat. Middelburg. L. van Wallenburg Zandpad 32 - Middelharnis rONSTANTE KWAUTEIT - 25 STUKS f 1.25 Volgens gegevens van de agrarische ouderdomspensionbonden te Kassei lij den steeds meer boeren in de Bondsre publiek aan de zogenaamde manager ziekte, en zijn hart- en vaatafwijkingen steeds meer de oorzaak van arbeidson geschiktheid. Van de circa 1.500 landbouwers die in de periode april tot en met juli 1965 voortijdig ouderdomspensioen ontvin gen, waren bijna 1.200 arbeidsonge schikt geworden door hart- en vaat ziekten, aandoening van de ademha lingsorganen en ziekten van de lede maten. Ongeveer 4SVo van het aantal ongeschiktheidsgevallen werd veroor zaakt door hart- en vaatziekten, 18"/o door aandoeningen van de ledematen, terwijl laVo lijdende waren aan bron chitis en asthma, aldus „Landbouwwe- reldnieuws". hoofdje rustig neer, lieve kind. Eén is er Die over je waakt want Hij is ook op Schokland, dat smalle strookje te mid den van de golven. Hoofdstuk III Een bos van masten geeft aan Schok- lands haven een majestueuze aanblik. Gierend raast een sterke Noordwester door het touwwerk, zodat de baartuigen aan hun meertouwen liggen te rukken. In woeste horden komen de golven aan rollen en storten zich brullend op de groene, verweerde palem:ijen. Schip pers en vissers hebben hun toevlucht in de haven gezocht. Het is Zondag. Langzaam vullen zich de rijen stoelen in de huiskamer van Brand, viraar de godsdienstoefening zal worden gehou den. Brand heeft zijn boekje gereed lig gen, waaruit hij straks een preek zal voorlezen. Gart zit ietwat zenuwachtig op het orgelkrukje te draaien en moe der heeft hem met afkeurende blikken met een weerhaan vergeleken. Telkens komt er een binnen. Nu is het een schipper of visser, dan weer een jongen of enige meisjes van de vracht schepen. De meisjes gaan bij Nanne zitten, want enkelen hunner kennen haar. De klok slaat tien knarsende sla gen en het praten verstomt. Rustig laat Brand zijn blikken over de volle kamer gaan, iets langer toevend bij de achter ste rijen. Hij bladert in het psalmboek en verzoekt de aanwezigen te willen zingen: het vijfde vers van psalm negen en veertig. Na een kort voorspel begint Gart de psalm te spelen en allen zin gen: Hoewel zijn weg niets is dan ijdelheid En hij zichzelf door dwazen hoogmoed vleit De meesten kennen het vers en een enkele moet zo nu en dan in zijn psalm boekje kijken. Wanneer het orgel zwijgt, gaat Brand voor in het gebed en dan leest hij de tekst voor, waarop de preek van toepassing is. Evenals de an deren, is ook Nanne een aandachtig toe hoorster, maar toch dwalen haar ge dachten soms af. Weer denkt ze aan de tekst daar boven Garts hoofd: Waar twee of drie vergaderd zijnHier zijn veel meer mensen in de kamer en het is dus wel zeker dat God ook hier is. Wat leest vader rustig. Soms kijkt hij even op, alsof hij zich wil overtuigen of er wel goed geluisterd wordt. Lang zaam draait ze haar hoofd om. Daar zit moeder, bij het orgel en naast haar een bejaarde schippersvrouw. Deze brengt haar hand naar die van moeder en die steekt met een verstolen gebaar een pe permunt in de mond. Haar ogen ontmoeten die van haar dochter en met een driftige hoofdknik wijst ze naar Vader. Met een lichte blos wendt Nanne zich af. Moeder is boos omdat ik het zag van dat pepermuntje, denkt ze, en zo goed mogelijk poogt ze haar aandacht bij de preek te houden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5