ËiiAnoEn-niEUws
K
Mol
ens m gevaar
Doe-het'Zelf
werd zie-het'Zelf!
Rhodesië
Portretten - pasfoto's - reportages
(Be Bruid van
fi^chokland
Fotografie 1. Zandstra - Sommelsdijk
;blad
Vrijdag 19 november 1965
No. 3438
lus
[a-
le-
bor
lelf
le-
|its
VOOR BABY'S HUIDJE
ink.
3 ren.
I voe-
INIS
LAT
!^eeuu74>e wand«stin^en
J. Keuvelaar
Managerziekte bij boeren
Amerika in het donker Grenzen
van de techniek Itenkdag voor
gewas en arbeid Uit een biddag-
preek.
tólicht hebt u het gelezen in uw dag-,
ad' vijf-en-twintig miljoen Amenka-
eti'zaten vorige week ongeveer tien
ren in het donker. Een kabelbreiik jn
e voornaamste toevoerlijn van de cen-
tale bij de Niagara-watervallen was er
e ooHzaak van dat in één van de
ichtstbevolkte gebieden van de Ver-
nigde Staten de stroom uitviel. De sto-
Ing veroorzaakte een enorme chaos:
'en kwart miljoen mensen zaten, op
,eg van hun werk naar huis, opge-
loten in de ondergrondse. Een nog gro-
■r aantal bleef steken in de liften van
wolkenkrabbers. Forensen waren ge
wogen, de nacht in de stad door te
rengen'. Jeugdbenden, profiterend van
e duisternis, trokken door de straten
an New York en sloegen aan het plun
eren. In Boston moest de politie een
proer in de gevangenis neerslaan. Heel
et New Yorkse politiecorps was op de
ICHAP IN
Paloraeu
een zen-
bt binnen-
leel klein
tutten. De
van deze
ken en zij
kar maan-
Ir van het
Iverzorgde
huiselijk
Ijdens zijn
lidden, hij
dikwijls
vragen
dat?
Jde, wierp
mu"
bn, doe
[il je ster-
het wel
hde dagen
re morgen
ik leef
Igekregen,
Insten ge-
sra Boodt
liname en
lat dorpje
leen hand
geblazen
Iedereen
iaags. DC
ze onder-
De zen-
Marcus-
rio. Ook
toch ook
worden
been om het verkeer enigszins tet rege
len en om diefstal en plundering te
voorkomen. En dat alles in een duister
nis, die slechts werd doorboord door de
koplampen van auto's.
Het spreekt vanzelf dat deze gigan
tische electriciteitsstoring aanleiding
heeft gegeven tot allerlei beschouwin
gen, Daar is allereerst het teohnisdhe
ipect: Het electriciteitsnet van de Ver-
5 Staten is kennelijk nogal kwets-
ar, althans het blijkt mogelijk te zijn
t een kleine storing een net geheel of
!deeltelijk kan uitschakelen. Nu reeds
■ordt aangedrongen op een reorgani-
tie van de energievoorziening.
Er is ook een' strategische kant aan
zaak: Wanneer een kabelbreuk een
irgelijke chaos tot gevolg heft, welke
luden dan de gevolgen zijn van een
entuele aanval met kernwapens?
Optimistischer was het geluid dat de
psychologen lieten horen over de mo
ttle zijde van de storing. De grote
meerderheid van de bevolking heeft het
ongerief kalm opgenomen, bijna ieder
een stond klaar om hulp te bieden, ner-
f:ns is paniek ontstaan, geweld of
undering behoorde tot de uitzonderin
gen.
We kunnen ons nauwelijks voorstel-
n, wat het betekent voor een zo dicht
ivolkt gebied om tien uur lang zonder
room te zitten.
We hebben het allen weleens meege-
'maalit, dat de stroom een uur of een
half uur uitgevallen was. Wat een on
gemakken geeft dat reeds in een gezin.
Je draait een schakelaar om en er is
geen licht. Je zet de radio aan en hoort
ets. Het scheerapparaat, de snelkoker,
stofzuiger, alles weigert dienst. Heb
toevallig en electrische klok, die is
il blijven staan, dus je weet de tijd
liet. Zo zouden we door kunnen gaan.
dat alles geldt dan nog maar voor
:n enkele stadswijk of een enkel dorp.
iaar wanneer de stroom uitvalt in een
ibied waar vijf-en-twintig miljoen
_ensen wonen, en dat gedurende tien
•|ren, dan is heel het economische leven
lamgelegd.
Nu moet u niet van me verwachten
!at ik de staf ga breken over onze
lertechniseerde maatschappij. We ma
len allen dagelijks een dankbaar ge-
'ftruik van de moderne techniek en dan
Sgen we niets. Maar bij een of ander
chnisch incident staan we al spoedig
[ch en wee te roepen over de gebrek-
igheid van het menselijk kennen en
nnen. Natuurlijk is het goed, dat we
af en toe aan herinnerd worden dat
e met al onze mooie uitvindingen soms
[oUromen machteloos zijn, maar daar-
'ee is de techniek als zodanig niet ver-
rdeeld. We zullen alleen moeten af-
■en ons vertrouwen erop te stellen.
Het viel me op, dat het bericht over
de stroomstoring in Amerika ons be
reikte op een dag dat in verschillende
kerken in ons land dankdag voor gewas
en arbeid werd gehouden. (Vroeger ge
beurde dat overal tegelijk, maar dat is
om praktische redenen blijkbaar niet
meer mogelijk. Gelukkig is er op onze
eilanden althans regionaal weer enige
uniformiteit inzake het tijdstip geko
men).
De bid- en dankdagen schijnen ook
op het platteland hun populariteit te
verliezen. Het meest banale voorbeeld
is wel dat van die Overijsselse boeren,
die in het begin van onze eeuw tegen
hun dominee zeiden, dat, nu iedereen
kunstmest gebruikte, de biddag voor het
gewas wel kon worden afgeschaft. Ik
sta uiteraard niet voor dat verhaal in,
maar het is wel een feit dat de ver
schuiving van de agrarische naar de in
dustriële maatschappij de bid- en dank
dagen ongunstig heeft beïnvloed.
En toch zijn we met onze moderne
landbouwmethoden en met onze techni
sche prestaties en met ons wetenschap
pelijk inzicht zo diep afhankelijk van
Hem, Die 't al regeert. Alleenwe
zien het niet. Want Amerika mag dan
enkele uren in het donker hebben ge
zeten, maar dat is niets vergeleken bij
de duisternis van ons natuurlijk ver
stand. En daardoor ligt er maatschappe
lijk en politiek en geestelijk een duis
ternis over de aarde, waarbij de negen
de plaag van Egypte nog maar kinder
spel was.
Bij de profeet Amos lezen we dat
merkwaardige woord: „Ik zal de zon
op de middag doen ondergaan en het
land bij lichten dag verduisteren". En
waarin zou die duisternis bestaan? „Zij
zullen omlopen om het woord des Hee-
ren te zoeken, maar zullen het niet vin
den". Als dat waarheid is geworden
voor Israël, dat alleen maar de Wet had,
wat zal het dan waarheid worden voor
ons, die het Evangelie mogen hebben!
Dat doet me denken aan de woorden,
die Jodocus van Lodenstein ongeveer
drie eeuwen, geleden uitsprak in een
biddagspreek voor de gemeente Sluis in
Zeeuws-Vlaanderen: „Zegt ge daar nu
tegen: Wij hebben toch de waarheid?
Dan zeg ik: zoveel te zwaarder zal het
u vallen. De mensen roepen allen: de
waarheid, de waarheid, maar de waar
heid zal u zwaar genoeg vallen!
Men zal mij tegenwerpen: Maar wij
hebben toch meer licht? Doch tegen
zulk een volk zeg ik: dat is waar, maar
dat verzwaart onze ellende schrikkelijk,
want licht te hebben en Gods Geest te
missen, dat is een groot oordeel
Een actuele preek, dacht ik, ook al is
ze drie eeuwen oud, en al is de dankdag
voorbij.
Waarnemer
CAMERA'S EN PROJECTOREN uitsluitend Ie Idas fabrikaat
ALBUMS
FOTOLUSTEN KIJKERS
Alle toto- en cine toebehoren.
Sinterklaastqd surprisetijd.
Geef daarom FOTO-ARTIKELEN als verrassing.
KWALITEIT EN SERVICE
DE BASIS VAN ONZE ZAAK.
Dat is een opschrift, dat molenlief-
hebbers verontrust. Toch is het niet
overdreven: het molenbezit in ons land
is inderdaad in gevaar. We kunnen ons
de molens niet wegdenken uit het Hol
landse landschap. We hebben er ook
een beetje ons bestaan aan te danken,
ik bedoel aan de watermolens, die de
lage polders en droogmakerijen hebben
leeggezogen. Vroeger werd op iedere
2000 inwoners eeni molen verondersteld.
Dat lijkt er niet meer op. Een eeuw ge
leden waren er nog ongeveer 9000
windmolens in ons land, nu is dat aan
tal geslonken tot 970. Hiervan bezit
Zeeland er nog 75. Op Goeree-Over-
flakkee zijn er slechts 13 vo''gens het
Zuid-Hollands molenbeek van 1960. Dat
zijn dan molens met echte wieken. Hier
en daar ontmoet u nog wel eens een
stenen romp-zonder-wieken, die zijn bij
bovengenoemd aantal niet meegeteld.
Ze doen, nog wel dienst als molen, maar
met een motor erin. Restauratie is veel
te duur, zelfs met subsidie, 'k Las een
paar weken geleden nog, dat de molen
te Wissenkerke op Noord-Beveland ge
restaureerd was: kosten dertigduizend
gulden.
Van de 75 molens-met-wieken in Zee
land maakt trouwens de helft maar ge
bruik van de wind. Daar leeft de mo
lenaar dus nog van de wind. Biji de an
dere helft staan de wieken permanent
stil, een motor neemt de windkracht
over. Daar dus geen last van wind
stilte, noch behoefte aan nachtmalen.
De molenaar
Ook het werk van de molenaar is heel
anders geworden, ook door de andere
leefwijze van de boeren. Een halve
eeuw geleden was het heel gewoon, dat
hij 40 mud graan per dag van de boer
derijen haalde en het als meel voor
Ditmaal werd de was gedaan voor
mevrouw R.C.G. Ansems, Jericho-
plein 28, Maastricht. Door een
Sunil was-team. 'f Resultaat?
„Witter!" concludeerde mevrouw
Ansems zelf. „Maar ik had het
écht niet verwacht"... En u? Al
ontdekt hoe intens wit alles wordt
in 'tkrachtsop van Sunil? Ja, Mes!
Ook uw nylon. Sunil met ultra-
waswerking geeft het hoogste wit!
mensen of dieren terugbracht met zijn
meslwagen. Wanneer o.a. in Westkapel-
le het eerste graan van de nieuwe oogst
naar de molen werd gebracht, werd dat
bekend gemaakt door een vlag of een
paar groene takken aan de wiek vast
te maken. De eerste halve mud werd
gratis gemalen.
Toen werd op iedere hofstede zelf ge
bakken. Meestal op vrijdag, dan had
men het weekend lekker vers brood. In
de bakkeet was een ingemetselde oven,
die met takkebossen (mutserds) ge
stookt werd. De tarwe werd op de mo
len gebuild: van het mooie witte meel
werd brood gebakken, de zemels waren
voor het vee. Zoals op de buil van de
molen te Haamstede staat:
„Als is de Nederlandse leeuw
van honger bijna dood,
De echte onvervalste Zeeuw
eet zuiver wittebrood".
Het bouwjaar van deze molen (1847)
zou op de mislukte aardappeloogsten
van de voorafgaande jaren,kunnen wij
zen tengevolge van de aardappelziekte,
als gevolg waarvan toen in ons land
wel honger is geleden.
Bij de aflevering van het meel was
er ook toen wel eens wrijving tussen
molenaar en, landbouwer. De boeren,
achterdochtig als ze waren, meenden
vaak dat ze hun „gerechtigheid" niet
hadden gekregen, dat de molenaar een
beetje achterover gedrukt had.
„Boeren, maakt uw koren droog, zui
ver en rein. Dan weet ik zeker dat het
goed gemalen zal zijn", was wel een
goede raad, nnaar de wantrouwige boe
ren dachten er het hunne van. En dat
was niet altijd even vleiend voor de
molenaar. Ze vergaten dat er tijdens
het malen wat verstuift, verloren gaat
dus. En of inderdaad alle molenaars
eerlijk waren moet ieder met zijn eigen
geweten verantwoorden.
Vooral na de laatste oorlog is er ont
zettend veel veranderd. Op zo goed als
geen enkele boerderij' wordt nog zelf
gebakken, iedereen koopt zijn brood bij
de bakker. Tarwe wordt er dus niet
meer naar de molen gebracht, wel wat
gerst voor veevoer. De molenaar is een
handelaar geworden, haast alles komt
van de fabrieken en hij levert het af,
verpakt en gezegeld. De romantiek van
het molenaar-zijn is er af, hij woont bij
zijn molen, in de eerste plaats als koop
man en dan ook nog een beetje als mo
lenaar.
Soorten molens.
De oudste molens zijn de standerd
molens. Een houten molen, die op een
spil, een standaard gedraaid kan wor
den om de wieken recht op de wind te
zetten. In Zeeland bestaan er nog
slechts 4 zulke molens: in St. Annaland,
Kruiningen, Retranchement (enkele ja
ren geleden gerestaureerd) en Groenen
dijk (gemeente Kloosterzande),
De andere korenmolens zijn van steen
Hier in Zeeland dikwijls wit gekalkt of
met witte plinten rond deuren en ven
sters. Een mooi gezicht tussen het fris
se groen, als het witten tenminste ie
der jaar herhaald vrordt.
.Sommige molens hebben een galerij,
een stelling rondom: dat zijn stelling
molens.
Andere hebben deze galerij niet, de
wieken draaien vlak tegen de molen
tot dicht bij de grond: ze heten grond-
zeilers.
De standerdmolen kan in zijn geheel
om een spil gedraaid worden, de stenen
molens zijn bovenkruiers, alleen de kap
met de wieken eraan kan naar de wind
gedraaid worden. Door deze kap steekt
een spil, waaraan de wieken draaien,
vroeger van hout, nu van ijzer. Door te
hard draaien kan deze as zo warm wor
den, dat er brand ontstaat. Eerst in de
kap, daarna overslaand naar de droge
ERVOLGVERHAAL
door L. KOMBRINK
ppyright J. J. Groen Zn. N.V.
in der aanwezigen Steven Korff is
leestal aan het woord. De anderen luis-
Iren of maken, wanneer zij dit nodig
■nlen, een opmerking. Nog steeds zit
ït gezelschap in het donker. Het enige
;ht wordt verspreid door het vlam-
ptje, waarop de koffiekan staat te
Tuttelen.
[Over de haven zwenkt het licht van
vuurtoren. De masten van de bot-
Ps worden voor een moment verlicht
dan zwaait de lichtbundel verder
K>nd over het kleine Emmeloord. Soms
ttwaalt Nanne's blik door het donkere
raam, doch haar aandacht is niet bij het
zwenkende licht. Ze is op een stoof gaan
Zitten, dicht bij vader. Haar hoofdje
^st tegen zijn knie en zij luistert naar
oe kalme stem van de oude visser. Soms
teerst er even een kort zwijgen, dan is
'#t zachte, verre geraas van de bran-
#ng te horen, daarginds tegen de west
kant. Een gezellig knus zitje heeft ze
hier. Fijn in het donker, gesteund tegen
vaders been. De oude Korff had het
over iemand op Urk. Een man die nooit
in de kerk kwam en niets geloofde. Ver
leden week was hij plotseling ziek ge
worden en in grote angst had hij om
de dominee geroepen. Wat een prettige
stem heeft die oude man. Heel duide
lijk kan ze voelen, dat vader iedere keer
met zijn hoofd knikt. Dan gaat zijn knie
heen en weer. Opeens moet zij denken
aan de tekst die boven het orgel hangt.
„Waar twee of drie in Mijnen Naam.
Ook in haar ziel is de eerbied voor
deze geestelijke gesprekken aanwezig.
De kalme manier, waarmee Brand zijn
kinderen Gods Woord heeft onderwezen
is niet zonder vrucht gebleven. Noch de
jongens, noch Nanne zijn afkerig van
de kerkelijke diensten, die iedere Zon
dag ten huize van Brand gehouden
worden.
Als er een korte stilte heerst, is het
vrouw Brand, die haar kinderen er op
attent maakt, dat het bedtijd is. Met
enige tegenzin staat ook Narme op van
haar knusse zitje. Even legt vader zijn
hand op haar blonde haren: „De eerste
nacht Nanne, dat je hier slaapt, welte
rusten hoor!"
De jogens zijn reeds de trap opge-
stommeld. Nu gaat ook Nanne naar
haar kamertje. Ongemerkt heeft moe
der even tevoren de kamer verlaten en
Nanne is verbaasd, dat op haar kamer
tje licht is aangestoken en moeder bezig
is met het beddegoed.
„Ziezo kind, dat lampje mag je laten
branden, maar niet hoger draaien hoor!
En denk er om, dat je nooit gaat liggen
lezen in je bed. Als ik merk dat je het
toch doet, gaat het lampje voorgoed
weg, dus onthou het.
Haar stem heeft een strenge klank en
Nanne knikt zwijgend. Zij is min of
meer verwonderd als moeder een hand
op haar schouder legt, haar diep in de
ogen kijkt en op geheel andere toon
zegt: „Zul je nooit vergeten om te bid
den? Doe het niet uit dwang of ge
woonte maar uit vrije wil en liefde voor
God."
Weer knikt het meisje en dan slaat zij
spontaan haar armen om moeders hals.
„U bent een lieve moeder hoor, u hebt
alles zo mooi voor me gemaakt en ik
beloof u, dat ik iedere avond zal bidden
en 's morgens danken." Na deze woor
den te hebben gesproken kust ze haar
op beide wangen.
Ietwat bruusk weert vrouw Brand de
liefkozing af: „Goed, goed kind, welte
rusten hoor!"
Ze heeft zich vlug losgemaakt uit de
omarming en nu loopt ze naar de deur.
Nanne staat 'n beetje ontnuchterd te
kijken. Maar ze weet het toch. Moeder
houdt nu eenmaal niet van deze blijken
van genegenheid, maar toch grieft het
haar 'n beetje. Lagzaam begint ze zich
te ontkleden, maar opeens blijven haar
ogen rusten op iets, dat boven haar
nachtkastje hangt. Dat hing er van
middag nog niet, anders had ze het wel
gezien. Even kijken met het nachtpitje
.Daar hangt een prachtige ovale
spiegel en meteen kijkt ze in een la
chend meisjesgezicht. Vanmiddag stond
dat oude gebarsten ding nog op haar
kastje en dat is nu weg. „Dat heeft
moeder gedaan", fluistert ze zachtjes,
„die lieve moeder, die haast niet heb
ben wou dat ik haar en kus gaf". Er
blinken tranen in haar ogen en een on
eindig gevoel van dankbaarheid bezielt
haar. Lagzaam plaatst ze het lampje op
het kastje. Dan gaat ze op de rand van
haar bed zitten en staart door het don
kere raam naar buiten. Heel vaag hoort
ze de stemmen in de woonkamer en het
razen van de branding. Met genoegen
denkt ze aan haar eerste dag op Schok-
land. Zullen alle dagen even prettig
voorbijgaan? Wat zou er morgen gebeu
ren en overmorgen? Hoeveel jaren zal
vader nog omhoog klimmen om het
licht aan te steken en wat zou Jaap la
ter moeten doen nu hij kreupel is? Vele
gedachten en vragen bestormen haar,
doch wie zou ze kunnen oplossen? De
toekomst is immers een raadsel voor
ons, dus ook voor de kleine Nanne. Nu
buigt ze haar knieën en doet haar gebed.
Zij bidt voor haar ouders en broers. Ook
voor grootmoeder bidt ze en dan ver
troebelen haar gedachten even, nu zij
aan Bessien denkt. Beneden lacht ie
mand en een windvlaag vaart door de
bomen. Welterusten Nanne. Leg je
Het wisselen van de Afrikaanse wacht bij het Gouvemements Huis in Salis
bury; de vrouwen rechts staan er niet om naar de wacht te kijken, doch
wachten 'op hun beurt om het bezoekersboek te tekenen, waarmee zij hun
aanhankelijkheid aan Koningin Elizabeth II willen bewijzen.
zolders, zo zijn er al heel wat molens
uitgebrand. De stenen romp bleef staan
en staat er soms nog, beroofd van zijn
hart: de wieken. Een klein namaakmo-
lentje, een speelgoedmolentje, bij het
molenhuis (zoals b.v. te St. Laurens)
kan de ontluistering niet goedmaken.
Vooral in Zeeland treft men veel van
deze kleine molentjes aan, soms ver
van zijn grote broer in een stadstuintje.
De eiken plank onder de as aan de
kap heet de baard en is soms mooi be
sneden (oosterland) of beschilderd. Met
het bouwjaar van de molen, de naam,
de initialen van de molenmaker.
Ik heb enkele namen van molens ge
noteerd: de hoop, de haas, de vier win
den, de graanhalm, ons genoegen, de
koning, Aeolus, de oude (nieuwe) molen,
de lelie, de hoed, de onderneming. Som
mige zijn typisch en sprekend voor een
molen.
Ook gevelstenen ontbreken niet. Mees
tal zijn het er van de eerste-steenleg-
ging met stichtingsjaar en bouwmees
ter. De steen op de molen van Bigge-
kerke ziet op het 40-jarig jubileum in
1936 van de knecht Nicolaas Remijn bij
molenaar Brasser:
„Ik werk reeds veertig jaar
als maalknecht bij de molenaar,
een goede baas was steeds mijn deel,
geen arbeid was mij ooit te veel".
Een mooie gevelsteen staat op de in
1955 gerestaureerde Seismolen te Mid
delburg van het jaar 1728: Het wapen
van Middelburg met eronder 4 wapen
schilden van de geslachten Parker, Co-
ninck, van Reigersberg en van de Bloc-
kerij. Dit jaar voor het eerst is deze
molen eni de andere op het bolwerk 's-
zomers verlicht: een mooi monument
tussen het groen van de vroegere bol
werken. Tenslotte wil ik nog vermel
den, dat de vereniging „de Hollandse
Molen" er ijverig voor waakt dat ons
molenbezit niet verder achteruit gaat.
Middelburg.
L. van Wallenburg
Zandpad 32 - Middelharnis
rONSTANTE KWAUTEIT - 25 STUKS f 1.25
Volgens gegevens van de agrarische
ouderdomspensionbonden te Kassei lij
den steeds meer boeren in de Bondsre
publiek aan de zogenaamde manager
ziekte, en zijn hart- en vaatafwijkingen
steeds meer de oorzaak van arbeidson
geschiktheid.
Van de circa 1.500 landbouwers die
in de periode april tot en met juli 1965
voortijdig ouderdomspensioen ontvin
gen, waren bijna 1.200 arbeidsonge
schikt geworden door hart- en vaat
ziekten, aandoening van de ademha
lingsorganen en ziekten van de lede
maten. Ongeveer 4SVo van het aantal
ongeschiktheidsgevallen werd veroor
zaakt door hart- en vaatziekten, 18"/o
door aandoeningen van de ledematen,
terwijl laVo lijdende waren aan bron
chitis en asthma, aldus „Landbouwwe-
reldnieuws".
hoofdje rustig neer, lieve kind. Eén is
er Die over je waakt want Hij is ook op
Schokland, dat smalle strookje te mid
den van de golven.
Hoofdstuk III
Een bos van masten geeft aan Schok-
lands haven een majestueuze aanblik.
Gierend raast een sterke Noordwester
door het touwwerk, zodat de baartuigen
aan hun meertouwen liggen te rukken.
In woeste horden komen de golven aan
rollen en storten zich brullend op de
groene, verweerde palem:ijen. Schip
pers en vissers hebben hun toevlucht
in de haven gezocht. Het is Zondag.
Langzaam vullen zich de rijen stoelen
in de huiskamer van Brand, viraar de
godsdienstoefening zal worden gehou
den. Brand heeft zijn boekje gereed lig
gen, waaruit hij straks een preek zal
voorlezen. Gart zit ietwat zenuwachtig
op het orgelkrukje te draaien en moe
der heeft hem met afkeurende blikken
met een weerhaan vergeleken.
Telkens komt er een binnen. Nu is
het een schipper of visser, dan weer een
jongen of enige meisjes van de vracht
schepen. De meisjes gaan bij Nanne
zitten, want enkelen hunner kennen
haar. De klok slaat tien knarsende sla
gen en het praten verstomt. Rustig laat
Brand zijn blikken over de volle kamer
gaan, iets langer toevend bij de achter
ste rijen. Hij bladert in het psalmboek
en verzoekt de aanwezigen te willen
zingen: het vijfde vers van psalm negen
en veertig. Na een kort voorspel begint
Gart de psalm te spelen en allen zin
gen:
Hoewel zijn weg niets is dan ijdelheid
En hij zichzelf door dwazen
hoogmoed vleit
De meesten kennen het vers en een
enkele moet zo nu en dan in zijn psalm
boekje kijken. Wanneer het orgel
zwijgt, gaat Brand voor in het gebed en
dan leest hij de tekst voor, waarop de
preek van toepassing is. Evenals de an
deren, is ook Nanne een aandachtig toe
hoorster, maar toch dwalen haar ge
dachten soms af. Weer denkt ze aan de
tekst daar boven Garts hoofd: Waar
twee of drie vergaderd zijnHier
zijn veel meer mensen in de kamer en
het is dus wel zeker dat God ook hier
is. Wat leest vader rustig. Soms kijkt
hij even op, alsof hij zich wil overtuigen
of er wel goed geluisterd wordt. Lang
zaam draait ze haar hoofd om. Daar zit
moeder, bij het orgel en naast haar een
bejaarde schippersvrouw. Deze brengt
haar hand naar die van moeder en die
steekt met een verstolen gebaar een pe
permunt in de mond.
Haar ogen ontmoeten die van haar
dochter en met een driftige hoofdknik
wijst ze naar Vader. Met een lichte blos
wendt Nanne zich af. Moeder is boos
omdat ik het zag van dat pepermuntje,
denkt ze, en zo goed mogelijk poogt ze
haar aandacht bij de preek te houden.