EiuvriDEn-niEuws
Het a.s. huwelijk
van
Prinses Beatrix
Oogstraming tarwe 688.000 ton
De istryd
om het beistaan
Waarschuwing
öe gelukkige BoeR
4 voordelen
Iciti
Vic
Een bankrekening
^■1
HP
Vrijdag 1 oktober 1965
No. 3424
Oranjekalender 1966
ESCULAAPTEKEN
DEVALUEERT
N.V. SLaVENBURG'SBUNK
Boekbespreking
Gemiddelde opbrengst per ha. 4.340 kg
Y
De zin van het igrebed Wat is
bidden? Onverhoorde gebeden.
[let voornaamste werk van een chris-
^[1 is bidden", moet Luther eens ge-
jfKd hebben. De Heidelberger Catechis-
ijjs gebruikt bijna dezelfde woorden
^Vaarom is het gebed de christenen
Jjn node? Omdat het het voornaamste
jmlc der dankbaarheid is, die God van
jjs vordert----
Als het gebed de ademtocht van de
jjerk is, dan is het wel een veeg teken,
jat er in de Kerk wordt gediscussieerd
jjer de functie van het gebed. We kun
nen ons moeilijk voorstellen, dat bio
logen zich zouden afvragen o'f ademha
len wel zin heeft. Maar theologen zien
jich genoodzaakt om de zin van het ge-
Ijed aan de orde te stellen. Is dat geen
symptoom van de ingezonkenheid van
let geestelijke leven?
Nu is het gebed ook voor een chris
ten geen vahzelfsprekendheid. Hoe zou
den wij, nietige, zondige mensen durven
naderen tot de hoge, heilige God? „Ik
lieb mij onderwonden te spreken tot de
Heere, hoewgl Jk stof en as ben" zei
Abraham. „Wij weten niet wat wij bid-
zullen, gelijk het behoort", zei Pau-
lus. 'Maar de ware gelovigen hebben
zich nooit afgevraagd, of het gebed wel
zin heeft; ze zijn altijd, als de discipe
len, met de nood van hun gebed naar
de Heere gegaan: „Heere, leer ons bid
den!"
Het verwondert ons niet, dat ook ds.
Barthold van Ginkel met de zin van het
gebed in de knoop zit. Eén van de
lioofdstukken van zijn boek „Twistge
sprekken met God" draagt de titel; „De
functie van oris bidden." Nu, daar zijn
ive echt benieuwd naar. Want als God
eventueel bestaat, dan kuimen we Hem
toch slechts ontmoeten in onze mede
mens. En als we spreken van schuld.
dan doen we dat in de zin van onze ge
wone, menselijke tekortkomingen, die
we van elkaar hebben te aanvaarden.
Dus bijvoorbeeld tot God bidden om
vergeving van onze zonde is van dat
standpunt uit onmogelijk. Het gebed
kan in deze theologie (pardon: mensbe
schouwing) niet veel meer zijn dan de
vriendelijke vraag aan onze medemens
om een beetje welwillend voor elkaar te
zijn.
Niemand denke, dat ik scherts of
overdrijf. Het staat er echt: „Ik dacht
dat wij met ons gebed niet allereerst
naar boven moeten kijken: verticaal,
maar horizontaal, naar onze medemens"
En even verder „-Misschien kunnen wij
beter zeggen: dat is functioneel bidden.
Het is bidden met je lichaam. Met de
hand die wuift. Met het oog dat bemoe
digt. Met de kus, die Gods aanwezigheid
wakker roept. Zo voeren wij een ge
sprek ook met onszelf. Wij kunnen ons
zelf aan het eind van de dag afvragen:
heb ik mijn hand gelegd op één hoofd
dat eenzaam was? Heb ik één droefenis
genezen? Heb ik één woord van barm
hartigheid gesproken? Dit gesprek met
jezelf is eigenlijk een gebed tot Grod, als
laatste dimensie van je hart. Deze ge
beden zijn hooit tevergeefs. Functioneel
bidden is een training om, heel beschei
den, Jezus te volgen".
Het is niet moeilijk te ontdekken,
waar bij Barthold van Ginkel de fout
zit. Het bedroeft ons, dit te moeten con
stateren bij een theoloog, maar hij heeft
er geen begrip van, wat bidden eigen
lijk is. Hij heeft een moeder voor ogen,
die in de nacht Van 1 februari 1953
haar handen biddend omhoog heft en
toch haar kinderen ziet verdrinken. Hij
denkt aan de negenhonderdnegentig
van de duizend zieken, die op het ge
bed van Osborn géén genezing voiiden.
Daartegenover staat dan „een selectie
sterke verhalen uit de bijbel, Daniël in
de leeuwenkuil.Hij bad en ja: de
leeuwen legden hun makke koppen op
zijn schoot. Drie jongelingen in een vu
rige oven geworpen.... Zij baden en
ja: zij hadden geen blaar aan de voeten,
zij werden heelhuids gered" En dan
trekt Van Ginkel de conclusie: „Tegen
over één gebed dat effect schijnt te sor
teren, staan bij wijze van spreken negen
andere gebeden zonder tastbaar resul
taat".
Wanneer men, zoals Van Ginkel
blijkbaar, het gebed ziet als eerx ver
langlijstje, en God als een soort eerste
(of nog beter: laatste) hulp bij onge
lukken, dan moet men inderdaad tot de
slotsom komen, dat de meeste gebe
den onverhoord blijven. Dan moet men
mensen, die op hoop tegen hoop hebben
geloofd én ondervonden dat God een
Hoorder der gebeden is, ervan beschul
digen (het is bijna te-profaan om het
neer te schrijven) dat ze „die kinder
lijke wensdroom, die infantiele projec
tie van Daniël krampachtig vasthou
den".
„Er is geen andere conclusie" zegt
Van Ginkel, „wij beperkte mensen, wij
bezitten geen gebedsmethoden die uit^
reddingen kunnen forceren". Nee, Ds.
Van Ginkel, die hebben we Goddank
niet, want dan zouden we machtiger en
wijzer zijn dan God, en dan zouden we
Hem kunnen dwingen Zich te voegen
naar onze dwaze en vaak zondige wen
sen! Dat hebben vele bijbelheiligen
moeten leren: Daar staat Abraham, de
vader aller gelovigen, als en machtelo
ze voorbidder voor het aangezicht des
Heeren. Daar staat Mozes met zijn af
gewezen verzoek: „Spreek Mij niet
meer van deze zaak". Daar staat Jere-
mia, zielsbedroefd over de ondergang
van zijn volk: „Gij dan, bid niet meer
voor dit volk". Daar staat Paulus, met
de scherpe doorn in zijn vlees: „Mijn-
genade 4s u genoeg". En wat méér is:
Daar kruipt Jezus als een worm door
het stof: „Mijn Vader, indien het mo
egelijk is, iaat deze drinkbeker van Mij
voorbijgaan, doch niet gelijk Ik wil,
maar gelijk Gij wilt."
Maar we horen niemand van hen zeg
gen: „Mijn gebed sorteert toch geen ef
fect; ik richt me nu niet meer verticaal
tot een-onbekende God, maar horizon
taal tot mijn medemens". Dat is wel de
remedie van Van Ginkel tegen onver-,
hoorde gebeden. Hij probeert deze re
medie aannemelijk te .maken met een
beroep op Psalm 88. „Wie over bidden
spreekt, spreke in de geest van deze
psEdm of spreke niet". Maar hij ver
geet dat Heman de Esrahiet, ondanks
zijn onverhoorde gebed, toch niet zijn
hoop op God heeft verloren. In het
meest kritieke moment van zijn leven
(wie zegt dat dit melaatsheid is? roept
hij het uit: „O Heere,-God van mijn
heil, bij dag en bij nacht roep ik voor
U! Heere, ik roep tot U en mijn gebed
komt U vóór in de morgenstond".
-A- -k -^
Ik geloof, dat dat probleem van de
onverhoorde gebeden van de verkeerde
kant benaderd wordt. „Gij bidt wel",
zegt Jacobus, „maar gij ontvangt niet,
omdat gij kwalijk bidt.
Enkele jaren geleden ontving een
predikant in een grote stad het verzoek
om eens te preken over dat probleem
van de onverhoorde gebeden. Op een
zondagmorgen deed hij dat, naar aan
leiding van de scherpe doorn in het
vlees van Paulus. Maar aan het eind
van zijn preek spoorde hij de gemeente
aan, ook de volgende zondag trouw op
te komen, want dan zou hij er aog iets
over zeggen. Een week later was de
kerk opnieuw stampvol. De predikant
zei toen: „Vorige week hebben we het
gehad over onze onverhoorde gebeden,
vandaag zullen we het hebben over
Gods onverhoorde gebeden. Dat staat
in Spreuken 1 24: „Dewijl Ik geroepen
heb, en gijlieden geweigerd hebt----
Waarnemer-
RIJMEN VAN TIJMEN
Vele Herkineesjes,
Loeren op één bel.
En dat is natuurlijk.
Echt nog kinderspel.
Echt nog iets van vroeger!
't Zit er nu nog in.
Niemand schijnt te denken:
Heeft het doel of zin?
Maar de nieuwe zuster,.
Heeft hiervan veel last.
Want ze wordt gedurig,
HJermee niet verrast.
Liever tuurt ze naar de
Grevelingen hoor.
Naar de deur steeds lopen,
- Waar dient dat nu voor?
Moet er na een dagtaak,
Dat nu ook nog af?
Waarde Herkineesjes,
Wees niet langer laf!
Wees nu niet gedurig.
Zulk een lastpost hoor.
Want ge belt tenslotte;
Aan 't verkeerd kantoor.
Zeg nu maar eenparig:
„Laat ons stoppe man.
Laten we gaan vissen,
Of was koppe, Jan!"
Tijmen
Des boeren lot, geen beter lot!
Geen rijker man dan hij!
Geen n\e'nsch, zoo mild bedeeld
van God,
Niet één zoo vrank en vrij
Des ochtends, eer de nevel smelt,
Stap ik de scheemring voor,
En wijs de zon de weg naar 'f veld
En ploeg het middendoor.
En kraaijen fladdren om iruj rond
En volgen mij naar 't land;
't Gevogelt' groet den ochtendstond
En wipt van plant op plant.
Intussen vangt de zon haar loop.
Haar schittrende opvaart aan....
Dat schouwspel vindt men,
niet te koop,
Naar welke markt wij gaan!
H. Tollens Cz. (fragment)
Onze RUBBEEHANDSCHOENEN zijn
goed van pasvorm, zijn prima gevoerd,
goed voor land werk-en niet duur.
Keuze uit drie fabrikaten.
FA. WED. J. KURVINK'S
DROGISTERIJ EN FOTOHANDEL
Ouddorp
Pro Juventute, Postbus 7101
Amsterdam.
Jaarlijks wordt er door Pro Juven
tute de Stichting voor kinderen die ex
tra zorg behoeven, een nationale kalen
der uitgegeven. De Oranjekalender 1966
met instemming van H.M. de Koningin
en Z.K.H. Prins Bernhard verschenen,
is werkelijk een juweel en kan „een
feest van kleuren worden genoemd. Het
zijn stuk voor stuk pr'achtfoto's van de
Koninklijke familie, w.o. verscheidene
afbeeldingen, die nog niet eerder zijn
gepubliceerd. De kalender is verkrijg
baar a 3,50 (plus 30 et. verzendkosten)
bij kalenderactie „Pro Juventute", Post
bus 7101 te Amsterdam. Stort 3,80 op
Gironummer 51.74.00 en u krijgt deze
prachtige kalender, die een sieraad is
yoor uw huiskamer, per post thuis ge
stuurd. U steunt er tevens het werk van
Pro Juventute mee, de stichting die in
samenwerking met de ouders en met
eerbiediging van levensovertuiging,
probeert die kinderen te helpen, die
extra zorg hard nodig hebben. Kinde
ren in moeilijkheden hebben een zacht
plekje nodig in warm kloppende har
ten. Het is een kwestie van hart tegen
hard.
Het artsenembleem (esculaapteken)
behoort eigenlijk thuis in de binnenzak
van de artsen en eerst dan op hun auto
wanneer zij in de uitoefening van hun
beroep zich op de weg begeven en ook
eerst dan wanneer zij bereid en in staat
zijn, bijvoorbeeld bij een verkeersonge
luk, eerste hulp te verlenen; zo niet dan
blijve het embleem veilig in de binnen
zak, aldus wordt-betoogd in een redac
tioneel artikel in Medisch Contact, het
officiële orgaan van de Koninklijke Ne
derlandse maatschappij tot bevordering
der geneeskunst.
„Wij zouden zelfs zo ver willen gaan
het bureau der maatschappij te advise
ren geen opplakbare emblemen meer te
verstrekken. Er heaft een sterke waar
devermindering plaats van het artsen
embleem en dat hebben wij aan ons
zelf te danken.
„Indien de politie gedienstig een par-
keerprobleempje voor een artsenauto
probeert op te lossen en dan moet er
varen; dat zij de dochter van een arts
heeft geholpen aan een plaatsje om snel
even gedurende het spreekuur te gaan
winkelen in de auto van haar vader,
dan is het alleszins begrijpelijk dat de
zelfde agent een volgende keer beslist
minder hulpvaardig een artensauto te-
getnoet zal treden."
Medisch Contact vraagt zich voorts
af waarom nog zoveel Nederlandse au
to's met het artsenembleem in het bui
tenland rijden, terwijl het een Neder
lands arts verboden is zonder toestem
ming van het betrokken land daar
praktijk uit te oefenen.
Indien de artsen aan de voortschrij
dende degradatie van het esculaapte
ken een halt willen toeroepen en dit
embleem niet willen laten verworden
tot een statussymbool dat in feite waar
deloos is, dan zullen zij zichzelf strenge
regelen moeten opleggen ten aanzien
van het gebruik hiervan, zo schrijft Me
disch Contact. (N.R.Crt.)
Wij hebben in de couranten kurmen
lezen dat een aantal oud-verzetstrijders
in Rotterdam een landelijk comité heb
ben opgericht, dat actie gaat voeren
tegen het huwelijk tussen Prinses Bea
trix en de heer Claus van Amsberg.
Gelukkig zijn zij niet de tolk van alle
oud-verzetsstrijders. Want een aantal
vooraanstaande figuren uit het Verzet,
heeft stelling genomen tegen de berich
ten dat zij bezwaren zouden hebben te
gen een verloving van Prinses Beatrix
en de heer Claus van Arhsberg. Zij zeg
gen in een destijds uitgegeven verkla
ring: „Na een conscentieus onderzoek is
komen vast te staan, dat de heer van
Amsberg geen enkel redelijk verwijt
kan worden gemaakt met betrekking
tpt nationaal-socialistische activiteiten
of sympathieën met de N.S.D.A.P. Te
gen deze achtergrond achten onderge
tekenden het onjuist om uit hoofde van
hun relatie tot het verzet bezwaren te
maken tegen een eventuele verbinte
nis als waarvan hier sprake is". Zij
wijzen er op dat het verzet als zodanig
gericht was tegen het nationaal-socia-
lisme en tegen de krachten waarvan het
gebruik kon maken.
De groep verzetstrijders die bezwaren
tegen het huwelijk van onze Kroon-
prinses met de heer Claus van Ams-
brg hebben betreuren het dat de aan
staande echtgenoot van Prinses Beatrix
een Duitser is en dat hij in de Tweede-
Wereldoorlog in het Duitsland van
Adolf Hitler in militaire dienst is ge
weest.
Zoals u weet heeft de Nederlandse
Regering een diepgaand onderzoek naar
de cintecedenten van de heer Claus van
Amsberg en zijn familie ingesteld. Uit
dit onderzoek is de heer van Amsberg
te voorschijn gekomen als een man, zo
als wij die onze Kroonprinseg toewen
sen. Hij en zijn familie waren volstrekt
tegen het Nazi-regime gekant.
Wanneer wij als Bond van Chr. Oran
jeverenigingen in Nederland ook in de
ze de Bijbel als richtsnoer nemen mo
gen wij niet tegen dit Vorstelijk huwe
lijk zijn omdat de toekomstige gemaal
van onze Kroonprijises bij de Duitse
Weermacht heeft gediend, terwijl bewe
zen is dat hij de doelstellingen van het
regime van Hitler in elk opzicht be
streed. Wij willen de heer Claus van
Amsberg allerminst vergelijken met
Daniël, die heeft geleefd en gewerkt in
het Babylonische Rijk van Nebukad-
nezer. Het boek Daniël is niet alleen
van groot belang voor het geestelijk le
ven, maar ook urgent voor ons maat
schappelijk en nationaal bestaan.
Daniël en zijn metgezellen, die weg
gevoerd waren naar Babel in balling
schap, waren aangewezen om te worden
onderwezen in-de. boeken en spraak der
Chaldeën. Het doel van Nebukadnezer
was om deze vier jongelingen onder de
Joodse ballingen te verbabyloniseren en
hen later in Staatsdienst op te nemen.
Hebben Daniel en zijn vrienden ge
weigerd om aan het bevel van de ko
ning van Babel gevolg te geven? Neen.
Wij lezen dat het onderwijs aan Daniël
en zijn 'drie vrienden welbesteed was.
Aan het slot van de studie jkomt het
examen. Het onderzoek liep natuurlijk
niet alleen over abstracte kennis^ maar
evenzeer over staatkundige problemen
en regeringszaken. Het resultaat was
voor Daniël en zijn vrienden bijzonder
goed. Zij overtroffen iii verstand en
wijsheid alle anderen. Nebukadnezer
neemt hen terstond in Staatsdienst op.
Maar Daniël heeft van het begin tot
het einde der ballingschap in een hoge
positie over de ballingen als een ge
zant des Heeren gewaakt.
En nu vinden wij het helemaal niet.
Luister vanavond orh 7 uur naar
HETPROSRAMMA
ook voor-u.
op RADIO VERONICA 192 m
Presentatie: Hans van der Mey
Dit programma wordt u aangeboden d'
N.V. BISCUIT- EN CHOCOLADEFABRitK
Dordrecht
tel.01850-7941
erg dat de heer Claiis van Amsberg een
Duits diplomaat is geweest en, dat hij
als militair heeft gediend onder een re
gime, waartegen hij en zijn familie fel
gekant waren. Wij hebben grote bewon
dering en waardering voor de houding
van de heer Claus van Amsberg tijdens
zijn militaire dienst in Duitsland. Hij
had onder het regime van Hitler een
schitterende militaire carrière kunnen
maken, een man van naam en eer in het
Derde Rijk van Hitler kunnen worden.
Maar dit heeft hij absoluut niet gewild.
Het is ons dan ook een oorzaak van
vreugde en dankbaarüeid dat dé toe
komstig gemaal van onze Kroonprinses
in deze moeilijke en gevaarvolle tijden
de juiste houding heeft weten aan té
nemen.
Bij al onze dankbaarheid dat onze oud
ste Prinses een levensgezel heeft ge
vonden, van wie zij verwachten mag
dat hij een grote steun zal zijn in haar
vaak veel eisende leven, hebben wij ook
nog een belangrijke wens. Wij wensen
dat de heer van Amsberg niet slechts
een rechtschapen man is, maar vooral
iemand met een positief christelijke le
vensovertuiging; iemand, die zich niet
zal schamen om deze in het openbaar
te belijden.
Gelovig, ootmoedig, vaderlandslie
vend en trouw, dat zijn de deugden,
waarmede hij niet alleen onze Kroon
prinses, maar ook land en volk in alle
opzichten gelukkig kan maken.
Ooltgènsplaat, 29 sept. 1965.
De Landelijke Vertegenwoordiger
van de Bond van Chr, Oranje-
verenigingen in Nederland.
P. BOM.
Een flonkerende
collectie sieraden,
zowel klassiek
als modern.
Het beste wat Europa
heeft te bieden
aan artistieke smaak
en gedegen
vakmanschap in
0 aantrekkelijke prijzen!
runott
Zie onze
etalage
Karel
Doorman-
straat
WINKELCENTRUM - BINNENWEG 45
TELEFOON 1f.66.15 - ROTTERDAM
BRANDHOUT
In het septembernummer van „Bur
gerrecht" komt een artikel voor van Mr.
L. van Heijningen over de vele be
drij f sschappen die wij hebben en het
vele werk dat deze schappen maken
vafï hun jaarverslagen, waarmee wordt
aangetoond wat zij zo al hebben gedaan
en hoe onmisbaar zij wel zijn.
Aan het slot geeft de schrijver een
proeve van hetgeen in de schriftelijke
I lessen voor de cursus „kleinhandelaar
in brandhout" zou kunnen staan:
Vraag: Wat is een schap?
Antwoord: Een schap is een plank in
de kelder.
Vraag: Wat bergt men in/op het
schap?
Antwoord: Brandhout.
'nM*tSÊ Dlrl<sland
tel. 01877-268
is geen luxe meer maar
biedt vele ^voordelen.
Gaarne verstrekken wtj nadere
Inlichtingen
IVUddelharuis - Sommelsdyk
Kade 5 - Tel. (01870) 22 68
„Een Bloedgetuige Chrfeti" (Mr.
John Bradford) uit het Engels
vertaald, door Ds. J. v. d. Haar,
Herv. predt. te St. Maartensdijk.
Ds. J. V. d. Haar te St. Maartensdijk
mag zich gaarne in onze „oudvade;:s"
verdiepen, hij speurt veel in oude
Schotse en Engelse schrijvers. Zo blijkt
hij zeer getroffen te zijn geweest over
het leven en sterven van Mr. John
Bradford, een van Engelands bekende
martelaren uit de 16e eeuw, die zijn le
ven onder de „bloedige Maria", konin
gin van Engeland, voor de Naam en de
zaak ;ies Heeren op het schavot mocht
geven. Hij stierf op de brandstapel 10
juli 15Ö5. Zijn leven, sterven' en zijn
brieven zijn na zijn dood in Engeland
en Schotland veel gelezen en aange
prezen door grote lichten van Elige-
land's kerk o.a. door Perkins, Goodwin,
Watson, Dycke, X,ove en anderen.
Daar dit boekje nooit in het Neder
lands is vertaald heeft ds. v. d. Haar
daartoe de moeite genbmen en daarmee
ons volk een grote dienst bewezen. De
geschriften van mr. Bradford worden
door bijna alle Engelse oudvaders als
om strijd geprezen.
In deze levensbeschrijving komen te
vens een tiental brieven voor, die hij in
de gevangenis heeft geschreven. Zijn
vijanden beweerden dat hij met deze
brieven meer „kwaad" heeft gesticht
dan door zijn preken. Het is inderdaad
ontroerend om ze te lezen. En ook be
schamend.
De prijs van dit boekje, dat wij zeer
aanbevelen is slechts 1,85. De boek
handelaren V. d. Tol te Dordt en Lin-
denberg te Rotterdam zijn met de ver
koop belast, maar het is ook in elke
andere boekhandel te bestellen.
VARIA
UIT 1888
Een oude juffrouw was zondag onder
de preek in zekere kleine Zeeuwse ge
meente in slaap gevallen en liet haar
kerkboek vallen; door het geraas ont
waakt zij plotseling en riep, zeer luid:
„(Alweer wat gebroken! Ik zal 't van
de huur afhouden, hoor je. Grietje!"
Men kan zich verbeelden welk een in
druk deze uitroep op de kerkbezoekers
maakte!
--------O--------
KIJKERS EN LUISTERAARS
Op 1 september j.l. waren bij de
dienst Luister- en Kijkgelden 2.013.235
-te''evisietoestellen aangegeven tegen
1.985.654 per 1 augustus j.l. (t.ror~27 sept.
2.036.617).
Er waren op 1 sept. 2.679.694 geregis
treerde radiotoestellen tegen 2.674.485
op 1 aug. j.l.
Het aantal aansluitingen op de Draad
omroep bedroeg op 1 sept. 414.242 tegen^
417.179 op 1 aug. j.l.
Het Centraal Bureau voor de Statis
tiek heeft de uitkomisten geputoliceerd
van de voorlopige oogstraming welke
op 10 september j.l. is gehouden.
Voor een! juiste beoordeling van de
oogstverwachtingén 1965 dienen vol
gens het C.B.S. de rendementscijfers
niet alleen vergeleken te worden met
het bijzonder) gunstige jaar 1964, maar
ook met het tienjaarlijks gemiddelde
1955-1964. Voorts dient er op te worden
gewezen, dat de cijfers betrekking heb
ben op de te verwachten opbrengsten
en geen indicatie geven omtrent de
kwaliteit der gewassen.
Volgens de thans ter beschikking staan
de gegevens wordt van tarwe een pro-
duktie geraamd van 688.000 ton hetgeen
24.000 ton of Si"/» minder is dan verleden
jaar. Van het grotere tarwe-areaal
wordtnamelijk een gemiddelde op
brengst per ha. verwacht van 4.340 kg.
8°/o t.o.v. 1964 maar 4»>/o t.o.v. het
tien-jaarlijkse gemiddelde). De produk-
tiecijfers van wintertarwe worden ge
schat op 4570 kg/ha. en ruim 446.000
ton; die van zomertarwe op 3.990 kg/ha.
en 242.000 ton.
Kleinere oogsten
Van haver en mengsels van granen
worden kleinere oogsten verwacht dan
verlederi jaar: respectievelijk 359.000
ton (l,14«/o) en 89.000 ton 29''/o). De
vermindering kan enerzijds worden
toegeschreven aan areaalinkrimping,
anderzijds aan lagere rendementen wel
ke echter rond het normale niveau van
het tienjaarlijkse gemiddelde liggen.
De eerste oogstramingen van de con-
sixmptie-aardappelen (inclusief poot- en
voederaardappelen) worden zeer glo
baal geschat op een nettoproduktie van
ruim 1.630.000 ton (1.173.00O ton klei- en
457.000 ton zand- en veenaardappelen).
De produktiedaling van 14 "la t.o.v. 1964
moet geheel worden toegeschreven aan
het lagere rendement dat echter rond
het normaal niveau zal uitkomen.
De produktie van zaai-uien wordt
voorlopig geschat op ruim 171.000 ton.
VERVOLGVERHAAL
door D. Menkens-van der Spiejrel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
50
Het wordt een buitengewoon gezel
lige avond. Smith is een goed causeur
st^ de Kosters voelen het al een verade-
"'ing, dat een vreemde hen verhindert
te spreken over datgene, wat hun het
naast aan het hart ligt.
„Als u weer eens in de buurt komt",
zegt Koster bij hét afscheid, breekt dan
ineens af. Dat doet -vreemd aan. Tonny
vindt dat ze nu maar verklaren moet.
..Vader wou natuurlijk zeggen, dat je
dan je bezoek hervatten moet, maar
meteen bedenkt hij', dat we dan hier al
licht niet meer wonen zullen."
„Nee", vult Koster aan,' „ik zal de
zaak, die al enkele eeuwen van onze
«ftiilie was, niet kunnen voortzetten,
"e malaise heeft ons te zeer geknauwd"
Smith vindt niet direct een antwoord,
nij weet van de Vervoorts, dat het hier
niet best gaat, m.aar, waar geen enkele
zaak floreert, «tel je een dergelijke me
dedeling niet zo erg. Iets anders is het,
als zo'n man het je zelf zegt ènhet
zó zegt.
„Maar we blijven wel in Berkendaal
wonen, denk ik", helpt Koos.
„En u zult ons altijd welkom zijn",
voegt moeder er bij.
„Ik hoop van uw vriendelijke uitno
diging gebruik te maken, mevrouw en
meneer", "hervindt Smith de spraak.
„En 't zou me om u het aangenaamst
zijn, als het in dit zelfde huis kon zijn."
„Dan moet je gauw terugkomen", zegt
Tormy.
„Zo? Nou, dat wil ik wel", is zijn ant
woord, terwijl hij haar blik tracht te
vangen. Zij schijnt er geen erg in te
hebben, maar vader en moeder merken
het. „In elk geval reken ik op bericht
van adresverandering, als die werkelijk
moet plaats hebben, hoor Tonny!"
„Natuurlijk zorgen we daarvoor", ant
woordt ze en kijkt hem eerst nu weer
aan.
„Wat een enige vent is dat", roept
Koos, als ze de bezoeker vertrokken is.
Niemand weerspreekt hem. Ze hebben
in geen tijd zo'n prettige avond gehad.
De volgende avond hebben ze weer
bezoek, maar dat is minder aangenaam.
Oom Gerrit verschijnt en spreekt er
over, een familievergadering te beleg
gen.
„Jan, Jan", zegt hij, „dat het daartoe
komen moest met vaders zaak".
„Je doet, of je er voor het eerst van
hoort".
„Nee, ik weet al lang genoeg dat het
niet best gaat, maar dat het zó zou lo-
peni
„Zei ik het vorige jaar al niet, dat
er me een faillissement boven het hoofd
hing?"
Gerrit Koster kan dit niet loochenen
en wil niet zeggen hoe hij meende dat
zijn broer overdreef. Hij en zijn vrien
den spreken vaak op dezelfde wijze als
broer Jan het de .laatste jaren deed,
maar daarom gaan ze nog niet faUliet!
„Je had de winkel nooit uit moeten
gaan", zegt hij.
„Dat is oud nieuws. Natuurlijk zou ik
er nooit uit zijn gegaan, als ik had ge
weten dat er zó'n tijd zou komen, maar
dat wist niemand. En in elk geval zou
de zaak er niet beter om zijn gegaan;"
„Je had het langer kurmen uitzingen"
„Dat had ik. Maar gedane zaken ne
men geen keer".
„Die prachtzaak van onze goeie va
der, van ons voorgeslacht mag ik wel
zeegen". Gerrit Koster spreekt als een
kind dat huilen gaat. Het irriteert zijn
broer, en, scherper dan hij wil, ant
woordt hij: j,Jij hebt je van de zaak
nooit iets aangetrokken, jij mopperde
nog, als je eens een kleinigheid bezor
gen moest. Ik heb voor de zaak geploe
terd, mijn kinderen en ik hebben er
voor geslaafd. Mijn vrouw heeft ge
werkt, zoEils de jouwe- het nooit zou
doen. Dacht je niet dat het voor ons
vrij wat bitterder is, dit resultaat te
moeten beleven? En ik wou je er verder
op attent maken, dat de prachtzaak al
lang naar de drommel zou zijn geweest,
als ik er niet het geld van mijn vrouw
bij had ingeboet. Dat wonen op „Veld
zicht" zul je me niet langer verwijten,
jij niet en de anderen ook niet, snap je
dat goed? „Veldzicht" was van. mijn
vrouw en dan haar kapitaal man, dat
het hare naar de maan is, zit me meer
dwars dan de hele zaak."
Direkt heeft hij spijt. Als Gerrit zich
terugtrekt als hij de anderen be
werkt. Nee, dat is Gerrit niet van
plan. Failliet gaan mag Jan niet, die
schande wil Gerrit niet dragen. Hij
heeft zijn zwager zelfs geholpen, zijn
zwager Karel, die niet eens Koster heet,
zou hij het-dan zijn broer niet doen?
Maar bar is het en, als er iets op te
vinden was, dat de zaak bleef bestaan
Deze wens koesteren de andere fami
lieleden met hem, dat blijkt duidelijk,
als enkele weken later de bijeenkomst
wordt gehouden. De zaak, vaders zaak.
Koster toont de boeken. Deze vertel
len genoeg.
Harm, die op een der Zuidhollandse
eilanden een vrij goede zaak heeft, be
grijpt niet, hoe Jan zich verlaagde, om
aan die reclame-campagne mee te doen.
„Ik heb het nooit gedaan", zegt hij, „en
al gaat het me niet zo, als vroeger, toch
blijf ik behoorlijk verdienen. Weet je
wat het is? Het betere publiek stoot je
af, als je je tot zulke praktijken leent".
Jaap lacht en vraagt: „Wat versta jij
onder 't betere publiek? Die paar bur
gers? De boeren en kwekers? Man die
draven-het hardst achter de koopjes
aan. Vergelijk Berkendaal niet bij jouw
afgelegen dorpje".
Jan Koster is zijn broer dankbaar
voor deze hulp, maiar de anderen kijken
verstoord. Jaap heeft goed praten. Die
kan geen cent bijpassen, hier evenmin
als bij Karel. 't Zal er misschien liog
van komen, dat die zelf geholpen moet
worden. Ze dienen dus op hun hoede te
zijn. Niemand kleedt zich uit, voor hij
naar bed- gaat en ze mogen met z'n ze
venen broers en zusters zijn, als het op
betalen aankomt, zijn ze maar met z'n
vieren. Och, en van de zwagers moet je
niet te veel verwachten. Hen laat de
Kosternaam koud. Als ze niet door hun
vrouwen gestuurd waren----
Daar heb je het al. Chiel, de welge
dane Zeeuwse kruidenier, verklaart dat
en faillissement het voordeligst is. Dek
sels, als je ziet, hoe grööt de schulden
zijn
„Zo denken mensen zonder eergevoel
er over" snauwt Harm. Hij kon (3iiel
nooit best zetten, maar zou hem nu wel
weg willen kijken. Die dikke Zeeuw
Harm is het nog niet vergeten, hoe,
Chiel een dertig jaar geleden bij hem
inwoonde als knecht. Ja, als knecht. Het
mocht dan wezen, om het bedrijf 'te
leren, het mocht dan zijn dat hij gèld
had, maar hij was knecht geweest bij
Harm en Harm w'ou op dit moment, dat
zijn zuster Jannetje in die dagen nooit
bij hem gelogeerd had; Het is waar, ze
hadden geen van allen iets tegen de
verloving gehad, ze hadden zelfs ge
vonden dat Jannetje er zich warmpjes
indraaide, maar vreemd bloed verloo
chent zich niet, dat merk je.
Bertus^de zwager uit het polderdorp,
begint een lang verhaal over iemand,
die ook dacht, goed af te zijn met een
faillissement, maar die enkele jaren la
ter een erfenis kreeg en toen werd aan
gepakt.
„Jan heeft geen erfenis te wachten",
zegt Chiel.
„Nee, maar als hij er op de een of an
dere manier bovenop kwam, was hij
ook de pisang". Bertus zou Jan zonder
wroeging failliet laten gaan, weet Chiel,
maar Tonia zit er achter. Chiel is blij
dat Jannetje uit ander hout gesneden
is. Zo'n mannetjesputter als die Tonia.
„Wat zou je eigenlijk zelf het liefst
willen, _Jan?" vraagt Jaap. Voor zo'n
vraag inoet je natuurlijk iemand heb
ben, die platzak is. En het antwoord is
van hetzelfde gehalte, dat spreekt. „Ik
zou graag zonder schuld m'n leven ein
digen."
„Dat zal je wel onmogelijk zijn", zegt
Gerrit. „Dacht je heus, dat je ooit al
les zou kurmen afbetalen?"
j„Nee, dat dacht ik niet. Ik gaf alleen
antwoord op een vraag".
(Wordt vervolgd)