EiuvriDEn-niEuws Het a.s. huwelijk van Prinses Beatrix Oogstraming tarwe 688.000 ton De istryd om het beistaan Waarschuwing öe gelukkige BoeR 4 voordelen Iciti Vic Een bankrekening ^■1 HP Vrijdag 1 oktober 1965 No. 3424 Oranjekalender 1966 ESCULAAPTEKEN DEVALUEERT N.V. SLaVENBURG'SBUNK Boekbespreking Gemiddelde opbrengst per ha. 4.340 kg Y De zin van het igrebed Wat is bidden? Onverhoorde gebeden. [let voornaamste werk van een chris- ^[1 is bidden", moet Luther eens ge- jfKd hebben. De Heidelberger Catechis- ijjs gebruikt bijna dezelfde woorden ^Vaarom is het gebed de christenen Jjn node? Omdat het het voornaamste jmlc der dankbaarheid is, die God van jjs vordert---- Als het gebed de ademtocht van de jjerk is, dan is het wel een veeg teken, jat er in de Kerk wordt gediscussieerd jjer de functie van het gebed. We kun nen ons moeilijk voorstellen, dat bio logen zich zouden afvragen o'f ademha len wel zin heeft. Maar theologen zien jich genoodzaakt om de zin van het ge- Ijed aan de orde te stellen. Is dat geen symptoom van de ingezonkenheid van let geestelijke leven? Nu is het gebed ook voor een chris ten geen vahzelfsprekendheid. Hoe zou den wij, nietige, zondige mensen durven naderen tot de hoge, heilige God? „Ik lieb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewgl Jk stof en as ben" zei Abraham. „Wij weten niet wat wij bid- zullen, gelijk het behoort", zei Pau- lus. 'Maar de ware gelovigen hebben zich nooit afgevraagd, of het gebed wel zin heeft; ze zijn altijd, als de discipe len, met de nood van hun gebed naar de Heere gegaan: „Heere, leer ons bid den!" Het verwondert ons niet, dat ook ds. Barthold van Ginkel met de zin van het gebed in de knoop zit. Eén van de lioofdstukken van zijn boek „Twistge sprekken met God" draagt de titel; „De functie van oris bidden." Nu, daar zijn ive echt benieuwd naar. Want als God eventueel bestaat, dan kuimen we Hem toch slechts ontmoeten in onze mede mens. En als we spreken van schuld. dan doen we dat in de zin van onze ge wone, menselijke tekortkomingen, die we van elkaar hebben te aanvaarden. Dus bijvoorbeeld tot God bidden om vergeving van onze zonde is van dat standpunt uit onmogelijk. Het gebed kan in deze theologie (pardon: mensbe schouwing) niet veel meer zijn dan de vriendelijke vraag aan onze medemens om een beetje welwillend voor elkaar te zijn. Niemand denke, dat ik scherts of overdrijf. Het staat er echt: „Ik dacht dat wij met ons gebed niet allereerst naar boven moeten kijken: verticaal, maar horizontaal, naar onze medemens" En even verder „-Misschien kunnen wij beter zeggen: dat is functioneel bidden. Het is bidden met je lichaam. Met de hand die wuift. Met het oog dat bemoe digt. Met de kus, die Gods aanwezigheid wakker roept. Zo voeren wij een ge sprek ook met onszelf. Wij kunnen ons zelf aan het eind van de dag afvragen: heb ik mijn hand gelegd op één hoofd dat eenzaam was? Heb ik één droefenis genezen? Heb ik één woord van barm hartigheid gesproken? Dit gesprek met jezelf is eigenlijk een gebed tot Grod, als laatste dimensie van je hart. Deze ge beden zijn hooit tevergeefs. Functioneel bidden is een training om, heel beschei den, Jezus te volgen". Het is niet moeilijk te ontdekken, waar bij Barthold van Ginkel de fout zit. Het bedroeft ons, dit te moeten con stateren bij een theoloog, maar hij heeft er geen begrip van, wat bidden eigen lijk is. Hij heeft een moeder voor ogen, die in de nacht Van 1 februari 1953 haar handen biddend omhoog heft en toch haar kinderen ziet verdrinken. Hij denkt aan de negenhonderdnegentig van de duizend zieken, die op het ge bed van Osborn géén genezing voiiden. Daartegenover staat dan „een selectie sterke verhalen uit de bijbel, Daniël in de leeuwenkuil.Hij bad en ja: de leeuwen legden hun makke koppen op zijn schoot. Drie jongelingen in een vu rige oven geworpen.... Zij baden en ja: zij hadden geen blaar aan de voeten, zij werden heelhuids gered" En dan trekt Van Ginkel de conclusie: „Tegen over één gebed dat effect schijnt te sor teren, staan bij wijze van spreken negen andere gebeden zonder tastbaar resul taat". Wanneer men, zoals Van Ginkel blijkbaar, het gebed ziet als eerx ver langlijstje, en God als een soort eerste (of nog beter: laatste) hulp bij onge lukken, dan moet men inderdaad tot de slotsom komen, dat de meeste gebe den onverhoord blijven. Dan moet men mensen, die op hoop tegen hoop hebben geloofd én ondervonden dat God een Hoorder der gebeden is, ervan beschul digen (het is bijna te-profaan om het neer te schrijven) dat ze „die kinder lijke wensdroom, die infantiele projec tie van Daniël krampachtig vasthou den". „Er is geen andere conclusie" zegt Van Ginkel, „wij beperkte mensen, wij bezitten geen gebedsmethoden die uit^ reddingen kunnen forceren". Nee, Ds. Van Ginkel, die hebben we Goddank niet, want dan zouden we machtiger en wijzer zijn dan God, en dan zouden we Hem kunnen dwingen Zich te voegen naar onze dwaze en vaak zondige wen sen! Dat hebben vele bijbelheiligen moeten leren: Daar staat Abraham, de vader aller gelovigen, als en machtelo ze voorbidder voor het aangezicht des Heeren. Daar staat Mozes met zijn af gewezen verzoek: „Spreek Mij niet meer van deze zaak". Daar staat Jere- mia, zielsbedroefd over de ondergang van zijn volk: „Gij dan, bid niet meer voor dit volk". Daar staat Paulus, met de scherpe doorn in zijn vlees: „Mijn- genade 4s u genoeg". En wat méér is: Daar kruipt Jezus als een worm door het stof: „Mijn Vader, indien het mo egelijk is, iaat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan, doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt." Maar we horen niemand van hen zeg gen: „Mijn gebed sorteert toch geen ef fect; ik richt me nu niet meer verticaal tot een-onbekende God, maar horizon taal tot mijn medemens". Dat is wel de remedie van Van Ginkel tegen onver-, hoorde gebeden. Hij probeert deze re medie aannemelijk te .maken met een beroep op Psalm 88. „Wie over bidden spreekt, spreke in de geest van deze psEdm of spreke niet". Maar hij ver geet dat Heman de Esrahiet, ondanks zijn onverhoorde gebed, toch niet zijn hoop op God heeft verloren. In het meest kritieke moment van zijn leven (wie zegt dat dit melaatsheid is? roept hij het uit: „O Heere,-God van mijn heil, bij dag en bij nacht roep ik voor U! Heere, ik roep tot U en mijn gebed komt U vóór in de morgenstond". -A- -k -^ Ik geloof, dat dat probleem van de onverhoorde gebeden van de verkeerde kant benaderd wordt. „Gij bidt wel", zegt Jacobus, „maar gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt. Enkele jaren geleden ontving een predikant in een grote stad het verzoek om eens te preken over dat probleem van de onverhoorde gebeden. Op een zondagmorgen deed hij dat, naar aan leiding van de scherpe doorn in het vlees van Paulus. Maar aan het eind van zijn preek spoorde hij de gemeente aan, ook de volgende zondag trouw op te komen, want dan zou hij er aog iets over zeggen. Een week later was de kerk opnieuw stampvol. De predikant zei toen: „Vorige week hebben we het gehad over onze onverhoorde gebeden, vandaag zullen we het hebben over Gods onverhoorde gebeden. Dat staat in Spreuken 1 24: „Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt---- Waarnemer- RIJMEN VAN TIJMEN Vele Herkineesjes, Loeren op één bel. En dat is natuurlijk. Echt nog kinderspel. Echt nog iets van vroeger! 't Zit er nu nog in. Niemand schijnt te denken: Heeft het doel of zin? Maar de nieuwe zuster,. Heeft hiervan veel last. Want ze wordt gedurig, HJermee niet verrast. Liever tuurt ze naar de Grevelingen hoor. Naar de deur steeds lopen, - Waar dient dat nu voor? Moet er na een dagtaak, Dat nu ook nog af? Waarde Herkineesjes, Wees niet langer laf! Wees nu niet gedurig. Zulk een lastpost hoor. Want ge belt tenslotte; Aan 't verkeerd kantoor. Zeg nu maar eenparig: „Laat ons stoppe man. Laten we gaan vissen, Of was koppe, Jan!" Tijmen Des boeren lot, geen beter lot! Geen rijker man dan hij! Geen n\e'nsch, zoo mild bedeeld van God, Niet één zoo vrank en vrij Des ochtends, eer de nevel smelt, Stap ik de scheemring voor, En wijs de zon de weg naar 'f veld En ploeg het middendoor. En kraaijen fladdren om iruj rond En volgen mij naar 't land; 't Gevogelt' groet den ochtendstond En wipt van plant op plant. Intussen vangt de zon haar loop. Haar schittrende opvaart aan.... Dat schouwspel vindt men, niet te koop, Naar welke markt wij gaan! H. Tollens Cz. (fragment) Onze RUBBEEHANDSCHOENEN zijn goed van pasvorm, zijn prima gevoerd, goed voor land werk-en niet duur. Keuze uit drie fabrikaten. FA. WED. J. KURVINK'S DROGISTERIJ EN FOTOHANDEL Ouddorp Pro Juventute, Postbus 7101 Amsterdam. Jaarlijks wordt er door Pro Juven tute de Stichting voor kinderen die ex tra zorg behoeven, een nationale kalen der uitgegeven. De Oranjekalender 1966 met instemming van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard verschenen, is werkelijk een juweel en kan „een feest van kleuren worden genoemd. Het zijn stuk voor stuk pr'achtfoto's van de Koninklijke familie, w.o. verscheidene afbeeldingen, die nog niet eerder zijn gepubliceerd. De kalender is verkrijg baar a 3,50 (plus 30 et. verzendkosten) bij kalenderactie „Pro Juventute", Post bus 7101 te Amsterdam. Stort 3,80 op Gironummer 51.74.00 en u krijgt deze prachtige kalender, die een sieraad is yoor uw huiskamer, per post thuis ge stuurd. U steunt er tevens het werk van Pro Juventute mee, de stichting die in samenwerking met de ouders en met eerbiediging van levensovertuiging, probeert die kinderen te helpen, die extra zorg hard nodig hebben. Kinde ren in moeilijkheden hebben een zacht plekje nodig in warm kloppende har ten. Het is een kwestie van hart tegen hard. Het artsenembleem (esculaapteken) behoort eigenlijk thuis in de binnenzak van de artsen en eerst dan op hun auto wanneer zij in de uitoefening van hun beroep zich op de weg begeven en ook eerst dan wanneer zij bereid en in staat zijn, bijvoorbeeld bij een verkeersonge luk, eerste hulp te verlenen; zo niet dan blijve het embleem veilig in de binnen zak, aldus wordt-betoogd in een redac tioneel artikel in Medisch Contact, het officiële orgaan van de Koninklijke Ne derlandse maatschappij tot bevordering der geneeskunst. „Wij zouden zelfs zo ver willen gaan het bureau der maatschappij te advise ren geen opplakbare emblemen meer te verstrekken. Er heaft een sterke waar devermindering plaats van het artsen embleem en dat hebben wij aan ons zelf te danken. „Indien de politie gedienstig een par- keerprobleempje voor een artsenauto probeert op te lossen en dan moet er varen; dat zij de dochter van een arts heeft geholpen aan een plaatsje om snel even gedurende het spreekuur te gaan winkelen in de auto van haar vader, dan is het alleszins begrijpelijk dat de zelfde agent een volgende keer beslist minder hulpvaardig een artensauto te- getnoet zal treden." Medisch Contact vraagt zich voorts af waarom nog zoveel Nederlandse au to's met het artsenembleem in het bui tenland rijden, terwijl het een Neder lands arts verboden is zonder toestem ming van het betrokken land daar praktijk uit te oefenen. Indien de artsen aan de voortschrij dende degradatie van het esculaapte ken een halt willen toeroepen en dit embleem niet willen laten verworden tot een statussymbool dat in feite waar deloos is, dan zullen zij zichzelf strenge regelen moeten opleggen ten aanzien van het gebruik hiervan, zo schrijft Me disch Contact. (N.R.Crt.) Wij hebben in de couranten kurmen lezen dat een aantal oud-verzetstrijders in Rotterdam een landelijk comité heb ben opgericht, dat actie gaat voeren tegen het huwelijk tussen Prinses Bea trix en de heer Claus van Amsberg. Gelukkig zijn zij niet de tolk van alle oud-verzetsstrijders. Want een aantal vooraanstaande figuren uit het Verzet, heeft stelling genomen tegen de berich ten dat zij bezwaren zouden hebben te gen een verloving van Prinses Beatrix en de heer Claus van Arhsberg. Zij zeg gen in een destijds uitgegeven verkla ring: „Na een conscentieus onderzoek is komen vast te staan, dat de heer van Amsberg geen enkel redelijk verwijt kan worden gemaakt met betrekking tpt nationaal-socialistische activiteiten of sympathieën met de N.S.D.A.P. Te gen deze achtergrond achten onderge tekenden het onjuist om uit hoofde van hun relatie tot het verzet bezwaren te maken tegen een eventuele verbinte nis als waarvan hier sprake is". Zij wijzen er op dat het verzet als zodanig gericht was tegen het nationaal-socia- lisme en tegen de krachten waarvan het gebruik kon maken. De groep verzetstrijders die bezwaren tegen het huwelijk van onze Kroon- prinses met de heer Claus van Ams- brg hebben betreuren het dat de aan staande echtgenoot van Prinses Beatrix een Duitser is en dat hij in de Tweede- Wereldoorlog in het Duitsland van Adolf Hitler in militaire dienst is ge weest. Zoals u weet heeft de Nederlandse Regering een diepgaand onderzoek naar de cintecedenten van de heer Claus van Amsberg en zijn familie ingesteld. Uit dit onderzoek is de heer van Amsberg te voorschijn gekomen als een man, zo als wij die onze Kroonprinseg toewen sen. Hij en zijn familie waren volstrekt tegen het Nazi-regime gekant. Wanneer wij als Bond van Chr. Oran jeverenigingen in Nederland ook in de ze de Bijbel als richtsnoer nemen mo gen wij niet tegen dit Vorstelijk huwe lijk zijn omdat de toekomstige gemaal van onze Kroonprijises bij de Duitse Weermacht heeft gediend, terwijl bewe zen is dat hij de doelstellingen van het regime van Hitler in elk opzicht be streed. Wij willen de heer Claus van Amsberg allerminst vergelijken met Daniël, die heeft geleefd en gewerkt in het Babylonische Rijk van Nebukad- nezer. Het boek Daniël is niet alleen van groot belang voor het geestelijk le ven, maar ook urgent voor ons maat schappelijk en nationaal bestaan. Daniël en zijn metgezellen, die weg gevoerd waren naar Babel in balling schap, waren aangewezen om te worden onderwezen in-de. boeken en spraak der Chaldeën. Het doel van Nebukadnezer was om deze vier jongelingen onder de Joodse ballingen te verbabyloniseren en hen later in Staatsdienst op te nemen. Hebben Daniel en zijn vrienden ge weigerd om aan het bevel van de ko ning van Babel gevolg te geven? Neen. Wij lezen dat het onderwijs aan Daniël en zijn 'drie vrienden welbesteed was. Aan het slot van de studie jkomt het examen. Het onderzoek liep natuurlijk niet alleen over abstracte kennis^ maar evenzeer over staatkundige problemen en regeringszaken. Het resultaat was voor Daniël en zijn vrienden bijzonder goed. Zij overtroffen iii verstand en wijsheid alle anderen. Nebukadnezer neemt hen terstond in Staatsdienst op. Maar Daniël heeft van het begin tot het einde der ballingschap in een hoge positie over de ballingen als een ge zant des Heeren gewaakt. En nu vinden wij het helemaal niet. Luister vanavond orh 7 uur naar HETPROSRAMMA ook voor-u. op RADIO VERONICA 192 m Presentatie: Hans van der Mey Dit programma wordt u aangeboden d' N.V. BISCUIT- EN CHOCOLADEFABRitK Dordrecht tel.01850-7941 erg dat de heer Claiis van Amsberg een Duits diplomaat is geweest en, dat hij als militair heeft gediend onder een re gime, waartegen hij en zijn familie fel gekant waren. Wij hebben grote bewon dering en waardering voor de houding van de heer Claus van Amsberg tijdens zijn militaire dienst in Duitsland. Hij had onder het regime van Hitler een schitterende militaire carrière kunnen maken, een man van naam en eer in het Derde Rijk van Hitler kunnen worden. Maar dit heeft hij absoluut niet gewild. Het is ons dan ook een oorzaak van vreugde en dankbaarüeid dat dé toe komstig gemaal van onze Kroonprinses in deze moeilijke en gevaarvolle tijden de juiste houding heeft weten aan té nemen. Bij al onze dankbaarheid dat onze oud ste Prinses een levensgezel heeft ge vonden, van wie zij verwachten mag dat hij een grote steun zal zijn in haar vaak veel eisende leven, hebben wij ook nog een belangrijke wens. Wij wensen dat de heer van Amsberg niet slechts een rechtschapen man is, maar vooral iemand met een positief christelijke le vensovertuiging; iemand, die zich niet zal schamen om deze in het openbaar te belijden. Gelovig, ootmoedig, vaderlandslie vend en trouw, dat zijn de deugden, waarmede hij niet alleen onze Kroon prinses, maar ook land en volk in alle opzichten gelukkig kan maken. Ooltgènsplaat, 29 sept. 1965. De Landelijke Vertegenwoordiger van de Bond van Chr, Oranje- verenigingen in Nederland. P. BOM. Een flonkerende collectie sieraden, zowel klassiek als modern. Het beste wat Europa heeft te bieden aan artistieke smaak en gedegen vakmanschap in 0 aantrekkelijke prijzen! runott Zie onze etalage Karel Doorman- straat WINKELCENTRUM - BINNENWEG 45 TELEFOON 1f.66.15 - ROTTERDAM BRANDHOUT In het septembernummer van „Bur gerrecht" komt een artikel voor van Mr. L. van Heijningen over de vele be drij f sschappen die wij hebben en het vele werk dat deze schappen maken vafï hun jaarverslagen, waarmee wordt aangetoond wat zij zo al hebben gedaan en hoe onmisbaar zij wel zijn. Aan het slot geeft de schrijver een proeve van hetgeen in de schriftelijke I lessen voor de cursus „kleinhandelaar in brandhout" zou kunnen staan: Vraag: Wat is een schap? Antwoord: Een schap is een plank in de kelder. Vraag: Wat bergt men in/op het schap? Antwoord: Brandhout. 'nM*tSÊ Dlrl<sland tel. 01877-268 is geen luxe meer maar biedt vele ^voordelen. Gaarne verstrekken wtj nadere Inlichtingen IVUddelharuis - Sommelsdyk Kade 5 - Tel. (01870) 22 68 „Een Bloedgetuige Chrfeti" (Mr. John Bradford) uit het Engels vertaald, door Ds. J. v. d. Haar, Herv. predt. te St. Maartensdijk. Ds. J. V. d. Haar te St. Maartensdijk mag zich gaarne in onze „oudvade;:s" verdiepen, hij speurt veel in oude Schotse en Engelse schrijvers. Zo blijkt hij zeer getroffen te zijn geweest over het leven en sterven van Mr. John Bradford, een van Engelands bekende martelaren uit de 16e eeuw, die zijn le ven onder de „bloedige Maria", konin gin van Engeland, voor de Naam en de zaak ;ies Heeren op het schavot mocht geven. Hij stierf op de brandstapel 10 juli 15Ö5. Zijn leven, sterven' en zijn brieven zijn na zijn dood in Engeland en Schotland veel gelezen en aange prezen door grote lichten van Elige- land's kerk o.a. door Perkins, Goodwin, Watson, Dycke, X,ove en anderen. Daar dit boekje nooit in het Neder lands is vertaald heeft ds. v. d. Haar daartoe de moeite genbmen en daarmee ons volk een grote dienst bewezen. De geschriften van mr. Bradford worden door bijna alle Engelse oudvaders als om strijd geprezen. In deze levensbeschrijving komen te vens een tiental brieven voor, die hij in de gevangenis heeft geschreven. Zijn vijanden beweerden dat hij met deze brieven meer „kwaad" heeft gesticht dan door zijn preken. Het is inderdaad ontroerend om ze te lezen. En ook be schamend. De prijs van dit boekje, dat wij zeer aanbevelen is slechts 1,85. De boek handelaren V. d. Tol te Dordt en Lin- denberg te Rotterdam zijn met de ver koop belast, maar het is ook in elke andere boekhandel te bestellen. VARIA UIT 1888 Een oude juffrouw was zondag onder de preek in zekere kleine Zeeuwse ge meente in slaap gevallen en liet haar kerkboek vallen; door het geraas ont waakt zij plotseling en riep, zeer luid: „(Alweer wat gebroken! Ik zal 't van de huur afhouden, hoor je. Grietje!" Men kan zich verbeelden welk een in druk deze uitroep op de kerkbezoekers maakte! --------O-------- KIJKERS EN LUISTERAARS Op 1 september j.l. waren bij de dienst Luister- en Kijkgelden 2.013.235 -te''evisietoestellen aangegeven tegen 1.985.654 per 1 augustus j.l. (t.ror~27 sept. 2.036.617). Er waren op 1 sept. 2.679.694 geregis treerde radiotoestellen tegen 2.674.485 op 1 aug. j.l. Het aantal aansluitingen op de Draad omroep bedroeg op 1 sept. 414.242 tegen^ 417.179 op 1 aug. j.l. Het Centraal Bureau voor de Statis tiek heeft de uitkomisten geputoliceerd van de voorlopige oogstraming welke op 10 september j.l. is gehouden. Voor een! juiste beoordeling van de oogstverwachtingén 1965 dienen vol gens het C.B.S. de rendementscijfers niet alleen vergeleken te worden met het bijzonder) gunstige jaar 1964, maar ook met het tienjaarlijks gemiddelde 1955-1964. Voorts dient er op te worden gewezen, dat de cijfers betrekking heb ben op de te verwachten opbrengsten en geen indicatie geven omtrent de kwaliteit der gewassen. Volgens de thans ter beschikking staan de gegevens wordt van tarwe een pro- duktie geraamd van 688.000 ton hetgeen 24.000 ton of Si"/» minder is dan verleden jaar. Van het grotere tarwe-areaal wordtnamelijk een gemiddelde op brengst per ha. verwacht van 4.340 kg. 8°/o t.o.v. 1964 maar 4»>/o t.o.v. het tien-jaarlijkse gemiddelde). De produk- tiecijfers van wintertarwe worden ge schat op 4570 kg/ha. en ruim 446.000 ton; die van zomertarwe op 3.990 kg/ha. en 242.000 ton. Kleinere oogsten Van haver en mengsels van granen worden kleinere oogsten verwacht dan verlederi jaar: respectievelijk 359.000 ton (l,14«/o) en 89.000 ton 29''/o). De vermindering kan enerzijds worden toegeschreven aan areaalinkrimping, anderzijds aan lagere rendementen wel ke echter rond het normale niveau van het tienjaarlijkse gemiddelde liggen. De eerste oogstramingen van de con- sixmptie-aardappelen (inclusief poot- en voederaardappelen) worden zeer glo baal geschat op een nettoproduktie van ruim 1.630.000 ton (1.173.00O ton klei- en 457.000 ton zand- en veenaardappelen). De produktiedaling van 14 "la t.o.v. 1964 moet geheel worden toegeschreven aan het lagere rendement dat echter rond het normaal niveau zal uitkomen. De produktie van zaai-uien wordt voorlopig geschat op ruim 171.000 ton. VERVOLGVERHAAL door D. Menkens-van der Spiejrel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 50 Het wordt een buitengewoon gezel lige avond. Smith is een goed causeur st^ de Kosters voelen het al een verade- "'ing, dat een vreemde hen verhindert te spreken over datgene, wat hun het naast aan het hart ligt. „Als u weer eens in de buurt komt", zegt Koster bij hét afscheid, breekt dan ineens af. Dat doet -vreemd aan. Tonny vindt dat ze nu maar verklaren moet. ..Vader wou natuurlijk zeggen, dat je dan je bezoek hervatten moet, maar meteen bedenkt hij', dat we dan hier al licht niet meer wonen zullen." „Nee", vult Koster aan,' „ik zal de zaak, die al enkele eeuwen van onze «ftiilie was, niet kunnen voortzetten, "e malaise heeft ons te zeer geknauwd" Smith vindt niet direct een antwoord, nij weet van de Vervoorts, dat het hier niet best gaat, m.aar, waar geen enkele zaak floreert, «tel je een dergelijke me dedeling niet zo erg. Iets anders is het, als zo'n man het je zelf zegt ènhet zó zegt. „Maar we blijven wel in Berkendaal wonen, denk ik", helpt Koos. „En u zult ons altijd welkom zijn", voegt moeder er bij. „Ik hoop van uw vriendelijke uitno diging gebruik te maken, mevrouw en meneer", "hervindt Smith de spraak. „En 't zou me om u het aangenaamst zijn, als het in dit zelfde huis kon zijn." „Dan moet je gauw terugkomen", zegt Tormy. „Zo? Nou, dat wil ik wel", is zijn ant woord, terwijl hij haar blik tracht te vangen. Zij schijnt er geen erg in te hebben, maar vader en moeder merken het. „In elk geval reken ik op bericht van adresverandering, als die werkelijk moet plaats hebben, hoor Tonny!" „Natuurlijk zorgen we daarvoor", ant woordt ze en kijkt hem eerst nu weer aan. „Wat een enige vent is dat", roept Koos, als ze de bezoeker vertrokken is. Niemand weerspreekt hem. Ze hebben in geen tijd zo'n prettige avond gehad. De volgende avond hebben ze weer bezoek, maar dat is minder aangenaam. Oom Gerrit verschijnt en spreekt er over, een familievergadering te beleg gen. „Jan, Jan", zegt hij, „dat het daartoe komen moest met vaders zaak". „Je doet, of je er voor het eerst van hoort". „Nee, ik weet al lang genoeg dat het niet best gaat, maar dat het zó zou lo- peni „Zei ik het vorige jaar al niet, dat er me een faillissement boven het hoofd hing?" Gerrit Koster kan dit niet loochenen en wil niet zeggen hoe hij meende dat zijn broer overdreef. Hij en zijn vrien den spreken vaak op dezelfde wijze als broer Jan het de .laatste jaren deed, maar daarom gaan ze nog niet faUliet! „Je had de winkel nooit uit moeten gaan", zegt hij. „Dat is oud nieuws. Natuurlijk zou ik er nooit uit zijn gegaan, als ik had ge weten dat er zó'n tijd zou komen, maar dat wist niemand. En in elk geval zou de zaak er niet beter om zijn gegaan;" „Je had het langer kurmen uitzingen" „Dat had ik. Maar gedane zaken ne men geen keer". „Die prachtzaak van onze goeie va der, van ons voorgeslacht mag ik wel zeegen". Gerrit Koster spreekt als een kind dat huilen gaat. Het irriteert zijn broer, en, scherper dan hij wil, ant woordt hij: j,Jij hebt je van de zaak nooit iets aangetrokken, jij mopperde nog, als je eens een kleinigheid bezor gen moest. Ik heb voor de zaak geploe terd, mijn kinderen en ik hebben er voor geslaafd. Mijn vrouw heeft ge werkt, zoEils de jouwe- het nooit zou doen. Dacht je niet dat het voor ons vrij wat bitterder is, dit resultaat te moeten beleven? En ik wou je er verder op attent maken, dat de prachtzaak al lang naar de drommel zou zijn geweest, als ik er niet het geld van mijn vrouw bij had ingeboet. Dat wonen op „Veld zicht" zul je me niet langer verwijten, jij niet en de anderen ook niet, snap je dat goed? „Veldzicht" was van. mijn vrouw en dan haar kapitaal man, dat het hare naar de maan is, zit me meer dwars dan de hele zaak." Direkt heeft hij spijt. Als Gerrit zich terugtrekt als hij de anderen be werkt. Nee, dat is Gerrit niet van plan. Failliet gaan mag Jan niet, die schande wil Gerrit niet dragen. Hij heeft zijn zwager zelfs geholpen, zijn zwager Karel, die niet eens Koster heet, zou hij het-dan zijn broer niet doen? Maar bar is het en, als er iets op te vinden was, dat de zaak bleef bestaan Deze wens koesteren de andere fami lieleden met hem, dat blijkt duidelijk, als enkele weken later de bijeenkomst wordt gehouden. De zaak, vaders zaak. Koster toont de boeken. Deze vertel len genoeg. Harm, die op een der Zuidhollandse eilanden een vrij goede zaak heeft, be grijpt niet, hoe Jan zich verlaagde, om aan die reclame-campagne mee te doen. „Ik heb het nooit gedaan", zegt hij, „en al gaat het me niet zo, als vroeger, toch blijf ik behoorlijk verdienen. Weet je wat het is? Het betere publiek stoot je af, als je je tot zulke praktijken leent". Jaap lacht en vraagt: „Wat versta jij onder 't betere publiek? Die paar bur gers? De boeren en kwekers? Man die draven-het hardst achter de koopjes aan. Vergelijk Berkendaal niet bij jouw afgelegen dorpje". Jan Koster is zijn broer dankbaar voor deze hulp, maiar de anderen kijken verstoord. Jaap heeft goed praten. Die kan geen cent bijpassen, hier evenmin als bij Karel. 't Zal er misschien liog van komen, dat die zelf geholpen moet worden. Ze dienen dus op hun hoede te zijn. Niemand kleedt zich uit, voor hij naar bed- gaat en ze mogen met z'n ze venen broers en zusters zijn, als het op betalen aankomt, zijn ze maar met z'n vieren. Och, en van de zwagers moet je niet te veel verwachten. Hen laat de Kosternaam koud. Als ze niet door hun vrouwen gestuurd waren---- Daar heb je het al. Chiel, de welge dane Zeeuwse kruidenier, verklaart dat en faillissement het voordeligst is. Dek sels, als je ziet, hoe grööt de schulden zijn „Zo denken mensen zonder eergevoel er over" snauwt Harm. Hij kon (3iiel nooit best zetten, maar zou hem nu wel weg willen kijken. Die dikke Zeeuw Harm is het nog niet vergeten, hoe, Chiel een dertig jaar geleden bij hem inwoonde als knecht. Ja, als knecht. Het mocht dan wezen, om het bedrijf 'te leren, het mocht dan zijn dat hij gèld had, maar hij was knecht geweest bij Harm en Harm w'ou op dit moment, dat zijn zuster Jannetje in die dagen nooit bij hem gelogeerd had; Het is waar, ze hadden geen van allen iets tegen de verloving gehad, ze hadden zelfs ge vonden dat Jannetje er zich warmpjes indraaide, maar vreemd bloed verloo chent zich niet, dat merk je. Bertus^de zwager uit het polderdorp, begint een lang verhaal over iemand, die ook dacht, goed af te zijn met een faillissement, maar die enkele jaren la ter een erfenis kreeg en toen werd aan gepakt. „Jan heeft geen erfenis te wachten", zegt Chiel. „Nee, maar als hij er op de een of an dere manier bovenop kwam, was hij ook de pisang". Bertus zou Jan zonder wroeging failliet laten gaan, weet Chiel, maar Tonia zit er achter. Chiel is blij dat Jannetje uit ander hout gesneden is. Zo'n mannetjesputter als die Tonia. „Wat zou je eigenlijk zelf het liefst willen, _Jan?" vraagt Jaap. Voor zo'n vraag inoet je natuurlijk iemand heb ben, die platzak is. En het antwoord is van hetzelfde gehalte, dat spreekt. „Ik zou graag zonder schuld m'n leven ein digen." „Dat zal je wel onmogelijk zijn", zegt Gerrit. „Dacht je heus, dat je ooit al les zou kurmen afbetalen?" j„Nee, dat dacht ik niet. Ik gaf alleen antwoord op een vraag". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5