lil Promotie ds. H. Goedhart op óud-Joodse hymne Ds. B. J. Wiegeraad nam afscheid van Hervormde Gemeente te Herkingen NIEUWS &im hei hemtaun Stampvolle senaaiszaal volgde academisch sieekspei Spanje-zending voor N.C.R.V. UIT DE KERKEN Prediking over: „Kinderkens, het is de laatste ure" Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 28 september In ons vorig nummer deelden wij mede, dat wij op bijzonderheden, be treffende de pronxotie van drs. H. Goed hart zouden teruglioinen, omidat daar voor in het vrijdagmummer geen plaats beschikbaar was. Voor deze promotie was zo grote belangstelling dat de Se- na.atskamer in het Universiteitsgebouw te Utrecht de velen nauwelijks kon be vatten en tientallen zich met een staan plaats in de gangpaden moesten tevre den stel'en. Hervormd Rotterdam was rijk vertegenwoordigd en ook uit Mid- delharnis, de vroegere gemeente van ds. Goedhart waren een veertigtal belang- stellendei>. We bemerkten o-m. ds. K. Schipper met de hulpprediker de heer Terlouw, leden van de kerkeraad en kerkvooigdij, benevens vele vrienden uit zijn vroegere gemeente. Onder de famUie van ds. Goedhart, bevond zich ook diens 84 jaar oude moeder, die het voorrecht had deze hoogtijdag in het le ven van haar zoon te kunnen meema ken. Om precies kwart over 4 kwam.de bijna voltallige^senaat binnen, gevoegd door de promovendus en zijn beide pa- ranymfen t.w. dr. H. Bout, herv. predt. te Utrecht en P. v. d Linde, cand. in de economie te Rotterdam. Nadat de rector magnificus Prof. Dr. H. M. J. Scheffer de zitting had ge opend, luidde Prof. Dr. Th. C. Vriezen de oppositie in. Allereerst sprak hij een woord van waardering voor de disser tatie, al lagen er ook problemen en al liepen de meningen van promotor en promovendus soms uiteen. Het manus cript was ook ter lezing gegeven aan Ds. H. A. Brongers en Prof. Dr. J. van der Ploeg uit Nijmegen (groot kenner van de Qumran-teksten) die beiden waardevolle adviezen hadden gegeven. De promotor deelde mee, dat drs. Goedhart eerst het plan had het begrip „dzedakah" (gerechtigheid) in het O.T. voor zijn promotie uit te werken, daar dit onderwerp te breed bleek, ging zijn interesse uit naar de in 1947 gevonden handschriften te Qumran. Het resul taat is geworden een onderzoek naar de slothymne van het „Manual of Disci pline", en daaruit is een boekwerk van 372 bladzijden gegroeid. Uitputtend is de stof niet behandeld, aldus de hoog leraar, maar wel verhelderend. Van de vele kwesties sneed Prof. Vriezen er slechts twee aan, die lagen op het ter rein van de vertaling en de exegese van het woord mispat (oordeel, gedrag). Drs. Goedhart voerde ter verdediging aan dat mispat een woord is, dat niet in alle gevallen op dezelfde wijze vertaald kan worden. Hij verduidelijkte dit met voorbeelden. Ook in het O.T. kornt de vertaling „gedrag" meermalen voor. Prof. Vriezen zag de redelijkheid van deze argumen ten wel in, maar bleek toch niet geheel tevreden gesteld, omdat de promoven dus z.i. de lezing van de tekst onder in vloed had gesteld van zijn exegese. Prof. Dr. J. V. d. Ploeg, die was uit genodigd om de promotie bij te wonen, zei onder meer dat hij gaarne aan het academisch steekspel wilde deelnemen, al zou zijn oppositie geen achtervolging, maar meer als een bewijs van belang stelling moeten worden gezien. Zijn be zwaar betrof de methodiek: de indeling van de hymne in een viertal psalmen: Psalm A - Gods lof; Psalm B. - Gods gericht; Psalm C. Gods barmhartigheid en Psalm D Gods majesteit. Een soort vierluik dus. „Zo wordt een samen hangende lofzang verkregen" zegt de promovendus in zijn dissertatie op blz. 10. De opponent stelde de vraag: „ver trouwt u hier niet te veel op de wel willendheid van de lezers?" Drs. Goedhart dankte voor de vrien delijke manier van aanvallen, die be langstelling verried zowel voor de pro motie als voor het proefschrift. Hij zag ook de bezwaren van deze indeUng wel in, maar bij nauwkeurig onderzoek bleek dat de onderdelen sterk onder scheiden waren en dat een indeling in vier delen. Psalm A, B, C en D toch wel gerechtvaardigd was. Prof. van der Ploeg had ook nog een opmerking over de vertaling en de in terpretatie van het raadsplan (blz. 246, het wonderlijk raadsplan van God), w^aarop de promovendus antwoordde dat hij deze vertaling gekozen had met betrekking op het woord „plan", op iets dat verborgen is, zoals dit o.a. ook voor komt in het boek Daniël. Prof. Dr. J. W. Doeve had grote waardering voor het doorzettingsver mogen en voor de moed van de promo vendus, die in de oorlog onder moeilijke omstandigheden had gestudeerd en zich daarna bovendien volledig aan de ker kelijke arbeid had gewijd. Er was moed toe nodig om dit onderwerp te durven kiezen, omdat dit een studie is waar bijzonder veel aan vast zit. Naast de lof had deze hoogleraar toch wel enkele kritische opmerkingen: zo vond hij in het proefschrift een te grote breedspra kigheid en ook een willekeurig gebruik van de woorden strofe en couplet, psalm en lied. Ook vroeg hij een weten schappelijke afbakening van het be grip hymne; z.i. was de promovendus te weinig te rade gegaan bij het synago gaal Jodendom, waardoor de Qumran- teksten te veel werden geïsoleerd. De promovendus merkte op dat hij de woorden strofe en couplet afwisse lend gebruikt had om eentonigheid te vermijden. Dit goM ook voor het ge bruik van de woorden lied en psalm. Intussen klonk het „Hora est" van de pedel en daarna trok de Senaat zich te rug voor beraad. Veel waardering. Na enige minuten keerden de hoogle raren terug en deelde de rector magni ficus .mede dat de promovendus was be vorderd tot doctor in de godgeleerdheid en gaf hij aan Prof. Vriezen de gelegen heid de hem opgedragen taak te ver richten. Prof. Vriezen overhandigde de bul aan de jonge doctor, met een hartelijke ge lukwens. U heeft door dit werk, zo zei hij, meer ontvangen dan aUeen de doc torstitel, omdat u er een stuk ervaring hebt bij gekregen. Het wetenschappe lijk werk vergt tegenwoordig zó veel, dat het nauwelijks meer door één man kan worden uitgevoerd omdat het meer en meer teamwerk wordt. Uit dat oog punt had spreker des te meer respect voor het- proefschrift. Ondanks tekort komingen is er een werk tot stand ge komen, dat, mits enigszins bijgeschaafd, in een wereldtaal kan worden uitge geven; waartoe bij u ook wel plannen bestaan, aldus deelde Prof. Vriezen mee. De lacunes in uw opleiding ontstaan door de studie tijdens de oorlog, heb ben niet verhinderd dat u bij uw werk in een grote kerkelijke gemeente (Rot terdam) een veelzijdige belangstelling hebt. De promotor wenste Dr. Goedhart wat meer precisie toe, maar zo voegde hij er tot troost bij, dat komt van zelf wel bij het ouder worden. De rector sloot zich namens de se naat bij deze gelukwensen aan. Drukbezochte receptie In de ontvangstzaal volgde hierna een druk bezochte receptie. Dr. en mevr. Goedhart kregen zeer vele handen te drukken. Van heinde en ver waren vrienden gekomen om hierbij hun op wachting te maken. Onder de vele belangstellenden wa ren een opvallend groot aantal predi kanten. Van het hoofdbestuur van de Geref. Bond merkten we o.m. op: Ds. J. J. Timmer, em. predt te Wierden, Ds. W. L. Tukker van Zwolle en Ds. L. Kie vit van Leiden. Ook vele studenten ga ven van belangstelling blijk. Het vol tallig bestuur van de G.I.S.V. „Voetius", arriveerde iets te laat. De deur van de stampvolle zaal was reeds gesloten. Met nog een aantal anderen, voor wie geen plaats was, móésten zij zonder iets ge hoord of gezien te hebben, terugkeren. OOSTERLAND Verkoop goederen Zenidingskrans Dinsdag 5 oktober a.s. zal in het Her vormd Verenigingsgebouw St. Joostdijk alhier een verkoopmiddag en -avond gehouden worden door de zendings- krans „Bidt en Werkt" (uitgaande van de Ger. Gem.) van gemaakte goederen voor de zending. De lokaliteit is open gesteld van 2,30 tot 5 uur n.m. en 's avonds van 7 - 9,30 uur. De opbrengst is bestemd voor de zending in N. Guinea en Nigeria. Het is werkelijk de moeite I waard er een kijkje te gaan nemen. Door de Grevelingendam is het voor bezoekers uit Goeree-Overflakkee ook niet ver er kunnen tevens op deze wijze contacten worden gelegd. NED. HERV. KERK Beroepen te Oosterwolde-C. J. v. d. Broek te Nieuwland; Kinderdijk G. v. Estrik te Gencmuiden; Huizen W. van Kooten te Oud Beijerland; Huizen H. v. Hensbergen te Dirksland; Harskamp A. Klein-Kranenburg te Hoevelaken; Ga meren W. Hovius te Nieuw-Lekkerland; Vinkeveen J. Zwijnenburg te Oude- water; Meerkerk L. Doppenberg te Wil- simi. Aangenomen naar Wezep A. Romein te Noordeloos. Bedankt voor Nunspeet A. Romein te Noordeloos; Waddinxveen J. den Hoed te Wijk en Aalburg; Ameide K. Exalto te Melissant; Woudenberg D. v. d. Berg te Veenendaal; Barneveld J. Schuur man te Schoonhoven. Veenendaal. Wegens vertrek naar Nijkerk, nam ds. T. de Jong. afscheid van deze gemeente met de woorden uit Filipp. 1 6. GEREF. KERKEOSr Beroepen te Bierum L. Raven, kand. te Rotterdam; Buitenpost G. Gommer te Oostkapelle; Drachten en Maassluis Th. Rijper te Rijsoord, Aangenomen naar Warns R. Boiten, kand. te Zuidlaren; Delfzijl M. Berg te Giessen-Rijswijk; Bierum, L. Raven, kand. te Rotterdam. Bedankt voor Dinteloord en Kruinin- gen R. Boiten, kand. te Zuidlaren; Barneveld M. Berg te Giessen-Rijswijk. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Schiedam J. P. Geels te Haarlem; Oosterbeek J. Keuning te Veenendaal. - Aangenomen naar Mussel R. Slofstra te Harlingen. Bedankt voor Urk en Werkendam H. V. d. Ent té Middelharnis; Klundert R. Slofstra te Harlingen. Zaamslag. Na bevestiging door ds. M. C. Tanis te Barendrecht met Matth. 28 20, deed kand. P. Sneep uit Vlaardin- gen alhier intrede met Psalm 27 4. Kerk en T.V. Naar aanleiding van het Synode besluit om voortaan ker kelijke medewerking te geven aan T.V. Evangelisatie-diensten hebben de ker keraden van Dordrecht-Centrum, Slie- drecht en Poederooyen zich met een ge zamenlijk schrijven tot de Synode ge richt om dit besluit ongedaan te maken. Aan alle kerkeraden is een afschrift van deze brief gezonden met verzoek om adhaesie-betuigingen. Vele kerke raden hebben hieraan gehoor gegeven o.a. Middelharnis, Zuidland, Vlaardin- gen. Zaamslag, Alphen aan de Rijn enz. zodat er deze week reeds 62 brieven van kerkeraden en particulieren ter Syno de vergadering aanwezig waren. Dr. W. H. Velema is door de synode benoemd als Hoogleraar aan de Theol. Hoge school te Apeldoorn als opvolger van Prof. W. Kremer, die wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd met emeritaat gaat. Dr. W. H. Velema weïd in 1929 geboren als zoon van wijlen ds. H. Velema en heeft nog 2 broers, die eveneens predikant zijn. Hij werd in 1953 predikant te Eindhoven en staat sinds 1961 te Leiden. GERBF. GEMEENTEN Beroepen te Ridderkerk en H. I. Am bacht P. Blo kle Dirksland. Bedankt voor Leerdam C. Harinck te Utrecht; Hardinxveld W. Hage te Klaaswaal. Kerk en T.V. In de „Saambinder" deelt ds. A. Vergunst mede het achter af te betreuren dat hij heeft medege werkt aan een uitzending voor de T.V. door de N.C.R.V. over „begraven of cre meren". Ten onrechte is hierdoor de mening gewekt als zou hij geen tegen stander van de T.V. zijn. Ds. Vergunst handhaaft ten volle zijn bezwaren tegen het gebruik van dit medium. Wie ern stig naar de Schrift leeft, zal zich en zijn gezin niet aan de verzoekingen door een t.v.-toestel bloot stellen, waardoor zoveel gif in ons volksleven gebracht wordt. -O- In haar veertiendaagse programma „Wijd als de Wereld" zal de N.C.R.V. op vrijdag 1 oktober a.s. een vraaggesprek uitzenden over het werk van de „Spaanse Evangelische Zending". Het vraaggesprek wordt gehouden met de j landelijke secretaris de heer J. R. van Oordt te Zeist en wordt uitgezonden I van 22.40 tot 23.00 uur. Ds. B. J. Wiegeraad, sinds 6 nov. 1960 predikant der Herv. Gem. te Herkingen heeft j.l. zondagmiddag afscheid van zijn gemeente genomen i.v.m. zijn be noeming tot predikant-directeur van de Nederlands Hervormde Bond voor In- wenllige Zending op Geref. Grondslag in Nederland. Ds. Wiegeraad hoopt a.s. woemsdagavond S oktober als zodanig te Bennekom intrede te doen. Voor het afscheid bestond grote belangstelling. Een groot aantal belangstellenden vul de met de gemeenteleden het fraaie kerkgebouw. Onder hen waren verte- genjwoordigers van de colleges en com missies in welke ds. Wiegeraad een be stuursfunctie vervulde alsook de col lega's Herv. predilianten van het eiland. Het thema voor de afscheidspreek was uit 1 Joh. 2 vers 18 „Kinderkens het is de laatste ure." De predildng Na votum en groet werd gezongen Ps. 34 de verzen 2 en 6 en na de geloofsbe lijdenis Ps. 121 1. De schriftlezing was 1 Joh. 2 12 tot 25. „Na een ambtsperiode van bijna vijf jaar is het ^aatste uur aangebroken" zo begon ds. Wiegeraad zijn prediking. In alle eenvoud en gebrek heb ik onder u Gods Woord mogen verkondigen. Voor deze bovenmenselijk zware taak hebben we kracht van God ontvangen. Als we elkaar nu in de ogen kijken jongeren en ouderen beseffen we wat we sa men hebben meegemaakt, op catechisa ties, huisbezoeken, bij Doop en Avond maal, bij verdriet en blijdschap. Er werd een band van samenleving en nog dieper van liefde gelegd. „Wij zijn niet de eersten die dit zo aanvoelen", aldus ds. Wiegeraad. Eeuwen geleden zocht de apostel Johannes naar een woord waar mee hij zijn gehoor kon aanspreken. Hij zei: „Kinderkens". Sinds wij ook een kindje hebben, begrijpen wij wat daarin ligt opgesloten. Welke dominee zegt „Kinderkens" tot zijn gemeente? Deze middag wilde ds. zich geheel aansluiten bij de Apostel Johannes als hij de men sen met kinderkens aanspreekt. Johan- nis bedoeU dit anders dan een vader op deze wereld. Geestelijk gezien zijn er andere banden dan van vlees en bloed. Johannis wil zeggen: „U bent kinderen van het koninkrijk geworden door het Woord dat Ik u heb mogen brengen". God gebruikt de prediking om de kerk te vormen en in stand te houden. Het was niet des mensen werk doch enkel verkiezende liefde, God had wat in die mensen gezien over wie het Licht nog niet was opgegaan. Daarofn bracht Hij ze aan Zijn hart, waartoe Hij de pre diking van Johannes gebruikte. Spreker wees op het grote wonder dat er een kerk en een gemeente is. Zo ook in Her kingen al denken wij dat het vanzelf sprekend is. Dat kon wel eens wegge vaagd worden door de machten die in de wereld rondwaarden. Het leven van een gemeente kan worden bedreigd en worden kapotgemaakt. Ook Johannes ziet de bedreigingen waardoor het be staan van Gods kerk in gevaar komt maar daarbovenuit weet hij: God heeft hier mensen tot het Geloof doen komen door Zijn Geest en door mijn prediking. Dat grote wonder vertolkt Johannes in het woord kinderkens. Spreker richtte zich niet tot „gemeenteleden of toe hoorders" maar tot allen als „kinderen des Verbonds". Enerzijds is dit een ere titel maar er moet dan ook kinderlijk geloof gevonden worden. „God heeft u op een hoog voetstuk van het Verbond geplaatst; wat zal het verschrikkelijk zijn wanneer u er door eigen ongeloof afvalt" aldus spreker. Die nu nog vrij blijvend wil blijven doorleven beseft niet hoe ernstig de situatie is. Het is de laatste ure" zegt Johannes. Ds. had zich verbaasd hoe in korte tijd na een re genperiode de gewassen waren bin nengehaald, er is gewerkt of het leven er van afhing. „Het was de laatste ure". Het werk in het koninkrijk Gods is ook werk van de laatste ure. Johannes zegt: Het is de laatste ure voor de weder komst van Christus. Telkens weer ver wonderd de kerk er zich over dat de wederkomst van Christus nog uitblijft. Het is Pinksteren geworden en er is niets anders meer te verwachten dan dat Christus verschijnt tot verlossing der wereld. In dat laatste uur houden wij onze afscheidsdienst: Ga haastig uit, nodig ze tot de maaltijd want de ure komt dat de maaiers zullen uitgaan en de oogst zal worden binnengehaald. Ook mijn werk heeft het stempel van de laatste ernst gedragen. U bent opgeroe pen tot het nemen van een beslissing. Jezus zegt: Wie nu gelooft die heeft het leven maar wie niet gelooft die is ai rede verloren. Wie nu niet gelooft die mist de laatste kans. Wat een ontzag lijke vergissing is het vrijblijvend door te wilden leven met de gedachte: de kerk gaat toch wel door. Het is het laatste uur, nuen anders komt er niets van terecht. Dat heb ik u willen voorhou den. Er kwamen bezwaren tegen maar uw onwil stelt u schuldig voor God. De rechte prediking slaat ons alle veront schuldiging uit de hand. Hij is u voor gesteld als Die ieder, oud en jong roept Niemand is zo schuldig of er is een vol komen verzoening mogelijk. Het won derlijke en onuitsprekelijke werk is dat in deze laatste ure mensen tot God wor den gebracht. In alle ootmoed kon ds. getuigen dat dit wonder ook te Herkin gen was geschied. Wat wij aan vruch ten zien is nog maar een klein stukje van de totale oogst. Het is heerlijk als ambtsdrager iets te zien van de Geest die arbeidt om het later volkomen te zien als de schoven in de schuur gedragen worden. Onze gemeente is geen paradijs en er is enkel reden om ons als predikant, kerkeraad en gemeente voor God te verootmoedi gen en Hem te bidden: Ga met ons niet in het gericht". Alle zegening is louter genade, maar ze is er. Gods Woord is niet ledig gebleven, hoe klein de kiem- pjes soms zijn. Veel mag ons in de laat ste ure bedreigen maar één ding is ze ker Christus komt weder. Er is niet en kel de komst van de Antichrist, maar ook „Maranatha". De tijd kan vol zor gen zijn, maar een nieuwe schepping breekt zich baan. „Zien uw ogen ver langend naar Zijn komst uit? Dan gaat het niet om wereldse dingen. Veel kan ons kleine en hulpbehoevende mensen benauwen maar Christus zegt: Ik kom. Hij zal ons kracht geven soms op het alleronverwachte moment. Dan is de droefheid; de pijn en de weemoed van ons afscheid te dragen. Veel werk blijft liggen en banden worden verbroken. De zaaier gaat al wenende voort, maar het ogenblik breekt aan dat hij mag maaien met gejuich. De vacaturetijd is niet uit zichtloos. Wanneer we beseffen in het laatste uur te zijn, krijgen we weer moed. Wanhoop daarom nooit. Er is er Eén op wie onze schuldige ogen mogen zien. Alles wat we deden was met fou ten en zonden vervuld. Toch was het ook eeuwigheidswerk, omdat het Zijn werk is geweest. Hij heeft veel meer voor u overgehad dan dat mannetje dat voor u staat. Het is een wonder van Christus liefde dat er temidden van de afval nog geloof is. Op het Pinkster feest heeft Hij Zijn Geest uitgestort tot steun en troost in de laatste ure. De gemeente staat niet onbeschermd. Ons is gegeven een onderpand: de Geest van Christus om Zijn gemeente erdoor te helpen. Wij behoeven niet te vrezen en zeker niet te wankelen, wanneer een predikant weggaat, maar we hebben te bidden: Neem uw Heilige Geest niet van mij. Hoeveel temeer zal de Hemel se Vader de Heilige Geest geven aan hen die erom bidden. Die geest dwingt ook tot getuigenis. Dan wordt men ge roepen uit te gaan en te zeggen dat de zaligheid in Christus alleen is. „U moogt het Woord verder dragen, nog haastig in het laatste uur. Als u die weg gaat zal de zegen u niet ontbreken. De nieu we dag zal aanbreken; de dag van on gekende vei^schrikking en van ongeken de vreugde. Het zal heerlijk zijn als we eenmaal samen de lof van het Lam mo gen zingen en mogen jubelen: „Ik zal met vreugd in 't Huis des Heeren gaan om daar met lof uw groten Naam te danken", zo besloot ds. Wiegeraad. Hierna werd gezongen Ps. 116 7, 10 en 11 en na het dankgebed de Avondzang vers 4 en 7. Persoonlijk woord In een hartelijk dankwoord richtte de scheidende dominee Wiegeraad zich ten eerste tot het college van burgemeester en wethouders. Spreker gewaagde van een goede verstandhouding tussen de Herv. en burgerlijke gemeente. Ook dankte hij de Gem. secretaris en de heer v. d. Groef voor de medewerking. Burgemeester en mevrouw Bos werden dank gebracht voor hun sympathieke houding. Nu de samenvoeging voor de deur staat waaruit naast goeds ook ver snippering zal voortvloeien wenste ds. hen wijsheid en sterkte toe. Hij maan de zijn gehoor zich bij de a.s. verkie zingen op de Chr. partijen te stemmen. Tot vertegenwoordigers van de c'as- sis Brielle zei spreker de classisvergs! deringen node te zullen missen, gj .waren genoegelijke dagen samen op h trekken. Al was er niet altijd overeen. stemming, door de discussies werd n meer, begrip voor eikaars standpuntej gekweekt. Spreker had aan de over. kant een groeiende waardering voor dj Flakkeese inbreng mogen constateren Tot het breed Ministerie van de Rin, Sommelsdijk zei dominee Wiegeraad Het is moeiUjk met woorden te om schrijven wat u voor ons heeft bets. kend. Uw medeleven heeft ons zeer «l. troffen. Ook de echtgenotes werden°ij de waardering betrokken. Tot de afgevaardigden van de plaatse lijke Ger. Gem. zei spreker te hopen op een goede onderlinge harmonie, tot ere van God. Ook werd de afgevaardigde van ^e Bond voor Inwendige Zending dank ge. bracht voor zijn belangstelling. De nieu. we redactie van het Herv. kerkblad „De Zaaier" werd sterkte toegewenst. Tot de Evangelisatiecommissie zei spreker te zullen mee'' even met wat et jn detoekomst zal gebeuren. Ds. Wiege raad verklaarde hoe zijn ouders en schoonouders met de gemeente van Herkingen meeleven die nu zonder pre dikant achter blijft. Spreker dankte allen die door gaven blijk van hun liefde hadden gegeven. Sommigen deden dit niet op de gemeen te-afscheidsavond maar persoonlijk aan de pastorie. Tot de kerkvoogdij en de kerkeraad zei spreker aan ds. Buskes te denken. Toen deze als jongeling op Texel het woord zou bedienen, zei een ouderling: Heere, we hebben hier een jongske met vijf broden en twee vis sen. Als Gij Uw zegen erover geeft is het goed. Spreker kon getuigen als jon. geling in Herkingen goed te zijn ont vangen. Spreker herinnerde aan het overlijden van ouderling van Wezel en de heer Hoogerwerf moet om gezond heidsredenen zijn ambt neerleggen. Hij bad de kerkeraad sterkte en wijsheij toe maar vooral dat.zij zich zou scha ren om des Konings tafel" en zo een voorbeeld voor de gemeente mocht zijn. Ds. hoopte dat de pastorie spoedig weer bewoond zijn zijn. Dominee zag deze middag de oude kern die er altijd was, maar anderzijds was er ook veel slapte. „Zoek Hem met alle krachten" maande spreker Domi nee zei bijzonder goede herinneringen aan Herkingen te hebben. Er zijn ban den van persoonlijke vriendschap maar ook banden van geestelijke aard ge smeed. Tot de consulent ds. van Hens- bergen zei spreker Moge uw consulent schap zo lang duren tot Herkingen weer een eigen predikant heeft. Tot slot bracht ds. de koster, zijn vrouw, de or ganist en degenen die in de pastorie hadden opgepast dank. Spreker hoopte dat nu voor de eerste maal de kerk telefoon in gebruik was door dit mid del velen door de prediking gezegend mochten worden. Toespraken Burgemeester Bos wilde niet enkel antwoord geven op de vriendelijke woorden maar ook uitdrukking geven aan zijn waardering jegens ds. Wiege raad. Spreker vond het begrijpelijk dat een predikant bij het afscheid niet te veel het persoonlijk karakter wil be nadrukken maar dit neemt niet weg dat persoonlijke elementen naar voren mo gen worden gebracht. De Bijbel leert dat 't goed is de voorganger tot erkentenis te brengen „Acht hen zeer veel om huB werks wil". Spreker had ds. Wiegeraad op 6 nov. 1960 een welkom toegeroe pen en daarbij de wens uitgesproken dat ds. een goede ingang in de gemeen te zou verkrijgen. Die wens was zeer beslist in vervulling gegaan. Ds. was het voorbeeld van christelijke levens wandel en naastenliefde. Hij toonde ooit belangstelling voor het gehele terrein van de burgerlijke gemeente. Het was burgemeeste;r Bos een behoefte namens de burgerlijke gemeente ds. hartelijk dank te zeggen. „Moge het u bijzonder welgaan in uw nieuwe woonplaats" zo besloot de heer Bos. Namens de classis Brielle sprak ds. Jonkers van Oude Tonge. Nadat hij bij het afscheid van ds. van Wakeren had gesproken vond spreker dat hij nu weer al te gauw hiertoe werd geroepen. We' hoopte hij weer spoedig bij de intrede van een nieuwe predikant te spreken. (Vervolg op pag. 3) VERVOLGV R H A A L door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 49 Ondanks alles heeft hij gehoopt dat het op den duur nog wel goed zou komen. Als Jan van school was.als hij zelf na zijn diensttijd 'n betrekking kreeg. Hij heeft niet alleen gehoopt, hij heeft vertrouwd. Maar God schijnt hem even weinig genegen, als de mensen het zijn. Kerstmis komt. Voor geen der Kos ters is het een feest. De vreugde om het Kindeke moest het winnen van alle leed. Dat weten ze. Dat horen ze in de kerk. Maar het blijft bij een horen en weten. Op oudejaarsavond, als het gezin vol tallig is, vertelt Koster dat, wat'de oud sten al begrepen hebben: ze vieren voor het laatst oud en nieuw in dit huis. De hypotheek loopt met enkele maanden af. Het huis is zó in waarde gedaald dat er een deel zou moeten worden afge lost. Dat kan niet,, dus zal de boel moe ten worden verkocht. „Maar als u het dan van de koper kon huren", zegt aarzelend Ans. „Dan deed ik het nog ,niet", ant woordt vader. „Goed beschouwd wer ken we met z'n drieën voor de zaak, Tonny, Koos en ik, terwijl we er nau welijks het loon van één persoon uit halen. Dat we het hoofd tot nu toe bo ven water konden houden, komt door het kamers-verhuren. Trouwens we hebben het al niet meer boven water. Ik heb de laatste weken herhaaldelijk wis sels moeten weigeren, ik vrees, dat we al worden aangepakt voor het maart is" „Aangepakt? We gaan toch niet fail liet?" Het is Jan, die dit gilt. Jan Koster, de opvolger. „'t Zal er wel van komen", antwoordt vader. „Als iemands bezit minder is dan zijn schuld, ja, dan gaat hij failliet". „En ik dacht.en ik wou.Jans hoofd bonst op de tafelrand. Hij jam mert en snikt, als een kind van zes. „Schei uit", grauwt Koos. „We heb ben allemaal gedacht en gewild". „Zouden de ooms niet willen helpen?" vraagt Tonny. „Ze hebben oom Karel al geholpen", is vaders antwoord. „En hoe", barst Koos uit. „De armoe, die er bij oom Karel isZe hadden daar minstens zo goed failliet kunnen gaan. Dié hulp enkel om de eer van de famlie. „Toch zou ik blij zijn met zulke hulp" zegt vader. „Ik wou dat het failisse- ment kon worden gekeerd". „Dan hoefden we niet weg, hè vader?" Jan herademt al, maar vader ant woordt: „Ja, dan zouden we toch de zaak uitgaan. Er zit geen brood meer in. Wat het me kost, dit te moeten er kennen, dat kunnen jullie niet begrij pen. Maar het verstand moet het ge voel beheersen". „Wat gaat u dan doen, vader?" „Als ik dat maar wist." „Als we ergens een aardig huis huren en de dames gaan met ons mee, zijn we toch uit de ergste nood", zegt moeder. „Misschien kunnen we er nog iemand bij nemen. „Als we een pension gaan doen, had den we beter „Veldzicht" kunnen hou den", flapt Ans er uit. Allen kijken verschrikt naar moeder. Ans zelf ook. Ja, het krampt zenuwach tig om moeders mond, moeder vecht met haar tranen, dat zien ze wel. „Dat in „Veldzicht" een pension niet wou, hebben we gezien", zegt Tonny. „'t Is te ver van het centrum en de mensen blieven die grote kamers ook niet meer". „We willen hopen dat een pension niet nodig wordt", zegt vader.„Ik zal al het mogelijke doen, om een betrek king te krijgen. Wat ik krijgen kan neem ik, al zou ik magazijnbediende of pakhuisknecht moeten worden." „En ik zoek een baan, en wat ik ver dien draag ik af, dat beloof ik u", ver zekert Koos. „Zeker je soldij", smaalt Jan. Dat ze zó kunnen redeneren, dat ze zó mak kelijk de zaak kunnen laten schieten hij begrijpt het niet. „Kinderen", zegt moeder, „laten we dankbaar zijn dat de dood ons huis voorbijging". Eerst trilt haar stem, dan, zichzelf geheel meester, gaat ze voort: „Als we schatrijk waren geworden, maar er was een van ons weggenomen, zou het veel erger zijn. We hebben el kaar nog en we hebben onze Vader in de Hemel. Hij leidt ons wel op moeilijke wegen, maar die moeten goed zijn, an ders had Hij er ons niet op gebracht." Dat moeder dit zegt. Koos en Tonny kijken elkaar aan. Gisteren hebben ze het er samen over gehad, dat moeder nog maar steeds niet scheen te begrij pen, hoe dicht ze bij de ondergang wa ren. Nu begrijpen ze dat ze het mis hebben. Moeder put uit de bron, die zij voorbijgelopen zijn. Koster denkt aan die avond, nu bijna drie jaar geleden. Toen heeft ze on geveer hetzelfde gezegd. Toch niet ge heel. Toen heeft ze niet gesproken van Gods wegen, die goed moeten zijn. Wat zij gezegd heeft, heeft hij zich voorge houden, telkens en telkens weer, maar hij heeft er steun noch troost aan ge had. Het is maar op het kantje af, dat hij voor opstand en ongeloof bewaard bleef. Is hij er voor bewaard? Voor op stand, ja, maar voor ongeloof? Hij weet het niet. XXIII Als Tonny enkele dagen later een klant helpt en deze iets in de etalage aan wijst, ziet ze ineens de heer Smith voor het raam staan. Hij knikt en lacht, komt even later binnen. „Brutaal, dat ik je zo heb staan be spieden, hè? Ik kon het niet laten, toen ik jou daar bezig zag in je waardigheid van winkeldame". „Een- winkelruit is, om er door te kij ken. Helemaal niet brutaal, hoor! Wel toevallig, dat je mij net zag. 's Avonds helpen vader of mijn broer gewoonlijk." „Ja, heel toevallig", antwoordt Smith. Hij verzwijgt maar liever, dat dit al de derde avond is dat hij door Berkendaal tippelt. „Dat had ik toch nooit kunnen den ken, zeg, toen je mijn leerling was, dat ik je nog eens zo praktisch zou bezig zien. Je was toen nog maar zo'n kind, hè? Veerljien of vijftien. En ik was al vijf-en-twintig. Toen ik wegging ten minste". „Ja, en u was bovendien meneer de leraar!" „Wil je, dat ik onmiddellijk ver dwijn?" „Welnee. Waarom zou ik?" „Omdat je u zegt. Ik heb dan het idee, dat je een klant in me ziet en schaam me, dat niet te zijn". „Je kunt het worden. Toen Ada hier haar entree maakte bestelde ze een half ons zuurtjes." „Die ze nooit gekregen heeft. Ja, daar weet ik van. Wie zó zijn klanten be dient. „Is waard, dat hij failliet gaat". „Failliet, brr. Dat is zo'n vreselijk woord in de mond van een zaken vrouw". Ineens vindt Tonny failliet gaan af schuwelijk. Ze is het met Koos eens ge weest, toen liij zei: „'k Hoop, dat de fa milie hun hulp maar aan een ander be steedt. Je kunt beter failliet gaan, dan zó aan handen en voeten gebonden te zitten als oom Karel". Nu hoopt ze vu rig dat de familie helpt. Koster komt de winkel in. Tonny stelt voor. „Ik ben in de stad gelogeerd", ver telt Smith, „en ik moest in Berkendaal zijn. Ik dacht: nu ga ik Tonny eens even nieuwjaar-wensen. Dat heb ik nog niet eens gedaan, zeg! Alles goeds hooi'! Meneer Koster, u ook!" „Dank u. U insgelijks. U blijft tocli zeker een uurtje?" „Graag". „Als jij dan meneer de we>g naar bo ven wijst, Tonny, zal ik sluiten. Zie maar eens, hoe wantrouwend Gerritsen kijkt". Gerritsen, de dorpspolitie, is heel streng. Vooral wanneer het zo iets als winkelsluiting betreft. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 2