Zaterdag 25 sept. wordt veerdienst Ooitgensplaat-Dintelsas opgeheven Over kapitalisme en liapitalisten J^editatie Een stuk historie vanaf 1935. F!;C.KORTEHEIiaZ0ON 38e jaargang Vrijdag 10 september 1965 No. 3418 CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN IMIE nson Wat is een waar geloof Kunt U in een auto van f 14.300,- even goedkoop rijden als in een van f 8.000, het beste bed ooit gemaakt! I 'schuimrubber nog nooit geëvenaard! Fruitmanden en Fruitbalties «De Fruitcentrale" \\n. I, PBINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDET.HARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, SommelsdtJk Tel. (01870) 28 29, na 6 unr 's avonds Tel. 20 17 Giro 167980 Venchynt tweemaal per week: dinsdag' en vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS 2,B0 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. door hem nwezigen was, van beelden, vroegere e filmop- de heer er film- otterdam. n andere teden. Da e dagslui- e Trouwe n Parke- ~9 km. in ie om 9 duif was aatste om aren: J- L. Laban n 6 en 8; O. Con- Zoals we in het eerste artikel zagen, is het privaatbezit of de particuliere eigendom het voornaamste kenmerk, tiet grondprincipe van het kapitalisti sche maatschappij stelsel. "We moeten ons dus eerst met deze eigendomskwes tie gaan bezighouden, mede omdat het recht van particulier bezit, althans van de produktiemiddelen is en wordt ont kend. Zo heeft b.v. de Franse anarchist Proudhon, die in de eerste helft van de vorige eeuw leefde en een echte war- lioofd was, in één van zijn boeken de tjeroemde (of beruchte) uitspraak neer geschreven: „La propriété c'est Ie vol" d.w.z. eigendom is diefstal. Hij bedoelde daar blijkbaar mee, dat ieder die waar devolle goederen in eigendom heeft, de ze feitelijk aan de gemeenschap heeft ontstolen. Dit is dus de volkomen ne gatie van de particuliere eigendom. La ter bleek uit andere uitspraken, dat hij dit toch weer niet zo absoluut wilde ne men en geen socialisatie d.i. vermaat- schappelijidng van de eigendom voor stond, maar slechts democratisering. Zijn leuze wordt echter nog altijd graag geciteerd door de tegenstanders van de particuliere eigendom. Ook de echte radicale marxisten, zoals de communis ten scharen zich uiteraard onder de te genstanders ervan, terwijl er ook rich tingen zijn, die haar sterk willen relati veren, zoals de socialisten en personen met links-gerichte christelijk sociale ideeën. Al Icunnen we in krantenartikelen natuurlijk niet diep op allerlei aspecten van dit probleem ingaan, we moeten er toch iets van zeggen. Uit de historie Wijkt, dat reeds in verre tijden terug, dus in de Oudheid, overal privaatbezit voorkwam. Alleen de grond was bij pri mitieve volksstammen wel communaal eigendom. Uit de wetten van de Baby lonische koning Hammurabi (ong. 1700 V. C), uit die van de Assyriërs en de pharao's van Egypte blijkt, dat bij die volken overal de particuliere eigendom bestond. Ook bij de oude Romeinen was dit het geval. Zij hebben het zelfs knap gecodificeerd (in wetboeken vastgelegd) en dit Romeins recht is heel stringent en straf er op gebaseerd. Volgens de be roemde Romeinse geschiedschrijver Tacitus huldigden de Germanen dezelf de ideeën, zij het iets minder streng. En hoe stond het bij de Israëlieten hiermee en wat zegt dus het Oude Tes tament ervan? De Mozaïsche wetgeving is geheel gebaseerd op de particuliere eigendom, zij het dan enigermate ge temperd b.v. door het jubeljaar, waar van men kan lezen in Leviticus 25 en 27. Dat viel om. de 50 jaar. Bezittingen, die een Israëliet in die halve eeuw door financiële moeilijkheden had moeten verkopen, keerden dan tot de oorspron kelijke egenaar terug. Zo werd volle dige verarming en anderzijds te grote opeenhoping van rijkdom voorkomen. We zullen hier niet dieper op ingaan, maar vaststaat, dat Israël een sterk.so ciaal gerichte privaateigendom had. De ze wordt in de Schrift dus veronder steld, gesanctioneerd en bescherriid. ï>it blijkt trouwens ook uit de Tien Gebo den. Het achtste gebod: gij zult niet ste len, houdt in, dat men zich eens anders eigendom niet mag toeëigenen en het tiende gebod: gij zult niet begeren, dat men zelfs in gedachten zijn oog er niet op richten mag met de lust om het te bezitten. Voorts stelt de Bijbel de rijk- dona van Abraham, Izaak, Jacob, Job en Salomo voor als een zegen des Heeren, zodat eigendom toch zeker geen diefstal kan worden genoemd wanneer ze langs legale weg verkregen is. Ook de rijk dom is dan een gave Gods, maar zoals met zovele daarvan kan zij door de be zitter misbruikt worden. Wat het Nieuwe Testament betreft schijnt het op het eerste gezicht wel iets anders te liggen. IVIen komt nogal eens aandragen met de stelling dat de eerste Christenen in gemeenschap van goederen leefden. Maar dat staat ner gens zo in het boek Handelingen der Apostelen. Er staat wel, dat er in die eerste tijd van de christelijke gemeen te te Jeruzalem niemand was, die ge brek had, omdat de bezitters van lan den of huizen deze verkochten en de opbrengst ervan aan de voeten van de apostelen legden, die het uitdeelden naar ieders behoefte. Dit was dus een grootscheepse diaconale zorg op basis van vrijwilligheid. De eerste christenen hadden wel bezit, maar men kan geens zins spreken van communale eigendom, De straf over Ananias en Saffira ge schiedde ook niet omdat ze wilden be houden wat hun eigendom was, doch om hun leugen. Integendeel, er staat zeUs uitdrukkelijk: „Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u en was, na de verkoop, de opbrengst niet te uwer beschikking?" Dit wijst er op, dat de particiiliere eigendom ook toen en daar de basis van het bezit was. Intussen is er in de Schrift menige tekst te vinden, waarin de rijken er niet al te best afkomen. De communis ten komen wel eens aandragen met de Selijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, vermoedelijk het enige verhaal uit de Bijbel, dat ze kennen, althans voorzover ze denken dat het in hun kraam te pas komt. De rijke man ging naar de hel en de arme bedelaar naar de hemel! Hoewel deze propagandisten van de rode orde noch in een hemel, noch in een hel geloven, proberen ze hiermee tóch eenvoudige zielen op een dwaalspoor te brengen. Zij beseffen na tuurlijk niet, dat het hier om geestelijke Ikaaram, alzo zegt de Heere Heere: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelij- ken steen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten. Jesaja 28 16 II Maar kunnen zij nu echt geloven, dat de Heere Jezus zulke ontaard zwarte en vuile zondaren, zoals zij zichzelf be vinden, wil hebben? Daar hebben zij heel wat strijd mee gehad. Maar al hun zwarigheden vanwege hun onwaardig heid, schuld en jammerlijke ellende zijn opgelost door de Heilige Geest. Zij zijn geleerd dat Jezus juist zulken hebben wil en dat vrije genade het meest ver heerlijkt wordt, waar de zonde over vloedig is geweest. En geloven zij dat nu? Ja zij getuigen, dat God waarachtig is. Zo gezien is het niet te geloven. Hun vlees en natuur roepen hen toe, dat het niet kan. Maar door de kracht des Geestes stemmen zij met liefde het ge tuigenis dat God van Zijn Zoon geeft. Met grote blijdschap otiihelzen zij het getuigenis van de Vader over de Zoon. Zij nemen dit aan. Het is voor hen de blijdste tijding, die ooit een zondaar ho ren kon. En willen zij dan deze Chris tus hebben? Op de dag van Gods heir- kracht zijn zij een gewillig volk. Alles in hen trekt met innerlijke lust en hoog achting naar Zijn persoon. Zij willen Zijn eigendom zijn voor tijd en eeuwig heid. Dit wordt hun enige troost, dat zij het eigendom van Christus zijn. Ge beurt er niet anders dan dat zij tot Je zus komen? Comrie schrijft: „Die ge loven zijn dezulken, die ondervonden hebben of nog ondervinden, dat Jezus Christus, eer zij Hem omhelzen konaen, Zich aan hen overgaf, zoals Hij is. Dit nu is het onderscheid vooral in de ge- loofsoefening. Die nabij komen vinden wel uitgangen van hun hart tot Jezus, maar nooit worden zij gewaar op hun werkzaamheid, dat Jezus zich openbaart en zich aan hen overgeeft. Maar die ge loven weten bij bevinding, dat de ont dekking van Jezus in Zijn bereidwillig heid in de orde der natuur hun geloofs daden voorafgaat." Dus eerst grijpt Jezus de zondaar vast en deze vastgegrepen zondaar omhelst Jezus Christus. Zij die geloven en de bereidwilligheid van de Zaligmaker gezien hebben, geven zich volkomen aan Jezus over opdat Hij hun verzoe ning mag zijn bij de Vader. Zij vertrou wen zich aan Christus toe, opdat Hij hen zou zijn tot profeet, priester en ko ning. Hoe is nu de verhouding van Je zus en de zondaar? Is de laatste tevre den met Zijn weldaden? iSTeen, hij zoekt de Persoon. En met de Persoon hebben zij de goederen. Deze gelovigen nu ver wachten alios van de Christus en daar om haasten zij niet. Wat betekent dit. AI is het nog zo ellendig in hun leven dan haasten zij zich niet om te vluchten naar de een of andere schuilplaats bui ten Christus. Zij wachten op Hem en zij verwachten Hem. „O mijn ziel, wat buigt g' u neder. Waartoe zijt g' in mij onrust." Het is genoeg keren donker en menigmaal beklemt hen (ie angst. Maar altijd komen zij op die ene plek uit: Heere Jezus, ontferm u mijner. Een an dere overzetting luidt: „Wie gelooft, die zal niet beschaamd worden". Zo komt de tekst voor in 1 Petr. 2 6 naar de Sep tuagint. Beide geven weer hoe alleen Gods werk ons veilig doet zijn. Geloven is immers: blijven staan op het funda ment, dat God gelegd heeft en waar Hij ons op gezet heeft. Hebben wij dit ge loof? Waar is het niet? Het is niet bij de man die nooit aan zichzelf ontdekt is en nooit zijn verloren staat buiten Christus heeft gezien. De beginselen van het geloof worden niet in de ziel gelegd, voordat de mens in een waar achtig gezicht van zijn verloren staat komt. En dan, een mens kan soms zo gevoelig zijn en zo ijverig in het lief hebben van de waarheid, hij kan zo on rustig zijn en zo bang van de dood en toch niet begerig naar Jezus met zijn hart. Wat zijn de eerste werkzaamhe den van het zaligmakend geloof? Dat is een begeren en hongeren naar Jezus Christus uit een waarachtig gezicht van zijn verloren staat en uit een gezicht van de noodzakelijkheid van Christus om met God verzoend te worden. Ja, zegt iemand, maar ik heb toch wel hoop. Ik mag er zo naar uitzien. Ik mag de genade zo begeren. Ik zou zo graag Jezus Christus tot mijn deel hebben en dat zijn toch de eerste beginselen van het geloof. Hier ligt nu een gevaar. Sommigen rusten daar op. Zij hebben Christus niet maar menen in ernst dat zij naar Hem verlangen. En nu nog eens Comrie letterlijk: „Mijn geliefden, ik geloof wel, dat begeren, hongeren en dorsten naar Jezus de allereerste begin selen van het geloof zijn, doch daar deze in waarheid bevonden worden stelt de mens ze niet tot een grond om er op te rusten, maar hij wordt er hoe langer hoe armer door, en moet tot Jezus zelf kunnen komen en Hem omhelzen voor tijd en eeuwigheid." Wie gelooft, die zal niet haasten, Doch tot hen die niet geloven zegt de Schrift: Haast u om uws levens wil. Delft Ds. L. Vroegindeweij Wie auto rijdt kent de term kilometer- prijs. Deze kilometerprijs wordt bere kend aan de hand van aankoopprijs, af schrijving, verzekering, brandstof en onderhoud als belangrijkste faktoren. In de praktijk bestaat er een tamelijk zuivere verhouding tussen de aanschaf fingsprijs van een auto en zijn kilome terprijs. Eï bestaat echter één grote, representatieve wagen van 14.300, die bij ca. 30.000 km. per jaar een km.- prijs heeft die gelijlt is aan die van een wagen van 7 a 8000 gulden. Hoe dat kan? Heel eenvoudig. De wagen in kwestie is de Mercedes-Benz Diesel. Weliswaar heeft deze magnifieke klas- sewagen een vrij hoge aanschaffings prijs, maar daar staat tegenover dat de brandstof bijna niets kost (voor 7,50 rijdt u van Amsterdam naar Parijs!) en dat de levensduur gemiddeld 2 x zo lang is als van een wagen met een ben zinemotor. Hoe meer kilometers u rijdt, hoe lager de km.-prijs dan ook wordt. (E'n echt, al is het een diesel, in de Mer cedes-Benz Diesel hebt u minder last van motorgeruis!) Bel meteen (01883) 2310, VERMAAT'S AUTOBEDRIJF N.V. te Hellevoetsluis. Dan krijgt u de Mercedes-Benz dealer. Hij biedt U een proefrit, alle inlichtin gen en.een oplossing voor de aan schaffingsprijs als die soms op dit mo ment een bezwaar zou zijn. Maar daar na; elke kilometer is pure winst! dingen gaat. De rijke man kwam niet in de hel omdat hij rijk was en de arme Lazarus niet in de hemel, omdat hij arm was, maar de laatste bezat het geloof en de eerste niet. Zo denken we natuurlijk ook direct aan de eerste verzen van Jacobus 5: „Welaan nu, gij rijken! weent en huilt over uw ellendigheden, die over u ko men. Uw rijkdom is verrot enz." Dit is wel zeer harde taal van de apostel. En het is goed, dat deze scherpe waar schuwing in de Bijbel staat. De rijk dom is op zichzelf niet verkeerd, maar zij, die er deel aan hebben vallen in ve lerlei verzoeking. Zij lopen groot ge vaar, deze gave Gods te gebruiken niet tot Gods, maar tot hun eigen eer en ook tot het uitoefenen van macht, zelfs tot onderdrukking van de arme. Zij zetten hun hart erop en richten de eigendom geheel op zichzelf in plaats van op God en de naaste. Er zou natuurlijk nog veel meer te zeggen zijn over de Bijbel en de eigen dom, speciaal de rijkdom, maar dit zij voldoende. Het misbruik heft nu een maal het gebruik niet op. We kunnen vaststellen, dat in de Schrift de private .eigendom als vanzelfsprekend wordt voorgesteld. Alle Christelijke kerken hebben ze dan ook steeds aanvaard en alleen sommige secten zoals de Weder dopers propageerden een soort commu nistische gemeenschap. De Rooms-Ka- tholieke Kerk heeft zich steeds gesteld op het standpunt van de particuliere ei gendom. Thomas van Aquino leerde ze ook. Volgens deze kerk is zij een uit vloeisel van de natuur van de mens en behoort ze dus tot het natuurrecht. Het Calvinisme was er altijd zelfs nog ster ker voorstander van, hetgeen blijkt uit de geschriften van Calvijn en Voetius. De calvinistische opvatting is, dat de eigendom een geschenk van God is, dat de mens als rentmeester wordt gesteld over datgene wat hem van Gods wege op aarde aan goederen wordt toebe- BINNENVERING HAZET-FABRfEKEN Zevenbergen N.B. trouwd. Zoals het volk van Israël het land Kanaan als eigendom ontving van Jehova, zo krijgt de mens zijn aards be zit om het te gebruiken tot Gods eer en tot heil van zichzelf en zijn naaste. Ons bezit is dus in feite en in beginsel slechts relatief van aard, want een rent meester is verantwoording schuldig aan zijn heer over de wijze, waarop hij het beheer voert. Zo is het ook met ons. In de onderlinge aardse verhoudingen be tekent dit echter geen relativering van de eigendom, maar wel een accentue ring van onze verantwoordelijkheid te genover God en de mensen. De particuliere eigendom staat in nauw verband met onze persoonlijke vrijheid. De één behoort bij de ander. We zien het in de landen, die col'ecti- vistisch, dus communistisch geregeerd worden, waar van vrijheid geen sprake is. Om waarlijk maatschappelijk vrij te zijn hebben we een zeker minimum aan bezit nodig. Bezitloosheid brengt ons in afhankelijkheid. Bovendien is ze nodig De dagen van de veerdienst Ooitgensplaat-Dintelsas zijn geteld. Zaterdag 25 september a.s. zal de veerboot voorgoed de aftocht blazen na een dertig jaar lange dienst op een wijze waarvoor de initiatiefnemers, Reederij en beman ningsleden de meest eervolle vermelding toekomt. De aanwezigheid van de Grevelingendam lieeft een verdere exploitatie van het veer door de ReederiJ v. d. Schuijt v. d. Boom en Stanfries overbodig en financieel onmogelijk ge maakt. Het vervoersaanbod is sterk teruggelopen nu liet merendeel van de automiobilisten op weg naar Brabant of Zeeland de weg van de minste weer-, stand volgend zich door het veer bij Zijpe of het Katseveer laat overzetten, „r Histoire ce repète" zegt een Frans gezegde. In de notulen van de in 1934 op- gericlite Stiohting veerverbinding Goeree-Overflakkee - Noord-Brabant lazen we dat de initiatiefnemers tot het doen inleggen van dit veer ernaar streefden Flakkee uit zijn isolement te verlossen, een streven dat ook in 1964 nog actueel was. De toenmalige voorzitter van het bestuur van de Dijkring Flakkee, de heer A. A. Mijs is de promotor van de Stichting en haar doel geweest. Op maandag 13 mei 1935 maakte het veer de eerste oversteek. De verbinding met Brabant was er na zoals de notulen melden, veel wederwaardigheden> moeite, verdriet, geintrigeer, tegenwerking, ingezonden stukken en smalende artikelen, sympa- tie- en antipatiebetuigingen, deze laatsten aan het adres van reder Kraak die deze route een jaar liad gevaren, op het laatst met noig één blad aan de schroef De wordingsgeschiedenis Een veerverbinding van Flakkee met Noord-Brabant moet er al plm. 100 jaar geleden hebben bestaan. Tot plm. 1935 voeren vanuit Ooltgensplaat, vanaf het steiger de gebrs. van Nimwegen naar Dintelsas. Vanuit Dinteloord voeren de gebrs. van Wijngand naar het steiger aan Ooltgensplaat. Van concurrentie tussen beide veren moet geen sprake zijn geweest. Beide waren voetveren en naarmate er meer voertuigen kwamen drong zich de behoefte aan een over- zetveer van grotere capaciteit sterk op. Het contact met Branbant en Zeeland moest terwille van de handel worden versterkt en bij een goede verbinding lag de weg naar de handelsstad Ant werpen open. Vanuit Oude Tonge be stond een beurtdienst naar deze stad. In 1934 begon de N.V. Gorinchemse Schroefstoomboot Onderneming „Mer- curius", ondernemer K. Kraak te Go- rinchem een veerdienst van Dintelsas naar de Galatheesehaven. De haven van Dintelsas liep echter bij laag water droog met als gevolg dat de heer Kraak geregeld op het droge zat wanneer hij niet bij pal hoog water binnenliep. De heer Kraak taleek echter niet voor één gat gevangen. Hij baggerde de haven door met de schroef van een andere boot de grond los te werken. Bij eb spoelde de grond dan weg en ook de Mariapolder hielp een handje door op gezette tijden te spuien. Als ponton diende een oude ijzeren schuit en de op haalbrug was veel te kort zodat „het laden en lossen van auto's niet geheel gevaarloos voor mens en auto was". In de Sluissehaven had de veerboot min der moeite, daar kon al bij halve vloed geladen en gelost worden. Hoe het zij, de dienst was gebrekkig maar hij was voor de ontplooiing van de menselijke persoonlijkheid, voor de ontwikkeling en stimulering van onze energie en voor het bereiken van een hoger welvaarts peil. Beperking van het privaatbezit door zekere wettelijke regelingen is alleen geoorloofd voor het tegengaan van machtsmisbruik door de bezitters, voor het zoveel mogelijk spreiden van het bezit en de welvaart en om scherpe en niet verantwoorde sociale tegenstellin gen te voorkomen of op te heffen. In beginsel echter vormt de particuliere eigendom de grondslag voor de econo mische orde in onze Westerse bescha ving. er" zo constateren de oude notulen die ook melding maken van een grote be langstelling voor het veer. Per week werden ruim 30 auto's overgezet. Deze grote belangstelling was aanleiding dat in de vergadering van de leden van het bestuur van het Waterschap de Dijk ring Flakkee op 27 febr. 1934 deze aan gelegenheid werd besproken. Het be stuur van het Waterschap werd ver zocht het initiatief te nemen om tot een goede veerverbinding te komen. De veerdienst Kraak functioneerde n.l. met vallen en opstaan. Het bestuur aan vaardde de iang niet eenvoudige op dracht. Er moesten tal van voorzienin gen worden getroffen, de Sluissehaven moest worden uitgediept, er zou een deugdelijke aanlegsteiger moeten wor den gemaakt en ook de toegangswegen dienden te worden verbeterd. Onder een geweldige enthousiasme van het publiek waaronder vele Flakkeese no tabelen hield het bestuur op 8 maart 1935 haar eerste vergadering in het ge meentehuis te Ooltgensplaat. Op de ren teloze lening werd op die middag voor 2500,ingetekend wat voor de re dacteur van het toen verschijnend nieuwsblad aanleiding was te schrijven: Flakkee wordt wakker! In dit kranten verslag wordt de heer A. A. Mijs de ziel van de beweging genoemd, hij heeft jarenlang voor een verbinding gevoch ten maar steeds hebben financiële struikelblokken de uitvoering ervan te gen gehouden" zo werd geschreven. De heer Smit-deskundige van de Dijkring Flakkee berekende dat met het aan brengen van de nodige voorzieningen een bedrag van 20.000,gemoeid zou zijn. Er werd flink gegeven, de afd. Oost-Flakkee van de HoU. Mij; Midden Flakkee en Oost-Flakkee gaven elk f 75,Flakkeese belangen en de Veiling 750,en de twee R.K. centrales sa men 50, MoeilijMiedeni De inmiddels opgerichte stichting, geformeerd uit de gemeente Ooltgens plaat en Dintelsas en de Dijkring Flak- NAAR DE MIDDELHnRNIS-TEL:232S 13 mei 1935: De „Van der Schuyt" en de salonboot „Harmonie" liggen te Sluishaven gereed om de gasten te ontvangen om de eerste vaart te maken op het nieuwe veer naar .Brabant. Speciaal in het opmaxen van B. V. d. VERB Telefoon 2682 Westdijk 36 MIDDELHARNIS kee kreeg met meerdere moeilijkheden te kampen. De Stichtingsacte passeerde 19 okt. 1934 en werd ondertekend door dhr. W. J. Donkersloot en A. van Cam- pen, resp. burgemeester van Ooltgens plaat en Dinteloord. De Algemene Ver gadering werd gevormd door alle leden van het bestuur van de Dijkring Flak kee en de colleges van b. en w. van de betrokken gemeenten. Het dagelijks be stuur werd gevormd door de heren A. A. Mijs voorz. en J. M. van Paasschen secretaris. Thans bestaat het dagelijks bestuur uit biirgemeester v. d. Harst van Oolt gensplaat, Mr. Pop van Dinteloord, Ir. J. B. Mijs en de heer M. Rooij, secre taris. Het aanvankelijke enthousiasme en de toegezegde medewerking begon iets te minderen. Op de op 20 maart 1934 gehouden vergadering op het gemeente huis te den Bommel waar ondernemer Kraak zich voor het eerst liet zien werd hen gezegd dat de Stichting hem wel financieel wilde steunen mits de exploi tatie zou verlopen zoals zij zouden aangeven. De heer Kraak beriep zich echter op het veerrecht dat hij van het Waterschap Mark en Dintel zei te heb ben. Hij bleek enkel maar een concept voor 3 jaar te bezitten. Het waterschap Mark en Dintel zag weinig heil in de veerdienst waarvoor de Stichting vocht en hield de heer Kraak duidelijk de hand boven het hoofd. Het Waterschap zette haar terreinen rondom de haven van Dintelsas met draad af. Ze waren alleen toegankelijk voor passagiers van Kraak. Op een vergadering op 2 juni 1934 leek de zaak uit de impasse met het Waterschap te komen, dit door be middeling der Comm. der Koningin in Noord-Brabant Mr. Rijckevorsel. Toen echter kort daarop de Stichting het Wa terschap Mark en Dintel om medewer king vroeg kreeg ze ten antwoord: „Vanwaar die haast en drang, het veer loopt en wij zullen deze zaak ka^m over zien en behoorlijk regelen, maak eerst uw Stichting maar in orde." De hulp en bemiddeling van de Comm. der Konin gin in N. Brabant werd ingeroepen en na een op 24 juli 1934 te Den Bosch ge houden vergadering kwam de toezeg ging dat de Stichting kon doorgaan. Per 1 sept. 1934 werd op last van G,S. van Zuid-Holland het veer van Kraak stop gezet i.v.m, de veiligheid van het ver keer. De ketel van het stoomschip was totaal versleten en de schroef had nog maar een blad. De Stichting richtte aanvragen om de benodigde vergunningen en vroeg Rijk en de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland om subsidie. De vergun ningen werden verleend, de subsidies (Vervolg op pag. 2, Ie kolom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 1