Bevestiging en intrede Ds. Clir. V. d. Poel te Yerseke Os. P. Scliravendeel deed zondag intrede te Middelharnis Garage Poortvliet Ouddorp begon met oude fl.-Ford VAUXI11\t£ J>e strijd om het bestaan Overweldigende belangstelling Bezoek op 't Fort van Stichting 1940-'45 Ploegwedstrijd LJ.C. Exploitant van Flaickee's modernste benzinestation Gairage Knöps Gerei kerlc was een half Jaar vacant Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 7 iseptember 1965. In ons vorig nummer hebben w\j een voorbericht gegeven van de bevestiging en intrede van ds. Chr. v. d. Poel in de Ger. Gemeente te Yerseke. Wij laten hieronder een meer uitgebreid verslag volgen. Het was donderdag 2 septem ber een ongewone drukte te Yerseke, van heinde en ver waren auto's en au tobussen met belangstellenden gekomen om deze diensten bij te wonen, zodat de politie handen vol werk had om het verkeer te regelen. Des middags was de kerk reeds overvol en 's avonds wist men de grote schare bijna niet te ber gen. Naar schatting waren er zo' onge veer tweeduizend menden in de grote nieuwe kerk. De bevestiger ds. L. Rijksen van Rot terdam, docent aan de Theol. school, had tot tekst Jes. 40 1 en 2: „Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeg gen", spreekt naar het hart van Jeru zalem enz. Het thema was: „De op dracht aan Gods knechten als troost- boodschapper", waarbij stilgestaan werd bij ten Ie het bevel tot die troost- verkondiging, ten tweede de inhoud en ten 3e de betekenis daarvan. In zijn voorafspraak wees de beves tiger er op, dat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is en tot in der eeu wigheid ook voor Yerseke. In een vaka- ture van twee jaar ontbrak het profe tisch ambt, dat de Heere weer heeft willen vervullen. Het hart van kand. v. d. Poel die zoveel beroepen kreeg, werd geneigd naar Yerseke te komen. Daar uit blijkt dat de Heere de Getrouwe, zo wel voor hem, als voor de gemeente is. Hij komt tot u met een boodschap, al dus ds, Rijksen; hij hoopte dat er in de gemeente van Yerseke plaats voor zal zijn. Spreker ontvouwde daarna het tekstwoord en handelde over het bevel, de inhoud en de betekenis van die troostverkondiging. Na de predikatie volgde de bevesti ging. Met duidelijke stem klonk het antwoord op de gestelde vragen uit het formulier: „Ja ik, van ganser harte". Ds. Rijksen wenste de bevestigde toe, dat de Heere Zelf de liefde zal schen ken tot het gewichtige werk, waartoe hij uit en van zichzelf nooit in staat zal blijken te zijn. Hij hoopte dat de Heere hem te Yerseke tot rijken zegen zal stel len en dat hij, zijn echtgenote en kinde ren een plaats zullen krijgen in het midden der gemeente. Tot de kerkeraad zei spreker dat zij hem zullen bijstaan en dragen in het gebed en tot de ge meente dat het hun van Sabbath tot Sabbath een wonder mocht zijn, dat zij bij zoveel vakante gemeenten deze dienstknecht mochten ontvangen. Aan de handoplegging namen met de bevestiger deel ds. W. Hage van Klaas waal, ds. K. de Gier van Den Haag, ds. W. Suljker van Krabbendijke en na mens de kerkeraad ouderling M. Butijn. Staande werd de bevestigde predikant toegezongen de zegenbede uit Ps. 134 1. De slotzang was uit Ps. 118 14. De intrede „Ik ben de Christus niet", zo begon ds. V. d. Poel zijn eerste predikatie, naar het woord van Johannes de Doper, dio slechts de wegbereider van Christus was. Die het Woord bedient is slechts middel, aldus spreker, in het verleden zijn hier vele getrouwe knechten des Heeren geweest onder wie ds. Kersten, ds. Stuyvenbrg, ds. Dieleman en ds. Honkoop, in wiens schaduw hij meende niet te kunnen staan. Zowel zij als hij zelf moesten hun bekwaamheden van de Heere ontvangen. Sprekers hart was overgebogen om het uitgebrachte be roep naar Yerseke aan te nemen, w^aar- om het zowel voor hem als voor de ge meente een blijde dag was. De tkst waarmee hij zich aan de ge meente verbond was Joh. 3 29 en 30: „Die de bruid heeft is de brmdegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort verblijd zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijne blijdschap ver vuld geworden. Hij moet wassen maar ik minder worden". Het thema was: „De vriend van de grote Hemelbruidegom", waarbij stilge staan werd bij de taak, de blijdschap en de gestalte van die vriend. Ds. V. d. Poel schetste hoe Christus hier vergeleken wordt bij een bruide gom; Zijn bruid is de Kerk. Het aardse huwelijk is een afschaduwing van het geestelijke huwelijk dat Christus ver bindt met zijn volk; het aardse huwe lijk wordt eenmaal ontbonden maar het I geestelijke is blijvend, omdat het zijn grondslag vindt in de eeuwige raad i Gods, waar de Bruidegom met zijn hart j Borg geworden is om volkomen vol doening te geven aan het geschonden recht en met de dure prijs van Zijn bloed alles te betalen zodat er niets mee rte eisen was en de ganse Bruids- kerk in Hem gerechtvaardigd voor het Aangezicht Zijns Vaders zonder vlek of rimpel kon worden voorgesteld. De taak van de vrienden van de He melse Bruidegom is naar Hem heen te wijzen: Wie is slecht? die kere zich her waarts! Zij hebben opdracht te roepen: bekeert u, want waarom zoudt gij ster ven. Het was ook de begeerte van zijn hart te wijzen op die grote Hemelbrui degom, in Wie alleen behoudenis is. In het Oosten zocht de vriend van de bruidegom de bruid voor hem. in te winnen, hij leidde de bruid tot de brui degom en de vriend deelde mee in de blijdschap van de bruidegom. Over drachtelijk gezien heeft de vriend Hem voor te stellen in Zijn onwrikbare lief de. Zijn onvergelijkelijke schoonheid, schoner dan de mensenkinderen. Aan vankelijk is die liefde eenzijdig door genade wordt het wederkerig. Hadden wij nu maar een mond om Hem bij u aan te prijzen! was sprekers uitroep. De blijdschap van de vriend bestaat daar in te m.ogen prediken, dat er maar één Naam tot zaligheid gegeven is; sprekers begeerte ging er naar uit altijd maar heen te wijzen naar die Hemelbruide gom om Zijn Naam, Zijn roem en eer te verbreiden. Hoe was de gestalte van die vriend? Johannes zegt: Hij moet wassen, ik minder worden. Alle vrienden van de bruidegom vallen uiteindelijk weg; het wordt een stervensweg en wil het goed zijn is de gestalte van de levende Kerk dat Hij wassen zal en zij minder wor den. De grondtekst duidt aan, dat zij er niet op vooruit gaan. Naarmate de Bruidskerk dieper ingeleid wordt in haar verdorvenheid krijgen zij Hem nodig in Zijn profetische, priesterlijke en koninklijke bediening om hen te lei den door Woord en Geest. Het aardse huwelijk is om in één alles te bezitten; zo ook in het geestelijke, dat Hij alles zal zijn in allen. Er worden aldus ds. v. d. Poel nog mensen gezonden om te roepen tot bekering; verhardt u daarom niet maar laat u leiden. Voor de Bruidskerk is het hier een voorbereiding om eeuwig brui loft te kunnen vieren. Openb. 19. Zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het Avondmaal van de bruiloft des Dams. Ze proeven er hier al wat van. Eti zij begonnen vrolijk te zijn. Toespraken Ds. V. d. Poel richtte zich daarna met een dankwoord tot zijn bevestiger ds. L. Rijksen. Hij dankte hem ook voor alles wat hij op school voor hem was geweest en noemde hem een vriendelijke vader. Ds. de Gier noemde hij een vaderlijke vriend en docent van Bochove en diens echtgenote dankte hij voor alle blijken van liefde op de school ondervonden. Van de classepredikanten bedankte hij ds. Honkoop, die 2 jaar consulent is ge weest en hoopte met hem en ds. Suijker samen in de classis Goes de belangen der gemeenten helpen behartigen. Het trof hem dat er zoveel predikanten wa ren; in het bijzonder dankte hij ds. Chr. van Dam, onder wie hij te Rotter dam kerkeraadslid is geweest. Toege sproken werden verder de studenten, de classes-afgevaardigden, de plaatselijke predikanten, burgemeester en wethou ders, catechisanten, schoolbestuur en onderwijzend personeel en de vereni gingen, met wie hij nader kennis hoopte te maken, koster en organist. De meis jesvereniging met de actieve presidente mej. Cornelisse kreeg een apart woord van dank voor het schoonmaken van de pastorie en alle hulp bij de ontvangst van zo velen. Mevr. Honkoop en mevr. Dieleman, wier echtgenoten de gemeen te van Yerseke in hun leven hadden ge diend werd de nabijheid des Heeren toegebeden. Met de kerkeraad hoopte ds. in liefde en vrede de gemeente te dienen. Van de gemeente verwachtte hij een getrouwe opkomst en hem en zijn gezin aan in het gebed te gedenken. Ook dankte hij de vele vrienden die uit Rotterdam waren gekomen; ontroerend was de toespraak tot de wederzijdse ouders en familie, waaronder een hoog bejaarde grootmoeder. Met zijn vrouw en kinderen hoopte hij een plaats in de gemeente te krijgen en samen verwaar digd te worden een biddend leven te leiden en het heil voor elkander te zoe ken. Welkomstwoordeni Ds. A. F. Honkoop van Goes sprak namens het curatorium, de docenten, als consulent en namens de classis en particuliere synode. Het was hem een blijdschap dat hij zich als de vriend van de Bruidegom had gepresenteerd; hoe meer we van Hem zien en ontvangen mogen hoe onbeholpener wij worden, aldus spreker. Laat dit tot bemoediging zijn, dat die Hemelbruidegom ook tot het ambtelijke werk bekwaam maakt. Namens de Zuidelijke Synode riep hij hem als de 7e predikant in de Zeeuwse gemeenten een hartelijk welkom toe. Ds. Honkoop nam tevens afscheid als consulent, hij had de gemeente na het sterven van zijn vader ruim twee jaar gediend. Namens de studenten sprak de heer N. Schreuder, die hem toewenste dat hij rijke zegen op zijn arbeid zal mogen on dervinden; bouwend op het enige fun dament zal er zegening zijn op het hoofd des verkopers. Ds. V. d. Bijl voerde het woord na mens kerkeraad en gemeente van Rot terdam-Zuid, waar ds. v. d. Poel heeft gewoond en de gemeente ook als ker keraadslid heeft gediend. Namens de plaatselijke predikanten riep ds. Booy zijn collega een hartelijk welkom toe. Wnd. burgemeester Willemse deed dit namens het gemeentebestuur van Yer seke, die zich verheugde dat in de gees- i telijlie verzorging van honderden bur gers weer voorzien was. Ook de ge- meente wenste hij geluk dat zij weer een knecht des Heeren hadden ontvan gen. De laatste spreker was ouderling Ge braad namens kerkeraad en gemeente, die een lange toespraak hield en de nieuwe predikant staande liet toezin gen Ps. 124 4. Ds. Chr. V. d. Poel dankte alle spre kers waarna hij voor de eerste naaal de zegen op de gemeente legde, waarna deze indrukwekkende plechtigheid was beëindigd. OOLTGENSPLAAT 't Is een goede gedachte van de Stich ting 1940-1945 om de jaarlijkse reis van de mensen uit het verzet en nabestaan den van de verzetstrijders ditmaal over Flakkee en Schouwen-Duiveland te lei den. Deze dagtochten hebben niet alleen een gezelligheidskarakter maar zijn ook bedoeld tot nadere kennismaking en de onderlinge band te verstevigen. Uit het district Zuid-Holland worden dit jaar 10 dagtochten georganiseerd. Elke dag een bus met ongeveer 40 personen. Dinsdag werd met de eerste reis ge start en om ongeveer 10 uur arriveerde de groep te Ooltgensplaat en werd door de heer M. Heijkoop op het Fort „Prins Frederik" ontvangen. In de recreatie zaal gebruikte men de koffie en ver volgens werd het fort bezichtigd. Deze groep kwam hoofdzakelijk uit het West land,- de groep van woensdag uit Den Haag. Het gezelschap was vol belang stelling voor deze unieke camping met recreatiezaal en spraken daarover hun bewondering en waardering uit. Ver volgens ging men naar Schouwen waar na een rondrit speciaal Zierikzee werd bezocht en ook de lunch werd gebruikt. Ook voor dit stadje had men grote be langstelling. De volgende reizen zullen hetzelfde traject afleggen als de hier boven genoemde. Hopelijk dat men be ter weer zal treffen als de eerste dag. -O- De Landbouw Jongerenclub Flakkee organiseert een ploeg wedstrijd die op 11 september zal worden gehouden op een perceel van mevr. A. H. de Haas van Dorsserte Oude Tonge. Deze wedstrijd is bedoeld voor één- en tweescharige ploegen. Het land, dat men dit jaar tot zijn beschikking heeft is bijzonder geschikt. Er zijn, evenals andere jaren prachtige prijzen beschik baar. Men kan zich aanmelden op het adres in de advertentie vermeld of vóór de wedstrijd op het terrein. De tegen woordige bekerhouder voor één-scha- rige ploegen is de heer R. van Putten te Dirksland en voor twee-scharigeploe- gen, de heer K. van Peperstraten te Achthuizen. Beide heren zullen hun be ker verdedigen. De L.J.C, is tevens bezig met de or ganisatie van de winter-nacht-puzzelrit, die tussen Kerstmis en Nieuwjaar ge reden zal worden. ^^m MHi MMi Het toen enigszins wrakke mobiele be zit van de heer J. van Poortvliet te Ouddorp vertegenwoordigde in de der tiger jaren een waarde van slechts der tig gulden. Thans, na vele jaren hard werken is de heer van Poortvliet eige naar van een bloeiend internationaal transportbedrijf en exploiteert bij Flak- kees modernste benzine-service station waaraan dezer daigen de laatste hand is gelegd. Het station is prachtig gelegen aan de invalsweg naar Ouddorp. De ser vice die wordt verleend is uitgebreid tot een V.V.V. inlichtingenbureau waar de afgelopen zomer honderden toeristen hebben aangeklopt. Poortvliet heeft het er druk mee gehad. Wel heel duidelijk is naar voren gekomen dat er te Oud dorp een ontstellend tekort aan naoht- logies bestaat. V.V.V. Informaties Toeristen die te Ouddorp in de dool hof van wegen het spoor zoek waren of die tevergeefs naar nachtlogies zoch ten klopten bij Poortvliet aan en het lag voor de hand dat met medewerking van het bestuur van d^ V.V.V. een of ficieel inlichtingenbureau werd begon nen. Een groot bord tegenover het sta tion maakt dit in drie talen bekend. Nederlanders, Duitsers en Fransen zijn de weg naar hun zomerhuis of naar een zacht bed gewezen, welk laatste soms eerst in Dirksland of Middelharnis kon worden bemachtigd, ten koste van tien tallen telefoontjes, het enige wat de zoekenden in rekening wordt gebracht. Benzinestation Het Caltex benzinestation is kortge leden belangrijk uitgebreid. In de ga rage is nu ook een service station, com pleet met smeerbrug en kelder. De voor gevel van de woning en garage is met witte striptegels bekleed en het geheel heeft een zeer fraai en gedistingeerd aanzicht gekregen. Transportbedrij f De heer van Poortvliet kocht in 1936 zijn eerste auto. Het was een tot vracht wagen omgebouwde A-Ford, waarvan hij voor 32,50 eigenaar werd. Er was nog niet zo heel veel te vervoeren. Het grotere transport van landbouwproduk- ten ging nog per wagon of schip en de vrachtjes brachten de heer Poortvliet niet verder dan het nabije Goedereede of Stellendam. In 1954 vestigde de heer Poortvliet zijn bedrijf in het huidige pand waaraan in 1957 het benzine station werd toegevoegd. Het wagen park bestaat thans uit 9 DAF's waar onder een indrukwekkende oplegger. In 1960 begon de heer van Poortvliet met internationaal vervoer nadat zijn doch ter Job je het vakdiploma grensover schrijdend vervoer met vrachtauto's had behaald. Drie Daf's rijden regel matig in het buitenland, voornamelijk iJliddelharnif^ - T«laloAn^043< VERVOLGVERHAAL door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 43 Het interesseert Tonny niet bijzonder. Ze heeft haar aandacht ook te zeer no dig voor andere dingen. Telkens wor den er bloemen gebracht, mevrouw raadpleegt haar over allerlei, waarmee ze u niet bij Ada komen kan. Ada heeft enkel oog en oor voor Nol. „Dat zal hij zijn", roepen die twee als even over vijven de bel gaat. Samen nollen ze de kamer uit. Is hij het? Dan zou je een luidruchti ger bergoeten verwachten. Je hoort en kel ondrukte lachgeluidjes. Maar als even later de kamerdeur opengaat Tot omvallen brengt Tonny het niet. Evenwel zijn haar ogen en houding zo, dat Ada met recht kan uitroepen: „En hier stel ik u voor, de gepersonifieerde verwondering". „Meneer Smith", brengt Tonny uit. „Tonny Koster". „Vooral meneer", zegt Ada „Tonny was altijd minder brutaal dan jij", kaatst de heer Smith terug. Alle tongen komen nu tegelijk in be weging. Wat Tonny daar wel van zegt, dat Nol de vriend is van hun vroegere leraar. Wat Nederland toch een klein landje is! Wie had dat ooit kunnen den ken! „Ik zelfs weet het nog maar heel kort" vertelt Ada. „Nol sprak wel vaak van zijn vriend Dolf Smith, maar lieve tijd. Smith is net zo'n interessante naam als Jansen". „Vergeet de h niet aan het eind, da me!" „Nee, Smith met een h staat gelijk aan Jansen met dubbel s, dat is waar. Nou ik kon in de verste verte niet ver- rhoeden, wie die Smith was". „En ik wist best, wie Ada Vervoort was, maar wijselijk zweeg ik", ant woordt Smith. „In je eigen voordeel, hè? Als Nol ge weten had dat ik een oud-leerlinge van jou was, zou hij je gedwongen hebben, een loflied op me te dichten. „Alsof dat voor een doctor in de let teren van betekenis is", zegt mevrouw. „Hij zou er minder tijd voor nodig ge had hebben, dan jij voor het stoppen van je kousen". „Allerschattigste moeder, beledig een doctor in de letteren toch niet. Uit uw woorden moet hij wel opmaken dat u hem voor een snelrijmelaar houdt" „We kunnen er ook uit opmaken, dat jij weken nodig hebt om een paar kou sen te stoppen", zegt Nol lachend. „Jij siddert natuurlijk al voor je toe komst. Jongeman (oude heer, bedoel ik) nog kun je het hazenpad kiezen". Tonny luistert nauwelijks naar de schermutseling. Dat ze hier meneer Smith moest ontmoeten! Het voert haar gedachten terug naar de gelukkige ja ren, waarin ze zich voornam, te gaan studeren. En nu wat is ze? Wat zal er van haar worden, van haar en van de haren? O, ook zo voor het leven te staan als Ada. Niet nog zozeer wat haar verloving betreft, maar zo vrij van zor gen. Veel tijd tot overpeinzingen wordt haar echter niet gelaten. Het is etens tijd, daarna begint al gauw de receptie, die tot negen uur duurt en minder stijf is dan recepties gewoonlijk zijn, dan komt de fuif in meer intieme kring. Tonny straalt. Ze is gelukkig te mid den dezer mensen met wie ze zich toch weer verbonden voelt. Ze vergeet bijna, dat ze maar het hard-werkend meisje is uit een verarmd en verarmend gezin. Komt dat door haar japonnetje? Er is haar al verscheidene malen in het oor gefluisterd, dat het „snoezig, beeldig, magnifiek" is, dat het haar zo bijzonder flatteert. Ze weet dit wel. Ze ziet wel de bewonderende blikken en acht niet de verwondering van degenen, die haar omstandigheden kennen. Haar omstan digheden! Smith kent die ook. Dolf ja gerust, hij wil, dat ze hem zo noemt weet ondanks de drukte tijd en plaats te vinden voor een ge sprek. „Het is met de studie misgelopen, hè Tonny?" „Ja, helaas wel. Het kón niet". „'k Heb er van gehoord. Maar wat je nu doet is mooier en beter dan college- lopen, hoor!" „Vindt u?" „Je, bedoel je, hè? Natuurlijk is het mooier, want je maakt je nuttig." „Ja, maar ik dacht „Wat dacht je?" „Och, niets. Tenminste niets van be tekenis." „Je vindt me een weerhaan geworden, hè? Ik leerde jullie dwepen met de studie en nu meen je, dat ik ze ver werp. Dat doe ik niet. Wie ongehinderd studeren kan, moet het niet laten, maar wie de studie laat varen voor iets van meer belang, doet nog beter. Als het getij verlooptToch zo iets van een weerhaan, hè?" Hij lacht. Zij lacht ook, terwijl ze zegt: „Helemaal niet. Mijn broer zou zeggen: Doe wat de hand vindt". Als Ada, lang na middernacht, met Tonny op haar kamer is, zegt ze: „En hoe was het?" „Een enige avond. Reusachtig ge woon". „Ik bedoel hoofdzakelijk de verras sing." „Dat heeft mijn gezicht wel verraden. met groenten naar Zweden en Italië. Met het vervoer was Poortvliet reeds jaren op „de overkant" georiënteerd, re den waarom hij geen scljade lijdt van de aanwezigheid van de Haringvlietbrug, wat wel het geval is met transportbe drijven die wat hun vervoersaanbod be treft geheel op Flakkee zijn aangewe zen. Dit aanbod is belangrijk terugge lopen nu ons eiland voor grote vracht wagencombinaties bereikbaar is. Poortvliet heeft 9 chauffeurs in dienst Zoon Kees rijdt al enkele jaren als Op de foto is een groot gedeelte van het service station te zien. Een tankwagen kwam juist weer een la ding benzine lossen. De wagens van Poortvliet waren alle „uitgevlogen". chauffeur mee en rijdt niet zonder trots in de grote DAF met het opschrift: Poortvliets transportbedrijf Ouddorp. We wensen de ondernemer veel geluk in zijn bedrijf en met het prachtige ben zinestation. Na een vacante periode van een half jaar heeft Gereformeerd Middelharnis weer een eigen predikant. Na in de morgendienst te zijn bevestigd door zijn schoonvader Prof dr. R. Schipper met Matth. 12 32 deed ds. P. Schravendeel 's middags intrede in zijn nieuwe ge meente met een predikatie over Matth. 13 47 tot 50. Er bestond voor beide diensten veel belangstelling. O.m. wa ren aanwezig burgemeester Hordijk en de wethouders van Middelharnis en Sommelsdijk. De gereformeerde predi kanten ds. de Valk en Noordhof; ds. Mouw pred. der Ger. Gem en de Herv. predikanten ds. Schipper en Bultman met leden van de kerkeraden, alsook de beide emeritus Geref. predikanten ds. ZeUstra en Muntingh en afgevaardig den van de kerkeraden van de Geref. kerken op het eiland. Intreetekst. De dienst werd begonnen met het zin gen van Ps. 122 13. Na votum en groet werd Ps. 77 8 gezongen en na de ge loofsbelijdenis Ps. 68 10. Ds. Schraven deel las uit Matth. 22 de verzen 1 t.m. 14. Als tekst koos hij Matth. 13 vers 47 tot 50: „Wederom Is het Koninkrijk der he melen gelijk aan een net, geworpen in de zee en dat allerlei soorten van vis sen samenbrengt, hetwelk wanneer het vol geworden is de vissers aan de oever optrekken en nederzittende lezen het goede uit in hunne vaten, maar het kwade werpen zij weg. Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de en gelen zullen uitgaan en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden. En- zullen dezelve in de vurige oven werpen; daar zal zijn wening en kner sing der tanden." „Wanneer men zich het werk van een predikant probeert te realiseren, ziet men vrijwel als het enige de bediening van het Woord" zo begon ds. Schraven deel. „Mensen tot Jezus brengen is een schone zaak, maar anderzijds is er ook bitterheid in het ambt van een predi kant. Voor een dienaar is het bitter wanneer het door hem gepredikte Ds. PIETER SCiniAVENDEEL werd op 26 mrt. 1928 te Rotterdam geboren. Na zijn studie aan het Gijmnasium en de Vrije Universi teit te Amsterdam deed hij op 24 juni 1954 kandidaats-examen. Op 30 januari 1955 werd hij bevestigd tot predikant der Geref. kerk te Gaastmeer van welke gemeente hij zondag 22 augustus afscheid nam. woord geen gehoor vindt en wordt af gewezen. Wanneer een mens zich tegen God verzet is dit een groot kwaad en doet dat een herder verdriet, niet zozeer om de teleurstelling op zijn werk, maar omdat hij de ander ziet wegzinken. „Mag de wetenschap dat het werk van God toch doorgaat ons dan een troost zijn" zo stelde ds. de vraag. Door het werk van de predikanten worden aller lei mensen aangetrokken, waarvan van velen uiteindelijk blijkt dat zij er niet bij horen. Immers de gelijkenis zegt dat niet alles echt is wat tot het Evangelie is aangetrokken. Gelukkig zal op de dag waarop de Engelen uitgaan ook vrucht (Vervolg op pag. hiernaast) Maar zeg, Aad, 't was kinderwerk, dat dwepen en dichten van mij, 'k heb het nooit aan iemand anders verteld dan aan jou, maar je hebt het toch niet „Overgebabbeld, dacht je? Zo ver trouwelijk ben ik niet met Smith je, hoor!" „Nee, maar als Nol het weet...." „Die weet het niet en zal het van mij nooit horen, tenzij „Wat tenzij?" „Tenzij je zegt, dat ik het vertellen mag". „Dan kun je lang wachten". „Dat doe ik dan in vredesnaam. Nee hoor, snoezepoes, onze meisjesgeheimen bewaren we". Tonny is nog half in feestroes, als ze donderdagsmorgens thuiskomst. Koos is de eerste, die ze ontmoet. Ze wil er hem meteen van vertellen. „Meid, zanik niet. Wat kan mij dat hele gedoe schelen", snauwt hij. Als uit de heldere vrieslucht ineens een stortbui was neergedaald, had Ton ny niet erger kunnen schrikken. Wat zou er gebeurd zijn? Ze zet haar fiets weg, gaat naar boven, waar moeder in de keuken bezig is. Moeder doet gewoon, informeert, hoe de avond was. Veel tijd tot vertellen is er niet. De finesses krijgt moeder later wel. Nu hoort ze alleen, dat het buitengewoon gezellig geweest is. Vader informeert ook, maar hij doet het enkel voor de vorm, voelt Tonny. Zijn gezicht staat heel somber. Als ze zich verkleed heeft en haar werk wil beginnen, valt haar oog op een klein couvert, dat, naast de mor- genpost, wit plekt op het donkere ta felkleed, alsof het daar met opzet is neergelegd. „Fam. Koster" leest ze. Daar hoort ze ook bij, dus opent ze het. Dan krijgt ze te zien: „Verloofd: Gré de Ridder en Wim Baardwijk, med. stud." Nu begrijpt ze. XX Donderdagavond. Jongelingsvereni ging. Koos Koster voelt er veel voor, deze keer maar thuis te blijven. Trouwens, hij is enkel nog lid, om zijn vader ge noegen te doen. Wat ze daar vertellen, weet hij al lang. Hij begrijpt niet, dat Meyering er voorzitter van blijft. Ei genlijk begrijpt hij het wel. Meyering met zijn twee taaiakten is van de lagere school overgestapt in de M.U.L.O., ter wijl er sollicitanten waren met de drie talen en wiskunde bovendien. Maar Meyering is een neef van mevrouw Bol derman. Als voorzitter van de Christe lijke Jongelingsvereniging „Samuel" vervult hij zijn plicht der dankbaar heid. Koos mag Meyering anders wel. Als hij maar niet de neef was van me vrouw Bolderman. Dominee Bolderman is ere-voorzitter en deelt via Meyering de lakens uit. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 2