Bevestiging en intrede
Ds. Clir. V. d. Poel te Yerseke
Os. P. Scliravendeel deed
zondag intrede te Middelharnis
Garage Poortvliet Ouddorp begon met oude fl.-Ford
VAUXI11\t£
J>e strijd
om het bestaan
Overweldigende belangstelling
Bezoek op 't Fort van
Stichting 1940-'45
Ploegwedstrijd LJ.C.
Exploitant van Flaickee's modernste benzinestation
Gairage Knöps
Gerei kerlc was
een half Jaar vacant
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 7 iseptember 1965.
In ons vorig nummer hebben w\j een
voorbericht gegeven van de bevestiging
en intrede van ds. Chr. v. d. Poel in de
Ger. Gemeente te Yerseke. Wij laten
hieronder een meer uitgebreid verslag
volgen. Het was donderdag 2 septem
ber een ongewone drukte te Yerseke,
van heinde en ver waren auto's en au
tobussen met belangstellenden gekomen
om deze diensten bij te wonen, zodat de
politie handen vol werk had om het
verkeer te regelen. Des middags was de
kerk reeds overvol en 's avonds wist
men de grote schare bijna niet te ber
gen. Naar schatting waren er zo' onge
veer tweeduizend menden in de grote
nieuwe kerk.
De bevestiger ds. L. Rijksen van Rot
terdam, docent aan de Theol. school,
had tot tekst Jes. 40 1 en 2: „Troost,
troost Mijn volk, zal ulieder God zeg
gen", spreekt naar het hart van Jeru
zalem enz. Het thema was: „De op
dracht aan Gods knechten als troost-
boodschapper", waarbij stilgestaan
werd bij ten Ie het bevel tot die troost-
verkondiging, ten tweede de inhoud en
ten 3e de betekenis daarvan.
In zijn voorafspraak wees de beves
tiger er op, dat Jezus Christus gisteren
en heden dezelfde is en tot in der eeu
wigheid ook voor Yerseke. In een vaka-
ture van twee jaar ontbrak het profe
tisch ambt, dat de Heere weer heeft
willen vervullen. Het hart van kand. v.
d. Poel die zoveel beroepen kreeg, werd
geneigd naar Yerseke te komen. Daar
uit blijkt dat de Heere de Getrouwe, zo
wel voor hem, als voor de gemeente is.
Hij komt tot u met een boodschap, al
dus ds, Rijksen; hij hoopte dat er in de
gemeente van Yerseke plaats voor zal
zijn. Spreker ontvouwde daarna het
tekstwoord en handelde over het bevel,
de inhoud en de betekenis van die
troostverkondiging.
Na de predikatie volgde de bevesti
ging. Met duidelijke stem klonk het
antwoord op de gestelde vragen uit het
formulier: „Ja ik, van ganser harte".
Ds. Rijksen wenste de bevestigde toe,
dat de Heere Zelf de liefde zal schen
ken tot het gewichtige werk, waartoe
hij uit en van zichzelf nooit in staat zal
blijken te zijn. Hij hoopte dat de Heere
hem te Yerseke tot rijken zegen zal stel
len en dat hij, zijn echtgenote en kinde
ren een plaats zullen krijgen in het
midden der gemeente. Tot de kerkeraad
zei spreker dat zij hem zullen bijstaan
en dragen in het gebed en tot de ge
meente dat het hun van Sabbath tot
Sabbath een wonder mocht zijn, dat zij
bij zoveel vakante gemeenten deze
dienstknecht mochten ontvangen.
Aan de handoplegging namen met de
bevestiger deel ds. W. Hage van Klaas
waal, ds. K. de Gier van Den Haag, ds.
W. Suljker van Krabbendijke en na
mens de kerkeraad ouderling M. Butijn.
Staande werd de bevestigde predikant
toegezongen de zegenbede uit Ps. 134
1. De slotzang was uit Ps. 118 14.
De intrede
„Ik ben de Christus niet", zo begon ds.
V. d. Poel zijn eerste predikatie, naar
het woord van Johannes de Doper, dio
slechts de wegbereider van Christus
was. Die het Woord bedient is slechts
middel, aldus spreker, in het verleden
zijn hier vele getrouwe knechten des
Heeren geweest onder wie ds. Kersten,
ds. Stuyvenbrg, ds. Dieleman en ds.
Honkoop, in wiens schaduw hij meende
niet te kunnen staan. Zowel zij als hij
zelf moesten hun bekwaamheden van
de Heere ontvangen. Sprekers hart was
overgebogen om het uitgebrachte be
roep naar Yerseke aan te nemen, w^aar-
om het zowel voor hem als voor de ge
meente een blijde dag was.
De tkst waarmee hij zich aan de ge
meente verbond was Joh. 3 29 en 30:
„Die de bruid heeft is de brmdegom,
maar de vriend des bruidegoms, die
staat en hem hoort verblijd zich met
blijdschap om de stem des bruidegoms.
Zo is dan deze mijne blijdschap ver
vuld geworden. Hij moet wassen maar
ik minder worden".
Het thema was: „De vriend van de
grote Hemelbruidegom", waarbij stilge
staan werd bij de taak, de blijdschap en
de gestalte van die vriend.
Ds. V. d. Poel schetste hoe Christus
hier vergeleken wordt bij een bruide
gom; Zijn bruid is de Kerk. Het aardse
huwelijk is een afschaduwing van het
geestelijke huwelijk dat Christus ver
bindt met zijn volk; het aardse huwe
lijk wordt eenmaal ontbonden maar het
I geestelijke is blijvend, omdat het zijn
grondslag vindt in de eeuwige raad
i Gods, waar de Bruidegom met zijn hart
j Borg geworden is om volkomen vol
doening te geven aan het geschonden
recht en met de dure prijs van Zijn
bloed alles te betalen zodat er niets
mee rte eisen was en de ganse Bruids-
kerk in Hem gerechtvaardigd voor het
Aangezicht Zijns Vaders zonder vlek of
rimpel kon worden voorgesteld.
De taak van de vrienden van de He
melse Bruidegom is naar Hem heen te
wijzen: Wie is slecht? die kere zich her
waarts! Zij hebben opdracht te roepen:
bekeert u, want waarom zoudt gij ster
ven. Het was ook de begeerte van zijn
hart te wijzen op die grote Hemelbrui
degom, in Wie alleen behoudenis is.
In het Oosten zocht de vriend van de
bruidegom de bruid voor hem. in te
winnen, hij leidde de bruid tot de brui
degom en de vriend deelde mee in de
blijdschap van de bruidegom. Over
drachtelijk gezien heeft de vriend Hem
voor te stellen in Zijn onwrikbare lief
de. Zijn onvergelijkelijke schoonheid,
schoner dan de mensenkinderen. Aan
vankelijk is die liefde eenzijdig door
genade wordt het wederkerig. Hadden
wij nu maar een mond om Hem bij u
aan te prijzen! was sprekers uitroep. De
blijdschap van de vriend bestaat daar
in te m.ogen prediken, dat er maar één
Naam tot zaligheid gegeven is; sprekers
begeerte ging er naar uit altijd maar
heen te wijzen naar die Hemelbruide
gom om Zijn Naam, Zijn roem en eer
te verbreiden.
Hoe was de gestalte van die vriend?
Johannes zegt: Hij moet wassen, ik
minder worden. Alle vrienden van de
bruidegom vallen uiteindelijk weg; het
wordt een stervensweg en wil het goed
zijn is de gestalte van de levende Kerk
dat Hij wassen zal en zij minder wor
den. De grondtekst duidt aan, dat zij er
niet op vooruit gaan. Naarmate de
Bruidskerk dieper ingeleid wordt in
haar verdorvenheid krijgen zij Hem
nodig in Zijn profetische, priesterlijke
en koninklijke bediening om hen te lei
den door Woord en Geest. Het aardse
huwelijk is om in één alles te bezitten;
zo ook in het geestelijke, dat Hij alles
zal zijn in allen.
Er worden aldus ds. v. d. Poel
nog mensen gezonden om te roepen tot
bekering; verhardt u daarom niet maar
laat u leiden. Voor de Bruidskerk is het
hier een voorbereiding om eeuwig brui
loft te kunnen vieren. Openb. 19. Zalig
zijn zij, die geroepen zijn tot het
Avondmaal van de bruiloft des Dams.
Ze proeven er hier al wat van. Eti zij
begonnen vrolijk te zijn.
Toespraken
Ds. V. d. Poel richtte zich daarna met
een dankwoord tot zijn bevestiger ds. L.
Rijksen. Hij dankte hem ook voor alles
wat hij op school voor hem was geweest
en noemde hem een vriendelijke vader.
Ds. de Gier noemde hij een vaderlijke
vriend en docent van Bochove en diens
echtgenote dankte hij voor alle blijken
van liefde op de school ondervonden.
Van de classepredikanten bedankte hij
ds. Honkoop, die 2 jaar consulent is ge
weest en hoopte met hem en ds. Suijker
samen in de classis Goes de belangen
der gemeenten helpen behartigen. Het
trof hem dat er zoveel predikanten wa
ren; in het bijzonder dankte hij ds.
Chr. van Dam, onder wie hij te Rotter
dam kerkeraadslid is geweest. Toege
sproken werden verder de studenten, de
classes-afgevaardigden, de plaatselijke
predikanten, burgemeester en wethou
ders, catechisanten, schoolbestuur en
onderwijzend personeel en de vereni
gingen, met wie hij nader kennis hoopte
te maken, koster en organist. De meis
jesvereniging met de actieve presidente
mej. Cornelisse kreeg een apart woord
van dank voor het schoonmaken van de
pastorie en alle hulp bij de ontvangst
van zo velen. Mevr. Honkoop en mevr.
Dieleman, wier echtgenoten de gemeen
te van Yerseke in hun leven hadden ge
diend werd de nabijheid des Heeren
toegebeden. Met de kerkeraad hoopte
ds. in liefde en vrede de gemeente te
dienen. Van de gemeente verwachtte hij
een getrouwe opkomst en hem en zijn
gezin aan in het gebed te gedenken.
Ook dankte hij de vele vrienden die uit
Rotterdam waren gekomen; ontroerend
was de toespraak tot de wederzijdse
ouders en familie, waaronder een hoog
bejaarde grootmoeder. Met zijn vrouw
en kinderen hoopte hij een plaats in de
gemeente te krijgen en samen verwaar
digd te worden een biddend leven te
leiden en het heil voor elkander te zoe
ken.
Welkomstwoordeni
Ds. A. F. Honkoop van Goes sprak
namens het curatorium, de docenten,
als consulent en namens de classis en
particuliere synode. Het was hem een
blijdschap dat hij zich als de vriend van
de Bruidegom had gepresenteerd; hoe
meer we van Hem zien en ontvangen
mogen hoe onbeholpener wij worden,
aldus spreker. Laat dit tot bemoediging
zijn, dat die Hemelbruidegom ook tot
het ambtelijke werk bekwaam maakt.
Namens de Zuidelijke Synode riep hij
hem als de 7e predikant in de Zeeuwse
gemeenten een hartelijk welkom toe.
Ds. Honkoop nam tevens afscheid als
consulent, hij had de gemeente na het
sterven van zijn vader ruim twee jaar
gediend.
Namens de studenten sprak de heer
N. Schreuder, die hem toewenste dat hij
rijke zegen op zijn arbeid zal mogen on
dervinden; bouwend op het enige fun
dament zal er zegening zijn op het
hoofd des verkopers.
Ds. V. d. Bijl voerde het woord na
mens kerkeraad en gemeente van Rot
terdam-Zuid, waar ds. v. d. Poel heeft
gewoond en de gemeente ook als ker
keraadslid heeft gediend. Namens de
plaatselijke predikanten riep ds. Booy
zijn collega een hartelijk welkom toe.
Wnd. burgemeester Willemse deed dit
namens het gemeentebestuur van Yer
seke, die zich verheugde dat in de gees-
i telijlie verzorging van honderden bur
gers weer voorzien was. Ook de ge-
meente wenste hij geluk dat zij weer
een knecht des Heeren hadden ontvan
gen.
De laatste spreker was ouderling Ge
braad namens kerkeraad en gemeente,
die een lange toespraak hield en de
nieuwe predikant staande liet toezin
gen Ps. 124 4.
Ds. Chr. V. d. Poel dankte alle spre
kers waarna hij voor de eerste naaal
de zegen op de gemeente legde, waarna
deze indrukwekkende plechtigheid was
beëindigd.
OOLTGENSPLAAT
't Is een goede gedachte van de Stich
ting 1940-1945 om de jaarlijkse reis van
de mensen uit het verzet en nabestaan
den van de verzetstrijders ditmaal over
Flakkee en Schouwen-Duiveland te lei
den. Deze dagtochten hebben niet alleen
een gezelligheidskarakter maar zijn ook
bedoeld tot nadere kennismaking en de
onderlinge band te verstevigen. Uit het
district Zuid-Holland worden dit jaar
10 dagtochten georganiseerd. Elke dag
een bus met ongeveer 40 personen.
Dinsdag werd met de eerste reis ge
start en om ongeveer 10 uur arriveerde
de groep te Ooltgensplaat en werd door
de heer M. Heijkoop op het Fort „Prins
Frederik" ontvangen. In de recreatie
zaal gebruikte men de koffie en ver
volgens werd het fort bezichtigd. Deze
groep kwam hoofdzakelijk uit het West
land,- de groep van woensdag uit Den
Haag. Het gezelschap was vol belang
stelling voor deze unieke camping met
recreatiezaal en spraken daarover hun
bewondering en waardering uit. Ver
volgens ging men naar Schouwen waar
na een rondrit speciaal Zierikzee werd
bezocht en ook de lunch werd gebruikt.
Ook voor dit stadje had men grote be
langstelling. De volgende reizen zullen
hetzelfde traject afleggen als de hier
boven genoemde. Hopelijk dat men be
ter weer zal treffen als de eerste dag.
-O-
De Landbouw Jongerenclub Flakkee
organiseert een ploeg wedstrijd die op
11 september zal worden gehouden op
een perceel van mevr. A. H. de Haas
van Dorsserte Oude Tonge.
Deze wedstrijd is bedoeld voor één-
en tweescharige ploegen. Het land, dat
men dit jaar tot zijn beschikking heeft
is bijzonder geschikt. Er zijn, evenals
andere jaren prachtige prijzen beschik
baar. Men kan zich aanmelden op het
adres in de advertentie vermeld of vóór
de wedstrijd op het terrein. De tegen
woordige bekerhouder voor één-scha-
rige ploegen is de heer R. van Putten te
Dirksland en voor twee-scharigeploe-
gen, de heer K. van Peperstraten te
Achthuizen. Beide heren zullen hun be
ker verdedigen.
De L.J.C, is tevens bezig met de or
ganisatie van de winter-nacht-puzzelrit,
die tussen Kerstmis en Nieuwjaar ge
reden zal worden.
^^m MHi MMi
Het toen enigszins wrakke mobiele be
zit van de heer J. van Poortvliet te
Ouddorp vertegenwoordigde in de der
tiger jaren een waarde van slechts der
tig gulden. Thans, na vele jaren hard
werken is de heer van Poortvliet eige
naar van een bloeiend internationaal
transportbedrijf en exploiteert bij Flak-
kees modernste benzine-service station
waaraan dezer daigen de laatste hand is
gelegd. Het station is prachtig gelegen
aan de invalsweg naar Ouddorp. De ser
vice die wordt verleend is uitgebreid tot
een V.V.V. inlichtingenbureau waar de
afgelopen zomer honderden toeristen
hebben aangeklopt. Poortvliet heeft het
er druk mee gehad. Wel heel duidelijk
is naar voren gekomen dat er te Oud
dorp een ontstellend tekort aan naoht-
logies bestaat.
V.V.V. Informaties
Toeristen die te Ouddorp in de dool
hof van wegen het spoor zoek waren
of die tevergeefs naar nachtlogies zoch
ten klopten bij Poortvliet aan en het
lag voor de hand dat met medewerking
van het bestuur van d^ V.V.V. een of
ficieel inlichtingenbureau werd begon
nen. Een groot bord tegenover het sta
tion maakt dit in drie talen bekend.
Nederlanders, Duitsers en Fransen zijn
de weg naar hun zomerhuis of naar een
zacht bed gewezen, welk laatste soms
eerst in Dirksland of Middelharnis kon
worden bemachtigd, ten koste van tien
tallen telefoontjes, het enige wat de
zoekenden in rekening wordt gebracht.
Benzinestation
Het Caltex benzinestation is kortge
leden belangrijk uitgebreid. In de ga
rage is nu ook een service station, com
pleet met smeerbrug en kelder. De voor
gevel van de woning en garage is met
witte striptegels bekleed en het geheel
heeft een zeer fraai en gedistingeerd
aanzicht gekregen.
Transportbedrij f
De heer van Poortvliet kocht in 1936
zijn eerste auto. Het was een tot vracht
wagen omgebouwde A-Ford, waarvan
hij voor 32,50 eigenaar werd. Er was
nog niet zo heel veel te vervoeren. Het
grotere transport van landbouwproduk-
ten ging nog per wagon of schip en de
vrachtjes brachten de heer Poortvliet
niet verder dan het nabije Goedereede
of Stellendam. In 1954 vestigde de heer
Poortvliet zijn bedrijf in het huidige
pand waaraan in 1957 het benzine
station werd toegevoegd. Het wagen
park bestaat thans uit 9 DAF's waar
onder een indrukwekkende oplegger. In
1960 begon de heer van Poortvliet met
internationaal vervoer nadat zijn doch
ter Job je het vakdiploma grensover
schrijdend vervoer met vrachtauto's
had behaald. Drie Daf's rijden regel
matig in het buitenland, voornamelijk
iJliddelharnif^ - T«laloAn^043<
VERVOLGVERHAAL
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
43
Het interesseert Tonny niet bijzonder.
Ze heeft haar aandacht ook te zeer no
dig voor andere dingen. Telkens wor
den er bloemen gebracht, mevrouw
raadpleegt haar over allerlei, waarmee
ze u niet bij Ada komen kan. Ada heeft
enkel oog en oor voor Nol.
„Dat zal hij zijn", roepen die twee
als even over vijven de bel gaat. Samen
nollen ze de kamer uit.
Is hij het? Dan zou je een luidruchti
ger bergoeten verwachten. Je hoort en
kel ondrukte lachgeluidjes.
Maar als even later de kamerdeur
opengaat
Tot omvallen brengt Tonny het niet.
Evenwel zijn haar ogen en houding zo,
dat Ada met recht kan uitroepen: „En
hier stel ik u voor, de gepersonifieerde
verwondering".
„Meneer Smith", brengt Tonny uit.
„Tonny Koster".
„Vooral meneer", zegt Ada
„Tonny was altijd minder brutaal dan
jij", kaatst de heer Smith terug.
Alle tongen komen nu tegelijk in be
weging. Wat Tonny daar wel van zegt,
dat Nol de vriend is van hun vroegere
leraar. Wat Nederland toch een klein
landje is! Wie had dat ooit kunnen den
ken!
„Ik zelfs weet het nog maar heel kort"
vertelt Ada. „Nol sprak wel vaak van
zijn vriend Dolf Smith, maar lieve tijd.
Smith is net zo'n interessante naam als
Jansen".
„Vergeet de h niet aan het eind, da
me!"
„Nee, Smith met een h staat gelijk
aan Jansen met dubbel s, dat is waar.
Nou ik kon in de verste verte niet ver-
rhoeden, wie die Smith was".
„En ik wist best, wie Ada Vervoort
was, maar wijselijk zweeg ik", ant
woordt Smith.
„In je eigen voordeel, hè? Als Nol ge
weten had dat ik een oud-leerlinge van
jou was, zou hij je gedwongen hebben,
een loflied op me te dichten.
„Alsof dat voor een doctor in de let
teren van betekenis is", zegt mevrouw.
„Hij zou er minder tijd voor nodig ge
had hebben, dan jij voor het stoppen
van je kousen".
„Allerschattigste moeder, beledig een
doctor in de letteren toch niet. Uit uw
woorden moet hij wel opmaken dat u
hem voor een snelrijmelaar houdt"
„We kunnen er ook uit opmaken, dat
jij weken nodig hebt om een paar kou
sen te stoppen", zegt Nol lachend.
„Jij siddert natuurlijk al voor je toe
komst. Jongeman (oude heer, bedoel ik)
nog kun je het hazenpad kiezen".
Tonny luistert nauwelijks naar de
schermutseling. Dat ze hier meneer
Smith moest ontmoeten! Het voert haar
gedachten terug naar de gelukkige ja
ren, waarin ze zich voornam, te gaan
studeren. En nu wat is ze? Wat zal
er van haar worden, van haar en van
de haren? O, ook zo voor het leven te
staan als Ada. Niet nog zozeer wat haar
verloving betreft, maar zo vrij van zor
gen.
Veel tijd tot overpeinzingen wordt
haar echter niet gelaten. Het is etens
tijd, daarna begint al gauw de receptie,
die tot negen uur duurt en minder stijf
is dan recepties gewoonlijk zijn, dan
komt de fuif in meer intieme kring.
Tonny straalt. Ze is gelukkig te mid
den dezer mensen met wie ze zich toch
weer verbonden voelt. Ze vergeet bijna,
dat ze maar het hard-werkend meisje
is uit een verarmd en verarmend gezin.
Komt dat door haar japonnetje? Er is
haar al verscheidene malen in het oor
gefluisterd, dat het „snoezig, beeldig,
magnifiek" is, dat het haar zo bijzonder
flatteert. Ze weet dit wel. Ze ziet wel
de bewonderende blikken en acht niet
de verwondering van degenen, die haar
omstandigheden kennen. Haar omstan
digheden! Smith kent die ook.
Dolf ja gerust, hij wil, dat ze hem
zo noemt weet ondanks de drukte
tijd en plaats te vinden voor een ge
sprek.
„Het is met de studie misgelopen, hè
Tonny?"
„Ja, helaas wel. Het kón niet".
„'k Heb er van gehoord. Maar wat je
nu doet is mooier en beter dan college-
lopen, hoor!"
„Vindt u?"
„Je, bedoel je, hè? Natuurlijk is het
mooier, want je maakt je nuttig."
„Ja, maar ik dacht
„Wat dacht je?"
„Och, niets. Tenminste niets van be
tekenis."
„Je vindt me een weerhaan geworden,
hè? Ik leerde jullie dwepen met de
studie en nu meen je, dat ik ze ver
werp. Dat doe ik niet. Wie ongehinderd
studeren kan, moet het niet laten, maar
wie de studie laat varen voor iets van
meer belang, doet nog beter. Als het
getij verlooptToch zo iets van een
weerhaan, hè?"
Hij lacht. Zij lacht ook, terwijl ze zegt:
„Helemaal niet. Mijn broer zou zeggen:
Doe wat de hand vindt".
Als Ada, lang na middernacht, met
Tonny op haar kamer is, zegt ze: „En
hoe was het?"
„Een enige avond. Reusachtig ge
woon".
„Ik bedoel hoofdzakelijk de verras
sing."
„Dat heeft mijn gezicht wel verraden.
met groenten naar Zweden en Italië.
Met het vervoer was Poortvliet reeds
jaren op „de overkant" georiënteerd, re
den waarom hij geen scljade lijdt van de
aanwezigheid van de Haringvlietbrug,
wat wel het geval is met transportbe
drijven die wat hun vervoersaanbod be
treft geheel op Flakkee zijn aangewe
zen. Dit aanbod is belangrijk terugge
lopen nu ons eiland voor grote vracht
wagencombinaties bereikbaar is.
Poortvliet heeft 9 chauffeurs in dienst
Zoon Kees rijdt al enkele jaren als
Op de foto is een groot gedeelte van
het service station te zien. Een
tankwagen kwam juist weer een la
ding benzine lossen. De wagens van
Poortvliet waren alle „uitgevlogen".
chauffeur mee en rijdt niet zonder trots
in de grote DAF met het opschrift:
Poortvliets transportbedrijf Ouddorp.
We wensen de ondernemer veel geluk
in zijn bedrijf en met het prachtige ben
zinestation.
Na een vacante periode van een half
jaar heeft Gereformeerd Middelharnis
weer een eigen predikant. Na in de
morgendienst te zijn bevestigd door zijn
schoonvader Prof dr. R. Schipper met
Matth. 12 32 deed ds. P. Schravendeel
's middags intrede in zijn nieuwe ge
meente met een predikatie over Matth.
13 47 tot 50. Er bestond voor beide
diensten veel belangstelling. O.m. wa
ren aanwezig burgemeester Hordijk en
de wethouders van Middelharnis en
Sommelsdijk. De gereformeerde predi
kanten ds. de Valk en Noordhof; ds.
Mouw pred. der Ger. Gem en de Herv.
predikanten ds. Schipper en Bultman
met leden van de kerkeraden, alsook de
beide emeritus Geref. predikanten ds.
ZeUstra en Muntingh en afgevaardig
den van de kerkeraden van de Geref.
kerken op het eiland.
Intreetekst.
De dienst werd begonnen met het zin
gen van Ps. 122 13. Na votum en groet
werd Ps. 77 8 gezongen en na de ge
loofsbelijdenis Ps. 68 10. Ds. Schraven
deel las uit Matth. 22 de verzen 1 t.m.
14. Als tekst koos hij Matth. 13 vers 47
tot 50:
„Wederom Is het Koninkrijk der he
melen gelijk aan een net, geworpen in
de zee en dat allerlei soorten van vis
sen samenbrengt, hetwelk wanneer het
vol geworden is de vissers aan de oever
optrekken en nederzittende lezen het
goede uit in hunne vaten, maar het
kwade werpen zij weg. Alzo zal het in
de voleinding der eeuwen wezen; de en
gelen zullen uitgaan en de bozen uit het
midden der rechtvaardigen afscheiden.
En- zullen dezelve in de vurige oven
werpen; daar zal zijn wening en kner
sing der tanden."
„Wanneer men zich het werk van een
predikant probeert te realiseren, ziet
men vrijwel als het enige de bediening
van het Woord" zo begon ds. Schraven
deel. „Mensen tot Jezus brengen is een
schone zaak, maar anderzijds is er ook
bitterheid in het ambt van een predi
kant. Voor een dienaar is het bitter
wanneer het door hem gepredikte
Ds. PIETER SCiniAVENDEEL
werd op 26 mrt. 1928 te Rotterdam
geboren. Na zijn studie aan het
Gijmnasium en de Vrije Universi
teit te Amsterdam deed hij op 24
juni 1954 kandidaats-examen. Op
30 januari 1955 werd hij bevestigd
tot predikant der Geref. kerk te
Gaastmeer van welke gemeente hij
zondag 22 augustus afscheid nam.
woord geen gehoor vindt en wordt af
gewezen. Wanneer een mens zich tegen
God verzet is dit een groot kwaad en
doet dat een herder verdriet, niet zozeer
om de teleurstelling op zijn werk, maar
omdat hij de ander ziet wegzinken.
„Mag de wetenschap dat het werk van
God toch doorgaat ons dan een troost
zijn" zo stelde ds. de vraag. Door het
werk van de predikanten worden aller
lei mensen aangetrokken, waarvan van
velen uiteindelijk blijkt dat zij er niet
bij horen. Immers de gelijkenis zegt dat
niet alles echt is wat tot het Evangelie
is aangetrokken. Gelukkig zal op de dag
waarop de Engelen uitgaan ook vrucht
(Vervolg op pag. hiernaast)
Maar zeg, Aad, 't was kinderwerk, dat
dwepen en dichten van mij, 'k heb het
nooit aan iemand anders verteld dan
aan jou, maar je hebt het toch niet
„Overgebabbeld, dacht je? Zo ver
trouwelijk ben ik niet met Smith je,
hoor!"
„Nee, maar als Nol het weet...."
„Die weet het niet en zal het van mij
nooit horen, tenzij
„Wat tenzij?"
„Tenzij je zegt, dat ik het vertellen
mag".
„Dan kun je lang wachten".
„Dat doe ik dan in vredesnaam. Nee
hoor, snoezepoes, onze meisjesgeheimen
bewaren we".
Tonny is nog half in feestroes, als ze
donderdagsmorgens thuiskomst. Koos is
de eerste, die ze ontmoet. Ze wil er hem
meteen van vertellen.
„Meid, zanik niet. Wat kan mij dat
hele gedoe schelen", snauwt hij.
Als uit de heldere vrieslucht ineens
een stortbui was neergedaald, had Ton
ny niet erger kunnen schrikken. Wat
zou er gebeurd zijn? Ze zet haar fiets
weg, gaat naar boven, waar moeder in
de keuken bezig is. Moeder doet gewoon,
informeert, hoe de avond was. Veel tijd
tot vertellen is er niet. De finesses
krijgt moeder later wel. Nu hoort ze
alleen, dat het buitengewoon gezellig
geweest is. Vader informeert ook, maar
hij doet het enkel voor de vorm, voelt
Tonny. Zijn gezicht staat heel somber.
Als ze zich verkleed heeft en haar
werk wil beginnen, valt haar oog op
een klein couvert, dat, naast de mor-
genpost, wit plekt op het donkere ta
felkleed, alsof het daar met opzet is
neergelegd. „Fam. Koster" leest ze.
Daar hoort ze ook bij, dus opent ze het.
Dan krijgt ze te zien: „Verloofd: Gré de
Ridder en Wim Baardwijk, med. stud."
Nu begrijpt ze.
XX
Donderdagavond. Jongelingsvereni
ging.
Koos Koster voelt er veel voor, deze
keer maar thuis te blijven. Trouwens,
hij is enkel nog lid, om zijn vader ge
noegen te doen. Wat ze daar vertellen,
weet hij al lang. Hij begrijpt niet, dat
Meyering er voorzitter van blijft. Ei
genlijk begrijpt hij het wel. Meyering
met zijn twee taaiakten is van de lagere
school overgestapt in de M.U.L.O., ter
wijl er sollicitanten waren met de drie
talen en wiskunde bovendien. Maar
Meyering is een neef van mevrouw Bol
derman. Als voorzitter van de Christe
lijke Jongelingsvereniging „Samuel"
vervult hij zijn plicht der dankbaar
heid. Koos mag Meyering anders wel.
Als hij maar niet de neef was van me
vrouw Bolderman. Dominee Bolderman
is ere-voorzitter en deelt via Meyering
de lakens uit.
(Wordt vervolgd)