Op zondag naar het strand dan op vrijdag naar de kerk Prof. Toynbee over de Amerikaanse politiek J^eaitatie F^C.KORTEHEIjsZOON 38e jaargang Vrijdag 13 augustus 1965 No. 3410 CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG-s VOOR DB ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN'. Ach, wanneer 'schuimrubber nog nooit geëvenaard! DE OFFICIEUZE EUROPESE SHARPIE-KAMPIOENSCHAPPEN Tragisch ongeluk te Nièuwerkerk Fruitmanden en Fruitlialtjes »De Fruitcentrale" PBmS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDF.T.HARNIS Bedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, SommelsdiJk Tel. (01870) 26 29. na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167980 ji FerichyiU tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS 2,B0 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm. Bi] contract speciaal tarief. Nu de 'buitenlandse politiek van de Verenigde Staten van Noord-Améilka, zoals deze thans geleid wordt door pre sident Johnson, door de oorlog in Viet nam in het middelpunt van de wereld belangstelling staat, kan men vanzelf sprekend allerlei beoordelingen daarvan vernemen. Zo wel in Amerika zelf als daarbuiten zijn deze oordelen erg uit eenlopend, van volledige instemming tot felle afkeuring. Ook in ons land kan men dit constateren, hoewel het aantal dergenen, die er afwijzend of scherp kritisch tegenover staan naar onze in druk slechts gering is. Het beperkt zich in hoofdzaak tot communisten en paci fisten en van beide groepen kan mei). moeUijk iets anders verwachten. Het ligt voor de hand, dat ons oordeel er over bepaald wordt door onze politieke overtuiging. Het kan echter leerzaam zijn, eens kennis te nemen van de be schouwingen van een bekend geleerde, die berusten op grondige kennis van de geschiedenis der internationale verhou dingen. Onlangs vonden we in één van onze dagbladen een tweetal interessante ar tikelen van de hand van de vermaarde Engelse historicus prof. dr. Arnold Toynbee. Deze thans reeds 76-jarige ge leerde is niet alleen geschiedkundige, doch ook geschiedfilosoof en cultuur- socioloog en hij gaf vroeger college in internationale geschiedenis. Zijn be kendste werk is „A study of History", waarin hij een vergelijkende studie geeft van de diverse beschavingen in het verloop van de wereldgeschiedenis. Zijn beschouwingen over deze materie hebben een heel andere tendens dan die van de Duitser Oswald Spengler in diens vóór de oorlog verschenen werk over „Der Untergang- des Abendlandes". De laatste baseerde zich op een soort fatalisme a la Nietsche, doch Toynbee is iemand van christelijke levensover tuiging. Ook hij meent wel, dat onze westerse beschaving al lang in de fase van ontbinding verkeert, maar wan neer de volkeren zich tot Christus be keren, kan dit hun ondergang als be schaving verhinderen. We zijn dus ge-^ neigd naar zijn beschouwingen te luis teren. Toynbee concentreert deze op de re latie van het Westen tot het nieuwe China. Sedert dit communistisch is, ver oorzaakt het bij ons vrees en vijandig heid, zo zegt hij. Wij zien het als een nijdige reus, die woedend op ons neer kijkt met dreigende gebaren. En niet al leen de Amerikanen en wij zien het zo, maar in feite ook de Russen, al geven ze dit "terwille van de communistische so^ lidariteit niet toe. China toont welbe wust dit woeste, agressieve beeld. Het wordt uit de Veren. Naties gehouden, maar het wil van dit „imperialistische" gezelschap niet eens lid zijn. Als Mao Tse Toeng het nodig vindt, formeert hij zelf met Indonesië samen wel zo'n orga nisatie en hij verwacht dan dat Azië, Afrika en Latijns-Amerika zich daarbij zullen aansluiten. Toynbee stelt dan vast, dat dit strijd lustige beeld geheel in tegenstelling is I tot het traditionele Chinese gedrag sinds de derde eeuw vóór Christus. Geduren- de 22 eeuwen hebben de Chinezen tact I verkozen boven geweld. Waarom is dit [nu veranderd? Dat is volgens de schr. de schuld van de Europeanen in de eer- I ste plaats. Het begon in 1840 toen de I Engelsen China aanvielen en de z.g. opiumoorlog ontketenden, waardoor ze de Chinezen dwongen de Indische opium te accepteren. Ook andere Euro pese landen wierpen zich op de reus China: Frankrijk, Duitsland, Rusland en later ook Japan. Zij allen beten stukken uit het Chmese territorium, waarbij Rusland de grootste hap deed! Zo ligt er tussen de jaren'1840 en 1945. voor China een eeuw van vernedering door de westerse „barbaren". Gedurende al die tijd bleven ze hun traditionele manier van leven en tactiek handhaven. Ze wilden hun oude bescha- ving, die ze verre superieur achtten aan I die van de blanken en de Japanners, handhaven. Maar tenslotte kwamen ze toch tot de conclusie, dat ze de weste- lijke methoden en wapens moesten over f nemen, wilden ze zich op de duur staan- de kunnen houden. Ze wilden hun his- f torische positie terug krijgen. D^t is het I streven van alle Chinezen, welke ideo- flogie ze ook aanhangen. En nu slaagden in 1949 de commu- I nisten erin de macht over het Chinese I continent aan de handen van Tsjang- kaï-tsjek te ontworstelen. Daarmee is een nieuw tijdperk begonnen. Het wes ten kan de Chinezen nu ni^t langer meer als „inboorlingen" behandelen. Ze ^ijn communisteni geworden en ze heb- i oen de atoombom gekregen. Daardoor is r ae situatie radicaal veranderd. Vroeger j trok het Westen voordeel uit de Chine- >se weerloosheid door het te tiranni seren. Deze periode is voorbij. Er waait nu een wervelwind over Zuidoost-Azië. ^owel de Westerse als de Chinees-com- :mumstische ideologie maken volgens ioynbee de fout, dat ze aannemen, dat f H°|J?.^st enige is dat uiteindelijk mee- ru- '^O'iflicten tussen mensen. i *-i»na's huidige strijdlust is daarom ae schuld van het Westen. De reden frf-7°°ï billijken. Die is de Wes- I lenjKe houding tegenover China. Wil i vi; j houding van een tegenstander k veranderen, dan kan men het beste be- „Mijne ziel dorst naar God, naar de levende God; waneer zal ik in gaan en voor Gods aangeziclit verschijnen?" (Psalm 42 3) De dorst naar God bUjkt een bepaald doel te hebben; en dat doel zou men dan nog weer kunnen onderscheiden in een aards, tijdelijk en éen eeuwig doel. Ex pres zeg ik voor eeuwig niet „geestelijk" want ook in zijn streven naar het aard se en tijdelijk doel is de stuw- en drijf kracht van Gods Geest te bespeuren. Daarom, in dit geval: geen (immers: valse) tegenstelling. We merkten al op, dat David ver van de Heere, van de tekenen van Zijn trouw en verbond, van de ark, die van Zijn gunst getuigt, in één woord: ver van Jeruzalem, zich verwijderd weet. Hij is in het „bronnenland" van de Jor- daan, waar deze rivier haar oorsprong neemt. Misschien had hij werkelijk dorst, een lichamelijke kwelling? Toch niet; want het was niet als bij Elia, toen de beek Krith uitdroogde. Het hert schreeuwde echt-elementair, naar water. Zonder water zoü het van dorst sterven. Zo ook David, zo ook bij elk kind des Hee- ren: zonder God en Diens ©emeenschap zou hij moeten omkomen. Want bij U, Heer is de Levensbron, en in hem heerst de nood van de geestelijke dood. Gods Gee§t maakte hem dit bekend. Vandaar die dorst, dat verlangen. Ook in het werk der toepassing is God, met name God de H. Geest, de Eerste, en trouwens ook de Laatste: Hij zal Zijn w^erk, voor mij vol-einden. De moderne mens vindt het maar zie lig van David, dat z'n ziel naar God verlangde. Tegenwoordig geloven de mensen met hun hoofd, desnoods met hun handen en voeten, maar de ziel krijgt stenen voor brood. Nee, wij mo gen en willen_ Gods alles-omvattende betekenis voor 's mensen hele leven, ook voor zijn lichaam, niet onderschat ten. Maar de „ziel" is toch het meest in nerlijke, het centrale in de mens. Hier ervaart de mens, dankzij Geestes-licht en -overtuiging, dat hij God mist en toch niet missen kan. Mijn ziel dorst naar God. Deze woor den zullen het houden, tegen alle be- spottirig en minachting der valselijk genaamde wetenschap. Wie geen kennis heeft aan de zaak, dat God de mens schiep naar Zijn beeld, dat God 's men sen ziel herschept eri vernieuwt (Ps. 51) weet in de grond der zaak niets. Zoéén komt met al zijn geleerdheid voor eeu wig te schande te staan. Maar inderdaad^ David had, in zijn Oods-verlangen, niet genoeg aan wat gepraat en geredeneer, hoe rechtzinnig ook, over God, Hij begeerde niet zijn dorst te lessen met een begrippen-God; dat ware trouwens een af-god, opge richt door zijn eigen geest. Nee, hij schreeuwt van verlangen naar de te genwoordigheid en nabijheid, de ont ferming en liefde van de „levende" God U moet in een „Godsdienstgeschiedenis" eens de plaatjes bekijken van de afgo den der heidenen. Psalm 115 heeft er een tekening van gegeven, evenals b.v. Jesaja in Hfdst. 40. Ze staren je wel aan, hebben schijnbaar ogen, maar het zijn afgoden van hout en steen, des noods van zilver of goud, maar ze zijn dood, en niet levend. Wij stoten hier op het meest verras sende element in de Bijbel: de persoon lijke, waarachtige Gods-openbaring. Zo min als wij^ kunnen begrijpen, dat een bedouïn als Abram Gods stem ontwaar de temidden van het rumoer van Ur der Chaldeeën, zomin begrijpen we iets van Davids verlangen naar God, als we het alleen maar zien in de horizontale sfeer; en niet opblikken tot God, niet zuchten om Zijn Geest, ons niet laten leiden doOT de Overste Leidsman des geloofs, Christus, in Zijn Woord en Evangelie. God was ook David een eeuwigheid voor. Niet David heeft God liefgehad, maar omgekeerd God zo'n in zich zon dige en verloren David. De naam „Da- wied" spelt het ons: God heeft hem lief, hij is 's Vaders beminde, in Christus, van voor de grondlegging der wereld. De vastigheid daarvan ligt niet in Da vid allereerslj, maar in Gods verbonds- trouw. Uit God is deze liefde, door Hem wordt die liefde-geur in stand gehouden vandaar deze heimwee-volle schreeuw van zielsverlangen en tot God zal ook deze, in de weg van leed en tegenheden gelouterde ziel wederke ren. David is hier een vreemdeling ge worden, een onbegrepene, een van alle kant vervolgde, maar en dat is eigen lijk zeker zo belangrijk ook een pel grim, een reiziger naar Sion. Zijn verlangen naar het aardse hei ligdom, als plaats van Gods-ontmoeting verheft zicli boven tijd en ruimte, in het verl^mgen: „Ach, wanneer?", zingen we daarvan zo menig keer in de berijm de psalm. Is het al uw echte, diepe ver zuchting? Verlangt ge naar het hemels Vaderland? -Om altijd bij God te zijn, om voor Zijn aangezicht te verschijnen? Hoor ik dat goed?, bent u daar ook zo bang van, eigenlijk. Voor God ligt alles naakt en geopend, uw gehele leven één doorschijnend en doorlicht leven, een mislukt, een verzondigd leven? Ga hèt bij uzelf maar na. En dan verlangen, om voor die God te verschijnen? O neen, zegt u, daar verlang ik nooit naar. Het kan ook niet, als u op uzelf blijft staan en op uzelf blijft letten. Maar geef eens acht op Christus, Ddvids-Zoon en -Hee re,, en als u nu eens achter Hem aan mocht gaan, als Hij u nu eens voor wil de gaan, om uw Voorspreker te zijn bij God, uw Wegbereider te wezen naar de Vader? Ja, dat zou alles veranderen; zo geeft ge toe. Welnu, dat geloof werkt Gods Geest, ook thans nog, in zondaars harten. O, smeek ik u: bid om die Geest om die Geest .van oordeel en uitbran ding, maar ook om die Geest van de aaimeming tot kinderen, in Welke wij roepen: „Abba, (lieve) Vader", Ach, wanneer?, zal ik ingaan en voor uw aangezicht verschijnen, om u, de Vader en het geslachte Lam Gods, door de eeuwige Geest toe brengen de lof, de dank, de eer en de aanbidding tot in alle eeuwigheid! St. Maartensdijk Ds. J. v. d. Haar HAZET-FABRIEKEN Zevenbergen N.B. ginnen met zijn houding tegenover hem te veranderen. Willen wij onze betrek kingen met China verbeteren, dan moe ten we erkennen, dat de Chinezen onze' gelijken zijn. Dit betekent, dat zij even veel recht hebben om communisten te worden als wij om onze burgerlijke 'öe- giriselen te bewaren en om evenals wij de „bom" te bezitten. Volgens hetzelfde principe zou een „Monróe-do&trine" voor China in Oost-Azië net zo gerecht vaardigd zijn als die voor de Veren. Staten op Jiet Amerikaanse Continent. Nu is het wel merkwaardig, dat juist deze Veren. Staten gedurende de eeuw van China's vernedering het enige machtig land waren, dat zich ervan ont hield voordeel te trekken uit China's zwakte. Zij stuurden er geen soldaten of zakenlieden heen, maar zendelingen, doktoren en onderwijzers. Maar' dit is veranderd. Terwijl het vroeger de Euro pese Westerlingen en de Japanners wa ren, die de Chinezen als inboorlingen behandelden, die niet meetelden, hebben sinds 1949 de Amerikanen hun plaats overgenomen en zij zijn nog een stap verder gegaan. Geen ander vreemd volk heeft de Chinezen ooit een behandeling gegeven, die zozeer hun woede heeft op gewekt. Het is een paradsx en een tra gedie, dat vandaag de dag Amerina China's vijand nummer één moet zijn. Toynbee duidt dan enkele mogelijk heden aan, waarop de Amerikanen een nieuwe houding ten opzichte van China zouden kunnen baseren. Momenteel houdt Amerika China buiten de Ver enigde Naties en probeert het ook Chi na's buitenlandse handel te vernietigen. De schrijver stelt voor dat Amerika de opneming van China in de V.N. steunt en dat het helpt om zijn buitenlandse handel op te bouwen, ook al gaat China door met afwijzingen. Het zal niet mo gelijk zijn de Chinese vijandigheid, die de V.S. in de loop der jaren tegen zich zelf hebben opgebouwd, in één dag weg te toveren. Maar de Amerikanen moe ten trachten vrije constructieve bespre kingen te openen ook over de huidige territoriale problemen. Ze moeten er zich in een beeld van vormen hoe hun aanwezigheid op Formosa, in Zuid-Ko- rea en in Zuid-Vietnam eruit ziet van uit de Chinese gezichtshoek. Zolang Chi na zijn. eenheid en onafhankelijkheid behoudt, zal het zich nooit verzoenen met de Amerikaanse aanwezigheid m die landen. Wanneer het China van liet jaar 2000 eens Alaska, Brits-Columbia en Zuid-Mexico (respectievelijk analoog aan bovengenoemde drie landen) zou bezetten, zouden de Amerikanen toch ook proberen de Chinezen uit deze po sities te verdringen door het steunen van plaatselijke verzetsbewegingen? Omdat het zelfs niet in de macht van de Veren. Staten ligt om Continentaal China te onderwerpen moet Amerika met dit land tot overeenstemming zien te komen. Een herenigd en neutraal Vietnam en Korea zou de oplossing kunnen zijn.. Men kan daartegen inbren gen, dat deze vrijwel zeker communis tisch zouden worden. Maar zelfs als dit het geval ware, dan zouden ze nog al tijd nationaal-communistisch zijn en hun nationalisme zou ernaar streven China buiten de deur te houden (zoals Tito in Europa met de Russen doet). Wat Formosa betreft, de dagen van Tsjang-kai-tsjek en zijn leger zijn daar geteld. Over tien jaar is het in handen van zijn 8 miljoen oorspronkelijke be woners. Daarom rnoeten de V.S. nu sa men met China pogen te bereiken, dat de Formosanen wordt toegestaan over hun eigen bestemming te beslissen. Zo moet er volgens prof. Toynbee een,ge heel nieuwe Amerikaanse politiek t.o.v. China komen. Blijvende vijandigheid zal op de duur leiden tot beider zelfmoord via de kernwapens. Tot zover Toynbee. In een volgend artikel een beschouwing over al deze denkbeelden. -O- Zoals de foto toont heeft Ch. van Swal (H 138) dinsdag winnaar van de eerste wedstrijd ook woensdag een grote rol gespeeld in 'de tweede wedstrijd om het officieuze Sharpie-kampioenschap op de Westeinderplassen. Hij zeilde de wedstrijd als eerste uit, maar werd gten winnaar, wegens het te vroeg starten. -Gelukkig maar dat van de 6 wedstrij den de wedstrijd, waarin men het slechtst wordt geklasseerd, niet meetelt. Onder dit opschrift schreef de Ver. tot bevordering van de Zondagsrust en Zondagsheiliging, gevestigd te Ede, dit hier volgende schrijven aan de kerke- raad der Doopsgezinde Gemeente -te Wormerveer. Het is nu ruim drie decennia geleden dat de bekende historicus prof. J. Hui- zinga in zijn: „In de schaduwen van morgen" (1933) op klemmende wijze'^ uit drukking gaf aan zijn verontrusting over het verval der morele normen en de algemene oordeelsverzwakking in de moderne samenleving. „Wij leven in een bezeten wereld", aldus de aanhef van dit ook buiten 's lands grenzen beroem de werk. „Het zou voor niemand onver wacht komen, als de waanzin eensklaps losbrak in razernij, waaruit deze arme Europese wereld achterbleef in ver- stomping en verdwazing, de motoren nog draaiende en de vlaggen nog wap perende, maar de geest geweken". In de voorbijgegane oorlogsjaren is de waarheid van deze haast profetische voorspelling op ontstellende wijze ge bleken. Is de verbijsterende snelle op komst van ideologieën a''s nationaal- socialisme en communisme niet voor namelijk te verklaren ut de aanwezig heid van een gunstige voedingsbodem in <^s werelddeel? De zedelijke en reli gieuze grondslagen van onze samenle ving waren inzonderheid de laatste eeuwen uitgehold door zielsmisleidende leringen, het Woord Gods van zijn kracht beroofd, ja God Zelf door een veelgeprezen en -gelezen Nietsche dood verklaard. De huidige cultuurcrisis vergelijkend met de vroegere, dringt volgens prof. Huizinga eèn vraag aan ons op: „De gang der Romeinse beschaving was een .gang naar de barbaric. Zal die der hui dige cultuur het ook zijn?" (blz. 21) Zien.de op onderscheidene verschijn selen rondom ons, is deze vraag wel ge wettigd. Bij de vele verschuivingen, die over de hele linie van het leven plaats vinden: de afrekening met historische verworvenheden, de^toenemende norm loosheid i.v.m. de loslating van het Schriftgezag drukken het stempel ook op de levenswandel der Christenheid. Met een beroep op het zogenaamde NAAR DE MIDDELHRRNIS-TEL:Z3ZS Te Nièuwerkerk had een wel zeer droevig ongeval plaats met dodelijke afloop. De vierjarige Erik Walhout kwam op zijn step aan de Unastraat uit een pad bij de ouderlijke woning, en reed over het trotoir de rijweg op. Juist op dat moment passeerde een vracht wagen met aanhanger bestuurd door N. V. d. W. te Nièuwerkerk. Het ventje botste tegen de aanhangwagen en het ergste liet zich aanzien. Omstanders snelden toe en ijlings werd dokter v. d. Zande ontboden. Deze bracht het jonge tje direct naar het Zweedse Roode Kruis te Zierikzee. Bij aankomst bleek de jongen te zijn overleden. Het mede leven met de getroffen familie is groot. moderne levensgevoel is deze ontwik keling o.i. echter niet gerechtvaardigd. Van doorslaggevende betekenis is al leen wat Qóds Woord ons in dit op zicht gebiedt. Een hieraan beantwoor dende levenspraktijk is dan ook het beste bewijs, dat aan dit Woord alle gel digheid wordt toegekend. Met een beroep op het zogenaamde moderne levensgevoel is deze ontwikke ling o.i. echter niet gerechtvaardigd. Van doorslaggevende betekenis is alleen wat Gods Woord ons in'dit opzicht ge biedt. Een hieraan beantwoordende le venspraktijk is dan ook het beste be wijs, dat aan dit Woord alle geldigheid wordt toegekend. Met ernstige bezorgdheid werd door ons dan ook kennis genomen van dé persberichten, welke ons attenderen op het door uw kerkeraad genomen besluit op vrijdagavond kerkdiensten te beleg gen. Indien dit besliiit zou zijn gemoti veerd met een geroep op de begeerte haar geestelijke onderwijzing door mid del van de verkondiging des Woords, zou uw initiatief alleszins toe te juichen zijn geweest. Helaas ligt blijkensge noemd bericht een andere drijfveer aan uw besluit ten grondslag. De moge lijkheid tot recreatie moet worden ver ruimd voor degenen, die tijdens de lan ge zonierweekenden het strand ïjrefe- reren boven het kerkbezoek. De ver minderde behoefte aan kerkgang moet worden opgevangen door een concessie aan louter wereldse begeerten, waaraan het nadrukkelijk gebod Gods onderge schikt wordt gemaakt. Hier wordt o.i. niet alleen de Christelijke levensstijl, hier wordt ook eii inzonderheid Gods Woord geweld aangedaan. Dit is dan ook de reden, dat wij onze principiële bezwaren tegen de door u voorgestelde gedragslijn gaarne onder uw welwillen de aandacht zouden willen brengen. Het criterium voor een Gode welbe- haaglijke en mitsdien verantwoorde zondagsviering vinden we duidelijk om schreven in de Heilige Schrift. Krach tens scheppingsordinantie is de rust dag een bijzondere instelling Gods met het tweeledig doel van rust en heiliging gegeven, en door Goddelijk voorbeeld bekrachtigd. Aangezien het gewijde ka rakter van deze dag door de zonde steeds meer'werd verduisterd, is deze oorspronkelijke instelling Gods aan het volk Israël op de Sinaï bekrachtigd en opnieuw ingescherpt in het vierde ge bod der Decaloog. Deze Decaloog, in tien geboden vervat, behelst de eeuwige Zedewet, oorspronkelijk de mens inge schapen, en schrijft een nauwkeurige gedragslijn voor inzake de praktijk van het leven. De eis van Gods Woord mag dan ook niet met een beroep op recrea tieve of economische noodzakelijkheid worden ontzenuwd en door allerlei con cessies aan de geest des tijds van zijn kracht worden beroofd. De materiële welvaart van ons volk is in de na-oorlogse jaren in ruime ma te toegenomen. Toch menen wij te moe ten constateren, dat de geestelijke ont wikkeling hiermee geen gelijke tred heeft gehouden. Psychische frustatie en geestelijk onbehagen zijn volgens de so cioloog prof. Zahn de gevolgen van de welvaartsroes. AUerwege openbaart zich een geest van bandeloosheid en streven naar materieel gewin en ver strooiing. Als wij de historie nagaan, zien wij dat een dergelijke geestesge steldheid machtige rijken te gronde heeft gericht, zodat de door prof. Hui zinga gestelde en in dit schrijven ge citeerde vraag naar de toekomst van on ze cultuur wel mag blijven klemmen. Temeer waar onze westerse cultuur aan het Christendom is ontsproten en nog altijd een christelijk signatuur vertoont," al wordt menig kenmerk hiervan op het terrein van het openbare leven geleide lijk uitgewist. Een zondag waarop de christelijke eredienst niet centraal wordt gesteld, waarop God niet staat in het middelpunt van ons gedachtenleven, is geen dag des Heeren meer, maar een dag van „alledaags niveau", een dag zonder geestelijke recreatie, waardoor het ontkersteningsproces eerder wordt verhaast dan afgeremd. En dat deze ontwikkeling niet denkbeeldig is, blijkt wel uit de uitlatingen van uw predi kant, d.s A. Zwartendijk, de getuige een artikel in „De Zaanlander" van 18" juni j.l., het niet uitgesloten achtte dat de zondagsdiensten het veld zullen ruimen voor de vrijdagavonddiensten, op voor waarde, dat deze diensten een succes zullen blijken te zijn. Wij kunnen tot ons leedwezen hieruit niet anders con cluderen dan dat hier een breuk wordt geforceerd met de continuïteit van de rustdag-idee in Oude en Nieujve Testa ment, een breuk ook met de doorgaande lijn der historie, een revolutionaire om wenteling dus op dit gebied. Wij kunnen een. initiatief als boven genoemd dan ook niet anders kwalifi ceren dan als een aanpassings-manoeu- vre van bedenkelijk en onschriftuurlijk karakter en een sjnnptoon van geestelij ke inflatie, waarvan de gevolgen niet te overzien zullen zijn. Wij vrezen dat ten gevolge hiervan het kerkbezoek toch al aan verval onderhevig nog meer zal teruglopen, de huisgodsdienst steeds minder zal worden beoefend, persoon lijk meditatie en gebed in toenemende mate worden veronachtzaamd. Waar men immers aan God niet het zevende deel van zijn leven gunt en dit voor privé-genoegens annexeert, loopt de geestelijke volksgezondheid gevaar en wat erger is wordt God van de Hem verschuldigde erkenning beroofd. Menig landgenoot ziet dan ook met klimmende zorg en smartelijke gewaar wording de zondag ontkerstenen en ten offer vallen aan de van God afwijkende geest des tijds. De onderscheidene nieuwmodische theologische constructies bieden hier geen soelaas. Men moge dan spreken van een aanpassing aan het algemeen recreatie-patroon" en „een godsdiensti ge herwaardering van de zondag" (prof. dr. P. Smits), wij kunnen deze uitla tingen niet anders waarderen dan als een vorm van welwillend rouwbetoon aan het graf van de bijbelse zondags-; viering. Het is ons niet bekend dat u zich gezien uw theologische gedach- tengang 'veelszins op de uitspraak der Bergrede oriënteert. De slotsom hier van worde echter niet genegeerd of ver geten: „Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt". "Wij ontveinzen ons niet, dat ons schjij- ven enig weerstand zal oproepen. Op deze wijze hebben wij echter gemeend uitdrukking te heben gegeven aan onze principiële bezwaren, in de hoop, dat u de hierin aangeduide problematiek tot een punt van 'ernstige overweging zult maken. Moge één en ander resulteren in begrip voor het door ons ingenomen standpunt, opdat de dag des Heeren meer dan tot dusver aan zijn verheven oogmerk moge beantwoorden. Namens het bestuur, (w.g.) W. V. d. ZWAAG. Speciaal in het opmaken van B. V. d. VEER Telefoon 2682 Westd^k 36 MIDDELHAR XIS

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 1