Op zondag naar het strand
dan op vrijdag naar de kerk
Prof. Toynbee over
de Amerikaanse
politiek
J^eaitatie
F^C.KORTEHEIjsZOON
38e jaargang
Vrijdag 13 augustus 1965
No. 3410
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG-s
VOOR DB ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN'.
Ach, wanneer
'schuimrubber
nog nooit geëvenaard!
DE OFFICIEUZE EUROPESE SHARPIE-KAMPIOENSCHAPPEN
Tragisch ongeluk te
Nièuwerkerk
Fruitmanden en Fruitlialtjes
»De Fruitcentrale"
PBmS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDF.T.HARNIS
Bedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, SommelsdiJk
Tel. (01870) 26 29. na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167980
ji
FerichyiU tweemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS 2,B0 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm.
Bi] contract speciaal tarief.
Nu de 'buitenlandse politiek van de
Verenigde Staten van Noord-Améilka,
zoals deze thans geleid wordt door pre
sident Johnson, door de oorlog in Viet
nam in het middelpunt van de wereld
belangstelling staat, kan men vanzelf
sprekend allerlei beoordelingen daarvan
vernemen. Zo wel in Amerika zelf als
daarbuiten zijn deze oordelen erg uit
eenlopend, van volledige instemming tot
felle afkeuring. Ook in ons land kan
men dit constateren, hoewel het aantal
dergenen, die er afwijzend of scherp
kritisch tegenover staan naar onze in
druk slechts gering is. Het beperkt zich
in hoofdzaak tot communisten en paci
fisten en van beide groepen kan mei).
moeUijk iets anders verwachten. Het
ligt voor de hand, dat ons oordeel er
over bepaald wordt door onze politieke
overtuiging. Het kan echter leerzaam
zijn, eens kennis te nemen van de be
schouwingen van een bekend geleerde,
die berusten op grondige kennis van de
geschiedenis der internationale verhou
dingen.
Onlangs vonden we in één van onze
dagbladen een tweetal interessante ar
tikelen van de hand van de vermaarde
Engelse historicus prof. dr. Arnold
Toynbee. Deze thans reeds 76-jarige ge
leerde is niet alleen geschiedkundige,
doch ook geschiedfilosoof en cultuur-
socioloog en hij gaf vroeger college in
internationale geschiedenis. Zijn be
kendste werk is „A study of History",
waarin hij een vergelijkende studie
geeft van de diverse beschavingen in
het verloop van de wereldgeschiedenis.
Zijn beschouwingen over deze materie
hebben een heel andere tendens dan die
van de Duitser Oswald Spengler in
diens vóór de oorlog verschenen werk
over „Der Untergang- des Abendlandes".
De laatste baseerde zich op een soort
fatalisme a la Nietsche, doch Toynbee
is iemand van christelijke levensover
tuiging. Ook hij meent wel, dat onze
westerse beschaving al lang in de fase
van ontbinding verkeert, maar wan
neer de volkeren zich tot Christus be
keren, kan dit hun ondergang als be
schaving verhinderen. We zijn dus ge-^
neigd naar zijn beschouwingen te luis
teren.
Toynbee concentreert deze op de re
latie van het Westen tot het nieuwe
China. Sedert dit communistisch is, ver
oorzaakt het bij ons vrees en vijandig
heid, zo zegt hij. Wij zien het als een
nijdige reus, die woedend op ons neer
kijkt met dreigende gebaren. En niet al
leen de Amerikanen en wij zien het zo,
maar in feite ook de Russen, al geven ze
dit "terwille van de communistische so^
lidariteit niet toe. China toont welbe
wust dit woeste, agressieve beeld. Het
wordt uit de Veren. Naties gehouden,
maar het wil van dit „imperialistische"
gezelschap niet eens lid zijn. Als Mao
Tse Toeng het nodig vindt, formeert hij
zelf met Indonesië samen wel zo'n orga
nisatie en hij verwacht dan dat Azië,
Afrika en Latijns-Amerika zich daarbij
zullen aansluiten.
Toynbee stelt dan vast, dat dit strijd
lustige beeld geheel in tegenstelling is
I tot het traditionele Chinese gedrag sinds
de derde eeuw vóór Christus. Geduren-
de 22 eeuwen hebben de Chinezen tact
I verkozen boven geweld. Waarom is dit
[nu veranderd? Dat is volgens de schr.
de schuld van de Europeanen in de eer-
I ste plaats. Het begon in 1840 toen de
I Engelsen China aanvielen en de z.g.
opiumoorlog ontketenden, waardoor ze
de Chinezen dwongen de Indische
opium te accepteren. Ook andere Euro
pese landen wierpen zich op de reus
China: Frankrijk, Duitsland, Rusland en
later ook Japan. Zij allen beten stukken
uit het Chmese territorium, waarbij
Rusland de grootste hap deed! Zo ligt
er tussen de jaren'1840 en 1945. voor
China een eeuw van vernedering door
de westerse „barbaren".
Gedurende al die tijd bleven ze hun
traditionele manier van leven en tactiek
handhaven. Ze wilden hun oude bescha-
ving, die ze verre superieur achtten aan
I die van de blanken en de Japanners,
handhaven. Maar tenslotte kwamen ze
toch tot de conclusie, dat ze de weste-
lijke methoden en wapens moesten over
f nemen, wilden ze zich op de duur staan-
de kunnen houden. Ze wilden hun his-
f torische positie terug krijgen. D^t is het
I streven van alle Chinezen, welke ideo-
flogie ze ook aanhangen.
En nu slaagden in 1949 de commu-
I nisten erin de macht over het Chinese
I continent aan de handen van Tsjang-
kaï-tsjek te ontworstelen. Daarmee is
een nieuw tijdperk begonnen. Het wes
ten kan de Chinezen nu ni^t langer
meer als „inboorlingen" behandelen. Ze
^ijn communisteni geworden en ze heb-
i oen de atoombom gekregen. Daardoor is
r ae situatie radicaal veranderd. Vroeger
j trok het Westen voordeel uit de Chine-
>se weerloosheid door het te tiranni
seren. Deze periode is voorbij. Er waait
nu een wervelwind over Zuidoost-Azië.
^owel de Westerse als de Chinees-com-
:mumstische ideologie maken volgens
ioynbee de fout, dat ze aannemen, dat
f H°|J?.^st enige is dat uiteindelijk mee-
ru- '^O'iflicten tussen mensen.
i *-i»na's huidige strijdlust is daarom
ae schuld van het Westen. De reden
frf-7°°ï billijken. Die is de Wes-
I lenjKe houding tegenover China. Wil
i vi; j houding van een tegenstander
k veranderen, dan kan men het beste be-
„Mijne ziel dorst naar God, naar
de levende God; waneer zal ik in
gaan en voor Gods aangeziclit
verschijnen?" (Psalm 42 3)
De dorst naar God bUjkt een bepaald
doel te hebben; en dat doel zou men dan
nog weer kunnen onderscheiden in een
aards, tijdelijk en éen eeuwig doel. Ex
pres zeg ik voor eeuwig niet „geestelijk"
want ook in zijn streven naar het aard
se en tijdelijk doel is de stuw- en drijf
kracht van Gods Geest te bespeuren.
Daarom, in dit geval: geen (immers:
valse) tegenstelling.
We merkten al op, dat David ver van
de Heere, van de tekenen van Zijn
trouw en verbond, van de ark, die van
Zijn gunst getuigt, in één woord: ver
van Jeruzalem, zich verwijderd weet.
Hij is in het „bronnenland" van de Jor-
daan, waar deze rivier haar oorsprong
neemt.
Misschien had hij werkelijk dorst, een
lichamelijke kwelling? Toch niet; want
het was niet als bij Elia, toen de beek
Krith uitdroogde. Het hert schreeuwde
echt-elementair, naar water. Zonder
water zoü het van dorst sterven. Zo
ook David, zo ook bij elk kind des Hee-
ren: zonder God en Diens ©emeenschap
zou hij moeten omkomen. Want bij U,
Heer is de Levensbron, en in hem heerst
de nood van de geestelijke dood. Gods
Gee§t maakte hem dit bekend. Vandaar
die dorst, dat verlangen. Ook in het
werk der toepassing is God, met name
God de H. Geest, de Eerste, en trouwens
ook de Laatste: Hij zal Zijn w^erk, voor
mij vol-einden.
De moderne mens vindt het maar zie
lig van David, dat z'n ziel naar God
verlangde. Tegenwoordig geloven de
mensen met hun hoofd, desnoods met
hun handen en voeten, maar de ziel
krijgt stenen voor brood. Nee, wij mo
gen en willen_ Gods alles-omvattende
betekenis voor 's mensen hele leven,
ook voor zijn lichaam, niet onderschat
ten. Maar de „ziel" is toch het meest in
nerlijke, het centrale in de mens. Hier
ervaart de mens, dankzij Geestes-licht
en -overtuiging, dat hij God mist en
toch niet missen kan.
Mijn ziel dorst naar God. Deze woor
den zullen het houden, tegen alle be-
spottirig en minachting der valselijk
genaamde wetenschap. Wie geen kennis
heeft aan de zaak, dat God de mens
schiep naar Zijn beeld, dat God 's men
sen ziel herschept eri vernieuwt (Ps. 51)
weet in de grond der zaak niets. Zoéén
komt met al zijn geleerdheid voor eeu
wig te schande te staan.
Maar inderdaad^ David had, in zijn
Oods-verlangen, niet genoeg aan wat
gepraat en geredeneer, hoe rechtzinnig
ook, over God, Hij begeerde niet zijn
dorst te lessen met een begrippen-God;
dat ware trouwens een af-god, opge
richt door zijn eigen geest. Nee, hij
schreeuwt van verlangen naar de te
genwoordigheid en nabijheid, de ont
ferming en liefde van de „levende" God
U moet in een „Godsdienstgeschiedenis"
eens de plaatjes bekijken van de afgo
den der heidenen. Psalm 115 heeft er
een tekening van gegeven, evenals b.v.
Jesaja in Hfdst. 40. Ze staren je wel
aan, hebben schijnbaar ogen, maar het
zijn afgoden van hout en steen, des
noods van zilver of goud, maar ze zijn
dood, en niet levend.
Wij stoten hier op het meest verras
sende element in de Bijbel: de persoon
lijke, waarachtige Gods-openbaring. Zo
min als wij^ kunnen begrijpen, dat een
bedouïn als Abram Gods stem ontwaar
de temidden van het rumoer van Ur der
Chaldeeën, zomin begrijpen we iets van
Davids verlangen naar God, als we het
alleen maar zien in de horizontale sfeer;
en niet opblikken tot God, niet zuchten
om Zijn Geest, ons niet laten leiden
doOT de Overste Leidsman des geloofs,
Christus, in Zijn Woord en Evangelie.
God was ook David een eeuwigheid
voor. Niet David heeft God liefgehad,
maar omgekeerd God zo'n in zich zon
dige en verloren David. De naam „Da-
wied" spelt het ons: God heeft hem lief,
hij is 's Vaders beminde, in Christus,
van voor de grondlegging der wereld.
De vastigheid daarvan ligt niet in Da
vid allereerslj, maar in Gods verbonds-
trouw.
Uit God is deze liefde, door Hem
wordt die liefde-geur in stand gehouden
vandaar deze heimwee-volle
schreeuw van zielsverlangen en tot
God zal ook deze, in de weg van leed
en tegenheden gelouterde ziel wederke
ren. David is hier een vreemdeling ge
worden, een onbegrepene, een van alle
kant vervolgde, maar en dat is eigen
lijk zeker zo belangrijk ook een pel
grim, een reiziger naar Sion.
Zijn verlangen naar het aardse hei
ligdom, als plaats van Gods-ontmoeting
verheft zicli boven tijd en ruimte, in het
verl^mgen: „Ach, wanneer?", zingen
we daarvan zo menig keer in de berijm
de psalm. Is het al uw echte, diepe ver
zuchting? Verlangt ge naar het hemels
Vaderland? -Om altijd bij God te zijn,
om voor Zijn aangezicht te verschijnen?
Hoor ik dat goed?, bent u daar ook zo
bang van, eigenlijk. Voor God ligt alles
naakt en geopend, uw gehele leven één
doorschijnend en doorlicht leven, een
mislukt, een verzondigd leven? Ga hèt
bij uzelf maar na. En dan verlangen, om
voor die God te verschijnen? O neen,
zegt u, daar verlang ik nooit naar. Het
kan ook niet, als u op uzelf blijft staan
en op uzelf blijft letten. Maar geef eens
acht op Christus, Ddvids-Zoon en -Hee
re,, en als u nu eens achter Hem aan
mocht gaan, als Hij u nu eens voor wil
de gaan, om uw Voorspreker te zijn bij
God, uw Wegbereider te wezen naar de
Vader? Ja, dat zou alles veranderen;
zo geeft ge toe. Welnu, dat geloof werkt
Gods Geest, ook thans nog, in zondaars
harten. O, smeek ik u: bid om die Geest
om die Geest .van oordeel en uitbran
ding, maar ook om die Geest van de
aaimeming tot kinderen, in Welke wij
roepen: „Abba, (lieve) Vader", Ach,
wanneer?, zal ik ingaan en voor uw
aangezicht verschijnen, om u, de Vader
en het geslachte Lam Gods, door de
eeuwige Geest toe brengen de lof, de
dank, de eer en de aanbidding tot in
alle eeuwigheid!
St. Maartensdijk Ds. J. v. d. Haar
HAZET-FABRIEKEN
Zevenbergen N.B.
ginnen met zijn houding tegenover hem
te veranderen. Willen wij onze betrek
kingen met China verbeteren, dan moe
ten we erkennen, dat de Chinezen onze'
gelijken zijn. Dit betekent, dat zij even
veel recht hebben om communisten te
worden als wij om onze burgerlijke 'öe-
giriselen te bewaren en om evenals wij
de „bom" te bezitten. Volgens hetzelfde
principe zou een „Monróe-do&trine"
voor China in Oost-Azië net zo gerecht
vaardigd zijn als die voor de Veren.
Staten op Jiet Amerikaanse Continent.
Nu is het wel merkwaardig, dat juist
deze Veren. Staten gedurende de eeuw
van China's vernedering het enige
machtig land waren, dat zich ervan ont
hield voordeel te trekken uit China's
zwakte. Zij stuurden er geen soldaten
of zakenlieden heen, maar zendelingen,
doktoren en onderwijzers. Maar' dit is
veranderd. Terwijl het vroeger de Euro
pese Westerlingen en de Japanners wa
ren, die de Chinezen als inboorlingen
behandelden, die niet meetelden, hebben
sinds 1949 de Amerikanen hun plaats
overgenomen en zij zijn nog een stap
verder gegaan. Geen ander vreemd volk
heeft de Chinezen ooit een behandeling
gegeven, die zozeer hun woede heeft op
gewekt. Het is een paradsx en een tra
gedie, dat vandaag de dag Amerina
China's vijand nummer één moet zijn.
Toynbee duidt dan enkele mogelijk
heden aan, waarop de Amerikanen een
nieuwe houding ten opzichte van China
zouden kunnen baseren. Momenteel
houdt Amerika China buiten de Ver
enigde Naties en probeert het ook Chi
na's buitenlandse handel te vernietigen.
De schrijver stelt voor dat Amerika de
opneming van China in de V.N. steunt
en dat het helpt om zijn buitenlandse
handel op te bouwen, ook al gaat China
door met afwijzingen. Het zal niet mo
gelijk zijn de Chinese vijandigheid, die
de V.S. in de loop der jaren tegen zich
zelf hebben opgebouwd, in één dag weg
te toveren. Maar de Amerikanen moe
ten trachten vrije constructieve bespre
kingen te openen ook over de huidige
territoriale problemen. Ze moeten er
zich in een beeld van vormen hoe hun
aanwezigheid op Formosa, in Zuid-Ko-
rea en in Zuid-Vietnam eruit ziet van
uit de Chinese gezichtshoek. Zolang Chi
na zijn. eenheid en onafhankelijkheid
behoudt, zal het zich nooit verzoenen
met de Amerikaanse aanwezigheid m
die landen. Wanneer het China van liet
jaar 2000 eens Alaska, Brits-Columbia
en Zuid-Mexico (respectievelijk analoog
aan bovengenoemde drie landen) zou
bezetten, zouden de Amerikanen toch
ook proberen de Chinezen uit deze po
sities te verdringen door het steunen
van plaatselijke verzetsbewegingen?
Omdat het zelfs niet in de macht van
de Veren. Staten ligt om Continentaal
China te onderwerpen moet Amerika
met dit land tot overeenstemming zien
te komen. Een herenigd en neutraal
Vietnam en Korea zou de oplossing
kunnen zijn.. Men kan daartegen inbren
gen, dat deze vrijwel zeker communis
tisch zouden worden. Maar zelfs als dit
het geval ware, dan zouden ze nog al
tijd nationaal-communistisch zijn en
hun nationalisme zou ernaar streven
China buiten de deur te houden (zoals
Tito in Europa met de Russen doet).
Wat Formosa betreft, de dagen van
Tsjang-kai-tsjek en zijn leger zijn daar
geteld. Over tien jaar is het in handen
van zijn 8 miljoen oorspronkelijke be
woners. Daarom rnoeten de V.S. nu sa
men met China pogen te bereiken, dat
de Formosanen wordt toegestaan over
hun eigen bestemming te beslissen. Zo
moet er volgens prof. Toynbee een,ge
heel nieuwe Amerikaanse politiek t.o.v.
China komen. Blijvende vijandigheid zal
op de duur leiden tot beider zelfmoord
via de kernwapens.
Tot zover Toynbee. In een volgend
artikel een beschouwing over al deze
denkbeelden.
-O-
Zoals de foto toont heeft Ch. van Swal (H 138) dinsdag winnaar van de eerste wedstrijd ook woensdag een grote
rol gespeeld in 'de tweede wedstrijd om het officieuze Sharpie-kampioenschap op de Westeinderplassen. Hij zeilde de
wedstrijd als eerste uit, maar werd gten winnaar, wegens het te vroeg starten. -Gelukkig maar dat van de 6 wedstrij
den de wedstrijd, waarin men het slechtst wordt geklasseerd, niet meetelt.
Onder dit opschrift schreef de Ver.
tot bevordering van de Zondagsrust en
Zondagsheiliging, gevestigd te Ede, dit
hier volgende schrijven aan de kerke-
raad der Doopsgezinde Gemeente -te
Wormerveer.
Het is nu ruim drie decennia geleden
dat de bekende historicus prof. J. Hui-
zinga in zijn: „In de schaduwen van
morgen" (1933) op klemmende wijze'^ uit
drukking gaf aan zijn verontrusting
over het verval der morele normen en
de algemene oordeelsverzwakking in de
moderne samenleving. „Wij leven in een
bezeten wereld", aldus de aanhef van
dit ook buiten 's lands grenzen beroem
de werk. „Het zou voor niemand onver
wacht komen, als de waanzin eensklaps
losbrak in razernij, waaruit deze arme
Europese wereld achterbleef in ver-
stomping en verdwazing, de motoren
nog draaiende en de vlaggen nog wap
perende, maar de geest geweken". In
de voorbijgegane oorlogsjaren is de
waarheid van deze haast profetische
voorspelling op ontstellende wijze ge
bleken. Is de verbijsterende snelle op
komst van ideologieën a''s nationaal-
socialisme en communisme niet voor
namelijk te verklaren ut de aanwezig
heid van een gunstige voedingsbodem
in <^s werelddeel? De zedelijke en reli
gieuze grondslagen van onze samenle
ving waren inzonderheid de laatste
eeuwen uitgehold door zielsmisleidende
leringen, het Woord Gods van zijn
kracht beroofd, ja God Zelf door een
veelgeprezen en -gelezen Nietsche dood
verklaard.
De huidige cultuurcrisis vergelijkend
met de vroegere, dringt volgens prof.
Huizinga eèn vraag aan ons op: „De
gang der Romeinse beschaving was een
.gang naar de barbaric. Zal die der hui
dige cultuur het ook zijn?" (blz. 21)
Zien.de op onderscheidene verschijn
selen rondom ons, is deze vraag wel ge
wettigd. Bij de vele verschuivingen, die
over de hele linie van het leven plaats
vinden: de afrekening met historische
verworvenheden, de^toenemende norm
loosheid i.v.m. de loslating van het
Schriftgezag drukken het stempel ook
op de levenswandel der Christenheid.
Met een beroep op het zogenaamde
NAAR DE
MIDDELHRRNIS-TEL:Z3ZS
Te Nièuwerkerk had een wel zeer
droevig ongeval plaats met dodelijke
afloop. De vierjarige Erik Walhout
kwam op zijn step aan de Unastraat uit
een pad bij de ouderlijke woning, en
reed over het trotoir de rijweg op. Juist
op dat moment passeerde een vracht
wagen met aanhanger bestuurd door
N. V. d. W. te Nièuwerkerk. Het ventje
botste tegen de aanhangwagen en het
ergste liet zich aanzien. Omstanders
snelden toe en ijlings werd dokter v. d.
Zande ontboden. Deze bracht het jonge
tje direct naar het Zweedse Roode
Kruis te Zierikzee. Bij aankomst bleek
de jongen te zijn overleden. Het mede
leven met de getroffen familie is groot.
moderne levensgevoel is deze ontwik
keling o.i. echter niet gerechtvaardigd.
Van doorslaggevende betekenis is al
leen wat Qóds Woord ons in dit op
zicht gebiedt. Een hieraan beantwoor
dende levenspraktijk is dan ook het
beste bewijs, dat aan dit Woord alle gel
digheid wordt toegekend.
Met een beroep op het zogenaamde
moderne levensgevoel is deze ontwikke
ling o.i. echter niet gerechtvaardigd.
Van doorslaggevende betekenis is alleen
wat Gods Woord ons in'dit opzicht ge
biedt. Een hieraan beantwoordende le
venspraktijk is dan ook het beste be
wijs, dat aan dit Woord alle geldigheid
wordt toegekend.
Met ernstige bezorgdheid werd door
ons dan ook kennis genomen van dé
persberichten, welke ons attenderen op
het door uw kerkeraad genomen besluit
op vrijdagavond kerkdiensten te beleg
gen. Indien dit besliiit zou zijn gemoti
veerd met een geroep op de begeerte
haar geestelijke onderwijzing door mid
del van de verkondiging des Woords,
zou uw initiatief alleszins toe te juichen
zijn geweest. Helaas ligt blijkensge
noemd bericht een andere drijfveer
aan uw besluit ten grondslag. De moge
lijkheid tot recreatie moet worden ver
ruimd voor degenen, die tijdens de lan
ge zonierweekenden het strand ïjrefe-
reren boven het kerkbezoek. De ver
minderde behoefte aan kerkgang moet
worden opgevangen door een concessie
aan louter wereldse begeerten, waaraan
het nadrukkelijk gebod Gods onderge
schikt wordt gemaakt. Hier wordt o.i.
niet alleen de Christelijke levensstijl,
hier wordt ook eii inzonderheid Gods
Woord geweld aangedaan. Dit is dan
ook de reden, dat wij onze principiële
bezwaren tegen de door u voorgestelde
gedragslijn gaarne onder uw welwillen
de aandacht zouden willen brengen.
Het criterium voor een Gode welbe-
haaglijke en mitsdien verantwoorde
zondagsviering vinden we duidelijk om
schreven in de Heilige Schrift. Krach
tens scheppingsordinantie is de rust
dag een bijzondere instelling Gods met
het tweeledig doel van rust en heiliging
gegeven, en door Goddelijk voorbeeld
bekrachtigd. Aangezien het gewijde ka
rakter van deze dag door de zonde
steeds meer'werd verduisterd, is deze
oorspronkelijke instelling Gods aan het
volk Israël op de Sinaï bekrachtigd en
opnieuw ingescherpt in het vierde ge
bod der Decaloog. Deze Decaloog, in
tien geboden vervat, behelst de eeuwige
Zedewet, oorspronkelijk de mens inge
schapen, en schrijft een nauwkeurige
gedragslijn voor inzake de praktijk van
het leven. De eis van Gods Woord mag
dan ook niet met een beroep op recrea
tieve of economische noodzakelijkheid
worden ontzenuwd en door allerlei con
cessies aan de geest des tijds van zijn
kracht worden beroofd.
De materiële welvaart van ons volk
is in de na-oorlogse jaren in ruime ma
te toegenomen. Toch menen wij te moe
ten constateren, dat de geestelijke ont
wikkeling hiermee geen gelijke tred
heeft gehouden. Psychische frustatie en
geestelijk onbehagen zijn volgens de so
cioloog prof. Zahn de gevolgen van de
welvaartsroes. AUerwege openbaart
zich een geest van bandeloosheid en
streven naar materieel gewin en ver
strooiing. Als wij de historie nagaan,
zien wij dat een dergelijke geestesge
steldheid machtige rijken te gronde
heeft gericht, zodat de door prof. Hui
zinga gestelde en in dit schrijven ge
citeerde vraag naar de toekomst van on
ze cultuur wel mag blijven klemmen.
Temeer waar onze westerse cultuur aan
het Christendom is ontsproten en nog
altijd een christelijk signatuur vertoont,"
al wordt menig kenmerk hiervan op het
terrein van het openbare leven geleide
lijk uitgewist. Een zondag waarop de
christelijke eredienst niet centraal
wordt gesteld, waarop God niet staat in
het middelpunt van ons gedachtenleven,
is geen dag des Heeren meer, maar een
dag van „alledaags niveau", een dag
zonder geestelijke recreatie, waardoor
het ontkersteningsproces eerder wordt
verhaast dan afgeremd. En dat deze
ontwikkeling niet denkbeeldig is, blijkt
wel uit de uitlatingen van uw predi
kant, d.s A. Zwartendijk, de getuige een
artikel in „De Zaanlander" van 18" juni
j.l., het niet uitgesloten achtte dat de
zondagsdiensten het veld zullen ruimen
voor de vrijdagavonddiensten, op voor
waarde, dat deze diensten een succes
zullen blijken te zijn. Wij kunnen tot
ons leedwezen hieruit niet anders con
cluderen dan dat hier een breuk wordt
geforceerd met de continuïteit van de
rustdag-idee in Oude en Nieujve Testa
ment, een breuk ook met de doorgaande
lijn der historie, een revolutionaire om
wenteling dus op dit gebied.
Wij kunnen een. initiatief als boven
genoemd dan ook niet anders kwalifi
ceren dan als een aanpassings-manoeu-
vre van bedenkelijk en onschriftuurlijk
karakter en een sjnnptoon van geestelij
ke inflatie, waarvan de gevolgen niet te
overzien zullen zijn. Wij vrezen dat ten
gevolge hiervan het kerkbezoek toch
al aan verval onderhevig nog meer
zal teruglopen, de huisgodsdienst steeds
minder zal worden beoefend, persoon
lijk meditatie en gebed in toenemende
mate worden veronachtzaamd. Waar
men immers aan God niet het zevende
deel van zijn leven gunt en dit voor
privé-genoegens annexeert, loopt de
geestelijke volksgezondheid gevaar en
wat erger is wordt God van de
Hem verschuldigde erkenning beroofd.
Menig landgenoot ziet dan ook met
klimmende zorg en smartelijke gewaar
wording de zondag ontkerstenen en ten
offer vallen aan de van God afwijkende
geest des tijds.
De onderscheidene nieuwmodische
theologische constructies bieden hier
geen soelaas. Men moge dan spreken
van een aanpassing aan het algemeen
recreatie-patroon" en „een godsdiensti
ge herwaardering van de zondag" (prof.
dr. P. Smits), wij kunnen deze uitla
tingen niet anders waarderen dan als
een vorm van welwillend rouwbetoon
aan het graf van de bijbelse zondags-;
viering. Het is ons niet bekend dat u
zich gezien uw theologische gedach-
tengang 'veelszins op de uitspraak
der Bergrede oriënteert. De slotsom hier
van worde echter niet genegeerd of ver
geten: „Gaat in door de enge poort,
want wijd is de poort en breed is de
weg, die tot het verderf leidt".
"Wij ontveinzen ons niet, dat ons schjij-
ven enig weerstand zal oproepen. Op
deze wijze hebben wij echter gemeend
uitdrukking te heben gegeven aan onze
principiële bezwaren, in de hoop, dat u
de hierin aangeduide problematiek tot
een punt van 'ernstige overweging zult
maken. Moge één en ander resulteren
in begrip voor het door ons ingenomen
standpunt, opdat de dag des Heeren
meer dan tot dusver aan zijn verheven
oogmerk moge beantwoorden.
Namens het bestuur, (w.g.)
W. V. d. ZWAAG.
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. VEER
Telefoon 2682 Westd^k 36
MIDDELHAR XIS