Bij de 300ste geboortedag van
Bernardus Smytegelt
Plaatselilk nieuws
I>e ütrijd
om het beiitaan
BEDFORD
-k -k
Boekbespreking
Echte raketten: Nieuw
kinderspeelgoed
UIT DE kERKEN
'VERVOLGVERHAAL
Garage Knöps
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 10 augustus 1965.
Op 20 augustus a.s. is het 300 jaar
geleden dat Bernardus Smytegelt werd
geboren. Er zal wel geen officieel ge
denkboek over hem verschijnen; er zal
ook wel geen tentoonstelling aan hem
worden gewijd. Het zou weinig in de
lijn van Smytegelt liggen, hem te ma
ken tot object van Gereformeerde hel
denverering. Anderzijds mogen we
daiïkbaar zijn voor het goede dat God
in deze gemoedelijke volksprediker en
veelgelezen „oude schrijver" aan Zijn
Kerk heeft geschonken. „Een Zeeuw
onder de Zeeuwen" is Smytegelt-Xraak
genoemd. De bevolking van de eilan
den, waar zijn invloed groot geweest is,
mogen bij zijn 300ste geboortedag in een
vluchtige schets van zijn leven en werk
aan z^jn betekenis vi^ordeni herinnerd.
Het geslacht 'Smyteg-elt
De familie Smytegelt was afkomstig
van het eiland Tholen. In de Grote
Kerk van Tholen bevindt zich het graf
van burgemeester Cornelis Jacob Smy
tegelt, overleden in 1542. Van het stadje
aan de Eendracht zijn de Smytegelts
over heel Zeeland verspreid, vooral
naar Goes en Middelburg.
Om een legende uit de wereld te hel
pen: de naam Smytegelt herinnert niet
aan een verre voorvader, die z'n goeie
geld over de balk gooide, zoals weieerts
wordt beweerd. Het familiewapen ver
toont een boer, die met een stuk hout
naar een „geit" varken) smijt. Waar
schijnlijk hebben de Smytegelts dus
boerenbloed in hun aderen gehad.
De familie Smytegelt heeft ook enkele
predikanten aan de kerk geschonken.
Een oom van Bernard, Pieter Smytegelt
was van 1680 tot 1697 predikant te Mid
delburg. Een neef van Bernard (zoon
van zijn broer) Marinus Smytegelt, was
van 1722 tot 1728 predikant te Borssele,
waar hij op 28-jarige leeftijd overleed.
Diens zwager, Ludovicus de Camps, ge-,
huwd met Anna Smytegelt overleed
eveneens op jeugdige leeftijd in 1727
als predikant te St. Maartensdijk.
Jeugd- en studiejaren
Op 20 augustus 1665, het rampjaar
van de Tweede Engelse Oorlog, werd
Bernardus Smytegelt te Goes geboren,
als tweede zoon uit het tweede huwelijk
van zijn vader Marinus Smytegelt. De
vader was boekhandelaar, de moeder,
Anna Lambrechtsen wordt als „zeer
ontwikkeld en zeer vroom" beschreven,
zij was volgens degenen die haar van
nabij kenden „een juweel in de genade".
Reeds vóór zijn geboorte had zij, even
als Hanna, haar zoon bestemd voor de
dienst des Heeren,. Zo leerde Bernard
reeds in zijn jeugd de Heere vrezen en
kon hij later weinig over zijn bekering
vertellen. Tot troost van hen, die ook
niet wisten van een „eertijds" zei hij
vaak: „ik weet van mijn verandering
ook niet, dat is al in mijn kindsheid ge
schied".
Smytegelt bezocht de Latijnse school
in Goes en daarna de Universiteit van
Utrecht. Met name de colleges van de
hoogleraren Leydekker en Witsius heeft
hij ingedronken als water. Vooral voor
Witsius had hij grote waardering, hij zei
later nog dikwijls: „Die man kan niet
recht beschreven of geacht worden dan
door hen, die hem van nabij gekend
hebben." Omgekeerd had Witsius waar
dering voor de student Smytegelt. Er
wordt nog verteld dat Bernard op ka
mers woonde samen met een student,
die nogal een vrolijk leventje leidde.
Toen hij zich daarover bij professor
Witsius- beklaagde, verklaarde deze te
hopen dat van hem (Bernard) een gun
stige invloed op zijn kamergenoot zou
uitgaan!
Predikant te Borssele
In 1687 verliet Smytegelt de Dom
stad om voor de Classis Zuid-Beyeland
praeparatoir examen te doen. Daarna
stelde hij zich beroepbaar. Helaaser
was zulk een overvloed van candidaten,
dat geen enkele gemeente zijn dienst
begeerde. Twee jaar Jang stond hij, naar
zijn eigen woorden „ledig aan de
markt". Reeds was hij besloten, in een.
vlaag van moedeloosheid, naar Enge
land te gaan om daar predikant te wor
den, toen de schoolmeester van Borssele
op 12 april 1689 hem het beroep van
deze gemeente kwam overhandigen.
Smytegelt nam het terstond aan en
deed op 20 mei d.a.v. intrede met 2 Cor.
4:7: „Maar wij hebben deze schat in
aarden vaten, opdat de uitnemendheid
der kracht Godes zij en niet uit ons".
Smytegelt heeft in Borssele een paar
rustige en niet ongezegende jaren door
gebracht. Hij heeft er als predikant van
nauwelijks 25 jaar veel geleerd van een
oude geoefende Christin. Een moeilijk»
'gemeente was Borssele «iet. De acta
van de kerkeraad vermelden de „ge
wone" censuurgevaUen: dronkenschap,
burenruzies, familietwisten, enz. Later
sprak hij steeds met liefde over Borsse
le.
Nog slechts twee^en-een-half jaar
was Smytegelt in Borssele, toen hij een
beroep ontving naar Voorburg. De ijs-
gang stagneerde de zaak en in die tus
sentijd werd hij ook beroepen in zijn
geboorteplaats Goes. Hij nam dit aan en
bedankte voor Voorburg. Op 26 mei
1692 preekte hij afscheid van. Borssele.
Predikant te Goes
Dat een profeet geen eer heeft in zijn
vaderland heeft Smytegelt in Goes niet
ondervonden. Hij werd er op de handen
gedragen en zijn prediking trok scharen
mensen, ook uit de omliggende plaatsen.
Men zei met het oog op zijn prediking
en die van Carolus Tuinman: „Het is
alsof de dagen van Witsius en van Ba-
rensonius zijn teruggekeerd". Hij was
nog slechts kort in Goes, toen er een
politiek conflict losbarstte tussen de
stadhoudersgezinde partij en die van de
regenten. De leiders van deze laatste
groep kwamen na een oproer dat op re
volutie geleek in de gevangenis terecht.
Smytegelt heeft in dit conflict een
uitnemende rol gespeeld. Hoewel zelf
oranjegezind en dus aan de kant van de
stadhouder staande, ging hij persoonlijk
bij Willem III voor de burgemeester
Westerwij k pleiten, en na diens arres
tatie bezocht hij hem vele malen in de
gevangenis! Een staaltje van tact en te
gelijk van zielszorg!
Predikant te Middelburg
N? een tweejarige ambtsperiode in
Goes werd Smytegelt op 15 augustus
beroepen naar Middelburg. Als jong
predikant, nog geen 30 jaar oud, ging
hij erheen, op 70-jarige leeftijd zou hij
er met emeritaat gaan. Hij Werd er op
16 januari 1695 bevestigd door zijn oom
Pieter Smytegelt, tegelijk met Ds. Ja
cob van Strijen. De bevestigingstekst
was Jes. 30 20: „Uwe, ogen zullen uwe
leraars zien"- Smytegelt deed' intrede
met Hand. 10 33. Een groot aantal
predikanten heeft Smytegelt in die 40
Middelburgse jaren zien komen en
gaan. De gemeente beschikte over 5
kerkgebouwen met 12 predikanten. Van
zijn collega's noemen we:
Jacob van Strijen (1694-1698); Jaco
bus Fruytier (1695-1700); Jacobus Ley
dekker (1698-1729); Petrus Immens
(1698-1720); Carolus Tuinman (1699-
1728); Johannes van Aalst (1705-1712);
Jacobus Willemsen (1728-1774)
Gedurende de ambtsperiode van Smyte
gelt in Middelburg zijn er heeLwat stor
men over de gemeente gegaan. De Clas
sis Walcheren moest vaak waakzaam
zijn tegen allerlei dwaalleer. In die
strijd zien we Smytegelt zelden op de
voorgrond treden, zijn kracht lag in de
prediking en het pastoraat. De band aan
Middelbvu^g werd zo hecht dat hij voor
beroepen, naar Rotterdam eri Utrecht
bedankte. Naast veel waardering on
dervond Smytegelt ook vijandschap. Na
zijn dood merkte De Beveren, zijn op
volger op: „Hebt gij er lust in, kwaad
van hem te spreken? Gij zijt de eerste
niet". Smytegelt zelf wist de vijand
schap ook met een Christelijk geduld te
dragen, hij zei weleens: „Wilt ge ons
niet horen? Hoort dan onze medebroe
ders. Wij wensen u daar veel zegen on
der."
Emeritaat en dood.
De laatste jaren van zijn ambtsperi
ode werd Smytegelt door vreselijke pij
nen bezocht, waardoor hij zich genood
zaakt zag, emeritaat aan te vragen. Het
werd hem eervol verleend op 9 mei 1735.
In zijn plaats werd beroepen Ds. A. W.
de Beveren uit Naarden, met w-ie de
oude dienaar nog intiem bevriend werd.
In de zomer nam hij voor hem nog, wel
eens een beurt waar, bij voorkeur een
doopdienst.
Het was ook De Beveren^ die hem in
zijn laatste uren bijstond. Zijn, laatste
woorden waren: „De tijd mijner ontbin
ding is aanstaande. Ik sterf in den ge-
love". Op 6 mei 1739 ontsliep hij, op 12
mei werd hij in de Oude Kerk begra
ven. De Beveren hield de rouwpreek
over 2 Kon. 2 11-12 „Mijn vader, mijn
vader, wagen Israels eh zijn ruiteren".
In een slotartikel willen we nog stil
staan bij Smytegelt's werken, betekenis
en invloed. W.x^.G.
„De Kerkgeschiedenis verteld aan
jong en oud" door Johan Vreug-
denihil. Deel IV. Uitgeverij W. M.
den Hertog te Utrecht. Prijs 9,90.
Met dit vierde deel -^an de Kerkge
schiedenis van Vreugdenhil is dit stan
daardwerk compleet geworden. Het
wacht reeds enige tijd op bespreking.
Het gereedmaken van dit laatste werk
had vertraging, ten eerste door de ziek
te van de samensteller, maar meer nog,
dat er enorm veel tijd van voorberei
ding voor nodig was.
Het begint bij het bewogen jaar van
1566 (de beeldenstorm) en we zitten
daarbij midden in de tijd van de refor
matie. De gevaarlijke aanval der-Armi-
nianen op Gods Kerk wordt er in be
schreven, de strijd tussen de remon
stranten en contra remonstranten, de
Dordtse synode 1618-1619 waar de dwa
lingen werden weerlegd.
Doorgaande in de Kerkhistorie ver
telt hij van de Engelse kerk in de 17e
eeuw; het Piëtisme in Duitsland en Ne
derland; iets over de Methodisten, de
Verlichting, de Franse Revolutie enizo-
voort. Verder geeft hij een beschouwing
over de Haagse Synode, Ijet reveil, de
afscheiding, Ledeboerianen, de Dolean
tie en de Ned. Herv. kerk na 1886.
Schone bladzijden worden over het,
werk der zending beschreven, de ver
deeldheid op de kerkelijke erve wordt
door hem betreurd. Daartegenover wijst
hij de oecumenische beweging, de we
reldraad van Kerken af, en beschrijft
als tegenpool de I.C.C.C, die wel sa
menwerking zoekt met kerken uit alle
werelddelen maar dan op de vaste
grondslag van Gods Woord. De schrij
ver neemt dus bij zijn beschrijving een
vast standpunt in.
Het is geen gemakkelijke taak ge
weest voor de auteur, om dit werk sa
men te stellen. Voor de wijze waai;op hij
dit gedaan heeft zijn wij vol lof. Het is
overzichtelijk, er ligt een mooie lijn in,
vooral wat betreft de overgangen van
het een op het andere tijdperk. Het is
een dergelijk werk toch niet mogelijk
om alles te beschrijven, waarom het een
kunst _is om samenvattend en toch dui
delijk te zijn. Terecht een werk voor
jong en oud, want de verteltrant is ■^^an
die aard, dat ook een kind het kan be
grijpen. Het mooiste is echter dat er
telkens een heenwijzing is hoe de Heere
Zijn Kerk leidt. Laten wij de schrijver
even zelf aan het woord: „De weg van
de kerk des Heeren is een weg van val
len en opstaan, een weg van bloed en
tranen. Wat heeft de Satan, de wente
lende eeuwen door, alles in het werk
gesteld Gods kerk te vernietigen. Al! es
te vergeefs. De vorst der hel zal de
Kerk des Heeren blijven aanvallen tot
aan het eind der dagen, maar éénmaal
zal hij het moeten opgeven. De ware
kerk des Heeren mag -^daarom moed
houden. Christus staat voor Zijn Kerk i
in".
Deze Kerkgeschiedenis is bijgewerkt
tot op heden de geschiedenis eindigt
eerst als Christus komt op de. wolken
des Hemels, om de Zijnen, die tot de
strijdende Kerk op aarde behoren te
doen overgaan in de triumferende. Daar
om is kerkgeschiedenis hooit af.
De heer Vreugdenhil zeer bekend
door zijn „Bijbelse Geschiedenis"
heeft ons volk een grote dienst bewe
zen, door deze kerkgeschiedenis te
schrijven. Het complete werk i§ een
blijvend bezit, wij wensen deze boeken
in veler handen. Van harte aanbevolen.
Wij leven in de eeuw van het kind
en het spreekt dus haast vanzelf, dat
in Amerika nu ook al raketten als kin
derspeelgoed worden verkocht. De ra
ketten zijn miniatuur-copieën van de
„echte", c-ompleet met een toren voor
het opstellen en het afschieten 'ervan,
om te zwijgen van een controle-paneel
en alles wat daar zo verder bij te pas
komt. Zij kunnen een aanzienlijlïe hoog
te bereiken ongeveer 750 meter en
op het hoogste punt van hun baan opent
zich de kop om een miniatuur-parachu
te vrij te maken, die dan zorgt dat het
raketje de grond weer bereikt zonder
te worden beschadigd.
Men kan de raketten dan weer laden
(met vaste brandstof) en opnieuw het
luchtruim in schieten. De dozen met
complete apparatuur' zijn niet eens zo
duur: voor everi in de twintig gulden
heeft men al een aardig raketje en een
nieuw brandstoflading kost niet meer
dan één gulden. <DIA).
NED. HERV. KERK
Beroepen te Aalst, Leerbroek, Mole
naarsgraaf en Willige Langerak, kand.
H. A. V. d. Pol te Ede; Woudenberg J.
den Besten te Huizen; Herkingen, Zet
ten, Andelst en Lopik, kand. D. v. Vliet
te Kolhem; Stad aan 't Haringvliet J. v.
d. Vist te Ochten.
Aangenomen naar Nijkerk H. A. v.
Slooten te Voorthuizen; Stellendam,
kand. A. Janssens te St. Maartensdijk.
Bedankt voor Aalst, Brandwijk en,
Molenaarsgraaf, kand. A. Janssens, Hui
zen A. Romein te Noordeloos; Ede G. v.
Estrik.
Promotie Ds. H. Goedhart. Naar wij
vernemen hoopt ds. H. Goedhart te Rot
terdam in sept. a.s. te promoveren tot
doctor in de Godgeleerdheid aan de R.U.
te Utrecht. De promotor is Prof. Br.
Vriezen. Ds. Goedhart werd in 1919 ge
boren. Hij diende de gemeenten Reewij k
(1946-1948) Middelharnis (1948-1956)-en
staat sindsdien te Rotterdam-Delfsha-
ven.
Ds. J. Hovius te Dordrecht (voorheen
te Ouddorp) heeft het ziekenhuis na een
verblijf van enkele maanden mogen
verlaten. Hij zal nu buiten de gemeen
te nog een rustkuur moeten ondergaan.
Ds. H. Tol, em. pred. mocht gedenken
dat hij voor 40 jaar in het predikambt
werd bevestigd. Van 1925-1949 was hij
als zendeling werkzaam op Celebes' in
dienst van de G.Z.B. Daarna diende hij
van 1950-1956 de gemeente Wilnis en
van 1956-1963 de gemeente Vriezenveen
In dat jaar werd hem emeritaat ver
leend. Daarna verbond ds. Tol zich als
hulpprediker aan de kleine gemeente
Werkhoven.
Te Woudenberg heeft zich een Mid
den-Orthodoxe evangelisatie kring ge
vormd. De kerkeraad heeft in een kan-
selboodschap hiertegen stelling geno
men en de gemeente gewaarschuwd
zich niet te onttrekken aan de bearbei
ding ener prediking die schriftuurlijk-
bevindehjk is.
Ds. L. Vroegindeweij te Delft schrijft
in „Het Geref. Weekbla:d" van 7 aug.
j.l. een artikel, waarin hij waarschuwt
tegen de tendenzen van vele tegenwoor
dige predikanten en predikingen. Hij
schrijft o.m.: „Wat had de dominee dan
gepreekt? Hij had gepreekt dat zo on
geveer alle mensen zalig worden. Wij
zijn n.l. allemaal gerechtvaardigd en
dus vrijgesproken van schuld en straf.
Het vervelende is alleen nog dat som
mige mensen dat nog nooit gehoord
hebben en anderen het niet geloven.
Deze twee groepen hebben nog een
preek nodig. Maar die het eenmaal heb
ben gehoord en geloofd, kunnen rustig
verder leven, bij tijd en wijle God dan
ken, van de grote vrijheid die in hun
leven gekomen is. Profiteren ,en tegen
anderen vertellen dat zij zich geen zorg
behoeven, te maken.
Maar elke dominee die dat zegt of
die zegt dat de grote meerderheid zalig
wordt, spreekt in strijd met Gods
Woord. De Heere Jezus heeft gezegd dat
weinigen de enge poort en de nauwe
iWeg vinden. Het is onbegrijpelijk en
dwaas dat er predikanten zijn, die zeg
gen dat er niets meer behoeft te gebeu
ren. Dat is niet het Evangelie van
Christus maar een eigen gemaakte gods
dienst.
De Catechismus zegt dat wij Christus
ingelijfd moeten worden en Jezus zei
dat wij wederomgeboren moeten wor
den. Alleen de wedergeborenen worden
zalig, gelijk ook alleen dezen tot het
Heilig Avondmaal geroepen worden.
Hoe is het nu mogelijk, dat zondag
aan zondag van een overstelpende hoe
veelheid kansels de noodzakelijkheid
van de wedergeboorte en de inlijving in
Christus, van de ontdekking aan onze
schuld geheel of voor een aanzienlijk
deel verzwegen wordt?
Men zegt dat het ouderwets is om dit
te prediken. Dan is de Heere Jezus ook
ouderwets. Laat men dan de godsdienst
van Boedda gaan verkondigen, maaf
zich niet meer dienaren van het Evan
gelie noemen.
Is etr dan geen ruimte in het Evan
gelie? Daar is veel ruimte. Het Psalm
boek zegt: „Uw goedheid Heer' is he
melhoog." Het is iedere prediker gera
den zeer ruim te spreken van Christus.
Maar de weg tot de Borg en het leven
met de-Heiland is een nauwe weg. Wan
neer men dit laatste uit de prediking
weglaat, is men de valse profeet gelijk,
die al maar vrede verkondigde en, zei
dat er geen gevaar was.
'Zou Christus alleen maar voor het
uitverkoren volk gekomen zijn? Ja, dat
is HijChristus is gestorven' voor een
volk dat Hij niet kende en voor wie Hij
niet alleen het leven en de gerechtig
heid verwierf, maar aan wie Hij het
heil ook zou toepassen. Dat zijn niet al
le mensen, maar een bepaald volk.
Daarom zegt de Schrift: „Gij zult Zijn
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
35
„Ja, maar moeder schrikt zo gauw, als
je je eens laat gaan, dié trekt zich al
les aan en dan denk je: laat ik het arme
mens maar niet van streek maken. Nou
en vader zeg Ton, vind jij vader ook
zo vreemd de laatste tijd?"
„Hoe bedoel je?"
„Ik heb het idee, dat hij anders is dan
vroeger".
„Het hele leven is anders geworden,
hè?"
„Ja, maar ik bedoel zeg, merk jij
niets? Jij bent veel meer met hem sar
men dan ik".
„Je bent niet erg duidelijk".
„Och, als je me niet snapt zie je,
als je vroeger eens iets over de toe
komst zei, kreeg je altijd zo'n antwoord
van: op-God-vertrouwen, maar tegen
woordig...."
„Tegenwoordig kan vader dat zelf niet
en preekt het daarom ook een ander
niet voor".
„Je bedoelt toch niet, dat hij ongelo
vig is geworden?"
„Welnee, jo! Tenminste niet op de
manier, die we gewoonlijk onder on
gelovig verstaan. Ik weet ook niet pre
cies, hoe het is, maar ik denk, dat va
ders onverhoorde gebeden hem zo moe
deloos hebben gemaakt, dat hij niet
meer voelt in Gods weg te gaan dat
hij meent, door God verlaten te zijn".
„Daar lijkt het ook veel op".
"„We moeten leren loslaten. Wat ge
weest is, komt niet terug; we moeten
proberen, vooruit te zien en ook het
donkere te aanvaarden."
„Kun jij dat?"
„Ik heb het geleerd."
„Kun je dan dat.van vroeger ver
geten?"
„Nee, maar ik heb geleerd -afstand te
doenom Christus wil. Toen ik kind
was, heb ik vaak met benijdende blik
ken naar nonnen gekeken, 'k Heb het
nooit durven zeggen, maar ik meende
toen, dat die wel het ware geloof moes
ten bezitten en in elk geval de echte
liefde tot Christus. Ik dacht toen aan
die tekst: zo wie niet verlaat.om
Mijnentwil, die kan Mijn discipel niet
zijn. Nu geloof ik niet meer," dat Jezus
met verlaten bedoelde, dat je van je
geliefden weg moet gaan, maar dat je
gewillig afstand moet doen, a^s Hij het
vraagt. Vaak word je tot afstanddoen
gedwongen, zo ging het mij met Ed, ik
kon niet, Ik wou niet, maar Christus
zelf heeft het me geleerd. Hoe? Dat zou
ik je niet kunnen zeggen, omdat -ik het
niet weet. Maar dit weet ik -vyel: Hij
leert het ieder, die het werkelijk leren
wil. Als je met'heel je ziel bidt: Heere,
maak me los, dan doet Hij het en zodra
je los bent, weet je dat je het ergste
gehad hebt, want je voelt je dan ver
bonden aan Hem".
Koos kijkt Tonny aan met ogen wijd
van verwondering.
„Ton, ben jij dan.... bekeerd?"
„Och jo, dat is zo'n groot woord. Ik
weet het niet. Ik weet alleen, dat ik
niet bang ben voor de toekomst, hoe
die ook wor4t. Ik wou, dat vader ook
al zo ver was. Maar vader heeft zoveel
meer los te laten. Denk eens aan, de
zaak, die al eeuwen van de Kosters was
en daarbij de gedachte: wat moet, ik
zonder zaak, hoe vind ik een bestaan,
als het helemaal mis gaat. En dan moe
der, ze draagt het zo dapper, zfe klaagt
nooit tegen vader, maar dacht je niet,
dat het hem half gek maakt, moeder te
zien ploeteren en tobben, moeder, die
een rijk huwelijk had kunnen doen?"
„Maar ze hield van vader en ze houdt
nog van hem. Geloof je soms dat het
haar spijt, die andere lui~te hebben be
dankt?"
„Natuurlijk niet. Maar dat maakt het
toch voor vader niet gemakkelijker? En
als hij verder denkt over ons, over wat
er van ons worden moet
„Hoeft hij over mij niet te doen".
„Over mij ook niet, maar, omdat hij
vader is, doet hij het".
„Konden we hem maar helpen".
„We kunnen alleeri voor hem bidden".
„Met al ons bidden kunnen we toch
niet zeg Ton, daar zijn ze al".
„Ja, een half uur vroeger dan an
ders."
„Zo kinderen, allebei nog op?" zegt
vader Koster, als hij binnenkomt.
„Koos had in elk geval naar bed moe
ten gaan", voegt moeder er aan toe.
„Jongen, voor jou is het morgen heel
vroeg dag".
„Ja, maar u bent vroeger thuis dan
anders en----'al was u later gekomen,
dan had u me toch nog op gevonden.
Ik heb iets te biechten. Ik ben er achter
gekomen, dat mevrouw Bolderman me
tegen u bekletst heeft en toen ben ik de
dominee even gaan vertellen, dat hij
een woordbreker is. Hij had me beloofd,
er met niemand over te spreken en
„Het is allemaal mijn schuld". Hui
lend staat Ans in de deuropening.
„Kind", roept moeder.
„Kom eens hier", zegt vader.
Ans doet haar verhaal. Koos breidt
het zijne nog wat uit, schuift vader zijn
pennevrucht toe. „Leest u het maar",
zegt hij.
„Ja, morgen. We zullen eerst maar
eens proberen, of we slapen kunnen".
„Wilt u het me vergeven?" snikt Ans.
„Ik vind het zo ellendig".
Het wordt haar vergeven en ze wordt
Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn
volk zalig m.aken van hun zonden."
Dan vraagt weer een ander: „Langs
welke weg komen we tot Christus? Al
leen door de prediking van het woord
of ook langs de weg van het sacrament
des Avondmaals?
Er staat wel in de Bijbel dat het ge
loof uit het gehoor is, maar niet dat het
uit de viering van het Heilig Avond
maal is. We leven in een merkwaardige
tijd. Het schijnt dat Rome zch naar de
Reformatie neigt, maar Rome gaat hoe
langer hoe meer zien dat vele kinderen
der reformatie zich naar haar neigen.
Dat blijkt wel uit de betekenis die
men aan het sacrament van het Heilig
Avondmaal wil hechten. De preek bete
kent niet zoveel denkt men, maar hét
sacrament, dat is geweldig. Dat maakt
zomaar goede christenen van zondige
mensen. Daarmede willen zij de nood
zakelijkheid der wedergeboorte ontgaan
die erg pijnlijk is en langs een genoege-
lijke weg tot de zaligheid komen. Maar
is dit sacrament dan niet voor alle men
sen? De Geloofsbelijdenis zegt dat Het
voor de wedergeborene is ingesteld.
Maar wat is eigenlijk die wedergeboor
te? Sommigen zeggen: „toen ik in mili
taire dienst was, ben ik tweemaal op
een zondag naar de kerk gegaan. Ande
ren spreken van hun bidden en Bijbel
lezen. Laat niemand zich echter iets
wijsmaken. Nicodemus ging ook twee
keer naar .de kerk en hij bad meer dan
u. Maar Jezus zegt juist tot hem: Gij
moet. wederom geboren worden."
De godsdienstige handelingen zijn op
zichzelf geen kenmerk van de weder
geboorte.
Soms ook ziet men een ijverig kerke
lijk en godsdienstig leven in combinatie
met een werelds leven. Men heeft men
sen die trouw naar de kerk gaan. Ze
slaan niet één avondmaalsdienst over.
Ze leven met de kerk en de zending
mee. Maar u moet er niet met hen over
willen praten. Aan het Avondmaal be
lijden ze de grootste der zondaren te
zijn en dat Jezus hen uiterst dierbaar is.
Maar als ze uit de kerk zijn, kunt ge
niets van de vreze Gods merken. De ra
dio moet aan of de televisie openge
draaid en ze moeten niets daarvan mis
sen. Vrome mond en een werelds hart!
Alles kan er mee door. Maar probeer
niet er iets van te zeggen. En is het niet
die schijnvroomheid waar de Heere Je
zus uitermate veel van gezegd heeft?
Het merkwaardige is vaak, hoe lichter
en wereldser, hoe meer „behoefte" aan
kerkelijke en eigentijdse gezangen er
ontstaat.
Daar is maar één regel. Gewoon zich
aan de Schrift houden. Voor wie dat
doen wil, is Gods Woord volkomen dui
delijk".
Tot zover ds. Vroegindeweij. We me
nen dat velen met dit woord hun winst
kunnen doen.
CHR. GEREF. KERKEN
Aansgenomen naar Steenwijk, kand. J.
van Dalen te Assen.
GEREF. GEMEENTEN
Aangenomen naar Kampen, kand. P.
Honkoop te Kloetinge, die bedankte
voor 11 andere beroepen.
Middelharnis - Teleioon 2043
PULPPRIJZEN VOOR DE
CAMPAGNE 1965
De oommissie Nevenprodukten van de
Nederlandse Suikerindustrie deelt me
de, dat zij de volgende pulpprijzen voor
1965-1966 heeft vastgesteld:
De prijs voor natte pulp afgehaald
per as is ten opzichte van het vorige
jaar met 1,— a 1,50 per 1.000 kg.
verhoogd. Al naar gelang de ligging van
de fabriek varieert deze prijs nu van
12,75 tot 13,50 per 1.000 kg. Voor le
vering af fabriek per schip en per spoor
zijn deze prijzen 1,25 a 1,50 per
1.000 kg. lager.
De minimum-groothandelsprijs voor
gedroogde pulp is met 4,50 per lOO kg.
verhoogd. Af fabriek bedraagt de prijs
voor levering van hoeveelheden van 10
ton en meer thans 23,per lOO kg.
Levering van hoeveelheden kleiner dan
10 ton geschiedt tegen een prijs die
0,75 per lOO kg. hoger ligt. Evenals voor
heen worden bij levering na 6 december
deze prijzen verhoogd en wel met 1,50
per 100 kg.
De reeds bestaande prijsverschillen in
verband met andere wijzen van leve
ring en of andere soorten pulp blijven
onveranderd gehandhaafd.
De voorverkoop is inmiddels begon
nen.
MIDDEL.HARNIS
Geslaagd. Onze dorpsgenoot Adri
Pieter Faasse (19 jaar) leerling aan de
Bedrijfsschool P.T.T. slaagde te Gouda
voor het praktijk-examen in de tele-
communicatietechniek. Hij woonde Wa
terweg 99 alhier. De jongeman is wees
en moest zijn examen, doen onder bij
zonder moeiUjke omstandigheden daar
kortgeleden in één week zijn grootou
ders, waar hij thuis was, zijn overleden,
Promotie Drs. H. Goedhart. De vroe
gere predikant der Ned. Herv. kerk al
hier, thans te Rotterdam, hoop in sept
a.s. te promoveren tot doctor in de god
geleerdheid.
Burgerlijke stand over juli 1965.
Ingejkomen: H. E. Roozemond van
Dirksland; A. de Penning van Ouddorp;
G. W. P. Vijfhuizen-Steijvers van Or-
selen van Hellevoetsluis; A. Nagtegaal-
Klink van Melissant; M. van Groningen
van Ede; C. C. Willemse-Sakko van
Bergeni op Zoom; J. C. Hollander en
echtgenote van Melissant; A. Bakker
van Broekhoven van Sommelsdijk; C. v.
Heerden van Dirksland; J. C. Klepper
van Rotterdam; L. Visser-Broere van
Rotterdam; J. Jacobs-Breeman van
Sommelsdijk.
Vertrokken: C. Sprong naar Hilver
sum; H. Hogeweg-Jongejan naar 's-
Gravenhage; N. van der Plas naarOude
Tonge; A. P. Jongejan naar Sommels
dijk; L. Vogelaar-van Es naar Rotter
dam; A. Tamboer naar Hellevoetsluis;
C. Melissant-Buth naar Nieuwe Tonge.
Geboren: Pietertje Jacoba, d.v. J.
Berkenbosch en P. van Hoven; Johan
nes, z.v. C. Maliepaard en L. van
Heemst; Simon, z.v. J. Smit en C. L.
Hartensveld; Koen Gerrit Frans, z.v. C.
C. E. Kroos en E. J. Punt; Agnes d.v.
G. J. L. van Berkum en, A. H. Seton;
Anna Johanna, d.v. J. A. KoUe en A. M.
Overweel; Herbert, z.v. F. Robijn en P.
van Sliedrecht
Huwelijken: J. D. Hogeweg, 21 jaar
en H. Jongejan 18 jaar; J. J. Bakker, 65
jaar en A. van Broekhoven 66 jaar; G.
J. L, Meys, 25 jaar en K. Verolme 22
jaar; A. C. Melissant, 23 jaar en C. Buth
20 jaar.
Overleden: M. P. van der Meijde, oud
77 jaar; M. A. Valstar, oud 9 maanden;
M. Albregts, oud 52 jaar.
SOMMELSDIJK
Burgierlqke stand over juli 1965.
Geboren: Geertruida Dederica, d.v. L.
J. Noordergraaf en G. D. van Oosterom;
Gijsbertha Catharina Alida, d.v. J.
Groenenidijk en A'. G. C. Spelt; Annette,
d.v. B. J. van Dijk en W. Wisserhof;
Alida Cornelia, d.v. J. Mastenbroek en
A. M. van den Broek; Jannetje Cathari
na, d.v. C. Knape en C. Klein; Hubert
Willem, z.v. L. Schenck en E. J. Tee-
sing.
Overleden: Pietertje Waterman, on
gehuwd, 86 jaar; Geertrui Bom, ongeh.
86 jaar; Maria Verweij, e.v. A. Hollaar,
77 jaar; Marinus van der Boom, wed. v.
P. Troost, 96 jaar.
Huwelijken: A. W. L. Jacobs, 24 jaar
en J. Breeman 18 jaar; J. Nelis, 26 jaar
en J. van Es, 22 jaar; A. E. Vroege, 25
jaar en J. M. Vroegindeweij, 20 jaar; J.
Breen, 22 jaar en T. Schol, 20 jaar.
OUDE TONGE
Request aan de Kroon. De bewoners
van de Voorstraat alhier hebben een re
quest naar de ICroon gezonden om hun
goedkeuring te onthouden aan het 1.1.
genomen raadsbesluit inzake de par-
keermaatregelen op de Voorstraat.
Kerkdienst. Donderdag 12 augustus
te 7 uur hoopt ds. P. Blok van Dirks-
land'voor de Geref. Gem. alhier voor te
gaan.
STAD AAN 'T HARINGVLIET
AfsoheidI van Ds. P. van 'Wakeren.
Ds. P. van Wakeren, predikant van de
Herv. kerk alhier, hoopt op zondag 22
augustus afscheid te nemen van zijn ge
meente, die hij ruim 10 jaar heeft ge
diend. Op zondag 29 augustus hoopt hij
zich te verbinden aan de gemeente
Werkhoven.
OPPERVLAKTE SUIKERBIETEN
Terwijl de wereldsuikermarkt te New
York steeds verder daalt en reeds bene
den de 2 dollarcent is aangeland tegen
een hoogste notering van ongeveer 12%
dollarcent het vorige jaar, neemt de met
suikerbieten beteelde oppervlakte in
Nederland nog steeds toe. Zij zal in
1965 ruim 90.000 ha. bedragen of 11.000
ha. meer dan in 1964. Dit betekent een
toeneming van li^/o.
De uitbreiding van het suikerbieten-
areaal vindt waarschijnlijk mede zijn
oorzaak in de technische verbeteringen
bij de teelt van dit produkt dat daar
door minder loonintensief is geworden.
onverwijld teruggestuurd naar bed.
„En ikik", stottert Koos.
„Als iemand jou wat heeft te verge
ven, dat zal dat dominee Bolderman
zijn".
„Vader, maar..maar dat hoef ik
hem toch niet te gaan vragen?"
„Och.... ik weet niet. We zullen
weleens zien. Maar jongen, waarom
ging je met zo'n verhaal naar hem?"
„Ik wou er zijn mening over horen".
„Je kon toch begrijpen, hoe die zijn
zou, waar je hem zelf een veeg uit de
pan geeft?"
„Vader, ikhem? Ik begrijp u niet".
„Als het waar is, wat mevrouw me
vertelde, dan heb jij in dat verhaal be
weerd, dat alle mensen, wier inkomen
niet noemenswaardig gedaald is, crisis
winst maken".
„Vader, dat is toch zo? Die lage -prij
zen.
„Maar het inkomen van dominee Bol
derman is gestegen. Hij heeft hier meer
dan in zijn vorige gemeente. Dat wist
je toch wel?"
„Gunst, vader, ja, maar daar heb ik
helemaal niet aan gedacht".
„Dat begrijp ik en ik denk, dat "hij dit
zelf ook wel begrepen heeft. Maar me-
'vrouw begrijpt het niet, naar ik ver
onderstel./In elk geval: zij behoren tot
de mensen, die jij een afstraffing gege
ven hebt".
„Nou u het zegt, ja, maar daarvoor
kan ik toch geen excuus gaan vragen?"
„Daarvoor natuurlijk niet",
„Maar voor dat van vanavond wel"
vindt moeder.
„Koos zou kunnen gaan- zeggen dat het
hem spijt, in zijn drift zo ruw te zijn
uitgevallen", zegt vader. „Maar of we
daar dominee een plezier mee doen,
weet ik niet. Hij zal niet graag herin
nerd worden aan het breken van zijn
belofte".
„Precies, wat ik deiik", zegt Tonny.
Moeder is het er niet mee eens. Va
der zegt dat hij er nog weleens over zal
nadenken en dat hij nu de zitting op
heft.
„'t Loopt allemaal erg mee, hè!", zegt
Tonny onder het naar boven gaan.
„Ja", antwoordt Koos, „maar moeder
vindt 't vreselijk wat ik vanavond ge
daan heb. Als ik er haar een plezier mee
doe, nou, dan zal ik excuus gaan vra
gen vooT mijn drift, maar ook daarvoor
alleen."
„Nu hebben we niet eens gevraagd,
waarom ze al met deze bus thuiskwa
men", bedenkt Tonny ineens.
„Natuurlijk omdat de stemming ont
brak. Dat geklets van mevrouw Bolder
man zat ze dwars, 'k Wou, dat ik het
hele ding nooit geschreven had".
„Ik ga nog even naar beneden infor
meren."
„Kom nou, doe niet zo gek".
„Ik kan toch vragen of het een gezel
lige avond was en waarom ze zo vroeg
thuiskwamen?"