EIIIVnDEn-l1IEUl/S
RANG
RANG
RANG
Twee doden bij botsing op overweg
Het gebruik van
antispruitmididelen bij uien
Be istrtjd
om het bei^taan
NIEUWS
Niet bellen
voor kwitanties
Ds. H. Jagersma
deed zondag intrede
te Bruinisse
is alleen
als er
Mededelingen van de
Stichting Nederlandse Uien-Federatie
AHe verzekeringen
2e blad
Vrijdag 6 augustus 1965
No. 3408
UIT ut I
-sV -i^ -k
VRIJ....
op staat
Fruitdrops
en diverse andere
smaken
UIT ÜS iceRKeN
BOERENLEENBANKEN
RAIFFEISENBANKEN
Zestien jaar
en al overgrootmoeder
Nogmaals: de doop met de Hei
lige Geest Gewen en vruchten
van de Geest.
De Pinksterbeweging, zo zagen we
vorige maal, dwingt ons, de Schriftuur
lijke gegevens ten aanzien van de doop
met de Heilige Geest ernstig te nemen.
We hebben ons als kerken daarvan al
te vaak afgemaakt, enerzijds door al
les te brengen onder de heilshistorische
noemer: de doop met de Heilige Geest
was slechts nodig voor de voortgang
van het Evangelie; anderzijds door
heilsordelijk alles te vereenzelvigen; de
doop met de Heilige Geest zou dan
slechts een andere ibenaming zijn voor
de wedergeboorte. Beide opvattingen
zijn in hun algemeenheid niet te hand
haven. De Heilige Schrift leert, en de
ervaring in het leven des geloofs be
vestigt, dat het werk van de Heilige
Geest veel méér omvat. Hij is niet al
leen de Geest, „die Heere is en levend
maakt," zoals de Belijdenis van Nicéa
zo schoon zegt; Hij is ook de Geest, Die
Christus en Zijn werk verheerlijkt,
door woning te maken voor Christus
in onze harten; door ons te verzekeren
van ons aandeel in Christus; door met
onze geest te getuigen dat wij kinderen
Gkids zijn; door ons te leren uitroepen
„Abba, Vader."
Om een enkel voorbeeld te noemen:
Wanneer Paulus in de Efeze-brief deze
zaken beschrijft, dan gaat zijn betoog
haast over in een lied: opdat Hij
u geve, naar de rijkdom Zijner heer
lijkheid, met kracht versterkt te wor
den door Zijn Geest in de inwendige
mens, opdat Christus door het geloof in
uw harten, wone en gij in de liefde ge
worteld en gegrond zijt; opdat gij ten
volle kunt begrijpen met al de heili
gen, welke de breedte en lengte en
diepte en hoogte zij, en bekennen de
liefde van Christus, die de kennis te
boven gaat, opdat gij vervuld wordt
tot alle volheid Gods." (Efeze 3 16—
19).
Wil men dit alles aanduiden als de
doop met de Heilige Geest, of nog lie
ver als vruchten van het gedoopt zijn
met de Heilige Geest, ik dacht dat men
dan binnen Schriftuurlijke grenzen
blijft. Ik zou zelfs willen dat deze za
ken in prediking en zielzorg meer aan
de orde kwamen en meer onderschei
dend werden voorgesteld. Let wel: niet
om de heilsweg in te delen in een aan
tal vaste stadia, die achtereenvolgens
dienen te worden afgelegd, maar om
alle weldaden van Christus en alle er
varing in het leven des geloofs te on
derscheiden als stromen die vloeien uit
de enige Fontein der zaligheid; Chris
tus. Als deze relatie niet wordt gezien,
dan. is er iets niet in orde. Er staat wel,
dat Christus ons geworden is tot wijs
heid van God, en rechtvaardigheid, en
heiligmaking en verlossing, maar dat
we met dit alles zijn uit Hem (de Va
der) en in Christus Jezv^l
En nu is het de vraag of dit aUes
hetzelfde is als wat de Pinksterbewe
ging bedoelt. Wie staan mag in de vrij
heid der heerlijkheid der kinderen Gods
blijft toch in zichzelf vleselijk, verkocht
onder de zonde. IVKet alle weldaden,
die we ontvangen hebben, zijn we toch
niet meer dan arme zondaren, die van
uur tot uur van genade moeten leven.
Maar bij vele leden van de Pink
sterbeweging en aanverwante groepe
ringen krijgen we weleens de indruk
dat de doop met de Heilige Geest hen
daar voorgoed bovenuit getild heeft.
Zij voelen zich, zoals die regel uit het
bekende gezangvers suggereert:
„Een zondaar, een verloste, o Heer,
En nu geen zondaar meer'..
Dat is natuurlijk wel waar van Gods
Kant, want in Zijn oog zijn we zo vol
maakt, „als hadden we nooit zonde ge
had noch gedaan," maar in de weg der
heiligmaking leren we, al zijn we de
allerheiligsten, dat we nog maar „een
klein beginsel van deze gehoorzaam
heid" hebben.
En van dat „kleine beginsel" nu is bij
de Pinkstermensen zo weinig te zien.
Ze gaan op de weg der heiligmaking
van kracht tot kracht steeds voort, als
of ze in staat zijn (en sommigen zeg
gen dat ook openlijk) om in dit leven
de volmaakte zondeloosheid te berei
ken. Hun doop met de Heilige Geest
doet hen in tongen spreken, profeteren,
zieken genezen, enzovoorts, maar het
gevaar is groot dat ze met al deze ga
ven van de Geest niet God verheerlij
ken, maar zelf de vrome man of vrouw
worden. Daarom heeft Kurt Hutten
misschien wel gelijk als hij in zijn boek
„Geloof en sekte" de stelling verde
digt, dat de mensen van de sekte „een
schrede boven de rechtvaardiging uit"
willen. De Geestesdoop is bij hen een
„plus" dat hen boven de status van
„een arme zondaar" verheft, dat hen
ook een yoorsnrong geeft op andere ge
lovigen. En het gevolg is, dat bij hen,
die dit „plus" nog niet hebben bereikt,
een krampachtige, wettische houding
ontstaat om deze geestelijke ervaring
te forceren.
Het is opvallend, dat de Schrift veel
minder aandacht schenkt aan de gaven
van de Geest, dan aan de vruchten
van de Geest.
Immers, niet uit het spreken in ton
gen en niet uit de gave der gezondma
king blijkt het geloof (zie - Corinthe
13: „Ai ware het dat ik de taal der
mensen en der engelen sprak....") maar
uit de vruchten des Geestes, namelijk:
„liefde, blijdschap, vrede, lankmoedig
heid, goedertierenheid, goedheid, ge
loof, zachtmoedigheid, matigheid." (Gal.
5 22).
Maar niet één van deze vruchten
groeit op ónze akker!
Waarnemer.
RIJMEN VAN THIJMEN
De zetter zette eens
Geen puntjes op de i
Zwierf opgetogen rond.
Door Goes en Krommenie.
Nam op gezette tijd,
Z'n natje en z'n droogje.
En hield op vrouw en kroost
'n Heel goed wakend oogje.
Het was in dit geval
Geen lood dus om oud ijzer.
De zetter, zonder zorg
Werd aldus minder grijzer.
De drukker had het druk,
Met veler hand te drukken.
Hij kwam de drukte door.
Liefst zonder ongelukken.
De drukke drukker was
'n Zeer voorbeeldig man,
Die kouwe drukte dus.
Onmogelijk hebben kan.
De lezers van de krant,
Ze kregen leesvacantie.
Dat was een groot gemis.
Al hadden ze garantie,
Dat-ie op tijd weer komt,
Met extra vette letters.
Want dikker werden ook
De drukkers en de zetters!
TIJMEN
VERVOLGVERHAAL
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
34
Koos haalt zijn „Crisiswinst". Hij wil
niet letten op Tonny's gezicht, terwijl
ze leest. Moe zakt hij weg in een haard-
fauteuil.
„En wat zei dominee nou eigenlijk?"
vraagt Tonny, als ze het uitheeft.
„Dat ik maar kruidenier moest blij
ven, want dat ik voor schrijver onge
schikt was. Je moest schrijven, om God
en je naaste te dienen, je mocht niet
schrijven om geld of om je hart te luch
ten en er zou niemand zijn, die dit zou
willen plaatsen".
„Hecht jij veel waarde aan wat do
minee Bolderman zegt?"
„Waarde? Ik nou, ben jij het dan
niet met hem eens?"
„Welnee! Je moogt wel degelijk schrij
ven, om je hart te luchten, je moogt wel
degelijk tegen verkeerde toestanden op
trekken, althans wanneer je er het heil
■van je naaste mee op het oog hebt en
dat had'je, toen je dit schreef, is 't niet?
Dat je met je werk God en je naaste
moet dienen, ja, daarin heeft dominee
Bolderman natuurlijk volkomen gelijk,
maar ik zie niet in, dat jij tegen deze
eis gezondigd hebt. Je kon wat minder
scherp zijn geweest, je kon wat milder
over de winstmakers geoordeeld hebben
maar verder.
„Zou jij dan denken, dat dit toch nog
geplaatst kon worden?"
„Niet precies zo, als het nu is. Crisis
winst, dat is wel wat ongewoons, de ti
tel slaat er dadelijk al in, maar voor
veel mensen is dit toch te schril, het is
ook nu en dan wat schreeuwerig. En er
komen te veel personen in voor. Neem
eens één van die mensen, die schoen
maker bij voorbeeld. Werk dat thema
uit: d.e man, die goed werk wil leveren
maar het niet kan, omdat hij al maar
goedkoper worden moet. Schets zijn
strijd. Laat hem overwinnen of onder
gaan, dat doet er niet toe, maar teken
hem".
„'k Weet niet, of ik dat kan. Maar zeg
Ton, 'k had geloof ik beter bij jou kun
nen komen dan bij die bulderaap".
„Niet schelden, Koos!"
„Nou, maar hoe vind jij zo'n vent? 'k
Bedoer niet, dat hij het afkamde, hij
mag zijn mening zeggen, maar dat over-
kletsen, hoe vind je dat?"
„Niet mooi. Ook niet buitengewoon.
De meeste mannen zouden zo doen,
vrees ik."
„Als je vraagt te zwijgen en ze dat
beloven?"
NED. HERV. KEEK
Beroepen te Herkingen, kand. D. v.
Vliet te Kolham. Nijkerk H. A. van
Slooten te Voorthuizen.
Aangenomen naar Bruchem kand. P.
Koeman te Huizen. Stellendam kand. A.
Janssens te St. Maartensdijk.
Bedankt voor Herkingen, Kinderdijk,
Leerbroek, Lopik, Oosterwolde, Poort-
vliet, Willige Langerak en Wouters-
woude kand. P, Koeman. Wezep A. Bo-
mein te Noordeloos, Molenaarsgraaf,
Brandwijk en Aalst kand. A. Janssens.
Oud Alblas. Na bevestiging door zijn
zwager ds. L. Roetman van Gouda, deed
ds. H. J. Smit, gekomen van Stellen-
dam in trede met Handel. 28 31.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Sleen G. Glerum, kand.
te Arnhem; Garrelsweer C. Bruning te
Nieuwlande, Haarlem R. Strijker te
Dieren.
Aangenomen naar Middelburg J.
Wessel te 's Hertogenbosch, Schevenin-
gen E. de Vries te Amsterdam. Moor
drecht kand. D. Verschoor te Naald
wijk, Surhuisterveen H. Wijmans te St.
Jacobaparochie. Gent M. Vos te Aspe-
ren. Arum, Alteveer, Fijnaart, Heeg,
Giessenburg, 's Gravenmoer, Neder-
horst de Bey, Ottoland, Vijfhuizen en
Wierden, kand. D. Verschoor te Naald
wijk. Drachten en Leiden J. v. d. Berg
te Ermelo. Joure en Zuidhorn G. Haaks-
U betaalt precies op tijd, wordt
niet onnodig gestoord en heeft
rust in uw huis. Hoe kan dat?
Betalingen via een rekening bij
onze banken doen voor u rust en
rente samen gaan. Wacht daar
niet mee. ledere bel minder is
winst!
ma te Nw. Amsterdam. Reden T. Does
burg te Tienhoven. Stedum M. Berg te
Giessen-Rijswijk.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Zierikzee T. op den Velde
te Mijdrecht. Naarden, Schiedam en
Veenwoude, kand. C. Bos te Nunspeet.
Middelburg en Zaandam kand. J. van
Amstel te Mijdrecht. Driebergen H. v.
Leeuwen te Rotterdam, 's Gravenzan-
de J. Keuning te Veenendaal.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Slikkerveer, St. Anna-
land, Rotterdam, Lombardije, Zuidijk
ea Pendrecht, kand. P. Honkoop te
Kloetinge.
Inleiding
Zonder toepassing van mechanische
koeling ligt de periode waarin zaai-
uien kunnen worden afgeleverd van
augustus tot april. Dit houdt in dat het
grootste gedeelte van de produktie
wordt opgeslagen.
Naarmate het produkt langer wordt
bewaard, neemt uiteraard de kans op
extra uitval door uitgelopen uien toe.
Het einde van de bewaarperiode wordt
dan ook als regel hoofdzakelijk be
paald door de mate waarin spruitvor-
miing optreedt.
Door het voor praktijkgebruik be
schikbaar komen van middelen op ba
sis van maleïne hydrazide kan het
spruiten van de uien echter in zeer be
langrijke mate worden tegengegaan.
Mialeïne hydrazide mag worden toe
gepast tot een dosering van 2.5 kg ak-
tieve stof per ha. Wat het effekt kan
zijn van aanwending hiervan moge blij
ken uit de resultaten van het in 1964
verrichte onderzoek.
Resultaten onderzoek 1964
In de op Goeree^Overflakkee uitge
voerde proef werd gebruik gemaakt
van het met de naam MH 30 aange
duide middel. De van dit produkt toe
gepaste dosering bedroeg 6,25 1 (2.5 kg
aktieve stof) in 500 1 water per ha.
Gespoten werd op een nog geheel groen
gewas, waarvan het loof voor om
streeks SC/o was gestreken.
Zowel van het bespoten als van het
onbespoten objekt zijn bewaarmonsters
getrolcken, die in een luchtgekoelde be
waarplaats werden opgeslagen. Volle
digheidshalve zij opgemerkt, dat de be
waarruimte na half maart niet meer
werd geventileerd.
Kontrole op het uitlopen van de uien
had plaats op 4 mei en 17 juni. De
hierbij gevonden resultaten zijn in de
volgende tabel weergegeven.
Zoals uit het geringe percentage uit-
van het nog groene gewas het loof voor
omstreeks SO"/» is gestreken. Als regel
ligt dit tijdstip 2 a 2.5 week voor het
plukrijp zijn van de uien.
Omdat het middel door het loof moet
worden opgenomen, mag binnen 24 uur
na de bespuiting geen regen vallen.
Van het in onderzoek geweest zijnde
middel MH 30 bedraagt de dosering
6.25 1, te verspuiten in minstens 500 1
water per ha. Door verlaging van de
hoeveelheid sproeistof wordt het resul
taat belangrijk minder.
Aan de oplossing mag geen uitvloeier
worden toegevoegd. Ook het gemengd
verspuiten van maleïne hydrazide met
andere middelen is niet mogelijk.
Voorts is het noodzakelijk na afloop
van de bespuiting de sproeiapparatuur
grondig met water schoon te maken.
Het spreekt vanzelf dat alleen ge
zonde gewassen voor een behandeling
met spruitremmende middelen in aan
merking kom:en.
Sam^erwatting
Voor het bij opslag van zaai-uien te
gengaan van spruitvorming kan met
sukses van maleïne hydrazide bevat
tende middelen worden uitgegaan. Bij
een geslaagde toepassing kan de be
waarperiode zonder bezwaar met 12
maanden worden verlengd. Wellicht nog
belangrijker is het dat met een derge
lijk middel behandelde uien ook na af
levering weinig spruitgevoelig zijn.
Naar mag worden verwacht wordt hier
door in de maanden maart en april
onze konkurrentiepositie op de buiten
landse markt sterker.
Maleïne hydroxide heeft geen
invloed op uitval door rot
Het ligt voor de hand dat het gebruik
van anti-spruitmiddelen uitsluitend zin
heeft als tot in het voorjaar wordt be
waard.
J. L. Koert.
Bewaarresultaat in procenten van aantal uien
kontrole 4 mei
Objekten
le
uitval
uitval
ver
door
door
baar
rot
spruiten
Onbehandeld
55.3
4.5
40.1
6.25 1 MH 30
91.2
3.9
5.0
val door rot blijkt, was hier sprake
van uien van een uitstekende kwali
teit.
Het effekt van de met MH 30 uitge
voerde bespuiting op het uitlopen van
de uien is zeer duidelijk.
Praktijkadvies
Als resultaat van het plaatsgevonden
onderzoek werd het volgende praktijk
advies samengesteld.
Het toepassen van maleïne hydrazi
de bevattende middelen dient op het
eind van de groeiperiode plaats te vin
den. Het meest geschikte tijdstip is als
kontrole 17 juni
Ie- uitval uitval
ver- door door
baar rot spruiten
20.2 4.9 74.9
85.6 4.4 10.0
Een meisje van zestien jaar heeft de
zevende Idas van de lagere school ver
laten om overgrootmoeder te worden.
Dat gebeiu-de in Jackson (Ohio, V.S.).
Door haar huwelijk met de 62-jarige
Wesley David Bowen is Sharon Kay
Hughes stiefmoeder geworden van vijf,
grootmoeder van nog vijf kinderen en
overgrootmoeder van een kind.
„Man en vrouw is één, hè?"
„Vooral met zo'n schat van een vrouw
Nee, Ton, ik ben het niet met je eens.
Als iemand belooft te zwijgen, moet hij
het tegen iedereen doen."
„Dat is waar, maar wat moet, gebeurt
niet altijd".
„'t Valt me zo tegen van hem".
„Dat begrijp ik. Hij was je afgod."
„Nou afgod maak het niet al te bar
zeg! Jij mocht hem van 't begin af niet
erg, dat weet ik best, en ik mocht hem
wel. Ik vond zijn preken enig. 't Was
tenminste een nieuw geluid, dat zul je
moeten toegeven."
„Een nieuw geluid is ook gauw oud,
als je het elke zondag hoort. En dat ik
hem niet mocht, is van jouw kant te
bar, manneke! Ik vond, dat hij te veel
beloofde en er te sterk van overtuigd
was, dat hij de wereld verbeteren zou.
Hij zou de zaak wel rechtzetten. Verder
ja, dat kon hij nu wel niet helpen
maar het hinderde me geducht, dat ie
dereen zo met hem wegliep en dat nie
mand hem kon prijzen, zonder meteen
op dominee De Ridder af te geven. Do
minee De •bidder is een stumper, die
niet preken kan, maar toch erg 2ujn best
doet."
„Pff! De laatste tijd heeft het er wel
wat van, maar weet je niet, hoe zelfs
vader eens gezegd heeft, dat het wel
leek, of hij helemaal niet meer studeer
de?"
„Dat heeft vader, voor zover ik me
herinner, één keer gezegd en toen voeg
de hij er meteen bij, dat het geen won
der was, als de moed en de lust je ont
zonken, wanneer je zo'n algemeen ge
brek aan belangstelling zag. Ik kan me
best indenken dat iemand, die zich ja
renlang heeft ingespannen, moedeloos
wordt en het opgeeft, als hij merkt dat
hij toch niets bereikt. Maar als je er aan
denkt, hoe dominee De Ridder in de ge
meente werkt, nou dan moet je respect
voor hem hebben. Weet je nog, hoe hij
elke dag naar „Veldzicht" kwam, toen
vader met longontsteking lag? Weet je
niet meer, hoe hij op de dag van de cri
sis tweemaal is geweest? En dat deed
hij niet, omdat het vader was, nee, zo
handelt hij ook met de armste arbeider.
En doet hij 's winters niet minstens drie
avonden per week huisbezoek? Je moet
eens gaan informeren, hoe het met
huis- en ziekenbezoek in de stad ge
steld is en we moeten ook nog afwach
ten, of dominee Bolderman daarin De
Ridders evenbeeld wordt."
„Daar heb ik niet veel verwachting
meer van!"
„Waarom niet? Dat kan allemaal nog
best meevallen. Nu hij je op één punt
■tegenvalt, moet je maar niet meteen
vaststellen, dat hij nergens toe deugt.
T>at hij jou niet mooi behandeld heeft,
stempelt hem toch niet tot een nietsnut?
Hoe lam ik de historie voor jou vind,
"toch heb ik met hem ook meelij----
„Ton hou op!"
Op een met knipperlichten beveiligde overweg in Maarssen is maandag een
bestelwagen door een trein gegrepen. Twee inzittenden van de auto zijn hier
bij om het leven gekomen. De wagen werd ongeveer 30 meter weggeslingerd
en kwam terecht tegen een huis langs de spoorbaan. De schade aan de trein
was zo ernstig, dat deze moest worden weggesleept.
Met een predikatie over Matth. 14
16: „Het is niet nodig dat zij weg gaan.
Geeft gij hun te eten" werd ds. H. Ja
gersma uit Nijega-Elahuizen, zondag
morgen bevestigd als predikant der
Herv. Gemeente te Bruinisse.
Bevestiger was ds. J. P. Eerkei, oud
hofprediker te Apeldoorn, die er in zijn
predikatie op wees, dat men het niet
van een dominee moet verwachten,
maar dat het God is, die soms een mens
wil gebruiken om wonderen te doen.
's Müddags heeft ds. Jagersma zijn
intrede gedaan in zijn nieuwe gemeen
te. Intree-tekst was Psalm 25 4. Hee
re maak mij Uwe wegen bekend.
In zijn predikatie behandelde ds. Ja
gersma allereerst, de vraag naar Gods
wegen in het algemeen, die voor een
mens dikwijls niet te beantwoorden
zijn. De vraag naar Gods weg, als het
gaat om een persoonlijke relatie tussen
God en de mens om ten slotte te wij
zen op het Woord van Jezus: „Ik ben
de Weg." Niemand komt totGod, dan
over die enige weg.
Na afloop van de predikatie sprak
ds. F. A. van Liere, Renesse als prae-
ses van de Classis. Ds. M. G. Westerhof,
Nieuwerkerk als praetor van de Ring
en ds. H. J. Groenewegen uit Ooster-
land als consulent.
Ds. van Liere herdacht ds. van der
Sar als een ijverig pastor, hij hoopte
dat ds. Jagersma ook in classicaal ver
band zijn werk zou mogen doen, ds.
Westerhof heette de nieuwe predikant
welkom, in de Ring Zierikzee en in het
predikantenconvent, terwijl ds. Groe
newegen, als consulent, met liefde het
werk op Bruinisse had gedaan. Nu het
afgelopen was wilde hij de predikant
en de gemeente nog eens wijzen op de
nadruk die ds. Berkel 's morgens op
zijn tekst had gelegd, als hij zeide dat
de nadruk moet vallen op het woord
„Jezus zeide." Het is Jezus, naar Wiens
stem moet worden geluisterd.
Ds. G. den Heeten, geref. predikant,
hoopte op een goede samenwerking,
maar meer nog op een goed persoon
lijk contact.
Wegens vakantie van burgemeester
C. H. van de Linde sprak namens de
burgerlijke gemeente wethouder W. v.
Gilst.
Wethouder van Gilst, die memoreer
de dat er steeds een- goede verhouding
tussen de burgerlijke en de kerkelijke
gemeente bestaat, sprak over de apar
te mentaliteit van Bruinisse als vis-
sersplaats en de veranderingen die de
Grevelingendam en Ooster Schelde
brug in de levens gewoonten zullen
brengen, een der facetten van die ver
andering zal de zondagsrust zijn. Hij
deed een beroep op ds. Jagersma ara
straks ook zijn krachten te geven, om
de bouw van een Bejaardentehuis voor
Bruinisse en Duiveland te realiseren.
Ouderling S. A. Jumelet sprak een
woord van welkom namens kerkeraad
en gemeente. Op zijn verzoek zong de
gemeente ds. en mevr. Jagersma toe
Gezang 94.
Ds. Jagersma dankte alle sprekers,
en allen die op enigerlei wijze blijken
van belangstelling hadden gegeven,
waarbij hij nog eens de verschillende
facetten van zijn werk overzag, terwijl
hij hoopte op een goede samenwerking.
Naast vertegenwoordigers van andere
kerken uit de Gemeenten waren pre
dikanten en afgevaardigden aanwezig
uit bijna alle plaatsen van het eiland
en uit St. Philipsland. Het kerkgebouw
was geheel bezet.
Hypotheken op huizen en landerQen
tot 90»/».
Financiering van ttw auto, motor,
machines etc.
Vlugge discrete behandeling.
JOH. KNAPE - Tel. 231 - Ouddorp
„Meen je, dat hij zich prettig voelt op
het ogenblik?"
„Hij verdient, dat hij zich allermise-
rabelst voelt, dat hij dat hij wel dood
zou willen zijn".
„Als we allemaal kregen, wat ^e ver
dienden, waren wij ook niet gelukkig?'
„Dat kan. Maar zo iets gemeens als
woordbreuk hebben wij niet op ons ge
weten, ik tenminste niet."
„Ik ook niet. Wij hebben weer andere
dingen op ons geweten. Als wij niet
kunnen vergeven indien gij niet ver
geeft je weet wel, hè, Koos, hoe de
Heere Jezus dat zei?"
„Hou maar op!"
„Niet kwaad worden, jong. Denfc'asje-
blieft niet, dat ik je niet begrijp of te
gen je preken wil. Wat misère is, weet
ik ook, hè? Maar weet je, hoe ik het
makkelijkst dragen en vergeven kan?
Als ik me plaats op het standpunt van
de ander. Probeer dat ook eens."
„Met Bolderman zeker".
„Ja, met Bolderman. Hij is getrouwd,
hij houdt van zijn vrouw. Hij houdt
evenveel van haar, als ik van Ed
hield en jij van Gré. Hij heeft absoluut
geen geheimen voor haar. Hij vertelt
haar van je schrijven en denkt er na
tuurlijk geen ogenblik aan, dat ze er
over babbelen zal. Ze schendt zijn ver
trouwen. Jij vliegt op hem af. Kun je je
nou heus zijn gevoelens niet indenken?
Hij schaamt zich voor jou en hijj
schaamt zich over zijn vrouw, 't Laat-i
ste is allicht nog het ergste, want bij die
schaamte komt de gruwelijke teleur
stelling. Is ze zo? Zij, de vrouw die zijn
liefde, zijn vertrouwen heeft?"
„Zou hij al niet eerder hebben ge
merkt, wie ze is?"
Koos' toon is schamper. Zijn eigen
leed pijnt hem nog te fel. Het is hem
niet mogelijk, dat van een ander te voe
len.
„Waarschijnlijk wel. Maar iemand, die
liefheeft, blijft vertrouwen ook tegen
beter weten in. Koos! Dat moet je toch
bekend zijn".
Ja, dat is hem bekend. Hij zwijgt.
Niets kan hem meer schelen op dit
ogenblik.
„Je vindt me misschien wel een eigen
wijs schepsel", herneemt Tonny, als de
stilte haar benauwen gaat. „Ik heb ook
niet al die degelijkheid van mezelf, hoor
jo! Bij Vervoort praten we weleens over
zulke dingen. Mevrouw is zo'n fijn mens
Ze voelt zo zuiver en leert je af, de we
reld alleen maar uit je eigen gezichts
hoek te bekijken. Van mevrouw Ver
voort heb ik veel geleerd. Met haar durf
je over alles praten."
„Reusachtig, als je zo iemand hebt. Ik
ben minder gelukkig op dat gebied."
„Schaam je. We hebben toch nog een
vader en moede?"
(Wordt vervolgd)