EIIIVnDEn-l1IEUl/S RANG RANG RANG Twee doden bij botsing op overweg Het gebruik van antispruitmididelen bij uien Be istrtjd om het bei^taan NIEUWS Niet bellen voor kwitanties Ds. H. Jagersma deed zondag intrede te Bruinisse is alleen als er Mededelingen van de Stichting Nederlandse Uien-Federatie AHe verzekeringen 2e blad Vrijdag 6 augustus 1965 No. 3408 UIT ut I -sV -i^ -k VRIJ.... op staat Fruitdrops en diverse andere smaken UIT ÜS iceRKeN BOERENLEENBANKEN RAIFFEISENBANKEN Zestien jaar en al overgrootmoeder Nogmaals: de doop met de Hei lige Geest Gewen en vruchten van de Geest. De Pinksterbeweging, zo zagen we vorige maal, dwingt ons, de Schriftuur lijke gegevens ten aanzien van de doop met de Heilige Geest ernstig te nemen. We hebben ons als kerken daarvan al te vaak afgemaakt, enerzijds door al les te brengen onder de heilshistorische noemer: de doop met de Heilige Geest was slechts nodig voor de voortgang van het Evangelie; anderzijds door heilsordelijk alles te vereenzelvigen; de doop met de Heilige Geest zou dan slechts een andere ibenaming zijn voor de wedergeboorte. Beide opvattingen zijn in hun algemeenheid niet te hand haven. De Heilige Schrift leert, en de ervaring in het leven des geloofs be vestigt, dat het werk van de Heilige Geest veel méér omvat. Hij is niet al leen de Geest, „die Heere is en levend maakt," zoals de Belijdenis van Nicéa zo schoon zegt; Hij is ook de Geest, Die Christus en Zijn werk verheerlijkt, door woning te maken voor Christus in onze harten; door ons te verzekeren van ons aandeel in Christus; door met onze geest te getuigen dat wij kinderen Gkids zijn; door ons te leren uitroepen „Abba, Vader." Om een enkel voorbeeld te noemen: Wanneer Paulus in de Efeze-brief deze zaken beschrijft, dan gaat zijn betoog haast over in een lied: opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heer lijkheid, met kracht versterkt te wor den door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten, wone en gij in de liefde ge worteld en gegrond zijt; opdat gij ten volle kunt begrijpen met al de heili gen, welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij, en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods." (Efeze 3 16— 19). Wil men dit alles aanduiden als de doop met de Heilige Geest, of nog lie ver als vruchten van het gedoopt zijn met de Heilige Geest, ik dacht dat men dan binnen Schriftuurlijke grenzen blijft. Ik zou zelfs willen dat deze za ken in prediking en zielzorg meer aan de orde kwamen en meer onderschei dend werden voorgesteld. Let wel: niet om de heilsweg in te delen in een aan tal vaste stadia, die achtereenvolgens dienen te worden afgelegd, maar om alle weldaden van Christus en alle er varing in het leven des geloofs te on derscheiden als stromen die vloeien uit de enige Fontein der zaligheid; Chris tus. Als deze relatie niet wordt gezien, dan. is er iets niet in orde. Er staat wel, dat Christus ons geworden is tot wijs heid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing, maar dat we met dit alles zijn uit Hem (de Va der) en in Christus Jezv^l En nu is het de vraag of dit aUes hetzelfde is als wat de Pinksterbewe ging bedoelt. Wie staan mag in de vrij heid der heerlijkheid der kinderen Gods blijft toch in zichzelf vleselijk, verkocht onder de zonde. IVKet alle weldaden, die we ontvangen hebben, zijn we toch niet meer dan arme zondaren, die van uur tot uur van genade moeten leven. Maar bij vele leden van de Pink sterbeweging en aanverwante groepe ringen krijgen we weleens de indruk dat de doop met de Heilige Geest hen daar voorgoed bovenuit getild heeft. Zij voelen zich, zoals die regel uit het bekende gezangvers suggereert: „Een zondaar, een verloste, o Heer, En nu geen zondaar meer'.. Dat is natuurlijk wel waar van Gods Kant, want in Zijn oog zijn we zo vol maakt, „als hadden we nooit zonde ge had noch gedaan," maar in de weg der heiligmaking leren we, al zijn we de allerheiligsten, dat we nog maar „een klein beginsel van deze gehoorzaam heid" hebben. En van dat „kleine beginsel" nu is bij de Pinkstermensen zo weinig te zien. Ze gaan op de weg der heiligmaking van kracht tot kracht steeds voort, als of ze in staat zijn (en sommigen zeg gen dat ook openlijk) om in dit leven de volmaakte zondeloosheid te berei ken. Hun doop met de Heilige Geest doet hen in tongen spreken, profeteren, zieken genezen, enzovoorts, maar het gevaar is groot dat ze met al deze ga ven van de Geest niet God verheerlij ken, maar zelf de vrome man of vrouw worden. Daarom heeft Kurt Hutten misschien wel gelijk als hij in zijn boek „Geloof en sekte" de stelling verde digt, dat de mensen van de sekte „een schrede boven de rechtvaardiging uit" willen. De Geestesdoop is bij hen een „plus" dat hen boven de status van „een arme zondaar" verheft, dat hen ook een yoorsnrong geeft op andere ge lovigen. En het gevolg is, dat bij hen, die dit „plus" nog niet hebben bereikt, een krampachtige, wettische houding ontstaat om deze geestelijke ervaring te forceren. Het is opvallend, dat de Schrift veel minder aandacht schenkt aan de gaven van de Geest, dan aan de vruchten van de Geest. Immers, niet uit het spreken in ton gen en niet uit de gave der gezondma king blijkt het geloof (zie - Corinthe 13: „Ai ware het dat ik de taal der mensen en der engelen sprak....") maar uit de vruchten des Geestes, namelijk: „liefde, blijdschap, vrede, lankmoedig heid, goedertierenheid, goedheid, ge loof, zachtmoedigheid, matigheid." (Gal. 5 22). Maar niet één van deze vruchten groeit op ónze akker! Waarnemer. RIJMEN VAN THIJMEN De zetter zette eens Geen puntjes op de i Zwierf opgetogen rond. Door Goes en Krommenie. Nam op gezette tijd, Z'n natje en z'n droogje. En hield op vrouw en kroost 'n Heel goed wakend oogje. Het was in dit geval Geen lood dus om oud ijzer. De zetter, zonder zorg Werd aldus minder grijzer. De drukker had het druk, Met veler hand te drukken. Hij kwam de drukte door. Liefst zonder ongelukken. De drukke drukker was 'n Zeer voorbeeldig man, Die kouwe drukte dus. Onmogelijk hebben kan. De lezers van de krant, Ze kregen leesvacantie. Dat was een groot gemis. Al hadden ze garantie, Dat-ie op tijd weer komt, Met extra vette letters. Want dikker werden ook De drukkers en de zetters! TIJMEN VERVOLGVERHAAL door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 34 Koos haalt zijn „Crisiswinst". Hij wil niet letten op Tonny's gezicht, terwijl ze leest. Moe zakt hij weg in een haard- fauteuil. „En wat zei dominee nou eigenlijk?" vraagt Tonny, als ze het uitheeft. „Dat ik maar kruidenier moest blij ven, want dat ik voor schrijver onge schikt was. Je moest schrijven, om God en je naaste te dienen, je mocht niet schrijven om geld of om je hart te luch ten en er zou niemand zijn, die dit zou willen plaatsen". „Hecht jij veel waarde aan wat do minee Bolderman zegt?" „Waarde? Ik nou, ben jij het dan niet met hem eens?" „Welnee! Je moogt wel degelijk schrij ven, om je hart te luchten, je moogt wel degelijk tegen verkeerde toestanden op trekken, althans wanneer je er het heil ■van je naaste mee op het oog hebt en dat had'je, toen je dit schreef, is 't niet? Dat je met je werk God en je naaste moet dienen, ja, daarin heeft dominee Bolderman natuurlijk volkomen gelijk, maar ik zie niet in, dat jij tegen deze eis gezondigd hebt. Je kon wat minder scherp zijn geweest, je kon wat milder over de winstmakers geoordeeld hebben maar verder. „Zou jij dan denken, dat dit toch nog geplaatst kon worden?" „Niet precies zo, als het nu is. Crisis winst, dat is wel wat ongewoons, de ti tel slaat er dadelijk al in, maar voor veel mensen is dit toch te schril, het is ook nu en dan wat schreeuwerig. En er komen te veel personen in voor. Neem eens één van die mensen, die schoen maker bij voorbeeld. Werk dat thema uit: d.e man, die goed werk wil leveren maar het niet kan, omdat hij al maar goedkoper worden moet. Schets zijn strijd. Laat hem overwinnen of onder gaan, dat doet er niet toe, maar teken hem". „'k Weet niet, of ik dat kan. Maar zeg Ton, 'k had geloof ik beter bij jou kun nen komen dan bij die bulderaap". „Niet schelden, Koos!" „Nou, maar hoe vind jij zo'n vent? 'k Bedoer niet, dat hij het afkamde, hij mag zijn mening zeggen, maar dat over- kletsen, hoe vind je dat?" „Niet mooi. Ook niet buitengewoon. De meeste mannen zouden zo doen, vrees ik." „Als je vraagt te zwijgen en ze dat beloven?" NED. HERV. KEEK Beroepen te Herkingen, kand. D. v. Vliet te Kolham. Nijkerk H. A. van Slooten te Voorthuizen. Aangenomen naar Bruchem kand. P. Koeman te Huizen. Stellendam kand. A. Janssens te St. Maartensdijk. Bedankt voor Herkingen, Kinderdijk, Leerbroek, Lopik, Oosterwolde, Poort- vliet, Willige Langerak en Wouters- woude kand. P, Koeman. Wezep A. Bo- mein te Noordeloos, Molenaarsgraaf, Brandwijk en Aalst kand. A. Janssens. Oud Alblas. Na bevestiging door zijn zwager ds. L. Roetman van Gouda, deed ds. H. J. Smit, gekomen van Stellen- dam in trede met Handel. 28 31. GEREF. KERKEN Beroepen te Sleen G. Glerum, kand. te Arnhem; Garrelsweer C. Bruning te Nieuwlande, Haarlem R. Strijker te Dieren. Aangenomen naar Middelburg J. Wessel te 's Hertogenbosch, Schevenin- gen E. de Vries te Amsterdam. Moor drecht kand. D. Verschoor te Naald wijk, Surhuisterveen H. Wijmans te St. Jacobaparochie. Gent M. Vos te Aspe- ren. Arum, Alteveer, Fijnaart, Heeg, Giessenburg, 's Gravenmoer, Neder- horst de Bey, Ottoland, Vijfhuizen en Wierden, kand. D. Verschoor te Naald wijk. Drachten en Leiden J. v. d. Berg te Ermelo. Joure en Zuidhorn G. Haaks- U betaalt precies op tijd, wordt niet onnodig gestoord en heeft rust in uw huis. Hoe kan dat? Betalingen via een rekening bij onze banken doen voor u rust en rente samen gaan. Wacht daar niet mee. ledere bel minder is winst! ma te Nw. Amsterdam. Reden T. Does burg te Tienhoven. Stedum M. Berg te Giessen-Rijswijk. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Zierikzee T. op den Velde te Mijdrecht. Naarden, Schiedam en Veenwoude, kand. C. Bos te Nunspeet. Middelburg en Zaandam kand. J. van Amstel te Mijdrecht. Driebergen H. v. Leeuwen te Rotterdam, 's Gravenzan- de J. Keuning te Veenendaal. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Slikkerveer, St. Anna- land, Rotterdam, Lombardije, Zuidijk ea Pendrecht, kand. P. Honkoop te Kloetinge. Inleiding Zonder toepassing van mechanische koeling ligt de periode waarin zaai- uien kunnen worden afgeleverd van augustus tot april. Dit houdt in dat het grootste gedeelte van de produktie wordt opgeslagen. Naarmate het produkt langer wordt bewaard, neemt uiteraard de kans op extra uitval door uitgelopen uien toe. Het einde van de bewaarperiode wordt dan ook als regel hoofdzakelijk be paald door de mate waarin spruitvor- miing optreedt. Door het voor praktijkgebruik be schikbaar komen van middelen op ba sis van maleïne hydrazide kan het spruiten van de uien echter in zeer be langrijke mate worden tegengegaan. Mialeïne hydrazide mag worden toe gepast tot een dosering van 2.5 kg ak- tieve stof per ha. Wat het effekt kan zijn van aanwending hiervan moge blij ken uit de resultaten van het in 1964 verrichte onderzoek. Resultaten onderzoek 1964 In de op Goeree^Overflakkee uitge voerde proef werd gebruik gemaakt van het met de naam MH 30 aange duide middel. De van dit produkt toe gepaste dosering bedroeg 6,25 1 (2.5 kg aktieve stof) in 500 1 water per ha. Gespoten werd op een nog geheel groen gewas, waarvan het loof voor om streeks SC/o was gestreken. Zowel van het bespoten als van het onbespoten objekt zijn bewaarmonsters getrolcken, die in een luchtgekoelde be waarplaats werden opgeslagen. Volle digheidshalve zij opgemerkt, dat de be waarruimte na half maart niet meer werd geventileerd. Kontrole op het uitlopen van de uien had plaats op 4 mei en 17 juni. De hierbij gevonden resultaten zijn in de volgende tabel weergegeven. Zoals uit het geringe percentage uit- van het nog groene gewas het loof voor omstreeks SO"/» is gestreken. Als regel ligt dit tijdstip 2 a 2.5 week voor het plukrijp zijn van de uien. Omdat het middel door het loof moet worden opgenomen, mag binnen 24 uur na de bespuiting geen regen vallen. Van het in onderzoek geweest zijnde middel MH 30 bedraagt de dosering 6.25 1, te verspuiten in minstens 500 1 water per ha. Door verlaging van de hoeveelheid sproeistof wordt het resul taat belangrijk minder. Aan de oplossing mag geen uitvloeier worden toegevoegd. Ook het gemengd verspuiten van maleïne hydrazide met andere middelen is niet mogelijk. Voorts is het noodzakelijk na afloop van de bespuiting de sproeiapparatuur grondig met water schoon te maken. Het spreekt vanzelf dat alleen ge zonde gewassen voor een behandeling met spruitremmende middelen in aan merking kom:en. Sam^erwatting Voor het bij opslag van zaai-uien te gengaan van spruitvorming kan met sukses van maleïne hydrazide bevat tende middelen worden uitgegaan. Bij een geslaagde toepassing kan de be waarperiode zonder bezwaar met 12 maanden worden verlengd. Wellicht nog belangrijker is het dat met een derge lijk middel behandelde uien ook na af levering weinig spruitgevoelig zijn. Naar mag worden verwacht wordt hier door in de maanden maart en april onze konkurrentiepositie op de buiten landse markt sterker. Maleïne hydroxide heeft geen invloed op uitval door rot Het ligt voor de hand dat het gebruik van anti-spruitmiddelen uitsluitend zin heeft als tot in het voorjaar wordt be waard. J. L. Koert. Bewaarresultaat in procenten van aantal uien kontrole 4 mei Objekten le uitval uitval ver door door baar rot spruiten Onbehandeld 55.3 4.5 40.1 6.25 1 MH 30 91.2 3.9 5.0 val door rot blijkt, was hier sprake van uien van een uitstekende kwali teit. Het effekt van de met MH 30 uitge voerde bespuiting op het uitlopen van de uien is zeer duidelijk. Praktijkadvies Als resultaat van het plaatsgevonden onderzoek werd het volgende praktijk advies samengesteld. Het toepassen van maleïne hydrazi de bevattende middelen dient op het eind van de groeiperiode plaats te vin den. Het meest geschikte tijdstip is als kontrole 17 juni Ie- uitval uitval ver- door door baar rot spruiten 20.2 4.9 74.9 85.6 4.4 10.0 Een meisje van zestien jaar heeft de zevende Idas van de lagere school ver laten om overgrootmoeder te worden. Dat gebeiu-de in Jackson (Ohio, V.S.). Door haar huwelijk met de 62-jarige Wesley David Bowen is Sharon Kay Hughes stiefmoeder geworden van vijf, grootmoeder van nog vijf kinderen en overgrootmoeder van een kind. „Man en vrouw is één, hè?" „Vooral met zo'n schat van een vrouw Nee, Ton, ik ben het niet met je eens. Als iemand belooft te zwijgen, moet hij het tegen iedereen doen." „Dat is waar, maar wat moet, gebeurt niet altijd". „'t Valt me zo tegen van hem". „Dat begrijp ik. Hij was je afgod." „Nou afgod maak het niet al te bar zeg! Jij mocht hem van 't begin af niet erg, dat weet ik best, en ik mocht hem wel. Ik vond zijn preken enig. 't Was tenminste een nieuw geluid, dat zul je moeten toegeven." „Een nieuw geluid is ook gauw oud, als je het elke zondag hoort. En dat ik hem niet mocht, is van jouw kant te bar, manneke! Ik vond, dat hij te veel beloofde en er te sterk van overtuigd was, dat hij de wereld verbeteren zou. Hij zou de zaak wel rechtzetten. Verder ja, dat kon hij nu wel niet helpen maar het hinderde me geducht, dat ie dereen zo met hem wegliep en dat nie mand hem kon prijzen, zonder meteen op dominee De Ridder af te geven. Do minee De •bidder is een stumper, die niet preken kan, maar toch erg 2ujn best doet." „Pff! De laatste tijd heeft het er wel wat van, maar weet je niet, hoe zelfs vader eens gezegd heeft, dat het wel leek, of hij helemaal niet meer studeer de?" „Dat heeft vader, voor zover ik me herinner, één keer gezegd en toen voeg de hij er meteen bij, dat het geen won der was, als de moed en de lust je ont zonken, wanneer je zo'n algemeen ge brek aan belangstelling zag. Ik kan me best indenken dat iemand, die zich ja renlang heeft ingespannen, moedeloos wordt en het opgeeft, als hij merkt dat hij toch niets bereikt. Maar als je er aan denkt, hoe dominee De Ridder in de ge meente werkt, nou dan moet je respect voor hem hebben. Weet je nog, hoe hij elke dag naar „Veldzicht" kwam, toen vader met longontsteking lag? Weet je niet meer, hoe hij op de dag van de cri sis tweemaal is geweest? En dat deed hij niet, omdat het vader was, nee, zo handelt hij ook met de armste arbeider. En doet hij 's winters niet minstens drie avonden per week huisbezoek? Je moet eens gaan informeren, hoe het met huis- en ziekenbezoek in de stad ge steld is en we moeten ook nog afwach ten, of dominee Bolderman daarin De Ridders evenbeeld wordt." „Daar heb ik niet veel verwachting meer van!" „Waarom niet? Dat kan allemaal nog best meevallen. Nu hij je op één punt ■tegenvalt, moet je maar niet meteen vaststellen, dat hij nergens toe deugt. T>at hij jou niet mooi behandeld heeft, stempelt hem toch niet tot een nietsnut? Hoe lam ik de historie voor jou vind, "toch heb ik met hem ook meelij---- „Ton hou op!" Op een met knipperlichten beveiligde overweg in Maarssen is maandag een bestelwagen door een trein gegrepen. Twee inzittenden van de auto zijn hier bij om het leven gekomen. De wagen werd ongeveer 30 meter weggeslingerd en kwam terecht tegen een huis langs de spoorbaan. De schade aan de trein was zo ernstig, dat deze moest worden weggesleept. Met een predikatie over Matth. 14 16: „Het is niet nodig dat zij weg gaan. Geeft gij hun te eten" werd ds. H. Ja gersma uit Nijega-Elahuizen, zondag morgen bevestigd als predikant der Herv. Gemeente te Bruinisse. Bevestiger was ds. J. P. Eerkei, oud hofprediker te Apeldoorn, die er in zijn predikatie op wees, dat men het niet van een dominee moet verwachten, maar dat het God is, die soms een mens wil gebruiken om wonderen te doen. 's Müddags heeft ds. Jagersma zijn intrede gedaan in zijn nieuwe gemeen te. Intree-tekst was Psalm 25 4. Hee re maak mij Uwe wegen bekend. In zijn predikatie behandelde ds. Ja gersma allereerst, de vraag naar Gods wegen in het algemeen, die voor een mens dikwijls niet te beantwoorden zijn. De vraag naar Gods weg, als het gaat om een persoonlijke relatie tussen God en de mens om ten slotte te wij zen op het Woord van Jezus: „Ik ben de Weg." Niemand komt totGod, dan over die enige weg. Na afloop van de predikatie sprak ds. F. A. van Liere, Renesse als prae- ses van de Classis. Ds. M. G. Westerhof, Nieuwerkerk als praetor van de Ring en ds. H. J. Groenewegen uit Ooster- land als consulent. Ds. van Liere herdacht ds. van der Sar als een ijverig pastor, hij hoopte dat ds. Jagersma ook in classicaal ver band zijn werk zou mogen doen, ds. Westerhof heette de nieuwe predikant welkom, in de Ring Zierikzee en in het predikantenconvent, terwijl ds. Groe newegen, als consulent, met liefde het werk op Bruinisse had gedaan. Nu het afgelopen was wilde hij de predikant en de gemeente nog eens wijzen op de nadruk die ds. Berkel 's morgens op zijn tekst had gelegd, als hij zeide dat de nadruk moet vallen op het woord „Jezus zeide." Het is Jezus, naar Wiens stem moet worden geluisterd. Ds. G. den Heeten, geref. predikant, hoopte op een goede samenwerking, maar meer nog op een goed persoon lijk contact. Wegens vakantie van burgemeester C. H. van de Linde sprak namens de burgerlijke gemeente wethouder W. v. Gilst. Wethouder van Gilst, die memoreer de dat er steeds een- goede verhouding tussen de burgerlijke en de kerkelijke gemeente bestaat, sprak over de apar te mentaliteit van Bruinisse als vis- sersplaats en de veranderingen die de Grevelingendam en Ooster Schelde brug in de levens gewoonten zullen brengen, een der facetten van die ver andering zal de zondagsrust zijn. Hij deed een beroep op ds. Jagersma ara straks ook zijn krachten te geven, om de bouw van een Bejaardentehuis voor Bruinisse en Duiveland te realiseren. Ouderling S. A. Jumelet sprak een woord van welkom namens kerkeraad en gemeente. Op zijn verzoek zong de gemeente ds. en mevr. Jagersma toe Gezang 94. Ds. Jagersma dankte alle sprekers, en allen die op enigerlei wijze blijken van belangstelling hadden gegeven, waarbij hij nog eens de verschillende facetten van zijn werk overzag, terwijl hij hoopte op een goede samenwerking. Naast vertegenwoordigers van andere kerken uit de Gemeenten waren pre dikanten en afgevaardigden aanwezig uit bijna alle plaatsen van het eiland en uit St. Philipsland. Het kerkgebouw was geheel bezet. Hypotheken op huizen en landerQen tot 90»/». Financiering van ttw auto, motor, machines etc. Vlugge discrete behandeling. JOH. KNAPE - Tel. 231 - Ouddorp „Meen je, dat hij zich prettig voelt op het ogenblik?" „Hij verdient, dat hij zich allermise- rabelst voelt, dat hij dat hij wel dood zou willen zijn". „Als we allemaal kregen, wat ^e ver dienden, waren wij ook niet gelukkig?' „Dat kan. Maar zo iets gemeens als woordbreuk hebben wij niet op ons ge weten, ik tenminste niet." „Ik ook niet. Wij hebben weer andere dingen op ons geweten. Als wij niet kunnen vergeven indien gij niet ver geeft je weet wel, hè, Koos, hoe de Heere Jezus dat zei?" „Hou maar op!" „Niet kwaad worden, jong. Denfc'asje- blieft niet, dat ik je niet begrijp of te gen je preken wil. Wat misère is, weet ik ook, hè? Maar weet je, hoe ik het makkelijkst dragen en vergeven kan? Als ik me plaats op het standpunt van de ander. Probeer dat ook eens." „Met Bolderman zeker". „Ja, met Bolderman. Hij is getrouwd, hij houdt van zijn vrouw. Hij houdt evenveel van haar, als ik van Ed hield en jij van Gré. Hij heeft absoluut geen geheimen voor haar. Hij vertelt haar van je schrijven en denkt er na tuurlijk geen ogenblik aan, dat ze er over babbelen zal. Ze schendt zijn ver trouwen. Jij vliegt op hem af. Kun je je nou heus zijn gevoelens niet indenken? Hij schaamt zich voor jou en hijj schaamt zich over zijn vrouw, 't Laat-i ste is allicht nog het ergste, want bij die schaamte komt de gruwelijke teleur stelling. Is ze zo? Zij, de vrouw die zijn liefde, zijn vertrouwen heeft?" „Zou hij al niet eerder hebben ge merkt, wie ze is?" Koos' toon is schamper. Zijn eigen leed pijnt hem nog te fel. Het is hem niet mogelijk, dat van een ander te voe len. „Waarschijnlijk wel. Maar iemand, die liefheeft, blijft vertrouwen ook tegen beter weten in. Koos! Dat moet je toch bekend zijn". Ja, dat is hem bekend. Hij zwijgt. Niets kan hem meer schelen op dit ogenblik. „Je vindt me misschien wel een eigen wijs schepsel", herneemt Tonny, als de stilte haar benauwen gaat. „Ik heb ook niet al die degelijkheid van mezelf, hoor jo! Bij Vervoort praten we weleens over zulke dingen. Mevrouw is zo'n fijn mens Ze voelt zo zuiver en leert je af, de we reld alleen maar uit je eigen gezichts hoek te bekijken. Van mevrouw Ver voort heb ik veel geleerd. Met haar durf je over alles praten." „Reusachtig, als je zo iemand hebt. Ik ben minder gelukkig op dat gebied." „Schaam je. We hebben toch nog een vader en moede?" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5