HeksenproGBSsen
e.
De heer D. Goekoop te Goedereede
Koninklijk onderscheiden
Heriodeling
gemeenten op
Goeree-Overfiakkee
Als 'k WAkkeR woRöt
Piaatselilk nieuws
omk Mei hestsian
r'
ro<
De regen
raakt
hem nieil
OPLEli
niAKül
^e&uwae wa.nd&Ungen
INGEZONDEN
VERVOLGVERHAAL
V
Bestel I
bij Drl
Langel
Bijl
Eh hoe f
onze catel
«uringen o|
ken? „We
"Jirmejah,
(Ezechiël)l
jongelui
Bladz. 2
„E I L A N D E N - N I E U W S"
Dinsdag 20 juli 1965,
Twee heksen uit Veere verbrand,
hebben we in een vorig artikel gelezen.
Dat wat in 1565, vierhonderd jaar ge
leden. Zijn de heksen nu uitgestorven?
Of hebben werkelijke heksen misschien
nooit bestaan of alleen maar in de ver
beelding van bijgelovige mensen? En is
er in onze moderne „verlichte" tijd geen
bijgeloof meer?
Het is al een oud bijgeloof, dat voor
al vrouwen werden aangezocht als
bondgenoten van de Boze. Voor velen
was vroeger de vrouw een minderwaar
dig schepsel. Was Adam niet eerst ge
schapen, daarna Eva (waar men de Bij
bel al niet voor gebruikt!) Volgens som
migen was Eva genomen uit een krom
me rib van Adam, zodat van een vrouw
niet veel goeds en rechts te verwach
ten was
Meestal zocht de duivel als zijn vrou
welijke bondgenoten geen frisse jonge
meisjes, maar oude vrouwtjes, uitge
teerd en verschrompeld.
Toverzalf
Hadden ze haar ziel aan hem ver
kocht en waren ze in 't verbond opge
nomen, dan leerde hij haar de tover-
zalf maken. Hiervoor waren verschil
lende procedé's. Roet, giftige planten,
vet, vleermuizenbloed, fijngemaakt
haar komen nogal eens voor.
Besmeerden ze zich met deze zalf,
dan konden ze op een bezemsteel de
schoorsteen uitvliegen en zich met haar
meester verenigen om feest te vieren.
Dit gebeurde vrijdagnacht. Dan ver
lieten ze haar huizen om de volgende
dag de heksensabbath te vieren.
Men at en dronk, danste en zong,
boeleerde zelfs met de duivel. In som
mige weilanden ziet men wel eens krin
gen, waar het gras helemaal niet wil
groeien of waar het veel weelderiger
groeit dan er omheen. Dat zijn de to-
verkringen, de plaats waar de dansen
de voeten de grond hebben aangeraakt.
De Eïigelse dichter Shakespeare zingt
in „Macbeth" over deze heksenkringen:
„Toverzusters, hand in hand.
Zweven over zee en land,
Draait en zwaait aldus in 't rond:
Driemaal dijn en driemaal mijn.
Nog driemaal, 't moet negen zijn.
Stil, de toverkring is klaar".
Vooral in de Waipurgisnacht, de nacht
van 30 april op 1 mei, was het de grote
feestdag van de toverkoUen.
De toverzalf had ook de kracht de
heksen te veranderen in katten, padden,
kraaien, vleermuizen en nog veel meer
andere dieren. Uit het vorige artikel
hebben we gezien, dat men er storm op
zee mee kon verwekken en zelfs sche
pen laten vergaan en er de mensen on
gelukkig door kon maken. Ook kon
door het samenspel van heksen en dui
vel de oogst mislukken, sterfte onder
het vee optreden en wilde soms de karn
van de boerin niet aflopen. Bij deze
laatste moeilijkheid kon een papiertje
met wonderlijke spreuken, onder de
karn gelegd, verbetering brengen!
Heksempro cessen
Vroeger geloofde men dit soort ver
halen inderdaad. En men ging de hek
sen pijnigen en martelen en zoals we
gezien hebben ook om het leven bren
gen. Ontzettend veel is er geleden door
totaal onschuldige vrouwen. Vooral toen
men de heksenprocessen invoerde. Paus
Innocentius is hiermee begonnen in
1484. Toen verscheen de pauselijke bul,
waarin bevolen werd de heksen voor de
rechtbank te brengen en haar „godde
loze gruwelstukken" nauwkeurig te on
derzoeken. Volgens deze pauselijke bul
verwaarloosden ze haar eigen zaligheid
en vielen ze van het ware geloof af, ze
gingen vleselijk met de duivel om; ze
konden de verlossing van zwangere
vrouwen, het jongen van het vea en de
vruchtbaarheid der aarde beletten en
alles bederven; ze konden mensen en
dieren met smarten en ellenden pijni
gen; de huwelijkszegen onmogelijk ma
ken, enz.
In haast alle landen begonnen de pro
cessen, het meest in Duitsland, in ons
land niet zo erg.
Duizenden (ik las zelfs een getal van
miljoen) onschuldige mensen, meest
oude vrouwtjes, zijn ter dood gebracht.
Vooral in de jaren 1500-1700 was het
erg. Dat is dus niet in de „donkere"
middeleeuwen, waarop we wel eens
laag neerzien, maar in de eeuwen dat de
Reformatie overal was doorgedrongen.
Zelfs Calvijn meende dat een pest
epidemie in 1540 te Geneve werd ver
oorzaakt door tovenarij! Enkele jaren
later verzocht hij de vroedschap van
deze stad om „dit ras" (hij bedoelde
hiermee de heksen) uit te roeien. Ook
Voetius was voor het straffen van hek
sen, maar met rechtvaardige methoden.
Niemand was eigenlijk meer veilig.
Wie een lichaamsgebrek (een bochel
b.v.) had werd met de vinger nagewe
zen en waarschuwend zei men tegen el
kaar: wacht u voor de getekenden!
Een litteken of moedervlek gold als
een teken van de duivel.
In de kerken werd een kist geplaatst,
waarin men aanklachten kon depone
ren, zonder dat men zich als aanklager
behoefde bekend te maken. Door deze
anonieme beschuldiging had ieder ge
legenheid zich gemakkelijk van zijn
vijanden te kunnen ontdoen.
Voor de rechtbank
Meestal ontkenden de beschuldigden
als ze voor de rechters stonden. Omdat
zo onschuldig waren. Wie gaat nu be
kennen, dat hij (zij) schuldig is aan
storm, hagelslag, pest, ziekte onder het
vee of slechte oogst?
Er waren echter ook wel heksen, die
bij een verhoor alles toegaven. Hyste
rische personen die zelf geloofden in
hun vreemde kunst. U moet dit niet zo
vreemd vinden. Nog niet zo lang gele
den hebben een paar wetenschappelijke
mensen zich ingesmeerd met toverzalf,
die ze bereid hadden naar een oud re
cept, dat ze ergens ontdekt hadden. Ze
werden bewusteloos (dat zal wel door
de erin verwerkte gifplanten veroor
zaakt zijn), kregen vreemde dromen en
wonderlijke hallucinaties, alsof ze van
de aarde wegwaren. Zo kan het ook met
de heksen gegaan zijn.
Voor wie ontkenden wisten de rech
ters wel raad. Dan was er de pijnbank
nog. De duimschroeven werden aange
zet, het lichaam uitgerekt, de ledematen
vervormd en verwrongen. Dan gebeur
de het wel dat volkomen onschuldigen
„schuld" bekenden en beweerden de
dingen gedaan te hebben, alleen maar
om van de pijnbank verlost te worden.
Zo'n „schuldige" werd dan natuurlijk
veroordeeld, had hij niet zelf bekend?
Wie kalm bleef onder de martelingen
was ook schuldig. Want die kalmte was
het bewijs dat men in verbinding stond
met de duivel, die kracht en hu^p gaf!
Men had ook nog andere middelen
van onderzoek. Bij de vuurproef moest
een zogenaamde heks een gloeiende
bout negen schreden wegdragen. Was
aan de brandwonde iets buitengewoons
te zien, dan was men schuldig. Had de
genezing een gewoon verloop, dan was
dit een bewijs van onschuld.
Pasten de rechters de waterproef toe,
dan werden de duimen kruiswijs vast
gebonden aan de grote tenen en zo
werd iemand met een touw te water
gelaten. Bleef men drijven dan was
men schuldig, zonk men dan was men
geen heks, maar een gewoon mens en
verdronk soms, onschuldig. Hierbij hing
veel af van de rechters, van hun ma
nier om aan het tow te trekken of Ket
te laten vieren, 't Zal in 1823 wel voor
de laatste maal geweest zijn (te Delden),
dat deze proef werd toegepast. Een
vrouw, van toverij beschuldigd, vroeg
er zelf om. Ze werd onschuldig bevon
den en won zodoende haar goede naam
terug.
Middelburg.
L. van Wallenburg
Ruim 40 jaar heemraad en dijkgraaf
In de Pausenkamer van hotel de Gou
den Leeuw was dinsdagavond 13 juli
een uitgelezen gezelschap bijeen om of
ficieel afscheid te nemen van de heer
D. Goekoop, a's dijkgraaf van de Goe-
reese polder en de polder de Generale
Dijkagie, in verband met het bereiken
van de 70 jarige leeftijd.
Voor deze gelegenheid werd door de
Polderbesturen aan de genodigden een
diner aangeboden. Met de familie Goe
koop waren aanwezig Mr. T. A. van
Dijken, lid van Ged. Staten in Zuid-
Holland, burgemeester Kleynenberg, ir.
A. G. Bruggeman, Ir. G,. Terluin, de he
ren P. de Jong en H. Kuiper van de
Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland,
de heer G. Bouw van de Rijkswater
staat, weth. Breen, gemeentesecretaris
Jongkoen, notaris Risseeuw, oud dijk
graaf Voogd en de polderbesturen met
personeel van beide polders.
De waarnemend voorzitter van de Goe-
reese polder de heer D. Sandifort heette
de aanwezigen hartelijk welkom en in
zonderheid Mr. van Dijken.
Verder werd de bijeenkomst geleid door
beide waarnemende voorzitters van de
(^oereese polder en de Generale Dij
kagie.
Veel woorden van dank en lof werd
op deze avond gesproken door de beide
voorzitters en door mr. van Dijken die
nog een bijzondere missie had te ver
vullen.
Mr. van Dijken schetste in het kort de
loopbaan van de heer Goekoop die 42
jaar trouw zijn plichten als heemraad
en dijkgraaf heeft vervuld. U hebt, zo
zei spreker, uw leven gewijd aan drie
zaken n.l. gezin, bedrijf en waterschap
pen. Ook bent u nog vele jaren raadslid
en wethouder geweest van de gemeente
Goedereede. Uw arbeid en kennis was
in deze zeer groot en dit alles is niet on
bekend gebleven bij burgemeester, Ged.
Staten van Zuid-Holland, Commissaris
van de Koningin, bij het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat en bij H.M. de
Koningin. Het was mr. van Dijken een
groot genoegen om op deze bijeenlcomst
de heer Goekoop mede te kunnen delen
dat H.M. de Koningin aan hem heeft
toegekend de onderscheiding van Rid
der in de Orde van Oranje Nassau. Na
dat hij de bijbehorende versierselen
van burgemeester Kleijnenberg in ont
vangst had genomen, speldde mr. van
Dijken die op de borst van de schei
dende dijkgraaf, waarna hij hem van
harte feliciteerde.
De heer Goekoop dankte mr. van Dij
ken voor de hartelijke w^oorden tot hem
gesproken en verzocht mr. van Dijken
zijn dank te willen overbrengen voor
het bewijs van erkentelijkheid en voor
de eervolle onderscheiding.
Muzikale hulde
Hierna verzocht burgemeester Kleij
nenberg de heer Goekoop met zijn echt
genote mee naar beneden te gaan waar
de Kon. Fanfare Apollo stond opgesteld.
Hier sprak de burgemeester enkele
woorden tot de burgerij waarin hij me
dedeelde dat de heer Goekoop door
H.M. de Koningin het Ridderschap in de
orde van Oranje Nassau was toegekend.
In verband hiermede verzocht hij de
Kon. Fanfare het Wilhelmus te spelen,
waarna ook nog enige marsen en Lang
zal hij leven werden ten gehore' ge
bracht.
Zichtbaar ontroerd dankte de heer
Goekoop de heer Vernooys met zijn
mannen voor de Muzikale hulde, w^aar-
na de familie Goekoop met gevolg naar
de Pausenkamer terugkeerde.
Daarna werden aan tafel nog waar
derende woorden gesproken door Ir. A.
G. Bruggeman namens de Provinciale
Waterstaat en door opzichter Jansen
namens hemzelf en het gehele perso
neel. Als geschenken werden of waren
reeds eerder aangeboden, een zilveren
sigarettendoos, een zilveren brood
mandje en bloemen.
De heer Goekoop bedankte ook na
mens zijn echtgenote alle sprekers voor
de vriendelijke woorden tot hem ge
sproken en voor de aangeboden ge
schenken. „Het deed ons zeer veel ge-
Zo is dan nu de herindeling der ge
meenten op Goeree-Overflakkee, door
de aanneming van 't wetsontwerp in de
Tweede Kamer, een bijna voldongen
feit geworden. De heer Toxopeus heeft
wel een felicitatie" verdiend met z'n
voorbereidingen voor deze kwalijk rie
kende zaak en min. Smallenbroek is
een gelukwens waard met zijn „grandi
ose" verdediging van 't wetsontwerp.
Tegen de zin van minstens 75'°/o van
de raadsleden op "t eiland en van een
minstens evengroot deel der bevolking
in, heeft men in Den Haag op „demo-,
cratische" wijze z'n zin doorgedreven.
Wanneer men dit toch van plan was,
waarom dan de raden der gemeenten
nog lastig gevallen? Dat heeft toch geen
enkele 2iin! Of is dit slechts een wette
lijk voorgeschreven formaliteit om de
schijn van vrijheid en democratie hoog
te houden? Maar meer dan ook niet,
want 't is in wezen de ergst denkbare
vorm van dictatuur die er bestaat!
Laat minister nu maar niet tegen
spreken wat de heren Abma (s.g.p.) en
Voogd (Boerenpartij) hebben gezegd, n.l.
dat de gemeenschappen worden opge
heven, want dit is wel zo! Alleen de
kerngemeenten waar 't bestuur zetelt,
die gaan er op vooruit. De andere ge
meenten worden tot buurtschappen ge
degradeerd. De praktijk zal zulks in de
toekomst wel bewijzen. Maar dat zal
men in Den Haag weer wel op een of
andere kromme manier recht proberen
te praten; hierin zijn 't meesters.
Bovendien, en nu komt het, de mi
nister weet nog steeds niet (na 16 jaar
van voorbereiding) of de thans aange
nomen grenswijzigingen wel juist zijn!
Dit zal nog moeten blijken uit de o.a.
industriële ontwikkeling, waarna men
eventueel weer tot een nieuwe herin
deling zal moeten besluiten (met alle
daaraanverbonden kosten, waar de be
lastingbetaler goed voor is). Het is 't
toppunt van dwaasheid om grenswijzi
gingen door te drijven, waarvan men 't
nut en de juistheid op betrekkelijk kor
te termijn, niet eens kan bekijken. Had
men dan niet beter nog b.v. een 20-taI
jaren kunnen wachten? Of moest deze
zaak nu maar eens aan de kant, 't had
immers al zo lang staan sudderen!
Tenslotte zou ik nog willen opmerken
dat men van Overheidswege reeds ja
ren geleden aangedrongen heeft op sa
menwerking tussen de gemeenten en 't
in dit verband tot stand brengen van
gemeenschappelijke regelingen. Vele
gemeenten in ons land zijn deze
kant, en met succes, opgegaan. Nu zegt
minister Smallenbroek evenwel dat uit
deze gem. sch. regeling de uitholling
van de bestuurskracht der kleinere ge
meenten, eerst recht blijkt. Dit is wel
een pracht van een schop na. Verster
king der bestuurkracht, krachtiger lei
ding en betere stuwing aan de ontwik
keling van Goeree-Overflakkee door
deze herindeling zal, evenals op Schou-
wen-Duiveland, weer wel de bekende
noegen dat onze oudste zoon in de pol
der de Generale Dijkagie tot heemraad
werd gekozen", aldus spreker.
Tenslotte sloot de heer Visser met een
kort woord de zeer geslaagde bijeen
komst.
^^i;^^^i^:£^^^ïSï£^^^£^^£^^S£s£\£:S£NSï£s£::£;^?£^£^^^
Als 'k wakker wordt zie ik U' in de tuin
In 't spelen van de wind die door de bomen gaat
In heel mijn wond're tuin die nu vol bloemen staat
Een kleurenpracht zó maat'loos blij!
Er is geen kunst'naar zoals Gij!
Als 'k wakker wordt zie ik U in het licht.
Het licht dat door mijn kamer glijdt.
Dat ons wil troosten en bevrijdt
Van al te zware duisternis.
Omdat 't door U geschapen is.
Als 'k wakker wordt zie ik U overal
In alles wat rondom mij staat.
Zie ik Uw vriendelijk gelaat,
Maar 't schoonste is mij elke dag
Dat ik Uw kind mag zijn en met U leven mag.
Lanerta.
Een echte
mannelijke jas van
Falcon met
Eadelsteek-garnering
Zakken heeft deze
jas genoeg;
zelfs een apart zakje
voor kaartjes en
kleingeld,
af te sluiten met een
rits (model Falcon).
holle frase blijken te zijn, waar de re
gering voorzichtigheidshalve later wel
niet op terug zal komen, want dat zou
men in eigen vingers moeten snijden en
dat is nogal pijnlijk. Aleen de bevolking
zal er wel achter komen dat de gemeen-
telijke-belastingen zullen worden op
geschroefd, of ik zou me al heel erg
moeten vergissen. Voorheen kon men
wel eens lezen dat grotere bestuurseen-
heden financieel voordeliger zouden
zijn, doch deze leugen wordt niet meer
gedebiteerd, dit is al te doorzichtig ge
worden blijkens de praktijk. Dit zwijgt
men thans liever in alle talen dood. We
zijn nu inmiddels weer op andere
schoonschijnende leuzen overgestapt.
Nu 't doek (misschien dus, volgens de
minister, slechts voorlopig) is gevallen,
kunnen alle weldenkende mensen niet
anders dan met droefheid in 't hart te
rugzien op een wel zeer ondcmecrati-
sche wijze van regeerbeleid.
Met dank voor de plaatsing.
Poortvliet H. Anthonisse,
DIRKSLAND
Geslaagd. Dezer dagen slaagde aan
de H.T.S. te Rotterdam de heer J. J.
Vreugdenhil alhier, voor de afdeling
weg en waterbouwkunde.
Geslaagd. Aan het Koninklijk Tech-
nicum P.B.N.A. slaagde als wegbouw-
kundige (Wegentechnicus) deel 1, de
heer A. Polder alhier.
MELISSANT
Kerkdienst. A.s. donderdagavond 22
juM 7.30 uur hoopt voor de Ger. Gem.
Beatrixlaan voor te gaan ds. L. Huis
man van Vlaardingen.
Eerste prijs. De muziekvereniging
„Tot nut en Genoegen" behaalde op het
concours te Heij en Boeycoop een eerste
prijs met 354 punten in de afdeling uit
muntendheid.
OUDDORP
Kerkdienst A.s. donderdagavond half
8 hoopt voor de Ger. Gem. alhier voor
te gaan ds. P. Blok.
NIEUWE TONGE
Kerkdienst. Woensdagavond 21 juli
a.s. hoopt voor de Ger. Gem. om 7.30
uur voor te gaan ds. P. Blok te Dirks-
land.
OUDE TONGE
Voor beroep bedankt. Ds. A. Jonkers
heeft bedankt voor het op hem uitge
brachte beroep naar de Herv. Gem. van
Ameide-Tienhoven.
STAD AAN 'T HARINGVLIET
Chr. Bibliotheek. Wil een ieder die
boeken van deze bibliotheek in zijn/
haar bezit heeft, deze a.s. donderdag
avond terugbrengen? Dit in verband
met de gebruikelijke sluiting van de bi
bliotheek vanwege de vakanties en het
wisselen van de collectie. De biblio
theek is geopend van kwart over zes tot
kwart voor zeven.
Soli Deo Gloria wint eerste prijs.
Op het gehouden zangconcours te Arn
hem behaalde het Gemengd Koos „Soli
Deo Gloria" in de afd. uitmuntendheid
de eerste prijs met 337 punten. Het eer
ste werk was „Komt gij gezegende
mijns vaders" van Melchior Frank; 2e
werk Giant Cervius van G. P. de Pale-
strina. Het koor mag trots zijn op hun
dirigent de heer C. C. v. d. Heuvel, on
der wiens energieke leiding dit mooie
resultaat werd bereikt en op hun be
haalde succes.
Wisselbeker gewonnen. Het gemeng
de zangkoor „Concordia" heeft op het
concours op 3 juli te Odrschot door het
behalen van het hoogst aantal punten
de wisselbeker gewonnen. Het koor mag
zeker trots zijn op haar dirigent de heer
J. V, d. Heuvel die heen met vaste hand
door deze finale heen heeft geleid.
HUWELIJKSVRUCHTBAARHEID IN
NEDERLAND
Uit de cijfers van het C.B.S. verkre
gen bij de volkstelling 1960, blijkt, dat
uit de ruim 2% miljoen huwelijken, die
per 31 mei 1960 bestonden, tot dat tijd
stip 6,8 miljoen kinderen waren gebo
ren. Dat is 270 kinderen per 100 huwe
lijken.
Van de 2% miljoen huwelijken waren
er 400.000 of ITVo bij de telling kinder
loos.
Hier is een overzichtje van het aan
tal huwelijken in procenten van het to
taal, verdeeld naar het kindertal:
Dinsdag 20 ji
0 kinderen
1 kind
2 of 3 kinderen
4 of 5 kinderen
6 tot 9 kinderen
10 of meer kinderen
17»/»
18»/o
38»7(i
16»/»
10»/o
2»/o
In 70 huwelijken kwamen twintig of
meer kinderen ter wereld.
Aanmerkelijke verschillen in huwe
lijksvruchtbaarheid treden aan de dag
voor de afzonderlijke kerkelijke gezind
ten. Per 100 eerste huwelijken, inge
deeld naar kerkelijke gezindte, loopt het
aantal kinderen sterk uiteen:
Pnnmq Katholiek
336
Gereformeerd
323
Ncaenanas Hervormd
258
Gemengd
213
Zonder godsdienst
209
Gemiddeld
283
door D. Menkens-van der Spieeel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
31
Het is een stille, donkere avond, als
hij met fel kloppend hart op de Heren
weg loopt, 't Is een eind. Hij zou graag
op de fiets zijn gegaan, maar dan zou
den ze thuis hebben gevraagd, waar hij
heen moest. Nu denken ze, dat hij met
andere jongens een eindje omloopt, zo
als hij wel vaker doet.
Hij is vroeg, 't Hindert niet. Beter te
vroeg dan te laat.
Hier heb je „Veldzicht" al. „Hulzen-
zicht" zou je het beter kunnen noemen.
Nog altijd woont Van Dijk er, zonder te
betalen. Vader heeft er nu werk van
gemaakt. Dat werd meer dan tijd. De
kerel moet er nu uit, wat het ook kost.
Rare boel eigenlijk, denkt Koos. Nu
heeft zo'n vent al zoveel huurschuld
en kun je er nog een kapitaal aan be
steden, cm hem er uit te zetten. Zulke
lui moesten ze in de gevangenis stoppen
dan zouden ze wel anders doen. Het
pension gaat niet. Goed, maar dan
moesten ze de beleefdheid hebben, het
huis uit te trekken. Nu treitert hij nog
op de koop toe. Hij heeft gezegd: „'k
Was net van plan, om je een deel van
mijn schuld af te betalen, maar nu je
mij de deurwaarder gestuurd hebt, krijg
je niets en ik blijf zitten tot ze me op
straat zetten". Eir gaan nog wat weken
mee heen, eer ze aan dat op-straat-zet
ten toe zijn. Dergelijke molens malen
heel langzaam. Een schande vindt Koos
het. Barbaarse wetten, die zo een huis
eigenaar duperen. Hij heeft er al meer
van gehoord. Oom Karel, die met va
ders 'zuster getrouwd is, heeft huizen in
de stad. Als die aan het vertellen gaat.
Nu weet Koos ineens een onderwerp
voor een tweede novelle. Ja, hij zal zo'n
huisheer tekenen, zo'n stumper, die fail
liet gaat en.
Nee maar, gaat nu de catechisatie al
uit? 't Is toch nog geen negen uur?
Zich een beetje schuilhouden. Die
jongens hoeven hem niet te zien. Nie
mand hoeft te weten, dat hij hier een
onderhoud met dominee Bolderman
heeft.
Daar komt de laatste. Zo, nu vlug de
straat oversteken.
Koos staat voor de deur, juist als do
minee er uitkomt.
„Dominee!"
„Hè, wat? Wie ben je?"
„Koos Koster, dominee!"
„O ja, nu zie ik het. 't Is hier donker
hè, en ik kwam uit het licht".
„Zou ik u even mogen spreken, do
minee?"
„Hier? Kun je niet een keer bij me
thuis komen? Ik heb haast, zie je! Ik
moet gauw naar huis."
„Ik zal u niet lang ophouden, domi
nee".
„Kom dan maar even mee".
Koos gaat achter de dominee aan. Nu
het lang verhoopte ogenblik daar is,
voelt hij zich de moed ontzinken.
„En?"
„Dominee, onlangs bij ons thuis u
vroeg me, wat ik dacht te worden ik
sprak van journalistiek, maar maar
dat was niet helemaal waar tenmin
ste, ja, misschien later, als ik er kans
toe zie, maar ziet u, ik wou schrijver
worden en ik heb hier een schets, een
kort verhaal bedoel ik, en ik zou er
graag uw oordeel over horen en dan
misschien zou u me kunnen helpen".
„Ik je kunnen helpen? Hoe dan?"
„Nou, dominee, a^s u een goed woord
voor me deed bij de redactie van het
een of andere blad."
„Hm, ja. Maar waarom kwam je juist
bij mij?"
Koos zit vast. Hij kan natuurlijk niet
zeggen: „Omdat u ook schrijft." Domi-
nee's werk staat zoveel hoger dan het
zijne.
„Nou?"
„Och, u weet nu van onze omstandig
heden en u kunt zulk werk beoorde
len".
„Nou ja, als ik je er genoegen mee
doe, wil ik het weleens lezen", ant
woordt dominee. „Maar veel hoop kan
ik je niet geven, hoor! Er wordt tegen
woordig zoveel geëist.Er zijn zo
veel mensen die schrijven.
„Ja dominee, ja, dat weet ik wel. Ik
lees veel. Ik weet wel, dat er erg veel
uitkomt, maar maar ik zou toch zo
dolgraag schrijver worden."
„Waarom eigenlijk?"
„Omdat ik meen, dat ik de mensen
zal kunnen boeien".
„Zo. Maar je zult ze heel sterk moe
ten boeien, om iets te bereiken, jongen!
Als ik jou was, werd ik maar kruide^
nier. Aan een zaak heb je houvast."
„Tegenwoordig niet, dominee!"
„O, maar het wordt wel weer eens be
ter. Nou enfin, ik heb niet veel tijd,
maar ik zal het lezen."
„Wanneer mag ik komen, om de uit
slag te horen dominee?"
„'k Weet niet. Laat eens zien. O, veel
is het niet. 'k Zal het wel even aan
reiken, als ik het uitheb."
„Liever niet, dominee! Ze weten er
thuis niets van. Ik zou graag willen, dat
u er met niemand over sprak. Als het
niets zou worden, dan wou ik lie
ver, dat er nooit iemand achter kwam.
Mag ik volgende week weer hier komen
dominee? 't Hindert niet, als ik voor
niets kom, ik bedoel,-als u het dan nog
niet gelezen hebt. Ik kom dan een week
later wel weer."
„Goed! Maar nu moet ik gaan. Wacht
mijn fiets.
„Die haal ik wel even, dominee!"
Koos brengt dominiee's fiets tot op
straat.
„Dank je wel. Koos. Nou, tot de vol
gende week dan, hè?"
„Ja dominee, graag dominee, dank u
wel. Enne u vertelt het toch aan nie
mand, hè dominee?"
„Nee, hoor!"
De dagen, die volgen, duren Koos
veel te lang. Althans de eerste. Als het
zondag wordt mengt zich vrees in zijn
blijheid, 's Maandags zou hij de uren
wel willen vasthouden. Dinsdagmorgen,
-middag, -avond....
Half negen wordt het, eer hij de
deur uitkan. Met grote stappen gaat hij.
Waar de Hoofdstraat Herenweg wordt
maakt hij er „looppas" van. Een half
uur is meer dan genoeg, om bij de
school te komen, maar als de catechisa
tie eens weer zo vroeg uitgaat
Dat is deze avond niet het geval. De
dichtstbij zijnde stadsklok galmt negen
slagen, de dorpsklok volgt twee minu
ten later----- Nu zingen ze. Dan dan
ken.
Daar komen de jongens. Even weg
duiken. O, dominee komt ook al naar
buiten.
Hij moet zijn fiets nog halen, dat
helpt. Zo kan de laatste jongen verge
noeg weg zijn, eer Koos dominee aan
spreekt. Geweldig zoals dat hart van
hem bonst.
't Is geen goed teken vreest hij, dat
dominee niet even in de school op hem
wacht.
Vooruit, nu maar het hek in. Alle
jongens zijn weg.
Dominee komt om de hoek, wil op
stappen.
„Dominee!"
„O, Koos Koster, dat is waar ook. Ik
had je haast vergeten. Maar je werk
niet, hoor! Dat heb ik bij me. Hier is
het".
„Ja, dominee! Dank u wel. En en
wat denkt u?"
„Dat jij beter geschikt bent voor krui
denier dan voor schrijver. Koos! Het
spijt me, dat ik je moet teleurstellen,
maar Ik mag je niet vleien met valse
hoop."
„Deugt er niets van dominee?"
Het Is vreemd, maar Koos hervindt
zichzelf bij dominee's op luchtige toon
geuite mededeling. Strijdlust komt over
hem.
„Nou, niets, dat is te veel gezegd."
„Juist, dominee, dat dacht ik ook. De
stijl bijvoorbeeld moet goed zijn".
„O ja? Prettig voor je, dat je daar
van zo zeker bent".
„Heel prettig. Ik was negens gewend
voor stellen. Het moet dus op de inhoud
vastzitten."
(Wordt vervolgd)
uitgaande!
NII
A. Oplei|
ZIEI
Vocj
de
toell
daal
gar
Inal
leeiT
B. Oplei|
ZIEI
Vod
de
spel
dui|
V.C
huil
jaaf
C. Opleil
vocT
D. Oplel
KINI
vod
aaij
E. Opleil
EisI
M.l
F. Opleil
vod
za^
len
Van solli
ledig beiT
lingen va
SoUicitatl
te richtel
straat 1
Het Nüd
en de KatI
onlangs ov|
te geven,
lieken als
de!^ gelezei
een gemee|
Onze Vade
verschillen!
namen tusl
protestante!
belse namJ
gaan spelle
de Hebree»!
rmejahve,
In kerk er
vrijzinnig
hervormdel
van Zaand
Op zichzl
natuurlijk f
evenzeer a|
geworden
waren tot
len in sor
lijks als g|
noem allee
nias (ZefarL
chias (Mali
wijden duil
chodonosoJ
lijker thuij
blijft het
meenschap
de naamsv
Nu begil
of het mid|
kwaal.
In de ee
heid, dat
derlands
ook als eiï
sieren, dal
heel moeij
hoe ver
zijn te gal
kwent oml
bekende A
Jirmejahol
Zullen
ken van i
Adaam erL
zonddagssl
Habel? Er
de toekon,
Jitschaaq
schilderacL
leur locall
Winnen,
arme kini
rne aartsvl