HeksenproGBSsen e. De heer D. Goekoop te Goedereede Koninklijk onderscheiden Heriodeling gemeenten op Goeree-Overfiakkee Als 'k WAkkeR woRöt Piaatselilk nieuws omk Mei hestsian r' ro< De regen raakt hem nieil OPLEli niAKül ^e&uwae wa.nd&Ungen INGEZONDEN VERVOLGVERHAAL V Bestel I bij Drl Langel Bijl Eh hoe f onze catel «uringen o| ken? „We "Jirmejah, (Ezechiël)l jongelui Bladz. 2 „E I L A N D E N - N I E U W S" Dinsdag 20 juli 1965, Twee heksen uit Veere verbrand, hebben we in een vorig artikel gelezen. Dat wat in 1565, vierhonderd jaar ge leden. Zijn de heksen nu uitgestorven? Of hebben werkelijke heksen misschien nooit bestaan of alleen maar in de ver beelding van bijgelovige mensen? En is er in onze moderne „verlichte" tijd geen bijgeloof meer? Het is al een oud bijgeloof, dat voor al vrouwen werden aangezocht als bondgenoten van de Boze. Voor velen was vroeger de vrouw een minderwaar dig schepsel. Was Adam niet eerst ge schapen, daarna Eva (waar men de Bij bel al niet voor gebruikt!) Volgens som migen was Eva genomen uit een krom me rib van Adam, zodat van een vrouw niet veel goeds en rechts te verwach ten was Meestal zocht de duivel als zijn vrou welijke bondgenoten geen frisse jonge meisjes, maar oude vrouwtjes, uitge teerd en verschrompeld. Toverzalf Hadden ze haar ziel aan hem ver kocht en waren ze in 't verbond opge nomen, dan leerde hij haar de tover- zalf maken. Hiervoor waren verschil lende procedé's. Roet, giftige planten, vet, vleermuizenbloed, fijngemaakt haar komen nogal eens voor. Besmeerden ze zich met deze zalf, dan konden ze op een bezemsteel de schoorsteen uitvliegen en zich met haar meester verenigen om feest te vieren. Dit gebeurde vrijdagnacht. Dan ver lieten ze haar huizen om de volgende dag de heksensabbath te vieren. Men at en dronk, danste en zong, boeleerde zelfs met de duivel. In som mige weilanden ziet men wel eens krin gen, waar het gras helemaal niet wil groeien of waar het veel weelderiger groeit dan er omheen. Dat zijn de to- verkringen, de plaats waar de dansen de voeten de grond hebben aangeraakt. De Eïigelse dichter Shakespeare zingt in „Macbeth" over deze heksenkringen: „Toverzusters, hand in hand. Zweven over zee en land, Draait en zwaait aldus in 't rond: Driemaal dijn en driemaal mijn. Nog driemaal, 't moet negen zijn. Stil, de toverkring is klaar". Vooral in de Waipurgisnacht, de nacht van 30 april op 1 mei, was het de grote feestdag van de toverkoUen. De toverzalf had ook de kracht de heksen te veranderen in katten, padden, kraaien, vleermuizen en nog veel meer andere dieren. Uit het vorige artikel hebben we gezien, dat men er storm op zee mee kon verwekken en zelfs sche pen laten vergaan en er de mensen on gelukkig door kon maken. Ook kon door het samenspel van heksen en dui vel de oogst mislukken, sterfte onder het vee optreden en wilde soms de karn van de boerin niet aflopen. Bij deze laatste moeilijkheid kon een papiertje met wonderlijke spreuken, onder de karn gelegd, verbetering brengen! Heksempro cessen Vroeger geloofde men dit soort ver halen inderdaad. En men ging de hek sen pijnigen en martelen en zoals we gezien hebben ook om het leven bren gen. Ontzettend veel is er geleden door totaal onschuldige vrouwen. Vooral toen men de heksenprocessen invoerde. Paus Innocentius is hiermee begonnen in 1484. Toen verscheen de pauselijke bul, waarin bevolen werd de heksen voor de rechtbank te brengen en haar „godde loze gruwelstukken" nauwkeurig te on derzoeken. Volgens deze pauselijke bul verwaarloosden ze haar eigen zaligheid en vielen ze van het ware geloof af, ze gingen vleselijk met de duivel om; ze konden de verlossing van zwangere vrouwen, het jongen van het vea en de vruchtbaarheid der aarde beletten en alles bederven; ze konden mensen en dieren met smarten en ellenden pijni gen; de huwelijkszegen onmogelijk ma ken, enz. In haast alle landen begonnen de pro cessen, het meest in Duitsland, in ons land niet zo erg. Duizenden (ik las zelfs een getal van miljoen) onschuldige mensen, meest oude vrouwtjes, zijn ter dood gebracht. Vooral in de jaren 1500-1700 was het erg. Dat is dus niet in de „donkere" middeleeuwen, waarop we wel eens laag neerzien, maar in de eeuwen dat de Reformatie overal was doorgedrongen. Zelfs Calvijn meende dat een pest epidemie in 1540 te Geneve werd ver oorzaakt door tovenarij! Enkele jaren later verzocht hij de vroedschap van deze stad om „dit ras" (hij bedoelde hiermee de heksen) uit te roeien. Ook Voetius was voor het straffen van hek sen, maar met rechtvaardige methoden. Niemand was eigenlijk meer veilig. Wie een lichaamsgebrek (een bochel b.v.) had werd met de vinger nagewe zen en waarschuwend zei men tegen el kaar: wacht u voor de getekenden! Een litteken of moedervlek gold als een teken van de duivel. In de kerken werd een kist geplaatst, waarin men aanklachten kon depone ren, zonder dat men zich als aanklager behoefde bekend te maken. Door deze anonieme beschuldiging had ieder ge legenheid zich gemakkelijk van zijn vijanden te kunnen ontdoen. Voor de rechtbank Meestal ontkenden de beschuldigden als ze voor de rechters stonden. Omdat zo onschuldig waren. Wie gaat nu be kennen, dat hij (zij) schuldig is aan storm, hagelslag, pest, ziekte onder het vee of slechte oogst? Er waren echter ook wel heksen, die bij een verhoor alles toegaven. Hyste rische personen die zelf geloofden in hun vreemde kunst. U moet dit niet zo vreemd vinden. Nog niet zo lang gele den hebben een paar wetenschappelijke mensen zich ingesmeerd met toverzalf, die ze bereid hadden naar een oud re cept, dat ze ergens ontdekt hadden. Ze werden bewusteloos (dat zal wel door de erin verwerkte gifplanten veroor zaakt zijn), kregen vreemde dromen en wonderlijke hallucinaties, alsof ze van de aarde wegwaren. Zo kan het ook met de heksen gegaan zijn. Voor wie ontkenden wisten de rech ters wel raad. Dan was er de pijnbank nog. De duimschroeven werden aange zet, het lichaam uitgerekt, de ledematen vervormd en verwrongen. Dan gebeur de het wel dat volkomen onschuldigen „schuld" bekenden en beweerden de dingen gedaan te hebben, alleen maar om van de pijnbank verlost te worden. Zo'n „schuldige" werd dan natuurlijk veroordeeld, had hij niet zelf bekend? Wie kalm bleef onder de martelingen was ook schuldig. Want die kalmte was het bewijs dat men in verbinding stond met de duivel, die kracht en hu^p gaf! Men had ook nog andere middelen van onderzoek. Bij de vuurproef moest een zogenaamde heks een gloeiende bout negen schreden wegdragen. Was aan de brandwonde iets buitengewoons te zien, dan was men schuldig. Had de genezing een gewoon verloop, dan was dit een bewijs van onschuld. Pasten de rechters de waterproef toe, dan werden de duimen kruiswijs vast gebonden aan de grote tenen en zo werd iemand met een touw te water gelaten. Bleef men drijven dan was men schuldig, zonk men dan was men geen heks, maar een gewoon mens en verdronk soms, onschuldig. Hierbij hing veel af van de rechters, van hun ma nier om aan het tow te trekken of Ket te laten vieren, 't Zal in 1823 wel voor de laatste maal geweest zijn (te Delden), dat deze proef werd toegepast. Een vrouw, van toverij beschuldigd, vroeg er zelf om. Ze werd onschuldig bevon den en won zodoende haar goede naam terug. Middelburg. L. van Wallenburg Ruim 40 jaar heemraad en dijkgraaf In de Pausenkamer van hotel de Gou den Leeuw was dinsdagavond 13 juli een uitgelezen gezelschap bijeen om of ficieel afscheid te nemen van de heer D. Goekoop, a's dijkgraaf van de Goe- reese polder en de polder de Generale Dijkagie, in verband met het bereiken van de 70 jarige leeftijd. Voor deze gelegenheid werd door de Polderbesturen aan de genodigden een diner aangeboden. Met de familie Goe koop waren aanwezig Mr. T. A. van Dijken, lid van Ged. Staten in Zuid- Holland, burgemeester Kleynenberg, ir. A. G. Bruggeman, Ir. G,. Terluin, de he ren P. de Jong en H. Kuiper van de Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland, de heer G. Bouw van de Rijkswater staat, weth. Breen, gemeentesecretaris Jongkoen, notaris Risseeuw, oud dijk graaf Voogd en de polderbesturen met personeel van beide polders. De waarnemend voorzitter van de Goe- reese polder de heer D. Sandifort heette de aanwezigen hartelijk welkom en in zonderheid Mr. van Dijken. Verder werd de bijeenkomst geleid door beide waarnemende voorzitters van de (^oereese polder en de Generale Dij kagie. Veel woorden van dank en lof werd op deze avond gesproken door de beide voorzitters en door mr. van Dijken die nog een bijzondere missie had te ver vullen. Mr. van Dijken schetste in het kort de loopbaan van de heer Goekoop die 42 jaar trouw zijn plichten als heemraad en dijkgraaf heeft vervuld. U hebt, zo zei spreker, uw leven gewijd aan drie zaken n.l. gezin, bedrijf en waterschap pen. Ook bent u nog vele jaren raadslid en wethouder geweest van de gemeente Goedereede. Uw arbeid en kennis was in deze zeer groot en dit alles is niet on bekend gebleven bij burgemeester, Ged. Staten van Zuid-Holland, Commissaris van de Koningin, bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij H.M. de Koningin. Het was mr. van Dijken een groot genoegen om op deze bijeenlcomst de heer Goekoop mede te kunnen delen dat H.M. de Koningin aan hem heeft toegekend de onderscheiding van Rid der in de Orde van Oranje Nassau. Na dat hij de bijbehorende versierselen van burgemeester Kleijnenberg in ont vangst had genomen, speldde mr. van Dijken die op de borst van de schei dende dijkgraaf, waarna hij hem van harte feliciteerde. De heer Goekoop dankte mr. van Dij ken voor de hartelijke w^oorden tot hem gesproken en verzocht mr. van Dijken zijn dank te willen overbrengen voor het bewijs van erkentelijkheid en voor de eervolle onderscheiding. Muzikale hulde Hierna verzocht burgemeester Kleij nenberg de heer Goekoop met zijn echt genote mee naar beneden te gaan waar de Kon. Fanfare Apollo stond opgesteld. Hier sprak de burgemeester enkele woorden tot de burgerij waarin hij me dedeelde dat de heer Goekoop door H.M. de Koningin het Ridderschap in de orde van Oranje Nassau was toegekend. In verband hiermede verzocht hij de Kon. Fanfare het Wilhelmus te spelen, waarna ook nog enige marsen en Lang zal hij leven werden ten gehore' ge bracht. Zichtbaar ontroerd dankte de heer Goekoop de heer Vernooys met zijn mannen voor de Muzikale hulde, w^aar- na de familie Goekoop met gevolg naar de Pausenkamer terugkeerde. Daarna werden aan tafel nog waar derende woorden gesproken door Ir. A. G. Bruggeman namens de Provinciale Waterstaat en door opzichter Jansen namens hemzelf en het gehele perso neel. Als geschenken werden of waren reeds eerder aangeboden, een zilveren sigarettendoos, een zilveren brood mandje en bloemen. De heer Goekoop bedankte ook na mens zijn echtgenote alle sprekers voor de vriendelijke woorden tot hem ge sproken en voor de aangeboden ge schenken. „Het deed ons zeer veel ge- Zo is dan nu de herindeling der ge meenten op Goeree-Overflakkee, door de aanneming van 't wetsontwerp in de Tweede Kamer, een bijna voldongen feit geworden. De heer Toxopeus heeft wel een felicitatie" verdiend met z'n voorbereidingen voor deze kwalijk rie kende zaak en min. Smallenbroek is een gelukwens waard met zijn „grandi ose" verdediging van 't wetsontwerp. Tegen de zin van minstens 75'°/o van de raadsleden op "t eiland en van een minstens evengroot deel der bevolking in, heeft men in Den Haag op „demo-, cratische" wijze z'n zin doorgedreven. Wanneer men dit toch van plan was, waarom dan de raden der gemeenten nog lastig gevallen? Dat heeft toch geen enkele 2iin! Of is dit slechts een wette lijk voorgeschreven formaliteit om de schijn van vrijheid en democratie hoog te houden? Maar meer dan ook niet, want 't is in wezen de ergst denkbare vorm van dictatuur die er bestaat! Laat minister nu maar niet tegen spreken wat de heren Abma (s.g.p.) en Voogd (Boerenpartij) hebben gezegd, n.l. dat de gemeenschappen worden opge heven, want dit is wel zo! Alleen de kerngemeenten waar 't bestuur zetelt, die gaan er op vooruit. De andere ge meenten worden tot buurtschappen ge degradeerd. De praktijk zal zulks in de toekomst wel bewijzen. Maar dat zal men in Den Haag weer wel op een of andere kromme manier recht proberen te praten; hierin zijn 't meesters. Bovendien, en nu komt het, de mi nister weet nog steeds niet (na 16 jaar van voorbereiding) of de thans aange nomen grenswijzigingen wel juist zijn! Dit zal nog moeten blijken uit de o.a. industriële ontwikkeling, waarna men eventueel weer tot een nieuwe herin deling zal moeten besluiten (met alle daaraanverbonden kosten, waar de be lastingbetaler goed voor is). Het is 't toppunt van dwaasheid om grenswijzi gingen door te drijven, waarvan men 't nut en de juistheid op betrekkelijk kor te termijn, niet eens kan bekijken. Had men dan niet beter nog b.v. een 20-taI jaren kunnen wachten? Of moest deze zaak nu maar eens aan de kant, 't had immers al zo lang staan sudderen! Tenslotte zou ik nog willen opmerken dat men van Overheidswege reeds ja ren geleden aangedrongen heeft op sa menwerking tussen de gemeenten en 't in dit verband tot stand brengen van gemeenschappelijke regelingen. Vele gemeenten in ons land zijn deze kant, en met succes, opgegaan. Nu zegt minister Smallenbroek evenwel dat uit deze gem. sch. regeling de uitholling van de bestuurskracht der kleinere ge meenten, eerst recht blijkt. Dit is wel een pracht van een schop na. Verster king der bestuurkracht, krachtiger lei ding en betere stuwing aan de ontwik keling van Goeree-Overflakkee door deze herindeling zal, evenals op Schou- wen-Duiveland, weer wel de bekende noegen dat onze oudste zoon in de pol der de Generale Dijkagie tot heemraad werd gekozen", aldus spreker. Tenslotte sloot de heer Visser met een kort woord de zeer geslaagde bijeen komst. ^^i;^^^i^:£^^^ïSï£^^^£^^£^^S£s£\£:S£NSï£s£::£;^?£^£^^^ Als 'k wakker wordt zie ik U' in de tuin In 't spelen van de wind die door de bomen gaat In heel mijn wond're tuin die nu vol bloemen staat Een kleurenpracht zó maat'loos blij! Er is geen kunst'naar zoals Gij! Als 'k wakker wordt zie ik U in het licht. Het licht dat door mijn kamer glijdt. Dat ons wil troosten en bevrijdt Van al te zware duisternis. Omdat 't door U geschapen is. Als 'k wakker wordt zie ik U overal In alles wat rondom mij staat. Zie ik Uw vriendelijk gelaat, Maar 't schoonste is mij elke dag Dat ik Uw kind mag zijn en met U leven mag. Lanerta. Een echte mannelijke jas van Falcon met Eadelsteek-garnering Zakken heeft deze jas genoeg; zelfs een apart zakje voor kaartjes en kleingeld, af te sluiten met een rits (model Falcon). holle frase blijken te zijn, waar de re gering voorzichtigheidshalve later wel niet op terug zal komen, want dat zou men in eigen vingers moeten snijden en dat is nogal pijnlijk. Aleen de bevolking zal er wel achter komen dat de gemeen- telijke-belastingen zullen worden op geschroefd, of ik zou me al heel erg moeten vergissen. Voorheen kon men wel eens lezen dat grotere bestuurseen- heden financieel voordeliger zouden zijn, doch deze leugen wordt niet meer gedebiteerd, dit is al te doorzichtig ge worden blijkens de praktijk. Dit zwijgt men thans liever in alle talen dood. We zijn nu inmiddels weer op andere schoonschijnende leuzen overgestapt. Nu 't doek (misschien dus, volgens de minister, slechts voorlopig) is gevallen, kunnen alle weldenkende mensen niet anders dan met droefheid in 't hart te rugzien op een wel zeer ondcmecrati- sche wijze van regeerbeleid. Met dank voor de plaatsing. Poortvliet H. Anthonisse, DIRKSLAND Geslaagd. Dezer dagen slaagde aan de H.T.S. te Rotterdam de heer J. J. Vreugdenhil alhier, voor de afdeling weg en waterbouwkunde. Geslaagd. Aan het Koninklijk Tech- nicum P.B.N.A. slaagde als wegbouw- kundige (Wegentechnicus) deel 1, de heer A. Polder alhier. MELISSANT Kerkdienst. A.s. donderdagavond 22 juM 7.30 uur hoopt voor de Ger. Gem. Beatrixlaan voor te gaan ds. L. Huis man van Vlaardingen. Eerste prijs. De muziekvereniging „Tot nut en Genoegen" behaalde op het concours te Heij en Boeycoop een eerste prijs met 354 punten in de afdeling uit muntendheid. OUDDORP Kerkdienst A.s. donderdagavond half 8 hoopt voor de Ger. Gem. alhier voor te gaan ds. P. Blok. NIEUWE TONGE Kerkdienst. Woensdagavond 21 juli a.s. hoopt voor de Ger. Gem. om 7.30 uur voor te gaan ds. P. Blok te Dirks- land. OUDE TONGE Voor beroep bedankt. Ds. A. Jonkers heeft bedankt voor het op hem uitge brachte beroep naar de Herv. Gem. van Ameide-Tienhoven. STAD AAN 'T HARINGVLIET Chr. Bibliotheek. Wil een ieder die boeken van deze bibliotheek in zijn/ haar bezit heeft, deze a.s. donderdag avond terugbrengen? Dit in verband met de gebruikelijke sluiting van de bi bliotheek vanwege de vakanties en het wisselen van de collectie. De biblio theek is geopend van kwart over zes tot kwart voor zeven. Soli Deo Gloria wint eerste prijs. Op het gehouden zangconcours te Arn hem behaalde het Gemengd Koos „Soli Deo Gloria" in de afd. uitmuntendheid de eerste prijs met 337 punten. Het eer ste werk was „Komt gij gezegende mijns vaders" van Melchior Frank; 2e werk Giant Cervius van G. P. de Pale- strina. Het koor mag trots zijn op hun dirigent de heer C. C. v. d. Heuvel, on der wiens energieke leiding dit mooie resultaat werd bereikt en op hun be haalde succes. Wisselbeker gewonnen. Het gemeng de zangkoor „Concordia" heeft op het concours op 3 juli te Odrschot door het behalen van het hoogst aantal punten de wisselbeker gewonnen. Het koor mag zeker trots zijn op haar dirigent de heer J. V, d. Heuvel die heen met vaste hand door deze finale heen heeft geleid. HUWELIJKSVRUCHTBAARHEID IN NEDERLAND Uit de cijfers van het C.B.S. verkre gen bij de volkstelling 1960, blijkt, dat uit de ruim 2% miljoen huwelijken, die per 31 mei 1960 bestonden, tot dat tijd stip 6,8 miljoen kinderen waren gebo ren. Dat is 270 kinderen per 100 huwe lijken. Van de 2% miljoen huwelijken waren er 400.000 of ITVo bij de telling kinder loos. Hier is een overzichtje van het aan tal huwelijken in procenten van het to taal, verdeeld naar het kindertal: Dinsdag 20 ji 0 kinderen 1 kind 2 of 3 kinderen 4 of 5 kinderen 6 tot 9 kinderen 10 of meer kinderen 17»/» 18»/o 38»7(i 16»/» 10»/o 2»/o In 70 huwelijken kwamen twintig of meer kinderen ter wereld. Aanmerkelijke verschillen in huwe lijksvruchtbaarheid treden aan de dag voor de afzonderlijke kerkelijke gezind ten. Per 100 eerste huwelijken, inge deeld naar kerkelijke gezindte, loopt het aantal kinderen sterk uiteen: Pnnmq Katholiek 336 Gereformeerd 323 Ncaenanas Hervormd 258 Gemengd 213 Zonder godsdienst 209 Gemiddeld 283 door D. Menkens-van der Spieeel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 31 Het is een stille, donkere avond, als hij met fel kloppend hart op de Heren weg loopt, 't Is een eind. Hij zou graag op de fiets zijn gegaan, maar dan zou den ze thuis hebben gevraagd, waar hij heen moest. Nu denken ze, dat hij met andere jongens een eindje omloopt, zo als hij wel vaker doet. Hij is vroeg, 't Hindert niet. Beter te vroeg dan te laat. Hier heb je „Veldzicht" al. „Hulzen- zicht" zou je het beter kunnen noemen. Nog altijd woont Van Dijk er, zonder te betalen. Vader heeft er nu werk van gemaakt. Dat werd meer dan tijd. De kerel moet er nu uit, wat het ook kost. Rare boel eigenlijk, denkt Koos. Nu heeft zo'n vent al zoveel huurschuld en kun je er nog een kapitaal aan be steden, cm hem er uit te zetten. Zulke lui moesten ze in de gevangenis stoppen dan zouden ze wel anders doen. Het pension gaat niet. Goed, maar dan moesten ze de beleefdheid hebben, het huis uit te trekken. Nu treitert hij nog op de koop toe. Hij heeft gezegd: „'k Was net van plan, om je een deel van mijn schuld af te betalen, maar nu je mij de deurwaarder gestuurd hebt, krijg je niets en ik blijf zitten tot ze me op straat zetten". Eir gaan nog wat weken mee heen, eer ze aan dat op-straat-zet ten toe zijn. Dergelijke molens malen heel langzaam. Een schande vindt Koos het. Barbaarse wetten, die zo een huis eigenaar duperen. Hij heeft er al meer van gehoord. Oom Karel, die met va ders 'zuster getrouwd is, heeft huizen in de stad. Als die aan het vertellen gaat. Nu weet Koos ineens een onderwerp voor een tweede novelle. Ja, hij zal zo'n huisheer tekenen, zo'n stumper, die fail liet gaat en. Nee maar, gaat nu de catechisatie al uit? 't Is toch nog geen negen uur? Zich een beetje schuilhouden. Die jongens hoeven hem niet te zien. Nie mand hoeft te weten, dat hij hier een onderhoud met dominee Bolderman heeft. Daar komt de laatste. Zo, nu vlug de straat oversteken. Koos staat voor de deur, juist als do minee er uitkomt. „Dominee!" „Hè, wat? Wie ben je?" „Koos Koster, dominee!" „O ja, nu zie ik het. 't Is hier donker hè, en ik kwam uit het licht". „Zou ik u even mogen spreken, do minee?" „Hier? Kun je niet een keer bij me thuis komen? Ik heb haast, zie je! Ik moet gauw naar huis." „Ik zal u niet lang ophouden, domi nee". „Kom dan maar even mee". Koos gaat achter de dominee aan. Nu het lang verhoopte ogenblik daar is, voelt hij zich de moed ontzinken. „En?" „Dominee, onlangs bij ons thuis u vroeg me, wat ik dacht te worden ik sprak van journalistiek, maar maar dat was niet helemaal waar tenmin ste, ja, misschien later, als ik er kans toe zie, maar ziet u, ik wou schrijver worden en ik heb hier een schets, een kort verhaal bedoel ik, en ik zou er graag uw oordeel over horen en dan misschien zou u me kunnen helpen". „Ik je kunnen helpen? Hoe dan?" „Nou, dominee, a^s u een goed woord voor me deed bij de redactie van het een of andere blad." „Hm, ja. Maar waarom kwam je juist bij mij?" Koos zit vast. Hij kan natuurlijk niet zeggen: „Omdat u ook schrijft." Domi- nee's werk staat zoveel hoger dan het zijne. „Nou?" „Och, u weet nu van onze omstandig heden en u kunt zulk werk beoorde len". „Nou ja, als ik je er genoegen mee doe, wil ik het weleens lezen", ant woordt dominee. „Maar veel hoop kan ik je niet geven, hoor! Er wordt tegen woordig zoveel geëist.Er zijn zo veel mensen die schrijven. „Ja dominee, ja, dat weet ik wel. Ik lees veel. Ik weet wel, dat er erg veel uitkomt, maar maar ik zou toch zo dolgraag schrijver worden." „Waarom eigenlijk?" „Omdat ik meen, dat ik de mensen zal kunnen boeien". „Zo. Maar je zult ze heel sterk moe ten boeien, om iets te bereiken, jongen! Als ik jou was, werd ik maar kruide^ nier. Aan een zaak heb je houvast." „Tegenwoordig niet, dominee!" „O, maar het wordt wel weer eens be ter. Nou enfin, ik heb niet veel tijd, maar ik zal het lezen." „Wanneer mag ik komen, om de uit slag te horen dominee?" „'k Weet niet. Laat eens zien. O, veel is het niet. 'k Zal het wel even aan reiken, als ik het uitheb." „Liever niet, dominee! Ze weten er thuis niets van. Ik zou graag willen, dat u er met niemand over sprak. Als het niets zou worden, dan wou ik lie ver, dat er nooit iemand achter kwam. Mag ik volgende week weer hier komen dominee? 't Hindert niet, als ik voor niets kom, ik bedoel,-als u het dan nog niet gelezen hebt. Ik kom dan een week later wel weer." „Goed! Maar nu moet ik gaan. Wacht mijn fiets. „Die haal ik wel even, dominee!" Koos brengt dominiee's fiets tot op straat. „Dank je wel. Koos. Nou, tot de vol gende week dan, hè?" „Ja dominee, graag dominee, dank u wel. Enne u vertelt het toch aan nie mand, hè dominee?" „Nee, hoor!" De dagen, die volgen, duren Koos veel te lang. Althans de eerste. Als het zondag wordt mengt zich vrees in zijn blijheid, 's Maandags zou hij de uren wel willen vasthouden. Dinsdagmorgen, -middag, -avond.... Half negen wordt het, eer hij de deur uitkan. Met grote stappen gaat hij. Waar de Hoofdstraat Herenweg wordt maakt hij er „looppas" van. Een half uur is meer dan genoeg, om bij de school te komen, maar als de catechisa tie eens weer zo vroeg uitgaat Dat is deze avond niet het geval. De dichtstbij zijnde stadsklok galmt negen slagen, de dorpsklok volgt twee minu ten later----- Nu zingen ze. Dan dan ken. Daar komen de jongens. Even weg duiken. O, dominee komt ook al naar buiten. Hij moet zijn fiets nog halen, dat helpt. Zo kan de laatste jongen verge noeg weg zijn, eer Koos dominee aan spreekt. Geweldig zoals dat hart van hem bonst. 't Is geen goed teken vreest hij, dat dominee niet even in de school op hem wacht. Vooruit, nu maar het hek in. Alle jongens zijn weg. Dominee komt om de hoek, wil op stappen. „Dominee!" „O, Koos Koster, dat is waar ook. Ik had je haast vergeten. Maar je werk niet, hoor! Dat heb ik bij me. Hier is het". „Ja, dominee! Dank u wel. En en wat denkt u?" „Dat jij beter geschikt bent voor krui denier dan voor schrijver. Koos! Het spijt me, dat ik je moet teleurstellen, maar Ik mag je niet vleien met valse hoop." „Deugt er niets van dominee?" Het Is vreemd, maar Koos hervindt zichzelf bij dominee's op luchtige toon geuite mededeling. Strijdlust komt over hem. „Nou, niets, dat is te veel gezegd." „Juist, dominee, dat dacht ik ook. De stijl bijvoorbeeld moet goed zijn". „O ja? Prettig voor je, dat je daar van zo zeker bent". „Heel prettig. Ik was negens gewend voor stellen. Het moet dus op de inhoud vastzitten." (Wordt vervolgd) uitgaande! NII A. Oplei| ZIEI Vocj de toell daal gar Inal leeiT B. Oplei| ZIEI Vod de spel dui| V.C huil jaaf C. Opleil vocT D. Oplel KINI vod aaij E. Opleil EisI M.l F. Opleil vod za^ len Van solli ledig beiT lingen va SoUicitatl te richtel straat 1 Het Nüd en de KatI onlangs ov| te geven, lieken als de!^ gelezei een gemee| Onze Vade verschillen! namen tusl protestante! belse namJ gaan spelle de Hebree»! rmejahve, In kerk er vrijzinnig hervormdel van Zaand Op zichzl natuurlijk f evenzeer a| geworden waren tot len in sor lijks als g| noem allee nias (ZefarL chias (Mali wijden duil chodonosoJ lijker thuij blijft het meenschap de naamsv Nu begil of het mid| kwaal. In de ee heid, dat derlands ook als eiï sieren, dal heel moeij hoe ver zijn te gal kwent oml bekende A Jirmejahol Zullen ken van i Adaam erL zonddagssl Habel? Er de toekon, Jitschaaq schilderacL leur locall Winnen, arme kini rne aartsvl

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 2