In hei hooiland
Nieuwe Tonge lielpt ,,llpollo
uit financiële nood
l^e sstrijd
om het bestaan
^^eeuwóe wandelingen
De regen raaki
haar niei
Ditjes en Datjes
i^ ir
Hulpverlening door
wijkverpleegster
aan vakantiegangers
Rattenbestrijding blijlt heet liangijzer
Brulnisse
Bladz. 2
„E ILAN DEN-NIEUW S'
Dinsdag 6 juli 1965
Juli - hooimaand. Dat wekt aspira
ties aan warme zomerzon, strandleven
en vakantiegenoegens, maar doet ook
denken aan weiden met hooihopen, vol
geladen wagens en de lekkere geur van
't verse hooi. Door een versje „Hooi-
oogst" van G.S. Nij'huis in ons blad van
3 juli werd ik er weer aan herinnerd.
We gaan een paar maanden terug,
naar mei, de bloeimaand. Laat dan uw
oog eens even rusten op een doodge
wone weide, 't Zijn verachtelijke doorn
struiken, die het weiland omzomen.
JVIaar nu zijn ze in feestkleed, nu zijn
het meidooms vol witte bloesempracht,
lokkend de vele insecten en de stille
wandelaars, die diep insnuiven de heer
lijke bloesemaroom.
En zie de weide zelf! Gewone groene
grassprietjes, is daar nu zoveel bijzon
ders aan te zien? Maar ziet ge dan
niet dat het tere meie-groen op de ach
tergrond is geraakt door het helle geel
van de duizenden boterbloemen dat nu
domineert?
In verrukking zong iemand eens:
„Het was een blijde dag in mei,
mijn kind liep in de wijde wei,
van boterbloemen geelde 't gras,
mijn kind een bloem der weide was."
Nu is het juli en hoe is in enkele
weken het weiland veranderd. Meire
gen deed groeien, evengoed als de war
me junizon en nu krijgt het gras de
overhand over de boterbloemen, die
nog slechts als eenzame dwaallichtjes
gelen in de groene graszee. Hoogop
groeien de aren en trossen en pluimen
van de vele soorten. Hoe ze allemaal
heten? Daarover bekommert de boer
zich niet, dat moet een botanicus maar
uitzoeken. Voor hem bestaat er geen
zwenkgras of kropaar of vossestaart,
't is allemaal gras, om te maaien. Hij
heeft hooi nodig, voor de winter, als
't vee weer in de warme stal komt.
De maaier
.De plaatjes van knechts en arbeiders,
die met de scherp geklopte zeis het
gras neervelden, ziet u alleen nog maai
in oude tijdschriften. Nu wordt de ma
chine uit de schuur gehaald, een paar
zware knollen of een tractor ervoor ge
spannen en daar ratelt het instrument
door de grasvlakte, een menigte van
zwaaiende zwoegers-met-de-zeis ver
vangend.
Onbarmhartig snijdend schuifelen de
lange messen over de grond en na een
drukke dag liggen de zware zwatten
gras, met boterbloemen en bruinrode
zuring, te dorren in de zengende zomer
zon. Het voelt zijn levenssappen weg
branden; heden nog bloeide het, morgen
kent men zijn standplaats niet meer.
Symtoool van ons aller leven, dat is als
het gras, als een bloem des velds. De
dodende messen geven ons een besef
van menselijke nietigheid, van aardse
(vergankelijkheid.
Het is slechts gras, dat gemaaid
tvordt. Maar in het dichte gras verbor
gen heerst een vrolijk leven, dat nu
oök droef verstoord wordt. Daar schpi-
den de wrede messen de lange spring-
poten van de kikvors van zijn groeni
ge romp en evenals het gras ligt ook
hij uit te drogen in de zon.
Ginds doden of verminken de messen
een broedend eend, die zijn bijna vol
dragen broedsel niet verlaten wil. Of
ze vernielen de donzen patrijzen-klein
tjes, pas uit de beklemmende ei-omhul-
ling in de ruimte gekomen, te klein
nog om uit die grote vlakte te vluchten
naar veilig gebied.
En hoeveel nietige insecten, rupsen,
kevertjes zullen als het maaltijd is ook
hun maaltijd hebben? Van het leven
afgesneden, dat is de tragiek van een
maaidag.
Gras wordt hooi
Na enkele dagen, al naar gelang het
weer is, wordt het gras gekeerd. De
bovenkant is al hooi geworden, van on
der is het nog tamelijk groen en sappig,
dat moet nu de zonnekant worden. Ook
bij dit werk vervangt tegenwoordig de
machine het personeel. In plaats van de
hooivorken der arbeiders meppen de
tanden van de hó'uis^hüddër het hooi
in de hoogte, zó, dat het van schrik
omgekeerd bij moeder aarde terecht
komt.
Als het wat meeloopt met het weer
wordt enkele dagen later met een hark
het hooi tot lange slierten bijeengerold
en in hopen gezet.
Meitijd is vogelenvreugd en bloesem
weelde, „mijn kind een bloem der ■«rei
de was," citeeerde ik zoeven. Maar ook
de hooimaand juli is heerlijk voor kin
deren. Is het spelen in een weiland met
hopen hooi niet even verrukkelijk als
aan 't strand en in de duinen? Je gaat
boven op een hoop staan en rollebolt
dan naar beneden of kopje-duikelend
stort je omlaag met zachte plof. Of je
gooit je kameraad op de grond en be
graaft hem onder een paar armvollen
welriekend hooi. En moe van 't spelen
is het zo heerlijk rusten tegen een gro
te hoop, een ideaal plekje om eens knus
te babbelen en elkaar diepe geheimpjes
te vertellen.
Een aanlokkelijke plaats ook voor de
zwerver, die niets anders heeft om 's
avonds zijn moede hoofd neer te leggen
dan deze hooihopen. Goedkoop boven
dien, want in zijn logement moet hij
nog idem zoveel betalen. En slapen
dat je er doet! Het is of de geur van
't verse hooi je slaperig maakt, je een
tikje bedwelmt. En de zwerver droomt
dat hij een prins is en in een koninklijk
paleis neerligt te midden van weelde
en heerlijkheid. Maar als hij 's mor
gens wakker wordt ziet hij dat het en
kel maar hooiweelde is in de heerlijk
heid van een mooie julinacht. En met
knorrende maag vangt hij zijn zwerf
tocht weer aan.
De hooitijd is voorbij
Nu komt het einde van de hooitijd.
Als de dauw wat weggedampt is door
de morgenzon komt de boer met zijn
wagens. De knecht pikt een. grote pluk
met zijn vork, zijn confrater op de wa
gen vangt ze met wijde armen op en
rangschikt de hoeveelheden netjes bij
elkaar. Voller en voller wordt de schuur
van de steeds aanrijdende hoog beladen
wagens met hooi. Soms is er zoveel dat
de schuur niet alles bergen kan en er
buiten een hooistapel opgericht moet
worden. Ook wel wat weiliger, zo'n
hooischelf buiten.
Veiliger? Nooit van gehoord dat hooi
ook wel eens „onveilig" kan zijn? Kent
u het woord hooibroei niet? Vooral als
in een regenperiode het hooi wordt
binnengehaald, is er kans op hooibroei.
Dan was het eigenlijk nog niet geschikt,
nog te vochtig om gemend te worden,
en dat vochtige hooi kan door 't broeien
soms zo'n temperatuur krijgen dat de
vlammen er uitslaan. Vooral in Fries
land komt dit nogal eens voor. In de
krant leest u dan: hier een boerderij
verbrand, op een andere plaats even
eens, oorzaak vermoedelijk hooibroei.
Dan is er nog zo'n onaangenaam
woord, dat behoort tot de geheimen van
net hooiland; hooikoorts. Niet veel men
sen hebben er last van, maar wie er
vatbaar voor is, kan het in de hooi
maand lelijk te pakken hebben.
Misschien had u van een doodgewo
ne weide, tot hooiland bestemd, niet
zoveel geheimen verwacht als ik ge
tracht heb u te ontsluieren. Guido Ge-
zelle maakte een loflied op „het rui
send riet", een paar onnozele windbe-
wogen rietstengels. Ik heib een poging
gewaagd u iets te doen zien van de
schoonheid, de afwisseling, de poëzie
en het proza van een weiland in zomer
tijd.
Middelburg.
L. van Wallentourg.
Hooi laden
RIJMEN VAN TIJMEN
Vrouw van zeker rechter.
Winkelde wel graag.
En ze was in 't kopen.
Absoluut niet traag.
Altijd ging die rechter,
Met z'n vrouw dan mee.
Het was tussen beiden.
Echt wel pais en vree
Als mevrouw de prijzen,
Der artikelen zei.
Hoorde er van 's mans kant,
Altijd nog wat bij.
Want zij sprak in guldens.
Rechter lang niet mis,
Zei steevast „of zoveel
Dagen hechtenis".
lür iV -iV
Er zijn zekere wapenen.
Nu verboden hoor.
Dat men ze wil houden,
Komt wel vaker voor.
Er kan ingeleverd.
En dat is gedaan.
Wie zal ploertendoders,
Gaarne houden gaan?
Het is meer dan speelgoed.
Daarom weg er mee.
Hiermee rond te lopen,
Welk een dwaas idee!
In een trein, op zekere lijn.
Bleek een heer erg knap te zijn
Iemand gaf hem'een citroen.
„Kunt u daar nog iets mee doen?
Want dit ding is uitgeknepen
Laatste drup er uitgeknepen
Is dit soms nog iets voor u?"
En wat deed dit heertje nu?
Hij haalt in een ommezien.
Hieruit nog een drup of tien.
't Komt hiervan, sprak de Mijnheer,
„Dat 'k sinds lang examineer".
Tij men
Vakantiegangers, die in hun woon
plaats regelmatig hulp ontvangen van
de wijkverpleegster van een kruisver
eniging, kunnen deze verpleeghulp in
de meeste gevallen ook verkrijgen op
het vakantie-adres. Dit kan bijvoor
beeld het geval zijn wanneer het het
geven van injecties betreft.. De eigen
huisarts dient de vakantieganger dan
een briefje met enkele gegevens mee te
geven voor zijn collega in de vakantie-
plaats. Ook de wijkverpTeegsters in de
twee plaatsen zullen elkaar over de
patient(e) dienen in te lichten.
Als iemand, die met vakantie ziek is,
wordt er een arts toijgeroepen, kan hij
of zij daarook de hulp van een wijkver
pleegster ter plaatse verkrijgen. Als de
patient(e) nog niet lid is van een kruis
vereniging, zal een nood-lidmaatschap
moeten worden aangegaan.
De vele buitenlanders, die vooral de
plaatsen aan de kust en de gemeenten
langs de plassen voor vakantie hebben
uitgezocht, kunnen bij ziekte eveneens
hulp van een wijkverpleegster verkrij
gen. Ook deze patiënten dienen evenwel
eerst een arts ter plaatse te consulteren.
Deze zal hen zonodig naar een wijkver
pleegster van een der kruisverenigingen
verwijzen.
MELISSANT
Kerkdienst Ger. Gem. Donderdag
avond te 7.30 uur hoopt voor de Ger.
Gem. alhier voor te gaan ds. A. Rijksen
van Gouda.
A.s. zondag zal in beide diensten te 10
en 6 uur voorgaan cand. Hoogerland
van Werkendam. Extra ooll. voor de
chr. kweekschool „de Driestar" te Gou
da.
Werd enige jaren geleden overwogen
de muziekvereniging „ApoUo" door
afname van het aantal leden te li
quideren, thans is haar voortbestaan
verzekerd nu het aantal leden weer is
toegenomen. De toename heeft even
wel financiële gevolgen gehad omdat
o.m. de nieuwe leden in een uniform
moesten worden gestoken. Er moesten
nieuwe uniformen worden gekocht en
andere worden vermaakt. Een en ander
kostte de vereniging 1750,Het ge
vormde uiïiformenfonds beschikt over
700,zodat een bedrag van plm.
1000,ongedekt bleef. Daar de mu
ziekvereniging in het culturele leven
van de gemeente een voorname plaats
inneemt en deze vereniging bij festivi
teiten b.v. Koninginnedag niet kan
worden gemist, menen b. en w. haar
finan'cieel te moeten steunen, waarom
zij in de j.l. vrijdagavond gehouden
raadsvergadering voorstelden aan de
Vereniging een bijdrage te verstrekken
van 1000,waarvan 500,als
schenking en 500,(renteloos) af te
lossen in i jaar.
De heer Oostdijk opende de discussie
Zelf was hij jarenlang lid van de mu
ziekvereniging geweest en hij wist dat
er om geld geschreeuwd wordt. Hij stel
de voor de vereniging 1000',te
schenken omdat ze toch niets terug
kunnen betalen.
De voorzitter burgemeester Nieuwen-
huizen opperde de mogelijkheid dat ook
het Anjerfonds zijn steentje bijdraagt.
De heer Verkerke had ook liever
1000,gegeven maar hij vond het juist
dat b. en w. hun voorstel in deze vorm
hebben gedaan. „We kunnen tenslotte
niet alles hebben" vond hij.
De voorzitter maande derhalve ook de
financiële positie van de gemeente in
het oog te houden. De zaken dienen te
gen elkaar te worden afgewogen en
men kan niet verder springen dan de
polsstok lang is. Spreker^ wist dat de
muziekvereniging ook een eigen fonds je
heeft waar jaarlijks wat ingestopt
wordt.
Ook de heer v. d. Doel vond het maar
zo, zo met de gem. financieën. Spreker
nam wel aan dat de vereniging geld
kost, er wordt gesproken over het cul
turele leven, maar hij vreesde dat hoe
hoger het culturele leven gaat, hoe la
ger de geestelijke waarden da^en. „Daar
horen we niet meer over", aldus de heer
V. d. Doel, die erop wees dat in het
ambtsgebed wordt gevraagd of de ware
belangen van de gemeente behartigd
mogen worden. „Is dat enkel het cul
turele leven, dan is dat een arme por
tie", zo besloot spreker.
De voorzitter meende dat de heer v.
d. Doel in dezen op een zijspoor is ge
raakt. Hij wees op de moeilijkheden
van de muziekvereniging, die beslist in
de gemeenschap thuis hoort. „Het gaat
niet aan dit in het geestelijk vlak te
trekken", aldus de voorzitter die zijn
waardering voor de muziekvereniging
uitsprak: „Men presteert daar iets wat
we niet mogen onderschatten".
„Als we in moeilijkheden komen en
we kunnen ergens aankloppen dan is
het zo moeilijk nog niet" vond de heer
V. d. Doel. Hij zei wel eens te zijn ge
adviseerd raadslid te zijn voor iedereen
wat volgens de heer v. d. Doel niet
mogelijk is. Ieder heeft zijn eigen me
ning waarvoor hij uitkomt. Hij sprak
zich niet tegen het voorstel uit maar
anderszij ds zei hij ook geen groot voor
stander te zijn.
De heer Bruggeman had daarvoor
weinig waardering. „Laat de heer v. d.
Doel reëel zijn en voor of tegen stem
men" raadde hij. Spreker zei voor te
zijn en hoopte dat de subsidie bij de sa
menvoeging hoger zal worden. Hij wees
op de verdiensten van de muziekver
eniging o.m. van recente datum bij de
verloving van Prinses Beatrix. Het voor
stel werd z.h.s. aangenomen.
Ratten
Van de Dijkring „Flakkee" is bericht
ontvangen dat de klachten over ratten
zo talrijk zijn dat verwacht wordt dat
over 1965 de kosten van bestrijding plm.
25.000,— zullen bedragen. Dit bedrag
is ruim het dubbele van dat over 1964.
Voor Nieuwe Tonge zal dit neerkomen
op een bijdrage van plm. 1075,Een
bedrag van 375,werd reeds in de
begroting opgenomen.
B. en w. wijzen erop dat, indien niet
met de bestrijding wordt voortgegaan,
dit tot gevolg zal hebben, dat het aan
tal ratten binnen korte tijd onrustba
rend zal zijn toegenomen en de gelden
besteed aan de eerste bestrijding feite
lijk voor niets zijn uitgegeven, waaroni
zij voorstelden het meerdere bedrag a
700,beschikbaar te stellen.
„Onuitputtelijk", verzuchtte de heer
Oostdijk. Hij zei te geloven dat de rat
ten van het vergif groeien.
„Er zijn er veel meer geweest!" ver
zekerde de voorzitter. Er worden resul
taten geboekt mits men voortdurend
actief is. Spreker wees op het belang
dat men de aanwezigheid van ratten di
rect meldt, wat nog te veel wordt na
gelaten.
De heer v. d. Doel onderstreepte de
ze opmerking, wanneer ieder meewerkt
zal de bestrijding goedkoper kunnen
worden. Spreker noemde krasse voor
beelden o.a. dat er eens 1000 dode rat
ten uit een aardappelbewaarplaats wa
ren gehaald. De raad stelde het ge
vraagde bedrag beschikbaar.
Ontslag hoofdleidster
i Pr 1 Sept. a.s. werd aan de hoofd
leidster van de openbare kleuterschool,
mevr. A. J. Vos eervol ontslag verleend.
Mevr. Vos is in gelijke functie benoemd
te Paterswolde. Waarschijnlijk zal op
13 juli a.s. in „Ons Huis" van Mevr.
Vos afscheid genomen kunnen worden.
Verkoop bouwgrond
Aan de heer M. Leegwater te Steen
bergen, vertegenwoordiger van N.V.
Gebrs. Sluis, zaadteeH en zaadhandel te
Enkhuizen, werd een perceel grond ver
kocht aan het Europaplein ter grootte
van plm. 400 m^ a 13,35 per m^ waar
op de heer Leegwater een bungalow wil
bouwen. Daarna sluiting.
Schoolreis Openbare Lagere School.
Naast het reisje voor de hogere klas
sen, dat dit jaar naar Antwerpen werd
gemaakt, wordt ook met de jongere
kinderen ieder jaar een wat minder ver
gelegen recreatieoord bezocht.
Voor dit jaar was dat het Bosbad
Hoeven, het reisje werd gemaakt dins
dag 29 juni en het slaagde uitstekend.
Daartoe werkten mee, het weer, de
fraaie omgeving van het Bosbad, de
Speeltuin die daar aanwezig is en de
tractaties die onderweg werden geno
ten.
Zwemmen, stoeien en spelen drie be
zigheden, die ieder kind graag uit
voert, konden naar hartelust worden
gedaan.
Regenval. De maand juni 1965 was
voor Oostelijk Duiveland iets te nat
want op het Proefbedrijf Scheldemon-
den te Brulnisse werd 65,3 mm regen
gemeten, terwijl een hoeveelheid van
50 mm voor deze maand normaal mag
worden genoemd.
Er waren twee dagen die aan het be
reiken van de 65 mm een groot aan
deel hadden namelijk 17 juni met 30
mm en 8 juni met 15.8 mm.
De zomer begon met een echt zo
merse dag, want temperaturen van 25
graden celcius staan bij het K.N.M.I.
als zomerse dagen te boek, deze tem
peratuur werd op 21 juni juist bereikt,
maar dat was dan ook de enige in deze
maand, die overigens wat de tempe
ratuur betreft vrij normaal was.
Mossellevering. Het is nu vrijwel ze
ker, dat de mosselleveringen, die vori
ge week een week werden uitgesteld,
maandag 5 juli gaan beginnen.
Het aantal ingeleverde monsters is
nog wel aan de lage kant, maar toch
wel van die aard, dat de aanvoer ter
hand kan worden genomen.
De partijen die ter levering worden
aangeboden variëren wat het visge-
wicht betreft van 17 tot 23 kg.
Bepaald goed is de kwaliteit voor
wat de leveringen uit Zeeland betreft,
in de Grevelingen onder de wal van
Herkingen.
Maar ook van de Waddenzee komen
monsters, die een goede kwaliteit belo
ven.
Gevonden voorwerpen. Op het bu
reau van de Groepscommandant der
Rijkspolitie te Brulnisse zijn nadere in
lichtingen te 'bekomen over de volgen
de in de maand juli gevonden voorwer
pen te Brulnisse. Een blauwe plastic
regenjas, een rose damesparapluie, een
kinderportemonnaie met inhoud, een
rood kinder jack, een blauwe gymna-
stiekschoen met blauwe sportbroek, een
huissleutel, een bril in blauwgroen
Hoe langer de vezel is van de te
verwerken katoen, des te beter en
fijner is het weefsel. Vandaar dat
een goede katoenen popeline altijd
gemaakt wordt uit lange vezels. En
daarom worden deze betere soorten
gebruikt voor de goede regenjas en
-mantel. Een voorbeeld hiervan is
deze damesregenjas, waarvan een
zadelsteek-gamering en de laag in
gezette mouwen de modieuze ele
menten zijn. (Model Falcon).
SOMMELSDIJK
Creboren: Roelof Cornells z.v. A,
Tuinman en C. van der Werf; Leendert
Jan z.v. I. van den Nieuwendijk en W.
J. van den Broek; Pieter Abraham z.v.
P. van Nimwegen en J. A. van 't Ge
loof.
Overlijden: Elsje Abresch, wed. v. M.
Kleijnenberg 77 j.; Leendert van den
Broek, e.v. P. Mans 73 j.; Willem Mul
der e.v. K. Zaaijer; 75 j.; Jacob Ede
waard wed. V. H. Kardux, 79 j.; Annetje
Overbeeke ongeh. 86 j.
Huwelijken: A. van den Nieuwendijk
22 j. en M. M. Groenendijk 20 j.; B.
Prins 24 j. en A. A. Slui, 22 j.; A. J.
Krijger 27 j. en H. van Assen 19 j.
OUDDORP
Kerkdienst. A.s. donderdagavond
half 8 hoopt voor de Ger. Gem. alhier
voor te gaan ds. Vergunst van Rotter
dam.
etui, een zwart lederen sleuteletui met
2 sleutels. Komen aanvliegen: een tor
telduif.
Kleuterschool op reis. Met 19 parti
culiere auto's maakten de leerlingen van
de Kleuterschool te Brulnisse woens
dag hun jaarlijks schoolreisje.
Het doel van de tocht was als van
ouds het strand te Renesse met de
speeltuin aldaar, welk doel via de route
Dijkwater, Zonnemaire, Brouwershaven
Rampweg werd bereikt. Nadat een uur
tje aan het wat winderige strand was
vertoefd, werd de speeltuin opgezocht.
De kleuters wisten zich uiteraard zo
wel op het strand als in de speeltuin
uitstekend te vermaken, vooral als de
pret zo nu en dan wordt onderbroken
voor een traktatie.
Via Burghsluis, Zierikzee en Ouwer-
kerk, waar bij de caissons in het hotel
aldaar nog een consumptie werd ver
orberd kwam men plm. 7 uur te Brul
nisse terug en werd luid claxonnerend
het dord binnen gereden.
Baldadige jeugd. Brulnisse is met
groen en plantsoen maar schaars be
deeld, al kan gezegd worden, dat wat
er is, door de gemeentewerklieden
keurig wordt onderhouden.
Dubbel jammer is het dan zo nu en
dan te moeten constateren, dat alweer
een boompje geknakt is, (bij het Groe
ne Kruis gebouw) of dat een rozestruik
uit de grond is gerukt, want nog schaar
ser dan de beplanting, zijn in de ge
meentekas de middelen om het verniel
de te vervangen.
En die vervanging kan voorkomen
worden als jeugd en ouder publiek, zich
niet aan zinlose vernieling over geeft
of de daders daarvan aan de politie
meldt.
VERVOLGVERHAAL
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
27
Eïi je bad toch, je bad elke dag wee
en al maar vuriger! Ja, het heette te
genwoordig dat je niet in de eerste
plaats om aardse zegeningen mocht
vragen. Hoe zat het dan met de zieken,
die tot Jezus kwamen? Die vroegen
toch ook niet, of ze in de hemel moch
ten komen? Die vroegen toch ook in de
eerste plaats hulp voor hun tijdelijke
nood?
Als je maar het vaste geloof had, dat
je gebed verhoord zou worden, peinst
Koos. Jezus heeft immers gezegd dat
alle dingen, die je in het geloof vraagt,
je gegeven zullen worden? Maar dat
geloof, zie je! Dat had je er zo maar
niet bij. Vast geloven, dat je gebed ver
hoord zal worden Koos kan het niet.
Maar die zieken, die ongelukkigen, die
bij Jezus gebracht werden, hadden die
dan het geloof? Wie heeft geloofd, dat
Lazarus uit het graf zou komen? Wie
geloofde, dat de jongeling van Nain op
zou staan? En die man in Betheada?
Die prakkizeerde enkel over de beroe
ring van het water.
Dominee De Ridder heeft onlangs het
geloof van Naaman staan uitmeten, uit
trekken mocht je wel zeggen, maar toen
heft Koos thuis onder de koffie een
kleine nabetrachting gehouden. Dook
die Syriër in de Jordaan, omdat hij ge
loofde? Niets van waar. Hij deed het,
omdat het licht te proberen was. Het
geloof kwam pas na de genezing. Moe
der heeft die keer gezegd, dat hij eens
moest ophouden met kritiseren en va
der heeft gezegd, dat je nooit een zaak
van één kant moest bekijken. Zo'n ant
woord een dooddoener, anders niets.
Vader had toen trouwens ineens veel
haast gehad, om weg te komen. Jammer
Er zijn zoveel dingen, die Koos met va
der zou willen bespreken, maar nooit
kan daar wat van komen. Ligt dat aan
hem, of ligt het aan vader?
Gré de Ridder heeft eens gezegd: „In
betrekking tot geestelijke zaken geldt
het: wie het dichtst bij het vuur zit, die
warmt zich het slechtst."
Zó sprak de dochter van een dominee.
Hij is de zoon van een ouderling.
Als Tonny om half zeven Koos wek
ken komt, moet ze een geweldige rof
fel op zijn kamerdeur geven, eer ze zijn
„ja" hoort. Hij was een half uur geleden
juist ingeslapen.
XIV
Inderdaad, dominee Bolderman heeft
het druk. Hij werkt met grote ijver aan
een verhandeling over de zaligsprekin
gen. Deze arbeid is hem lief en hij weet,
dat 'het goed wordt. Aanvankelijk was
hij niet van plan, er een werk van zo
grote omvang van te maken, maar al
schrijvend vermenigvuldigden zich de
gedachten. Aan de ene kant een geluk,
dat hij net in deze tijd van standplaats
verwisselen kon. Hij hoeft nu geen pre
ken te maken. De voorraad uit zijn eer
ste gemeente is nog lang niet uitgeput.
Aan de andere kant brengt het ook
bezwaren mee, pas in een nieuwe ge
meente te zijn. Je kent de mensen nog
niet, je moet je inwerken en er wordt
van je verwacht, dat je bezoeken aflegt.
Het staat 'de kerkeraadsleden niet best
aan, dat dominee en mevrouw nog niet
op visite zijn geweest en het wordt ook
meer dan tijd, om aan het huisbezoek
te beginnen. Op een dorp is niets zo
slecht voor de naam van een dominee,
als het verzuimen van huisbezoek en
wee de predikant over wie men te bab
belen begint. Dominee Bolderman weet
niet, of Berkendaal al babbelt, maar hij
weet wel, dat het er reden toe heeft.
Het is niet in de haak, dat 'hij op zijn
studeerkamer zit en zijn ambtelijk werk
verzuimt. Het bezorgt 'hem wroeging,
die hij tracht te overwinnen door nog
harder te werken. Nog vroeger staat hij
op, nog later gaat hij naar bed.
Het kan gebeuren, als hij lang na mid
dernacht in de slaapkamer komt, waar
zijn vrouw zelfs door het aangloeiend
licht niet ontwaakt, dat zijn wroeging
wrevel wordt. Als zij er niet was....
Maar ze is er en hij heeft haar nog even
lief als op de trouwdag, liever misschien
sinds ze de moeder van zijn jongen
werd. Toch hoe anders heeft hij zich
zijn huwelijksleven voorgesteM in de
korte tijd van verloofd-zijn. Hij leerde
haar kennen dat jaar, toen hij 'hulppre
diker was in de grote stad. Ze hield
zondagsschool, maakte zich verdienste
lijk bij het evangelisatiewerk in de wijk
Een lief, eenvoudig meisje had ze hem
geschenen. Hij had wel geweten, dat ze
nu niet direct de domineesvrouw bij
uitnemendheid was, maar dat lag aan
de omgeving waarin ze leefde. Hij zou
haar wel vormen, onder zijn invloed
zouden haar manieren verbeteren, ze
was niet dom, zou zich leren aanpassen.
Ze was zo heerlijk naief, zo anders dan
de kennisjes uit zijn studententijd. Hij
hield niet van vrouwen met hoofden vol
■geleerdheid. Hij had zich zijn toekom
stige vrouw altijd gedacht, zoals zijn
moeder was: zacht, huiselijk, bereid met
hem God en de gemeente te dienen.
Dienen? Heersen wil ze!
Als dominee Bolderman eerlijk is,
moet hij erkennen dat zijn vrouw deze
karaktertrek in de verlovingstijd niet
verborgen heeft gehouden.
Wie was het, die aandrong op spoedig
trouwen? Wie was het, die doordrong
dat het beroep naar het heidedorp werd
aangenomen?
Dominee Bolderman weet dat hij met
zichzelf moet beginnen, als 'hij aan het
beschuldigen wil gaan. Van het begin
af heeft hij toegegeven, altijd maar
weer toegegeven, ook als hij niet toege
ven mocht. In plaats van te leiden werd
hij geleid en niet in de goede richting.
Andere karaktertrekken van zijn vrouw
heeft dominee Bolderman wel eerst na
'de trouwdag ontdekt.
Ze leek eenvoudig ze bleek trots.
Ze had beweerd van het dorpsleven te
houden, maar haar verlangens gaan uit
naar de stad. Berkendaal vindt ze wel
een grote vooruitgang, maar toch enkel
eeni stap naar het doel. Berkendaal be
schouwt ze als brug. Ze is blij, dat do
minee hier geen tweejaar hoeft te blij
ven, zoals in zijn eerste gemeente.
Wat hem misschien het ergste tegen
viel is 'haar spilzueht. Die heeft hij bij
haar wel het allerminst verwacht. Haar
vader heeft een klein inkomen, haar
moeder is zuinig. Ze heeft geleerd het
met weinig te stellen. Hoe komt het
dan, dat ze zo veel en telkens meer no
dig heeft?
Als dominee aan zijn verhandeling
werkt, kan hij urenlang al wat 'hem
neerdrukt vergeten. Hij weet dan zijn
ziel geheven tot Hem,, wiens „zalig" hem
zo greep, dat hij er van schrijven moest.
Maar het kan ook gebeuren, dat hij
eenklaps de pen neergooit, het hoofd op
de gevouwen handen buigt en zucht.
Onder welk „zalig" valt hij?
Is 'het zijn tijd, die hij gebruikt voor
dit werk?
Is het om Christus' wil, dat hij met
zo'n ijver arbeidt?
Wie stelt die vragen? Satan? Dat zou
hij graag geloven, maar hij kan het
niet.
Soms wordt zijn zuchten bidden. Niet
vaak. Hij weet Gods antwoord op zijn
vragen en dat antwoord durft hij niet
aan.
Hij wil zich beteren. Als dit eerst
maar af is, dan zal 'hij zich aan de ge
meente geven, geheel en al. Dan zal hij
zijn vrouw.... Wat zal hij? Niets. Dat
weet hij nu al wel van zichzelf. In be
trekking tot haar sterven zijn goede
voornemens bij de geboorte.
„Kunnen ze niet meteen je honora
rium uitbetalen?" vraagt mevrouw, als
dominee op een novembermorgen van
zijn uitgever bericht krijgt, dat de kopy
in goede orde is ontvangen.
„Dat is geen gewoonte", antwoordt
hij.
„Als je er eens om vroeg. Ze konden
je toch minstens een voorschot geven".
„Zou jij willen dat ik me zo verne
derde?"
(Wordt vervolgd)