DarHnk delven was het eerste begin Hikari supersneltrein 210 km per uur KlndeAhxy-ehpe Bewonderenswaardige prestatie van de Japanse Spoorwegen Leidt uw bankzaken P.T.T. wachtlijst telt 1,5 miljoen namen Verven en conserveren in en om de boerderij J. Keuvelaar f---------------------------------------------N N.V. SLaVENBURG'SBflNK Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" "Vrijdag 11 juni igk 500-jarig bestaan van Middelharnis Jdt; ZEL-JiTjEERIJV^G- cf /t€t: X)^RINK-X)Et,V:EN', ZC0 als /ut.ouiÜyJ-^, in. Zeeland, oeoe/irid Tivt-dir.. Gelukkig is het Land. Waar 't Kind zijn moer verbrand. Vele gemeenten doen op alle moge lijke manieren hun best om industrie aan te trekken. Dat is nodig om de volkswelvaart op een hoger peil te brengen. De sterk veranderende om standigheden in de agrarische bedrij ven dringen tot industrialisatie wil men de welvaart niet verliezen. In de aanvang schijnt dat in ons plat teland geheel anders te zijn geweest. Toen men alleen nog slechts de veeteelt en dan in hoofdzaak de schapenhouderij uitoefende, begon men met de industrie. Ook dat was toen noodzakelijk. Heel vroeger, we doelen op duizend en meer jaren voor onze jaartelling was dat anders. Toen was het niet nodig dat men uit derrie en zeewater zout produ ceerde. In Spanje en Portugal was klip- zout in voldoende mate aanwezig en het klokbekervolk verhandelde dat en dis tribueerde het over heel Europa. Maar toen in de voege middeleeuwen de Sa- racenen Europa wilden veroveren voor de Is^am en tot staan gebracht werden door Karel Martel, toen werd het zui den van Europa afgesloten en kon geen zout meer verdeeld worden over ons contingent. En zout was onmisbaar. Er werden dus naar andere oplossingen gezocht om aan zout te komen en die vond men in eigen bodem, in het aanw^ezige veen. Het veen, ook genoemd darg, darink, derrie was tientallen eeuwen geleden ontstaan in onze bodem,. Nadat de dui nenrij gevormd was aan onze kust was het zeewater afgesloten. Aangezien de duinenrij een onafgebroken afscheiding vormden van Calais tot aan Hamburg. Achter de toenmalige duinenrij was een laag en moerassig gedeelte, dat later West-Nederland zou worden. Zo onge veer 4000 jaar voor onze jaartelling, toen het een warme vochtige tijd was begon de vorming van dat veen. Afgesloten van de Noordzee was daar een zoetwaterflora. Op het aanwezige zeezand begon de groei van riet, biezen en andere moerasplanten in de kuilen die meest met zoet doch soms ook met brak water gevuld waren. Hoe lang de ze veenvorming is doorgegaan is moei lijk vast te stellen, wel dat het een zeer lange tijd is geweest. Enige eeuwen voor onze jaartelling, wanneer het ge vormde veenpakket een hele dikke sponzige massa is geworden, breken de duinen op verschillende plaatsen door en wordt dat veenpakket overspoeld door zeewater. Een gedeelte van het in zeewater aanwezige zout werd geabsor beerd door het veen en blijft daarin aanwezig, totdat de zeeklei afgezet werd op het veen. We noemen dit veen het oppervlakte veen omdat er 15 tot 20 meter dieper in onze bodem ook zulk een veeniaag voorkomt dat we het veen op grote diepte noemen. Dit oppervlak teveen was men in Vlaanderen reeds in 7 of 8e eeuw uit gaan graven om daar uit en daarmee zelzout te winnen. En zo is het in Middelhaemesse en Sommels- dijk ook begomien, ook al was toen de moemering, want zo werd die zoutwin ning ook genoemd, al op haar retour. Door de daling van de bodem, denk aPeen maar aan de sponsachtige massa van het veen, welke verzwaard werd door steeds weer nieuwe aangevoerde zeekleideeltjes werd het totale lagen- pakket steeds zwaarder belast en begon in te klinken. Tevens begon in warme tijden door het smelten van sneeuw en ijs de zeespiegel te rijzen, zodat het op de ene plaats korter en op de andere plaats langer duurde alvorens het land zoverre was aangewassen dat het boven de waterspiegel uitkwam. En al was dit in normale gevafen zo-, er waren al tijd nog de giertijen dat het water aan merkelijk hoge kwam, inzonderheid wanneer dat water juist tijdens zulke giertijen aangejaagd werd door sterke, soms dagenlang durende noordwester stormen, en de aangewassen bodem toch nog onder water kwam te liggen. En Flakkee, we weten het reeds lang be hoorde niet tot de streken die het eerst boven water kwamen te liggen. W3nt zodra de grond boven water kwam ont stond meestal spoedig bewoning. Maar alvorens bewoning op zulke aangewas sen grond plaats kon vinden was het nodig dat zulk een gedeelte bedijkt werd. Daarom gaf Vrouwe Jacoba toen zij in 1417 aan de regering kwam het schor Sommelsdijk aan haar moeder Marga- retha van Bourgondië uit om dit te be dijken en de gorzen van Middelhaemes se werden wellicht tussen 1420 en 1430 door Jacob van Gaasbeke tot eenzelfde doel van de gravin verkregen, maar de ze eerste eigenaars zijn geen van beide tot bedijking overgegaan. Wel, en de grafelijke rekeningen bewijzen dat, werd ia beide polders begonnen met de moemering of darinkdelven. Er bestaan enige schilderijen uit on geveer 1600 welke ons een inzicht geven in dat uitgraven van dit veen en de verwerking daanran tot zout. Ook al moeten we erkennen dat de dichterlijke vrijheid op die stukken sterk naar vo ren komt. De uitgraving van dit veen moet al tijd begonnen zijn aan de buitenkant van de polders of dicht in de nabijheid van grote en nog vrij diepe kreken die door zulk een schor en krekenlandschap stroomden. Werkwijze Eerst moest begonnen worden om de zeekleüaag van het veenpakket te ver wijderen. Dit bracht het voordeel mee dat van deze laag een kade gelegd kon worden om de oppervlakte we^ke men wenste af te graven en waar men van de grafelijkheid vergunning voor had gekregen, waarom dan ook de grafelijke landmeters kwamen en vaststelden hoe veel gemeten dit werk in beslag nam, waarna de prijs werd vastgesteld. Het zijn meestal de voornaamste per sonen uit de naaste omgeving van zu'ke schorren die pachters Verden van zulke moerdijken. Wanneer dan de kade gelegd was, dus de zeeklei die minstens enige decime ters, doch soms wel meer dan een meter dik was, was afgegraven, kon het veen steken begtanen. Begrijpelijk is dat de veenlaag altijd kwelde. De poreuze toe stand liet altijd water door en daarom moest dit altijd beginnen bij de zee of bij diepe kreken, opdat men het kwel water zou kunnen aflaten of in de om ringende zee of in de kreken. Wanneer men kon beginnen de darink of moer te steken moest de veenoppervlakte droog zijn. Men stak de moer in stukken van 20 cm. lang en van 10 cm. breed en hoog Vrouwen verzamelden de gestoken tur ven en brachten deze op de kaden of zoals men het noemde op de moerdijk om te drogen. Was deze turf voldoende droog, dan werd ze vervoerd naar een plateau dat in de onmiddellijke nabij heid van de moerkade lag en waarop 'n klein schuurtje was opgetrokken. Uiteraard was dit opgetrokken van licht materiaal als rondhout uit de bos sen en rij shout waarvan vlechtingen gemaakt werden tussen de rondhouters welke het geraamte van het bouwsel vomden. Dat gevlochten rij shout werd bestreken met klei en zo ontstond een winddichte werkplaats, wat men een zoutkeet noemde. Het dak werd ge maakt van riet, alleen bleef er een grote opening voor de rook en het ver dampende water. In het gebouwtje wer den z.g.n. pannen geplaatst, waarin dan het zout moest kristaliseren. De grond stof voor de zoutbereiding was de as van de verbrande moer en zeewater. In de as van de moer bleef het zout achter en dit werd in de pannnen ge daan en aangevuld met zeewater. Dan werd onder de pannen een vuur ge stookt met de gedroogde moer welke dan telkens weer nieuw materiaal voor de zoutziederij opleverde. Dit duurde zolang tot alle gedolven moer in zulk een afgezet gebied was opgestookt en men een ander terrein moest opzoeken. Nu begrijpt men hopelijk ook het rijmpje boven dit artikel dat een woordspeling inhoudt van het gelukkig land waar het kind de derrie, ook ge noemd moer, zijn moer verbrand. Wan neer zulk een terrein dus uitgemoerd was werd de kade die daarom heen ge legd was geslecht, waarna dan heel goe de landbouwgrond ontstond, wanneer het niet al te laag was geworden. Het Vingerling Een enkele maal bleef echter de toe stand bestendigd, ja werd zelfs de bo dem nog uitgediept waardoor dan een haventje ontstond. De ringkade bleef dus en men noemde dan zulk een om- kaad terrein vaak „het Vingerling" een naam die in beschreven omgeving erg bekend is. Want het ging niet alleen om het bereiden van zout maar ook om de handel in zout. En vooral in die tijden was zout erg prijzig men zeide zelfs dat het zout meer waard was dan goud. Langzaam kwam in het moerdiken enige verandering in de 15e eeuw toen weer klipzout werd aangevoerd uit Spanje en Portugal. Dit aangevoerde klipzout werd dan mede bij de as van de verbrande moer in de pannen gedaan en er was dan niet zoveel brandstof nodig om tot een gro tere hoeveelheid bruikbaar zout te ko men. In Zeeland werd reeds vroeg aanmer kingen gemaakt op het darinkdelven, omdat daar het land eerder bedijkt was. Zoals boven gezegd kon alleen gemoerd worden wanneer men bij diep water zat. Waarom dan ook dit bedrijf veel Dit is een capy vain een s«shilderij uit het Gasthuis te Zierikzee, die een duidelijk beeld geeft, hoe het darinkdelven in Zeeland en ook vóór het ontstaan van Goeree- Overflakkee beoefend werd. werd uitgeoefend buitendijks op de slikken. Daardoor ontstond een groot gevaar voor de vooroever. Hierdoor is het dat Maria van Bourgondië in het haar afgedwongen grootprivilege be paalde o.m. dat zij niemand nieer verlof zou geven tot moeren. En in de keur van Zeeland van 1495 in artikel 39: „Item, dat niemant sal on der dese Keure darink moghen delven noch doen delven binnen dij ex om te vercoopen maar alleen^ijck om sijns seTfs beringhe uitdelven ten minste quetse van den lande" wat dus wil zeg gen dat 't darinkdelven alleen maar toe gestaan werd voor eigen brandstof ge bruik. In 1515 werd het door de koning geheel verboden met de woorden: „Mijn voorsz Gen(adige) Heere verbiedt mits desen een yeghelycken Derrink te del ven of uyt te slaan uyt wat lande. Erve het zy, oft men die toebehoort, liggende onder de Keure van Zeelandt". Enigszins anders was dit in Putten waar men tot in de 16e eeuw mocht moeren „sonder misdoen", aldus de Keur. Tegenover dit verbod in Zeeland werd wel iets anders gesteld n.l. dat men ge legenheid en vergunning verkreeg aan de weg waaraan men woonde bomen te planten en deze later te mogen rooien voor brandstof. Dit gaf weer eigenaar dige verwikkelingen met de ambachts heren die in hun ambachten het p'ant- recht hadden. Hadden zij daar geen ge bruik van gemaakt, dan deden de be woners dit zelf en het is nog slechts enige tientallen jaren geleden dat een boer onder de rook van Zierikzee op grond van dit privilege werd vrijge sproken omdat hem door de stad een proces was aangedaan aangezien hij zware olmenbomen voor zijn huis had gerooid en deze zich had toegeëigend. Maar omdat hij kon bewijzen dat zijn vader de bomen had geplant en ge steund door het groot privilege van 1477 werd hij vrijgesproken. Maar zo is het niet geweest noch in Sormnelsdijk, noch in Middelhaer- nesse want toen deze landen werden bedijkt was de moemering al bijna ge heel verdwenen. Daar heeft moemering plaats gehad voor men met de bedijking begon. Zierikzee P. van Beveren. Beste meisjes en jongens! De feestdagen zijn nu voor een hele poos voorbij. Na Pinksteren is het ker kelijk jaar afgelopen, zoals dat genoemd wordt. Een hele tijd ligt vóór ons, om dan weer bij het begin te beginnen en dat is: de geboorte van Christus, met voordien de adventstijd. De raadseels behoeven we dus niet te richten naar de kerkelijke feestdagen Ik heb nog heel wat raadsels van de neefjes en nichtjes in mijn bezit en ik zal daar voorlopig maar gebruik van maken. Het kan zijn, dat er een kind is, dat denkt, dat zijn of haar raadsel zo lang wacht. Maar dan moeten jullie be denken, dat er nog meer raadsels zijn ingezonden. Als het raadsel geschikt is, krijgt het een plaats. Ik zou dus zeggen: een beetje geduld. Voor deze week neem ik nu een raad sel van Cor en Adri Nagtegaal uit Me lissant. JUNIRAADSEL 2 1. Wat betekent de naam Immanuëi? 2. Rivier in Babel; 3. Vader Jacob verge leek zijn zoon Juda bij een 4. Zoon van Hur (1 Kron.); 5. Het wasvat bij de tabernakel was gemaakt van6. Da vid versloeg als herdersknaap een leeuw en een 7. Andere naam voor sab bat; 8. Tijdens zijn vluchten voor Saul bleef David een tijd in de vestingen van 9. Wie stichtte Babel? (zie Genesis 10); 10. In de synagoge te Nazareth sprak Jezus: '„Medicijnmeesteru- zelven". 11. Zoon van Hilkia, de hof meester (Hizkia's tijd); 12. Wie was de moeder van Boaz? (Zie Matth. 1) Als deze woorden goed zijn, vormen de beginletters de betekenis van de naam Aser, een zoon van Jacob. BRIEVEN Arja van R. Zeist. Hartelijk welkom, Arja! Ik hoop dat je lange tijd met ons zal kunnen meedoen. Henk en Heleen hebben ook al wat brieven aan mij ge schreven. Uit de brieven van je broer en je zus heb ik al vaak gelezen, dat je vader veel moet reizen. Nu je dit leest, zal hij al terug zijn uit Londen en al heel wat hebben verteld. Jan Gerrit M. Oude Tonge. Dat is een lange tijd: 55 jaar getrouwd! Was het druk op de feestdag? Zijn ze beiden nog goed gezond? Gefeliciteerd met Gerrit z'n verjaardag. Hebben jullie op die dag een mooie schoolreis gemaakt. Daar hoor ik nog wel iets van, denk ik. Elly S. Rotterdam^ Je had wel niet veel te vertellen, schreef je, maar het vertrek van opa en oma is al nieuws genoeg. Wat een reis maken die mensen Zaten er 120 in het vliegtuig? Wat had den jullie spoedig een telegram van goede aankomst! Wat is de wereld toch groot, hè? Magda P. Den BommeL Het cijfer lijstje is best. Zo moet je wel overgaan. Dat denk je toch ook wel, hè? Die ver jaardag van oom Jan was niet zO' aan genaam. Er kunnen zo gauw treurige voorvallen plaats vinden in de familie. Sommigen moeten heel donkere wegen gaan in het leven en, wij kunnen daar niets aan veranderen. Je had met Aga tha nog eens kermis moeten maken, zeg! Zandpad Mlddelhsmla Kees Z. Nieuwe Tonge. Keelpijn is heel lastig. Dan merk je pas hoe veel keren je moet slikken per dag. Kon je nog met de schoolreis mee? Ik hoop dat het nog gelukt is. Nu zal je een andere kanarie moeten kopen, denk ik. Aan de andere was je zo gewend, vooral als je, orgel speelde. Wat deed die vorige vo gel zijn best om er boven uit te komen! Nellie S. Nieuwe Tonge. Jammer dat die fietstocht niet kon doorgaan. Het regenachtige weer is vaak een spelbre ker. Hoe liep het met Pinksteren uit? Zijn toen je plannen gelukt? Toen was de kou wel een beetje getemperd. Greetje de J. Ouddiorp. Nee, ik heb ook nog niet veel buiten gezeten om te schrijven, maar dat komt nog wel, zul len we hopen. Het boek van Hanna ken ik wel; het is heel mooi. Maar jouw boek zal ook wel aardig zijn. Heel goed, dat jullie alles met Janny hebben ge deeld. Zo hoort het ook; wij mogen niet alles voor onszelf houden. Ans S. Nieuwe Tonge. Maar één maand meer school en dan twee maan den vakantie? Léren jullie toch nog w^el eens een keertje? Jij zal toch wel naar de derde kunnen, niet? Voor diploma C. zal het niet meevallen. Leentje H. Ouddorp. Jij had toch fijn een vrije dag, al ging je niet mee met de schoolreis. Nu heb je misschien je moeder geholpen bij het werk. Dat is ook letik werk; vind je niet? Waar was de reis heen? Corrie S. Nieuwe Tonge. Wat heb jij toch gereisd! De tocht naar België zal wel de mooiste zijn geweest. Het is bij mij weer al wat jaren geleden dat ik in Brussel en Antwerpen was. Sindsdien zal er daar ook al wat veranderd zijn, behalve dan de bezienswaardige dingen, die niet anders worden. Voor zo'n reis kun je wel 50 exemplaren weg brengen. Vind je ook niet? Jantje H. Ouddorp. Die raadsels, waar je geen weg mee wist, waren verkeerd opgeschreven. Daar houd ik natuurlijk rekening mee. Toen je schreef was het heel rustig in de kamer. Dat is wel eens anders, denk ik. Maar als je schrijft moeten ze niet veel aan je oren zeuren, nietwaar? Gerrie K. Middelharnis. Een mooi verslag van een prachtige schoolreis! Het is altyd mooi om boven op een to ren te staan en dan zeker wel op de hoogste van het land. Ik zou die 465 tre den niet meer halen. Dan zou ik geen adem meer hebben, denk ik. Maar jullie zijn nog jong en kunnen dat best. Ên je rust ook nu en dan. Dat weet ik nog van vroeger, toen ik ook de Dom heb beklommen. Jan de V. Vrouwenpolder. Je hebt toch bij de verkeerd-gezette raadsels het goede antwoord gevonden. Dan is het niet erg, al ontbraken er een paar Op het gloednieuwe hoofdstation van Tokio, hoofdstad van het land waar de laatste jaren al zoveel op technisch ge bied is gepresteerd, staat een van de veertien Hikari-supersneltreinen klaar voor vertrek. Deze trein ziet er uit als een raket, die op het punt staat te wor den afgeschoten en bestaat uit twaalf rijtuigen met een bijzonder luxueus in terieur; goudkleurig voor de eerste en zilverkleurig voor de tweede klas. Als een slang glijdt de trein het station uit en in korte tijd schiet hij met de ver bazingwekkende snelheid van tweehon- dertien kilometer per uur door het Ja panse landschap. Geen enkele Japan ner verbaast zich hier nog over. 'Toen echter gedurende de herfst van 1964 de eerste Hikari-expresse een snelle rit voor talloze genodigden maakte, waren in de restauratieafdelingen snelheids meters gemonteerd. De passagiers ke ken met spanning naar de verrichtin gen van de bewegende wijzer, terwijl de trein met grote snelheid door het dal van de rivier de Sagami raasde. Honderdvijfennegentig kilometers per uur! Men werd er stil van. Toen de wijzer tweehondertien kilometer per uur aanwees, de hoogste snelheid vol gens het reisschema, barstte een en thousiast applaus los. Met een gemid delde snelheid van 129 kilometer per uur, legde de sneltrein de afstand van vijfhonderdvijftien kilometer tussen Tokio en Osaka, Japans tweede grote stad, in slechts vier uur af. Aan deze geweldige prestatie heeft het juninurmner van „Het Beste uit Reader's Digest" een artikel gewijd, aangezien deze zonder twijfel van in vloed zal zijn op het beleid, dat de wes terse spoorwegondernemingen in de toekomst zullen gaan voeren. Drie kilometer per minuut Het geweldige Hikari-project was echter voor de Japanse spoorwegen bit tere noodzaak. Tot voor kort reden er honderdtwintig personen- en achtenze- ventig goederentreinen het traject To- kio-Osaka. Dat betekende een frequen tie van elke zeveneneenbalve minuut een trein gedurende vierentwintig uur. Nochtans nam het vervoer van goederen van de ene plaats naar de andere vier dagen in beslag. Men begrijpt, dat al leen al om economische redenen in de ze toestand verandering moest komen. Mfen begon met van het in Japan ge bruikelijke smalspoor af te stappen en normaalspoor als uitgangspunt te ne men. Van tevoren stond vast, dat de nieuw te ontwerpen treinen zeer hoge snelheden zouden moeten halen. Die le verde enige problemen op, want ner gens ter wereld had men ervaring op dat gebied opgedaan. Een van de vragen was bijvoorbeeld, wat voor luchtwervelingen in tunnels zouden ontstaan, wanneer twee treinen met een gezamenlijke snelheid van 320 kilometer per uur elkaar zouden ont moeten. Wetenschappelijke proeven met modeltreinen lagen ten grondslag aan een nieuwe conceptie van vering, wie len, de onderbouw van de spoorbaan e.d. Mede door intensieve proefnemin gen kwam slechts één gebrek aan het licht. Indien een trein met hoge snel heid een tunnel binnenreed, trad bij de passagiers oorpijn op, veroorzaakt door de luchtdruk. Het resultaat was, dat men bij de bouw van de wagons uitging van de konstruktie van een vliegtuigcabine. Verder werd het al spoedig duidelijk, dat de menselijke reakties bij snelhe den v^n ruim drie kilometer per mi nuut, te traag zouden zijn. Vandaar dat men proeven nam met de A(uto- matische) T(rein) B(esturingsinstalla- tie), waardoor de trein vanuit een cen traal punt over het traject zou tworden bestuurd. De wagenvoerder heeft slechts tot taak, de trein het station binnen te rijden, wanneer de snelheid tot dertig kilometer per uur is gedaald. Maar ook dan nog wordt zijn eventueel falen terstond door de ATB gecorrigeerd Het gehele project heeft bijna vier mil jard gulden gekost, doch de Japanse Staatsspoorwegen zijn er van over tuigd, dat dit kapitaal binnen tien jaar zal zijn, terugverdiend. De onderneming I heeft de smaak van het moderniseren en verbeteren te pakken. De heer Its- jiro Kato, die het Hikari-projekt on- der zijn beheer heeft, verklaarde reeds, dat over twee a drie jaar geen gedruk- j te dienstregelingen meer nodig zullen 1 zijn, aangezien de supersneltarinen met de frequentie van elk kwartier een trein zullen rijden. Gezien de voortvarend heid, waarmee men in Japan het rail- vervoer heeft aangepakt, zou ons dat geenszins verbazen. Persooniüke behandeling van al uw belangen. vla Middelharnis - Sonunelsdqk Kade 5 - Tel. (01870) 22 68 Het aantal aansluitingen op het Ne derlandse telefoonnet steeg gedurende het eerste kwartaal van 1965 met 24.000 en bedroeg op 1 april j.l. 1.430.198 (op 1 april 1964: 1.330.137). Er werden in de eerste drie maanden van dit jaar 44.662 aansluitingen tot stand gebracht en 20.941 opgeruimd. Rond 15.000 mutaties vloeiden voort uit verhuizingen van abonnees. De vraag naar telefoonaansluitingen bleef nagenoeg gelijk, te weten 54.607 in het eerste kwartaal 1965 tegen 56.597 in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. De wachtlijst steeg van 129.490 per 1 januari j.l. tot 139.212 op 1 april. Het aantal telex-aansluitin gen, dat in november 1963 de 5000 pas seerde, overschreed in maart van dit jaar de 6000. Veel is er reeds geschreven over de behandeling van het houtwerk in en om de boerderij. De Nederlandse boerderijen maken een propere en frisse indruk. Wij hebben hiermee zelfs een goede naam t.o.v. andere Europese landen en willen deze naam graag behouden. Wij houden met de ve^e frisse kleuren die wij in ons verfwerk gebruiken ons land „zonnig". Door het hoge arbeidsloon en de vaak dure verf is ook de agrariër gedwongen zich bij de „doe het zelver" te scharen. Reeds enige jaen worden er in deze sector vele soorten beits toegepast van kostbare verf, omdat wat de schilder verf noemt, voor de doe het zelver vaak teleurstellingen geeft. Dure verf behoeft nu eenmaal „vak manschap". In feite is beits een voorloper van de steeds meer toegepaste conserverings- verven. Deze conserveringsverven worden on der verschillende benamingen, waaron- de „Tencotop" in de handel gebracht. Zij hebben de eigenschap diep in het hout te dringen en toch het geheel een verfeffect te geven. Dit soort verven geeft voor de leek geen moeilijkheden en is dan ook een voudig aan te brengen. Ook hierin heeft men de keuze uit vele fraaie en vooral sterke tinten. Hout verduurzaamd met een goede conserveringsverf geeft jaarlijks een zeer belangrijke kosten-besparing. woordjes. Dan moet het haar beter ge drukt worden, nietwaar? Wordt het al druk met toeisten in jullie plaats? Els van G. Middelhanis. Over de reis naar Schiphol heeft Elly zo juist ver teld. Ik kan begrijpen, dat jullie het heel interessant vonden. Vind je het lang, acht uur vliegen? Je kan niet begrijpen, dat je in die tijd aan de an dere kant van de wereld kan zijn! Ja, als je de Grebbeberg bezoekt, komen we onder de indruk. Dan worden er niet veel woorden gewisseld. Dan zou je wel een hart van steen moeten heb ben om daar maar te lachen en te pra ten. Jaap v. d. B. Den BonuneL Vind je het in Haamstede mooier dan in Oud dorp? Omgekeerd zullen de mensen van Schouwen het in Ouddorp misschien mooier vinden. Het komt, omdat we aan alles zo gewoon raken. Dan zien we soms de mooie natuur in onze eigen om geving niet zo goed. Je hebt dus een examen in het uitzicht van twee weken lang! Dan alvast maar veel sterkte toe gewenst. Dat heb je dan wel nodig. Kees de V. Middelburg. Dat is nog niet dikwijls gebeurd, dat jij een brief schreef. Maar het is netjes gedaan, hoor! Heel ander schrift dan dat van je zus. In je brief staan droevige en pret tige dingen: het overlijden van je opoe en de schoolreis. Daar is het leven nu vol van: licht en schaduw, vreugd en smart. Mia B. Middelharnis. Ja, ik vind het postpapier ook mooi. Maar je hebt véél prachtige dingen gekregen. Ik snap dat I je verschrikkelijk blij was met al die dingen. Je was niet zo laat, hoor! Dacht je dat? Jammer van Leen, nu met de bof en dan vakantie. Misschien heb jij het ook nog wel gekregen, of toch niet? Ma van' 't G. Dirksland. Kind, kind, wat een lange brief! Je moet ook wel blijven schrijven als het zo stü is in de kamer. Jij was er maar alleen met je moeder en ik geloof, dat zij niets be hoefde vóór te zeggen, want jij weet je weet-je wel! Die oude kerk in Breda heb ik ook een paar keer bezichtigd. Het is heel mooi alles. Dat zal je ook wel zeggen als je het gezien hebt. Matty de V. Middelburg. Dat snap ik, dat de repetities niet van de lucht zijn. Maar zo'n mooie schoolreis is een prachtige afwisseling en dan de vakan tie, al is die maar kort geweest. Hebben jullie nog in Merksum gezongen? Dat is een plaats waar je vroeger nooit geko men zou zijn. Geirda N. Middelharnis. Nee, ik weet ook niet hoe zo'n ding genoemd wordt. Er komen steeds nieuwe dingen op de markt, waar je vroeger nooit aan dacht. Dat was jammer dat de reis voor jou in het water viel. Je hebt maar een klei nigheid nodig en dan is het (om met je meester te spreken) hommeles. Maar je zal wel veel pijn gehad hebben. Gaat het nu al de goede kant op? Truus O. Domburg. In bijna al de brieven wordt er verteld van school reisjes. De kinderen op school zijn wel vroeg in de weer daarmee dit jaar. Wat kun jij al die namen goed onthouden van die foto's in het oorlogsmuseum! Heb je ze opgeschreven toen je daar was soms? Allemaal de brieven kan ik in één keer niet behandelen. Dat begrijpen jullie best. Ik hoop de volgende week er mee verder te gaan. De hartelijke groeten van OOM KO.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 6