DarHnk delven was het eerste begin
Hikari supersneltrein
210 km per uur
KlndeAhxy-ehpe
Bewonderenswaardige prestatie van de
Japanse Spoorwegen
Leidt uw bankzaken
P.T.T. wachtlijst telt
1,5 miljoen namen
Verven en
conserveren in en
om de boerderij
J. Keuvelaar
f---------------------------------------------N
N.V. SLaVENBURG'SBflNK
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
"Vrijdag 11 juni igk
500-jarig bestaan van Middelharnis
Jdt; ZEL-JiTjEERIJV^G- cf /t€t: X)^RINK-X)Et,V:EN', ZC0 als /ut.ouiÜyJ-^, in. Zeeland, oeoe/irid Tivt-dir..
Gelukkig is het Land.
Waar 't Kind zijn moer verbrand.
Vele gemeenten doen op alle moge
lijke manieren hun best om industrie
aan te trekken. Dat is nodig om de
volkswelvaart op een hoger peil te
brengen. De sterk veranderende om
standigheden in de agrarische bedrij
ven dringen tot industrialisatie wil men
de welvaart niet verliezen.
In de aanvang schijnt dat in ons plat
teland geheel anders te zijn geweest.
Toen men alleen nog slechts de veeteelt
en dan in hoofdzaak de schapenhouderij
uitoefende, begon men met de industrie.
Ook dat was toen noodzakelijk. Heel
vroeger, we doelen op duizend en meer
jaren voor onze jaartelling was dat
anders. Toen was het niet nodig dat
men uit derrie en zeewater zout produ
ceerde. In Spanje en Portugal was klip-
zout in voldoende mate aanwezig en het
klokbekervolk verhandelde dat en dis
tribueerde het over heel Europa. Maar
toen in de voege middeleeuwen de Sa-
racenen Europa wilden veroveren voor
de Is^am en tot staan gebracht werden
door Karel Martel, toen werd het zui
den van Europa afgesloten en kon geen
zout meer verdeeld worden over ons
contingent.
En zout was onmisbaar. Er werden
dus naar andere oplossingen gezocht om
aan zout te komen en die vond men in
eigen bodem, in het aanw^ezige veen.
Het veen, ook genoemd darg, darink,
derrie was tientallen eeuwen geleden
ontstaan in onze bodem,. Nadat de dui
nenrij gevormd was aan onze kust was
het zeewater afgesloten. Aangezien de
duinenrij een onafgebroken afscheiding
vormden van Calais tot aan Hamburg.
Achter de toenmalige duinenrij was een
laag en moerassig gedeelte, dat later
West-Nederland zou worden. Zo onge
veer 4000 jaar voor onze jaartelling,
toen het een warme vochtige tijd was
begon de vorming van dat veen.
Afgesloten van de Noordzee was daar
een zoetwaterflora. Op het aanwezige
zeezand begon de groei van riet, biezen
en andere moerasplanten in de kuilen
die meest met zoet doch soms ook met
brak water gevuld waren. Hoe lang de
ze veenvorming is doorgegaan is moei
lijk vast te stellen, wel dat het een zeer
lange tijd is geweest. Enige eeuwen
voor onze jaartelling, wanneer het ge
vormde veenpakket een hele dikke
sponzige massa is geworden, breken de
duinen op verschillende plaatsen door
en wordt dat veenpakket overspoeld
door zeewater. Een gedeelte van het in
zeewater aanwezige zout werd geabsor
beerd door het veen en blijft daarin
aanwezig, totdat de zeeklei afgezet
werd op het veen. We noemen dit veen
het oppervlakte veen omdat er 15 tot
20 meter dieper in onze bodem ook zulk
een veeniaag voorkomt dat we het veen
op grote diepte noemen. Dit oppervlak
teveen was men in Vlaanderen reeds in
7 of 8e eeuw uit gaan graven om daar
uit en daarmee zelzout te winnen. En zo
is het in Middelhaemesse en Sommels-
dijk ook begomien, ook al was toen de
moemering, want zo werd die zoutwin
ning ook genoemd, al op haar retour.
Door de daling van de bodem, denk
aPeen maar aan de sponsachtige massa
van het veen, welke verzwaard werd
door steeds weer nieuwe aangevoerde
zeekleideeltjes werd het totale lagen-
pakket steeds zwaarder belast en begon
in te klinken. Tevens begon in warme
tijden door het smelten van sneeuw en
ijs de zeespiegel te rijzen, zodat het op
de ene plaats korter en op de andere
plaats langer duurde alvorens het land
zoverre was aangewassen dat het boven
de waterspiegel uitkwam. En al was dit
in normale gevafen zo-, er waren al
tijd nog de giertijen dat het water aan
merkelijk hoge kwam, inzonderheid
wanneer dat water juist tijdens zulke
giertijen aangejaagd werd door sterke,
soms dagenlang durende noordwester
stormen, en de aangewassen bodem toch
nog onder water kwam te liggen. En
Flakkee, we weten het reeds lang be
hoorde niet tot de streken die het eerst
boven water kwamen te liggen. W3nt
zodra de grond boven water kwam ont
stond meestal spoedig bewoning. Maar
alvorens bewoning op zulke aangewas
sen grond plaats kon vinden was het
nodig dat zulk een gedeelte bedijkt
werd.
Daarom gaf Vrouwe Jacoba toen zij
in 1417 aan de regering kwam het schor
Sommelsdijk aan haar moeder Marga-
retha van Bourgondië uit om dit te be
dijken en de gorzen van Middelhaemes
se werden wellicht tussen 1420 en 1430
door Jacob van Gaasbeke tot eenzelfde
doel van de gravin verkregen, maar de
ze eerste eigenaars zijn geen van beide
tot bedijking overgegaan. Wel, en de
grafelijke rekeningen bewijzen dat,
werd ia beide polders begonnen met de
moemering of darinkdelven.
Er bestaan enige schilderijen uit on
geveer 1600 welke ons een inzicht geven
in dat uitgraven van dit veen en de
verwerking daanran tot zout. Ook al
moeten we erkennen dat de dichterlijke
vrijheid op die stukken sterk naar vo
ren komt.
De uitgraving van dit veen moet al
tijd begonnen zijn aan de buitenkant
van de polders of dicht in de nabijheid
van grote en nog vrij diepe kreken die
door zulk een schor en krekenlandschap
stroomden.
Werkwijze
Eerst moest begonnen worden om de
zeekleüaag van het veenpakket te ver
wijderen. Dit bracht het voordeel mee
dat van deze laag een kade gelegd kon
worden om de oppervlakte we^ke men
wenste af te graven en waar men van
de grafelijkheid vergunning voor had
gekregen, waarom dan ook de grafelijke
landmeters kwamen en vaststelden hoe
veel gemeten dit werk in beslag nam,
waarna de prijs werd vastgesteld.
Het zijn meestal de voornaamste per
sonen uit de naaste omgeving van zu'ke
schorren die pachters Verden van zulke
moerdijken.
Wanneer dan de kade gelegd was, dus
de zeeklei die minstens enige decime
ters, doch soms wel meer dan een meter
dik was, was afgegraven, kon het veen
steken begtanen. Begrijpelijk is dat de
veenlaag altijd kwelde. De poreuze toe
stand liet altijd water door en daarom
moest dit altijd beginnen bij de zee of
bij diepe kreken, opdat men het kwel
water zou kunnen aflaten of in de om
ringende zee of in de kreken. Wanneer
men kon beginnen de darink of moer te
steken moest de veenoppervlakte droog
zijn. Men stak de moer in stukken van
20 cm. lang en van 10 cm. breed en hoog
Vrouwen verzamelden de gestoken tur
ven en brachten deze op de kaden of
zoals men het noemde op de moerdijk
om te drogen. Was deze turf voldoende
droog, dan werd ze vervoerd naar een
plateau dat in de onmiddellijke nabij
heid van de moerkade lag en waarop 'n
klein schuurtje was opgetrokken.
Uiteraard was dit opgetrokken van
licht materiaal als rondhout uit de bos
sen en rij shout waarvan vlechtingen
gemaakt werden tussen de rondhouters
welke het geraamte van het bouwsel
vomden. Dat gevlochten rij shout werd
bestreken met klei en zo ontstond een
winddichte werkplaats, wat men een
zoutkeet noemde. Het dak werd ge
maakt van riet, alleen bleef er een
grote opening voor de rook en het ver
dampende water. In het gebouwtje wer
den z.g.n. pannen geplaatst, waarin dan
het zout moest kristaliseren. De grond
stof voor de zoutbereiding was de as
van de verbrande moer en zeewater.
In de as van de moer bleef het zout
achter en dit werd in de pannnen ge
daan en aangevuld met zeewater. Dan
werd onder de pannen een vuur ge
stookt met de gedroogde moer welke
dan telkens weer nieuw materiaal voor
de zoutziederij opleverde. Dit duurde
zolang tot alle gedolven moer in zulk
een afgezet gebied was opgestookt en
men een ander terrein moest opzoeken.
Nu begrijpt men hopelijk ook het
rijmpje boven dit artikel dat een
woordspeling inhoudt van het gelukkig
land waar het kind de derrie, ook ge
noemd moer, zijn moer verbrand. Wan
neer zulk een terrein dus uitgemoerd
was werd de kade die daarom heen ge
legd was geslecht, waarna dan heel goe
de landbouwgrond ontstond, wanneer
het niet al te laag was geworden.
Het Vingerling
Een enkele maal bleef echter de toe
stand bestendigd, ja werd zelfs de bo
dem nog uitgediept waardoor dan een
haventje ontstond. De ringkade bleef
dus en men noemde dan zulk een om-
kaad terrein vaak „het Vingerling" een
naam die in beschreven omgeving erg
bekend is. Want het ging niet alleen om
het bereiden van zout maar ook om de
handel in zout. En vooral in die tijden
was zout erg prijzig men zeide zelfs dat
het zout meer waard was dan goud.
Langzaam kwam in het moerdiken
enige verandering in de 15e eeuw toen
weer klipzout werd aangevoerd uit
Spanje en Portugal.
Dit aangevoerde klipzout werd dan
mede bij de as van de verbrande moer
in de pannen gedaan en er was dan niet
zoveel brandstof nodig om tot een gro
tere hoeveelheid bruikbaar zout te ko
men.
In Zeeland werd reeds vroeg aanmer
kingen gemaakt op het darinkdelven,
omdat daar het land eerder bedijkt was.
Zoals boven gezegd kon alleen gemoerd
worden wanneer men bij diep water
zat. Waarom dan ook dit bedrijf veel
Dit is een capy vain een s«shilderij
uit het Gasthuis te Zierikzee, die
een duidelijk beeld geeft, hoe het
darinkdelven in Zeeland en ook
vóór het ontstaan van Goeree-
Overflakkee beoefend werd.
werd uitgeoefend buitendijks op de
slikken. Daardoor ontstond een groot
gevaar voor de vooroever. Hierdoor is
het dat Maria van Bourgondië in het
haar afgedwongen grootprivilege be
paalde o.m. dat zij niemand nieer verlof
zou geven tot moeren.
En in de keur van Zeeland van 1495
in artikel 39: „Item, dat niemant sal on
der dese Keure darink moghen delven
noch doen delven binnen dij ex om te
vercoopen maar alleen^ijck om sijns
seTfs beringhe uitdelven ten minste
quetse van den lande" wat dus wil zeg
gen dat 't darinkdelven alleen maar toe
gestaan werd voor eigen brandstof ge
bruik. In 1515 werd het door de koning
geheel verboden met de woorden: „Mijn
voorsz Gen(adige) Heere verbiedt mits
desen een yeghelycken Derrink te del
ven of uyt te slaan uyt wat lande. Erve
het zy, oft men die toebehoort, liggende
onder de Keure van Zeelandt".
Enigszins anders was dit in Putten
waar men tot in de 16e eeuw mocht
moeren „sonder misdoen", aldus de
Keur.
Tegenover dit verbod in Zeeland werd
wel iets anders gesteld n.l. dat men ge
legenheid en vergunning verkreeg aan
de weg waaraan men woonde bomen te
planten en deze later te mogen rooien
voor brandstof. Dit gaf weer eigenaar
dige verwikkelingen met de ambachts
heren die in hun ambachten het p'ant-
recht hadden. Hadden zij daar geen ge
bruik van gemaakt, dan deden de be
woners dit zelf en het is nog slechts
enige tientallen jaren geleden dat een
boer onder de rook van Zierikzee op
grond van dit privilege werd vrijge
sproken omdat hem door de stad een
proces was aangedaan aangezien hij
zware olmenbomen voor zijn huis had
gerooid en deze zich had toegeëigend.
Maar omdat hij kon bewijzen dat zijn
vader de bomen had geplant en ge
steund door het groot privilege van 1477
werd hij vrijgesproken.
Maar zo is het niet geweest noch in
Sormnelsdijk, noch in Middelhaer-
nesse want toen deze landen werden
bedijkt was de moemering al bijna ge
heel verdwenen. Daar heeft moemering
plaats gehad voor men met de bedijking
begon.
Zierikzee
P. van Beveren.
Beste meisjes en jongens!
De feestdagen zijn nu voor een hele
poos voorbij. Na Pinksteren is het ker
kelijk jaar afgelopen, zoals dat genoemd
wordt. Een hele tijd ligt vóór ons, om
dan weer bij het begin te beginnen en
dat is: de geboorte van Christus, met
voordien de adventstijd.
De raadseels behoeven we dus niet
te richten naar de kerkelijke feestdagen
Ik heb nog heel wat raadsels van de
neefjes en nichtjes in mijn bezit en ik
zal daar voorlopig maar gebruik van
maken. Het kan zijn, dat er een kind is,
dat denkt, dat zijn of haar raadsel zo
lang wacht. Maar dan moeten jullie be
denken, dat er nog meer raadsels zijn
ingezonden. Als het raadsel geschikt is,
krijgt het een plaats. Ik zou dus zeggen:
een beetje geduld.
Voor deze week neem ik nu een raad
sel van Cor en Adri Nagtegaal uit Me
lissant.
JUNIRAADSEL 2
1. Wat betekent de naam Immanuëi? 2.
Rivier in Babel; 3. Vader Jacob verge
leek zijn zoon Juda bij een 4. Zoon
van Hur (1 Kron.); 5. Het wasvat bij de
tabernakel was gemaakt van6. Da
vid versloeg als herdersknaap een leeuw
en een 7. Andere naam voor sab
bat; 8. Tijdens zijn vluchten voor Saul
bleef David een tijd in de vestingen van
9. Wie stichtte Babel? (zie Genesis
10); 10. In de synagoge te Nazareth
sprak Jezus: '„Medicijnmeesteru-
zelven". 11. Zoon van Hilkia, de hof
meester (Hizkia's tijd); 12. Wie was de
moeder van Boaz? (Zie Matth. 1)
Als deze woorden goed zijn, vormen
de beginletters de betekenis van de
naam Aser, een zoon van Jacob.
BRIEVEN
Arja van R. Zeist. Hartelijk welkom,
Arja! Ik hoop dat je lange tijd met ons
zal kunnen meedoen. Henk en Heleen
hebben ook al wat brieven aan mij ge
schreven. Uit de brieven van je broer
en je zus heb ik al vaak gelezen, dat je
vader veel moet reizen. Nu je dit leest,
zal hij al terug zijn uit Londen en al
heel wat hebben verteld.
Jan Gerrit M. Oude Tonge. Dat is
een lange tijd: 55 jaar getrouwd! Was
het druk op de feestdag? Zijn ze beiden
nog goed gezond? Gefeliciteerd met
Gerrit z'n verjaardag. Hebben jullie op
die dag een mooie schoolreis gemaakt.
Daar hoor ik nog wel iets van, denk ik.
Elly S. Rotterdam^ Je had wel niet
veel te vertellen, schreef je, maar het
vertrek van opa en oma is al nieuws
genoeg. Wat een reis maken die mensen
Zaten er 120 in het vliegtuig? Wat had
den jullie spoedig een telegram van
goede aankomst! Wat is de wereld toch
groot, hè?
Magda P. Den BommeL Het cijfer
lijstje is best. Zo moet je wel overgaan.
Dat denk je toch ook wel, hè? Die ver
jaardag van oom Jan was niet zO' aan
genaam. Er kunnen zo gauw treurige
voorvallen plaats vinden in de familie.
Sommigen moeten heel donkere wegen
gaan in het leven en, wij kunnen daar
niets aan veranderen. Je had met Aga
tha nog eens kermis moeten maken, zeg!
Zandpad Mlddelhsmla
Kees Z. Nieuwe Tonge. Keelpijn is
heel lastig. Dan merk je pas hoe veel
keren je moet slikken per dag. Kon je
nog met de schoolreis mee? Ik hoop dat
het nog gelukt is. Nu zal je een andere
kanarie moeten kopen, denk ik. Aan de
andere was je zo gewend, vooral als je,
orgel speelde. Wat deed die vorige vo
gel zijn best om er boven uit te komen!
Nellie S. Nieuwe Tonge. Jammer dat
die fietstocht niet kon doorgaan. Het
regenachtige weer is vaak een spelbre
ker. Hoe liep het met Pinksteren uit?
Zijn toen je plannen gelukt? Toen was
de kou wel een beetje getemperd.
Greetje de J. Ouddiorp. Nee, ik heb
ook nog niet veel buiten gezeten om te
schrijven, maar dat komt nog wel, zul
len we hopen. Het boek van Hanna ken
ik wel; het is heel mooi. Maar jouw
boek zal ook wel aardig zijn. Heel goed,
dat jullie alles met Janny hebben ge
deeld. Zo hoort het ook; wij mogen niet
alles voor onszelf houden.
Ans S. Nieuwe Tonge. Maar één
maand meer school en dan twee maan
den vakantie? Léren jullie toch nog w^el
eens een keertje? Jij zal toch wel naar
de derde kunnen, niet? Voor diploma C.
zal het niet meevallen.
Leentje H. Ouddorp. Jij had toch fijn
een vrije dag, al ging je niet mee met
de schoolreis. Nu heb je misschien je
moeder geholpen bij het werk. Dat is
ook letik werk; vind je niet? Waar was
de reis heen?
Corrie S. Nieuwe Tonge. Wat heb jij
toch gereisd! De tocht naar België zal
wel de mooiste zijn geweest. Het is bij
mij weer al wat jaren geleden dat ik in
Brussel en Antwerpen was. Sindsdien
zal er daar ook al wat veranderd zijn,
behalve dan de bezienswaardige dingen,
die niet anders worden. Voor zo'n reis
kun je wel 50 exemplaren weg brengen.
Vind je ook niet?
Jantje H. Ouddorp. Die raadsels, waar
je geen weg mee wist, waren verkeerd
opgeschreven. Daar houd ik natuurlijk
rekening mee. Toen je schreef was het
heel rustig in de kamer. Dat is wel eens
anders, denk ik. Maar als je schrijft
moeten ze niet veel aan je oren zeuren,
nietwaar?
Gerrie K. Middelharnis. Een mooi
verslag van een prachtige schoolreis!
Het is altyd mooi om boven op een to
ren te staan en dan zeker wel op de
hoogste van het land. Ik zou die 465 tre
den niet meer halen. Dan zou ik geen
adem meer hebben, denk ik. Maar jullie
zijn nog jong en kunnen dat best. Ên je
rust ook nu en dan. Dat weet ik nog
van vroeger, toen ik ook de Dom heb
beklommen.
Jan de V. Vrouwenpolder. Je hebt
toch bij de verkeerd-gezette raadsels
het goede antwoord gevonden. Dan is
het niet erg, al ontbraken er een paar
Op het gloednieuwe hoofdstation van
Tokio, hoofdstad van het land waar de
laatste jaren al zoveel op technisch ge
bied is gepresteerd, staat een van de
veertien Hikari-supersneltreinen klaar
voor vertrek. Deze trein ziet er uit als
een raket, die op het punt staat te wor
den afgeschoten en bestaat uit twaalf
rijtuigen met een bijzonder luxueus in
terieur; goudkleurig voor de eerste en
zilverkleurig voor de tweede klas. Als
een slang glijdt de trein het station uit
en in korte tijd schiet hij met de ver
bazingwekkende snelheid van tweehon-
dertien kilometer per uur door het Ja
panse landschap. Geen enkele Japan
ner verbaast zich hier nog over. 'Toen
echter gedurende de herfst van 1964 de
eerste Hikari-expresse een snelle rit
voor talloze genodigden maakte, waren
in de restauratieafdelingen snelheids
meters gemonteerd. De passagiers ke
ken met spanning naar de verrichtin
gen van de bewegende wijzer, terwijl
de trein met grote snelheid door het
dal van de rivier de Sagami raasde.
Honderdvijfennegentig kilometers per
uur! Men werd er stil van. Toen de
wijzer tweehondertien kilometer per
uur aanwees, de hoogste snelheid vol
gens het reisschema, barstte een en
thousiast applaus los. Met een gemid
delde snelheid van 129 kilometer per
uur, legde de sneltrein de afstand van
vijfhonderdvijftien kilometer tussen
Tokio en Osaka, Japans tweede grote
stad, in slechts vier uur af.
Aan deze geweldige prestatie heeft
het juninurmner van „Het Beste uit
Reader's Digest" een artikel gewijd,
aangezien deze zonder twijfel van in
vloed zal zijn op het beleid, dat de wes
terse spoorwegondernemingen in de
toekomst zullen gaan voeren.
Drie kilometer per minuut
Het geweldige Hikari-project was
echter voor de Japanse spoorwegen bit
tere noodzaak. Tot voor kort reden er
honderdtwintig personen- en achtenze-
ventig goederentreinen het traject To-
kio-Osaka. Dat betekende een frequen
tie van elke zeveneneenbalve minuut
een trein gedurende vierentwintig uur.
Nochtans nam het vervoer van goederen
van de ene plaats naar de andere vier
dagen in beslag. Men begrijpt, dat al
leen al om economische redenen in de
ze toestand verandering moest komen.
Mfen begon met van het in Japan ge
bruikelijke smalspoor af te stappen en
normaalspoor als uitgangspunt te ne
men. Van tevoren stond vast, dat de
nieuw te ontwerpen treinen zeer hoge
snelheden zouden moeten halen. Die le
verde enige problemen op, want ner
gens ter wereld had men ervaring op
dat gebied opgedaan.
Een van de vragen was bijvoorbeeld,
wat voor luchtwervelingen in tunnels
zouden ontstaan, wanneer twee treinen
met een gezamenlijke snelheid van 320
kilometer per uur elkaar zouden ont
moeten. Wetenschappelijke proeven met
modeltreinen lagen ten grondslag aan
een nieuwe conceptie van vering, wie
len, de onderbouw van de spoorbaan
e.d. Mede door intensieve proefnemin
gen kwam slechts één gebrek aan het
licht. Indien een trein met hoge snel
heid een tunnel binnenreed, trad bij
de passagiers oorpijn op, veroorzaakt
door de luchtdruk.
Het resultaat was, dat men bij de
bouw van de wagons uitging van de
konstruktie van een vliegtuigcabine.
Verder werd het al spoedig duidelijk,
dat de menselijke reakties bij snelhe
den v^n ruim drie kilometer per mi
nuut, te traag zouden zijn. Vandaar
dat men proeven nam met de A(uto-
matische) T(rein) B(esturingsinstalla-
tie), waardoor de trein vanuit een cen
traal punt over het traject zou tworden
bestuurd. De wagenvoerder heeft
slechts tot taak, de trein het station
binnen te rijden, wanneer de snelheid
tot dertig kilometer per uur is gedaald.
Maar ook dan nog wordt zijn eventueel
falen terstond door de ATB gecorrigeerd
Het gehele project heeft bijna vier mil
jard gulden gekost, doch de Japanse
Staatsspoorwegen zijn er van over
tuigd, dat dit kapitaal binnen tien jaar
zal zijn, terugverdiend. De onderneming
I heeft de smaak van het moderniseren
en verbeteren te pakken. De heer Its-
jiro Kato, die het Hikari-projekt on-
der zijn beheer heeft, verklaarde reeds,
dat over twee a drie jaar geen gedruk-
j te dienstregelingen meer nodig zullen
1 zijn, aangezien de supersneltarinen met
de frequentie van elk kwartier een trein
zullen rijden. Gezien de voortvarend
heid, waarmee men in Japan het rail-
vervoer heeft aangepakt, zou ons dat
geenszins verbazen.
Persooniüke behandeling van
al uw belangen.
vla
Middelharnis - Sonunelsdqk
Kade 5 - Tel. (01870) 22 68
Het aantal aansluitingen op het Ne
derlandse telefoonnet steeg gedurende
het eerste kwartaal van 1965 met 24.000
en bedroeg op 1 april j.l. 1.430.198 (op 1
april 1964: 1.330.137).
Er werden in de eerste drie maanden
van dit jaar 44.662 aansluitingen tot
stand gebracht en 20.941 opgeruimd.
Rond 15.000 mutaties vloeiden voort uit
verhuizingen van abonnees.
De vraag naar telefoonaansluitingen
bleef nagenoeg gelijk, te weten 54.607
in het eerste kwartaal 1965 tegen
56.597 in de overeenkomstige periode
van het vorige jaar. De wachtlijst steeg
van 129.490 per 1 januari j.l. tot 139.212
op 1 april. Het aantal telex-aansluitin
gen, dat in november 1963 de 5000 pas
seerde, overschreed in maart van dit
jaar de 6000.
Veel is er reeds geschreven over de
behandeling van het houtwerk in en
om de boerderij.
De Nederlandse boerderijen maken
een propere en frisse indruk.
Wij hebben hiermee zelfs een goede
naam t.o.v. andere Europese landen en
willen deze naam graag behouden.
Wij houden met de ve^e frisse kleuren
die wij in ons verfwerk gebruiken ons
land „zonnig".
Door het hoge arbeidsloon en de vaak
dure verf is ook de agrariër gedwongen
zich bij de „doe het zelver" te scharen.
Reeds enige jaen worden er in deze
sector vele soorten beits toegepast van
kostbare verf, omdat wat de schilder
verf noemt, voor de doe het zelver vaak
teleurstellingen geeft.
Dure verf behoeft nu eenmaal „vak
manschap".
In feite is beits een voorloper van de
steeds meer toegepaste conserverings-
verven.
Deze conserveringsverven worden on
der verschillende benamingen, waaron-
de „Tencotop" in de handel gebracht.
Zij hebben de eigenschap diep in het
hout te dringen en toch het geheel een
verfeffect te geven.
Dit soort verven geeft voor de leek
geen moeilijkheden en is dan ook een
voudig aan te brengen.
Ook hierin heeft men de keuze uit
vele fraaie en vooral sterke tinten.
Hout verduurzaamd met een goede
conserveringsverf geeft jaarlijks een
zeer belangrijke kosten-besparing.
woordjes. Dan moet het haar beter ge
drukt worden, nietwaar? Wordt het al
druk met toeisten in jullie plaats?
Els van G. Middelhanis. Over de reis
naar Schiphol heeft Elly zo juist ver
teld. Ik kan begrijpen, dat jullie het
heel interessant vonden. Vind je het
lang, acht uur vliegen? Je kan niet
begrijpen, dat je in die tijd aan de an
dere kant van de wereld kan zijn! Ja,
als je de Grebbeberg bezoekt, komen
we onder de indruk. Dan worden er
niet veel woorden gewisseld. Dan zou
je wel een hart van steen moeten heb
ben om daar maar te lachen en te pra
ten.
Jaap v. d. B. Den BonuneL Vind je
het in Haamstede mooier dan in Oud
dorp? Omgekeerd zullen de mensen van
Schouwen het in Ouddorp misschien
mooier vinden. Het komt, omdat we aan
alles zo gewoon raken. Dan zien we
soms de mooie natuur in onze eigen om
geving niet zo goed. Je hebt dus een
examen in het uitzicht van twee weken
lang! Dan alvast maar veel sterkte toe
gewenst. Dat heb je dan wel nodig.
Kees de V. Middelburg. Dat is nog niet
dikwijls gebeurd, dat jij een brief
schreef. Maar het is netjes gedaan,
hoor! Heel ander schrift dan dat van je
zus. In je brief staan droevige en pret
tige dingen: het overlijden van je opoe
en de schoolreis. Daar is het leven nu
vol van: licht en schaduw, vreugd en
smart.
Mia B. Middelharnis. Ja, ik vind het
postpapier ook mooi. Maar je hebt véél
prachtige dingen gekregen. Ik snap dat I
je verschrikkelijk blij was met al die
dingen. Je was niet zo laat, hoor! Dacht
je dat? Jammer van Leen, nu met de
bof en dan vakantie. Misschien heb jij
het ook nog wel gekregen, of toch niet?
Ma van' 't G. Dirksland. Kind, kind,
wat een lange brief! Je moet ook wel
blijven schrijven als het zo stü is in de
kamer. Jij was er maar alleen met je
moeder en ik geloof, dat zij niets be
hoefde vóór te zeggen, want jij weet je
weet-je wel! Die oude kerk in Breda
heb ik ook een paar keer bezichtigd.
Het is heel mooi alles. Dat zal je ook
wel zeggen als je het gezien hebt.
Matty de V. Middelburg. Dat snap ik,
dat de repetities niet van de lucht zijn.
Maar zo'n mooie schoolreis is een
prachtige afwisseling en dan de vakan
tie, al is die maar kort geweest. Hebben
jullie nog in Merksum gezongen? Dat is
een plaats waar je vroeger nooit geko
men zou zijn.
Geirda N. Middelharnis. Nee, ik weet
ook niet hoe zo'n ding genoemd wordt.
Er komen steeds nieuwe dingen op de
markt, waar je vroeger nooit aan dacht.
Dat was jammer dat de reis voor jou in
het water viel. Je hebt maar een klei
nigheid nodig en dan is het (om met je
meester te spreken) hommeles. Maar je
zal wel veel pijn gehad hebben. Gaat
het nu al de goede kant op?
Truus O. Domburg. In bijna al de
brieven wordt er verteld van school
reisjes. De kinderen op school zijn wel
vroeg in de weer daarmee dit jaar. Wat
kun jij al die namen goed onthouden
van die foto's in het oorlogsmuseum!
Heb je ze opgeschreven toen je daar
was soms?
Allemaal de brieven kan ik in één
keer niet behandelen. Dat begrijpen
jullie best. Ik hoop de volgende week
er mee verder te gaan.
De hartelijke groeten van
OOM KO.