EIIAIIDEn-niEUWS DEI\[iEUWESK0DA1000MBf5450 April, koud en nai administratie Nieuws Onltruidbestrijillng na upkomst van gezaaide uien Diijes en Datjes Schipper J.Tanis met nieuwe liei(i(otter G.0.5 naar zee ALLE BRNKZAKEN l>e strijd om het beistaan V. J Burgem. van Kloetinge legt zijn ambt neer HYPOTHEKEN 2e blad Vrijdag 23 april 1965' No. 3381 N.V.SLaVENBURG'SBaNK i^ -k UIT DS KERKSN {Mededelingen van de Stichting Nederlandse Uien-Federatie modern én degelijk royaal e'n zuinig luxueus én praldisch sportief én veililg Garagebedrijf J. C. v. d. WERF, Bouwdijlc 343, IVielissant, telefoon 466 WEERPRAATJE Medische hulp De geneeskun de vroeger en nu. „Zullen we de dokter even bellen?" Wanneer er een zieke is in huis, en het plan om de dokter te raadplegen, te berde wordt gebracht, realiseren we ons niet meer, wat een voorrecht het is op snelle en deskundige medische hulp aanspraak te kunnen maken. We zijn eraan gewend geraakt: onze huisarts is oomiddellijk tot onze beschikking; is het een gecompliceerd geval, dan wordt de specialist ingeschakeld; is operatief ingrijpen noodzakelijk, dan volgt opna me in een modern ziekenhuis met alle mogelijke voorzieningen. Tegen de enor me kosten van hulp opname en operatie zijn vele mensen verplicht of vrijwil lig verzekerd. Tegen mogelijke besmet telijke ziekten kan men zich laten vac cineren. Kortom, de medische weten schap heeft een lioogte bereikt als nooit tevoren, zodat er bijna geen ziekte is, waarvan de diagnose niet is vast te stellen en waarvoor geen geneesmiddel is te vinden. Het is misschien wel goed, elkaar de ze dingen, die we allen wel weten, toch' nog eens in herinnering te roepen, want het is allemaal zo vanzelfsprekend ge worden. Nog niet eens zo lang geleden was het vanzelfsprekend, dat men aan bepaalde ziekten overleed, en was het helemaal niet vanzelfsprekend, dat men in geval van ziekte een dokter liet ko men. De hulp van een bekwame arts was meestal slechts weggelegd voor de mensen, die het konden betalen. En in dat geval was er nog maar een dubi euze kans, dat de dokter ook werkelijk helpen kón, om de eenvoudige reden dat hij het ziektebeeld niet kende en er dus ook geen medicijnen voor had. In de Middeleeuwen was de genees kundige voorziening in ons land, en trouwens in alle Europese landen, uiterst schaars. Er waren slechts enke le bevoegde artsen, bevoegd in die zin, dat ze een kostbare en langdurige op leiding hadden gevolgd aan een der buitenlandse universiteiten. Deze wei nige deskundigen stonden uiteraard slechts ter beschikking van de bevoor rechte klasse, die van de adel en de hogere geestelijkheid. Het onderzoek beperkte zich hoofdzakelijk tot de uri ne, waarin men praktisch altijd de aard van de ziekte kon constateren. Het ge neesmiddel, dat nog eeuwen later als het meest probate werd beschouwd, was het „aderlaten," dat niet alleen door gevestigde artsen, maar ook door han dige leken werd beoefend. Met enige kennis van de ligging der aderen, met wat technische vaardigheid en een do sis moed en zelfverzekerdheid kon de ze ingreep worden uitgevoerd. Vaak echter had ze niet het gewenste resul taat, soms zelfs had ze de dood tenge volge. De kennis van het menselijk li chaam, onmisbaar voor een goede be handeling was nog uiterst gering. Van de gewone ziekten van hart, longen, bloedvaten, enz. had men hoegenaamd geen verstand. Om maar niet te spre ken van de eisen die mogen worden gesteld aan goede voeding en hygi ëne, ledere arts had zo zo'n eigen op vattingen en z'n eigen geneesmiddelen. En voortdurend was er de botsing tus sen de wetenschappelijk gevormde dok toren en de amateurs, die dikwijls wa ren begonnen als leerlingen bij een of andere barbier, of met het leger waren meegetrokken als „veldscheerders." Het is duidelijk dat de bona fide art sen zichzelf en hun praktijk wilden be schermen tegen beunhazen en kwakzal vers. Zo zien we in de 16e en 17e eeuw de artsengilden opkomen, waartoe al leen zij werden toegelaten, die een de gelijke opleiding hadden ontvangen en daarna met succes een proeve van hun bekwaamheid hadden afgelegd. Doch ook binnen de gilden zelf heerste nog veel naijver en concurrentie, vooral wanneer een patient van de ene dokter naar de andere overliep. Overigens konden ook de bij het gil de aangesloten geneesheren niet altijd doen wat ze wilden of nodig achtten. De overheid, die het als haar taak zag, te waken voor de belangen van haar onderdanen, liet niet toe dat iemand als „proefkonijn" werd gebruikt. In verschillende steden was dus speciale toestemming nodig voor bepaalde ope raties. De vermelding waard is wel het verslag van de amputatie van een hand bij een inwoner van Westkapelle (Z.), uit het eind van de 17e eeuw. De over heid gaf vergunning „om in cas van hoogste noodzakelijkheytinet mes en zaag, als naar de const praktikabel dezelve hand te extirperen en scheij- den van het lighaem; gelijck oock ter zelfder dage, na aanroepinge van des Heeren name, is geschied." Dit is wel een zeldzaam geval in samenwerking tussen de medische wetenschap, de overheid en de zielszorg! In de steden stond de geneeskundige hulp uiteraard op hoger plan dan op het platteland. Daar heeft men het nog lang moeten doen met amateurs, die in het gunstige geval bij een arts in de leer waren geweest, maar meestal tot niet veel meer in staat waren dan sche ren en aderlaten. Nodig was wel toe stemming van schout en schepenen om zich ter plaatse te kunnen vestigen, maar dat gaf nog geen garantie voor de bekwaamheid! Toch zijn er, naast veel kwakzalvers, onder hen zeer be gaafde lieden geweest, die tot ver in de omtrek bekendheid genoten. In dorpsverhalen leven ze vaak nog voort, de wonderdokters met hun miraculeu ze genezingen! Er is de laatste honderd jaar veel veranderd. De ontdekking van de bac teriën, van de vitaminen, de hormonen, de Röntgenstralen, het radium. Men kent nu alle mogelijke ziekten, waarvan men vroeger geen vermoeden had. Men heeft nu geneesmiddelen voor kwalen, die ongeneeslijk schenen. Men beschikt nu over verdovingsmiddelen om de pijn van een operatie te verzachten. Ondanks dat alles blijft het waar, wat een arts op een raam in een Noord-Hol landse kerk liet schilderen: „Groot woord geneest de ziel, De mensch de kreupele leen. Van heiden komt de eer Des hemels Godt alleen." WAARNEMER. Vereenvoudig uw eigen laat de Bank uw financiële be langen behartigen. Inlichtingeri bt) Middelharnis - Sommelsdqk Kade 5 - Tel. (01870) 22 68 In verband met het aanvaarden van hef voorzitterschap van het bestuur van de stichting „Duivenvoorde" te Voor schoten zal Kloetings burgemeester, mr. H. W. baron Schimmelpenninok van der Oye zijn ambt van burgemeester neer leggen. Het ligt in de bedoeling dat hij over ongeveer 4 maanden deze funktie aan vaardt, die hem bij wilsbeschikking is toegekend door zijn enige tijd gebeden overleden zuster L. H. baronesse Schim melpenninok van der Oye, de laatste Ambachtsvrouwe van Voorschoten. Het kasteel „Duivenoorde" te Voor schoten dateert van 1226 en is reeds vele malen gerestaureerd. Het 270 hec tare grote landgoed is ondergebracht in een stichting waarvan de burgemees ter thans voorzitter gaat worden. RIJMEN VAN TIJMEN stichting: „Zelf schilderen", Hoopvol opgericht. Ze verschaft zeer velen, In het verven licht. Duistere „praktijken", Komen niet meer voor. Want men krijgt de knepen Van het vak gauw door. Schilder zelf, dat is dan, Het nieuw huis-orgaan. Met een mond vol tanden, Hoeft men niet te staan. Zelfs het domste wezen, Grijpt nu naar de kwast. Men heeft aan zo'n Stichting, Toch ook wel houvast. r^ -k Hollen naar de bollen, Ja, zó is het thans. z Eh wie er geweest' is, Koopt een bloemenkrans. Hollen wordt een schuifelen^ Als men er maar is. Want d' enorme drukte. Die is daar niet mis. Holland is nu Bol-land, Voor het buitenland. Hele stammen komen Hier in Stamverband, Enkele uren kijken. En dan weer terug. 't Gaat in '65, Alles even vlug. Boren, peilen, zoeken, Olie of soms gas? Alles komt er heden, Zoal aan te pas. 't Wordt met apparaten, Goed geregistreerd. Want de bodemschatten, Worden zeer begeerd. Tij men NED. HERV. KiERK Beroepen te Barneveld J. den Besten te Huizen; Bruchem en Kerkwijk P. de Jong te Veenendaal. Bedankt voor Nunspeet P. J. Bos te Sprang; Waddinxveen J. Kooien te Reewijk; Huizen J. v. 't Ende te Ooster- wolde. De bekende ds. Hugo van Dalen, laatstelijk predikant bij de Ned. Herv. kerk te Oostburg, die om zijn commu nistische sympathiën verleden jaar op 48-jarige leeftijd emeritaat moest ne men, is thans overgegaan naar de Rooms Katholieke kerk. Ds. D. V. d. Eni-Braat te Monster is na een operatie ondergaan te hebben weer in de pastorie teruggekeerd. Hij hoopt met Pinksteren weer te kunnen voorgaan. Ds. E. Vergunst te Ede, welke door een ongeval enkele weken rust moest nemen, hoopt na de Pasen zijn arbeid weer te hervatten. GEREF. KERKEN Beroepen te Lisse G. Gommer te Oostkapelle; Apeldoorn J. Boonstra te Middelburg; Hasselt M. Mulder, kand. te Amsterdam; Zwijndrecht J. te Winkel te Vorden; Numansdorp J. v. Wattum te Landsmeer; Ferwerd T. Doesburg te Tienhoven. Aangenomen naar Barendrecht G. Huizer te Zonnemaire. Bedankt voor Werkendahi R. Ypma te Amersfoort; Loosdrecht J. Wapenaar te Makkum; Staphorst P. Brouwer te Wommels. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Artesia J. Brons te Bun schoten; Rijnsburg; G. de Vries te 's- Gravendeel; 's-Gravenhage-W. B. v. Smeden te Amsterdam. Bestrijding van het onkruid lajngs chemische weg na de opkomst van zaai- uién, picklers, plantuitjes en zilveruien is mogelijk met chloor-IPC, Genalon 5/20, zwavelzuur en kaliumcyanaat. Chloor-IPC Per ha kan met 46 1 van dit mid del in 500800 1 water worden ge spoten. Op lichte grond moet de laagst aajigegeven dosering worden gebruikt. Naarmate de grond zwaarder is kan wat meer, maximaal 6 1 per ha, van het middel worden toegepast. Niet spm- ten voordat de uieplantjes 46 cm lang zijn. Ohloor-IPC werk alleen tegen kie mend onkruid en moet daarom op nog onkruidvrije grond worden aange wend. Reeds bovenstaand onkruid wordt niet gedood. De beste werking wordt verkregen als op vochtige grond wordt gespoten. Het gewas moet ech ter droog zijn. Herhaling van de bespuiting is mo gelijk mits dit voor een bepaald tijd stip wordt gedaan. Dit in verband met het in het produkt achterblijven van voor de volksgezondheid schadelijke resten van het middel. In picklers, plantuitjes en zilveruien mag tot uiter lijk eind mei met chloor-IPC worden gespoten en in zaai-uien tot uiterlijk eind juni. Aan deze termijnen moet strikt de hand worden gehouden. Verschillende gewassen, z»als vlas, blauwmaanzaad, granen en grassen in bloeistadium, anemonen, augurken, komkommers, tomaten en meloenen zijn zeer gevoelig voor chloor-I.P.C. Niet al leen het overwaaien van de sproeivloei- stof, maar ook de damp waarin chloor- IPC tot geruime tijd na het spuiten kan overgaan, veroorzaakt schade aan deze gewassen. Als binnen een afstand van 200 m van het te bespuiten per ceel een gevoelig gewas wordt geteeld moet toeslist geen chloor-IPC worden gebruikt. Genalon 5/20 Dit middel, dat een kombinatie is van prometryn en chloor-IPC, kan wor den toegepaast op onkruid dat maxi- Aangenomen naar Rijnsburg G. de Vries te 's-Gravendeel. Bedankt voor Mittchell J. Brons te Bunschoten. Beroepbaar: De classis Rotterdam heeft naar Art. 8 D.K.O. (singuliere ga ven) beroepbaar gesteld de heer P. Sneep te Vlaardingen. De classis Utrecht heeft een voorstel van de kerkeraad van Bunschoten ver worpen om er bij een e.t. verandering van de liturgische geschriften op aan te dringen dat de zinsnede uit het dankge bed in het Doopsformulier, waar ge sproken wordt over „dit uw kind" te veranderen in „dit kind". GEREF. GEMEENTEIsr Beroepen te Leiden en Vlissingen W. Suijker te Krabbendijke; Rotterdam- Zuidwijk A. Honkoop te Goes; Tholen P. Blok te Dirksland. Voor het eerst in de geschiedenis der Gereformeerde Gemeenten is er te Dirksland een vergadering gehouden van de Part. Synode v. h. westen. In de bidstond j.l. dinsdagavond ging voor ds. A. Vergunst van Rotterdam-C. De Generale Synode zal D.V. gehou den worden op maandag 9 juni te Utrecht. Hier zal de praeses der vorige synode op dinsdag 8 juni een bidstond houden. Dit is eveneens ds. A. Vergunst van Rotterdam. maal in het 2-bladstadium verkeert. De dosering bedraagt 7,5 kg per ha, opge lost in 600—800 1 water. Niet spuiten voordat de uien 6 cm' lang zijn. Zo mogelijk toepassen op een goed afgehard gewas. In geen geval dit middel gebruiken als het niet tenmin ste 3 etmalen voor het spuiten droog is geweest. Als deze voorwaarden niet in acht worden genomen treedt zeer ernstige bladbeschadigieg op, die wordt veroorzaakt door de komponent pro metryn. Hetgeen bij chloor-IPC is vermeld omtrent de kans op beschadiging aan in de omgeving geteelde gewassen geldt ook voor Genalon 5/20. Als binnen een afstand van 200 m een dergelijk gewas wordt verbouwd moet dus niet inet dit middel worden gespoten. De bij de diverse teeltvormen van uien voor chloor-IPC geldende voor schriften betreffende de uiterlijke aan- wendingstermijn zijn eveneens van kracht voor Genalon 5/20. Zwavelzuur s.g. 1.84 Als de uieplanten 810 cm lang zijn kan dit middel worden toegepast. De dosering bedraagt 4080 1 per ha, te verspuiten in minstens 1000 1 water. Bij zonnig, scherp drogend weer en on kruiden in kiemstadium moet 40 1 zwa velzuur per ha worden gebruikt. Naar gelang de weersomstandigheden min der gunstig en de onkruiden groter zijn moet de dosering worden opgevoerd tot maximaal 80 1 per ha. Om gewasbeschadiging zoveel moge lijk te voorkomen dient met een grove druppel en bij windstil weer te worden gespoten. Als een rugspuit wordt ge bruikt moet de spuitboom zo weinig mogelijk heen en weer worden bewo gen. Zwavelzuur heeft een zeer bijtende werking. Zowel de kleding van het be dienend personeel als de spuitappara tuur moeten daarom zuurbestendig zijn. Bij het klaarmaken van de sproei- vloeistof moet het zwavelzuur voorzich tig in het water worden gegoten. Als de omgekeerde volgorde wordt toege past gaat de vloeistof bruisen en spat ten en bestaat er een grote kans op verbranding van lichaamsdelen. Kaliumcyanaat Alleen toepassen tn een gewas van 46 cm lengte en aanwezigheid van klein onkruid. De dosering bedraagt 15- 20 kg per ha, te verspuiten in 8001000 1 water. Goede resultaten worden alleen verkregen als wordt gespoten op een droog gewas, bij bedekte lucht en als de temperatuur tussen 15 en 20 gr. C. bedraagt. D. Hoek CONSTANTE KWALITEIT - 25 STUKS f 1.25 GOEREE-HA VENHOOFD De heer J. Tanis van Goeree-Haven- hoofd wiens schip, de G.O 5 „Ora et Labora" op woensdag 7 april 2S mijl uit de Scheveningse kust zonk kon reeds deze week twee weken na het on geluk met zijn nieuwe hekkotter naar zee. De oude G.O. 5 maakte haar laatste reis omdat men met de bouw van de nieuwe kotter op de werf Hakvoort te Monnikendam al vergevorderd was. De gehele bouw- en afbouw duurde 20 we ken. De nieuwe G.O. 5 meet 50 ton en is 22 meter lang. Het schip steekt met kop en schouders boven de overige kotters uit. Een bijzonderheid is dat het werkdek voor het grootste gedeelte is overdekt, waardoor de bemanning beschut wordt tegen regen en wind. Aan de zijkanten kunnen kleppen worden neergelaten die op de verschansing rusten. Tevens is de G.O. 5 het eerste schip van de vloot dat met een hydraulische stuurinrichting is uitgerust. Daardoor ontbreekt het stuurrad wat door enkele handles is vervangen. Ook nieuw is de centrale verwarming die het gehele schip door verwarmt. De krachtbron is een 8 cil. 390 P.K. Deutz dieselmotor. (Van onze weerkimdige medewerker) „April koud en nat, veel koren in het vat," zegt een oud volksrijmpje. De huidige maand voldoet aan deze voor waarden en zo op het eerste gezicht zou men kunnen denken, dat de landbou wers in hun nopjes zijn, vooropgesteld, dat zij in het gezegde geloven. De wer kelijkheid is iets anders. De hevige regens van de laatste tijd betekenen voor veel akkerbouwers, met name In het Noorden van Nederland, een ernstige handicap voor het vlot doorvoeren van de voorjaarswerkzaam- heden. In sommige gevallen Is het ge zaaide graan verdronken en moet er opnieuw worden ingezaaid. In N.O. Friesland is de toestand het ergst. Een station als Veenwouden had tot dinsdagochtend j.l. reeds 102 mm. neerslag verzameld. Een nieuw april- record voor deze hoek. Over de laatste 100 jaren was 96 mm, in april 1951 te Kollum gemeten, de uitschieter. Het ge beurt maar heel zelden, dat er in de grasmaand meer dan 100 mm regen valt. In de lange waamemingsreeks van Zwanenburg-Hoofddorp, begrepen tussen 1735 en 1965, is dit in totaal niet meer dan vijfmalen voorgekomen. Dat was in 1750 (106 mm), 1756 (127 mm), 1780 (119 mm), 1829 (109 mm) en 1903 (129 mm). Van alle aprilmaanden in de laatste 230 jaren is die van 1903 dus de natste geweest. Gelukkig was er dinsdag na pasen weer wat stabieler weer in de maak. De kille depressies, die tijdens pasen ha gel, sneeuwbuien en onweer hadden veroorzaakt, maakten zich snel uit de voeten naar Noord-Italië. Daardoor kreeg een flinke rug van hogedruk van Schotland tot Scandinavië de kans het weer geleidelijk te verbeteren. De buiigheid nam af, de opklaringen wer den breder en vanuit Oost-Europa stroomde iets warmere lucht in de rich ting van ons land, hetgeen overigens de bestendigheid van het weer opnieuw op de proef stelde. (Nadruk verboden) Spaarbank Rekening-courant Kredieten, Effecten Deviezen Voorschotten BOERENLEENBANKEN RAIFFEISENBANKEN VERVOLGVERHAAL door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. Nu praa hij van een industrieschool. Alsof er thuis geld te missen is voor zo iets. Och, maar dat is haar eigen schuld Waarom deed ze dan, of het collegegeld een bagatel werd geacht? Waarom? Om even nog voort te dromen. Ze heeft gis teravond heel goed begrepen, da ze of geld moet gaan inbrengen, of de dienst bode vervangen. Moeder heeft haar ge zegd, dat ze de studie van Koos hoopten te kunnen bekostigen. Als het huis goed verkocht werd, als de laatste bediende wegging---- Da hield in: moeder zelf achter de toonbank, moeder of zij. Als Ed direct het plan had geopperd, dat ze met hem zou meerijden, zou ze wel gezegd hebben, dat het niet ging. Maar nu hij daar niet van sprakO, ze had hpt hem zo graag horen zeggen, wou het uitlokken, wist niet hoe, zei toen maar dat, wat het eerst in haar op kwam. En nu dit resultaat Hij kijkt somber voor zich uit. Hoe kan hij spreken. Hoe kan hij haar zeg gen, wat hij denkt? Schat, dat ze het minst aangename koos, er wille van hem. Dat was het toch. Zo heerlijk naief is ze soms nog. Alsof mama een schoon dochter zou wensen, die kamers deed. Een schoondochter zonder stand en zonder geld. „Laten we maar meteen naar huis rijden." „Hè? Nee, beslist niet. We gaan thee- drinken op „Boschhoek". Theedrinken op „Boshoek", waarop dane en wandeling in het bos volgt, an ders zo feestelijks, lijkt Tonny nu een kwelling. „Laten we dat vandaag niet doen. 'k Wil niet weer zo laat thuiskomen". „Zo laat? Kom nou! Met de bus zien ze je ook niet voor vijven. Wat geeft het nou, of het een half uurtje later wordt?" „Nee, dat geeft ook niet, maar maar het is nou niet zo prettig thuis". „Een reden, om er zo weinig mogelijk te zijn. Vooruit, we gaan". „Heb je er spijt van?" vraagt hij, als ze in het laantje zijn, waar ze zo vaak al waren. „Spijt? Dat is In betrekking tot dit zo'n raar woord. Natuurlijk valt het niet mee, als zo iets je onverwacht op het lijf wordt gegooid". „Kindje, nee, ik bedoel, of het je spijt, met me mee te zijn gegaan. Waar ben je beter dan bij mij?" „Dat is zo. Jijjij". Haar woorden gaan verloren in een snik. „Kom niet direct je kopje zo laten hangen, 't Komt best in orde". „Dus.voor jou ben ik er niet min der om geworden?" „Maar lieveling, hoe kon die moge lijkheid in je opkomen?" „Je deed zo vreemd!" „Ja, ik moest het even verwerken, 't Was voor mij ook een hele slag, 'k Had er me zoveel van voorgesteld, jij in Lei den, ik elke dag bij je". „Dat kaji toch. Of je nou in Berken- deel bij me komt of in Leiden. Je zult van vader en moeder geen aanmerkin gen horen van te veel komen of zo iets." „Och ja, natuurlijk. Maar laten we nu van dat onderwerp afstappen. Komt tijd, komt raad." In zijn armen vergeet Tonny haar el lende. „Ik heb je lief, ik heb je lief! Hoor je het, meisje-mijn? Ik heb je lief om jezelf en niet om je omstandigheden, dat weet je toch wel? Niets of niemand jaagt jou uit mijn hart". Hij meent het. Hij meent het volko men, 't Zal nog meer misère geven met mama, als ze dit hoort, maar 't kan hem. niets scheleh. Zijn meisje opgeven. dat doet hij nooit. 't Is een in-gelukkige Tonny, die na dat het al zes heeft geslagen het tuin hek van „Veldzicht" dichtklapt. Waar om zou je treuren, als je je toekomst zo heerlijk verzekerd weet? Och ja, ze had graag gestudeerd, maar waarom ei genlijk? Voelde ze voor de studie om dei studie zelf? 1 Smith, de knappe leraar met zijn don kere krullebol en mooie stem, die had in haar het vuur voor de letteren ont stoken. Nog geen maand had ze les van hem, of haar keuze was al op deze studie gevallen. Smith! Ze moest er nu om lachen. Ze was verliefd op hem, heeft halve nachten liggen huilen, toen ze wist dat hij naar Amsterdam zou gaan, ze heeft smeltende gedichten op hem gemaakt. Zo gaat het, als je vijf tien bent. De halve klas was trouwens weg van de man, bijna alle meisjes wil den letteren gaan studeren. De gedichten zijn sinds lang verbrand, de tranen werden vrij spoedig gedroogd. De nieuwe leraar gaf lang niet ziulke interessante lessen. De liefde voor het vak taande bij de meesten heel snel, er werd iets anders gekozen, alleen zij had volgehouden. Hoe dat kwam? Ze weet het zelf niet. Misschien wel omdat geen andere studie haar aantrok. Ed kan over een kleine twee jaar klaar zijn. Zijn moeder droomt er van, dat hij burgemeester worden zal. Ze is zelf een burgemeestersdochter, ze is be kend in die kringen en loopt, zoa^s haar zoon het noemt, alle hoogmogenden af, om die voor het plan te winnen. Burge meester! Dat ben je maar niet ineens. Ed zelf lacht er om en zegt, dat hij lie ver bij het gerecht zou komen. Hij zou liever rechter zijn in een stad, dan bur gemeester op het een of ander dorp. Duf zij zal rechters- of burgemeestersvrou'w worden! Wat hindert het dan, of je een paar jaar werk moet doen dat je niet bevalt? Trouwensniets kan haar hinderen, als zij Ed maar heeft. Ze houdt van hem. Wat hij wordt laat haar als het er op aankomt, koud. Welke be trekking hij krijgt, doet er minder toe, als hij er maar gauw een heeft, want dan gaan ze trouwen, heeft hij gezegd. Als ze naar Leiden was gegaan had ze fatsoenshalve wel moeten afstuderen. Vader en vooral moeder zouden dat niet anders gewild hebben. Dan had Ed heel wat langer op haar moeten wachten. Dom, dat ze daar niet eerder aan ge dacht heeft. Zo gauw ze hem weer ziet, zal ze er hem attent op maken. Hij met zijn industrieschool----- Ze zou niet weten, wat ze er doen moest. De huishouding kan ze werkelijk van moeder wel leren. En wat er verder van een vrouw verwacht wordt: naaien, stoppen, handwerkenwel, moeder heeft op dit terrein immers reeds lang haar sporen verdiend? Dan krijgt die ook nog eens wat aan haar vergeelde diploma's. Fijn, als Koos studeren mag. Voor een jongen is het een levenskwestie. Die Ed om te praten van het ene kind voor trekken boven het Eindere zo rede neert hij, omdat hij mama's enige is Zo'n jongen kan natuurlijk niet begrij pen, hoe je voor een broer voelt. Vanavond wordt er met Koos gespro ken. Dat doen vader en moeder samen. Goeie vader, voor hem is 't het ergst. Hij heeft zich half suf gewerkt en bo venmenselijke zorgen gedragen. Moeder zei dat zelf. 't Is al enige jaren misge gaan, maar vader hoopte, het toch te kunnen redden, hoopte zijn vrouw en kinderen het leed te kunnen besparen. Om hem de last te verlichten, heeft moeder daarom met haar alleen ge sproken. Wat ze aan Koos te zeggen hebben, is trouwens lang zo erg niet. Hoe Koos er op reageren zal? De jon gen is de laatste tijd heel anders dan vroeger. Zou het misschien toch waar zijn, dat hij een oogje heeft op Gré de Ridder? Een vervelend wicht, die jong ste dochter van de dominee. Ze zit met Koos in dezelfde klas, maar is mins tens twee jaar ouder. Natuurlijk, alle meisjes in zijn klas zijn ouder dan hij. Koos met zijn zestien jaren, die straks eindexamen doet Het lykt een veel oudere jongen, die 's avonds tegen tienen de trap opkomt. Tree voor tree gaat hij; stap voor stap. Bijna een uur heeft het onderhoud ge- durd. Al die tijd heeft Tonny met de pen in de hand over een vertaling heen zitten staren. Koos, die zo intens de din gen aanvoelt, hoe zou hij het horen, hoe het dragen? Koos die zondag op vaders verjaardag, van zijn studieplan had wil len vertellen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5