EIIAIIDEn-niEUWS
DEI\[iEUWESK0DA1000MBf5450
April, koud en nai
administratie
Nieuws
Onltruidbestrijillng na upkomst
van gezaaide uien
Diijes en Datjes
Schipper J.Tanis met
nieuwe liei(i(otter
G.0.5 naar zee
ALLE BRNKZAKEN
l>e strijd
om het beistaan
V.
J
Burgem. van Kloetinge
legt zijn ambt neer
HYPOTHEKEN
2e blad
Vrijdag 23 april 1965'
No. 3381
N.V.SLaVENBURG'SBaNK
i^ -k
UIT DS KERKSN
{Mededelingen van de Stichting Nederlandse
Uien-Federatie
modern én degelijk
royaal e'n zuinig
luxueus én praldisch
sportief én veililg
Garagebedrijf J. C. v. d. WERF, Bouwdijlc 343, IVielissant, telefoon 466
WEERPRAATJE
Medische hulp De geneeskun
de vroeger en nu.
„Zullen we de dokter even bellen?"
Wanneer er een zieke is in huis, en het
plan om de dokter te raadplegen, te
berde wordt gebracht, realiseren we ons
niet meer, wat een voorrecht het is op
snelle en deskundige medische hulp
aanspraak te kunnen maken. We zijn
eraan gewend geraakt: onze huisarts is
oomiddellijk tot onze beschikking; is
het een gecompliceerd geval, dan wordt
de specialist ingeschakeld; is operatief
ingrijpen noodzakelijk, dan volgt opna
me in een modern ziekenhuis met alle
mogelijke voorzieningen. Tegen de enor
me kosten van hulp opname en operatie
zijn vele mensen verplicht of vrijwil
lig verzekerd. Tegen mogelijke besmet
telijke ziekten kan men zich laten vac
cineren. Kortom, de medische weten
schap heeft een lioogte bereikt als nooit
tevoren, zodat er bijna geen ziekte is,
waarvan de diagnose niet is vast te
stellen en waarvoor geen geneesmiddel
is te vinden.
Het is misschien wel goed, elkaar de
ze dingen, die we allen wel weten, toch'
nog eens in herinnering te roepen, want
het is allemaal zo vanzelfsprekend ge
worden. Nog niet eens zo lang geleden
was het vanzelfsprekend, dat men aan
bepaalde ziekten overleed, en was het
helemaal niet vanzelfsprekend, dat men
in geval van ziekte een dokter liet ko
men. De hulp van een bekwame arts
was meestal slechts weggelegd voor de
mensen, die het konden betalen. En in
dat geval was er nog maar een dubi
euze kans, dat de dokter ook werkelijk
helpen kón, om de eenvoudige reden
dat hij het ziektebeeld niet kende en er
dus ook geen medicijnen voor had.
In de Middeleeuwen was de genees
kundige voorziening in ons land, en
trouwens in alle Europese landen,
uiterst schaars. Er waren slechts enke
le bevoegde artsen, bevoegd in die zin,
dat ze een kostbare en langdurige op
leiding hadden gevolgd aan een der
buitenlandse universiteiten. Deze wei
nige deskundigen stonden uiteraard
slechts ter beschikking van de bevoor
rechte klasse, die van de adel en de
hogere geestelijkheid. Het onderzoek
beperkte zich hoofdzakelijk tot de uri
ne, waarin men praktisch altijd de aard
van de ziekte kon constateren. Het ge
neesmiddel, dat nog eeuwen later als
het meest probate werd beschouwd, was
het „aderlaten," dat niet alleen door
gevestigde artsen, maar ook door han
dige leken werd beoefend. Met enige
kennis van de ligging der aderen, met
wat technische vaardigheid en een do
sis moed en zelfverzekerdheid kon de
ze ingreep worden uitgevoerd. Vaak
echter had ze niet het gewenste resul
taat, soms zelfs had ze de dood tenge
volge. De kennis van het menselijk li
chaam, onmisbaar voor een goede be
handeling was nog uiterst gering. Van
de gewone ziekten van hart, longen,
bloedvaten, enz. had men hoegenaamd
geen verstand. Om maar niet te spre
ken van de eisen die mogen worden
gesteld aan goede voeding en hygi
ëne, ledere arts had zo zo'n eigen op
vattingen en z'n eigen geneesmiddelen.
En voortdurend was er de botsing tus
sen de wetenschappelijk gevormde dok
toren en de amateurs, die dikwijls wa
ren begonnen als leerlingen bij een of
andere barbier, of met het leger waren
meegetrokken als „veldscheerders."
Het is duidelijk dat de bona fide art
sen zichzelf en hun praktijk wilden be
schermen tegen beunhazen en kwakzal
vers. Zo zien we in de 16e en 17e eeuw
de artsengilden opkomen, waartoe al
leen zij werden toegelaten, die een de
gelijke opleiding hadden ontvangen en
daarna met succes een proeve van hun
bekwaamheid hadden afgelegd. Doch
ook binnen de gilden zelf heerste nog
veel naijver en concurrentie, vooral
wanneer een patient van de ene dokter
naar de andere overliep.
Overigens konden ook de bij het gil
de aangesloten geneesheren niet altijd
doen wat ze wilden of nodig achtten.
De overheid, die het als haar taak zag,
te waken voor de belangen van haar
onderdanen, liet niet toe dat iemand
als „proefkonijn" werd gebruikt. In
verschillende steden was dus speciale
toestemming nodig voor bepaalde ope
raties. De vermelding waard is wel het
verslag van de amputatie van een hand
bij een inwoner van Westkapelle (Z.),
uit het eind van de 17e eeuw. De over
heid gaf vergunning „om in cas van
hoogste noodzakelijkheytinet mes
en zaag, als naar de const praktikabel
dezelve hand te extirperen en scheij-
den van het lighaem; gelijck oock ter
zelfder dage, na aanroepinge van des
Heeren name, is geschied." Dit is wel
een zeldzaam geval in samenwerking
tussen de medische wetenschap, de
overheid en de zielszorg!
In de steden stond de geneeskundige
hulp uiteraard op hoger plan dan op
het platteland. Daar heeft men het nog
lang moeten doen met amateurs, die in
het gunstige geval bij een arts in de
leer waren geweest, maar meestal tot
niet veel meer in staat waren dan sche
ren en aderlaten. Nodig was wel toe
stemming van schout en schepenen om
zich ter plaatse te kunnen vestigen,
maar dat gaf nog geen garantie voor
de bekwaamheid! Toch zijn er, naast
veel kwakzalvers, onder hen zeer be
gaafde lieden geweest, die tot ver in
de omtrek bekendheid genoten. In
dorpsverhalen leven ze vaak nog voort,
de wonderdokters met hun miraculeu
ze genezingen!
Er is de laatste honderd jaar veel
veranderd. De ontdekking van de bac
teriën, van de vitaminen, de hormonen,
de Röntgenstralen, het radium. Men
kent nu alle mogelijke ziekten, waarvan
men vroeger geen vermoeden had. Men
heeft nu geneesmiddelen voor kwalen,
die ongeneeslijk schenen. Men beschikt
nu over verdovingsmiddelen om de pijn
van een operatie te verzachten.
Ondanks dat alles blijft het waar, wat
een arts op een raam in een Noord-Hol
landse kerk liet schilderen:
„Groot woord geneest de ziel,
De mensch de kreupele leen.
Van heiden komt de eer
Des hemels Godt alleen."
WAARNEMER.
Vereenvoudig uw eigen
laat de Bank uw financiële be
langen behartigen.
Inlichtingeri bt)
Middelharnis - Sommelsdqk
Kade 5 - Tel. (01870) 22 68
In verband met het aanvaarden van
hef voorzitterschap van het bestuur van
de stichting „Duivenvoorde" te Voor
schoten zal Kloetings burgemeester, mr.
H. W. baron Schimmelpenninok van der
Oye zijn ambt van burgemeester neer
leggen.
Het ligt in de bedoeling dat hij over
ongeveer 4 maanden deze funktie aan
vaardt, die hem bij wilsbeschikking is
toegekend door zijn enige tijd gebeden
overleden zuster L. H. baronesse Schim
melpenninok van der Oye, de laatste
Ambachtsvrouwe van Voorschoten.
Het kasteel „Duivenoorde" te Voor
schoten dateert van 1226 en is reeds
vele malen gerestaureerd. Het 270 hec
tare grote landgoed is ondergebracht in
een stichting waarvan de burgemees
ter thans voorzitter gaat worden.
RIJMEN VAN TIJMEN
stichting: „Zelf schilderen",
Hoopvol opgericht.
Ze verschaft zeer velen,
In het verven licht.
Duistere „praktijken",
Komen niet meer voor.
Want men krijgt de knepen
Van het vak gauw door.
Schilder zelf, dat is dan,
Het nieuw huis-orgaan.
Met een mond vol tanden,
Hoeft men niet te staan.
Zelfs het domste wezen,
Grijpt nu naar de kwast.
Men heeft aan zo'n Stichting,
Toch ook wel houvast.
r^ -k
Hollen naar de bollen,
Ja, zó is het thans. z
Eh wie er geweest' is,
Koopt een bloemenkrans.
Hollen wordt een schuifelen^
Als men er maar is.
Want d' enorme drukte.
Die is daar niet mis.
Holland is nu Bol-land,
Voor het buitenland.
Hele stammen komen
Hier in Stamverband,
Enkele uren kijken.
En dan weer terug.
't Gaat in '65,
Alles even vlug.
Boren, peilen, zoeken,
Olie of soms gas?
Alles komt er heden,
Zoal aan te pas.
't Wordt met apparaten,
Goed geregistreerd.
Want de bodemschatten,
Worden zeer begeerd.
Tij men
NED. HERV. KiERK
Beroepen te Barneveld J. den Besten
te Huizen; Bruchem en Kerkwijk P. de
Jong te Veenendaal.
Bedankt voor Nunspeet P. J. Bos te
Sprang; Waddinxveen J. Kooien te
Reewijk; Huizen J. v. 't Ende te Ooster-
wolde.
De bekende ds. Hugo van Dalen,
laatstelijk predikant bij de Ned. Herv.
kerk te Oostburg, die om zijn commu
nistische sympathiën verleden jaar op
48-jarige leeftijd emeritaat moest ne
men, is thans overgegaan naar de
Rooms Katholieke kerk.
Ds. D. V. d. Eni-Braat te Monster is
na een operatie ondergaan te hebben
weer in de pastorie teruggekeerd. Hij
hoopt met Pinksteren weer te kunnen
voorgaan.
Ds. E. Vergunst te Ede, welke door
een ongeval enkele weken rust moest
nemen, hoopt na de Pasen zijn arbeid
weer te hervatten.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Lisse G. Gommer te
Oostkapelle; Apeldoorn J. Boonstra te
Middelburg; Hasselt M. Mulder, kand.
te Amsterdam; Zwijndrecht J. te Winkel
te Vorden; Numansdorp J. v. Wattum
te Landsmeer; Ferwerd T. Doesburg te
Tienhoven.
Aangenomen naar Barendrecht G.
Huizer te Zonnemaire.
Bedankt voor Werkendahi R. Ypma
te Amersfoort; Loosdrecht J. Wapenaar
te Makkum; Staphorst P. Brouwer te
Wommels.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Artesia J. Brons te Bun
schoten; Rijnsburg; G. de Vries te 's-
Gravendeel; 's-Gravenhage-W. B. v.
Smeden te Amsterdam.
Bestrijding van het onkruid lajngs
chemische weg na de opkomst van zaai-
uién, picklers, plantuitjes en zilveruien
is mogelijk met chloor-IPC, Genalon
5/20, zwavelzuur en kaliumcyanaat.
Chloor-IPC
Per ha kan met 46 1 van dit mid
del in 500800 1 water worden ge
spoten. Op lichte grond moet de laagst
aajigegeven dosering worden gebruikt.
Naarmate de grond zwaarder is kan
wat meer, maximaal 6 1 per ha, van het
middel worden toegepast. Niet spm-
ten voordat de uieplantjes 46 cm lang
zijn.
Ohloor-IPC werk alleen tegen kie
mend onkruid en moet daarom op nog
onkruidvrije grond worden aange
wend. Reeds bovenstaand onkruid
wordt niet gedood. De beste werking
wordt verkregen als op vochtige grond
wordt gespoten. Het gewas moet ech
ter droog zijn.
Herhaling van de bespuiting is mo
gelijk mits dit voor een bepaald tijd
stip wordt gedaan. Dit in verband met
het in het produkt achterblijven van
voor de volksgezondheid schadelijke
resten van het middel. In picklers,
plantuitjes en zilveruien mag tot uiter
lijk eind mei met chloor-IPC worden
gespoten en in zaai-uien tot uiterlijk
eind juni. Aan deze termijnen moet
strikt de hand worden gehouden.
Verschillende gewassen, z»als vlas,
blauwmaanzaad, granen en grassen in
bloeistadium, anemonen, augurken,
komkommers, tomaten en meloenen zijn
zeer gevoelig voor chloor-I.P.C. Niet al
leen het overwaaien van de sproeivloei-
stof, maar ook de damp waarin chloor-
IPC tot geruime tijd na het spuiten
kan overgaan, veroorzaakt schade aan
deze gewassen. Als binnen een afstand
van 200 m van het te bespuiten per
ceel een gevoelig gewas wordt geteeld
moet toeslist geen chloor-IPC worden
gebruikt.
Genalon 5/20
Dit middel, dat een kombinatie is
van prometryn en chloor-IPC, kan wor
den toegepaast op onkruid dat maxi-
Aangenomen naar Rijnsburg G. de
Vries te 's-Gravendeel.
Bedankt voor Mittchell J. Brons te
Bunschoten.
Beroepbaar: De classis Rotterdam
heeft naar Art. 8 D.K.O. (singuliere ga
ven) beroepbaar gesteld de heer P.
Sneep te Vlaardingen.
De classis Utrecht heeft een voorstel
van de kerkeraad van Bunschoten ver
worpen om er bij een e.t. verandering
van de liturgische geschriften op aan te
dringen dat de zinsnede uit het dankge
bed in het Doopsformulier, waar ge
sproken wordt over „dit uw kind" te
veranderen in „dit kind".
GEREF. GEMEENTEIsr
Beroepen te Leiden en Vlissingen W.
Suijker te Krabbendijke; Rotterdam-
Zuidwijk A. Honkoop te Goes; Tholen P.
Blok te Dirksland.
Voor het eerst in de geschiedenis der
Gereformeerde Gemeenten is er te
Dirksland een vergadering gehouden
van de Part. Synode v. h. westen. In
de bidstond j.l. dinsdagavond ging voor
ds. A. Vergunst van Rotterdam-C.
De Generale Synode zal D.V. gehou
den worden op maandag 9 juni te
Utrecht. Hier zal de praeses der vorige
synode op dinsdag 8 juni een bidstond
houden. Dit is eveneens ds. A. Vergunst
van Rotterdam.
maal in het 2-bladstadium verkeert. De
dosering bedraagt 7,5 kg per ha, opge
lost in 600—800 1 water.
Niet spuiten voordat de uien 6 cm'
lang zijn. Zo mogelijk toepassen op een
goed afgehard gewas. In geen geval dit
middel gebruiken als het niet tenmin
ste 3 etmalen voor het spuiten droog
is geweest. Als deze voorwaarden niet
in acht worden genomen treedt zeer
ernstige bladbeschadigieg op, die wordt
veroorzaakt door de komponent pro
metryn.
Hetgeen bij chloor-IPC is vermeld
omtrent de kans op beschadiging aan
in de omgeving geteelde gewassen geldt
ook voor Genalon 5/20. Als binnen een
afstand van 200 m een dergelijk gewas
wordt verbouwd moet dus niet inet dit
middel worden gespoten.
De bij de diverse teeltvormen van
uien voor chloor-IPC geldende voor
schriften betreffende de uiterlijke aan-
wendingstermijn zijn eveneens van
kracht voor Genalon 5/20.
Zwavelzuur s.g. 1.84
Als de uieplanten 810 cm lang zijn
kan dit middel worden toegepast. De
dosering bedraagt 4080 1 per ha, te
verspuiten in minstens 1000 1 water.
Bij zonnig, scherp drogend weer en on
kruiden in kiemstadium moet 40 1 zwa
velzuur per ha worden gebruikt. Naar
gelang de weersomstandigheden min
der gunstig en de onkruiden groter zijn
moet de dosering worden opgevoerd tot
maximaal 80 1 per ha.
Om gewasbeschadiging zoveel moge
lijk te voorkomen dient met een grove
druppel en bij windstil weer te worden
gespoten. Als een rugspuit wordt ge
bruikt moet de spuitboom zo weinig
mogelijk heen en weer worden bewo
gen.
Zwavelzuur heeft een zeer bijtende
werking. Zowel de kleding van het be
dienend personeel als de spuitappara
tuur moeten daarom zuurbestendig zijn.
Bij het klaarmaken van de sproei-
vloeistof moet het zwavelzuur voorzich
tig in het water worden gegoten. Als
de omgekeerde volgorde wordt toege
past gaat de vloeistof bruisen en spat
ten en bestaat er een grote kans op
verbranding van lichaamsdelen.
Kaliumcyanaat
Alleen toepassen tn een gewas van
46 cm lengte en aanwezigheid van
klein onkruid. De dosering bedraagt 15-
20 kg per ha, te verspuiten in 8001000
1 water. Goede resultaten worden alleen
verkregen als wordt gespoten op een
droog gewas, bij bedekte lucht en als
de temperatuur tussen 15 en 20 gr. C.
bedraagt.
D. Hoek
CONSTANTE KWALITEIT - 25 STUKS f 1.25
GOEREE-HA VENHOOFD
De heer J. Tanis van Goeree-Haven-
hoofd wiens schip, de G.O 5 „Ora et
Labora" op woensdag 7 april 2S mijl uit
de Scheveningse kust zonk kon reeds
deze week twee weken na het on
geluk met zijn nieuwe hekkotter naar
zee. De oude G.O. 5 maakte haar laatste
reis omdat men met de bouw van de
nieuwe kotter op de werf Hakvoort te
Monnikendam al vergevorderd was. De
gehele bouw- en afbouw duurde 20 we
ken.
De nieuwe G.O. 5 meet 50 ton en is 22
meter lang. Het schip steekt met kop en
schouders boven de overige kotters uit.
Een bijzonderheid is dat het werkdek
voor het grootste gedeelte is overdekt,
waardoor de bemanning beschut wordt
tegen regen en wind. Aan de zijkanten
kunnen kleppen worden neergelaten die
op de verschansing rusten.
Tevens is de G.O. 5 het eerste schip
van de vloot dat met een hydraulische
stuurinrichting is uitgerust. Daardoor
ontbreekt het stuurrad wat door enkele
handles is vervangen. Ook nieuw is de
centrale verwarming die het gehele
schip door verwarmt. De krachtbron is
een 8 cil. 390 P.K. Deutz dieselmotor.
(Van onze weerkimdige medewerker)
„April koud en nat, veel koren in
het vat," zegt een oud volksrijmpje. De
huidige maand voldoet aan deze voor
waarden en zo op het eerste gezicht zou
men kunnen denken, dat de landbou
wers in hun nopjes zijn, vooropgesteld,
dat zij in het gezegde geloven. De wer
kelijkheid is iets anders.
De hevige regens van de laatste tijd
betekenen voor veel akkerbouwers, met
name In het Noorden van Nederland,
een ernstige handicap voor het vlot
doorvoeren van de voorjaarswerkzaam-
heden. In sommige gevallen Is het ge
zaaide graan verdronken en moet er
opnieuw worden ingezaaid.
In N.O. Friesland is de toestand het
ergst. Een station als Veenwouden had
tot dinsdagochtend j.l. reeds 102 mm.
neerslag verzameld. Een nieuw april-
record voor deze hoek. Over de laatste
100 jaren was 96 mm, in april 1951 te
Kollum gemeten, de uitschieter. Het ge
beurt maar heel zelden, dat er in de
grasmaand meer dan 100 mm regen
valt. In de lange waamemingsreeks
van Zwanenburg-Hoofddorp, begrepen
tussen 1735 en 1965, is dit in totaal niet
meer dan vijfmalen voorgekomen. Dat
was in 1750 (106 mm), 1756 (127 mm),
1780 (119 mm), 1829 (109 mm) en 1903
(129 mm). Van alle aprilmaanden in de
laatste 230 jaren is die van 1903 dus de
natste geweest.
Gelukkig was er dinsdag na pasen
weer wat stabieler weer in de maak. De
kille depressies, die tijdens pasen ha
gel, sneeuwbuien en onweer hadden
veroorzaakt, maakten zich snel uit de
voeten naar Noord-Italië. Daardoor
kreeg een flinke rug van hogedruk van
Schotland tot Scandinavië de kans het
weer geleidelijk te verbeteren. De
buiigheid nam af, de opklaringen wer
den breder en vanuit Oost-Europa
stroomde iets warmere lucht in de rich
ting van ons land, hetgeen overigens de
bestendigheid van het weer opnieuw
op de proef stelde.
(Nadruk verboden)
Spaarbank
Rekening-courant
Kredieten,
Effecten
Deviezen Voorschotten
BOERENLEENBANKEN
RAIFFEISENBANKEN
VERVOLGVERHAAL
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
Nu praa hij van een industrieschool.
Alsof er thuis geld te missen is voor zo
iets. Och, maar dat is haar eigen schuld
Waarom deed ze dan, of het collegegeld
een bagatel werd geacht? Waarom? Om
even nog voort te dromen. Ze heeft gis
teravond heel goed begrepen, da ze of
geld moet gaan inbrengen, of de dienst
bode vervangen. Moeder heeft haar ge
zegd, dat ze de studie van Koos hoopten
te kunnen bekostigen. Als het huis goed
verkocht werd, als de laatste bediende
wegging---- Da hield in: moeder zelf
achter de toonbank, moeder of zij.
Als Ed direct het plan had geopperd,
dat ze met hem zou meerijden, zou ze
wel gezegd hebben, dat het niet ging.
Maar nu hij daar niet van sprakO,
ze had hpt hem zo graag horen zeggen,
wou het uitlokken, wist niet hoe, zei
toen maar dat, wat het eerst in haar op
kwam. En nu dit resultaat
Hij kijkt somber voor zich uit. Hoe
kan hij spreken. Hoe kan hij haar zeg
gen, wat hij denkt? Schat, dat ze het
minst aangename koos, er wille van
hem. Dat was het toch. Zo heerlijk naief
is ze soms nog. Alsof mama een schoon
dochter zou wensen, die kamers deed.
Een schoondochter zonder stand en
zonder geld.
„Laten we maar meteen naar huis
rijden."
„Hè? Nee, beslist niet. We gaan thee-
drinken op „Boschhoek".
Theedrinken op „Boshoek", waarop
dane en wandeling in het bos volgt, an
ders zo feestelijks, lijkt Tonny nu een
kwelling.
„Laten we dat vandaag niet doen. 'k
Wil niet weer zo laat thuiskomen".
„Zo laat? Kom nou! Met de bus zien
ze je ook niet voor vijven. Wat geeft het
nou, of het een half uurtje later wordt?"
„Nee, dat geeft ook niet, maar
maar het is nou niet zo prettig thuis".
„Een reden, om er zo weinig mogelijk
te zijn. Vooruit, we gaan".
„Heb je er spijt van?" vraagt hij, als
ze in het laantje zijn, waar ze zo vaak
al waren.
„Spijt? Dat is In betrekking tot dit
zo'n raar woord. Natuurlijk valt het
niet mee, als zo iets je onverwacht op
het lijf wordt gegooid".
„Kindje, nee, ik bedoel, of het je spijt,
met me mee te zijn gegaan. Waar ben
je beter dan bij mij?"
„Dat is zo. Jijjij". Haar woorden
gaan verloren in een snik.
„Kom niet direct je kopje zo laten
hangen, 't Komt best in orde".
„Dus.voor jou ben ik er niet min
der om geworden?"
„Maar lieveling, hoe kon die moge
lijkheid in je opkomen?"
„Je deed zo vreemd!"
„Ja, ik moest het even verwerken, 't
Was voor mij ook een hele slag, 'k Had
er me zoveel van voorgesteld, jij in Lei
den, ik elke dag bij je".
„Dat kaji toch. Of je nou in Berken-
deel bij me komt of in Leiden. Je zult
van vader en moeder geen aanmerkin
gen horen van te veel komen of zo iets."
„Och ja, natuurlijk. Maar laten we
nu van dat onderwerp afstappen. Komt
tijd, komt raad."
In zijn armen vergeet Tonny haar el
lende.
„Ik heb je lief, ik heb je lief! Hoor
je het, meisje-mijn? Ik heb je lief om
jezelf en niet om je omstandigheden,
dat weet je toch wel? Niets of niemand
jaagt jou uit mijn hart".
Hij meent het. Hij meent het volko
men, 't Zal nog meer misère geven met
mama, als ze dit hoort, maar 't kan hem.
niets scheleh. Zijn meisje opgeven.
dat doet hij nooit.
't Is een in-gelukkige Tonny, die na
dat het al zes heeft geslagen het tuin
hek van „Veldzicht" dichtklapt. Waar
om zou je treuren, als je je toekomst
zo heerlijk verzekerd weet? Och ja, ze
had graag gestudeerd, maar waarom ei
genlijk? Voelde ze voor de studie om dei
studie zelf? 1
Smith, de knappe leraar met zijn don
kere krullebol en mooie stem, die had
in haar het vuur voor de letteren ont
stoken. Nog geen maand had ze les van
hem, of haar keuze was al op deze
studie gevallen. Smith! Ze moest er nu
om lachen. Ze was verliefd op hem,
heeft halve nachten liggen huilen, toen
ze wist dat hij naar Amsterdam zou
gaan, ze heeft smeltende gedichten op
hem gemaakt. Zo gaat het, als je vijf
tien bent. De halve klas was trouwens
weg van de man, bijna alle meisjes wil
den letteren gaan studeren.
De gedichten zijn sinds lang verbrand,
de tranen werden vrij spoedig gedroogd.
De nieuwe leraar gaf lang niet ziulke
interessante lessen. De liefde voor het
vak taande bij de meesten heel snel, er
werd iets anders gekozen, alleen zij had
volgehouden. Hoe dat kwam? Ze weet
het zelf niet. Misschien wel omdat geen
andere studie haar aantrok.
Ed kan over een kleine twee jaar
klaar zijn. Zijn moeder droomt er van,
dat hij burgemeester worden zal. Ze is
zelf een burgemeestersdochter, ze is be
kend in die kringen en loopt, zoa^s haar
zoon het noemt, alle hoogmogenden af,
om die voor het plan te winnen. Burge
meester! Dat ben je maar niet ineens.
Ed zelf lacht er om en zegt, dat hij lie
ver bij het gerecht zou komen. Hij zou
liever rechter zijn in een stad, dan bur
gemeester op het een of ander dorp. Duf
zij zal rechters- of burgemeestersvrou'w
worden! Wat hindert het dan, of je een
paar jaar werk moet doen dat je niet
bevalt? Trouwensniets kan haar
hinderen, als zij Ed maar heeft. Ze
houdt van hem. Wat hij wordt laat haar
als het er op aankomt, koud. Welke be
trekking hij krijgt, doet er minder toe,
als hij er maar gauw een heeft, want
dan gaan ze trouwen, heeft hij gezegd.
Als ze naar Leiden was gegaan had ze
fatsoenshalve wel moeten afstuderen.
Vader en vooral moeder zouden dat niet
anders gewild hebben. Dan had Ed heel
wat langer op haar moeten wachten.
Dom, dat ze daar niet eerder aan ge
dacht heeft. Zo gauw ze hem weer ziet,
zal ze er hem attent op maken.
Hij met zijn industrieschool----- Ze
zou niet weten, wat ze er doen moest.
De huishouding kan ze werkelijk van
moeder wel leren. En wat er verder van
een vrouw verwacht wordt: naaien,
stoppen, handwerkenwel, moeder
heeft op dit terrein immers reeds lang
haar sporen verdiend? Dan krijgt die
ook nog eens wat aan haar vergeelde
diploma's.
Fijn, als Koos studeren mag. Voor een
jongen is het een levenskwestie. Die Ed
om te praten van het ene kind voor
trekken boven het Eindere zo rede
neert hij, omdat hij mama's enige is
Zo'n jongen kan natuurlijk niet begrij
pen, hoe je voor een broer voelt.
Vanavond wordt er met Koos gespro
ken. Dat doen vader en moeder samen.
Goeie vader, voor hem is 't het ergst.
Hij heeft zich half suf gewerkt en bo
venmenselijke zorgen gedragen. Moeder
zei dat zelf. 't Is al enige jaren misge
gaan, maar vader hoopte, het toch te
kunnen redden, hoopte zijn vrouw en
kinderen het leed te kunnen besparen.
Om hem de last te verlichten, heeft
moeder daarom met haar alleen ge
sproken. Wat ze aan Koos te zeggen
hebben, is trouwens lang zo erg niet.
Hoe Koos er op reageren zal? De jon
gen is de laatste tijd heel anders dan
vroeger. Zou het misschien toch waar
zijn, dat hij een oogje heeft op Gré de
Ridder? Een vervelend wicht, die jong
ste dochter van de dominee. Ze zit met
Koos in dezelfde klas, maar is mins
tens twee jaar ouder. Natuurlijk, alle
meisjes in zijn klas zijn ouder dan hij.
Koos met zijn zestien jaren, die straks
eindexamen doet
Het lykt een veel oudere jongen, die
's avonds tegen tienen de trap opkomt.
Tree voor tree gaat hij; stap
voor stap.
Bijna een uur heeft het onderhoud ge-
durd. Al die tijd heeft Tonny met de
pen in de hand over een vertaling heen
zitten staren. Koos, die zo intens de din
gen aanvoelt, hoe zou hij het horen, hoe
het dragen? Koos die zondag op vaders
verjaardag, van zijn studieplan had wil
len vertellen.