iiërii
Veerschippers Nelis en
Jacob Maas uitgeluid
Nooit één schip door de scliutsluis!
Wl
Visuele geleiding
van de
Haringvlietbrug
Plaatselijk nieuws
Visserspraktijk
tegenover
Waterstaatstlieorie
J>e strijd
om het beistaan
Land- en Tuinbouw
Nogmaals: Solistencon-
cours te Stellendam
Woui 'i Manneije (Goeree-Havenhoofd)
Maarise maaril
Disc<
Dienst Zijpe-A. J. Polder zaterdag gestaakt
VERVOLGVERHAAL
[Pokken, gesel der mensheid
Bladz 1
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 6 april igss.
plnsdag 6
Van de d(|
Harst te
voering, ov
ten met wd
ben wij eed
volgde een I
Als eersl|
door de he
opmerkingd
X>e burg^
waarmede
gen. Want]
voor dat
omstreeks
omstandigt
de gemeer
slechter w^
zouden in
de oude tij|
toen het Ie
wel van g|
ontzaglijk
Toch hea
gemeenten!
meest moq
ten werkei]
teerd om
het aanzie|
gen. Eii ni;
ten niet
heel wat
standighec
leiden, ter
mogelij khe
Hoge au|
ficiele- er
wondering
in FlakkeJ
sturen is
zelfde gen
acht aan
nemen. Zi|
beledigend
nu zij gedl
handen tel
Daar del
gemeenterT
zelfstandiJ
risch geg^
de toekor
trokken
voeging
andere hJ
naar sprelj
toelaatbaa
ander miJ
te dienenJ
moet heiT
maatregel)
den beself
Van del
voorshancT
gemeesteq
financiële
de herind
zal wordj
hij verscj
Uit de
scheppen I
nancieel
is. Het z|
die in fif
ren.
Spreke!
bij de hi
denkt ov|
gerschaj
ten word
stuurden!
veel grof
een grot^
Flakkee
contact
onderschl
De hel
herindelil
ons eïlal
zwakkinl
bewindvl
grotere
meentebl
niet in zi
De geif
slag var
leven,
meentenl
meenter
graving
vorm?
nomie
grondsla
de fundi
ropese
De hei
ons eilal
den. Wil
zullen
spontaaJ
het nieiT
wanneel
aldus ba
De bil
vragen
nog niej
voorstel
meente]
grote
werp lil
ben wijl
ker. Di-J
sie aani
op eenl
worder
U mi
gandistl
heb hil
het wal
dat inf
legd.
MenL
de bevl
aan zij f
de andi
snel, dl
ven stl
enkele f
standej
aan hi:
Effic
een be*
heurd, 1
l^iedenl
plan al
hen. f
tuinbol
Het zat de veerschippers Nelis er» Ja
cob Maas toch niet lekker, zaterdag
hun veerdienst Zijpe-A. J. Polder na
ongeveer 50 jaar heen en weer varen,
te moeten opheffen. Als gevolg van het
gereedkomen van de Grevelingendam
werd op 1 april de veerdienst Ihiive-
land Goeree-Overflakkee opgeheven
en nu volgde de dienst Zijpe A. J.
Polder, wat* hun toch wel aan het hart
ging. Nelis (71) en Jacob (69) keken met
enige weemoed naar de „Jannis", die
naar zijn vader en naar de „Maria", die
naar zyn moeder is genoemd, welke
scheepjes zachtjes aan de steiger van
de Rqksbaven dobberden. De ge
meenschap van Schouwen-Dulveland
heeft dit gebeuren nieft zonder meer la
ten voorbijgaan; in de persoon van bur
gemeester C. H. V. d. Linde te Bruinis-
se, Mr. F. Th. Dyckmeester burgemees
ter van Zierikzee, vertegenwoordigers
van de visserij en het bedrijfsleven
werden de beide veerschippers dank ge
bracht voor d« service, die zij byna een
halve eeuw aan de bevolking hadden
verleend.
In stralende zonneschijn en spiegel-
glad water werd zaterdagmiddag met
het college van b. en w. van Bminisse,
burgemeester mr. Dijckmeester, Dirk
Duijvendijke de werfbaas, J. de Waal
Lz. namens de visserij-vereniging, de
zakenmensen A. Krijger, A. Schilper-
oord, L. Padmos, J. de Korte e.a. en de
familie van de óebr. Maas, het laatste
rondje Zijpe A. J. Polder gevaren. De
kantonnier W. v. Gilst beijverde zich de
boot af te meren en de passagiers op en
van boord te helpen, zoals hij dat zo
vele malen had gedaan. Alles voor de
laatste keer.
GfCen bloemien, wel een mooi
geschenk
Het gezelschap verzamelde zich na
dien in café Bos te Zijpe, waar burge
meester V. d. Linde het woord gaf aan
burgemieester Dyckmeester uit Zierik
zee, die er op wees dat de veerdienst
van Gebr. Maas bijna een halve eeuw
zeer belangrijk is geweest voor de be
volking van Schouwen-Duiveland. Dag
en nacht stond men klaar, ook bij mist
en stormweer om de mensen over te
zetten. Vooral voor het werk bij nacht
had de magistraat grote lof; als men
laat was kon het eiland alléén worden
bereikt door de hulp van de veerdienst
Maas. Namens de gehele gemeenschap
van Schouwen-Duiveland bracht de
burgemeester hartelijk dank voor het
vele dat de beide schippers gedaan had
den, die altijd klaar stonden ook bij
ziekte en ongeval. U hebt wel de leeftijd
bereikt om het rustig aan te gaan doen,
hoewel spreker begreep, dat het een
pijnlijk afscheid was. Daarom had hij
geen bloemen meegebracht maar wel
een geschenk in de vorm van een schil
derij, voorstellende hoe in de 80-jarige
oorlog de Spanjaarden door het Zijpe
heen waadden. Dit mooie geschenk werd
door de Gebr. Maas als een blijvend
aandenken aanvaard.
Burgem>eester v. d. Linde bracht de
waardering over van de Bru-enaren,
voor hetgeen de „Maasen" al die jaren
gepresteerd hadden. Hij haalde enkele
herinneringen op, o.m. het brengen van
post in februari 1953 na de stormramp
„U werkte niet enkel voor geld", wist
burgemeester v. d. Linde, maar om
werkelijke diensten te bewijzen. Wij
zijn trots op jullie en hebben behoefte
te danken voor alles wat jullie gedaan
hebben" aldus eindigde de burgemees
ter zijn betoog.
De heer J. de Waal Jji. sprak namens
de Alg. Schippers- en Visserstaelang en
haalde aan dat duizenden malen, ook
bij holle zee van en naar A. J. Polder
was gevaren. Ook de Visserij-vereni
ging had van deze dienst zijn voordelen
gehad, waarvoor hij hartelijk dank
bracht. De heer D. Duijvendijke dankte
voor de jarenlange klandizie en de heer
L. Padmos, die vaak in de nacht
schroeven had aangehangen, presen
teerde als aandenken een fraaie kope
ren miniatuurschroef. De heer S. A. Ju-
■melet sprak namens een vriendengroep
(de heer D. de Koning was er niet bij)
waarbij hij hoopte dat ondanks de op
heffing van het veer, de vriendschap
zal blijven voortbestaan.
Weemoed
De oudste van de veerschippers, Nelis
Maas, verontschuldigde zich dat hij „op
z'n klompen" was, hij had zich voor dit
afscheid niet opgedoft, want er was
weemoed in zijn hart. Mede namens zijn
broer bracht hij dank dat zoveel aan
dacht aan hen was besteed, hij dankte
ook voor het geschenk van burgemees
ter Dijckmeester.
„Wij zijn oude mannen geworden en
komen wel rust toe, maar het ergste is
het voor mijn zoon" beklaagde zich de
heer Nelis Maas. Van jongsaf heeft hij
zelfstandig gevaren; hij zal nu een baan
moeten zoeken. Ik hoop dat hij daarin
slaagt, aldus Nelis Maas.
Herinneringen
Onder een verversing werden tal van
herinneringen opgehaald. „Ik heb de
burgemeester en zijn vrouw eens mid
den in de nacht op de schorren af moe
ten zetten" vertelde Nelis, omdat de
motor het niet deed. Eens stond ik
doodsangsten uit, toen mijn broer eens
in een storm met 4 paarden aan boord
naar Flakkee vertrok, vertelde hij.
Maar het kwam best uit.
Jacob Maas vertelde de grap, dat hij
op een middag toen hij naar Flakkee
moest erge dorst had, omdat hij zoute
vis gegeten had. In een lege fles van
ouwe klare had ik water, waaruit ik af
en toe een slokje nam, zo zei hij, er wa
ren drie dames aan boord, die onder el
kaar mompelden: hij is aan de drank.
Een van de dames zei: „schipper, ik ga
nooit meer met je mee!" Eer we aan de
wal waren heb ik ze uit de doekjes ge
daan hoe het in elkaar zat, vertelde Ja
cob, die zich nog in het geval verkneu
kelde.
Onder de veerdiensten van Gebr.
Maas is nu een dikke streep gezet. Men
is reeds aan het onderhandelen om de
beide vaartuigen te verkopen. De ver-
keersmoloch heeft de veren uitgeran
geerd, alleen de geschiedenis bUjft over.
Een mooi stuk geschiedenis, omdat er
in die halve eeuw passagiersvervoer
geen enkel ongeluk heeft plaats gehad.
Onkruidbesitrijding op zand- en
grindpaden.
Het is een lastig en moeilijk werk om
door middel van een schoffel het on
kruid van de verharde toegangswegen
en de- met grind bedekte paden rondom
het huis te verwijderen.
Gelukkig is dit thans, dankzij de nieu
we chemische vindingen niet meer no
dig en men is nu voor goed van een
zwaar en tijdrovend werk verlost.
Het is zelfs zo gemakkelijk geworden,
dat paden van onkruiden door slechts
één behandeling, met het strooimiddel
Gesatop Granulaat het gehele jaar ge
vrijwaard zijn van onkruid.
De toepassing is wel heel eenvoudig,
omdat dit middel tegenwoordig in de
handel is verpakt in een strooikoker, en
de korrels nu. zo over de paden kunnen
worden uitgestrooid.
Er komt dus zelfs geen rugspuit of gie
ter aan te pas.
De korrels moeten zo gelijkmatig mo
gelijk over de te behandelen paden wor
den gestrooid. Bij tegelpaden de korrels
zorgvuldig in de voegen strooien en ve
gen.
Belangrijk is, dat de toepassing dient
te geschieden op een vochtige grond of
in een periode van lichte regen.
Indien het pad van te voren geheel
onkruidvrij is gemaakt kan de toepas
sing op elk tijdstip van het jaar plaats
hebben, mits de grond vochtig is.
Bij langdurige droogte de grond voor
het strooien flink met water bevochti
gen.
Mogelijk aanwezige grote pollen gras
sen of grote distelweegbree en andere
breedbladige planten van te voren ver
wijderen.
Deze laatste kunnen echter ook ge
makkelijk met de Pesco 18-15 spuitbus
worden opgeruimd. Voordelen van Ge
satop zijn, dat het niet giftig is voor
mens en dier, niet brandbaar en ook
geen metalen aantast.
Bij alle toepassingen dient men er voor
te zorgen dat de korrels niet op het ga
zon of border-planten terecht komen
(bijv. door afspoelen bij slagregens) daar
dit schade kan veroorzaken, pas dus op
bij hellende paden.
De minister van verkeer en water
staat heeft opdracht gegeven, nader te
onderzoeken of verbetering van de vi
suele geleiding aan de rechterzijde van
de Haringvlietbrug gewenst is. Zo no
dig zal hij zich daarna met de N.V. Ha
ringvlietbrug in verbinding stellen met
het verzoek de nodige verbeteringen te
doen aanbrengen. De bewindsman deelt
dit mee in antwoord op schriftelijke
vragen van het Tweede-Kamerlid P.
Voogd (Boerenpartij) over de construc
tie van de leiming van deze brug.
Volgens de minister is de sterkte van
de leuningen voldoende: zij zijn gelijk
waardig aan de leuningen van de grote
rivierbruggen van Rijkswaterstaat. Hem
is geen enkel geval bekend, dat een
voertuig in een recht gedeelte door een
dergelijke leuning is gereden.
In tegenspraak van bepaalde geruch
ten wordt medegedeeld dat het solis-
tenconcours op 1 mei a.s. definitief door
gaat. Aanmeldingen worden daarom
nog altijd gaarne ingewacht aan het U
welbekende adres, liefst vóór 15 april.
MIDDELHARNIS
Kerknieuws Ger. Gemeente. Zondag
11 april a.s. hoopt ds. G. Zwerus uit
Nunspeet voor de Geref. Gemeente al
hier voor te gaan des morgens 10 en
des avonds 6 uur. Ds. Zwerus is na een
ernstige ziekte weer zover hersteld, dat
hij zondags zijn eigen gemeente kan be
dienen en een heel enkele keer elders
preekt. De pastor loei ds. G. Mouw
heeft de kansel voor ds. Zwerus gaarne
afgestaan, zodat hij, in zijn vroegere
gemeente nog eens in de bediening des
Woords kan voorgaan. Ds. Mouw preekt
zondag te Nieuwe Tonge. Donderdag 8
april des avonds half acht uur hoopt ds.
Zwerus te Ouddorp voor te gaan.
SOMMELSMJK
Geboorten: Maatje, d.v. C. v. d. Sluijs
en M. A. de Waard; Anna Maria d.v. M.
van Vliet en P. C. van der Boom.
Overlijden: Anthonij P. Heestermans,
wed. v. P. M. Jacobs, 74 jaar; Petrus J.
van der Ree, e.v. A. M. Bezemer; 59 jr.
Martina A. Okker, wed. v. L. Nieuwland
64 jr.; Hendrikus Bijleveld e.v. M. G.
Boeter, 68 jr. Hendrika Rozenheek, wed.
V. C. Kamp, 86 jr.; Neeltje H. Nagtegaal
ongeh. 94 jr.; Izaak van Noort, e.v. C.
M. Poldervaart 53 jr.; Jannetje van den
Tol, wed. V. B. Beket, 80 jr.
Huwelyken: J. E. Keus, 26 jr. en L. A.
van der Boom, 21 jr. W. de Vos, 27 jr.
en J. van Erkel 21 jr.
HERKINGEN
Groene Kruis. Algemene ledenverga
dering van de Zuid-Hollandse vereni
ging „Het Groene Kruis", afdeling Her
kingen, te houden op, vrijdag 9 april
1965 in het verenigingsgebouw „Ons
Huis", aanvang des avonds 8 uur.
Agenda: Opening, vaststelling notulen
jaarverslag secretaris, goedkeuring der
rekening 1964, aanwijzing 2 leden voor
het nazien der rekeningen 1965, vast
stelling begroting 1965, benoeming 2 be
stuursleden wegens periodieke aftreding
van de heren J. Bestman en J. L. Ooen-
radie (herkiesbaar). Rondvraag, waarna
vertoning van dia's door de heer J. L.
Coenradie. Het bestuur hoopt op een
meerdere belangstelling van de leden.
OUDDORP
Kerkdienst. A.s. donderdagavond om
half acht hoopt voor de Ger. Gem. al
hier voor te gaan ds. Zwerus van Nun
speet.
Uitslag prijzen Uniformfonds Mu
ziekvereniging. Op de Huishoudbeurs
heeft het comité Uniformfonds Muziek
vereniging loten verkocht om unifor
men te kunnen aanschaffen, waarop de
volgende prijzen zijn gevallen.
Hetlevensmiddelenpakket ter waar
de van 100,viel op no. 1771, af te
halen bij L. Grinwis, Weststraat.
Nog een levensmiddelenpakket op no.
73 serie E., een volgende op no. 18, met
muziekstempel en een beer op no. 88
serie K. af te halen bij mevr. L. Mierop
V. d. Heuvel, Oosterweg Ouddorp.
„Wij vissers zien de ontwikkeling daar
met angst en vreze aan; straks is het
ook daar voor ons taboe" zegt een
peinzende Wout 't Mannetje van Goe-
ree Havenhoofd, een halve, eeuw oud,
36 jaar visser, 7 jaar raadslid te Goede-
reede en.... realist. Dhr. 't Mannetje
spreekt wat verdrietig over de verzan
ding van de 6 mijl lange toegang van
zee naar de nieuwe binnenhaven op het
Deltawerk bij Stellendam, waar de vis-
sersvloten van Goeree en Stellendam
zijn geconcentreerd si/nds ze vorig jaar
uit hun thuishavens zijn verdreven. Als
zovele van zijn collega's heeft de heer
't Mannetje de afgelopen jaren het ver
zandingsproces zich zien versnellen en
het is nu al gover dat de visserssche
pen hun nieuwe toevluchtsoord bij min
der gunstig weer en laag water niet
meer kunnen verlaten en hoog water
moeten afwachten.
Nooit één schip
Tijdens de vorige raadsvergadering
te Goedereede moest het er bij de heer
't Mannetje uit; weldoordacht heeft hij
het gezegd: „Nooit zal er een schip
door de schutsluis varen, nooit, al hoop
ik dat ik me vergis". De heer 't Man
netje weigert te geloven dat het vaar
water na de afsluiting van het Haring
vliet bevaarbaar zal blijven, nu hij
achter de nieuw gebouwde schutsluis
de zandplaten steeds ziet groeien. Hij
spreekt inmiddels wat gematigder maar
houdt het vol. Met zijn collega's spreekt
hij van angst en vrees en durft zijn
praktijk te stellen tegenover de theo
rieën van Rijkswaterstaat.
Nee, Wout 't Mannetje klaagt niet
over de nieuwe haven, al is die ook
nog zo ondiep dat er al gebaggerd wordt
en al zijn al een paar schroeven stuk
geslagen op her en der op de bodem
verspreid liggende keien. De vissers
aanvaarden de overgangstijd al brengt
die dan wat ongerief mee, er wordt
aan verbetering gewerkt. Maar achter
de schutsluis die straks vanuit de bin
nenhaven toegang zal geven naar de
nog te bouwen buitenhaven strekt zich
een grote zandplaat uit die bij normaal
hoog water niet eens meer onder loopt:
„En daar moeten wij straks varen?"
door D. Menkens-van der Spiegel
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
Ans vraagt niet, nog wat te mogen
blijven, als moeder zegt dat het haar
bedtijd is. Ans gaat.
„Jan", begint Annie, „we hebben zwa
re dagen gehad, hè?"
„Jij vooral."
„Och, 'k weet niet. Misschien- wel. 't
Kwam zo onverwacht. Weet je, dat viel
me het meest tegen, dat je er nooit eer
der over gesproken had. Ik was zo boos
op je, als ik nooit gedacht had te kun
nen zijn. Dat is voorbij. Ik ben gaan
geloven, dat de schuld van je zwijgen
bij mij lag. Ik maakte het je te moeilijk.
Ik meende het wel goed, als ik je zorgen
trachtte weg te redeneren met een ver
wijzing naar betere tijden, maar 't is
precies, zoals je maandag zei: als ze nog
komen, is het voor menigeen te laat. En
ik erken, dat ik voor geldzaken en voor
de winkel nooit veel belangstelling heb
getoond. Dat we dit huis uit moeten,
valt me natuurlijk hard. Ik vond het
heerlijk met jou en de kinderen te wo
nen in hetzelfde huis, waarin ik eens
met mijn ouders leefde, maar och, daar
zal ik wel overheen komen. Ik wou je
voorstellen het meteen maar te verko
pen. Veel zal er wel niet van overschie
ten, als de hypotheek is afgelost, maar
verhuren is te riskant. Wij vinden dit
huis mooi en gerieflijk, maar voor ande
ren is het al gauw ouderwets. Een hoge
huur krijg je er niet voor en, wat moet
je beginnen, als het leeg komt te staan?"
„Als je het verkoopt, 'ben je het
kwijt."
„Dat weet ik. Dat vind ik erg, maar
het lijkt me de beste oplossing. Trou
wens, er zijn andere dingen, die ik erger
vind".
„De kinderen, bedoel je".
„Ja. Dat ze niet studeren kunnen. Over
een maand of wat doen Tonny en Koos
eindexamen. Wat dan? Als we nou eens
heel, heel zuinig werden? Als ik geen
dienstbode meer nam en ook in de win
kel ging helpen?"
„Kindje, dat hield je niet vol."
„Je moeder deed het ook."
„Die had een kleinere womng."
„Ja maar. Jan de kinderen. Jij voelt
dat Misschien niet zo maar ik. Je
weet, hoe graag ik zelf had willen stu
deren. Als vader maar niet zo conser
vatief was geweest. Ik moest een hand-
werkakte halen, ik moest naar een huis
houdschool, terwijl ik zo dolgraag naar
het gym en de universiteit was gegaan.
Nou en Tonny, ze heeft helemaal mijn
aanleg, dat weet je. Ze wil letteren stu
deren. We hebben haar nu eenmaal op
het gym gedaan. Die jaren zijn dan ver
loren. Want wat moet zo'n meisje?
En onze Koos nee Jan, dat weet je
nog niet. Dat wou hij als een verrassing
voor je bewaren. Koos heeft eindelijk
heel beslist een keus gedaan. Medicijnen
moet het worden. Hij meent dat hij je er
een groot plezier mee doet. Kun je nu
zeggen: het gebeurt niet?"
Of de beker nog niet vol genoeg is.
Koos, die al vroeg blijk gaf van een
bijzonder goed verstand, maar vandaag
met dit plan aankwam en morgen met
dat, Koos, die op de lagere school een
klas oversprong en op elfjarige leeftijd
naar de H.B.S. was gegaan, omdat men
dan later wel zien zou". Koos heeft een
lange, dure studie gekozen. De jongen
heeft veel moeten horen over zijn wis
pelturigheid. Nu hij die te boven is, zal
hem gezegd worden dat hij opnieuw
toekomstplannen kan gaan maken, maar
daarbij in lager regionen blijven moet.
Koos, de kleinzoon en naamgenoot van
de rijke Verwaal, zal jongste bediende
op een kantoor moeten worden, of iets
anders hieraan gelijk.
„Jan, geef eens antwoord."
„Ik weet geen antwoord."
„Maar is het dan ineens zo erg"! Als
Tonny nu eens thuiskwam, zou Koos
dan niet kunnen studeren?"
„Het ene kind voortrekken boven het
andere?"
„Tonny is een meisje. Natuurlijk
trouwt ze".
„Met die Van O vervelden?"
„Ja. Na het examen wil hij een offi
ciële verloving vertelde ze me dezer da
gen."
„Vroeg genoeg."
„Voor Tonny wel, maar hij is dan
twee-en-twlntig."
„Van zo'n eerste liefde komt zelden
iets."
„Ben je onze tijd vergeten?"
„Alle mensen zijn niet even standvas
tig."
„Maar onze Tonny wel."
Jan twijfelt niet aan de standvastig
heid van zijn dochter, hij twijfelt aan
iets anders. Maar dat is van later zorg.
Nu gaat het om Koos.
„Als het huis goed verkocht werd en
er geen nieuwe tegenslag komt, zou het
misschien gaan",
„Hij wordt natuurlijk spoorstudent."
„Dat spreekt vanzelf".
„Hij zou naar het station kunnen fiet
sen".
„Ja, want de bus brengt hem wel in
de stad, maar hij blijft daarmee nog
ver van het station, 't Is wel een heel
eind, maar voor een jongen hindert dat
niet. Tonny zouden we zo iets nooit
hebben toegestaan. We moeten er haar
maar op wijzen, dat haar studie meer
zou hebben gekost dan die van Koos.
Voor haar zou deze manier te vermoei
end zijn geweest, zij zou in Leiden heb-
Steeds grote risico's
Hij vertelt dat de afstand vanaf de
schutsluis tot in het vlotte water de
zee voorbij de Hinderribben waar de
boei „Brammetje" ligt plm. 6 mijl be
draagt. In het uur dat over die afstand
gevaren wordt raken de kielen van de
meeste vissersvaartuigen steeds de bo
dem die vnl. uit modder bestaat, waar
door ze niet vastlopen wat op een zand
bodem wel zou gebeuren. Maar ook bij
hoog water kan er in deze 6 mijl ge
makkelijk averij worden opgelopen, een
risico waarvan de verzekeringsmaat
schappijen zich niet bewust zijn „vindt
dhr. 't Mlannetje. Hij staaft zijn angst
en vreze theorie als volgt: De verzan
ding van het gehele Haringvliet begon
al in 1928 toen in het beruchte Helle
gat bij Ooltgensplaat strekdammen
werden gelegd oxa de snelle stroom
daar te breken. Spoedig daarna begon
de verzanding. Nu houdt de ebstroom
het vaargeul naar zee nog open maar
straks wanneer de Haringvlietdam ge
sloten zal zijn zal de verzanding zich
zeer versnellen. Dhr. 't Mannetje ver
wacht dat in droge zomers wanneer
weinig of geen bovenwater te spuien
is de spuisluizen wel enkele maanden
gesloten zullen zijn maar ook al zou
regelmatig gespuid worden dan nog zou
de stroming slechts over een zeer be
perkte afstand achter de sluizen effect
sorteren.
Verder gelooft de heer 't Mannetje
niet dal het Rijk tot baggeren van het
geul zal overgaan zolang het afvoer
van bovenwater niet in het gedrang
komt. Maar voor de vissers betekent
dat nog zo lang niet dat het geul be
vaarbaar zal blijven. „Voor het Rijk is
de haven echt niet zo belangrijk en we
moeten er maar op rekenen dat we al
over enkele jaren een grote omweg via
de Waterweg en het Voomse kanaal
moeten maken" vreest hij.
Voor de zeevissers die 's maandags
uitvaren en pas vrijdags weer thuis
komen behoeft dat niet zo bezwaarlijk
te zijn. Anders ligt het voor de gama-
lenvissers die dagelijks hun vangst aan
de wal brengen. De heer 't Mannetje
heeft toch ook nog niet alle hoop laten
varen. Door het leggen van strekdam
men zou er wel een deugdelijk vaarwa
ter van te 'maken zijn" vermoedt hij
maar of Rijkswaterstaat zo ver zal
gaan betwijfelt hij.
Kalm aan doen
Bij Rijkswaterstaat heeft men wel
kennis genomen van de sombere ver
ben moeten wonen. Nou en je snapt
wel
„Natuurlijk, daar kan geen sprake
van zijn".
„Als Tonny maar niet te veel in haar
wiek geschoten zal zijn. Wénneer zul
len we het haar zeggen?"
„'k Zal morgen weleens met haar pra
ten."
„Vrouwtje, zal dat je niet te zwaar
vallen? Zullen we het niet liever sa
men doen?"
„Nee, nee! Laat het maar aan mij
over".
„Anneke, mijn Anneke, dat je het zó
dragen kiuit, zo dapper".
„Och, jongen, we hebben elkaar nog
en de kinderen. Als ik een van jullie
naar het kerkhof brengen moest,
dan.
Ze barst in tranen tut.
„Annie lieveling".
„Stil, laat me maar". Zijn troostende
arm weert ze af. Het opgekropte leed
breekt uit in korte felle snikken. Dan
even onverwacht als de storm kwam,
legt hij zich.
„Ik zal flink zijn", zegt ze. „We zul
len het samen dragen, wat jou?"
Hij sluit haar in de armen. „Mijn dier
baar meiske", fluistert hij.
„Een meiske van vijftig, moeder van
vier kinderen", tracht ze te schertsen.
„Bedenk asjeblieft, dat we de zilve
ren bruiloft in 't zicht hebben."
„Een zicht van vijf jaar".
wachtingen van de heer 't Mannetje en
collega's. De klacht over het kapotslaan
van schroeven heeft men ook onder-
■^ocht. Steken de vissers het op stenen,
Rijkswaterstaat beweert dat het zand
zo hard als steen is en dat de vissers
het in geul piano aan moeten doen.
„Als ze me mijn netten vergoeden zal
ik ze wel even voltrekken met keien,
gaf een visser als commentaar. Het geui
is volgens de peilingen van RWS plm.
3.50 meter diep beneden laag water.
Wel is het geul erg smal. Rijkswater
staat heeft proeven genomen in de wa
terloopkundige laboratoriums en wan
neer het dan toch zou verzanden, dan
zal er gebaggerd moeten worden" zegt
men wat ontwijkend.
De tijd zal 't leren
De dubieuze toekomstverwachtingen
houden de ontwikkeling bij de binnen
haven tegen. Verolme liet het bouwen
van een nieuwbouw- en reparatiewerf
afweten zij het, mede door de ongunstige
ontwikkelingen in de scheepsbouw. De
garnalen- en visliandelaar Dirk de Ja
ger te Stellendam heeft het kennelijk
niet aangedurfd om een permanente
ijsfabriek te bouwen. Hij kocht een oude
zeesleper die als drijvende en dus
mobiele ijsfrabriek zal worden ver
bouwd. De gebouwëïi die aan de bin
nenhaven zijn verrezen zijn semi per
manent. Wie zal er gelijk hebben, de
vissers of Rijkswaterstaat. Zal ons na
geslacht straks op de klompen van Goe
ree naar Rockanje kunnen lopen zoals
eens is verondersteld. De natuur is niet
te berekenen, alleen de tijd zal het
leren.
Pokken zijn eeuwenlang een gesel der
mensheid geweest, maar de ziekte is
thans in Europa en Noord-Amerika vrij
wel onbekend, dank zij de vaccinatie
met koepokstof. In de rest van de we
reld telt men ook thans nog omstreeks
100.000 lijders per jaar, waarvan er 25
duizend sterven.
Daarom is de 17e verjaardag van het
inwerkingtreden van het statuut van de
Wereldgezondheidsraad gewijd aan de
bestrijding van deze plaag. Op 7 april
zal de Wereldgezondheidsdag de inlei
ding vormen tot een grootse campagne
om de pokken te verdrijven uit de grote
infectiehaarden, die zich in het bijzon
der nog in Zuid-Oost-Azië en Afrika be
vinden. (DIA).
Men hoorde reeds de eerste week:
„gelukkig, 't is weer maart,
we gaan de lente tegemoet"
Men dacht in alle overmoed
niet aan die „maartse staart"!
Want koud dat 't enk'le dagen was,
en vriezen dat het deed.
De sloten lagen aUe dicht;
men trok toen wel een lang gezicht
alsof men dacht: „wie weet"!
't Is immers wel eens meer gebeurd
niet eens zo lang geleën?
Toen vroor het tot begin april,
en in de polders bleef het stil,
de grond was hard als steen!
Maart toonde ook zijn goede kant.
Reeds in de tweede week.
't Was heerlijk weer; veel zonneschijn,
want maart kan echt wel zomers zijn
zoals ook nu weer bleek!
De boeren konden aan de slag,
zelfs velen kregen haast.
De zon stond immers al zo hoog,
en 't land was ook al lekker droog;
maar 't bleekmen zat er naast!
De lucht betrok, de regen viel;
de wind draaide naar zuid.
Maar aan de dijk en in de wei
werd door de lammetjes o zo blij
de lente ingeluid!
Maar grauw en grijs de wolkenlucht,
de regen plensde neer.
Het water steeg in sloot en plas,
en 't land werd tot een groot moeras
door 't gure maartse weer!
Gedwongen bleef men binnenshuis,
al 't landwerk lag weer stil!
Men dacht - zo gaat 't in boerenvak -
„zat 't zaad nu nog maar in de zak,
en was het maar april"!
Maar 't afscheid van die barre maart
was toch geweldig goed.
De boeren lang gedwongen stil
zien daardoor nu de maand april
weer hoopvol tegemoet!
J. S.
„Vijf jaar zijn, om, eer je het weet. Er
kan veel in gebeuren. Veel kwaads,
maar ook veel goeds. Wie weet, hoe de
kansen zich nog keren".
„Welja. Maar laat me nou los. Ik zou
geen raad weten als Tonny en Koos me
zo zagen. Een behuild gezicht en ver
warde haren-----'k Ga me even wat op
knappen, hoor!"
Ze blijft lang weg. Ze heeft meer op
te knappen, dan haar mogelijk is.
Zal ze het werkelijk te boven komen?
Koos zal studeren! Misschien. Is het wel
goed, dat ze het doorgedrongen heeft?
In deze vier dagen heeft ze veel ge
hoord en gezien, wat anders langs haar
gleed. Ze heeft gelet op de wagen van
Alberts. Ze heeft gerekend. Ze kan re
kenen, al voelde ze er nooit voor. Als
Koos van de H.B.S. komt, zal hij zeker
nog zeven jaar nodig hebben, eer hij
klaar is. Zullen ze het zeven jaar kun
nen bolwerken?
Tonny zal niet studeren. Nu ja, Ton
ny voelt niet meer zo heel veel voor de
studie, sinds ze met Van Overvelden
gaat. Mevrouw Van Overvelden vindt
studeren onvrouwelijk. Tonny komt ten
slotte door haar huwelijk terug in d^
stand, die haar moeder verliet. Maar
daar zijn ook nog Ans en JanZal
ze kracht tot dragen hebben als het af-
waarts blijft gaan?
„God, help toch", stamelt ze.
Eerst als ze de kinderen hoort Ko
men, gaat ze naar beneden.