iiërii Veerschippers Nelis en Jacob Maas uitgeluid Nooit één schip door de scliutsluis! Wl Visuele geleiding van de Haringvlietbrug Plaatselijk nieuws Visserspraktijk tegenover Waterstaatstlieorie J>e strijd om het beistaan Land- en Tuinbouw Nogmaals: Solistencon- cours te Stellendam Woui 'i Manneije (Goeree-Havenhoofd) Maarise maaril Disc< Dienst Zijpe-A. J. Polder zaterdag gestaakt VERVOLGVERHAAL [Pokken, gesel der mensheid Bladz 1 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 6 april igss. plnsdag 6 Van de d(| Harst te voering, ov ten met wd ben wij eed volgde een I Als eersl| door de he opmerkingd X>e burg^ waarmede gen. Want] voor dat omstreeks omstandigt de gemeer slechter w^ zouden in de oude tij| toen het Ie wel van g| ontzaglijk Toch hea gemeenten! meest moq ten werkei] teerd om het aanzie| gen. Eii ni; ten niet heel wat standighec leiden, ter mogelij khe Hoge au| ficiele- er wondering in FlakkeJ sturen is zelfde gen acht aan nemen. Zi| beledigend nu zij gedl handen tel Daar del gemeenterT zelfstandiJ risch geg^ de toekor trokken voeging andere hJ naar sprelj toelaatbaa ander miJ te dienenJ moet heiT maatregel) den beself Van del voorshancT gemeesteq financiële de herind zal wordj hij verscj Uit de scheppen I nancieel is. Het z| die in fif ren. Spreke! bij de hi denkt ov| gerschaj ten word stuurden! veel grof een grot^ Flakkee contact onderschl De hel herindelil ons eïlal zwakkinl bewindvl grotere meentebl niet in zi De geif slag var leven, meentenl meenter graving vorm? nomie grondsla de fundi ropese De hei ons eilal den. Wil zullen spontaaJ het nieiT wanneel aldus ba De bil vragen nog niej voorstel meente] grote werp lil ben wijl ker. Di-J sie aani op eenl worder U mi gandistl heb hil het wal dat inf legd. MenL de bevl aan zij f de andi snel, dl ven stl enkele f standej aan hi: Effic een be* heurd, 1 l^iedenl plan al hen. f tuinbol Het zat de veerschippers Nelis er» Ja cob Maas toch niet lekker, zaterdag hun veerdienst Zijpe-A. J. Polder na ongeveer 50 jaar heen en weer varen, te moeten opheffen. Als gevolg van het gereedkomen van de Grevelingendam werd op 1 april de veerdienst Ihiive- land Goeree-Overflakkee opgeheven en nu volgde de dienst Zijpe A. J. Polder, wat* hun toch wel aan het hart ging. Nelis (71) en Jacob (69) keken met enige weemoed naar de „Jannis", die naar zijn vader en naar de „Maria", die naar zyn moeder is genoemd, welke scheepjes zachtjes aan de steiger van de Rqksbaven dobberden. De ge meenschap van Schouwen-Dulveland heeft dit gebeuren nieft zonder meer la ten voorbijgaan; in de persoon van bur gemeester C. H. V. d. Linde te Bruinis- se, Mr. F. Th. Dyckmeester burgemees ter van Zierikzee, vertegenwoordigers van de visserij en het bedrijfsleven werden de beide veerschippers dank ge bracht voor d« service, die zij byna een halve eeuw aan de bevolking hadden verleend. In stralende zonneschijn en spiegel- glad water werd zaterdagmiddag met het college van b. en w. van Bminisse, burgemeester mr. Dijckmeester, Dirk Duijvendijke de werfbaas, J. de Waal Lz. namens de visserij-vereniging, de zakenmensen A. Krijger, A. Schilper- oord, L. Padmos, J. de Korte e.a. en de familie van de óebr. Maas, het laatste rondje Zijpe A. J. Polder gevaren. De kantonnier W. v. Gilst beijverde zich de boot af te meren en de passagiers op en van boord te helpen, zoals hij dat zo vele malen had gedaan. Alles voor de laatste keer. GfCen bloemien, wel een mooi geschenk Het gezelschap verzamelde zich na dien in café Bos te Zijpe, waar burge meester V. d. Linde het woord gaf aan burgemieester Dyckmeester uit Zierik zee, die er op wees dat de veerdienst van Gebr. Maas bijna een halve eeuw zeer belangrijk is geweest voor de be volking van Schouwen-Duiveland. Dag en nacht stond men klaar, ook bij mist en stormweer om de mensen over te zetten. Vooral voor het werk bij nacht had de magistraat grote lof; als men laat was kon het eiland alléén worden bereikt door de hulp van de veerdienst Maas. Namens de gehele gemeenschap van Schouwen-Duiveland bracht de burgemeester hartelijk dank voor het vele dat de beide schippers gedaan had den, die altijd klaar stonden ook bij ziekte en ongeval. U hebt wel de leeftijd bereikt om het rustig aan te gaan doen, hoewel spreker begreep, dat het een pijnlijk afscheid was. Daarom had hij geen bloemen meegebracht maar wel een geschenk in de vorm van een schil derij, voorstellende hoe in de 80-jarige oorlog de Spanjaarden door het Zijpe heen waadden. Dit mooie geschenk werd door de Gebr. Maas als een blijvend aandenken aanvaard. Burgem>eester v. d. Linde bracht de waardering over van de Bru-enaren, voor hetgeen de „Maasen" al die jaren gepresteerd hadden. Hij haalde enkele herinneringen op, o.m. het brengen van post in februari 1953 na de stormramp „U werkte niet enkel voor geld", wist burgemeester v. d. Linde, maar om werkelijke diensten te bewijzen. Wij zijn trots op jullie en hebben behoefte te danken voor alles wat jullie gedaan hebben" aldus eindigde de burgemees ter zijn betoog. De heer J. de Waal Jji. sprak namens de Alg. Schippers- en Visserstaelang en haalde aan dat duizenden malen, ook bij holle zee van en naar A. J. Polder was gevaren. Ook de Visserij-vereni ging had van deze dienst zijn voordelen gehad, waarvoor hij hartelijk dank bracht. De heer D. Duijvendijke dankte voor de jarenlange klandizie en de heer L. Padmos, die vaak in de nacht schroeven had aangehangen, presen teerde als aandenken een fraaie kope ren miniatuurschroef. De heer S. A. Ju- ■melet sprak namens een vriendengroep (de heer D. de Koning was er niet bij) waarbij hij hoopte dat ondanks de op heffing van het veer, de vriendschap zal blijven voortbestaan. Weemoed De oudste van de veerschippers, Nelis Maas, verontschuldigde zich dat hij „op z'n klompen" was, hij had zich voor dit afscheid niet opgedoft, want er was weemoed in zijn hart. Mede namens zijn broer bracht hij dank dat zoveel aan dacht aan hen was besteed, hij dankte ook voor het geschenk van burgemees ter Dijckmeester. „Wij zijn oude mannen geworden en komen wel rust toe, maar het ergste is het voor mijn zoon" beklaagde zich de heer Nelis Maas. Van jongsaf heeft hij zelfstandig gevaren; hij zal nu een baan moeten zoeken. Ik hoop dat hij daarin slaagt, aldus Nelis Maas. Herinneringen Onder een verversing werden tal van herinneringen opgehaald. „Ik heb de burgemeester en zijn vrouw eens mid den in de nacht op de schorren af moe ten zetten" vertelde Nelis, omdat de motor het niet deed. Eens stond ik doodsangsten uit, toen mijn broer eens in een storm met 4 paarden aan boord naar Flakkee vertrok, vertelde hij. Maar het kwam best uit. Jacob Maas vertelde de grap, dat hij op een middag toen hij naar Flakkee moest erge dorst had, omdat hij zoute vis gegeten had. In een lege fles van ouwe klare had ik water, waaruit ik af en toe een slokje nam, zo zei hij, er wa ren drie dames aan boord, die onder el kaar mompelden: hij is aan de drank. Een van de dames zei: „schipper, ik ga nooit meer met je mee!" Eer we aan de wal waren heb ik ze uit de doekjes ge daan hoe het in elkaar zat, vertelde Ja cob, die zich nog in het geval verkneu kelde. Onder de veerdiensten van Gebr. Maas is nu een dikke streep gezet. Men is reeds aan het onderhandelen om de beide vaartuigen te verkopen. De ver- keersmoloch heeft de veren uitgeran geerd, alleen de geschiedenis bUjft over. Een mooi stuk geschiedenis, omdat er in die halve eeuw passagiersvervoer geen enkel ongeluk heeft plaats gehad. Onkruidbesitrijding op zand- en grindpaden. Het is een lastig en moeilijk werk om door middel van een schoffel het on kruid van de verharde toegangswegen en de- met grind bedekte paden rondom het huis te verwijderen. Gelukkig is dit thans, dankzij de nieu we chemische vindingen niet meer no dig en men is nu voor goed van een zwaar en tijdrovend werk verlost. Het is zelfs zo gemakkelijk geworden, dat paden van onkruiden door slechts één behandeling, met het strooimiddel Gesatop Granulaat het gehele jaar ge vrijwaard zijn van onkruid. De toepassing is wel heel eenvoudig, omdat dit middel tegenwoordig in de handel is verpakt in een strooikoker, en de korrels nu. zo over de paden kunnen worden uitgestrooid. Er komt dus zelfs geen rugspuit of gie ter aan te pas. De korrels moeten zo gelijkmatig mo gelijk over de te behandelen paden wor den gestrooid. Bij tegelpaden de korrels zorgvuldig in de voegen strooien en ve gen. Belangrijk is, dat de toepassing dient te geschieden op een vochtige grond of in een periode van lichte regen. Indien het pad van te voren geheel onkruidvrij is gemaakt kan de toepas sing op elk tijdstip van het jaar plaats hebben, mits de grond vochtig is. Bij langdurige droogte de grond voor het strooien flink met water bevochti gen. Mogelijk aanwezige grote pollen gras sen of grote distelweegbree en andere breedbladige planten van te voren ver wijderen. Deze laatste kunnen echter ook ge makkelijk met de Pesco 18-15 spuitbus worden opgeruimd. Voordelen van Ge satop zijn, dat het niet giftig is voor mens en dier, niet brandbaar en ook geen metalen aantast. Bij alle toepassingen dient men er voor te zorgen dat de korrels niet op het ga zon of border-planten terecht komen (bijv. door afspoelen bij slagregens) daar dit schade kan veroorzaken, pas dus op bij hellende paden. De minister van verkeer en water staat heeft opdracht gegeven, nader te onderzoeken of verbetering van de vi suele geleiding aan de rechterzijde van de Haringvlietbrug gewenst is. Zo no dig zal hij zich daarna met de N.V. Ha ringvlietbrug in verbinding stellen met het verzoek de nodige verbeteringen te doen aanbrengen. De bewindsman deelt dit mee in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid P. Voogd (Boerenpartij) over de construc tie van de leiming van deze brug. Volgens de minister is de sterkte van de leuningen voldoende: zij zijn gelijk waardig aan de leuningen van de grote rivierbruggen van Rijkswaterstaat. Hem is geen enkel geval bekend, dat een voertuig in een recht gedeelte door een dergelijke leuning is gereden. In tegenspraak van bepaalde geruch ten wordt medegedeeld dat het solis- tenconcours op 1 mei a.s. definitief door gaat. Aanmeldingen worden daarom nog altijd gaarne ingewacht aan het U welbekende adres, liefst vóór 15 april. MIDDELHARNIS Kerknieuws Ger. Gemeente. Zondag 11 april a.s. hoopt ds. G. Zwerus uit Nunspeet voor de Geref. Gemeente al hier voor te gaan des morgens 10 en des avonds 6 uur. Ds. Zwerus is na een ernstige ziekte weer zover hersteld, dat hij zondags zijn eigen gemeente kan be dienen en een heel enkele keer elders preekt. De pastor loei ds. G. Mouw heeft de kansel voor ds. Zwerus gaarne afgestaan, zodat hij, in zijn vroegere gemeente nog eens in de bediening des Woords kan voorgaan. Ds. Mouw preekt zondag te Nieuwe Tonge. Donderdag 8 april des avonds half acht uur hoopt ds. Zwerus te Ouddorp voor te gaan. SOMMELSMJK Geboorten: Maatje, d.v. C. v. d. Sluijs en M. A. de Waard; Anna Maria d.v. M. van Vliet en P. C. van der Boom. Overlijden: Anthonij P. Heestermans, wed. v. P. M. Jacobs, 74 jaar; Petrus J. van der Ree, e.v. A. M. Bezemer; 59 jr. Martina A. Okker, wed. v. L. Nieuwland 64 jr.; Hendrikus Bijleveld e.v. M. G. Boeter, 68 jr. Hendrika Rozenheek, wed. V. C. Kamp, 86 jr.; Neeltje H. Nagtegaal ongeh. 94 jr.; Izaak van Noort, e.v. C. M. Poldervaart 53 jr.; Jannetje van den Tol, wed. V. B. Beket, 80 jr. Huwelyken: J. E. Keus, 26 jr. en L. A. van der Boom, 21 jr. W. de Vos, 27 jr. en J. van Erkel 21 jr. HERKINGEN Groene Kruis. Algemene ledenverga dering van de Zuid-Hollandse vereni ging „Het Groene Kruis", afdeling Her kingen, te houden op, vrijdag 9 april 1965 in het verenigingsgebouw „Ons Huis", aanvang des avonds 8 uur. Agenda: Opening, vaststelling notulen jaarverslag secretaris, goedkeuring der rekening 1964, aanwijzing 2 leden voor het nazien der rekeningen 1965, vast stelling begroting 1965, benoeming 2 be stuursleden wegens periodieke aftreding van de heren J. Bestman en J. L. Ooen- radie (herkiesbaar). Rondvraag, waarna vertoning van dia's door de heer J. L. Coenradie. Het bestuur hoopt op een meerdere belangstelling van de leden. OUDDORP Kerkdienst. A.s. donderdagavond om half acht hoopt voor de Ger. Gem. al hier voor te gaan ds. Zwerus van Nun speet. Uitslag prijzen Uniformfonds Mu ziekvereniging. Op de Huishoudbeurs heeft het comité Uniformfonds Muziek vereniging loten verkocht om unifor men te kunnen aanschaffen, waarop de volgende prijzen zijn gevallen. Hetlevensmiddelenpakket ter waar de van 100,viel op no. 1771, af te halen bij L. Grinwis, Weststraat. Nog een levensmiddelenpakket op no. 73 serie E., een volgende op no. 18, met muziekstempel en een beer op no. 88 serie K. af te halen bij mevr. L. Mierop V. d. Heuvel, Oosterweg Ouddorp. „Wij vissers zien de ontwikkeling daar met angst en vreze aan; straks is het ook daar voor ons taboe" zegt een peinzende Wout 't Mannetje van Goe- ree Havenhoofd, een halve, eeuw oud, 36 jaar visser, 7 jaar raadslid te Goede- reede en.... realist. Dhr. 't Mannetje spreekt wat verdrietig over de verzan ding van de 6 mijl lange toegang van zee naar de nieuwe binnenhaven op het Deltawerk bij Stellendam, waar de vis- sersvloten van Goeree en Stellendam zijn geconcentreerd si/nds ze vorig jaar uit hun thuishavens zijn verdreven. Als zovele van zijn collega's heeft de heer 't Mannetje de afgelopen jaren het ver zandingsproces zich zien versnellen en het is nu al gover dat de visserssche pen hun nieuwe toevluchtsoord bij min der gunstig weer en laag water niet meer kunnen verlaten en hoog water moeten afwachten. Nooit één schip Tijdens de vorige raadsvergadering te Goedereede moest het er bij de heer 't Mannetje uit; weldoordacht heeft hij het gezegd: „Nooit zal er een schip door de schutsluis varen, nooit, al hoop ik dat ik me vergis". De heer 't Man netje weigert te geloven dat het vaar water na de afsluiting van het Haring vliet bevaarbaar zal blijven, nu hij achter de nieuw gebouwde schutsluis de zandplaten steeds ziet groeien. Hij spreekt inmiddels wat gematigder maar houdt het vol. Met zijn collega's spreekt hij van angst en vrees en durft zijn praktijk te stellen tegenover de theo rieën van Rijkswaterstaat. Nee, Wout 't Mannetje klaagt niet over de nieuwe haven, al is die ook nog zo ondiep dat er al gebaggerd wordt en al zijn al een paar schroeven stuk geslagen op her en der op de bodem verspreid liggende keien. De vissers aanvaarden de overgangstijd al brengt die dan wat ongerief mee, er wordt aan verbetering gewerkt. Maar achter de schutsluis die straks vanuit de bin nenhaven toegang zal geven naar de nog te bouwen buitenhaven strekt zich een grote zandplaat uit die bij normaal hoog water niet eens meer onder loopt: „En daar moeten wij straks varen?" door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. Ans vraagt niet, nog wat te mogen blijven, als moeder zegt dat het haar bedtijd is. Ans gaat. „Jan", begint Annie, „we hebben zwa re dagen gehad, hè?" „Jij vooral." „Och, 'k weet niet. Misschien- wel. 't Kwam zo onverwacht. Weet je, dat viel me het meest tegen, dat je er nooit eer der over gesproken had. Ik was zo boos op je, als ik nooit gedacht had te kun nen zijn. Dat is voorbij. Ik ben gaan geloven, dat de schuld van je zwijgen bij mij lag. Ik maakte het je te moeilijk. Ik meende het wel goed, als ik je zorgen trachtte weg te redeneren met een ver wijzing naar betere tijden, maar 't is precies, zoals je maandag zei: als ze nog komen, is het voor menigeen te laat. En ik erken, dat ik voor geldzaken en voor de winkel nooit veel belangstelling heb getoond. Dat we dit huis uit moeten, valt me natuurlijk hard. Ik vond het heerlijk met jou en de kinderen te wo nen in hetzelfde huis, waarin ik eens met mijn ouders leefde, maar och, daar zal ik wel overheen komen. Ik wou je voorstellen het meteen maar te verko pen. Veel zal er wel niet van overschie ten, als de hypotheek is afgelost, maar verhuren is te riskant. Wij vinden dit huis mooi en gerieflijk, maar voor ande ren is het al gauw ouderwets. Een hoge huur krijg je er niet voor en, wat moet je beginnen, als het leeg komt te staan?" „Als je het verkoopt, 'ben je het kwijt." „Dat weet ik. Dat vind ik erg, maar het lijkt me de beste oplossing. Trou wens, er zijn andere dingen, die ik erger vind". „De kinderen, bedoel je". „Ja. Dat ze niet studeren kunnen. Over een maand of wat doen Tonny en Koos eindexamen. Wat dan? Als we nou eens heel, heel zuinig werden? Als ik geen dienstbode meer nam en ook in de win kel ging helpen?" „Kindje, dat hield je niet vol." „Je moeder deed het ook." „Die had een kleinere womng." „Ja maar. Jan de kinderen. Jij voelt dat Misschien niet zo maar ik. Je weet, hoe graag ik zelf had willen stu deren. Als vader maar niet zo conser vatief was geweest. Ik moest een hand- werkakte halen, ik moest naar een huis houdschool, terwijl ik zo dolgraag naar het gym en de universiteit was gegaan. Nou en Tonny, ze heeft helemaal mijn aanleg, dat weet je. Ze wil letteren stu deren. We hebben haar nu eenmaal op het gym gedaan. Die jaren zijn dan ver loren. Want wat moet zo'n meisje? En onze Koos nee Jan, dat weet je nog niet. Dat wou hij als een verrassing voor je bewaren. Koos heeft eindelijk heel beslist een keus gedaan. Medicijnen moet het worden. Hij meent dat hij je er een groot plezier mee doet. Kun je nu zeggen: het gebeurt niet?" Of de beker nog niet vol genoeg is. Koos, die al vroeg blijk gaf van een bijzonder goed verstand, maar vandaag met dit plan aankwam en morgen met dat, Koos, die op de lagere school een klas oversprong en op elfjarige leeftijd naar de H.B.S. was gegaan, omdat men dan later wel zien zou". Koos heeft een lange, dure studie gekozen. De jongen heeft veel moeten horen over zijn wis pelturigheid. Nu hij die te boven is, zal hem gezegd worden dat hij opnieuw toekomstplannen kan gaan maken, maar daarbij in lager regionen blijven moet. Koos, de kleinzoon en naamgenoot van de rijke Verwaal, zal jongste bediende op een kantoor moeten worden, of iets anders hieraan gelijk. „Jan, geef eens antwoord." „Ik weet geen antwoord." „Maar is het dan ineens zo erg"! Als Tonny nu eens thuiskwam, zou Koos dan niet kunnen studeren?" „Het ene kind voortrekken boven het andere?" „Tonny is een meisje. Natuurlijk trouwt ze". „Met die Van O vervelden?" „Ja. Na het examen wil hij een offi ciële verloving vertelde ze me dezer da gen." „Vroeg genoeg." „Voor Tonny wel, maar hij is dan twee-en-twlntig." „Van zo'n eerste liefde komt zelden iets." „Ben je onze tijd vergeten?" „Alle mensen zijn niet even standvas tig." „Maar onze Tonny wel." Jan twijfelt niet aan de standvastig heid van zijn dochter, hij twijfelt aan iets anders. Maar dat is van later zorg. Nu gaat het om Koos. „Als het huis goed verkocht werd en er geen nieuwe tegenslag komt, zou het misschien gaan", „Hij wordt natuurlijk spoorstudent." „Dat spreekt vanzelf". „Hij zou naar het station kunnen fiet sen". „Ja, want de bus brengt hem wel in de stad, maar hij blijft daarmee nog ver van het station, 't Is wel een heel eind, maar voor een jongen hindert dat niet. Tonny zouden we zo iets nooit hebben toegestaan. We moeten er haar maar op wijzen, dat haar studie meer zou hebben gekost dan die van Koos. Voor haar zou deze manier te vermoei end zijn geweest, zij zou in Leiden heb- Steeds grote risico's Hij vertelt dat de afstand vanaf de schutsluis tot in het vlotte water de zee voorbij de Hinderribben waar de boei „Brammetje" ligt plm. 6 mijl be draagt. In het uur dat over die afstand gevaren wordt raken de kielen van de meeste vissersvaartuigen steeds de bo dem die vnl. uit modder bestaat, waar door ze niet vastlopen wat op een zand bodem wel zou gebeuren. Maar ook bij hoog water kan er in deze 6 mijl ge makkelijk averij worden opgelopen, een risico waarvan de verzekeringsmaat schappijen zich niet bewust zijn „vindt dhr. 't Mlannetje. Hij staaft zijn angst en vreze theorie als volgt: De verzan ding van het gehele Haringvliet begon al in 1928 toen in het beruchte Helle gat bij Ooltgensplaat strekdammen werden gelegd oxa de snelle stroom daar te breken. Spoedig daarna begon de verzanding. Nu houdt de ebstroom het vaargeul naar zee nog open maar straks wanneer de Haringvlietdam ge sloten zal zijn zal de verzanding zich zeer versnellen. Dhr. 't Mannetje ver wacht dat in droge zomers wanneer weinig of geen bovenwater te spuien is de spuisluizen wel enkele maanden gesloten zullen zijn maar ook al zou regelmatig gespuid worden dan nog zou de stroming slechts over een zeer be perkte afstand achter de sluizen effect sorteren. Verder gelooft de heer 't Mannetje niet dal het Rijk tot baggeren van het geul zal overgaan zolang het afvoer van bovenwater niet in het gedrang komt. Maar voor de vissers betekent dat nog zo lang niet dat het geul be vaarbaar zal blijven. „Voor het Rijk is de haven echt niet zo belangrijk en we moeten er maar op rekenen dat we al over enkele jaren een grote omweg via de Waterweg en het Voomse kanaal moeten maken" vreest hij. Voor de zeevissers die 's maandags uitvaren en pas vrijdags weer thuis komen behoeft dat niet zo bezwaarlijk te zijn. Anders ligt het voor de gama- lenvissers die dagelijks hun vangst aan de wal brengen. De heer 't Mannetje heeft toch ook nog niet alle hoop laten varen. Door het leggen van strekdam men zou er wel een deugdelijk vaarwa ter van te 'maken zijn" vermoedt hij maar of Rijkswaterstaat zo ver zal gaan betwijfelt hij. Kalm aan doen Bij Rijkswaterstaat heeft men wel kennis genomen van de sombere ver ben moeten wonen. Nou en je snapt wel „Natuurlijk, daar kan geen sprake van zijn". „Als Tonny maar niet te veel in haar wiek geschoten zal zijn. Wénneer zul len we het haar zeggen?" „'k Zal morgen weleens met haar pra ten." „Vrouwtje, zal dat je niet te zwaar vallen? Zullen we het niet liever sa men doen?" „Nee, nee! Laat het maar aan mij over". „Anneke, mijn Anneke, dat je het zó dragen kiuit, zo dapper". „Och, jongen, we hebben elkaar nog en de kinderen. Als ik een van jullie naar het kerkhof brengen moest, dan. Ze barst in tranen tut. „Annie lieveling". „Stil, laat me maar". Zijn troostende arm weert ze af. Het opgekropte leed breekt uit in korte felle snikken. Dan even onverwacht als de storm kwam, legt hij zich. „Ik zal flink zijn", zegt ze. „We zul len het samen dragen, wat jou?" Hij sluit haar in de armen. „Mijn dier baar meiske", fluistert hij. „Een meiske van vijftig, moeder van vier kinderen", tracht ze te schertsen. „Bedenk asjeblieft, dat we de zilve ren bruiloft in 't zicht hebben." „Een zicht van vijf jaar". wachtingen van de heer 't Mannetje en collega's. De klacht over het kapotslaan van schroeven heeft men ook onder- ■^ocht. Steken de vissers het op stenen, Rijkswaterstaat beweert dat het zand zo hard als steen is en dat de vissers het in geul piano aan moeten doen. „Als ze me mijn netten vergoeden zal ik ze wel even voltrekken met keien, gaf een visser als commentaar. Het geui is volgens de peilingen van RWS plm. 3.50 meter diep beneden laag water. Wel is het geul erg smal. Rijkswater staat heeft proeven genomen in de wa terloopkundige laboratoriums en wan neer het dan toch zou verzanden, dan zal er gebaggerd moeten worden" zegt men wat ontwijkend. De tijd zal 't leren De dubieuze toekomstverwachtingen houden de ontwikkeling bij de binnen haven tegen. Verolme liet het bouwen van een nieuwbouw- en reparatiewerf afweten zij het, mede door de ongunstige ontwikkelingen in de scheepsbouw. De garnalen- en visliandelaar Dirk de Ja ger te Stellendam heeft het kennelijk niet aangedurfd om een permanente ijsfabriek te bouwen. Hij kocht een oude zeesleper die als drijvende en dus mobiele ijsfrabriek zal worden ver bouwd. De gebouwëïi die aan de bin nenhaven zijn verrezen zijn semi per manent. Wie zal er gelijk hebben, de vissers of Rijkswaterstaat. Zal ons na geslacht straks op de klompen van Goe ree naar Rockanje kunnen lopen zoals eens is verondersteld. De natuur is niet te berekenen, alleen de tijd zal het leren. Pokken zijn eeuwenlang een gesel der mensheid geweest, maar de ziekte is thans in Europa en Noord-Amerika vrij wel onbekend, dank zij de vaccinatie met koepokstof. In de rest van de we reld telt men ook thans nog omstreeks 100.000 lijders per jaar, waarvan er 25 duizend sterven. Daarom is de 17e verjaardag van het inwerkingtreden van het statuut van de Wereldgezondheidsraad gewijd aan de bestrijding van deze plaag. Op 7 april zal de Wereldgezondheidsdag de inlei ding vormen tot een grootse campagne om de pokken te verdrijven uit de grote infectiehaarden, die zich in het bijzon der nog in Zuid-Oost-Azië en Afrika be vinden. (DIA). Men hoorde reeds de eerste week: „gelukkig, 't is weer maart, we gaan de lente tegemoet" Men dacht in alle overmoed niet aan die „maartse staart"! Want koud dat 't enk'le dagen was, en vriezen dat het deed. De sloten lagen aUe dicht; men trok toen wel een lang gezicht alsof men dacht: „wie weet"! 't Is immers wel eens meer gebeurd niet eens zo lang geleën? Toen vroor het tot begin april, en in de polders bleef het stil, de grond was hard als steen! Maart toonde ook zijn goede kant. Reeds in de tweede week. 't Was heerlijk weer; veel zonneschijn, want maart kan echt wel zomers zijn zoals ook nu weer bleek! De boeren konden aan de slag, zelfs velen kregen haast. De zon stond immers al zo hoog, en 't land was ook al lekker droog; maar 't bleekmen zat er naast! De lucht betrok, de regen viel; de wind draaide naar zuid. Maar aan de dijk en in de wei werd door de lammetjes o zo blij de lente ingeluid! Maar grauw en grijs de wolkenlucht, de regen plensde neer. Het water steeg in sloot en plas, en 't land werd tot een groot moeras door 't gure maartse weer! Gedwongen bleef men binnenshuis, al 't landwerk lag weer stil! Men dacht - zo gaat 't in boerenvak - „zat 't zaad nu nog maar in de zak, en was het maar april"! Maar 't afscheid van die barre maart was toch geweldig goed. De boeren lang gedwongen stil zien daardoor nu de maand april weer hoopvol tegemoet! J. S. „Vijf jaar zijn, om, eer je het weet. Er kan veel in gebeuren. Veel kwaads, maar ook veel goeds. Wie weet, hoe de kansen zich nog keren". „Welja. Maar laat me nou los. Ik zou geen raad weten als Tonny en Koos me zo zagen. Een behuild gezicht en ver warde haren-----'k Ga me even wat op knappen, hoor!" Ze blijft lang weg. Ze heeft meer op te knappen, dan haar mogelijk is. Zal ze het werkelijk te boven komen? Koos zal studeren! Misschien. Is het wel goed, dat ze het doorgedrongen heeft? In deze vier dagen heeft ze veel ge hoord en gezien, wat anders langs haar gleed. Ze heeft gelet op de wagen van Alberts. Ze heeft gerekend. Ze kan re kenen, al voelde ze er nooit voor. Als Koos van de H.B.S. komt, zal hij zeker nog zeven jaar nodig hebben, eer hij klaar is. Zullen ze het zeven jaar kun nen bolwerken? Tonny zal niet studeren. Nu ja, Ton ny voelt niet meer zo heel veel voor de studie, sinds ze met Van Overvelden gaat. Mevrouw Van Overvelden vindt studeren onvrouwelijk. Tonny komt ten slotte door haar huwelijk terug in d^ stand, die haar moeder verliet. Maar daar zijn ook nog Ans en JanZal ze kracht tot dragen hebben als het af- waarts blijft gaan? „God, help toch", stamelt ze. Eerst als ze de kinderen hoort Ko men, gaat ze naar beneden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 2