EIIATIDEII-niEUWS Tentoonstelling „Open Eiland" te Zierlkzee Zij deden myn was waur ik by stond, I Bn'onchiletten Jiuis I>e strijd om het beistaan N.V, 2e blad Vrijdag 2 april 1965 No. 3376 s s !S Uil nc I -k -k i^ Ditjes en Datjes •k k -Ü •k -k -k Wat een late Pasen, Zo roept menigeen. De scholieren klagen. Nu al steen en been! Nogal geen vacantie? Wel al een rapport? Omdat 't anders immers Danig laat ook wordt, 't Paasei is een late En 't is niet zo duur. Er zit danig werking, Ook in de natuur. Knoppen gaan al open. Wordt 't een mooie paas? Niemand die 't kan zeggen Ondanks veel relaas Dinsdag na de Pasen! Dan weet ieder 't wel En de schoonmaak vordert Ondertussen snel. Een van de Sunil was-teams.deed de was voor mevrouw D, Postmaa, Cort v.d. Lindenstraat 22, Zandvoort. "Laat maar eens zien of Sunil inder» daad witter wöj/," zei mevrouw Postmaa. En het bewijs werd haar geleverd. Ook hier won Sunil, Haar was werd stralend wit. Historie van Schouwen Duive- land in „Gravensteen" „Decolijnisatle" m. ;n. fle, Ier uw «[ARNIS nenkort na tele- lAAGD. Hoge rUIZEN elhamis oevende SoUici- ;euwen- gem. AKKEE •elefoon n (Post Ruimtevaart De toren van Ba- bel Spraakverwarring Wat is waarheid? De ontwikkeling van wetenschap en techniek voltrekt zich in zo'n snel tem po, dat wij, gewone mensen het niet meer bij kunnen houden. Neem nu de ruimtevaart, toen de Russen in 1957 hun eerste aardsateliet lanceerden was dat een wereldschokkende gebeurtenis. Wij len Prof. G. Wisse trok nog het land door met zijn (laatste) tij dr ede: „De Russische kunstmaan bezien door een religieuze kijker". Maar sinds die tijd zijn er al zoveel kunstmanen, aardsate- lieten, raketten en cabines de ruimte in geschoten, dat we er onmogelijk meer warm voor kunnen lopen. Af en toe wordt onze bewondering nogeens opgewekt door de ongelooflijke presta ties, waarvan zelfs Jules Veme niet heeft kunnen dromen, zoals een paar weken geleden bij de Russische ruimte- vlucht, waarbij één van de astronauten bij wijze van toegift nog een uitstapje maakte uit zijn cabine, maar een week later praten we er al niet meer over. En de mensen, die zo hard geoepen heb ben, dat de maan onbereikbaar is, zijn al heel wat voorzichtiger geworden in hun beweringen, want als we de be richten mogen geloven, zijn er al met succes een paar „schoten" op de maan gelost. Laat ik maar eerlijk bekennen dat de hele ruimtevaart boven m'n pet gaat en dat ik, ook na het lezen van artikelen over deze materie, er geen zinnig woord over weet te schrijven. Laat ik ook maar eerlijk verklaren, dat ik niet weet of deze doorvorsing van het heelal nu ge oorloofd is of niet. Vroeger werd de he le luchtvaart veroordeeld op grond van het gezegde: „De lucht is voor de vo gels" maar tegenwoordig is er toch wel niemand meer die principiële bezwaren heeft tegen een luchtreis. Nu hebben we de neiging om de ruinitevaart en het ruimtevaartonderzoek te gaan zien als een overschrijding van de door de Schepper gestelde grenzen, maar zullen we ook van dat standpunt straks niet moeten terugkomen? Waar liggen de grenzen die God aan ons menselijk kennen en kunnen heeft gesteld? Zal in het laatste der dagen de wetenschap niet vermenigvuldigen? Zegt de psalmdichter niet, dat God de mens doet heersen over alle werken Zij ner handen? En behoort ook de ruimte vaart tot „de moeilijke bezigheden" die God de kinderen der mensen gegeven heeft om zich daarmee te bekommeren" Zolang ik er niet meer van weet, zal ik me dus van een beoordeling of ver oordeling onthouden. Maar één ding staat voor mij vast. Naarmate de we tenschap vordert en naarmate de tech niek groter vormen aanneemt, naar die mate neemt de verwarring op aarde toe Gaan de volkeren der aarde, die elkaar nu de wereldheerschappij betwisten, straks ook de planeten in hun geschil len betrekken? Dat is de bedenkelijke kant aan deze zaak, dat bijvoorbeeld Oost en West op aarde elkaar ternau wernood in evenwicht kunnen houden en nu bezig zijn een wedloop te onder nemen naar de planeten. Ik kan het niet helpen, maar ik heb het idee dat we bezig zijn voor de twee de keer de toren van Babel te bouwen: „Komaan, laat ons voor ons een toren bouwen, welks opperste in de hemel zij Maar terwijl de mens bezig is omhoog te klimmen, daalt de Heere omlaag en zegt: „Komaan, laat Ons nedervaren en hun spraak aldaar verwarren, opdat een ieder de spraak van zijn naaste niet hore". We zijn het in principe zó eens met elkaar: Er wordt hard gewerkt aan een verenigd Europa; we hebben sinds de oorlog zelfs een volkerenorganisatie; de wereldkerk is ook al in de maak---- Maar tegelijk is er op aarde een spraak verwarring, waarbij vergeleken de Ba bylonische nog maar kinderspel was. Die spraakverwaring begint al op het terein van onze taal, heel letterlijk dus.-s,^ In de grammatica die ik vroeger op school gebruikte werd een woord ge definieerd als „een samenstelling van bepaalde klanken, waaraan een beteke nis verbonden is." Een zin werd erin omschreven als „een aantal woorden in logische volgorde". Nu, aan de hand van de moderne literatuur moeten we deze definities maar zo vlug mogelijk schrap pen. Wie een moderne dichtbundel ter hand neemt of een tijdschrift voor let terkunde vraagt zich af, wie er nu dwaas is: de „kunstenaar", die derge lijke kolder heeft neergeschreven; de criticus, die dit gebrabbel voor de hoog ste vorm van kunst verslijt; of de re gering die dat soort produkten met een prijs bekroont. Ik meen dat een of an dere kerkvader (de man moet een pro fetische blik hebben gehad!) gezegd heeft, dat er een tijd zou komen, dat de mensen geen woorden meer zouden spreken, doch zomaar losse klanken zou den uitstoten, zonder enig verband. Nu, daarheen zijn we al een heel eind op weg! Over de spraakverwarring op econo misch gebied en, daarmee verwant op politiek gebied, zullen we 't maar niet hebben. In Den Haag om bij ons ei gen land te blijven zijn we nu al en kele weken aan het touwtrekken om een regering te krijgen die het vraagstuk van de commerciële televisie kan. op lossen En op het terrein van kerk en theo logie heerst er een spraakverwarring, die z'n weerga niet vindt. Ieder heeft zo z'n eigen gedachten over God, over de zonde, over de wereld, over de ver zoening, over de verkiezing, enzovoorts, en ieder meent dat hij zijn eigen ge dachten in de Heilige Schrift kan te rugvinden. God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis, maar wij zijn nu bezig ons een God te scheppen naar ons beeld en naar onze gelijkenis. Die verwarring is toch echt niet bij God.be- gonnen, want Hij heeft „niet in het verborgene gesproken, in een donkere plaats der aarde", maar ons verstand is verduisterd en dat zien we niet, of dat willen we niet zien. En als dan het Godsbeeld van de Bijbel niet aanvaard baar is voor ons verdorven verstand, dan zeggen we dat God een projectie is van ons denken. En als het wederdbeeld van de Heilige Schrift niet klopt met onze wetenschap, dan zeggen we dat de Bijbel een mythisch boek is We zijn in de lijdensweken. We be denken dat de procurator van Judea, Pontius Pilatus, aan de Man met de doornenkroon vroeg: „Wat is waarheid? RIJMEN VAN TIJMEN Visstand is indroevig. Op zo menig plek Verontreinigd water, Breekt de vis de nek. Wat er soms geloosd wordt. Is wel meer dan bar. Vele vissen raken, Danig in de war. Sterven als de ratten^ Of bedwelmen zo. Dat men zulk een maaltje, Niemand geeft cadeau! Lekkere verse vissen. Worden heel erg" schaars. Vaak heeft ze een bijsmaak. Snoek of zalm of baars. Jongens en munitie. Zoeken soms elkaar. Men beseft dan heel niet, Het zo groot gevaar. Las ze dat berichtje. Ook weer in de krant? Projectiel ontplofte 't Stond in nauw verband, Met het onderzoeken. Van zo'n naar geval Liefst wel op een zolder! Hier lag overal. Nog heel wat munitie. Niemand zag 't gevaar. De gevolgen kwamen. Spoedig openbaar. Dus voorzichtig wezen. Met vereende kracht. Ter bestemder plaatsen Alles dus gebracht. Maar we lezen niet dat hij van Jezus nog antwoord heeft gekregen op deze vraag. Want het vleesgeworden Woord is niet gekomen om de filosofische, ab- strakte waarheid te onthullen, maar om Zichzelf bekend te maken als de Weg, de Waarheid en 't Leven. En omdat dat niet klopte met onze weg en onze leu gen, en onze dood, daarom hebben we Hem aan het kruis geslagen. Waarnemer Zo ziet men Zierikzee als men het oude stadje binnen rijdit. Rechts de antieke gevels van vroe gere patriciërswoningen, geheel links de stad- huistoren, waarin het stadsmuseum is onder gebracht. Zierikzee telt ruim 7000 inwoners en is de belangrijkste plaats op Schouwen-Duiveland Het is een lust om door dit oude stadje Üe dwa len, w^e zullen er straks vele Flakkeeërs tegen komen. De afstand van af de Grevelingendam by Oude Tonge naar Zierikzee is slechts 20 kilomeiier. De minister van verkeer en waterstaat mr. J. v. Aartsen heefit donderdagmid dag na de openstelling van de Greve- lingendam te Zierikzee de tentoonstel ling „Open Eiland" bezocht. Deze (tentoonstelling is tot stand ge komen en financieel gesteund door de gezamenlijke gemeenten van Schouwen Duiveland; de geestelijke vader er van is de conservator van het stadsmuseum de heer C. Postma. Heli is een soort prentenkabinet met sterk verigrote re- produkties van tekeningen, etsen enz. om ie laten zien hoe Schouwen-Duive land er in het verleden uitzag. De exposanten hebben een goede keus gemaakt aan hetgeen aan het eind van de 18e eeuw door kunstenaars in prent is gebracht. Het fotowerk is verzorgd door mevr. Mr. Tina Kannegieter te Middelburg; door de N.V. Ahrend te 's- Gravenhage en de Koninklijke „Zee- landia" te Zierikzee. I De bezoekers kunnen bovendien op deze tentoonstelling waarnemen, wat er aan oude monumenten en aan oude bouwkunst bewaard is gebleven. Maar ook uit een nog niet lang verleden wx3r- den er mooie stukken vertoond, die de ouderen zich nog goed zullen herinne ren. B.v. een „Schouws gerijtje", waar mee de mensen van toen zich van de hofstede dorpwaarts of kerkwaarts be gaven. Curosia Er zijn ook enkele paradepaardjes uit het stadsmuseum gehaald, o.m. de ma quette, de schaal der Thesausieren, de schilderij van het darrinckdelven en er wordt tafelzilver als curosia uitgestald, kristallen bokalen van het waterschap, enzovoorts. Dan zijn er de originele dichtwerken van Jacob Cats, antiek meubilair, Avondmaalzilver uit de Herv. kerk, respectievelijk uit de jaren 1685 en 1728, een fraaie beker uit particu- (Foto „Zierikzeescne NiejawsDoae') lier bezit, een pracht schilderij van het meekrapdelven, antiek meubilair en tiental andere dingen meer. I Doel van deze tentoonstelling Het doel van deze tentoonstelling is de aandacht te vestigen op hetgeen er aan schoonheid is overgebleven op Schou wen-Duiveland, waarbij het advies wordt gegeven „niet al te rigoreus met klompen in die porceleinkast rond te stappen". De tentoonstelling „Open Eiland" die in de grote zaal van het Graven- steen wordt gehouden is de gehele maand april voor het publiek geopend dagelijks van 2-4 uur tegen een ge ringe -entree om de hoge kosten te dekken. Ongeitwijfeld zullen vele Flakkeeërs in de komende weken over de dam rijden; wij raden gaarne aan deze expositie te bezoeken, waarmee een indruk wordt verkregen over de schoonheid van Schouwen-Duiveland. Geachte Redactie In verband met uw artikel „Decolij- nisatie", lijkt het me goed om me even tot u te richten. U heef m.i. de „decolijnisatie" zeer juist en volkomen goed geargumenteerd besproken. Zulke grondige artikels vind ik wei nig in „Trouw", evenmin dat ik in Trouw vind één van de voornaamste zaken in de apartheidspolitiek-be- schouwingen betreffende Zuid-Afrika, nb. dit: dat Zuid-Afrika een broeder volk van ons is! Daar wordt nu over gezwegen, doch in mijn jeugd werd dit zeer sterk gevoeld, vooral ook door de aktie van Koningin Wilhelmina, tijdens de Boerenoorlog van 1899-1902, in het zenden van het oorlogsschip De Gelder land om Paul Kruger te halen. Heel Ne derland leefde mee! De apartheidspoli tiek is nu ook een internationale kwestie In Zuid-Afrika werkt een Christelijke regering en doet daar enorm veel voor de Bantoes en de andere vreemde vol ken. Een grote ellende, zoals in Amerika en in de Congo is daar in Z. Afrika niet! Nooit schrijft Trouw dat de apartheids politiek internationaal is en dat uit Chr. oogpunt, zoals dat in Z. Afrika geschiedt het meeste te bereiken is voor de ne gers! Doch b.v. de paginaruil was goed. Gelukkig meldde Trouw vrijdag 26 maart dat Verwoerds Partij een op zienbarende overwinning heeft geboekt. Verwoerd heeft dus m.i. de juiste poli tiek gevoerd. Gevolg: Geen herrie in deze barre tijd. En dat is heel wat. Wel nu zo is het in de hele wereld ook geweest met de economie, in de dertiger jaren! De wereld werd geteisterd door een verschrikkelijke crisis. De ontwik keling van de economische wetenschap is daarna enorm vooruitgegaan. Men wist toen nog niet zo goed als nu, dat men in een situatie van laagconjunctuur niet zo moet bezuinigen op de overheids uitgaven. Toen was de budgetpolitiek alleen aan de orde in alle landen! Een heel slecht middel tot herstel was het pogen van verschillende landen om zich economisch „af te sluiten". Hoge tol muren en importbeperkingen werkten zo ellendig mogelijk voor ons land. Het was de schuld van Coljjn niet, dat al die landen dat econ'omisoh ver keerd deden! Colijn heeft daartegen in Londen en Geneve gevochten. Doch hij had geen resultaat. En nu kom ik, waar ik wezen wil, n.l. tot de hoofdzaak. Dr. Colijn heeft hard gewerkt om de bittere nood der werk lozen te lenigen, al ontkennen dit de so cialisten, maar hij kon door de tegen werking van alle andere landen, die alleen voor zichzelf trachtten te zor gen, nia(t beginnen! Engeland was daar ook héél sterk in! En Amerika ook! Daar waren zelfs 2 x zoveel werklozen als in Nederland percentsgewijze. Toen kwam Marshall na de oorlog met zijn internationale hulp aan alle landen ,om de economie weer op gang te brengen! Wanneer er nu een Mars hall was geweest in de tijd van Colijn, dan was de scheldmond der socialisten muurvast dichtgeslagen en hadden ze Oolijns politiek moeten roemen en prij zen. Natuurlijk tegen hun zin in. Denkt u zich dat toch eens in „de kabinetten van Drees na de oorlog" zonder Mars hall hulpWat was er dan van hun po litiek terechtgekomen? Niets! Totaal niets! Dat zal het „Vrije Volk" nooit schrijven. Kijk en dit punt, geachte re dactie, is ook een noodzakelijke aanvul ling van uw beschouwingen over de „decolijnisatie". U heeft daar al iets over gezegd met deze woorden: Keynes schreef zijn beroemde boek pas in 1936 en zijn theorie werd pas na de oorlog gemeengoed! Juist! Kijk en dan komt Marchall op de proppen na de oorlog en worden de grenzen losgegooid! Vroe ger werden ze dichtgespijkerd! Toen kregen we een internationaal gebied van hoogconjunctuur in Amerika en W. Europa. Dat heeft Colijn ook gewild! Drs. Hazenbosch heeft dit ook eens tref fend toegelicht tegen Minister Hofstra (P.v.d.A.), waar deze niet veel op kon terugzeggen! Mijn eindvraag aan u is dus: „Is het geen schromelijke onkunde, waardoor men komt tot decolijnisatie en zulks vermoedelijk ook door het ver keerde voetspoor te volgen der socialis ten?" Met vriendelijke groeten, Sommelsdijk J. A. Jongsma Naschrift van de Redactie. Onze hartelijke dank voor dit schrij ven van onze oude vriend Jongsma. Ook voor de aanvulling op ons artikel. We zijn met onze hoofdartikelen aan een bepaalde ruimte gebonden, dus konden we niet al te uitvoerig worden. De op merkingen over de Marshall-hulp en de kabinetten-Drees zijn zeer ad-rem. Der gelijke reacties van onze lezers stellen we op hoge prijs. Hoestdrank in tabletvorm.95ct DIEPSPITTEN TUIN Het voorjaar komt in 't land en velen die in het gelukkige bezit zijn van een groentetuin voelen hun handen langza merhand jeuken om deze de grote beudt te geven, namelijk het spitten. De een verstaat onder spitten de mest en het onkruid onderwerken, bij de ander schept het gevoelens van diepdelven. Vooral aan het diepspitten zitten op de lichte, kalkarme zandgronden toch wel bezwaren, speciaal bij een dunne bouw voor. De kans is namelijk groot dat u dan zeer zure, kalkarme grond bovenhaalt, waarin de plantenwortels zich slecht thuisvoelen en dus ook slecht zullen groeien. In dit geval zal een bekalking zeer heilzaam w^erken. Hoeveel kalk u moet strooien hangt af van de zuur graad van de grond en ook van het or ganische stof en kleigehalte. Deze groot heden zijn vast te stellen door grondon derzoek, waarna het een eenvoudige zaak is om vast te stellen hoeveel en ook welkwe kalkmeststof het beste kan worden gegeven. ren ook artikelen als petroleum, naai gerei en schrijfbehoeften afgeschaft, hij zorgde er voor, toch zowel de goedkoop ste bruine bonen als de duurste conser ven voorradig te hebben. Het devies der Koster „alle molens vangen wind", bleef hij trouw. Het is vreemd, dat Jan Koster zo wei nig denkt aan die tijd van voorspoed thans, nu het bergaf gaat. 't Is maar al tijd weer het oude winkeltje, dat zijn denken bindt, het winkeltje, zoals het was 's morgens, wanneer vader de lui ken opende, 's middags, als moeder de klanten bediende, 's avonds, als telkens het belletje een of meer van 't gezin uit de woonkamer riep. Wanneer de auto wegglijdt, nog voor geen vierde gevuld, denkt hij er aan, hoe vroeger vader met zijn volgeladen hittekar over de ongelijke keien bolder de; vader, in de zomer op leren pantof fels en 's winters op blank geschuurde klompen; vader, de man met de pet en het gestreepte boezeroen. Als hij nu zijn steeds kleinere bestel lingen doet, denkt hij er aan, hoe moe der vaak met de handen in het haar zat, omdat dit alweer op was en vader van dat niet genoeg had ingeslagen. Die tijd van het winkeltje was zo veilig en rus tig geweest, zo heel anders dan de jach tige jaren die volgden. Jan Koster was in de tijd van wel vaart gelukkig geweest, héél gelukkig. "VERVOLGVERHAAL minder gegoeden niet om schieten. Wa-. Tn Annie had hij een lieve, zorgzame door D. Menkens-van der Spiegel Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 2 In het begin van de oorlog was hij zuch ten tot sidderen geworden, maar ze had den ook nog de eerste na-oorlogse jaren hiogen beleven en, voor ze van de aarde scheiden, hadden ze het elkaar nog vaak gezegd, dat die Jan toch maar een lot uit de loterij had getrokken. In die da- Sen werkte het „L«vensmiddelenbedrijf ^3n „j. Koster Jzn." met vier bedienden en een jongen, 't Was de grootste en beste zaak van de streek. De bestelauto ^an Koster deed niet onder voor die "^er fijnste zaak uit de stad, de bestel auto van Koster, die al de dorpen in de omtrek afreed, had dit op zijn stedelijke collega's voor, dat hij zowel voor de grote als voor de kleine huizen stopte, flat rijk en arm zijn inhoud te waarde ren wist De jonge Jan was een goed zakenman gebleken. Kreeg hij, als schoonzoon van Verwaal, ook klanten, die tot de best ge situeerden behoorden, hij Uet er de /rouw getroffen, die later een toege- (wijde moeder werd. De angst, dat ze toch niet bij hem zou passen, een angst door familieleden gewekt en gevoed, was geheel ongegrond gebleken. Annie was ondanks haar betere opvoeding eenvoudig gebleven. Ze had zich weten aan te passen en hem dat geleerd. Het meerderheidstoontje, zo vaak eigen aan de vrouw-met-geld, had zij nooit laten horen. Jan was hoofd van het gezin ge weest in de beste betekenis van het woord. Het enige, dat hem soms pijn had ge daan, was haar geringe belangstelling voor de zaak. Hij had gemeend met haar te kunnen praten, zoals vader het met moeder deed, maar ze had hem te ver staan gegeven, dat ze voor zijn bedrijf hoegenaamd nies voelde. Ze was er niet bij opgegroeid. Neen! Maar dat was moeder ook niet en die zat er bijna nog beter in dan vader zelf. Hij had het leren overgeven. Zaak en huis zouden nooit één worden. Hij moest daarin berusten. Zaak en huis werden eerst recht twee verschillende begrip pen, toen ze, na de dood der Verwaals, huize „Veldzicht" hadden betrokken. Vader Verwaal had daar vroeger al eens over gesproken, moeder had kort voor haar heengaan Jan gezegd, dat hij zijn vrouw geen groter genoegen zou kun nen doen, dan haar te laten wonen in het huis, waarin ze geboren werd. 't Was hem hard gevallen, maar hij had toegestemd. Zo woonden ze sindsdien op „Veld zicht" en werd het grote bovenhuis ver huurd, 't Had gekund. Nu kan het niet meer en toch wonen ze er nog. Annie weet wel van de slapte in het bedrijf, ze weet wel, dat het personeel, één be diende en een jongen, feitelijk nog te groot is, maar de crisis drukt immers overal en iedereen? De malaise zal voor bijgaan, op deze ellendige tijd zal een toetere volgen, gelooft ze. Jan gelooft dat ook. Maar hij weet, dat die betere tijd voor hem te laat komt. „Versobering" en „bezuiniging" is de mensen toegeroepen. Die woorden zijn blijven haken en wel het diepst, waar ze het minst passen. De bezuiniging heeft bezuinigingsmaniakken geschapen, die op alles bezuinigen, doch zo min moge lijk ten koste van zichzelf. Vind je in de stad geen zaken, die veel goedkoper zijn dan Jan Koster? Dat die zaken, ge steund door grootkapitaal, soms bene den de inkoopsprijs verkopen, wie deert het? Dat er trucs worden toegepast ten nadele van de kopers, wie merkt het? De wagen van Alberts rijdt dagelijks door het dorp en komt op een telefoon tje ook wel per extra-bestelling iets be zorgen. Ziet Annie die wagen niet? Natuurlijk ziet ze die, maar ze redeneert: „Wie koopt bij Alberts? Alleen de mindere man of degenen, die door de tijdsom standigheden aan de grond zijn geraakt" Ze begrijpt niet, dat ook de gegoede burgers in Alberts' netten worden ge lokt. Jan Koster weet, dat hij Zijn vrouw al lang had moeten vertellen, hoe hij in 't nauw is geraakt. Zou ze het niet begrepen hebben? Ze heeft toch ook be grepen, hoe pijnlijk het was, telkens de huur van het bovenhuis te verlagen. Hij had moeten yertellen van dehypotheken én op „Veldzicht" en op het winkelhuis. Hij had moeten vertellen van de grote bedragen, die hij opnam om drijvend te kunnen blijven. Hij had ook moeten vertellen van het faillissement der maatschappij, die haar vaders volle ver trouwen had bezeten. Bij dat faillisse ment was bijna de helft van haar erf deel verloren gegaan. Hij had het be drag moeten noemen, dat hij verloor bij de val van het pond. Hij had nog veel meer moeten vertel len, maar hij heeft niet gedurfd. II Nu weet Annie het. Ze zwijgt. Hoe lang is het geleden, dat Jan vertelde? Drie dagen? Drie jaren lijken het. De dagen gaan, zoals ze voor deze gingen, maar de avonden zijn moeUijk door te komen. Jan blijft na het slui tingsuur talmen, eer hij huiswaarts gaat. Had hij maar langer kunnen zwijgen. Had hij nog maar één uitweg gezien. De huur van het bovenhuis was hem opge zegd. Een andere huurder zou moeilijk te vinden zijn. De „kleine herenhuizen met tuin", die het dorp in navolging van de stad was gaan bouwen, konden goed koper worden verhuurd dan deze al te grote bovenwoning. „Veldzicht" zou ge makkelijker te verhuren zijn. Nooit eerder heeft Jan Koster zijn vrouw met zulke angstogen gezien, als toen hij daarvan sprak. Vond ze het zo erg? Als God geen wonder deed, zou ze voor veel erger feiten komen te staan. „Je bent laat. Jan", zegt Aimie op de vierde avond. Hij stottert wat. „We moeten vanavond alles eens kalm zien uit te praten" gaat ze voort. „Graag. O, Annie „Nee, stil nu maar. Drink eerst je thee „De kinderen?" „Tonny en Koos zijn op ver jaars visite. Jan slaapt. Ans zal wel gauw met haar huiswerk klaar zijn en gaat dan ook naar bed." Inderdaad, Ans is gauw klaar. Ze komt naar beneden, vraagt om een kop je thee, zegt verder niets. Zou het kind al iets weten? Och nee, maar ze voelt het ongewone. Zijn kinderen! Jan is ze ontweken deze dagen. Hij sleurt ze mee in zijn val. Hij zou graag zijn leven geven, als hij daarmee het hunne kon maken, zoals ze het zich hebben voorgesteld. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5