Raad Oude Tonge niet geheel achter hestuurscommissie „Binnenhof Goeree heeft eindelijk uitbreidingsplan weer een vastgesteld ff' Streekmuseum Goeree-Overflakkee Boerenleenbank Den Bommel boerde best! Crokussen en gevolg Pleit voor bespoediging vaste verbieding Haringvlietdam Marmer in Zuid-Afrilo Rapport zou te ingewikkeld zijn geweest Voorstel tot instelling commissie van vijf wijze mannen verworpen ff Kerk en kroeg gaan 's zondags gelijk uit Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Dinsdag 23 maart 1965 Als een der laatste gemeenteraden op het eiland werd donderdagavond in een openbare vergadering te Oude Tonge het voorstel van de burgemeester van Dirksland, inzage de liwestie Binnenhof behandeld. Hierin werd gevraagd ach ter het beleid van het dagelijks toestuur en de bestuurscommissie van het Bin nenhof te staan. Tot nu toe hebben alle raden zich hier achter geschaard en veelal met de mededeling van de zijde van de raadsleden, dat zij waardering hebben voor het beleid van genoemd bestuur en de verklaring, dat er geen on geregeldheden zijn geweest en dat het bestuur met takt heeft gehandeld. In Oude Tonge gingen er andere stem men op. Dat bleek al uit het meerder heidsstandpunt van het college. Wet houder C. Gebraad en het raadslid W. E. de Vin, beiden P.v.d.A., waren het met het schrijven van de 'burgem.eester van Dirksland niet eens en waren bo vendien van mening, dat er voor de minister wel degelijk achtergronden zijn waardoor geen QO^/o subsidie is verleend over de jaren 1959 en 1960, terwijl dat over de vorige en de daaropvolgende jaren wel liet geval is geweest. „De raadsleden hebben stapels papie ren gehad, waar geen mens uit wijs kon. Als iemand meent, dat >het rapport door de raadsleden bestudeerd is, heeft men het mis. Het was erg ingewikkeld en bovendien veel te veel! Er wordt in het rapport gesproken over de brief van de minister van 4 dec. 1964. De bestuurscommissie is het niet eens met die brief, maar de G.S.W.-re- geling is blijkbaar niet nageleefd. Dat kan aanleiding voor de minister ge weest zijn om de verhoogde subsidie niet toe te kennen. Om dit besluit te nemen, moet er wel wat aan vooraf zijn gegaan. Daarna heeft de minister voor waarden gesteld. De bestuurscommissie neemt dit de minister kwalijk, maar het zal wel een logisch gevolg zijn," zette Weth. Gebraiad in eerste instantie zijn standpunt uiteen. „Waarom verdedigde de vertegen woordiger van de ver. v. Ned. Gemeen ten het standpunt van de bestuurscom missie niet? De voorzitter heeft in febr. 1964 erkend, dat er fouten zijn gemaakt. Ik ben het daarom niet eens met de brief uit Dirksland. In de vergadering van raadsleden is gesteld, dat deze ma terie te ingewikkeld is en dat men er beter aan doet een commissie van vijf wijze mannen in te stellen, waarin de burgemeester van 'Dordrecht, de voor zitter van de afd. van werkplaatsen, iemand van de ver. v. Ned. Gemeenten, van de Vakcentrale en van het ETI, zitting zouden hebben. Deze mensen zijn misschien met de materie op de hoogte. Wanneer deze mensen een rapport of advies geven, zou ik tevreden kunnen zijn. Daarom doe ik nu het voorstel de commissie van vijf wijze mannen te benoemen." De heer de Vin ondersteunde dit voor stel. Antwoord van de voorz. „De heer Gebraad zegt", aldus de voorz. dat de raadsleden een pak stuk ken gehad hebben waarvan er verschil lende het naast zich hebben neergelegd en „het wel geloven." Het zijn besluiten van verstrekkende betekenis en er wordt niet van de raadsleden verwacht dat ze het wel geloven. Die dat doen zijn slechte raadsleden en deze mensen mogen we niet als maatstaf nemen. Op hun oordeel mogen we geen prijs stel len. Dan zou er van een democratische regering geen sprake meer zijn. Van voorschriften is ons niets ge bleken. De hele voorgeschiedenis was er bijgevoegd. De reactie van de be stuurscommissie heeft veel pagina's in beslag genomen en men kan ons geen gebrek aan voorlichting verwijten en ook geen onthouding van gegevens. We zijn bij het begin begonnen en zijn daarbij uitgegaan van de brief van de minister, waaruit niet is gebleken dat de G.S.W.-regeling niet nageleefd zou zijn. Uit de brief van 7 aug. 1963 is ge bleken, dat het alleen gaat om het be leid in de werkplaats. Dat heeft het bestuur hoog opgenomen, want er ston den onwaarheden in. Op 18 maart 1964 (ontvingen we een uitvoerige brief) ver zonden we een uitvoerige brief, waarvan de federatie van werkplaatsen en een gedeputeerde kennis hebben genomen. Nu doet zich het merkwaardige feit voor, dat hoew^el de minister er lang over gedaan heeft, dat we niet eerder mededelingen konden doen. Zodra we de brief ontvangen hadden op 4 decem ber 1964, hebben we de raden inge licht. Inmiddels hebben bepaalde personen zich bijzonder ingespannen om het be stuur van de werkplaats in een kwaad daglicht te stellen. Op opzienbarende wijze zijn er vragen gesteld in de raad van Dirksland in aug. 1963. De Metaalkoerier van 24 januari 1964 zegt dat Flakkees raadslid met een kluitje het riet is ingestuurd. Vrij Ne derland noemde het af jakkeren. Op ■bijzonder ingewijde manier werden pu blicaties vrij gegeven, die nog niet voor publiciteit waren vrijgegeven. „De bestuurscommissie heeft niet eer der opening van zaken kunnen geven, omdat het antwoord van de minister ontbrak. De minister heeft een beslis sing genomen, nadat hij de Centrale re visie- en contactcommissie gehoord had Het is nu wel zeer typisch, want de mi nister verdiept zich niet in deze zaken. Daarvoor heeft hij zijn ambtenaren. Die ambtenaren hebben er in de vergadering sterk op aangedrongen het standpunt van de bestuurscommissie van Binnen hof te steunen en het besluit van 1963 te herzien. Noch de vertegenwoordigers van de ver. v. Ned. Gemeenten, noch de arbeiders- en vakorganisaties hebben dit voorstel gesteund. Er zou dus verzet zijn. Dat verzet was niet afkomstig van de vertegenwoordigers van de ver. v. Ned. Gemeenten. Vertegenwoordigers van het C.N.V. waren niet aanwezig, dan blijft er weinig anders over, vooral als we weten waar de opmerkingen van daan gekomen zijn. Die zelfde vertegen woordigers hebben niet nagelaten de belangen v. d. werkplaats en de gem. finantiën te etaleren. Er is verschil tussen leer en leven. Ik ben benieuwd welke groepering het er op aan heeft laten komen. Dat het be stuur dit niet neemt is logisch. De mi nister heeft geen voorwaarden gesteld, maar hij herziet zijn uitspraak niet en schrijft eenvoudig, dat hij meent dat de daaropvolgende jaren wel voor ver hoogde subsidie in aanmerking komen, terwijl het feit blijft bestaan, dat er nog dezelfde bezwaren zijn als de jaren daar voor. Wij noemen dit willekeur. De cen trale commissie heeft w^aarschijnlijk de knoop doorgehakt met aan de ene zijde de goede wil van het dagelijks bestuur en de bestuurscommissie en aan de an dere kant furieus verzet. De raden moe ten nu maar uitspreken, want zij hebben ons ingesteld. Het is een instituut met eigen zelfstandigheid en we hebben er recht op te weten, of we de voorschrif ten goed hebben toegepast. Als het be leid wordt aangevallen, is dat een zaak van de raden. Fouten maken is moge lijk en als de raden zeggen, dat we het verkeerd hebben gedaan en als zij me nen betere mensen te kunnen krijgen, hebben zij het recht die te benoemen. Dan zullen wij niet kwaad zijn, maar als de raden menen, dat we geen fouten gemaakt hebben, weet ze zich gesteund door die raden. Dat is belangrijk. Als U meent, dat wij niet in staat zijn een gesprek met de minister te voeren en U wil scheidsmannen, zou dat inhou den dat we niet mondig zijn en het zou tevens inhouden, dat we onze waar digheid prijs geven. Het gaat hier nu alleen maar om de uitspraak van die raden en niet over het instellen van de raad van wijze mannen. Iets anders is er niet aan de orde," betoogde burgemeester W. M. van der Harst. Rapport niet te overzien De heer Gebraad zei niet verantwoor delijk te zijn voor wat er in de pers gestaan heeft. Het was hem wel opge vallen, dat zodra het rapport aan de raadsleden was toegezonden, er uitvoe ring in de streek- en dagbladen over is geschreven. „Ze w^as de andere dag al op de hoogte. Dat moet van het be stuur vandaan zijn gekomen,,' beschul digde de heer Gebraad in zachte ter men het bekend worden van het rap port, waarvan hij meende, dat de raads leden niet op de hoogte waren van het woord „confidentieel." „De betiteling van „slechte raadsle- MOoie aanwist en veel bezoek in 196^ Uit het jaarverslag over 1964 van het Streekmuseum voor Goeree Overflak- kee, gevestigd te Sommelsdijk, stippen wij het volgende aan: Ofschoon de moeilijkheden in het ver slagjaar zeer vele zijn geweest zowel op het gebied van personeel, als wel op dat van de organisatie m.b.t. het mu seum is er dank zij het werk van con servator, suppoost en de financiële steun van de gemeenten, wederom een be langrijke vooruitgang geboekt. Door de financiële steuu uit een particulier fonds is het zelfs mogelijk geworden om een kruidenierszaakje te openen in het huisje, waar voorheen het depot was gevestigd. Aan deze anonieme schenker onze hartelijke dank. De ge meente Sommelsdijk was zo vriendelijk om ons een ander pand als depot ter beschikking te stellen. De nieuwe uitbreiding werd in tegen woordigheid van vele vertegenw^oordi- gers van de gemeenten op het eiland ter bezichtiging opengesteld op 24 juni 1964, dus juist vóór het seizoen. Het bezoek aan het museum was dit jaar buitengewoon goed te noemen, wat zeker voor een groot deel aan de ope ning van de brug geweten moet wor den. Het ligt dan ook in de verwach ting dat in het komende jaar het be zoek nog weer een stijging zal te zien geven. Aan de gemeenten op het eiland werd een verhoogde bijdrage gevraagd ten einde aan de steeds stijgende kosten het hoofd te kunnen bieden; bijna alle gemeenten hebben aan dit verzoek vol daan, waarvoor het bestuur zijn grote erkentelijkheid betuigt. Het aantal leden is in het verslag jaar iets gestegen; het ware te wensen, dat er in een volgend verslag een flin ke stijging van het aantal leden ge meld zou kunnen worden. Bestuursvergaderingen. Er werden 4 bestuursvergaderingen gehouden. Leden. Op 1 januari 1964 waren er 186 leden. Het jaar 1965 begint met 189 leden. Op vrijdag 13 maart 1964 werd in Ho tel De Gouden Leeuw te Goedereede de jaarvergadering gehouden, waar de Weledelgeleerde Heer J. van Beylen, conservator van het Schaapvaartuig- kundig Museum te Antwerpen een le zing hield met als onderwerp: „Visserij in de Delta van Maas en Schelde." den" is voor uw verantwoording. Ik vind ze niet slecht, want ze zeggen eer lijk, dat het niet te overzien is en dat is geen wonder. Het niet op de hoogte zijn van de gang van zaken zit niet al leen bij de raadsleden. De burgemeester van Stad aan 't Haringvliet heeft in een openbare vergadering gezegd, dat er in Dordrecht niet eens een G.S.W.- regeling bestaat. Als dit nu groenhout is, zou ik weleens willen weten wat dor hout is," was de heer Gebraad sne dig. De heer de Vin ondersteunde dit be toog. Ik ben geen upper ten in het le zen van rapporten, maar ik mag wel zeggen dat ik er wat tijd voor heb en dat die ook genomen heb en dat ik er ook niet helemaal ben uitgekomen. Ik kan me goed voorstellen, dat de meer derheid van de raadsleden er geen raad mee wisten. Het was bijna niet te verwerken. Er zullen er best bij zijn. die daarom niet eens de moeite heb ben genomen het rapport te lezen. Daar om zijn het nog geen slechte raadsle den, maar ze durven de consequenties daarvan niet te dragen," vreesde de heer De Vin. Eén man? De heer Groenendijk had een meer practische vraag. Kan één man daar nu alles? Werk aantrekken, in- en ver kopen en alle voorkomende zaken?" Burgemeester Van der Harst legde uit, dat het niet veel verschil maakt of er 24 mensen tewerk zijn gesteld of 93, maar dat tegenover het kantoorperso neel min of meer is aangepast aan de omstandigheden. Er volgde een discussie over het voor stel tot het benoemen van vijf wijze mannen. De burgemeester verklaarde met nadruk, dat dit niet aan de orde was. „Voor of tegen," anders niet. Als voorstel van orde werd gesteund door de heer De Vin, maar bij stem ming bleek het voorstel met 52 ver worpen. Daarna kwam het voorstel van de meerderheid van b. en w. aan de orde. Zonder hoofdelijke stemming werd dit aangenomen, waarbij de heer Gebraad aantekening vroeg, geacht te willen worden te hebben tegengestemd. Ze staan weer in de tuin, op eenmaal losgebroken Het lijken kleine lampjes lonkend naar elkaar Ze hebben met hun kleine kracht de aardkorst fier doorbroken Als stralenbundels staan ze daar. Wie heeft voor hen dat pralend kleed geweven Van goudbrokaat vol warme zonnegloed? Het zijn de eersten van het feest die ons hun glorie geven Straks komen ze in 't blauw, ze volgen op de voet. En na hun komt een lange rij in schone praalgewaden Een ongeziene Hand werk aan hun feestkledij Hij kiest de kleuren uit en weeft de bloemendraden Er is geen kunst'naar zoals Hij. Hij werkt steeds door bij dagen en bij nachten Aan 't heerlijk feest dat zeker komen gaat Nooit kan men van Zijn kimst'naarshand te veel verwachten Hij deelt Zijn schatten uit met milde overdaad. LANERTA Als raet een zucht van verlichting heeft de raad van Goedereede vrijdag middag het uitbreidingsplan „De hieu- we Oostdijk" vastgesteld. Het plan was tevoren in overleg met de Commissie voor uitbreidingsplannen van G.S. door de ontujerpers, de heren ir. F. J. Zand- voort, stedebouwkundige bij Stad en Land, A. C. Albert en architekt J. Brink man te Middelharnis in enkele kleinere details gewijzigd. In ons j.l. vrijdagnum- mer wijdden we aandacht aan de be spreking va7i het plan en beschreven we de uiterst moeizame weg die Goede reede sinds 1964 heeft bewandeld om met een vastgesteld uitbreidingsplan ge reed te komen. De foto van de maquette laat duide lijk zien hoe het nieuwe plan (rechts) naast de oude staid (links) zal verrij zen. In het midden van het nieuwe plan komen de grillig gevormde flats, waar in naast woningen ook kantoren en win kels worden ondergebracht. Daar- omiheen komen de z.g. patio-woningen met de ommuurde tuinen en als een soort wal rondom de kern, zoals dat bij de oude stad was een wal, bestaande uit de typische woningen met aan de voorzijde een schuin aflopend dak en een steile achtergevel van 9 meter hoog. De dam over de haven, de van links onderaan naar rechts oplopende brede streep, vormt vanaf de Provin ciale weg de toegang tot het nieuwe ge deelte. Het cliché werd gemaakt voor de wijzingen werden aangebracht. O.m. werd vanuit de middelste rechthoek (met tooompjes) een betere doorgang gemaakt naar het overige gedeelte en werd een betere verbinding met de hoofddijk gemaakt. Niet in de notulen.. De heer Bruggeman zei in de notulen van de vorige vergadering niets te heb ben gelezen over zijn opmerkingen over de Technische Dienst die „voor geen vijf cent toezicht zou houden op wer ken in aanbouw" en de BB die in geen jaren had geoefend. De voorz. zegde toe de opmerkingen alsnog te doen opne men. Van de heer Bruggeman was een verzoek ontvangen tot wijziging van de politieverordening i.v.m. sluitingsuren der cafe's. De cafe's zijn thans 's zon dags open tot 's avonds acht uur. De café gaat dan gelijk met de kerk uit. De heer Bruggeman stelde voor de ca fe's tot 's avonds negen uur open te houden vanaf 's morgens half twaalf. Het verzoek was door geen der raads leden mede ondertekend en werd voor kennisgeving aangenomen. Rondvraag In de rondvraag wees de heer den Eerzamen erop dat er in de Pieterstraat voor de woning van Tanis aan de straat gebroken is voor aanleg van riolering en elektriciteit. De bestrating is der mate slecht hersteld dat er al enkele mensen over gevallen zijn. Hij vroeg op korte termijn een herbestrating. Het werd door de voorz. toegezegd. Verder wees de heer den Eerzamen erop dat het huisje van de f am. Soete- man dat door de gemeente is aange kocht er smerig bijstaat. „Wanneer wij als gemeente daar iets moois van wiUen maken moeten we zorgen dat het in orde is" vond hij en als eerste stap wilde spreker een nieuw valgordijn ko pen. De situatie zal worden opgeno men. Bespoediging vaste verbinding Weer was het de heer Snijder die vroeg er bij Rijskwaterstaat op aan te dringen dat de verbinding met de vaste wal via de Haringvlietdam bespoedigd zal worden. Spr. wist dat het totale werk met een jaar vertraagd is maar meende dat de verbinding niet tot het geheel gereed komen van het werk in 1969 behoefde te wachten. De voorz. zei erop te vertrouwen dat erop wordt gewerkt ook deze verbin ding zo spoedig mogelijk tot stand te brengen. Om echter de dam te kunnen leggen moeten eerst de sluizen kunnen werken. Vanaf Stellendam zal het ver keer in de richting Ouddorp eerst de Provinciale weg volgen. Bij Ouddorp komt een aftakking binnendijks. Eerst wainneer het Brouwershavense gat wordt afgedamd zal de weg buitendijks worden aangelegd. De Boerenleenbank te Den Bommel draagt nu evenals de andere banken de naam Coöp. Raiffeisenbank, we hebben de oude naam nog eens gebruikt om in de kop de alliteratie met de B's te doen uitkomen! De jaarvergadering van de Bank wordt gehouden op donderdag 25 maart a.s. des avonds 7 uur in het Vereen, gebouw aan de Beneden Oostdijk te Den Bommel. Na afvoering van de huishoudelijke zaken zullen de heren Boomsma een lezing houden met dia's over hun reis naar Rusland. Historie Het wordt een enigszins feestelijke bijeenkomst, want de Bank brengt ver slag uit van het zestigste boekjaar. In het jaarverslag lazen we daarover een stukje historie. De eerste Algemene Vergadering van de bank werd gehouden op vrijdag 3 maart 1905. In die vergadering werd tot oprichting besloten en werd be- bepaald, dat de bank haar werkzaamhe den zou aanvangen op 4 maart 1905. Begonnen werd met 21 leden. Tot le den van het bestuur werden gekozen de heren A. Jongeling, A. van Weel en L. Melissant. De Raad van Toezicht be stond uit de heren Jb. Koert Mzn., P. Luyendijk en G. van Loon. De eerste kassier was de heer B. Jongeling. Ach tereenvolgens hadden in het bestuur zitting de heren Jb. Mijs Jzn., J. C. Borgdorff, J. Mooyaart, K. L. Buth en W. A. Lokker. In de Raad van Toezicht: I. J. Bom, C. Breure, J. L. v. Prooyen en P. Borgdorff. In 1915 benoemde de Algemene vergadering krachtens de destijds geldende statuten de heer H. C. van Rossum tot kassier. Deze werd in 1938 opgevolgd door de heer J. W. S. Mlatthijsse, terwijl de huidige kassier in november 1953 in dienst van de Bank trad. In de loop der jaren traden als waarnemend kassier i.v.m. ziekte e.d. op de heren A. Bakelaar Jzn., J. Tieleman, G. den Das en mej. Pas. Uit het eerste jaarverslag zien wij dat er 32 spaarders waren met een sal do van f 20.000,—. Toen de Bank 25 jaar bestond waren het er 339 en be droeg het spaargeld f 252.703,14. In 1954 bedroegen de spaargelden f 59.092,08 en over 1964 f 3.249.252,36. De winst bedroeg in 1954 f 842,43 en over 1964 f 6.960,56. De Bank heeft zich dus wel gun stig ontwikkeld. Door de gestegen spaar gelden kon de bank voldoen aan de vraag naar kredieten en leningen uit de gehele dorpsgemeenschap en kon daar door een bijdrage leveren aan de ont wikkeling van velerlei bedrijven en in stellingen binnen haar werkgebied. De reserves werden de laatste 10 jaren meer dan verdubbeld. Het reservefonds is groot f 130.449,64. In 1956 werd het nieuwe banggebouw in gebruik geno men, waar men de relaties op passende wijze kan ontvangen. NIEUW GLASSOORT Amerikaanse geleerden hebben een nieuwe glassoort uitgevonden, die don ker wordt wanneer zij door licht be schenen wordt en opnieuw verheldert, wanneer het licht geringer wordt of he lemaal verdwijnt, aldus „Landbouwdo- cumentatie". Ofschoon dit glas thans al leen nog maar voor experimentele doel einden is gebruikt zou het dienstig kun nen blijken voor vensters en zonnebril len, misschien ook voor autowindscher men die zich automatisch aan de licht sterkte zouden aanpassen. De eigen schap dankt het aan de aanwezigheid van uiterst kleine kristallen zilverhalo- genide, die erg gevoelig zijn voor licht en samengesteld zijn uit zilver en hetzij chloor, hetzij fluor, hetzij broom of jo- dium. Wanneer het licht op de kristallen valt, valt de verbinding uiteen in zilver en het andere element en treedt ver duistering in. Naarmate de lichtsterkte vermindert, gaan het zilver en het an dere element zich opnieuw met elkaar verbinden en wordt het glas opnieuw doorschijnend. De kristallen zijn zo klein dat zij de doorzichtigheid van het glas niet beïnvloeden. Aan de rand van de Namibwoestijn, bij Karibib, een dorpje op de weg naar Swakopmund en Walvisbaai, is er mar mer voor duizenden jaren wit, rood, grijs, zwart alle kleuren die marmer maar kan hebben. Karibib is een klein, weinig aantrek kelijk dorpje. Bomen zijn er zeldzaam, zand is er zoveel te meer en half edelstenen. Men vindt hier alle kwarts variaties. Et zijn ook bergen, die als schoven op de kale grond staan. Deze bergen zijn meestal van massief marmer. Bijna al het marmer dat in Zuidwest- Afrika gebruikt wordt komt uit de mar- mergroeven en de fabriek van Kari bib. Deze fabriek verwerkt marmer en kan het aantal bestellingen bijna niet aan. Het meeste marmer wordt gebruikt voor grafstenen, monumenten en sier werk. De reuzenblokken die men met dina- miet los laat springen worden in de fabriek in kleinere blokken gezaagd en geschuurd. De eigenaar van deze fabriek, een Duitser, klaagt dat hij teveel werk heeft en te weinig vakarbeiders. Hij zegt dat er in Karibib nog voor duizenden ja ren marmer aanwezig is, zelfs al zou de republiek ook het meeste van het mar mer dat gebruikt wordt daar vandaan halen. (African Express)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 2