Raad Oude Tonge niet geheel achter
hestuurscommissie „Binnenhof
Goeree heeft eindelijk
uitbreidingsplan
weer een vastgesteld
ff'
Streekmuseum
Goeree-Overflakkee
Boerenleenbank
Den Bommel
boerde best!
Crokussen en gevolg
Pleit voor bespoediging vaste
verbieding Haringvlietdam
Marmer in Zuid-Afrilo
Rapport zou te ingewikkeld zijn geweest
Voorstel tot instelling commissie van
vijf wijze mannen verworpen
ff
Kerk en kroeg gaan 's zondags gelijk uit
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Dinsdag 23 maart 1965
Als een der laatste gemeenteraden op het eiland werd donderdagavond in een
openbare vergadering te Oude Tonge het voorstel van de burgemeester van
Dirksland, inzage de liwestie Binnenhof behandeld. Hierin werd gevraagd ach
ter het beleid van het dagelijks toestuur en de bestuurscommissie van het Bin
nenhof te staan. Tot nu toe hebben alle raden zich hier achter geschaard en
veelal met de mededeling van de zijde van de raadsleden, dat zij waardering
hebben voor het beleid van genoemd bestuur en de verklaring, dat er geen on
geregeldheden zijn geweest en dat het bestuur met takt heeft gehandeld.
In Oude Tonge gingen er andere stem
men op. Dat bleek al uit het meerder
heidsstandpunt van het college. Wet
houder C. Gebraad en het raadslid W.
E. de Vin, beiden P.v.d.A., waren het
met het schrijven van de 'burgem.eester
van Dirksland niet eens en waren bo
vendien van mening, dat er voor de
minister wel degelijk achtergronden zijn
waardoor geen QO^/o subsidie is verleend
over de jaren 1959 en 1960, terwijl dat
over de vorige en de daaropvolgende
jaren wel liet geval is geweest.
„De raadsleden hebben stapels papie
ren gehad, waar geen mens uit wijs
kon. Als iemand meent, dat >het rapport
door de raadsleden bestudeerd is, heeft
men het mis. Het was erg ingewikkeld
en bovendien veel te veel!
Er wordt in het rapport gesproken
over de brief van de minister van 4 dec.
1964. De bestuurscommissie is het niet
eens met die brief, maar de G.S.W.-re-
geling is blijkbaar niet nageleefd. Dat
kan aanleiding voor de minister ge
weest zijn om de verhoogde subsidie
niet toe te kennen. Om dit besluit te
nemen, moet er wel wat aan vooraf zijn
gegaan. Daarna heeft de minister voor
waarden gesteld. De bestuurscommissie
neemt dit de minister kwalijk, maar het
zal wel een logisch gevolg zijn," zette
Weth. Gebraiad in eerste instantie zijn
standpunt uiteen.
„Waarom verdedigde de vertegen
woordiger van de ver. v. Ned. Gemeen
ten het standpunt van de bestuurscom
missie niet? De voorzitter heeft in febr.
1964 erkend, dat er fouten zijn gemaakt.
Ik ben het daarom niet eens met de
brief uit Dirksland. In de vergadering
van raadsleden is gesteld, dat deze ma
terie te ingewikkeld is en dat men er
beter aan doet een commissie van vijf
wijze mannen in te stellen, waarin de
burgemeester van 'Dordrecht, de voor
zitter van de afd. van werkplaatsen,
iemand van de ver. v. Ned. Gemeenten,
van de Vakcentrale en van het ETI,
zitting zouden hebben. Deze mensen zijn
misschien met de materie op de hoogte.
Wanneer deze mensen een rapport of
advies geven, zou ik tevreden kunnen
zijn. Daarom doe ik nu het voorstel de
commissie van vijf wijze mannen te
benoemen."
De heer de Vin ondersteunde dit voor
stel.
Antwoord van de voorz.
„De heer Gebraad zegt", aldus de
voorz. dat de raadsleden een pak stuk
ken gehad hebben waarvan er verschil
lende het naast zich hebben neergelegd
en „het wel geloven." Het zijn besluiten
van verstrekkende betekenis en er
wordt niet van de raadsleden verwacht
dat ze het wel geloven. Die dat doen
zijn slechte raadsleden en deze mensen
mogen we niet als maatstaf nemen. Op
hun oordeel mogen we geen prijs stel
len. Dan zou er van een democratische
regering geen sprake meer zijn.
Van voorschriften is ons niets ge
bleken. De hele voorgeschiedenis was
er bijgevoegd. De reactie van de be
stuurscommissie heeft veel pagina's in
beslag genomen en men kan ons geen
gebrek aan voorlichting verwijten en
ook geen onthouding van gegevens. We
zijn bij het begin begonnen en zijn
daarbij uitgegaan van de brief van de
minister, waaruit niet is gebleken dat
de G.S.W.-regeling niet nageleefd zou
zijn.
Uit de brief van 7 aug. 1963 is ge
bleken, dat het alleen gaat om het be
leid in de werkplaats. Dat heeft het
bestuur hoog opgenomen, want er ston
den onwaarheden in. Op 18 maart 1964
(ontvingen we een uitvoerige brief) ver
zonden we een uitvoerige brief, waarvan
de federatie van werkplaatsen en een
gedeputeerde kennis hebben genomen.
Nu doet zich het merkwaardige feit
voor, dat hoew^el de minister er lang
over gedaan heeft, dat we niet eerder
mededelingen konden doen. Zodra we
de brief ontvangen hadden op 4 decem
ber 1964, hebben we de raden inge
licht.
Inmiddels hebben bepaalde personen
zich bijzonder ingespannen om het be
stuur van de werkplaats in een kwaad
daglicht te stellen. Op opzienbarende
wijze zijn er vragen gesteld in de raad
van Dirksland in aug. 1963.
De Metaalkoerier van 24 januari 1964
zegt dat Flakkees raadslid met een
kluitje het riet is ingestuurd. Vrij Ne
derland noemde het af jakkeren. Op
■bijzonder ingewijde manier werden pu
blicaties vrij gegeven, die nog niet voor
publiciteit waren vrijgegeven.
„De bestuurscommissie heeft niet eer
der opening van zaken kunnen geven,
omdat het antwoord van de minister
ontbrak. De minister heeft een beslis
sing genomen, nadat hij de Centrale re
visie- en contactcommissie gehoord had
Het is nu wel zeer typisch, want de mi
nister verdiept zich niet in deze zaken.
Daarvoor heeft hij zijn ambtenaren. Die
ambtenaren hebben er in de vergadering
sterk op aangedrongen het standpunt
van de bestuurscommissie van Binnen
hof te steunen en het besluit van 1963
te herzien. Noch de vertegenwoordigers
van de ver. v. Ned. Gemeenten, noch de
arbeiders- en vakorganisaties hebben
dit voorstel gesteund. Er zou dus verzet
zijn. Dat verzet was niet afkomstig van
de vertegenwoordigers van de ver. v.
Ned. Gemeenten. Vertegenwoordigers
van het C.N.V. waren niet aanwezig, dan
blijft er weinig anders over, vooral als
we weten waar de opmerkingen van
daan gekomen zijn. Die zelfde vertegen
woordigers hebben niet nagelaten de
belangen v. d. werkplaats en de gem.
finantiën te etaleren.
Er is verschil tussen leer en leven. Ik
ben benieuwd welke groepering het er
op aan heeft laten komen. Dat het be
stuur dit niet neemt is logisch. De mi
nister heeft geen voorwaarden gesteld,
maar hij herziet zijn uitspraak niet en
schrijft eenvoudig, dat hij meent dat de
daaropvolgende jaren wel voor ver
hoogde subsidie in aanmerking komen,
terwijl het feit blijft bestaan, dat er nog
dezelfde bezwaren zijn als de jaren daar
voor. Wij noemen dit willekeur. De cen
trale commissie heeft w^aarschijnlijk de
knoop doorgehakt met aan de ene zijde
de goede wil van het dagelijks bestuur
en de bestuurscommissie en aan de an
dere kant furieus verzet. De raden moe
ten nu maar uitspreken, want zij hebben
ons ingesteld. Het is een instituut met
eigen zelfstandigheid en we hebben er
recht op te weten, of we de voorschrif
ten goed hebben toegepast. Als het be
leid wordt aangevallen, is dat een zaak
van de raden. Fouten maken is moge
lijk en als de raden zeggen, dat we het
verkeerd hebben gedaan en als zij me
nen betere mensen te kunnen krijgen,
hebben zij het recht die te benoemen.
Dan zullen wij niet kwaad zijn, maar
als de raden menen, dat we geen fouten
gemaakt hebben, weet ze zich gesteund
door die raden. Dat is belangrijk.
Als U meent, dat wij niet in staat zijn
een gesprek met de minister te voeren
en U wil scheidsmannen, zou dat inhou
den dat we niet mondig zijn en het zou
tevens inhouden, dat we onze waar
digheid prijs geven.
Het gaat hier nu alleen maar om de
uitspraak van die raden en niet over
het instellen van de raad van wijze
mannen. Iets anders is er niet aan de
orde," betoogde burgemeester W. M.
van der Harst.
Rapport niet te overzien
De heer Gebraad zei niet verantwoor
delijk te zijn voor wat er in de pers
gestaan heeft. Het was hem wel opge
vallen, dat zodra het rapport aan de
raadsleden was toegezonden, er uitvoe
ring in de streek- en dagbladen over
is geschreven. „Ze w^as de andere dag
al op de hoogte. Dat moet van het be
stuur vandaan zijn gekomen,,' beschul
digde de heer Gebraad in zachte ter
men het bekend worden van het rap
port, waarvan hij meende, dat de raads
leden niet op de hoogte waren van het
woord „confidentieel."
„De betiteling van „slechte raadsle-
MOoie aanwist en veel bezoek
in 196^
Uit het jaarverslag over 1964 van het
Streekmuseum voor Goeree Overflak-
kee, gevestigd te Sommelsdijk, stippen
wij het volgende aan:
Ofschoon de moeilijkheden in het ver
slagjaar zeer vele zijn geweest zowel
op het gebied van personeel, als wel op
dat van de organisatie m.b.t. het mu
seum is er dank zij het werk van con
servator, suppoost en de financiële steun
van de gemeenten, wederom een be
langrijke vooruitgang geboekt. Door de
financiële steuu uit een particulier
fonds is het zelfs mogelijk geworden
om een kruidenierszaakje te openen in
het huisje, waar voorheen het depot
was gevestigd. Aan deze anonieme
schenker onze hartelijke dank. De ge
meente Sommelsdijk was zo vriendelijk
om ons een ander pand als depot ter
beschikking te stellen.
De nieuwe uitbreiding werd in tegen
woordigheid van vele vertegenw^oordi-
gers van de gemeenten op het eiland
ter bezichtiging opengesteld op 24 juni
1964, dus juist vóór het seizoen.
Het bezoek aan het museum was dit
jaar buitengewoon goed te noemen, wat
zeker voor een groot deel aan de ope
ning van de brug geweten moet wor
den. Het ligt dan ook in de verwach
ting dat in het komende jaar het be
zoek nog weer een stijging zal te zien
geven.
Aan de gemeenten op het eiland werd
een verhoogde bijdrage gevraagd ten
einde aan de steeds stijgende kosten
het hoofd te kunnen bieden; bijna alle
gemeenten hebben aan dit verzoek vol
daan, waarvoor het bestuur zijn grote
erkentelijkheid betuigt.
Het aantal leden is in het verslag
jaar iets gestegen; het ware te wensen,
dat er in een volgend verslag een flin
ke stijging van het aantal leden ge
meld zou kunnen worden.
Bestuursvergaderingen. Er werden 4
bestuursvergaderingen gehouden.
Leden. Op 1 januari 1964 waren er
186 leden. Het jaar 1965 begint met 189
leden.
Op vrijdag 13 maart 1964 werd in Ho
tel De Gouden Leeuw te Goedereede
de jaarvergadering gehouden, waar de
Weledelgeleerde Heer J. van Beylen,
conservator van het Schaapvaartuig-
kundig Museum te Antwerpen een le
zing hield met als onderwerp: „Visserij
in de Delta van Maas en Schelde."
den" is voor uw verantwoording. Ik
vind ze niet slecht, want ze zeggen eer
lijk, dat het niet te overzien is en dat
is geen wonder. Het niet op de hoogte
zijn van de gang van zaken zit niet al
leen bij de raadsleden. De burgemeester
van Stad aan 't Haringvliet heeft in
een openbare vergadering gezegd, dat
er in Dordrecht niet eens een G.S.W.-
regeling bestaat. Als dit nu groenhout
is, zou ik weleens willen weten wat
dor hout is," was de heer Gebraad sne
dig.
De heer de Vin ondersteunde dit be
toog. Ik ben geen upper ten in het le
zen van rapporten, maar ik mag wel
zeggen dat ik er wat tijd voor heb en
dat die ook genomen heb en dat ik er
ook niet helemaal ben uitgekomen. Ik
kan me goed voorstellen, dat de meer
derheid van de raadsleden er geen
raad mee wisten. Het was bijna niet
te verwerken. Er zullen er best bij zijn.
die daarom niet eens de moeite heb
ben genomen het rapport te lezen. Daar
om zijn het nog geen slechte raadsle
den, maar ze durven de consequenties
daarvan niet te dragen," vreesde de
heer De Vin.
Eén man?
De heer Groenendijk had een meer
practische vraag. Kan één man daar
nu alles? Werk aantrekken, in- en ver
kopen en alle voorkomende zaken?"
Burgemeester Van der Harst legde
uit, dat het niet veel verschil maakt of
er 24 mensen tewerk zijn gesteld of 93,
maar dat tegenover het kantoorperso
neel min of meer is aangepast aan de
omstandigheden.
Er volgde een discussie over het voor
stel tot het benoemen van vijf wijze
mannen. De burgemeester verklaarde
met nadruk, dat dit niet aan de orde
was. „Voor of tegen," anders niet.
Als voorstel van orde werd gesteund
door de heer De Vin, maar bij stem
ming bleek het voorstel met 52 ver
worpen.
Daarna kwam het voorstel van de
meerderheid van b. en w. aan de orde.
Zonder hoofdelijke stemming werd dit
aangenomen, waarbij de heer Gebraad
aantekening vroeg, geacht te willen
worden te hebben tegengestemd.
Ze staan weer in de tuin, op eenmaal losgebroken
Het lijken kleine lampjes lonkend naar elkaar
Ze hebben met hun kleine kracht de aardkorst fier doorbroken
Als stralenbundels staan ze daar.
Wie heeft voor hen dat pralend kleed geweven
Van goudbrokaat vol warme zonnegloed?
Het zijn de eersten van het feest die ons hun glorie geven
Straks komen ze in 't blauw, ze volgen op de voet.
En na hun komt een lange rij in schone praalgewaden
Een ongeziene Hand werk aan hun feestkledij
Hij kiest de kleuren uit en weeft de bloemendraden
Er is geen kunst'naar zoals Hij.
Hij werkt steeds door bij dagen en bij nachten
Aan 't heerlijk feest dat zeker komen gaat
Nooit kan men van Zijn kimst'naarshand te veel verwachten
Hij deelt Zijn schatten uit met milde overdaad.
LANERTA
Als raet een zucht van verlichting
heeft de raad van Goedereede vrijdag
middag het uitbreidingsplan „De hieu-
we Oostdijk" vastgesteld. Het plan was
tevoren in overleg met de Commissie
voor uitbreidingsplannen van G.S. door
de ontujerpers, de heren ir. F. J. Zand-
voort, stedebouwkundige bij Stad en
Land, A. C. Albert en architekt J. Brink
man te Middelharnis in enkele kleinere
details gewijzigd. In ons j.l. vrijdagnum-
mer wijdden we aandacht aan de be
spreking va7i het plan en beschreven
we de uiterst moeizame weg die Goede
reede sinds 1964 heeft bewandeld om
met een vastgesteld uitbreidingsplan ge
reed te komen.
De foto van de maquette laat duide
lijk zien hoe het nieuwe plan (rechts)
naast de oude staid (links) zal verrij
zen. In het midden van het nieuwe plan
komen de grillig gevormde flats, waar
in naast woningen ook kantoren en win
kels worden ondergebracht. Daar-
omiheen komen de z.g. patio-woningen
met de ommuurde tuinen en als een
soort wal rondom de kern, zoals dat bij
de oude stad was een wal, bestaande
uit de typische woningen met aan de
voorzijde een schuin aflopend dak en
een steile achtergevel van 9 meter
hoog. De dam over de haven, de van
links onderaan naar rechts oplopende
brede streep, vormt vanaf de Provin
ciale weg de toegang tot het nieuwe ge
deelte. Het cliché werd gemaakt voor
de wijzingen werden aangebracht. O.m.
werd vanuit de middelste rechthoek
(met tooompjes) een betere doorgang
gemaakt naar het overige gedeelte en
werd een betere verbinding met de
hoofddijk gemaakt.
Niet in de notulen..
De heer Bruggeman zei in de notulen
van de vorige vergadering niets te heb
ben gelezen over zijn opmerkingen over
de Technische Dienst die „voor geen
vijf cent toezicht zou houden op wer
ken in aanbouw" en de BB die in geen
jaren had geoefend. De voorz. zegde toe
de opmerkingen alsnog te doen opne
men.
Van de heer Bruggeman was een
verzoek ontvangen tot wijziging van de
politieverordening i.v.m. sluitingsuren
der cafe's. De cafe's zijn thans 's zon
dags open tot 's avonds acht uur. De
café gaat dan gelijk met de kerk uit.
De heer Bruggeman stelde voor de ca
fe's tot 's avonds negen uur open te
houden vanaf 's morgens half twaalf.
Het verzoek was door geen der raads
leden mede ondertekend en werd voor
kennisgeving aangenomen.
Rondvraag
In de rondvraag wees de heer den
Eerzamen erop dat er in de Pieterstraat
voor de woning van Tanis aan de straat
gebroken is voor aanleg van riolering
en elektriciteit. De bestrating is der
mate slecht hersteld dat er al enkele
mensen over gevallen zijn. Hij vroeg op
korte termijn een herbestrating. Het
werd door de voorz. toegezegd.
Verder wees de heer den Eerzamen
erop dat het huisje van de f am. Soete-
man dat door de gemeente is aange
kocht er smerig bijstaat. „Wanneer wij
als gemeente daar iets moois van wiUen
maken moeten we zorgen dat het in
orde is" vond hij en als eerste stap
wilde spreker een nieuw valgordijn ko
pen. De situatie zal worden opgeno
men.
Bespoediging vaste verbinding
Weer was het de heer Snijder die
vroeg er bij Rijskwaterstaat op aan te
dringen dat de verbinding met de vaste
wal via de Haringvlietdam bespoedigd
zal worden. Spr. wist dat het totale
werk met een jaar vertraagd is maar
meende dat de verbinding niet tot het
geheel gereed komen van het werk in
1969 behoefde te wachten.
De voorz. zei erop te vertrouwen dat
erop wordt gewerkt ook deze verbin
ding zo spoedig mogelijk tot stand te
brengen. Om echter de dam te kunnen
leggen moeten eerst de sluizen kunnen
werken. Vanaf Stellendam zal het ver
keer in de richting Ouddorp eerst de
Provinciale weg volgen. Bij Ouddorp
komt een aftakking binnendijks. Eerst
wainneer het Brouwershavense gat
wordt afgedamd zal de weg buitendijks
worden aangelegd.
De Boerenleenbank te Den Bommel
draagt nu evenals de andere banken de
naam Coöp. Raiffeisenbank, we hebben
de oude naam nog eens gebruikt om in
de kop de alliteratie met de B's te doen
uitkomen!
De jaarvergadering van de Bank
wordt gehouden op donderdag 25 maart
a.s. des avonds 7 uur in het Vereen,
gebouw aan de Beneden Oostdijk te
Den Bommel. Na afvoering van de
huishoudelijke zaken zullen de heren
Boomsma een lezing houden met dia's
over hun reis naar Rusland.
Historie
Het wordt een enigszins feestelijke
bijeenkomst, want de Bank brengt ver
slag uit van het zestigste boekjaar. In
het jaarverslag lazen we daarover een
stukje historie.
De eerste Algemene Vergadering van
de bank werd gehouden op vrijdag 3
maart 1905. In die vergadering werd
tot oprichting besloten en werd be-
bepaald, dat de bank haar werkzaamhe
den zou aanvangen op 4 maart 1905.
Begonnen werd met 21 leden. Tot le
den van het bestuur werden gekozen de
heren A. Jongeling, A. van Weel en L.
Melissant. De Raad van Toezicht be
stond uit de heren Jb. Koert Mzn., P.
Luyendijk en G. van Loon. De eerste
kassier was de heer B. Jongeling. Ach
tereenvolgens hadden in het bestuur
zitting de heren Jb. Mijs Jzn., J. C.
Borgdorff, J. Mooyaart, K. L. Buth en
W. A. Lokker. In de Raad van Toezicht:
I. J. Bom, C. Breure, J. L. v. Prooyen
en P. Borgdorff. In 1915 benoemde de
Algemene vergadering krachtens de
destijds geldende statuten de heer H. C.
van Rossum tot kassier. Deze werd in
1938 opgevolgd door de heer J. W. S.
Mlatthijsse, terwijl de huidige kassier
in november 1953 in dienst van de Bank
trad. In de loop der jaren traden als
waarnemend kassier i.v.m. ziekte e.d. op
de heren A. Bakelaar Jzn., J. Tieleman,
G. den Das en mej. Pas.
Uit het eerste jaarverslag zien wij
dat er 32 spaarders waren met een sal
do van f 20.000,—. Toen de Bank 25
jaar bestond waren het er 339 en be
droeg het spaargeld f 252.703,14.
In 1954 bedroegen de spaargelden
f 59.092,08 en over 1964 f 3.249.252,36. De
winst bedroeg in 1954 f 842,43 en over
1964 f 6.960,56.
De Bank heeft zich dus wel gun
stig ontwikkeld. Door de gestegen spaar
gelden kon de bank voldoen aan de
vraag naar kredieten en leningen uit de
gehele dorpsgemeenschap en kon daar
door een bijdrage leveren aan de ont
wikkeling van velerlei bedrijven en in
stellingen binnen haar werkgebied. De
reserves werden de laatste 10 jaren
meer dan verdubbeld. Het reservefonds
is groot f 130.449,64. In 1956 werd het
nieuwe banggebouw in gebruik geno
men, waar men de relaties op passende
wijze kan ontvangen.
NIEUW GLASSOORT
Amerikaanse geleerden hebben een
nieuwe glassoort uitgevonden, die don
ker wordt wanneer zij door licht be
schenen wordt en opnieuw verheldert,
wanneer het licht geringer wordt of he
lemaal verdwijnt, aldus „Landbouwdo-
cumentatie". Ofschoon dit glas thans al
leen nog maar voor experimentele doel
einden is gebruikt zou het dienstig kun
nen blijken voor vensters en zonnebril
len, misschien ook voor autowindscher
men die zich automatisch aan de licht
sterkte zouden aanpassen. De eigen
schap dankt het aan de aanwezigheid
van uiterst kleine kristallen zilverhalo-
genide, die erg gevoelig zijn voor licht
en samengesteld zijn uit zilver en hetzij
chloor, hetzij fluor, hetzij broom of jo-
dium.
Wanneer het licht op de kristallen
valt, valt de verbinding uiteen in zilver
en het andere element en treedt ver
duistering in. Naarmate de lichtsterkte
vermindert, gaan het zilver en het an
dere element zich opnieuw met elkaar
verbinden en wordt het glas opnieuw
doorschijnend. De kristallen zijn zo
klein dat zij de doorzichtigheid van het
glas niet beïnvloeden.
Aan de rand van de Namibwoestijn,
bij Karibib, een dorpje op de weg naar
Swakopmund en Walvisbaai, is er mar
mer voor duizenden jaren wit, rood,
grijs, zwart alle kleuren die marmer
maar kan hebben.
Karibib is een klein, weinig aantrek
kelijk dorpje. Bomen zijn er zeldzaam,
zand is er zoveel te meer en half
edelstenen. Men vindt hier alle kwarts
variaties.
Et zijn ook bergen, die als schoven op
de kale grond staan. Deze bergen zijn
meestal van massief marmer.
Bijna al het marmer dat in Zuidwest-
Afrika gebruikt wordt komt uit de mar-
mergroeven en de fabriek van Kari
bib. Deze fabriek verwerkt marmer en
kan het aantal bestellingen bijna niet
aan. Het meeste marmer wordt gebruikt
voor grafstenen, monumenten en sier
werk.
De reuzenblokken die men met dina-
miet los laat springen worden in de
fabriek in kleinere blokken gezaagd en
geschuurd.
De eigenaar van deze fabriek, een
Duitser, klaagt dat hij teveel werk heeft
en te weinig vakarbeiders. Hij zegt dat
er in Karibib nog voor duizenden ja
ren marmer aanwezig is, zelfs al zou de
republiek ook het meeste van het mar
mer dat gebruikt wordt daar vandaan
halen. (African Express)