EIIAIIDEn-niEUWS
Zy deden mijn was
waar ik hij stond»..
öe QRienöuil
Hei koolmeesje
Studieweek voor
leerlingen 4e en 5e
klas R.H.B.S.
Een werkend volk
heeft recht op
recreatie
Ingezonden stukken
2e blad
Vrijdag 5 maart 1965
No. 3368
Plastic Muur- en
Plalondverf
Prinses Beatrix op
St. Eustatius
Carnaval Oorsprong van het
feest De Reformatie en de
Roomse feestdagen De lydens-
tyd.
„Agge mar leut et" Met deze on
vervalste Brabantse slagzin zitten we
midden in de sfeer van dat dwaze feest,
(jat deze week weer beneden onze gro
te rivieren is gevierd, en waar de men
sen van boven de rivieren {ooli Room
sen!) wel nooit iets van zullen begrij
pen. Wie als „noorderling" (een noorder
ling is ieder die „boven 't Moerdijk"
woont!) op die maandag, maar vooral
op die dinsdag toevalligerwijze in een
van de Brabantse steden terechtkomt,
waant zich in een groot gekkenhuis. De
Brabanders en Limburgers zelf geven
toe, dat een buitenstaander nooit van
harte aan dat feest zal kunnen mee
doen. Geboren en getogen zuiderlingen
echter worden in die dagen als door een
onzichtbare hand naar het zuiden ge
dreven. Toen Anton van Duinkerken
(schuilnaam voor Prof. W. J. M. A. As-
selbergs, thans hoogleraar in Nijmegen)
in Amsterdam woonde, dichtte hij deze
regels:
„In Brabant viert men carnaval.
Ik woon in Amsterdam.
Hier stinkt het leven overal
Muf als een kelderzwam
Te leven boven de Moerdijk,
Dat is een trage dood!
Ach, als ik hier de mens bekijk.
Schaam ik me om 't mens-zijn rood!"
Het Carnavalsfeest, dat gewoonlijk op
zaterdag begint en op dinsdag eindigt
met de Vastenavond, luidt de 40-daagse
Vastentijd in. Over de herkomst van dit
feest lopen de meningen uiteen. De
meest verdedigde en tegelijk de meest
waarschijnlijke opvatting is, dat het een
mengsel is van het Romeinse lentefeest
en een Germaans offerfeest. De naam
zou ontstaan zijn uit char naval, het
wagenschip bij het heidense lentefeest.
De wagen, die nog altijd dienst doet in
de carnavalsoptocht, zou daarvan een
overblijfsel zijn.
Het Middeleeuwse Rooms-Katholicis-
me heeft dit heidense feest niet kunnen
uitroeien en het geleidelijk aan opge
nomen in het gekerstende levenspa
troon. Het was een goede gelegenheid
om zich nog éénmaal te goed te doen
aan eten en drinken, voordat de Vasten
inging. Later, toen de oorsprong van het
feest niet duidelijk meer was, bracht
men de naam carnaval in verband met
de latijnse woorden caro (vlees) en vale
(vaarwel) zodat carnaval werd uitge
legd als „afscheid van het vlees".
In de ruwe Middeleeuwen ontaardde
het carnavalsfeest in bandeloosheid en
brooddronkenheid, zodat kerk en over
heid strafbepalingen moesten maken om
de ergste uitspattingen tegen te gaan.
De konsekwentie om het feest maar ge
heel af e schaffen, heeft de geestelijk
heid tot op de dag van vandaag kenne
lijk niet aangedurfd. De strenge 40-
daagse vasten heeft blijkbaar enige
compensatie nodig. Trouwens, ik heb
me laten vertellen, dat de geestelijkheid
in de zuidelijke provincies zo ze al niet
actief aan het feest deelneemt toch haar
stilzwijgende goedkeuring geeft.
Evenals tegen de andere Roomse feest
dagen (Drie Koningen en St. Maarten)
is de Reformatie van meet af aan opge
treden tegen het carnavalsfeest. Het
bleek echter moeilijk de mensen af te
houden van het deelnemen aan deze
„paepsche superstitien"
Uit de acta van classes en synoden
blijkt dat er over die Roomse feestda
gen heel wat te doen is geweest. Voor
de aardigheid laten we hier volgen een
uitspraak van de provinciale synode
van Zeeland, gehouden 9-13 oktober
1618 te Zierikzee.
„De wijle in de kercken van onse
Unie zijn overgebleven vele supersti-
tieuse feestdagen, als bij namen Vastel-
avont, Kermisse, Blijde Avonden, de
Drije Coningen, Sinte Maarten etc. de-
welcke strecken tot onteeringe van de
reformatie, voedinge van brasserije
ende gulsicheijt, ende tot groote schan-
dale van de onwetende menschen, zoe
sal men aenhouden bij den synodum
nationael, dat tegen d'selve van de Ho.
Mo. heeren Staten Generael eene alge-
meijne ordre mach werden vercregen".
Later werd de predikanten geadvi-
VERVOLGVERHAAL
door W. SCHIPPERS
Copyright J. J. Groen Zn. N.V.
55
Het antwoord dat Andries gaf was
voor de oude heer een bewijs dat die
stoere jonge kerel, die daar zo rustig
tegenover hem zat, zich reeds nu door
een gevoel van trouw gebonden achtte
aan zijn baas en aan de firma in wier
dienst hij stond. Dit versterkte hem nog
meer in zijn plan om Andries Korhof te
verbinden aan zijn zaak en aan zijn
huis.
„'t Ligt voor de hand, Korhof, dat een
jonge onderbaas, die zijn plicht doet en
zijn werk verstaat, de opvolger v^ordt
van de hoofdbaas als deze niet m.eer
kan, of er het bijltje bij neerlegt. Nu
zal ik even zeggen, wat jouw vooruit
zichten kunnen zijn als als je mijn voor
stel aanneemt. Kijk eens, je gaat met
mijn zoon op reis naar 't zuiden en je
Werk is om hem zoveel mogelijk van
dienst te zijn, dat wil zeggen in ieder
geval te doen wat hij je opdraagt, doch
16 zult meer reisgezel dan wel bepaald
bediende ztjn.
Laat ons nu eens aannemen, dat jullie
seerd om op Vastenavond een kerk
dienst te beleggen, maar voor vele ge
meenteleden bleek toch de kroeg aan
trekkelijker dan de kerk, zodat ook deze
poging als mislukt moest worden be
schouwd. Bij de „oude schrijvers" uit
de 18e eeuw kan men nog klachten vin
den over dit „paapse, Godonterende
feest", dat „uit der heidenen smeer-
winkel" afkomstig was.
TÜr -iür -jV
Br zullen niet veel woorden nodig zijn
om de dwaasheid en de goddeloosheid
van dit feest aan te tonen. Als de Vas
tentijd nog enige positieve waarde zou
hebben om de gedachten te richten op
het bittere lijden en sterven van de
Heere Jezus Christus, dan wordt dat
zonder meer ongedaan gemaakt door de
brooddronkenheid van het voorafgaan
de carnaval. Christus is niet gestorven
opdat wij ons uit zouden leven, maar
opdat wij zouden leven door Hem. Dat
betekent ons kruis achter Hem dragen,
de wereld verlaten, de zonde afsterven,
de oude mens kruisigen en in een nieuw
godzalig leven wandelen.
Want ik denk toch dat Carnaval vie
ren onmogelijk is voor hen, die het heb
ben leren verstaam:
„Ik deed door al mijn zonden
Hem al die jammeren aan".
Wij die der zonde gestorven zijn, hoe
zullen we nog in dezelve leven?"
Ik hoop dat we zó de lijdenstijd mo
gen vieren.
Waarnemer
Goede recreatie voert tot presta
tie. Draagt bij tot grotere wel
vaart en neem een spaarboekje!
U zorgt dan voor persoonlijke re
creatie. Het is voordelig en ge
makkelijk Dagelijks tot ieder be
drag opvraagbaar.
BOERENLEE^fBANKEN
KAIFFEISENBANKEN
„Geef Heeire, dat wö zulk een gie-
bruik maken van tijdelijke zeigenin-
gen, dat wö de eeuwige niet ver
beuren" (Bernard)
Zeer Geachte Redactie,
Als goedgemeende reactie op het ge
dicht van de heer Tijmen in uw num
mer d.d. 19 febr. j.l. doe ik u onder
staand gedicht van mijn vrouw toeko
men ter uwer beoordeling betreffende
al of niet plaatsing in uw gewaardeerd
blad.
19 februari had ik in mijn hand
de ons geliefde Eilandenkrant,
Plaatselijk nieuws en nog veel meer
Het interesseert ons nog wel zeer
Ook de verzen van heer Tijmen
Wat een goed doordachte rijmen!
Behalve dan dit éne keer
Want wat hij schrijft verbaast ons
zeer
Met waardering voor zijn woorden
Wisten wij niet wat we nu hoorden.
't Ging over buitenlands genot
Waar hij nu toch wel wat mee spot
We voelen 't ons persoonlijk
aangedaan
Omdat we zelf zo ver zijn weggegaan.
Hij schreef maar gemakkelijk
over 't hart
Wat bij deez lieden te hoog wel zat.
Beste heer Tijmen, Iaat uw rijmen
Kloppen met de waarheid zeer
Anders hebben ze voor ons en velen
Niet de echte waarde meer
'k Wil u even gaan vertellen
Zonder naar overdrijving te
gaan hellen
Dat ik hou van Holland met zijn
velden
Maar de zon, die schijnt er toch
zo zelden
Ook onze bossen zijn zo heerlijk
Maar ook nu ben ik maar eerlijk
Truien en vesten altijd nodig
En moeders was niet overbodig
Praat niet over Hollands mooie kust
Want je vindt er warmte,
noch een zee van rust
Nogmaals, mijn hart is van dit
lage land
Met z'n bossen, duinen, zee en strand
Maar als moeder van drie kinderen
Zijn er dingen die je wel eens
hinderen
Vertoef je in hotel; een huis of tent
En de regen is maar weer present
Dat zit je mooi met drie stuks grut
Want dan is 't een benauwd geschut
Weg is dan het dure geld
En vakantie gnel afgeteld
Moeder kan ze bezig houden
En dat gaat echt vlug berouwen
Ze moet toch ook nog zorgen, koken
En zo nu en dan een wasje stoken
Neen, dat weer, het is voor
vrouwtjelief
Maar een lelijke vakantiedief.
Natuurlijk zijn er wel veel mensen
Die niet beter kunnen wensen
Die het treffen, telkens weer
Maar bij ons niet het geval, mijnheer!
Hoe het komt, ik weet het niet
Maar 't deed ons wel eens veel
verdriet
Toen op een keer, 'k weet het nog
goed,
*a»wc«wes*5»''«>n«<Av\-j*iJ»«
£en van de Sunil was-tearns deed de
was voor mevfouw G. Majoor, Oud
Laren 7, Laren. "Inderdaad! Mijn
was is,witter dan ooit. En dat zonder
bleken en zonder blauwen," zei me
vrouw Majoor. "Nu begrijp ik wat ze
bedoelen als ze zeggen: Sunil geeft'
het hoogste wit."
Komt een dag dat men beslissen moet
M'n man zei toen: „Een volgend jaar
Gaan we verder en wel naar daar
waar de zon is en het kroost
de ganse dag zichzelf verpoost"
Beste Tijmen wat een leven
Wordt je daar zomaar gegeven
Van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat
Is er de zon die boven staat
Het is zo maar geen loze hobby
Maar gezondheid voor ons aller body
Je tentje zo maar aan het water
Heel dicht bij 't kinderengesnater
Ook geen vesten, ook geen kou
Wat een rust voor iedere vrouw
Het klimaat is er veel zachter
En de zenuwen laat je achter.
Ween, Holland is mij niet te min
Maar, voor een normaal gezin
Verkies ik 't meer, of Riviera's kust
Daar vinden we gezonde rust.
Trouwens, wie van hoogmoed
weggaan zal.
Komt onderweg wel tot een val
Je ziel versmelt als een doos was
Als je staat op de Gotthard pas
Daar voel je zuiver en heel fijn
Hoe nietig je bent en ook hoe klein.
Mag ik hiermee dan besluiten
Tijmen?
('k Zie graag uit naar je nieuwe
rijmen!)
J. J. Wielhouwer-Dorsman
Amstelveen, 27 februari 1965.
per pak 1,20.
Verfrollers 1,75
Verf- en witkwasten.
WED. J. KURVINK'S DROGISTERIJ
EN FOTOHANDEL OUDDORP
Tab dat kleine akrobaatje
Hangend aan een garendraadjs
Waaraan pinda's zijn geregen
Zie hem heen en weer bewegen
Met zijn ranke vogelpootjes
Langs dat rijtje pindanootjes
Waaraan hij maar wrikt en wrikt
Tot hij 't pindanootje pikt
Rtss! het nootje in zijn bekje
Vliegt hij naar een veilig plekje
Waar hij 't kleine nootje kraakt
Dat hem overheerlijk smaakt.
Heerlijk toch dat vogelleven
Zie hem vrolijk opwaarts zweven
In een onbesuisde vlucht
Door de ijle winterlucht.
Hoe houdt mij die vlucht gevangen
'k Voel in mij een sterk verlangen
Ook zo onbezorgd te leven
Wat moet dat een vreugde geven
Alle moeiten zorgen zuchten
Hier beneden te ontvluchten
O! daar vallen hagelstenen!
En de koolmees is verdwenen
Hoor nu toch dat windgedruis,
't Is toch maar het beste thuis.
Lanerta
begin oktober vertrekt om, als alles een
gunstig verloop mag hebban, het vol
gend jaar juni of begin juli terug te
keren, welnu, dan kom jij bij mijn boek
houder op het kantoor, om zoveel moge
lijk van de boekhouding te leren, want
mijn boekhouder, dat weet je wel, is
aanmerkelijk ouder dan baas Wardink
van de firma Brentstra en Zonen".
De oude heer zwijgt even, kijkt An
dries onderzoekend aan en als de jonge
man niet dadelijk antwoordt, vervolgt
hij: „Begrijp je me nu, Korhof?"
Reizen, de wereld zien, zie, dat was
al van de schooljongen af aan zijn
ideaal geweest, hij weet nog wel hoe
met tranen van spijt in de ogen „De
Maasstroom" achter de grienden van
de oude Maas zag verdwijnen. Hij bleef
dan onder de kastanjebomen staan, zo
lang hij de blauwe wimpel van het
schip, waarop zijn enige vriend Rolf de
voor de jongen van „De Grienduil" on
bekende wereld invoer, met zijn ogen
kon volgen. En nu werd hem de gele
genheid geboden om een prachtige reis
naar 't buitenland te maken. De verlei
ding om het aanbod van de oude heer
aan te nemen was ongetwijfeld groot
voor Andries. Maar toen de gedachte
weer naar voren kwam, hoe baas War
dink er mee onthand zou zitten als hij
onverwacht wegging, hoe hard het hem
vallen zou afscheid te moeten nemen
van Adolf Rankers, en om voorgoed
„De Oranjeboom" de rug toe te keren,
zie, toen kwam het hem toch aanneme
lijker voor maar ronduit het voorstel
van de heer Van Valkenmade af te wij
zen.
Aanvankelijk beproefde de oude heer
de jongeman tot andere gedachten te
brengen en toen dit niet gelukte en An
dries reeds opstond om een einde aan
het voor hem pijnlijk wordend onder
houd te maken, werd de oude heer boos.
Driftig voegde hij Andries toe: „Je
mocht wel wat meer dankbaarheid to
nen, Andries Korhof, en bedenken dat
je vader bij m"ij zijn brood verdient".
Plotseling stond de jongeman het beeld
van zijn vader helder voor ogen, zoals
hij hem zo vaak gezien had, als hij op
zondagmorgen naar de molen ging om
te gaan werken aan zijn zaagraam, om
dat het druk w'as en het hard genoeg
waaide om te kunnen malen.
„Dat had u niet tegen mij moeten zeg
gen mijnheer Van Valkenmade, want
dat mijn vader bij u zijn brood ver
dient, verplicht mij tot niets. En wat
mijn vader betreft, mijnheer, ik durf
zeggen, dat die niet alleen zijn brood
bij u verdiend heeft, maar ik leg de na
druk op het woord verdiend, zwaar,
voor hem bitter zwaar verdiend".
Hoog opgericht in zijn volle lengte
staat de jongeman voor de machtige
heer van ,De Grienduil" en deze kijkt
hem vlak in de blauwe, toornige fonke
lende ogen.
„Wat bedoel je met dat „bitter zwaar"
Korhof, ik begrijp dat niet best
„Dan zal ik het u duidelijk zeggen,
mijrüieer," valt Andries onmiddellijk in.
„Als mijn vader van maandagmorgen
tot zaterdagavond malen moet en al
komt er dan nog een nacht bij, dan valt
hem dat nooit zwaar, want zijn arbeid
is hem lief, maar als de opdracht kwam
dat hij 's zondags malen moest, dan kon
hij bijna niet slapen of eten, dan voelt
hij zich ellendig omdat hij de Sabbath
schendt. Doch in verzet komen doet hij
niet, omdat hij denkt dat dan ontslag
volgen moe, enhij is met zijn gan
se hart gehecht aan „De Grienduil" en
aan de heren Van Valkenmade; als de
poort van „De Grienduil" voor hem ge
sloten bleef was het zijn dood en daar
om verdient hij zijn brood bitter zwaar."
Alle toorn is verdwenen uit het ge
moed van de oude heer; die sterke jon
geman, met zijn eerlijk onverschrokken
hart, die heeft hij nodig. Die kan voor
zijn zoon en voor zijn zaak een krach
tige steun worden in de toekomst en
daarom zal hij de zoon van baas Wou
ter niet loslaten.
„Je bent tamelijk driftig, Korhof",
zegt de oude heer op kalme toon, „doch
nu begrijp ik je tenminste. Is het ech
ter wel goed tot je doorgedrongen wat
je eigenlijk afwijst, als je mijn goed be
doeld voorstel verwerpt?"
„Dat hebben we immers al besproken,
mijnheer, waarom
„Neem mijn aanbod aan, Korhof en
Men schrijft ons:
Vanaf maandag 8 maart t.m. zaterdag
13 maart zullen 45 leerlingen van de 4e
klasse een bezoek brengen aan Parijs;
43 leerlingen der 5e klasse zullen die
week naar Londen gaan, uiteraard on
der leiding van een aantal docenten.
Deze excursies zijn in eerste instantie
niet bedoeld als plezierreizen; zij gelden
veel meer als studieweek. Vele beziens
waardigheden zullen worden bezocht,
waarmede de leerlingen reeds te maken
hadden in de diverse lessen op school.
Om een idee te geven van die beziens
waardigheden, volgt hieronder het vol
ledige reisplan, zowel voor Londen als
Parijs, zoals dat aan de leerlingen is uit
gereikt.
Het ligt in de bedoeling deze studie
weken met de 4e en 5e klassen in de
toekomst te herhalen en wel zo, dat in
de volgende jaren niet alleen Londen
en Parijs worden bezocht, ook andere
steden in Europa ziülen in de excursies
betrokken worden, steeds twee steden
per jaar.
De kosten van deze studieweken zijn
voor de leerlingen bijzonder goedkoop
gehouden deels omdat een bilijke ver-
voersgelegenheid gevonden werd en
men verblijft in voordelige studentente-
huizen; anderdeels doordat deze studie
reizen gedeeltelijk gesubsidieerd wor
den, o.a. door activiteiten van leerlin
gen en leraren gezamenlijk.
De reisweek naar Londen is zo -geko
zen, dat de leerlingen van de 5e klasse,
die thans hun proefexamen in de school
afleggen, na dit examen een weekje
kunnen uitblazen en nieuwe indrukken
kunnen opdoen, alvorens aan de eind
spurt te beginnen voor het werkelijke
examen.
Voor de leerlingen van de vierde
klassen is het een verlengde „crocus"-
vakantie die ook welkom zal zijn, voor
al omdat de periode tussen Kerstmis en
Pasen dit jaar zo lang is. Bovendien
staat voor hen ook een overgangsexa
men voor de deur. De leerlingen van de
lagere klassen zullen uiteraard de
school gewoon bezoeken, zij het dan met
een gewijzigd lesrooster.
Studieweek Londen
Vertrek maandag 8 maart, half negen
van de school. Via Gent, Ostende, Dover
enz. naar Chigwell (even buiten West-
Londen).
dinsdag 9 maart: Bezichtiging Londen
centrum, Hyde Park, Serpentine, Rot-
ton Row, Kensington Gardens, Marble
Arch, Hyde Park Corner, City of West
minster: Horse Guards, Whitehall, Ce
notaph, Downingstreet, Westminster
Abbey, Houses of Parliament, Scotland
Yard, National GaUery, Trafalgar
Square, Nelson's Monument 's avonds
rondrit door West-End en City.
10 maart: Bezoek aan de Tower
(Crown Jewels) Tower Bridge, St. Paul's
(Poets Corner) Guildhall, Billingate
Fishmarket. Boottocht of winkelen.
11 maart: Bustocht Windsor Castle,
ik zal je vader vrijstelling verlenen van
zondagsarbeid", valt de oude heer de
jongeman in de rede.
En nu aarzelt Andries met zijn ant
woordt. Alles wilde vader vergeven en
vergeten, had de schipper hem gezegd
en hij, Andries, had zijn vader véél,
zeer veel verdriet aangedaan, dat stond
hem thans glashelder voor de geest.
Néén, nu aarzelt hij niet langer, nu
zal hij zich losmaken van alles wat hem
aan Amsterdam bindt.
„Op die voorwaarde neem ik uw aan
bod aan, mijnheer Van Valkenmade,"
zegt hij eenvodig. De oude heer reikt
hem aanstonds de hand en voegt hem
toe: „Je zult er geen berouw van heb
ben, Korhof, en nog deze week zal ik je
vader kennis geven van onze overeen
komst."
Hoofdstuk XV
EEN IttOEILIJK BESLUIT
De hele week is het brandend heet en
bijna bladstil geweest. De molens in de
omtrek en langs de rivieren staan stil
en de molenaars turen naar de strak
blauwe hemel, verrichten de arbeid die
ze kunnen doen zonder dat de mo^en
draait, doch het wachten is op de wind.
Op „De Grienduil" heeft men het ta
melijk volhandig en een paar timmer
mansbazen maken het baas Korhof nog
al lastig, want ze moeten voor een
Tijdens haar bezoek aan he his
torische fort Oranje kreeg Prinses
Beatrix een steelband-trommel
aangeboden. De prinses hing het
instrument om en gaf er onder
groot enthousiasme een roffel op.
Eton College, Hampton Court, Thames
Valley;
12 maart: Kensington Natural History
Museum; Science Museum; Madame
Tussaud, British Museum;
13 maart: Terugreis.
Studieweek Parqs
Vertrek maandag 8 maart van r.h.b.s.
via Brussel, Mons, Mauberge, Laon.
Op het programma staan bezoeken
aan:
He de la Cité; Notre Dame Marché
aux Fleurs Conciergerie la Ste.
Chapelle Bouguinister Louvre; ge
volgd door een wandeling (Jardin des
Tuileries, Place de la Concorde, Champs
Elysées) naar de Are. de Triomphe,
Tour Eiffel en Dome des Invalides. Mu-
sée Rodin of Musée du Jeu de Paume
(Impressionistes) Versailles; Fon-
tainebleau; en eventueel: Pantheon,
Jardin du Luxembourg, Boul's Miche
etc. 's Avonds zo mogelijk een rondrit
langs de verlichte monumenten en een
bezoek aan de Opéra Comique.
UIT DE KERKELIJKE PERS
Gooien met naamkaartje
Er was eens een dominee die op zon
dagmorgen in de consistorie van de kos
ter een brief kreeg, die zojuist was be
zorgd. Hij opende de enveloppe en las
het erüge woord dat op het papier stond
Idioot!
Tijdens de aankondigingen stelde hij
de gemeente van dit feit op de hoogte
met de volgende woorden: Ik heb al
vaak brieven ontvangen van mensen die
vergaten er hun naam onder te zetten.
Maar vanmorgen kreeg ik voor het
eerst sen brief van iemand, die wel z'n
naam zbette, maar vergat de brief te
schrijven.
Kom maar op klompen
In de gemeente Giethoorn heeft men
nog tal van onverharde wegen. Het ge
volg daarvan is o.a. dat het kerkbezoek
afhankelijk is van de weersomstandig
heden. Veel mensen luisteren op zater
dagavond naar 't weerbericht. Wordt re
gen en storm verwacht, dan is het kerk
bezoek aanzienlijk minder dan bij zon
nig weer. De Hervormde dominee heeft
in het kerkblad geschreven dat na een
regenachtige zaterdag de .zandwegen
weliswaar voor mensen, die ver van de
kerk af wonen slecht begaanbaar zijn,
maar dat men daarom toch niet thuis
hoeft te blijven. De dominee kan zich
ook voorstellen dat er bezwaren aan zijn
verbonden iriet schoenen aan door de
modder te baggeren, maar waarom trekt
u geen klompen aan naar de kerk,
vraagt de predikant. Ja, waarom niet?
We zijn toch onder elkaar, aldus de
Giethoornse hervormde dominee.
nieuw bouwwerk noodzakelijk hun tim
merhout hebben.
Deze blijft daar echter nogal kalm on
der, want als er geen wind is kan „De
Grienduil" niet malen, en de concurren
ten kunnen het evenmin.
Nu echter is het vrijdagmiddag en
baas Korhof staat op de gaanderij naar
het zuid-westen te turen.
„We krijgen nog voor schafttijd een
bui", mompelt hij binnensmonds, „en als
we die gehad hebben loopt tien tegen
één de wind breed."
Zijn ogen volgen opmerkzaam het op
komen van de kleine geelachtig donkere
wolkenkopjes die zich laag aan de zuid-
westerkim tegen het lichte blauw van
de zonnige hemel aftekenen.
Dat wordt weer zondag malen, denkt
hij, en in zijn ogen komt weer die droe
ve pijnlijke blik, die zijn huisgenoten zo
goed kennen en waar moeder Tonia zich
soms aan ergert.
Terwijl hij daar zo staat, komt zijn
oude knecht Jakob naar hem toe op de
gaanderij.
„We krijgen een bui, baas, geloof je
dat ook niet, 't zet hard aan daarginds
lageruit."
De baas knikt, „Jazeker, Jakob, we
krijgen hem vast, en we hebben hem al
gauw boven ons ook en dan zullen we
vooreerst geen gebrek aan wind hebben
reken daar maar op."
(Wordt vervolgd)