EIIAIIDEn-niEUWS Zy deden mijn was waar ik hij stond».. öe QRienöuil Hei koolmeesje Studieweek voor leerlingen 4e en 5e klas R.H.B.S. Een werkend volk heeft recht op recreatie Ingezonden stukken 2e blad Vrijdag 5 maart 1965 No. 3368 Plastic Muur- en Plalondverf Prinses Beatrix op St. Eustatius Carnaval Oorsprong van het feest De Reformatie en de Roomse feestdagen De lydens- tyd. „Agge mar leut et" Met deze on vervalste Brabantse slagzin zitten we midden in de sfeer van dat dwaze feest, (jat deze week weer beneden onze gro te rivieren is gevierd, en waar de men sen van boven de rivieren {ooli Room sen!) wel nooit iets van zullen begrij pen. Wie als „noorderling" (een noorder ling is ieder die „boven 't Moerdijk" woont!) op die maandag, maar vooral op die dinsdag toevalligerwijze in een van de Brabantse steden terechtkomt, waant zich in een groot gekkenhuis. De Brabanders en Limburgers zelf geven toe, dat een buitenstaander nooit van harte aan dat feest zal kunnen mee doen. Geboren en getogen zuiderlingen echter worden in die dagen als door een onzichtbare hand naar het zuiden ge dreven. Toen Anton van Duinkerken (schuilnaam voor Prof. W. J. M. A. As- selbergs, thans hoogleraar in Nijmegen) in Amsterdam woonde, dichtte hij deze regels: „In Brabant viert men carnaval. Ik woon in Amsterdam. Hier stinkt het leven overal Muf als een kelderzwam Te leven boven de Moerdijk, Dat is een trage dood! Ach, als ik hier de mens bekijk. Schaam ik me om 't mens-zijn rood!" Het Carnavalsfeest, dat gewoonlijk op zaterdag begint en op dinsdag eindigt met de Vastenavond, luidt de 40-daagse Vastentijd in. Over de herkomst van dit feest lopen de meningen uiteen. De meest verdedigde en tegelijk de meest waarschijnlijke opvatting is, dat het een mengsel is van het Romeinse lentefeest en een Germaans offerfeest. De naam zou ontstaan zijn uit char naval, het wagenschip bij het heidense lentefeest. De wagen, die nog altijd dienst doet in de carnavalsoptocht, zou daarvan een overblijfsel zijn. Het Middeleeuwse Rooms-Katholicis- me heeft dit heidense feest niet kunnen uitroeien en het geleidelijk aan opge nomen in het gekerstende levenspa troon. Het was een goede gelegenheid om zich nog éénmaal te goed te doen aan eten en drinken, voordat de Vasten inging. Later, toen de oorsprong van het feest niet duidelijk meer was, bracht men de naam carnaval in verband met de latijnse woorden caro (vlees) en vale (vaarwel) zodat carnaval werd uitge legd als „afscheid van het vlees". In de ruwe Middeleeuwen ontaardde het carnavalsfeest in bandeloosheid en brooddronkenheid, zodat kerk en over heid strafbepalingen moesten maken om de ergste uitspattingen tegen te gaan. De konsekwentie om het feest maar ge heel af e schaffen, heeft de geestelijk heid tot op de dag van vandaag kenne lijk niet aangedurfd. De strenge 40- daagse vasten heeft blijkbaar enige compensatie nodig. Trouwens, ik heb me laten vertellen, dat de geestelijkheid in de zuidelijke provincies zo ze al niet actief aan het feest deelneemt toch haar stilzwijgende goedkeuring geeft. Evenals tegen de andere Roomse feest dagen (Drie Koningen en St. Maarten) is de Reformatie van meet af aan opge treden tegen het carnavalsfeest. Het bleek echter moeilijk de mensen af te houden van het deelnemen aan deze „paepsche superstitien" Uit de acta van classes en synoden blijkt dat er over die Roomse feestda gen heel wat te doen is geweest. Voor de aardigheid laten we hier volgen een uitspraak van de provinciale synode van Zeeland, gehouden 9-13 oktober 1618 te Zierikzee. „De wijle in de kercken van onse Unie zijn overgebleven vele supersti- tieuse feestdagen, als bij namen Vastel- avont, Kermisse, Blijde Avonden, de Drije Coningen, Sinte Maarten etc. de- welcke strecken tot onteeringe van de reformatie, voedinge van brasserije ende gulsicheijt, ende tot groote schan- dale van de onwetende menschen, zoe sal men aenhouden bij den synodum nationael, dat tegen d'selve van de Ho. Mo. heeren Staten Generael eene alge- meijne ordre mach werden vercregen". Later werd de predikanten geadvi- VERVOLGVERHAAL door W. SCHIPPERS Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 55 Het antwoord dat Andries gaf was voor de oude heer een bewijs dat die stoere jonge kerel, die daar zo rustig tegenover hem zat, zich reeds nu door een gevoel van trouw gebonden achtte aan zijn baas en aan de firma in wier dienst hij stond. Dit versterkte hem nog meer in zijn plan om Andries Korhof te verbinden aan zijn zaak en aan zijn huis. „'t Ligt voor de hand, Korhof, dat een jonge onderbaas, die zijn plicht doet en zijn werk verstaat, de opvolger v^ordt van de hoofdbaas als deze niet m.eer kan, of er het bijltje bij neerlegt. Nu zal ik even zeggen, wat jouw vooruit zichten kunnen zijn als als je mijn voor stel aanneemt. Kijk eens, je gaat met mijn zoon op reis naar 't zuiden en je Werk is om hem zoveel mogelijk van dienst te zijn, dat wil zeggen in ieder geval te doen wat hij je opdraagt, doch 16 zult meer reisgezel dan wel bepaald bediende ztjn. Laat ons nu eens aannemen, dat jullie seerd om op Vastenavond een kerk dienst te beleggen, maar voor vele ge meenteleden bleek toch de kroeg aan trekkelijker dan de kerk, zodat ook deze poging als mislukt moest worden be schouwd. Bij de „oude schrijvers" uit de 18e eeuw kan men nog klachten vin den over dit „paapse, Godonterende feest", dat „uit der heidenen smeer- winkel" afkomstig was. TÜr -iür -jV Br zullen niet veel woorden nodig zijn om de dwaasheid en de goddeloosheid van dit feest aan te tonen. Als de Vas tentijd nog enige positieve waarde zou hebben om de gedachten te richten op het bittere lijden en sterven van de Heere Jezus Christus, dan wordt dat zonder meer ongedaan gemaakt door de brooddronkenheid van het voorafgaan de carnaval. Christus is niet gestorven opdat wij ons uit zouden leven, maar opdat wij zouden leven door Hem. Dat betekent ons kruis achter Hem dragen, de wereld verlaten, de zonde afsterven, de oude mens kruisigen en in een nieuw godzalig leven wandelen. Want ik denk toch dat Carnaval vie ren onmogelijk is voor hen, die het heb ben leren verstaam: „Ik deed door al mijn zonden Hem al die jammeren aan". Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen we nog in dezelve leven?" Ik hoop dat we zó de lijdenstijd mo gen vieren. Waarnemer Goede recreatie voert tot presta tie. Draagt bij tot grotere wel vaart en neem een spaarboekje! U zorgt dan voor persoonlijke re creatie. Het is voordelig en ge makkelijk Dagelijks tot ieder be drag opvraagbaar. BOERENLEE^fBANKEN KAIFFEISENBANKEN „Geef Heeire, dat wö zulk een gie- bruik maken van tijdelijke zeigenin- gen, dat wö de eeuwige niet ver beuren" (Bernard) Zeer Geachte Redactie, Als goedgemeende reactie op het ge dicht van de heer Tijmen in uw num mer d.d. 19 febr. j.l. doe ik u onder staand gedicht van mijn vrouw toeko men ter uwer beoordeling betreffende al of niet plaatsing in uw gewaardeerd blad. 19 februari had ik in mijn hand de ons geliefde Eilandenkrant, Plaatselijk nieuws en nog veel meer Het interesseert ons nog wel zeer Ook de verzen van heer Tijmen Wat een goed doordachte rijmen! Behalve dan dit éne keer Want wat hij schrijft verbaast ons zeer Met waardering voor zijn woorden Wisten wij niet wat we nu hoorden. 't Ging over buitenlands genot Waar hij nu toch wel wat mee spot We voelen 't ons persoonlijk aangedaan Omdat we zelf zo ver zijn weggegaan. Hij schreef maar gemakkelijk over 't hart Wat bij deez lieden te hoog wel zat. Beste heer Tijmen, Iaat uw rijmen Kloppen met de waarheid zeer Anders hebben ze voor ons en velen Niet de echte waarde meer 'k Wil u even gaan vertellen Zonder naar overdrijving te gaan hellen Dat ik hou van Holland met zijn velden Maar de zon, die schijnt er toch zo zelden Ook onze bossen zijn zo heerlijk Maar ook nu ben ik maar eerlijk Truien en vesten altijd nodig En moeders was niet overbodig Praat niet over Hollands mooie kust Want je vindt er warmte, noch een zee van rust Nogmaals, mijn hart is van dit lage land Met z'n bossen, duinen, zee en strand Maar als moeder van drie kinderen Zijn er dingen die je wel eens hinderen Vertoef je in hotel; een huis of tent En de regen is maar weer present Dat zit je mooi met drie stuks grut Want dan is 't een benauwd geschut Weg is dan het dure geld En vakantie gnel afgeteld Moeder kan ze bezig houden En dat gaat echt vlug berouwen Ze moet toch ook nog zorgen, koken En zo nu en dan een wasje stoken Neen, dat weer, het is voor vrouwtjelief Maar een lelijke vakantiedief. Natuurlijk zijn er wel veel mensen Die niet beter kunnen wensen Die het treffen, telkens weer Maar bij ons niet het geval, mijnheer! Hoe het komt, ik weet het niet Maar 't deed ons wel eens veel verdriet Toen op een keer, 'k weet het nog goed, *a»wc«wes*5»''«>n«<Av\-j*iJ»« £en van de Sunil was-tearns deed de was voor mevfouw G. Majoor, Oud Laren 7, Laren. "Inderdaad! Mijn was is,witter dan ooit. En dat zonder bleken en zonder blauwen," zei me vrouw Majoor. "Nu begrijp ik wat ze bedoelen als ze zeggen: Sunil geeft' het hoogste wit." Komt een dag dat men beslissen moet M'n man zei toen: „Een volgend jaar Gaan we verder en wel naar daar waar de zon is en het kroost de ganse dag zichzelf verpoost" Beste Tijmen wat een leven Wordt je daar zomaar gegeven Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat Is er de zon die boven staat Het is zo maar geen loze hobby Maar gezondheid voor ons aller body Je tentje zo maar aan het water Heel dicht bij 't kinderengesnater Ook geen vesten, ook geen kou Wat een rust voor iedere vrouw Het klimaat is er veel zachter En de zenuwen laat je achter. Ween, Holland is mij niet te min Maar, voor een normaal gezin Verkies ik 't meer, of Riviera's kust Daar vinden we gezonde rust. Trouwens, wie van hoogmoed weggaan zal. Komt onderweg wel tot een val Je ziel versmelt als een doos was Als je staat op de Gotthard pas Daar voel je zuiver en heel fijn Hoe nietig je bent en ook hoe klein. Mag ik hiermee dan besluiten Tijmen? ('k Zie graag uit naar je nieuwe rijmen!) J. J. Wielhouwer-Dorsman Amstelveen, 27 februari 1965. per pak 1,20. Verfrollers 1,75 Verf- en witkwasten. WED. J. KURVINK'S DROGISTERIJ EN FOTOHANDEL OUDDORP Tab dat kleine akrobaatje Hangend aan een garendraadjs Waaraan pinda's zijn geregen Zie hem heen en weer bewegen Met zijn ranke vogelpootjes Langs dat rijtje pindanootjes Waaraan hij maar wrikt en wrikt Tot hij 't pindanootje pikt Rtss! het nootje in zijn bekje Vliegt hij naar een veilig plekje Waar hij 't kleine nootje kraakt Dat hem overheerlijk smaakt. Heerlijk toch dat vogelleven Zie hem vrolijk opwaarts zweven In een onbesuisde vlucht Door de ijle winterlucht. Hoe houdt mij die vlucht gevangen 'k Voel in mij een sterk verlangen Ook zo onbezorgd te leven Wat moet dat een vreugde geven Alle moeiten zorgen zuchten Hier beneden te ontvluchten O! daar vallen hagelstenen! En de koolmees is verdwenen Hoor nu toch dat windgedruis, 't Is toch maar het beste thuis. Lanerta begin oktober vertrekt om, als alles een gunstig verloop mag hebban, het vol gend jaar juni of begin juli terug te keren, welnu, dan kom jij bij mijn boek houder op het kantoor, om zoveel moge lijk van de boekhouding te leren, want mijn boekhouder, dat weet je wel, is aanmerkelijk ouder dan baas Wardink van de firma Brentstra en Zonen". De oude heer zwijgt even, kijkt An dries onderzoekend aan en als de jonge man niet dadelijk antwoordt, vervolgt hij: „Begrijp je me nu, Korhof?" Reizen, de wereld zien, zie, dat was al van de schooljongen af aan zijn ideaal geweest, hij weet nog wel hoe met tranen van spijt in de ogen „De Maasstroom" achter de grienden van de oude Maas zag verdwijnen. Hij bleef dan onder de kastanjebomen staan, zo lang hij de blauwe wimpel van het schip, waarop zijn enige vriend Rolf de voor de jongen van „De Grienduil" on bekende wereld invoer, met zijn ogen kon volgen. En nu werd hem de gele genheid geboden om een prachtige reis naar 't buitenland te maken. De verlei ding om het aanbod van de oude heer aan te nemen was ongetwijfeld groot voor Andries. Maar toen de gedachte weer naar voren kwam, hoe baas War dink er mee onthand zou zitten als hij onverwacht wegging, hoe hard het hem vallen zou afscheid te moeten nemen van Adolf Rankers, en om voorgoed „De Oranjeboom" de rug toe te keren, zie, toen kwam het hem toch aanneme lijker voor maar ronduit het voorstel van de heer Van Valkenmade af te wij zen. Aanvankelijk beproefde de oude heer de jongeman tot andere gedachten te brengen en toen dit niet gelukte en An dries reeds opstond om een einde aan het voor hem pijnlijk wordend onder houd te maken, werd de oude heer boos. Driftig voegde hij Andries toe: „Je mocht wel wat meer dankbaarheid to nen, Andries Korhof, en bedenken dat je vader bij m"ij zijn brood verdient". Plotseling stond de jongeman het beeld van zijn vader helder voor ogen, zoals hij hem zo vaak gezien had, als hij op zondagmorgen naar de molen ging om te gaan werken aan zijn zaagraam, om dat het druk w'as en het hard genoeg waaide om te kunnen malen. „Dat had u niet tegen mij moeten zeg gen mijnheer Van Valkenmade, want dat mijn vader bij u zijn brood ver dient, verplicht mij tot niets. En wat mijn vader betreft, mijnheer, ik durf zeggen, dat die niet alleen zijn brood bij u verdiend heeft, maar ik leg de na druk op het woord verdiend, zwaar, voor hem bitter zwaar verdiend". Hoog opgericht in zijn volle lengte staat de jongeman voor de machtige heer van ,De Grienduil" en deze kijkt hem vlak in de blauwe, toornige fonke lende ogen. „Wat bedoel je met dat „bitter zwaar" Korhof, ik begrijp dat niet best „Dan zal ik het u duidelijk zeggen, mijrüieer," valt Andries onmiddellijk in. „Als mijn vader van maandagmorgen tot zaterdagavond malen moet en al komt er dan nog een nacht bij, dan valt hem dat nooit zwaar, want zijn arbeid is hem lief, maar als de opdracht kwam dat hij 's zondags malen moest, dan kon hij bijna niet slapen of eten, dan voelt hij zich ellendig omdat hij de Sabbath schendt. Doch in verzet komen doet hij niet, omdat hij denkt dat dan ontslag volgen moe, enhij is met zijn gan se hart gehecht aan „De Grienduil" en aan de heren Van Valkenmade; als de poort van „De Grienduil" voor hem ge sloten bleef was het zijn dood en daar om verdient hij zijn brood bitter zwaar." Alle toorn is verdwenen uit het ge moed van de oude heer; die sterke jon geman, met zijn eerlijk onverschrokken hart, die heeft hij nodig. Die kan voor zijn zoon en voor zijn zaak een krach tige steun worden in de toekomst en daarom zal hij de zoon van baas Wou ter niet loslaten. „Je bent tamelijk driftig, Korhof", zegt de oude heer op kalme toon, „doch nu begrijp ik je tenminste. Is het ech ter wel goed tot je doorgedrongen wat je eigenlijk afwijst, als je mijn goed be doeld voorstel verwerpt?" „Dat hebben we immers al besproken, mijnheer, waarom „Neem mijn aanbod aan, Korhof en Men schrijft ons: Vanaf maandag 8 maart t.m. zaterdag 13 maart zullen 45 leerlingen van de 4e klasse een bezoek brengen aan Parijs; 43 leerlingen der 5e klasse zullen die week naar Londen gaan, uiteraard on der leiding van een aantal docenten. Deze excursies zijn in eerste instantie niet bedoeld als plezierreizen; zij gelden veel meer als studieweek. Vele beziens waardigheden zullen worden bezocht, waarmede de leerlingen reeds te maken hadden in de diverse lessen op school. Om een idee te geven van die beziens waardigheden, volgt hieronder het vol ledige reisplan, zowel voor Londen als Parijs, zoals dat aan de leerlingen is uit gereikt. Het ligt in de bedoeling deze studie weken met de 4e en 5e klassen in de toekomst te herhalen en wel zo, dat in de volgende jaren niet alleen Londen en Parijs worden bezocht, ook andere steden in Europa ziülen in de excursies betrokken worden, steeds twee steden per jaar. De kosten van deze studieweken zijn voor de leerlingen bijzonder goedkoop gehouden deels omdat een bilijke ver- voersgelegenheid gevonden werd en men verblijft in voordelige studentente- huizen; anderdeels doordat deze studie reizen gedeeltelijk gesubsidieerd wor den, o.a. door activiteiten van leerlin gen en leraren gezamenlijk. De reisweek naar Londen is zo -geko zen, dat de leerlingen van de 5e klasse, die thans hun proefexamen in de school afleggen, na dit examen een weekje kunnen uitblazen en nieuwe indrukken kunnen opdoen, alvorens aan de eind spurt te beginnen voor het werkelijke examen. Voor de leerlingen van de vierde klassen is het een verlengde „crocus"- vakantie die ook welkom zal zijn, voor al omdat de periode tussen Kerstmis en Pasen dit jaar zo lang is. Bovendien staat voor hen ook een overgangsexa men voor de deur. De leerlingen van de lagere klassen zullen uiteraard de school gewoon bezoeken, zij het dan met een gewijzigd lesrooster. Studieweek Londen Vertrek maandag 8 maart, half negen van de school. Via Gent, Ostende, Dover enz. naar Chigwell (even buiten West- Londen). dinsdag 9 maart: Bezichtiging Londen centrum, Hyde Park, Serpentine, Rot- ton Row, Kensington Gardens, Marble Arch, Hyde Park Corner, City of West minster: Horse Guards, Whitehall, Ce notaph, Downingstreet, Westminster Abbey, Houses of Parliament, Scotland Yard, National GaUery, Trafalgar Square, Nelson's Monument 's avonds rondrit door West-End en City. 10 maart: Bezoek aan de Tower (Crown Jewels) Tower Bridge, St. Paul's (Poets Corner) Guildhall, Billingate Fishmarket. Boottocht of winkelen. 11 maart: Bustocht Windsor Castle, ik zal je vader vrijstelling verlenen van zondagsarbeid", valt de oude heer de jongeman in de rede. En nu aarzelt Andries met zijn ant woordt. Alles wilde vader vergeven en vergeten, had de schipper hem gezegd en hij, Andries, had zijn vader véél, zeer veel verdriet aangedaan, dat stond hem thans glashelder voor de geest. Néén, nu aarzelt hij niet langer, nu zal hij zich losmaken van alles wat hem aan Amsterdam bindt. „Op die voorwaarde neem ik uw aan bod aan, mijnheer Van Valkenmade," zegt hij eenvodig. De oude heer reikt hem aanstonds de hand en voegt hem toe: „Je zult er geen berouw van heb ben, Korhof, en nog deze week zal ik je vader kennis geven van onze overeen komst." Hoofdstuk XV EEN IttOEILIJK BESLUIT De hele week is het brandend heet en bijna bladstil geweest. De molens in de omtrek en langs de rivieren staan stil en de molenaars turen naar de strak blauwe hemel, verrichten de arbeid die ze kunnen doen zonder dat de mo^en draait, doch het wachten is op de wind. Op „De Grienduil" heeft men het ta melijk volhandig en een paar timmer mansbazen maken het baas Korhof nog al lastig, want ze moeten voor een Tijdens haar bezoek aan he his torische fort Oranje kreeg Prinses Beatrix een steelband-trommel aangeboden. De prinses hing het instrument om en gaf er onder groot enthousiasme een roffel op. Eton College, Hampton Court, Thames Valley; 12 maart: Kensington Natural History Museum; Science Museum; Madame Tussaud, British Museum; 13 maart: Terugreis. Studieweek Parqs Vertrek maandag 8 maart van r.h.b.s. via Brussel, Mons, Mauberge, Laon. Op het programma staan bezoeken aan: He de la Cité; Notre Dame Marché aux Fleurs Conciergerie la Ste. Chapelle Bouguinister Louvre; ge volgd door een wandeling (Jardin des Tuileries, Place de la Concorde, Champs Elysées) naar de Are. de Triomphe, Tour Eiffel en Dome des Invalides. Mu- sée Rodin of Musée du Jeu de Paume (Impressionistes) Versailles; Fon- tainebleau; en eventueel: Pantheon, Jardin du Luxembourg, Boul's Miche etc. 's Avonds zo mogelijk een rondrit langs de verlichte monumenten en een bezoek aan de Opéra Comique. UIT DE KERKELIJKE PERS Gooien met naamkaartje Er was eens een dominee die op zon dagmorgen in de consistorie van de kos ter een brief kreeg, die zojuist was be zorgd. Hij opende de enveloppe en las het erüge woord dat op het papier stond Idioot! Tijdens de aankondigingen stelde hij de gemeente van dit feit op de hoogte met de volgende woorden: Ik heb al vaak brieven ontvangen van mensen die vergaten er hun naam onder te zetten. Maar vanmorgen kreeg ik voor het eerst sen brief van iemand, die wel z'n naam zbette, maar vergat de brief te schrijven. Kom maar op klompen In de gemeente Giethoorn heeft men nog tal van onverharde wegen. Het ge volg daarvan is o.a. dat het kerkbezoek afhankelijk is van de weersomstandig heden. Veel mensen luisteren op zater dagavond naar 't weerbericht. Wordt re gen en storm verwacht, dan is het kerk bezoek aanzienlijk minder dan bij zon nig weer. De Hervormde dominee heeft in het kerkblad geschreven dat na een regenachtige zaterdag de .zandwegen weliswaar voor mensen, die ver van de kerk af wonen slecht begaanbaar zijn, maar dat men daarom toch niet thuis hoeft te blijven. De dominee kan zich ook voorstellen dat er bezwaren aan zijn verbonden iriet schoenen aan door de modder te baggeren, maar waarom trekt u geen klompen aan naar de kerk, vraagt de predikant. Ja, waarom niet? We zijn toch onder elkaar, aldus de Giethoornse hervormde dominee. nieuw bouwwerk noodzakelijk hun tim merhout hebben. Deze blijft daar echter nogal kalm on der, want als er geen wind is kan „De Grienduil" niet malen, en de concurren ten kunnen het evenmin. Nu echter is het vrijdagmiddag en baas Korhof staat op de gaanderij naar het zuid-westen te turen. „We krijgen nog voor schafttijd een bui", mompelt hij binnensmonds, „en als we die gehad hebben loopt tien tegen één de wind breed." Zijn ogen volgen opmerkzaam het op komen van de kleine geelachtig donkere wolkenkopjes die zich laag aan de zuid- westerkim tegen het lichte blauw van de zonnige hemel aftekenen. Dat wordt weer zondag malen, denkt hij, en in zijn ogen komt weer die droe ve pijnlijke blik, die zijn huisgenoten zo goed kennen en waar moeder Tonia zich soms aan ergert. Terwijl hij daar zo staat, komt zijn oude knecht Jakob naar hem toe op de gaanderij. „We krijgen een bui, baas, geloof je dat ook niet, 't zet hard aan daarginds lageruit." De baas knikt, „Jazeker, Jakob, we krijgen hem vast, en we hebben hem al gauw boven ons ook en dan zullen we vooreerst geen gebrek aan wind hebben reken daar maar op." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5