De heer E. Ottink te Dirksland n Theorie en praktijk der democratie Meditatie F^.CKORTEHECsZOON Prinses Beairix op Curagao 37e jaargang Vrijdag 26 februari 1965 No. 3366 isplaat }ggen meer CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN IN MEMORIAM Frultmanileii en Frultbakjes Gods zorg en liefde voor Zijn instellingen. BUITENLAND VOOR BETE» JITJES. j :ing. IDDORP Ir 1964 heb- laat de Ka- Irieken voor lerzooht om riet verzoek ber en Wa- 1 een recht- OoltgenS' lp korte ter 5en. Na be |e, heeft de dergelijke |)r Ooltgens moet wor- I moet wor- feten van de terzoek wal jBij de bC' ■toestand zal lungeren I wanneer de .1 de natuur een aantal Jig 'kan heb leg kan ge- Igere kosten, In de urgeri' In meent de tn een adres Zij werf I de overwe- verbinding toen ter be- ftaande weg, Haad niet a!s TOrden be- Il zich tegen- tt het legge» |s. Voor hen, i. leggen da» Ir roeden "P ^en worde» S handel ge- ■ant heeft eet ■der vloer ■het tapijt lun plaats Igen in hout I zijn aan de In aantal ve loerd, dat a let of nauwe- len onderzijd II gelijmd, Iietalen strips Ivenzijde v Izien kunne» firoefd. Daa krips gaa'J«^ fk van houte IpsishetW It of loper e«" PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930 Verschijnt tweemaal per toeek: dinsdag- en vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS 2,50 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. 6 (slot) De democratie op zichzelf is een zeer moeiUjk probleem, zovs^el de theorie d.w.z. de beginselen ervan als haar be leving in de praktijk. Het totaal-pro bleem bevat een groot aantal vraagstuk ken, ook van principiële aard, die inge wikkeld zijn en over welke geen een stemmigheid bestaat. We hebben één van de moeilijkste voor het laatst be waard. Opzettelijk hebben we in de op somming van de woorden, die op „cratie" eindigen zie het eerste artikel de term theocratie niet genoemd. We de den dit, omdat we de problematiek, die hierin besloten ligt, aan het slot apart ter sprake wilden brengen. Het woord „theocratie" betekent let terlijk „Godsregering" (theos God). Het wordt gebruikt zowel in de theo logie als in bepaalde politieke beschou wingen van christelijke zijde. In abso lute zin wordt het gebezigd voor de re gering van God over zijn schepping en schepselen en reeds als zodanig zit het begrip vol problemen (voorzienigheid, toelating, de zonde, het lijden enz.) De term is echter het meest gangbaar in andere zin n.l. als de staatsvorm, waar in God zelf als onmiddellijke gezags drager wordt beschouwd of waarin zijn wetten door representanten worden ge steld en zoveel mogelijk gehandhaafd. Het voorbeeld daarvan vinden we in het volk van Israël. Dit uitverkoren volk had Jahwe als opperste souverein. Mozes en Jozua waren direct door Hem aangewezen als zijn aardse represen tanten. Hun macht als volksleiders was rechtstreeks van Hem afkomstig en af geleid evenals die van de richters, die door Hem tot hun ambt geroepen wer den. Maar ook in de koningstijd bleef dit zo. Jahwe was de Koning der Ko ningen. Met het verdwijnen van Israël als staatsgemeensohap ging dit soort theo cratie verloren. Bij de heidenen be schouwde men in oude tijden de koning echter ook als een bijzonder mens n.l. als een zoon der goden, dus van godde lijke afkomst en in ieder geval met een goddelijke opdracht aangesteld. Zoals bij Israël Mozes en de richters goddelijke openbaringen kregen en de koningen veelal via de profeten Gods wil verma nen zo geschiedde dit bij de heidense volken door middel van de priesters. Gedurende de Middeleeuwen heerste algemeen de mening in de rooms-ka- tholieke wereld van toen, met name on der invloed van het beroemde werk van Augustinus „De civitate Dei" (Over de staat Gods), dat God de wereld re geert via de kerk, zodat in feite de paus deze kerkelijke heerschappij uitoefende over keizers en koningen en hij derhal ve boven hen stond. Zoals men weet heeft dit tot menig conflict geleid. In wezen was dit ook een soort theocratie in de vorm van ecclesioicratie (kerkrege- ring). In weer andere zin en vorm heeft ook Calvijn in Geneve gepoogd tot een be paalde theocratie te komen. Hoewel hij zelf nimmer een publiek ambt heeft be kleed trachtte hij in die stad op de grondslag van Oud-Testamentische ge dachten de Wet Gods om te zetten in burgerlijke wetten en deze te handha ven ia de stadsregering. Dit ging met grote moeilijkheden gepaard, maar in beginsel was dit toch ook een soort theocratie. Onze gereformeerde vaderen van de 16e en 17e eeuw hebben in zijn voet spoor eveneens gepoogd van de Repu bliek een calvinistische staat te maken. Dit is slechts ten dele gelukt door de tegenwerking van de libertijnse regen ten. Aan de gereformeerde opvatting van de theocratie lag ten grondslag art. 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis. Het is niet onze bedoeling hierop diep in te gaan, want dat zou ons veel te ver voe ren. Men weet, dat met name tot de theocratie gerekend werd het „weren en uitroeien van alle afgoderij en valse godsdienst", dus het handhaven van de ware en het weren van de valse re ligie. Dit standpunt van onze vaderen wordt thans nog aangehangen door en kele kleine politieke groepen, met name door de Staatk. Geref. Partij. Bekende voorstanders ervan waren Hoedemaker, Lingbeek en Ds. Kersten en thans nog behalve de S.G.P. ook prof. Van Ruler, ofschoon deze de theocratie poogt te verenigen met het beginsel der tole rantie of verdraagzaamheid. Het zal duidelijk zijn, dat de aanhan gers van het onverkorte art. 36, hoe overigens hun interpretatie ervan moge zijn, de moderne democratie daarmee moeilijk in overeenstemming kunnen brengen. En inderdaad schijnt het voor de hand te liggen dat de termen theo cratie en democratie in hun letterlijke betekenis eikaars volstrekte tegenstel ling vormen: de regering van God en die van het volk. We komen hier tot de kern van dit probleem n.l. dat van de souvereiniteit. Voor de christen staat het vast, dat God de hoogste souverein is over al het geschapene, dat Zijn souvereiniteit de basis moet zijn voor onze opvattingen en systemen op elk terrein van het le ven en in elke kring, in het leven van de staat, de maatschappij, de kerk, de school, het gezin. Alle aardse souverei niteit of gezag is van Hem afgeleid. God regeert ook over de mens in zijn gevallen staat en deze dient dat te er kennen. In Christus heeft Hij in be ginsel de verhouding hersteld en zo oe fent Hij door de eeuwen heen Zijn heer schappij uit. Dit betekent, dat wij ge houden zijn op ieder terrein te leven en te handelen volgens Zijn wil, dus ook volgens de wet der liefde, die Christus gesteld heeft. Het staatsgezag is dus van goddelijke oorsprong. Door de zondeval is het nodig geworden. De schriftuurlijke basis ervan is Romeinen 13 1 en 2: „Alle ziel zij de machten, over haar gesteld, onder worpen, want er is geen macht dan van God en de machten, die er zijn, die zijn van God verordineerd". De overheid is Gods dienaresse (Rom. 13 4). Daarom regeert de koning(in) bij de gratie Gods. Deze staatsleer is dus gebaseerd op de souvereiniteit Gods. Ze wordt gehuldigd door de A.R.P., de C.H.U., de S.G.P. en het G.P.V. Ook het program van de K. V.P. .aanvaardt haar. Dit impliceert ech ter, dat in beginsel het gezag van God en niet de volkswil de grondslag is van het overheidsgezag. Daarmee is dus af gewezen het beginsel van de z.g. volks- souvereiniteit. Dit houdt in, dat het overheidsgezag in wezen berust bij het volk zelf als bron ervan en daaraan al leen zijn macht ontleent. De vnl van het volk vormt dus het recht. Deze leer van Rousseau en andere voorlopers van de Franse revolutie is in flagrante strijd met die van het calvinisme en ook van het katholicisme. Volgens haar zou elk staatsburger in principe deel hebben aan de souvereiniteit van de staat. Tot zover de beginselkwestie. Moei lijker wordt het in de praktijk van het staatsieven. Dan komen twee hoofdvra gen op: hebben de staatsburgers dan geen invloed op het staatsgezag èn kan een overheid regeren tegen de uitdruk kelijke volkswil in? Om met het laatste te begirmen: dit is alleen mogelijk in een dictatuur die beschikt over middelen om zelfs de meerderheid eronder te houden. Als in Spanje, Portugal, Hongarije e.a. landen gestemd kon worden, zouden Franco, Salazar en Kadar worden weggevaagd. In een democratie beslist de meerder heid. Men zou dus kurmen zeggen, dat de Overheid haar richtlijnen daaraan ontleent. Dit betekent, dat het regeer- beleid niet naar vaststaande principiële normen, maar naar wisselende inzichten wordt gevoerd. Dat dit voor calvinis tisch denkenden principieel niet accep tabel is, kan duidelijk zijn. Er moet echter rekening gehouden worden met de realiteit. Wij leven nu eenmaal niet in een gereformeerd, maar in een godsdienstig zeer gemengd land, waarin de calvinisten zelfs in ruime zin genomen ten hoogste 20Vo van de bevolking uitmaken. In zulk een levens beschouwelijk zo verdeeld land is de enig mogelijke staatsvorm voor de praktijk de democratische. Maar ook al zou b.y. IV/o van ons volk calvinistisch zijn, dan moest er nog een grondwet zijn met alerlei democratische rechten voor de anderen. Een christelijke dictatuur is o.i. een contradictio in terminis, een in nerlijke tegenspraak. Een beperking van de staatsmacht ligt reeds in het beginsel van de souvereini teit in eigen lering. De kerk, het gezin, de school, het bedrijfsleven hebben hun eigen domein, orde, structuur en levens- wet. Daarvoor moet de staat halt hou den. Ook dit is een vorm van democra tie in de betekenis van vrijheid. Tenslotte zouden we de zaak zó wil len stellen. Het overheidsgezag daalt af van God. Maar Hij wijst niet zelf de overheid aan. Dat moet derhalve door mensen geschieden. Volgens welke me thode? Die van verkiezingen met alge meen stemrecht. Via het parlement komt dan een regering tot stand, die sa men met het staatshoofd het bewind voert. Het volk regeert zelf niet, bezit ook niet de hoogste souvereiniteit, maar heeft wel invloed op het beleid. Dit is de staatsvorm, die naar onze mening i Op 61-jarige leeftijd is in het zieken huis „0ijkzigt" te Rotterdam ©verleden de heer Evert Otting, in leven procura tiehouder bij de N.V. Vuloaan, v.h. Koo- man Co. N.V. te Dirksland. De heer Ottink heeft de gehele maand januari nog gewerkt, op 8 februari is hij in het Paulina van Weel Ziefcenihuis te Dirks land opgenomen en op 15 febr. j.l. in „Dijkzigt" te Rotterdam, waar h\j woens dag 24 febr. is overleden. Het is dus een kort ziekbed geweest en er heerst in Dirksland en bij allen die hem gekend hebben verslagenheid over dit kort stondig heengaan'. De heer Ottink was n.l. iemand die aan het kerkelijk, maat schappelijk en cultureel leven op Goe- ree-Overflakkee actief deelnam eti door zijn populariteit en vlotte onig.'ing een zeer geziene persoonlijicheid was. Als 13-jarige jongen begon de heer Ottink in november 1916 zijn loopbaan bij de Vulcaan te Rotterdam, later was hij werkzaam bij de afd. Havenbedrijf te Vlaardingen en doorliep geleidelijk alle afdelingen. Intussen studeerde hij talen en boekhouden en wist door zelf studie de acte M.O.-boekhouder te ha len. In 1938 kwam hij naar Flakkee, we gens zijn benoeming tot procuratiehou der bij de dochteronderneming van de N.V. Vulcaan, de Kunstmesthandel v.h. Kooman Co te Dirksland. Als stads mens wist 'hij het op ons eiland direct al heel goed te kunnen vinden en werd Speciaal in het opmaken van B. T. d. VEER Telefoon 2682 Westd^k 36 laiDDEIiHARNIS de beste waarborgen biedt voor een goede functionering van staat en maat schappij, al heeft ze ook haar typische bezwaren. door zijn populariteit spoedig in de ge meenschap opgenomen. Vele funkties In de loop der jaren heeft de heer Ot tink vele funkties bekleed, waarvan we allereerst noemen de benoeming tot burgemeester in mei 1945, direct na de bevrijding. De heer Ottink heeft n.l. in de oorlog veel ondergronds werk ver richt; samen met zijn chef, de directeur L. Kooman met wie hij al die jaren als vriend heeft omgegaan, werden o.m. te Herkingen een stel onderduikers ge borgen, waar ook weth. J. Witvliet de hand in had. Ook werden op het vaste land vele w.o. hooggeplaatsten van levensmiddelen voorzien. Er zou een boek over te schrijven zijn over alles wat door de overledene en de heer Koo man in de bezettingstijd is gepresteerd. Twee en een half jaar was hij hoofd van de gemeente te Dirksland en ambts halve voorzitter van het gecombineer de Paulina v. Weel en Bethesda zieken huis. Als burgemeester werd hij door zijn zakelijke inzichten bij alle gezind ten gewaardeerd. In 1945 werd hij ook benoemd tot voorzitter van het Groene Kruis. Het nieuwe wijkgebouw is mede onder zijn leiding tot stand gekomen. In 1951 werd hij door Ged. Staten be noemd tot voorzitter van de Huurad viescommissie voor Flakkee; hij was lid. van het dag. bestuur van het kraam- centrum; lid van de commissie. Vereni gingsgebouw te Dirksland en voorzit ter ter behartiging van de Nationale be langen ter plaatse. Sinds dec. 1955 was hij voorzitter van de raad van toezicht van het We tenschappelijk Genootschap. Kerkelijk was hij in afwisselende pe rioden diaken en ouderling van de Ger. Kerk te Middelharnis; de laatste drie jaar had hij weer een zittingsperiode als ouderling. Uit deze funkties en we hebben lang niet alle genoemd blijkt wel zijn grote activiteit en het vele dat hij voor de gemeenschap gedaan heeft. Op 1 nov. 1956 was hij 40 jaar werk zaam bij de N.V. Vulcaan, wat toen on der grote belangstelling is herdacht. Vermeldenswaard is zeker nog dat zijn dochter Elly uit Nieuw-Zeeland en zijn zoon Tim uit Canada, bij het ver nemen dat hun vader in het ziekenhuis Dijkzigt was opgenomen direct per vliegtuig zijn overgekomen. Zij hebben hUn vader gelukkig nog in leven ont moet. De begrafenis is bepaald op maandag 1 maart a.s. te 2 uur nam, op de alge mene begraafplaats te Dirksland, ....en mijn ogen en myn hart zullen daar zijn te allen dage. (1 Koningen 9 3b). De Heere bemint Zijn eigen instellin gen. Die instellingen zijn naar Gods wij ze raad van een zodanige aard, dat ze geheel geschikt zijn om aan het doel, dat de Heere ermee heeft, te beant woorden. Wat is het doel Gods met Zijn instellingen? In de weg Zijner instel lingen wil de Heere Zijn volk ontmoe ten, het onderwijs geven, het troosten," stichten, kortom Zichzelf in hen ver heerlijken tot Zijn eer en tot Zijns volks welzijn en zaligheid. Die instellingen Gods zijn in de loop der tijden verschillende geweest en heb ben dan ook als zodanig geen wezen lijke waarde in zichzelf. De waarde ervan is bepaald door de wil des Heeren om die te gebruiken tot de uitvoering van Zijn zalige raad in de vergadering van Zijn gemeente. Wij moeten dit altijd recht verstaan om de juiste waarde van de instellingen Gods op te merken en bewaard te blijven om aan de instellingen niet een grotere waarde te geven, dan de Heere die ge geven wil hebben en ook die instellin gen niet te verachten, daar wij dan ver achten. Degene, Die ze heeft geschon ken. Voor twee gevaren ligt men altijd bloot. Het eerste is om de instellingen een we zenlijke waarde toe te kennen. Dit deed Israël, toen het meende, dat het God behaagde door een nauwgezet waarnemen van de op de instellingen Gods betrekking hebbende geboden. Men kende toen de instellingen Gods niet meer als middelen, maar verheer lijkte die als een doel. Toen kwam Is raël tot de vraag: Waarom vasten wij en Gij ziet het niet aan; waarom kwel len wij onze ziel en Gij weet het niet? Daarop antwoordde de Heere: Zie ten dage, wanneer gij vast, zo vindt gij uwe lust, en gij eist strengelijk al uw ar beid. De Heere veroordeelde dit vasten, al hoewel door Hem zelf aan Israël gebo den, omdat het een vasten was, waar mede men zich voor de Heere verdien stelijk maken wilde, zonder het vasten aan te merken als een instelling Gods, om daardoor geoefend te worden in de afsterving aan zichzelf en alle wereld se begeerten. Men vaste wel, maar men zag het vasten als een wezenlijk iets, als een verdienstelijke werkzaamheid, zonder het meer als een middel tot verootmoe diging voor Gods aangezicht tot afster ving aan alles buiten de Heere aan te merken. Dit is een voorbeeld van een overschatting van Gods instellingen. Het tweede punt is dat men de instel lingen Gods geheel verwerpt zeggen de, dat het niet op de middelen aan komt, noch op de vorm, maar op het wezenlijke dienen van de Heere. Hoe schoon dit schijnt, het is even verwer pelijk. God heeft het wezen van het dienen en zoeken van Hem, hetwelk in het eerste gebod van de wet des Hee ren geboden en voorgeschreven wordt als een dienen uit het geloof en door de liefde, een eigen vorm gegeven, waaromtrent Hij bevelen gegeven heeft in het tweede gebod van de Wet Gods. Toen Jerobeam meende, dat de vorm er weinig toe deed en men net zo goed de Heere in Beth-el en Dan dienen kon, als in Jeruzalem, deed hij Israël zondigen en wordt altijd weer gewezen op die zonde van verachting van Gods instellingen, waarin Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël zondigen deed. God eist een wezenlijk dienen van Hem in de weg van Zijn instellingen. Daarop zal de Heere Zijn zegen geven. Dat heeft Hij beloofd en dat is de beteke nis van het woord, dat wij boven deze overdenking geschreven hebben. Salomo heeft de tempel des Heeren ingewijd en God gesmeekt om aldaar 't gebed Zijns volks te horen, wanneer het daar zich voor Hem verootmoedi gen en Zijn aangezicht zoeken zou. Daarop geeft de Heere een antwoord, dat een verhoring van Salomo's gebed is. Dat huis zal geheiligd zijn. Nu is die oude tempel van Jeruzalem er allang niet meer en toch is Gods Woord niet te niet gedaan. Waarom niet? Omdat die tempel slechts een aanduiding van de altijd blijvende instellingen des Heeren is, die onder de Oud-Testamentische ere dienst een andere vorm, dan onder de Nieuw-Testamentische hebben. Al is die tempel verwoest. Gods in stellingen zijn er. Alles wat onder de oude bedeling door de talloze ceremo niën in de tempel gepredikt werd, pre dikt God nu in Zijn Woord. Schaarde de Oud-Testamentische ge lovigen zich naar het bevel des Heeren rondom het altaar in het heiligdom, de Nieuw-Testamentische gemeente schaart zich rondom het Woord des Heeren, waarin het hoog-heilige altaar van de goddelijke natuur van Christus ons gepredikt wordt met het voldoende offer van Zijn menselijke natuur. En gelijk als de Heere sprak van de Oud- Testamentische instellingen, zo spreekt Hij nu ook van de Nieuw-Testamenti sche instellingen. (Slot volgt) Rotterdam Ds. A. Vergunst H.K.H. Prinses heeft het afgelopen weekeinde op Curacau een bezoek gebracht aan de kraamkliniek „Prinses Margriet". De kliniek werd geopend door Prin ses Margriet, toen ze het Prinses Irene in 1962 een bezoek bracht aan de An tillen. De foto toont de Nederlandse Kroonprinses met een enkele uren oude baby in de armen. Vietnam De situatie in Zuid-Vietnam wijzigt zich zó vaak, dat het voor een buiten staander moeilijk is, de ontwikkeling bij te houden. Nauwelijks was vorige week een nieuwe regering gevormd, die ook op de steun van de boeddhisten kon rekenen, of de commandant van de strijdkrachten Nguyen Khan, werd af gezet. Hiermee wilde men een einde maken aan de vérstrekkende invloed van het militaire bewind. Het was de negende keer in zestien maanden tij ds, dat er een greep naar de macht werd gedaan. Aanvankelijk leek het erop dat Khan slechts tijdelijk was uitgeschakeld. Troepen die hun opperbevelhebber trouw wensten te blijven, slaagden er eerst in, de opstand de kop in te druk ken. Dat mocht echter niet baten, want zondag heeft het staatshoofd bekendge maakt dat aan Khan ontslag was ver leend. Deze had nog geprobeerd aan de macht te blijven, maar een invloedrijke groep van jongere generaals en de meerderheid van de Raad voor de strijdkrachten bleef zijn aftreden eisen. De regering heeft deze eis ingewilligd. Zelfs de aanwezigheid van Kahn in Z. Vietnam is niet langer toegestaan. Blijk baar vreest men dat hij opnieuw acti viteiten zal ontplooien, die voor de nieu we regering gevaarlijk zouden kunnen I zijn. Overigens gaan er geruchten, als zou Khan een ambassadeurspost in het buitenland aangeboden krijgen. Uit dit laatste zou dan moeten blijken dat zijn vertrek uit het land hem niet als een soort straf wordt opgelegd. Het is echter zeer de vraag of Khan deze troostprijs zal aanvaarden. Het zou de eerste keer zijn dat hij voor een machtsovername het veld ruimde en daar is hij de man niet naar. Op dit ogenblik verblijft hij nog steeds buiten de hoofdstad Saigon en de officiële machtswisseling heeft nog niet eens plaats gehad. Hij schijnt te speculeren op de sympathie die hij bij een deel van het leger nog altijd geniet en misschien zit hij wel te wachten op het moment dat zijn aanhang hem in zijn waardighe den zal herstellen. Dit onderling geharrewar is uiteraard zéér nadelig voor fle politieke toestand in Zuid-Vietnam. Bij velen begint het verlangen weer te herleven naar de tijd toen de familie Diem nog aan het be wind was. Men is langzamerhand ver geten dat dit bewind een schrikbewind was en men heeft de goede kanten er van de betere discipline bijvoorbeeld geïdealiseerd. De vrees dat de conflictsituatie in Z. Vietnam weleens kon leiden tot een in ternationaal conflict tussen oost en west lijkt op het ogenblik zonder grond. Wel iswaar hebben Amerika, Rusland en China zich in dreigende bewoordingen uitgelaten, maar geen van drieën heb ben ze pogingen gedaan om metterdaad in te grijpen. De Russische minister van defensie Malinowsky heeft onder meer nog gewaarschuwd dat „het vuur, waar mee Amerika in Vietnam speelt, een NAAR DE MIDDELHflRNIS-TEL:Z328 grote oorlog kan doen ontbranden", maar het is zeer onwaarschijnlijk dat de Sowjet-Unie dat vuur zal aanwak keren. Ter geruststelling voegde hij er nog bij dat Rusland vóór alles streeft naar vreedzame coëxistentie! Verenigde Naties De Algemene Vergadering der V.N. is verdaagd tot 1 september. Met grote meerderheid (96 tegen 2 stemmen) had ze tevoren een motie van Albanië ver worpen, waarin werd voorgesteld de werkzaamheden op normale voet te her vatten. Albanië wilde met deze motie een botsing verhaasten tussen Amerika en Rusland over de achterstallige beta lingen. De Sowjet-Unie immers staat voor ongekend grote bedragen bij de volkerenorganisatie in het krijt en om deze reden kan haar het stemrecht wor den ontnomen. De voorzitter had, om verdere moei lijkheden te ontwijken, voorgesteld, tot de herfst uiteen te gaan met de bedoe ling om dan in die tussentijd een com missie te laten onderzoeken hoe de Sowjet-Unie tot de orde kan worden geroepen. Albanië echter (misschien wel met communistisch China als achter grond) wilde de volkerenorganisatie tot een uitspraak dwingen en daarom het conflict op de spits drijven. Het is niet gelukt, maar de positie van de Verenig de Naties blijft uiterst gevoelig en de kwestie van de achtersallige betalingen kon weleens tot een noodsituatie leiden. Duitsland - Israël De reis van de Oostduitse president Ulbricht naar Egypte is ondanks alles gewoon doorgegaan al is het program- me enigszins gevnjzigd. De controverse die hierover was ontstaan tussen West- Duitsland en Israël (over de leverantie van wapens door de Bondsrepubliek aan Israël) lijkt moeilijk op te lossen. Bonds kanselier Erhard verklaarde desge vraagd, dat Duitsland geen contracten breekt, maar dat het ook geen wapens meer aan Israël zal leveren. Hoe hij deze twee tegengestelde uitlatingen met elkaar in overeenstemming moet bren gen weet hij wellicht zelf nog niet. Intussen heeft Amerika meegedeeld dat hoogstwaarschijnlijk Harriman als speciale afgezant van Amerika naar Is raël zal gaan om te bemiddelen tussen Israël en Duitsland. Wees niet bevreesd te veel te weten, maar wel, hetgeen gij weet, te weinig in praktik te brengen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 1