De heer E. Ottink
te Dirksland
n
Theorie en praktijk
der democratie
Meditatie
F^.CKORTEHECsZOON
Prinses Beairix op Curagao
37e jaargang
Vrijdag 26 februari 1965
No. 3366
isplaat
}ggen
meer
CHR. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
IN MEMORIAM
Frultmanileii en Frultbakjes
Gods zorg en liefde voor Zijn
instellingen.
BUITENLAND
VOOR BETE»
JITJES. j
:ing.
IDDORP
Ir 1964 heb-
laat de Ka-
Irieken voor
lerzooht om
riet verzoek
ber en Wa-
1 een recht-
OoltgenS'
lp korte ter
5en. Na be
|e, heeft de
dergelijke
|)r Ooltgens
moet wor-
I moet wor-
feten van de
terzoek wal
jBij de bC'
■toestand zal
lungeren
I wanneer de
.1 de natuur
een aantal
Jig 'kan heb
leg kan ge-
Igere kosten,
In de urgeri'
In meent de
tn een adres
Zij werf
I de overwe-
verbinding
toen ter be-
ftaande weg,
Haad niet a!s
TOrden be-
Il zich tegen-
tt het legge»
|s. Voor hen,
i. leggen da»
Ir roeden "P
^en worde»
S handel ge-
■ant heeft eet
■der vloer
■het tapijt
lun plaats
Igen in hout
I zijn aan de
In aantal ve
loerd, dat a
let of nauwe-
len onderzijd
II gelijmd,
Iietalen strips
Ivenzijde v
Izien kunne»
firoefd. Daa
krips gaa'J«^
fk van houte
IpsishetW
It of loper e«"
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930
Verschijnt tweemaal per toeek: dinsdag- en vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS 2,50 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 14 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
6 (slot)
De democratie op zichzelf is een zeer
moeiUjk probleem, zovs^el de theorie
d.w.z. de beginselen ervan als haar be
leving in de praktijk. Het totaal-pro
bleem bevat een groot aantal vraagstuk
ken, ook van principiële aard, die inge
wikkeld zijn en over welke geen een
stemmigheid bestaat. We hebben één
van de moeilijkste voor het laatst be
waard. Opzettelijk hebben we in de op
somming van de woorden, die op „cratie"
eindigen zie het eerste artikel de
term theocratie niet genoemd. We de
den dit, omdat we de problematiek, die
hierin besloten ligt, aan het slot apart
ter sprake wilden brengen.
Het woord „theocratie" betekent let
terlijk „Godsregering" (theos God).
Het wordt gebruikt zowel in de theo
logie als in bepaalde politieke beschou
wingen van christelijke zijde. In abso
lute zin wordt het gebezigd voor de re
gering van God over zijn schepping en
schepselen en reeds als zodanig zit het
begrip vol problemen (voorzienigheid,
toelating, de zonde, het lijden enz.) De
term is echter het meest gangbaar in
andere zin n.l. als de staatsvorm, waar
in God zelf als onmiddellijke gezags
drager wordt beschouwd of waarin zijn
wetten door representanten worden ge
steld en zoveel mogelijk gehandhaafd.
Het voorbeeld daarvan vinden we in
het volk van Israël. Dit uitverkoren
volk had Jahwe als opperste souverein.
Mozes en Jozua waren direct door Hem
aangewezen als zijn aardse represen
tanten. Hun macht als volksleiders was
rechtstreeks van Hem afkomstig en af
geleid evenals die van de richters, die
door Hem tot hun ambt geroepen wer
den. Maar ook in de koningstijd bleef
dit zo. Jahwe was de Koning der Ko
ningen.
Met het verdwijnen van Israël als
staatsgemeensohap ging dit soort theo
cratie verloren. Bij de heidenen be
schouwde men in oude tijden de koning
echter ook als een bijzonder mens n.l.
als een zoon der goden, dus van godde
lijke afkomst en in ieder geval met een
goddelijke opdracht aangesteld. Zoals bij
Israël Mozes en de richters goddelijke
openbaringen kregen en de koningen
veelal via de profeten Gods wil verma
nen zo geschiedde dit bij de heidense
volken door middel van de priesters.
Gedurende de Middeleeuwen heerste
algemeen de mening in de rooms-ka-
tholieke wereld van toen, met name on
der invloed van het beroemde werk
van Augustinus „De civitate Dei" (Over
de staat Gods), dat God de wereld re
geert via de kerk, zodat in feite de paus
deze kerkelijke heerschappij uitoefende
over keizers en koningen en hij derhal
ve boven hen stond. Zoals men weet
heeft dit tot menig conflict geleid. In
wezen was dit ook een soort theocratie
in de vorm van ecclesioicratie (kerkrege-
ring).
In weer andere zin en vorm heeft ook
Calvijn in Geneve gepoogd tot een be
paalde theocratie te komen. Hoewel hij
zelf nimmer een publiek ambt heeft be
kleed trachtte hij in die stad op de
grondslag van Oud-Testamentische ge
dachten de Wet Gods om te zetten in
burgerlijke wetten en deze te handha
ven ia de stadsregering. Dit ging met
grote moeilijkheden gepaard, maar in
beginsel was dit toch ook een soort
theocratie.
Onze gereformeerde vaderen van de
16e en 17e eeuw hebben in zijn voet
spoor eveneens gepoogd van de Repu
bliek een calvinistische staat te maken.
Dit is slechts ten dele gelukt door de
tegenwerking van de libertijnse regen
ten. Aan de gereformeerde opvatting
van de theocratie lag ten grondslag art.
36 van de Ned. Geloofsbelijdenis. Het
is niet onze bedoeling hierop diep in te
gaan, want dat zou ons veel te ver voe
ren. Men weet, dat met name tot de
theocratie gerekend werd het „weren
en uitroeien van alle afgoderij en valse
godsdienst", dus het handhaven van
de ware en het weren van de valse re
ligie. Dit standpunt van onze vaderen
wordt thans nog aangehangen door en
kele kleine politieke groepen, met name
door de Staatk. Geref. Partij. Bekende
voorstanders ervan waren Hoedemaker,
Lingbeek en Ds. Kersten en thans nog
behalve de S.G.P. ook prof. Van Ruler,
ofschoon deze de theocratie poogt te
verenigen met het beginsel der tole
rantie of verdraagzaamheid.
Het zal duidelijk zijn, dat de aanhan
gers van het onverkorte art. 36, hoe
overigens hun interpretatie ervan moge
zijn, de moderne democratie daarmee
moeilijk in overeenstemming kunnen
brengen. En inderdaad schijnt het voor
de hand te liggen dat de termen theo
cratie en democratie in hun letterlijke
betekenis eikaars volstrekte tegenstel
ling vormen: de regering van God en
die van het volk. We komen hier tot de
kern van dit probleem n.l. dat van de
souvereiniteit.
Voor de christen staat het vast, dat
God de hoogste souverein is over al het
geschapene, dat Zijn souvereiniteit de
basis moet zijn voor onze opvattingen
en systemen op elk terrein van het le
ven en in elke kring, in het leven van
de staat, de maatschappij, de kerk, de
school, het gezin. Alle aardse souverei
niteit of gezag is van Hem afgeleid.
God regeert ook over de mens in zijn
gevallen staat en deze dient dat te er
kennen. In Christus heeft Hij in be
ginsel de verhouding hersteld en zo oe
fent Hij door de eeuwen heen Zijn heer
schappij uit. Dit betekent, dat wij ge
houden zijn op ieder terrein te leven en
te handelen volgens Zijn wil, dus ook
volgens de wet der liefde, die Christus
gesteld heeft.
Het staatsgezag is dus van goddelijke
oorsprong. Door de zondeval is het nodig
geworden. De schriftuurlijke basis ervan
is Romeinen 13 1 en 2: „Alle ziel zij
de machten, over haar gesteld, onder
worpen, want er is geen macht dan van
God en de machten, die er zijn, die zijn
van God verordineerd". De overheid is
Gods dienaresse (Rom. 13 4). Daarom
regeert de koning(in) bij de gratie Gods.
Deze staatsleer is dus gebaseerd op de
souvereiniteit Gods. Ze wordt gehuldigd
door de A.R.P., de C.H.U., de S.G.P. en
het G.P.V. Ook het program van de K.
V.P. .aanvaardt haar. Dit impliceert ech
ter, dat in beginsel het gezag van God
en niet de volkswil de grondslag is van
het overheidsgezag. Daarmee is dus af
gewezen het beginsel van de z.g. volks-
souvereiniteit. Dit houdt in, dat het
overheidsgezag in wezen berust bij het
volk zelf als bron ervan en daaraan al
leen zijn macht ontleent. De vnl van het
volk vormt dus het recht. Deze leer van
Rousseau en andere voorlopers van de
Franse revolutie is in flagrante strijd
met die van het calvinisme en ook van
het katholicisme. Volgens haar zou elk
staatsburger in principe deel hebben
aan de souvereiniteit van de staat.
Tot zover de beginselkwestie. Moei
lijker wordt het in de praktijk van het
staatsieven. Dan komen twee hoofdvra
gen op: hebben de staatsburgers dan
geen invloed op het staatsgezag èn kan
een overheid regeren tegen de uitdruk
kelijke volkswil in?
Om met het laatste te begirmen: dit
is alleen mogelijk in een dictatuur die
beschikt over middelen om zelfs de
meerderheid eronder te houden. Als in
Spanje, Portugal, Hongarije e.a. landen
gestemd kon worden, zouden Franco,
Salazar en Kadar worden weggevaagd.
In een democratie beslist de meerder
heid. Men zou dus kurmen zeggen, dat
de Overheid haar richtlijnen daaraan
ontleent. Dit betekent, dat het regeer-
beleid niet naar vaststaande principiële
normen, maar naar wisselende inzichten
wordt gevoerd. Dat dit voor calvinis
tisch denkenden principieel niet accep
tabel is, kan duidelijk zijn.
Er moet echter rekening gehouden
worden met de realiteit. Wij leven nu
eenmaal niet in een gereformeerd, maar
in een godsdienstig zeer gemengd land,
waarin de calvinisten zelfs in ruime
zin genomen ten hoogste 20Vo van de
bevolking uitmaken. In zulk een levens
beschouwelijk zo verdeeld land is de
enig mogelijke staatsvorm voor de
praktijk de democratische. Maar ook al
zou b.y. IV/o van ons volk calvinistisch
zijn, dan moest er nog een grondwet zijn
met alerlei democratische rechten voor
de anderen. Een christelijke dictatuur is
o.i. een contradictio in terminis, een in
nerlijke tegenspraak.
Een beperking van de staatsmacht ligt
reeds in het beginsel van de souvereini
teit in eigen lering. De kerk, het gezin,
de school, het bedrijfsleven hebben hun
eigen domein, orde, structuur en levens-
wet. Daarvoor moet de staat halt hou
den. Ook dit is een vorm van democra
tie in de betekenis van vrijheid.
Tenslotte zouden we de zaak zó wil
len stellen. Het overheidsgezag daalt af
van God. Maar Hij wijst niet zelf de
overheid aan. Dat moet derhalve door
mensen geschieden. Volgens welke me
thode? Die van verkiezingen met alge
meen stemrecht. Via het parlement
komt dan een regering tot stand, die sa
men met het staatshoofd het bewind
voert. Het volk regeert zelf niet, bezit
ook niet de hoogste souvereiniteit, maar
heeft wel invloed op het beleid. Dit is
de staatsvorm, die naar onze mening i
Op 61-jarige leeftijd is in het zieken
huis „0ijkzigt" te Rotterdam ©verleden
de heer Evert Otting, in leven procura
tiehouder bij de N.V. Vuloaan, v.h. Koo-
man Co. N.V. te Dirksland. De heer
Ottink heeft de gehele maand januari
nog gewerkt, op 8 februari is hij in het
Paulina van Weel Ziefcenihuis te Dirks
land opgenomen en op 15 febr. j.l. in
„Dijkzigt" te Rotterdam, waar h\j woens
dag 24 febr. is overleden. Het is dus een
kort ziekbed geweest en er heerst in
Dirksland en bij allen die hem gekend
hebben verslagenheid over dit kort
stondig heengaan'. De heer Ottink was
n.l. iemand die aan het kerkelijk, maat
schappelijk en cultureel leven op Goe-
ree-Overflakkee actief deelnam eti door
zijn populariteit en vlotte onig.'ing een
zeer geziene persoonlijicheid was.
Als 13-jarige jongen begon de heer
Ottink in november 1916 zijn loopbaan
bij de Vulcaan te Rotterdam, later was
hij werkzaam bij de afd. Havenbedrijf
te Vlaardingen en doorliep geleidelijk
alle afdelingen. Intussen studeerde hij
talen en boekhouden en wist door zelf
studie de acte M.O.-boekhouder te ha
len.
In 1938 kwam hij naar Flakkee, we
gens zijn benoeming tot procuratiehou
der bij de dochteronderneming van de
N.V. Vulcaan, de Kunstmesthandel v.h.
Kooman Co te Dirksland. Als stads
mens wist 'hij het op ons eiland direct
al heel goed te kunnen vinden en werd
Speciaal in het opmaken van
B. T. d. VEER
Telefoon 2682 Westd^k 36
laiDDEIiHARNIS
de beste waarborgen biedt voor een
goede functionering van staat en maat
schappij, al heeft ze ook haar typische
bezwaren.
door zijn populariteit spoedig in de ge
meenschap opgenomen.
Vele funkties
In de loop der jaren heeft de heer Ot
tink vele funkties bekleed, waarvan
we allereerst noemen de benoeming tot
burgemeester in mei 1945, direct na de
bevrijding. De heer Ottink heeft n.l. in
de oorlog veel ondergronds werk ver
richt; samen met zijn chef, de directeur
L. Kooman met wie hij al die jaren
als vriend heeft omgegaan, werden o.m.
te Herkingen een stel onderduikers ge
borgen, waar ook weth. J. Witvliet de
hand in had. Ook werden op het vaste
land vele w.o. hooggeplaatsten van
levensmiddelen voorzien. Er zou een
boek over te schrijven zijn over alles
wat door de overledene en de heer Koo
man in de bezettingstijd is gepresteerd.
Twee en een half jaar was hij hoofd
van de gemeente te Dirksland en ambts
halve voorzitter van het gecombineer
de Paulina v. Weel en Bethesda zieken
huis. Als burgemeester werd hij door
zijn zakelijke inzichten bij alle gezind
ten gewaardeerd.
In 1945 werd hij ook benoemd tot
voorzitter van het Groene Kruis. Het
nieuwe wijkgebouw is mede onder zijn
leiding tot stand gekomen.
In 1951 werd hij door Ged. Staten be
noemd tot voorzitter van de Huurad
viescommissie voor Flakkee; hij was
lid. van het dag. bestuur van het kraam-
centrum; lid van de commissie. Vereni
gingsgebouw te Dirksland en voorzit
ter ter behartiging van de Nationale be
langen ter plaatse.
Sinds dec. 1955 was hij voorzitter
van de raad van toezicht van het We
tenschappelijk Genootschap.
Kerkelijk was hij in afwisselende pe
rioden diaken en ouderling van de Ger.
Kerk te Middelharnis; de laatste drie
jaar had hij weer een zittingsperiode
als ouderling.
Uit deze funkties en we hebben
lang niet alle genoemd blijkt wel zijn
grote activiteit en het vele dat hij voor
de gemeenschap gedaan heeft.
Op 1 nov. 1956 was hij 40 jaar werk
zaam bij de N.V. Vulcaan, wat toen on
der grote belangstelling is herdacht.
Vermeldenswaard is zeker nog dat
zijn dochter Elly uit Nieuw-Zeeland en
zijn zoon Tim uit Canada, bij het ver
nemen dat hun vader in het ziekenhuis
Dijkzigt was opgenomen direct per
vliegtuig zijn overgekomen. Zij hebben
hUn vader gelukkig nog in leven ont
moet.
De begrafenis is bepaald op maandag
1 maart a.s. te 2 uur nam, op de alge
mene begraafplaats te Dirksland,
....en mijn ogen en myn hart zullen
daar zijn te allen dage.
(1 Koningen 9 3b).
De Heere bemint Zijn eigen instellin
gen. Die instellingen zijn naar Gods wij
ze raad van een zodanige aard, dat ze
geheel geschikt zijn om aan het doel,
dat de Heere ermee heeft, te beant
woorden. Wat is het doel Gods met Zijn
instellingen? In de weg Zijner instel
lingen wil de Heere Zijn volk ontmoe
ten, het onderwijs geven, het troosten,"
stichten, kortom Zichzelf in hen ver
heerlijken tot Zijn eer en tot Zijns volks
welzijn en zaligheid.
Die instellingen Gods zijn in de loop
der tijden verschillende geweest en heb
ben dan ook als zodanig geen wezen
lijke waarde in zichzelf.
De waarde ervan is bepaald door de
wil des Heeren om die te gebruiken tot
de uitvoering van Zijn zalige raad in
de vergadering van Zijn gemeente. Wij
moeten dit altijd recht verstaan om de
juiste waarde van de instellingen Gods
op te merken en bewaard te blijven om
aan de instellingen niet een grotere
waarde te geven, dan de Heere die ge
geven wil hebben en ook die instellin
gen niet te verachten, daar wij dan ver
achten. Degene, Die ze heeft geschon
ken.
Voor twee gevaren ligt men altijd bloot.
Het eerste is om de instellingen een we
zenlijke waarde toe te kennen. Dit
deed Israël, toen het meende, dat het
God behaagde door een nauwgezet
waarnemen van de op de instellingen
Gods betrekking hebbende geboden.
Men kende toen de instellingen Gods
niet meer als middelen, maar verheer
lijkte die als een doel. Toen kwam Is
raël tot de vraag: Waarom vasten wij
en Gij ziet het niet aan; waarom kwel
len wij onze ziel en Gij weet het niet?
Daarop antwoordde de Heere: Zie ten
dage, wanneer gij vast, zo vindt gij uwe
lust, en gij eist strengelijk al uw ar
beid.
De Heere veroordeelde dit vasten, al
hoewel door Hem zelf aan Israël gebo
den, omdat het een vasten was, waar
mede men zich voor de Heere verdien
stelijk maken wilde, zonder het vasten
aan te merken als een instelling Gods,
om daardoor geoefend te worden in de
afsterving aan zichzelf en alle wereld
se begeerten.
Men vaste wel, maar men zag het
vasten als een wezenlijk iets, als een
verdienstelijke werkzaamheid, zonder
het meer als een middel tot verootmoe
diging voor Gods aangezicht tot afster
ving aan alles buiten de Heere aan te
merken. Dit is een voorbeeld van een
overschatting van Gods instellingen.
Het tweede punt is dat men de instel
lingen Gods geheel verwerpt zeggen
de, dat het niet op de middelen aan
komt, noch op de vorm, maar op het
wezenlijke dienen van de Heere. Hoe
schoon dit schijnt, het is even verwer
pelijk. God heeft het wezen van het
dienen en zoeken van Hem, hetwelk in
het eerste gebod van de wet des Hee
ren geboden en voorgeschreven wordt
als een dienen uit het geloof en door
de liefde, een eigen vorm gegeven,
waaromtrent Hij bevelen gegeven heeft
in het tweede gebod van de Wet Gods.
Toen Jerobeam meende, dat de vorm
er weinig toe deed en men net zo goed
de Heere in Beth-el en Dan dienen
kon, als in Jeruzalem, deed hij Israël
zondigen en wordt altijd weer gewezen
op die zonde van verachting van Gods
instellingen, waarin Jerobeam, de zoon
van Nebat, Israël zondigen deed. God
eist een wezenlijk dienen van Hem in
de weg van Zijn instellingen. Daarop
zal de Heere Zijn zegen geven. Dat
heeft Hij beloofd en dat is de beteke
nis van het woord, dat wij boven deze
overdenking geschreven hebben.
Salomo heeft de tempel des Heeren
ingewijd en God gesmeekt om aldaar
't gebed Zijns volks te horen, wanneer
het daar zich voor Hem verootmoedi
gen en Zijn aangezicht zoeken zou.
Daarop geeft de Heere een antwoord,
dat een verhoring van Salomo's gebed
is. Dat huis zal geheiligd zijn. Nu is die
oude tempel van Jeruzalem er allang
niet meer en toch is Gods Woord niet
te niet gedaan.
Waarom niet? Omdat die tempel
slechts een aanduiding van de altijd
blijvende instellingen des Heeren is,
die onder de Oud-Testamentische ere
dienst een andere vorm, dan onder de
Nieuw-Testamentische hebben.
Al is die tempel verwoest. Gods in
stellingen zijn er. Alles wat onder de
oude bedeling door de talloze ceremo
niën in de tempel gepredikt werd, pre
dikt God nu in Zijn Woord.
Schaarde de Oud-Testamentische ge
lovigen zich naar het bevel des Heeren
rondom het altaar in het heiligdom, de
Nieuw-Testamentische gemeente
schaart zich rondom het Woord des
Heeren, waarin het hoog-heilige altaar
van de goddelijke natuur van Christus
ons gepredikt wordt met het voldoende
offer van Zijn menselijke natuur. En
gelijk als de Heere sprak van de Oud-
Testamentische instellingen, zo spreekt
Hij nu ook van de Nieuw-Testamenti
sche instellingen.
(Slot volgt)
Rotterdam Ds. A. Vergunst
H.K.H. Prinses heeft het afgelopen weekeinde op Curacau een bezoek gebracht
aan de kraamkliniek „Prinses Margriet". De kliniek werd geopend door Prin
ses Margriet, toen ze het Prinses Irene in 1962 een bezoek bracht aan de An
tillen. De foto toont de Nederlandse Kroonprinses met een enkele uren oude
baby in de armen.
Vietnam
De situatie in Zuid-Vietnam wijzigt
zich zó vaak, dat het voor een buiten
staander moeilijk is, de ontwikkeling
bij te houden. Nauwelijks was vorige
week een nieuwe regering gevormd, die
ook op de steun van de boeddhisten kon
rekenen, of de commandant van de
strijdkrachten Nguyen Khan, werd af
gezet. Hiermee wilde men een einde
maken aan de vérstrekkende invloed
van het militaire bewind. Het was de
negende keer in zestien maanden tij ds,
dat er een greep naar de macht werd
gedaan. Aanvankelijk leek het erop dat
Khan slechts tijdelijk was uitgeschakeld.
Troepen die hun opperbevelhebber
trouw wensten te blijven, slaagden er
eerst in, de opstand de kop in te druk
ken. Dat mocht echter niet baten, want
zondag heeft het staatshoofd bekendge
maakt dat aan Khan ontslag was ver
leend. Deze had nog geprobeerd aan de
macht te blijven, maar een invloedrijke
groep van jongere generaals en de
meerderheid van de Raad voor de
strijdkrachten bleef zijn aftreden eisen.
De regering heeft deze eis ingewilligd.
Zelfs de aanwezigheid van Kahn in Z.
Vietnam is niet langer toegestaan. Blijk
baar vreest men dat hij opnieuw acti
viteiten zal ontplooien, die voor de nieu
we regering gevaarlijk zouden kunnen
I zijn. Overigens gaan er geruchten, als
zou Khan een ambassadeurspost in het
buitenland aangeboden krijgen. Uit dit
laatste zou dan moeten blijken dat zijn
vertrek uit het land hem niet als een
soort straf wordt opgelegd.
Het is echter zeer de vraag of Khan
deze troostprijs zal aanvaarden. Het
zou de eerste keer zijn dat hij voor een
machtsovername het veld ruimde en
daar is hij de man niet naar. Op dit
ogenblik verblijft hij nog steeds buiten
de hoofdstad Saigon en de officiële
machtswisseling heeft nog niet eens
plaats gehad. Hij schijnt te speculeren
op de sympathie die hij bij een deel van
het leger nog altijd geniet en misschien
zit hij wel te wachten op het moment
dat zijn aanhang hem in zijn waardighe
den zal herstellen.
Dit onderling geharrewar is uiteraard
zéér nadelig voor fle politieke toestand
in Zuid-Vietnam. Bij velen begint het
verlangen weer te herleven naar de tijd
toen de familie Diem nog aan het be
wind was. Men is langzamerhand ver
geten dat dit bewind een schrikbewind
was en men heeft de goede kanten er
van de betere discipline bijvoorbeeld
geïdealiseerd.
De vrees dat de conflictsituatie in Z.
Vietnam weleens kon leiden tot een in
ternationaal conflict tussen oost en west
lijkt op het ogenblik zonder grond. Wel
iswaar hebben Amerika, Rusland en
China zich in dreigende bewoordingen
uitgelaten, maar geen van drieën heb
ben ze pogingen gedaan om metterdaad
in te grijpen. De Russische minister van
defensie Malinowsky heeft onder meer
nog gewaarschuwd dat „het vuur, waar
mee Amerika in Vietnam speelt, een
NAAR DE
MIDDELHflRNIS-TEL:Z328
grote oorlog kan doen ontbranden",
maar het is zeer onwaarschijnlijk dat
de Sowjet-Unie dat vuur zal aanwak
keren. Ter geruststelling voegde hij er
nog bij dat Rusland vóór alles streeft
naar vreedzame coëxistentie!
Verenigde Naties
De Algemene Vergadering der V.N. is
verdaagd tot 1 september. Met grote
meerderheid (96 tegen 2 stemmen) had
ze tevoren een motie van Albanië ver
worpen, waarin werd voorgesteld de
werkzaamheden op normale voet te her
vatten. Albanië wilde met deze motie
een botsing verhaasten tussen Amerika
en Rusland over de achterstallige beta
lingen. De Sowjet-Unie immers staat
voor ongekend grote bedragen bij de
volkerenorganisatie in het krijt en om
deze reden kan haar het stemrecht wor
den ontnomen.
De voorzitter had, om verdere moei
lijkheden te ontwijken, voorgesteld, tot
de herfst uiteen te gaan met de bedoe
ling om dan in die tussentijd een com
missie te laten onderzoeken hoe de
Sowjet-Unie tot de orde kan worden
geroepen. Albanië echter (misschien wel
met communistisch China als achter
grond) wilde de volkerenorganisatie tot
een uitspraak dwingen en daarom het
conflict op de spits drijven. Het is niet
gelukt, maar de positie van de Verenig
de Naties blijft uiterst gevoelig en de
kwestie van de achtersallige betalingen
kon weleens tot een noodsituatie leiden.
Duitsland - Israël
De reis van de Oostduitse president
Ulbricht naar Egypte is ondanks alles
gewoon doorgegaan al is het program-
me enigszins gevnjzigd. De controverse
die hierover was ontstaan tussen West-
Duitsland en Israël (over de leverantie
van wapens door de Bondsrepubliek aan
Israël) lijkt moeilijk op te lossen. Bonds
kanselier Erhard verklaarde desge
vraagd, dat Duitsland geen contracten
breekt, maar dat het ook geen wapens
meer aan Israël zal leveren. Hoe hij
deze twee tegengestelde uitlatingen met
elkaar in overeenstemming moet bren
gen weet hij wellicht zelf nog niet.
Intussen heeft Amerika meegedeeld
dat hoogstwaarschijnlijk Harriman als
speciale afgezant van Amerika naar Is
raël zal gaan om te bemiddelen tussen
Israël en Duitsland.
Wees niet bevreesd te veel te weten,
maar wel, hetgeen gij weet, te weinig
in praktik te brengen.