EiiAnDEn-niEuws Transportvorst en stralingsvorst een belangrijk verschil Bastiaan Moerenhout te flchthuizen koninklijk ondersclieiden óe QRienóuil Kent U de kracht van het krediet Natuurzuivere automobielen Postzegelprogramma '65 Diijes en Daijes Prcichf handen Nederl. uitvinder krijgt Engelse erlcenning 2e blad Vrijdag 15 januari 1965 No. 3354 frisse King Pepermunt, het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking. J^^^ WEERPRAATJE A. V. d. Vliet it it it i^ it it Zilveren medaille wegens 40-jarige trouwe dienst bij familie Jacobs ^"^''^■^°-^^" Hameci-Gelei De tweede kerkdienst Oorza ken van het verzuim Kerk dienst zonder einde. „Was 't vol?" Dat is meestal de eer ste vraag, die kerkgangers' bij hun thuiskomst moeten beantwoorden. Niet direct Bijbels is bet, deze vraag te stel len. De bediening van Woord en Geest is toch niet afhankelijk van het aantal kerkgangers? „Waar twee of drie ver gaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen". Wel een ty pisch Protestantse vraag is het. Het is althans moeilijk voor te stellen dat een Eooms-Katholiek zou vragen of de kerk vol was. Bij Rome is de kerkganger „de ■Idant, die genade komt kopen in de heilswinkel". Wie de klant helpt, doet niet terzake, als hij maar waar voor zijn geld Icrij.gt. Bij ons. Protestanten echter is de dienst des Woords toebetrouwd aan meer of minder begaafde predikers en dat meer of minder is al te vaak be palend voor de talrijkheid van het ge- Jioor. Dat is de kracht en tegelijk de zwalcheid van het Protestantisme. Wanneer genoemde vraag 's morgens wordt gesteld, dan kan het antwoord meestal nog bevestigend zijn. Op vele plaatsen zijn de kerken tijdens de och tenddienst nog aardig bezet. Helaas gaat het met de middag- of avonddiensten bijna overal in dalende lijn. Dit ver schijnsel, het eerst gesignaleerd in de grote steden, doet zich nu ook voor op het platteland en zelfs in kleine plaat sen begint de belangstelling voor de tweede kerkdienst af te nemen. Dit slechte voorbeeld van vele Hervormden wordt nu ook door vele Gereformeer den, Christelijk-Gereformeerden, enz. gevolgd. Weliswaar is de teruggang in de steden groter dan op het platteland, weliswaar trekt de ene prediker 's avonds nog meer mensen dan de andere maar bijna overal zit men met het pro bleem van de tweede kerkdienst. In de grote steden heeft men „de nering naar de tering" gezet en in verschillende wijldcerken de avonddiensten afge schaft. In de kerken waar wel dienst is, zit vaak (dat hangt weer van de do minee af) een bedroevend klein aantal mensen. Elders is men gaan experimen teren: zangdiensten, preek met discus sie, koffie na de dienst enz. Het mid del bleek in de regel erger dan de kwaal. Zulke experimenten zijn net strovuurtjes: even laaien ze hoog op en daarna doven ze snel uit. Dan moet er met spoed nieuwe brandstof worden aangedragen om het vuurtje weer wat heter te stoken. Nu kan men bezwaarlijk een goede remedie tegen een bepaalde kwaal voorschrijven, wanneer men niet voor af de juiste diagnose beeft gesteld. Met andere woorden, we zullen moeten trachten de oorzaken van dit toenemen de verzuim van de kerkdiensten op te sporen, vóór we allerlei middelen be denken om de avonddiensten weer op een redelijk peil te brengen, In het Gereformeerd Theologisch Tijd schrift en in het Ger. Ouderlingenblad is een interessante discussie gevoerd over de tweede kerkdienst door de Ge reformeerde hoogleraren Rothuizen en Van der Woude. Professor Rothuizen vreest dat het wegblijven van velen op de duur leidt tot pure onkerkelijkheid. Dus onkerkelijkheid als gevolg van kerkverzuim. Maar, zo zegt hij, „er zou ook iets kunnen blijken van onkerke- lijlcheid als oorzaak. Wanneer 'kinderen zich thuis griezelig weinig meer laten zien, dan kan dat leiden tot een schuldig soort daldoosheid van de kant van de kinderen. Genoemde dakloosheid kan in plaatst van gevolg ook oorzaak zijn. Vader en moeder hebben het dan ge woon verbruid. Meestal zal allebei waar zijn, zoals ook in de praktijk van de onkerkelijldieid beide waar zal zijn; de sohuld zit bij beide partijen". Professor Van der Woude gaat op die schuld van beide partijen nader in. Enerzijds ziet hij ontrouw bij de kerk gangers, die zo gemakkelijk de onder linge bijeenkomsten nalaten, anderzijds signaleert hij een manco in de predi king. Voor dit laatste voert hij echter nogal wat verontschuldigingen aan. De taak van de predikant is eigenlijk een bovenmenselijke. „Niemand is hiertoe lüt zichzelf bekwaam. ledere prediker draagt de schat in een aarden vat en is afhankelijk van de inwerking van Gods Geest. Elke predikant heeft daarom no dig het eigen persoonlijk gebed, maar niet minder de voorbede en het mede leven van de gemeente Mijns inziens ligt de eigenlijke ach tergrond van het verzuim van de twee de dienst niet allereerst in het gemis van een brok vuur van liefde en goede werk en in de kerk, bij kerkeraad of predikant, maar veeleer bij hen, die de eigen samenkomst verzuimen. Als het vuur der liefde in hen brandt, zal dit hen moeten bezielen tot het goede werk van het zoeken van de gemeenschap der heiligen". Het valt niet te ontkennen dat Prof. Van der Woude tot op zekere hoogte ge lijk heeft. Het kerkbezoek is een graad meter voor het geestelijk peil van een gemeente. Als er geen behoefte blijkt te bestaan aan de tweede kerkdienst, dan is er niet veel honger naar het Woord. Ook al wordt het Woord niet gebracht zoals wij dat gaarne zouden wensen, dan nog is dat geen reden om. maar thuis te blijven. „Voor een hongerige ziel is al le bitter zoet, maar een verzadigde ziel vertreedt het honigzeem". Het is een slecht teken wanneer de gemeente voortdurend moet worden aangevuurd om toch vooral naar de kerk te komen. We mogen echter ook niet vergeten dat vele gemeenten het kerkgaan zijn ontwend als gevolg van een dorre be diening des Woords. Wie aldoor stenen voor brood geeft, kan erop rekenen dat men z'n honger elders zoekt te stillen. De juiste toepassing van krediet kan de opbrengst van uw bedrijf vergroten. Bespreek het eens met ons. Het kan ook voor u van be lang zijn! BOERENLEENBANKEN RAIFFEISENBANKEN Het is toch wel opvallend dat de kerk gang nog het best is, waar Gods Woord recht wordt verkondigd. Ook al gaat men daar vaak slechts uit gewoonte, dat is toch te verldezen boven het thuisblijven uit gewoonte. Daar ligt nog een zeker „beslag", daar is nog een uit wendige vreze Gods en daar is de mees te kans, dat m.ensen verbroken worden onder het Evangelie. „Waar het Woord des Konings is, daar is heerschappij". Daar treffen nog weleens pijlen in het hart van des Kio- nings vijanden. En wie door zo'n pijl is geraakt, behoeft niet te worden opge wekt om naar de keite te gaan, want die zou soms wel willen dat het elke dag zondag was. En die verlangt weleens naar de tijd, dat de kerk nooit meer uitgaat, zoals Johannes dat zag op Pad mos: „Daarom zijn ze voor de troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel." Waarnemer (Van onze weerkundige medewerker) Het mag wat vreemd klinken, maar er is een verschil tussen vorst en vorst evenals als wij een letterspeling mo gen maken er ook verschil tussen worst en worst is. Zo onderscheiden wij transportvorst en stralingsvorst. Stralingsvorst is alleen een gevolg van een sterke nachtelijke afkoeling zoals wij die ook in het voorjaar wel hebben en waarbij dan dikwijls nacht vorst voorkomt (IJsheiligen). Voor stra lingsvorst is een heldere en zo goed als windstille nacht noodzakelijk, want on der die omstandigheden is de afkoeling van het aardoppervlak het grootst. In de winter kan er, wanneer alle omstan digheden meewerken, een vost van meer dan 5 graden voorkomen. Wanneer er een laagje sneeuw ligt, is zelfs vorst van meer dan 10 graden mogelijk. Stralingsvorst is zeer kwetsbaar voor depressies. Het is wel voorgekomen dat er twee a drie nachten waren met een rhatige stralingsvorst, welke het zelfs mogelijk maakteni, dat enkele ijsbanen werden opengesteld. Maar---- dat de daarop volgende nacht zwaar bewolkt was met iets meer wind en weg was de vorst. Vooral in kwakkelwinters hebben vsrij meestal met stralingsvorst te doen. Harde wind het ergst Transportvorst, de naam zegt het al, is vorst, die al een lange weg vanuit Rusland of Scandinavië achter de rug heeft. Hiervoor is in de eerste plaats een hogedrukgebied boven Scandinavië no- 'dig, waardoor er boven Polen, de Oost zee en Duitsland sterke noordoostelijke winden voorkomen. Deze kunnen bin nen twee dagen de vorst van Zweden of Rusland tot boven de Noordzee blazen. Deze transportkoude is heel wat on aangenamer vooral door de veel sterker wind, die de koude meer de huizen in jaagt. Een vorst van 8 graden door stra- lingskoude (vrijwel vnndstil weer) is minder erg dan 2 graden vorst bij een krachtige tot harde Oostenwind, want in dit laatste geval kan er heel wat (waterleiding en radiateurs) bevriezen, voor dat wij er erg in hebben. Van grote invloed op de nachtelijke minima is ook de aanwezigheid van sneeuw. De strengste vorst wordt altijd boven het sneeuwvlak gemeten. In 1938 hebben wij midden december een vorstperiode gehad, waarbij geen sneeuw viel en waarbij door transport- koude wel 15 graden vorst is gemeten. Dit komt in ons land maar zelden voor. Zolang er geen sneeuw ligt, is strenge vorst vrij zeldzaam. Eerst wanneer alles onder een wit Voor nieuwe en goede gebruikte onder volle garantie, GABAGEBEDRIJF JuUanaweg 78 - Telefoon (01877) 7 64 MellMant PTT zal in 1965 de volgende bijzon dere postzegels uitgeven; 6 april: drie zegels gewijd aan het verzet, met afbeeldingen van verzets- monumenten 17 mei: één herdenkingspostzegel ter gelegenheid van het feit, dat het in 1965 100 jaar geleden zal zijn, dat de in ternationale samenwerking op telecom,- municatie-gebied begon. Deze zegel zal het embleem dragen van de Union In ternationale des Telecommunications. 1 juni: vijf zomerzegels met afbeel dingen udt pittoreske Nederlandse stad jes 20 sept. (ventnoedelijke datum): twee Eliropazegels, 16 november: vijf Kinderpostzegels, waarvoor de afbeeldingen zo mogelijk worden ontleend aan tekeningen van een kindertekenwedstrijd, die het Co mité Kinderzegels heeft georganiseerd. RIJMEN VAüST TIJMEN stormloop Uitverkoop 't Scheelt een hoop" Druk geloop Ja, met stroop-, Vangt men veel Algeheel, Overhoop, Door 't geloop Menig zaak, Daar is 't raak. Wat een taak Vroeg gezeur, Aan de deur Appel-ei, Hoort er bij. Pa en ma. Zuchten dra. Wanneer zijn w' er van verlost? Daar zo'n grapje schatten kost. Ergens in de hoofdstad, 'Liep er steeds een Paar Beiden reeds op leeftijd Maar nooit naast elkaar 'd Een liep achter d' ander Was men dan soms kwaad? Manlief tikt gedurig, Met zijn stok op straat. En dan bukt het vrouwtje. Raapte peukjes op. Borg ze in haar handtas En ging naar een slop Een „sigarenmaker", Maalite er wat van. Zodat men die peukjes, Toch weer roken kan. Alles bij elkander, Kreeg men een produkt. Dat wel goed gesausd was En het was verrukt. Grote steden klagen Heden steen en been. Vele burgemeesters, Snaliken naar 't verleen. Toen den Haag gedurig, Zo heel anders was Nu zit men bij voortduxjr, Als in zak en as. 't Haagje is niet scheutig Waar dat aan ligt? Dat zijn de problemen. Van zeer groot gewicht. Om die op te lossen, Schijnt maar niet te gaan. Maar men laat gemeenten. Haast in 't hempie staan. Tij men sneeuwdek ligt en het 's nachts helder en windstU wordt, kunnen zeer lage minima voorkomen. In de reeordkoude febi-uarimaand van 1956 in Noord-Gro- ningen nog 24° C, op 27 jan. 1942 te Winterswijk zelfs 27° C. Bij der gelijke temperaturen zouden wij al eens het woord „Syberisch" kunnen laten vallen, al is daar een vorst van meer dan 50 graden geen zeldzaamheid. Wanneer schaatsen? Om te kunnen schaatsen moet men gemiddeld toch twee nachten met meer dan 8 graden, drie nachten met onge veer 5 graden of vier nachtcïn met 3 tot 5 graden vorst hebben, waarbij het kwik dan overdag niet of nauwelijks boven het vriespunt mag komen. De bijzonder lange en zeer strenge winter van 1947 begon midden decem ber met een koude-inval, waarbij bin nen drie dagen de moeste meren en bin nenwateren in ons land al dichtgevro ren lagen en zelfs oök enk.ele rivieren. Een spontane ontwikkeling,, welke ech ter voor het nemen van maatregelen te gen vorstschade wel zeer overrompe lend en schadelijk is. (Nadriik verboden) Sinds 100 jaar bestaan er bijzonder goede relaties tussen de families Ja cobs en Moerenhout te Achthuizen. De heer Bastiaan IVIoerenhout is veertig jaar g^eleden op het landbouwbedrijf van familie Jacobs gekomen. Dat feit werd vxydagmiddag in het R.K. jeugd- gebouw herdacht, in het bUzgn van de beide families, en verschillende bestu ren van verenigingen en instanties, waarmiede de heer B. Moerenhout te maken heeft. Burgemeester W. M. van der Harst kon de heer Moerenhout na mens H.M. de Koningin de eremedaille in zilver op de rever spelden; de heer Meester, hoofdbestuurder van de Ned. Koninkiyke Vakvereniging spelde hem daarbü het gouden speldje van de ver eniging op dezelfde rever; de heer G. A. Winkels overhandigde de heer Moe renhout cadeaus in de vorm van roke- tjes en aan mevr. Moerenhout een bloemstuk, allemaal namens de ge sprekgroep van de kerk; de heer Ja cobs reikte hem de draagmiedaille uit, behorende by de Koninklijke onder scheiding en een enveloppe met inhoud, behorende bij het jubUeum; de vader van de tegenwoordige eigenaar van het bedrflf gaf hem een fraai gecalligra- feerde, schriftelijke Pauszegen en de heer C. de Wit, kon hem namens het hoofdbestuur van de L.T.B, een oor konde overhandigen. Honderd jaar geleden kwam de heer Dekkers op landbouwbedrijf „Weltevre den", bij de overgrootvader van de heer J. P. Jacobs. Een mensenleeftijd is hij daar gebleven en werd opgevolgd door zijn kleinzoon, de tegenwoordige land- bouwknecht, de heer B. Moerenhout. De moeder van de jubilaris is van kinds af op de boerderij geweest. Eerst als Idn- dermeisje en later als hulp in de huis houding en toen ze getrouwd was, is ze de familie Jacobs trouw gebleven en bij vreugden en verdriet heeft ze de hel pende hand geboden. Trouw was ze „baker" bij de familie. De zoon van de heer Moerenhout, Joop, is nu ook weer al vijf jaar op het bedrijf en de ziister van de jubüaris heeft het werk van haar moeder overgenomen. Burgemeester v. d. Harst Burgemeester Van der Harst wilde geen „agrarische bezigheid" hebben, door gras te gaan maaien voor de voe ten van de volgende sprekers, maar wil de graag memoreren, dat de jubilaris heeft zien komen en gaan op het be drijf en dat hij allerlei stormen en weersgesteldheden heeft meegemaakt. „Het is u niet aan te zien in het mid den van uw gezonde famUie. De tijden zijn erg veranderd. Vroeger leefde men alleen voor het werk, zowel in de week, dan zonidag's, waimeer het vee verzorgd moest worden. Vroeger was er alle re den om te mopperen. U hebt u inge- spaim,en om deze situatie te verbeteren. Het zou onverdiende blaam zijn, de schuld van deze tijden in de schoenen van de werkgever te schuiven, omdat die als eenling geruïneerd zou zijn, warmeer hij de situatie bewerkstelligd had, die nu veertig jaar later, geldt. Het moest een collectieve verbetering wor den. U hebt uw leven ingesteld voor de Burgemeester W. M. van der Harst feliciteerde de heer Moerenhout met zijn 40-jarig jubileum en d« Koninklijke onderscheiding, de ere medaille in zilver in de orde van Oranjje Nassau. en nimmer ruw of schraal landbouw en voor uw naasten. U bent bestuurslid van de woningbouwvereni ging in Achthuizen. We kunnen maar één keer leven en het is belangrijk dat dat leven goed be steed wordt. Voor uw werk heeft het gemeentebestuur de allergrootste waar dering en namens de raad wil ik u har- elijk feliciteren", aldus burgemeester Van der HIarst, die daarna de zUveren medaille op de rever spelde, waarbij hij opmerkte: „Een gekromde rug versiert de borst" De heer J. L. Jacobs vond de pret tige verstandhouding en samenwerking tussen de famüies voor zichzelf spre ken. „Anders was er geen sprake ge weest van een langdurig dienstverband. We hebben wederzijds respect op kun nen brengen, dat nooit verbroken Is ge worden. Het was vanzelfsprekend dat je er was. Er zijn twee dieptepiuxten ge weest in de periode dat u op het be drijf werkte: de evacuatie en de ramp. In 1858 is je grootvader bij mijn groot vader op het bedrijf gekomen, zodat de relatie al meer dan honderd jaar be staat," waarmede de heer Jacobs de jubilaris dankte voor alles wat in deze eeuw is gepasseerd. De heer De Wit gewaagde van een langdurige vriendschapsband, die in tens is beleefd, naar gelang het aantal jaren. De heer Meester van de NKV isprak over plichtsbesef, zowel bij werknemer als hij werkgever. Namens het hoofdbe stuur kreeg hij' het gouden speldje. Hervorming van het muziekschrift, was het onderwerp van de vergadering die op 31 december 1964 in Londen werd gehouden. Onder voorzitterschap van de wereld vermaarde violist Jehudi Menuhin wa ren in het „Royal College of Music" ruim tweehonderd musici aanwezig om over dit onderwerp te spreken. Voor dit gezelschap, allen leden van de (Engelse) „Incorporated Society of Musicians" sprak de heer Roland Hill over het Klavarskribo-muzieknotatie- systeem dat in de jaren '30 is uitge vonden door de Nederlander C. Pot. De heer Pot, wiens muziekschrift op het ogenblik wordt gebruikt in Nederland, Duitsland, Canada, Engeland, Zwitser land, Frankrijk en België, was zelf aan wezig op deze bijeenkomst. VERVOLGVERHAAL door W. SCHIPPERS Copyright J. J. Groen Zn. N.V. 41 Had „schele Krijn" (want het ene oog van de vlotter keek altijd een verkeerde kant uit, vandaar die bijnaam) zijn vraag op vriendschappelijke toon ge daan, tien tegen één of Andries zou er zonder meer gevolg aan hebben gege ven, doch de barse dreigende manier waarop Krijn zijn eis stelde, deed al aanstonds zijn toom oprijzen. „Wat ik van plan ben is mijn zaak, versta je dat, goede vriend, en wat ik doen of niet doen wil, zal ik best zelf weten". „Uitstekend^ beste jongen, ik heb goed Verstaan wat je daar zei, maar of je ■daar plezier van beleven zal betwijfel ik erg, wacht maar Honend en vol dreiging had „schele Krijn" Andries die woorden toegevoegd en deze rekende er op, bij het verlaten van de werf op straat te worden lastig gevallen. Dit was echter niet het geval, hij ontving /ijn loon, dat veel hoger was dan hij gedacht had en ongehinderd be reikte hij „De Oranjeboom". 't Werd maandatg en al aanstonds bij het aanvangen van de arbeid in de ha ven trachtten Krijn en twee andere vlotters, waarmee Andries werken moest, het de arme jongen zo moeilijk te maken als het hun maar mogelijk was zonder in botsing te komen met baas Wardink, die iets gemerkt scheen te hebben en veel in de nabijheid bleef, klaarblijkelijk om een oogje in 't zeil te houden. Andries had zich voorgenomen zO' kalm mogelijk te blijven want de gedachte om met de halfdronken kerels in bot sing te komen lokte hem^ niets aan, omi- dat' hij wel begreep dat er dan veel kans bestond dat men hem, de nieuwe ling, op staande voet zou ontslaan. Dat zou hem geducht spijten, want men had hem boven verwachting goed be taald Als hij weer werk m.oest gaan zoeken, kon hij het waarlijk wel slech ter treffen dan hier bij de firma Brent- istra en Zonen het geval geweest was. Daarom en daarom alleen had hij de ganse lange dag hun krenkende behan deling verdragen^ Op een ogenblik echter, toen men de laatste balken van een vlot had gekop peld en Andries even met de rug naar de anderen toegekeerd stond, trof hem de ronde knop van een vaarboom ge voelig tegen het achterhoofd, zodat zijn pet afvloog en in 't water terecht kwam Woedend keert hij zich om en ziet dat Krijn met een lange vaarboom in de hand en dte beide andere mamtien met een ketting bezig zijn. „Kijk toch uit, kerel, je loopt de ganse dag in de weg," schreeuwt Krijn hem toe, waardoor hij het wil laten voorkomen, of het per ongeluk was dat de 'knop van zijn haak de jongemian trof. Deze vist met zijn haak de pet uit de haven en nadert dan ogenschijnlijk kalm de grijnslaehende vlotter. „Nu hebben jullie met je drieën mij de gehele dag zoveel mogelijk gesard en ik heb het verdragen omdat ik hier wil blijven werken, maar nu ben ik het zat. Was die stoot met je haak per ongeluk of was het opzet; als je niet helemaal een laffe dronkelap bent, zeg dan de waarheid, zeg op" Ben dronkaard was schele Krijn wel vaak, doch laf was hij niet, daartoe had hij te vaak aan vechtpartijen deelgeno men. Hij geeft geen antwoord op de vraag van Andries Korhof, want hij heeft onmiddellijk begrepen dat hij miet deze nieuweling zal moeten vechten en hij is gewoon de eerste slagi toe te bren gen als het zover komt. Zijn zware vuist vliegt omhoog, doch vlug en soepel als een panter heeft zijn jonge, gevaarlijke tegenstander hem be sprongen. Op zulk een aanval is Krijn niet verdacht geweest, hij strompelt achteruit en struikelt over zijn eigen zware laarzen, om dan me een zware bons op de balken van het vlot neer te tuimelen. Half verdoofd door zijn val tracht hij vruohteloos de nu razende jonge vlot ter van zich af te schuiven, doch diens felle vuistslagen maken htan in een ogenblik totaal machteloos. Het vast beraden optreden en de onverhoedse aanval van Andries Korhof heeft niet alleen Krijn, maar ook zijn beide mak kers* verrast. Nu echter schijnt het tot hen door te dringen dat het meer dan tijd is hun makker te ontzetten, als ze teiraiinste niet willen dat Krijn dood geslagen wordt. Vloekend werpen ze de ketting neer en stormen over het vlot op Andries toe, doch deze springt als een veer over eind en de beide mannen deinzen ver schrikt achteruit, want de jonge woes- teling heeft zijn mes getrokken en staat gereed op hen toe te springen. „Wat moet dat daar, weg dat mes, Korhof". Een boot schuurt langs het vlot en baas Wardink stapt met het meertouw in de hand op de balken. Een der vlotters wijst op Andries en wil wat zeggen, maar de grijsgebaarde op zichter legt hem bars het zwijgen op. Krijn rijst inmiddels moeizaam over eind en het is tot hem, dat de biias het woord richt. „Luister jij eens even. Krijn, jullie hebt die jongen nu lang genoeg getrei terd en je hebt gezien dat hij rtïdelijk zijn man staat; nu laat het dan ijenoeg zijn, en maak geen relletjes meer. 'k Heb hard mijn vlotters nodig, ien jullie staat voor je werk, maar die jongen ook, en daarom zou het mij spijten, als ik je buiten de poort moest zetten. Maar denk er om, als je weer dergelijke grap pen maakt als daarstraks, ga je er alle drie uit, al waren er behalve jullie geen vlotters meer in de wereld, denk daar- Hoof dsiuk XI EEN GOEDE ZONDAGMORGEN Het is een eigenaardig verschijnsel, maar op mannen van de soort zoals Krijn er een was, maakt niets zoveel in druk als brute kracht en voor hem die getoond heeft dit in ruime mate te be zitten, zullen ze alijd zoiets als ruwe be- wondering gevoelen, een bewondering die alle wraakzucht van hun kant bui tensluit. Toen Andries Korhof de volgende mor gen weer naar de haven ging, rekende hij er vast op door Krijn en zijn vrien den met wrok en vijandschap te worden ontvangen, doch tot zijn grote verwon dering was dat niet het geval, integen deel. 't Was nog enige minuten voor het sein om te begiim.en zou worden gege ven, toen Andries de poort binnenkwam Er stond een troep havenwerkers op de werf bij elkander en 't viel Andries op dat er bijzonder druk gepraat en ge^ lachen werd. Toen hij hen voorbij liep, werd het echter opmerkelijk stil en zijn „goede morgen, mannen" werd door de meesten van hen beantwoord. Krijn en zijn maats schenen ook bij de anderen te hebben gestaan. Toen een ogenblik later de arbeid begon en zij evenals gisteren de uit een schip ge worpen balken oppikten en bij elkan der dreven, kreeg Andries gelegenheid om te zien hoe onbarmhartig Krijn toe getakeld was. Bont en blauw was zijn gezicht en zijn gezwollen lippen en bijna dichtge slagen ogen toonden maar al te zeer dat de vlotter zijn plagerij duur had moeten betalen. Nog maar net was men aan de gang of baas Wardink kwam. bij hen. „Luister 'eens mannen, het schip moet vandaag leeg, want de kapitein wil met alle geweld voor de nacht los zijn en 'dat kan, als jullie elkaar in de hand werken, maar dan moet het anders gaan als gisteren, Krijn". Krijn haalt even de brede schouders op en zegt dan wijsgerig: „Ben mens kanvan te voren niet we ten met wie hij te doen heeft. Wat die knaap daar betreft, nou, van hem weet ik het nu, en 'k weet het goed, want toen ik gisteravond thuis was heb ik wel een half uur zitten soezen en was ik bovendien nog zo misselijk als een kat." Baas Wardink keert zich om en ter- vnjl hij overstapt op een andervlot zegt hij: „Als de schuit bijtijds leeg is, schiet er voor julUe wat over".

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1965 | | pagina 5