iiAnDEn-raEiws iemeenteraad Sommelsdijk histoRische schetsen Kalielbaan over Grevelingen gebrol(en door nonchalance m Siakingen in Frankrijk fie is ^ïjn naaste blad Dinsdag 24 maart 1964 No. 3274 Nasleep discussie Maatschappelijke Belangen Betere verlichting Langeweg wordt bezien UIT DE KERKEN „Geen blijvende stad" Een goed begin is 't halve v/erk ■:fii« Iv ctstelling van de notulen is in de gemeenteraad van Sommelsdijk altijd een fc gelegenheid, die door burgemeester P. W. Hordijk met een hamerslag kan L^den afgedaan, maar dinsdagavond kwamen er uit de raad nogal wat op- fc aanmerkingen over het officiële verslag van de vorige vergadering en dat llpek alweer een nasleepje te zijn van de behandeling van de begroting in ■He en de opzienbarende besprekingen van deze raad in januari over de I ken van de instelling voor maatschappelijke belangen. De heer J. J. de Wit ■?AR) wenste de notulen in dier voege gerectificeerd, dat hij het i'n de vorige lieenkomst niet met zijn partijgenoot wethouder Edewaard eens is geweest, Laar wel vertrouwen heeft uitgesproken in verdere afwerking van het geschil For b en w. Ook wethouder Edewaard zelf had aanmerkingen op het geno- fuleerde en de heer Hoogzand (PvdA) miste er bepaalde opmerkingen en zin- f yit^ waaruit hij concludeerde, „dat men zich kennelijk schaamt voor het P aïeslac'ht", welk schamen dan blijkbaar moet slaan op de min of meer op zienbarende uitspraken en uitlatingen, die zijn gedaan. Burgemeester Hordijk bam kennis van deze opmerkingen en liet dan maar aauw de hamer klappen, [eneinde voortborduren op wat gebeurd is de pas af te snijden. Met het afwerken van dg agenda had raad daarna niet veel moeite. B. en i brachten de raadsleden uitvoerig in Innis van hun standpunt ten opzichte In verbetering van het wegdek van I Polderstraat. Het college had niets Iver gewild dan verbeteren, maar het lootste deel van het wegoppervlak is Lendom van de bewoners en die zijn let bereid gebleken deze eigendom aan j gemeente over te doen, althans niet Jlen. "De heer P. Grinwis (SGP) verklaarde I er toch voor te zijn, dat de gemeente jt weg verhardt, waarop de voorzitter Iteen zette, dat de eigenaren een be- liorlijke compensatie van de gemeen- I verlangen als zij hun weggedeelte af- fean, terwijl b. en w. menen, dat de ge- lëente zich toch al grote offers zou loeten getroosten voor verbetering, laarmede de bewoners in eerste in- lantie gediend zijn. In gevoerd overleg |eek geen perspectief te zitten, al is er in uur lang met betrokkenen over ge- aat; het college stelde derhalve voor j van verdere voorzieningen dan het -Imhrengen van grint af te zien. En Idaar kon de raad zich tenslotte wel I mede verenigen. Adhaesies Ook deze raad had van het gemeen tebestuur van Strijen het verzoek ent ingen om adhaesie te, betuigen aan lar adres, waarin wordt aangedrongen I spoedigste verbetering, vernieuwing vervanging van de Barendrechtse 'ug, die, na het opengaan van de Ha- ngvhetbrug, immers niet op het dan erk toenemende verkeer berekend zal in. B. en w. van Sommelsdijk stelden lor de adhaesie wel te betuigen, daar Barendrechtse brug straks van emi- ;nt belang wordt voor het verkeer van lakkee en Schouwen. De heer Hoogzand (PvdA) verklaar- met het voorstel direct in te stem- en, al vond hij, dat men op Hoeksche aard wel erg laat is met op de on- lereikende verkeersschakel te wijzen; ij vergeleek dit met het initiatief van lakkee om zelf de brug te bouwen en aartoe tijdig besloot. De raad stemde unaniem met de dhaesiebetuiging in. En dat gebeurde ;k t.a.v. de motie van de raad van 'tingeradeel om de gemeentéclassifica- ie uit de wereld te helpen, waarbij b. w. van Sommelsdijk aantekende dat 26 kwestie al eerder en „eilandelijk" riakkee aan de orde is gesteld. „'t Is toch gevawrlyk De bevfoners van het provinciale ge pelte van de Langeweg verzochten de ^ad zo spoedig mogelijk bij hun wo- Ingen een goede straatverlichting aan I brengen. B. en w. deelden mede, dat fnzelfde verzoek tot de raad van Mid- lelnamis is gericht en dat de colleges lande beide gemeenten overleg hebben ■epleegd en van mening zijn geen ■raatverlichting te moeten aanbrengen; ie uitbreidingsplannen van de twee ge- peenten gaan de kant van de Lange- Fg uit en t.z.t. komt dan de straatver- f ctitmg wel aan de orde. Burgemeester |0Mi]k wees er de raad op, dat het een frovinciale weg betreft en dat de pro- Vncie zich van straatverlichting dis- mcieert, tenzij het een gevaarlijk raispunt betreft. I De heer J. J. de Wit (AR) had kennis |ö!omen van de motieven van b. en w. ^net verzoek af te wijzen, maar vond het bij avond een allergevaarlijkste si tuatie op de Langeweg, zoals hijzelf al menigmaal heeft ondervonden. „Als er een ongeluk gebeurt, gaan wij zakelijk vrij uit, maar daar zijn wij niet mee klaar!" vond spr. Wachten op het uit breidingsplan kan nog lang duren en spr. achtte het een taak voor de pro vincie. „'t Is er een noodsituatie; eerdaags gebeurt er een ongeluk!" stemde de heer A. Knape (AR) met de vorige spreker in en dat deed eveneens het AR-raadslid A. Peekstok. De voorzitter hield het er bij, dat hier nog geen taak voor de gemeente ligt. De aan de Langeweg gevestigde landbouwschool heeft zelf voor ver lichting gezorgd. „Op een voor het verkeer gevaarlij ke hoek kopen wij soms wel een duur pand ter verwijdering aan en verbete ring en verlichting zal niet zoveel kosten!" wierp de heer De Wit tegen. „De bewoners accentueren zelf, dat de verlichting hun privé- en zakenle ven ten goede zal komen," merkte de voorzitter op, „over verkeersbelang wordt niet gesproken." De heer Knape stelde voor de capa citeit van de bestaande verlichting te verdubbelen en de heer Peekstok advi seerde de verkeerscommissie in te schakelen. Waarna de voorzitter zei, dat te willen bezien. Het verzoek werd zonder stemming afgewezen. Schenking De Loterijcommissie van de halfjaar lijkse vee- en paardenmarkt bood de gemeente een schenking aan van 265 gld. voor het fonds bevordering markt wezen. De raad accepteerde deze schen- .king met uitzondering van de heer Grinwis (SGP), die verklaarde volgens principe tegen loterijen te zijn en dus ook tegen het aanvaarden van schen kingen daaruit. 24.257 gld. tekmt Door de raad werd vastgelegd de ge meenterekening 1962, die een nadelig slot te zien geeft van 24.257 gld. Het zelfde geschiedde met de rekening 1962 van de N.V. Emgo. De heer Van Zielst (SGP) rapporteerde en merkte op, dat er de laatste jaren veel door "het electr- bedrijf is geïnvesteerd in gebouwen. Spr. informeerde of men daar nu mee klaar is. Als afgevaardigde van de raad in het Eingo-'bestuur antwoordde wet houder J. Ie Comte (SGP), dat het thans met de investeringen niet meer zo'n vaart zal lopen, maar dat dit niet opgaat met de gebruiksmiddelen; niet dat deze gauw versleten geraken, maar door de voortgang van de techniek zijn ze wel snel verouderd. Kapitale bedra gen vergt dit overigens niet. Onteigening Een al lang lopende zaak kwam op nieuw aan de orde en wel terzake de onteigening van een perceel grond ten behoeve van het uitbreidingsplan. Door b. en w. was met de eigenaren. Fa. K. Rozenheek Co. langdurig overleg ge pleegd voor overdracht langs minnelij ke weg, maar het college was daarin niet geslaagd, waarna advies was inge wonnen van advocaat mr. A. D. Mijs te Rotterdam, die aanraadde een onteige ningsprocedure aan te vangen. Hier voor vroegen b. en w. goedkeuring van de raad. NED. HERV. KERK Beroepen te IJsselmuiden en 't Harde C. den Boer te Sliedrecht; Oosterwol de B. Meijndert te Waarder; Ederveen G. Jansen te Benschop; Barneveld J. Smit te Lopik; Lexmond A. Stekelenburg te Eist; Ter Aa W. v. Herpen te Kinderdijk Bedankt voor Zalk G. Voortman te Dussen; Barneveld J. Smit te Lopik; Giessendam G. Jansen te Benschop. Ds. P. van Galen te Hilversum her denkt zijn 25-jarig ambtsjubileum, 2 april 1939 werd hij bevestigd te Den Bommel. Vervolgens stond hij te Brakel Papendrecht, Gorinchem en Hilversum. GEREF. KERKEN Beroepen te Ermelo C. Dijkstra te An dijk; Pieterburen A. Kampherbeek te Katwijk; Rotterdam-Z. G. Meijster te Ede; Urk A. Bol te Franiker; Velp G. Rang te Haarlem-Z. Aangenomen naar Hoogezand D. Pas- schier te Zwartebroek. Bedankt voor Heeg D. Barten te Ap pelscha; Oldekerk A. Aaftink te Hel- lendoorn. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Amsterdam-W. C. den Hertog te 's Gravenhage en J. J. Rebel te Haarlem-W.; Eede N. de Jong te Kat wijk en J. Kampman te Rijnsburg; Zie- rikzee J. Brons te Bunschoten en K. Ve- lema te Hoogeveen. Beroepen te Den Haag-C. J. J. Rebel te Haarlem-N. Ehschede-O. J. J. Rebel te Haarlem-W.; Dordrecht-Z. H. v. d. Schaaf te Opperdoes; Drachten J. Kievit te Noordeloos; Elburg W. Heersma te Nunspeet. Bedankt voor Gorinchem W. Heersma te Nunspeet, Schiedam J. Brons te Bun schoten. GEREF. GEMEENTEOSr Bedankt voor Dordrecht K. de Gier te 's Gravenhage; Benthuizen A. Hofman te Zeist. De Particuliere Synode v.h. Oosten zal 22 april te Barneveld vergaderen De avond daarvoor hoopt ds. J. v. Haa- ren te Rijssen daartoe een bidstond te houden. Hellevoetsluis: De kerkeraad van Vlaardingen heeft de classis Rotterdam verzocht te Hellevoetsluis een zelfstan dige gemeente "te institueren. In enkele jaren is dit „station" hard gegroeid, mede gezien het feit, dat vele Her vormden van Geref. signatuur zich in deze omgeving niet thuis voelen in eigen kerkverband en overgegaan zijn naar de Geref. Gemeente. Hellevoetsluis en omgeving maken n.l. een snelle groei periode door i.v.m. de aldaar gevestig de industrie. BRUINISSE Toch een abri. In een vorige raads vergadering verklaarden b. en w. van Bruinisse op een vraag- van de heer Ju- melet, dat van de bouw van een abri aan de bushalte Rijksweg, wegens de hoge kosten moest worden afgezien. Weth. Bal heeft nu echter in zijn kwaliteit van beton techniker een een voudige constructie van een wachtgele- geriheid ontworpen, zodat de verheu gende mededeling kon worden gedaan, dat wachtenden die genoodzaakt zijn, op bedoelde halte op de bus te wach ten, binnen afzienbare tijd ibeschut en droog zullen kunnen staan. Na enige discussie werd tot deze ont eigening besloten. De heren De Wit en Peekstok betreurden het, dat men tot onteigening moet overgaan en de heer Grinwis achtte het mogelijk met een wijziging van het plan toch tot schik king te komen, maar de voorzitter ver klaarde niet te willen tornen aan het rapport van de schadevergoedingscom missie, noch aan het al vastgestelde uit breidingsplan, waarop de heer Grinwis als enige tegen stemde. Aan oud-wethouder J. H. Dijkers verleende 'men eervol ontslag als ambtenaar van de burgerlijke stand, welke functie betrokkene sinds 1930 heeft vervuld en in welke periode hij 260 huwelijken heeft voltrokken. Voor 't provinciehuis Door b. en w. werd tenslotte voorge steld om 4 et. per inwoner te voteren voor het aanbieden van een geschenk een m.ozaïek voor het nieuwe pro vinciehuis. „Zulle gedep. staten het goedkeu ren?" informeerde de heer A. Knape en de heer Hoogzand, verwijzend naar het geschil om een beeld in Zaandam, vroeg of het gesdhenk wel aanvaard zal worden. De voorzitter kon de heren ge rust stellen; er is al overleg over ge pleegd. Waarna de raad zich voor het geschenk uitsprak. Het breken van de kabel van de ka belbaan vorig jaar bij de werkzaam heden in verband met de afsluiting van de Grevelingen is een gevolg geweest van het gebruik van een te lichte trek- klem. Dit heeft ir. drs. H. Kuiper, hoofdin genieur-A. van de Rijkswaterstaat di rectie bruggen, te Delft meegedeeld. Hij sprak daar voor het Delfts waterbouw kundig studentengezelschap „praktische studie". Dit gezelschap viert zijn veer tiende lustrum. In het kader daarvan werd vorige week de tentoonstelling „Delta-Delft" geopend en had vandaag een symposium plaats over het afsluiten van zeegaten, in het bijzonder van de Grevelingen. Naar aanleiding van de opmerking van de spreker werd bij de gedachtenwisseling over het onderwerp de vraag gesteld, of Rijkswaterstaat on tevreden is over de Franse firma, die zoals bekend, de kabelbaan heeft aan gelegd. Ir. Kuiper antwoordde dat dit bepaald niet het geval is. In het alge meen is men tevreden. Met behulp van hetzelfde type klem waren al heel wat kabels en kabelbanen gespannen. De bijzondere samenstelling en dikte van de Grevelingenkabel vergden, achteraf gezien, het gebruik van een zwaardere klem of van een andere methode van spannen. In ieder systeem kan sprake zijn van een zekere nonchalance, waar door onvoorziene situaties kunnen op treden, aldus ir. Kuiper. „Trouw" H'oofdstuk 81 „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomende". Toen Jan van Velen nog op de Bosse schole ging in Middelharnis werd hij dagelijks met deze tekst geconfronteerd. Dat zat zo; zijn weg voerde viermaal per dag langs de boekwinkel van Vermeulen, de han delaar in bijbelse kerkboeken en oude schrijvers op de Zampad (Zandpad). Daar waren wel meerdere winkels welks lokkende etalages een onweerstaanba re invloed op hem uitoefenden, o.a. de winkel van Buysse achter welke ramen de chocoladerepen en de nogatblokken waren uitgestald a vijf cent per stuk. Als hij later „man in bonus" werd en zelf geld verdiende, beloofde hij zich zelf, met zijn moeder samen daar heer lijk van te smullen. Maar die boekwinkel met die tekst van zilveren letters op zwartfluwele achtergrond, daar werd hij zo mogelijk nog meer door getroffen. „Wij hebben hier geen blijvende stad", zijn theolo gische kennis was nog niet van dien aard om de volle betekenis van deze woorden te kunnen begrijpen. Heel vaag besefte hij wel, dat er in deze woorden iets lag om over na te denken; hier kan men niet blijven, er moet gezocht wor den naar iets anders. Voorlopig vormde zich nog een toekomstbeeld in zijn ge heugen dat later werkelijkheid werd. Men placht in Middelharnis dicht bij de Bijbel te leven en nam de schriftwoor den soms letterlijk op. Later, eenmaal in Rotterdam aange komen dacht Jan nog meermalen aan de zilveren letters op fluwele achtergrond ook toen hij de geestelijke betekenis er van enigermate leerde kennen. Alzo bleef het nog een zoeken en bij dat zoe ken aanpassen aan de groep waar ar beid het belangrijkste samenbindende element vormde. De verhoudingen, aan getroffen in het fabrieksmilieu en de dorre, geesteloze mentaliteit onder de arbeiders, al stevig bedorven o.a. door de leer van het historisch materialisme van Karl Marx, had hem wel even doen schrikken. Zijn „geestverwanten" vorm den immers de minderheid en nevens de materiele tekorten moesten zij ook nog optornen tegen de ongeloofsgeest van de vrijwel nog kleurloze massa. Om niet te veel in het beschouwende te vervallen zullen wij trachten in en kele personen een milieutekening te ge ven, vanzelfsprekend komen dan de uitschieters naar voren en mag men niet generaliseren. Het is een objectie ve, vrije weergave van personen en fei ten, die gebeurd zijn. „Je moet persé eerst in je vinger zagen om in de onge vallenwet te komen", zei Louwtje, een ^?y??^?W'W;.^:^?'r^?y>^ff^^?j;:'r:?::jWK'?/y'v":V?^y":''-^-'^ wa:^w^^^Maw^Kv^tK^^m!'^-^-^!'^^^^;^!ii>' Frankrijk werd verleden week getroffen door een algemene staking van de overheidsbedrijven. Er is dus ook geen vervoer, zodat vele Parij se burgers zich met militaire wagens naar hun werk moesten begeven. „schoffie" van een jaar of vijftien, hij had kleine spleetoogjes en peenhaar. Zijn gelapte broek had hij met een touw om zijn middel vastgebonden, en toch hing de ene broekspijp nog minstens een decimeter hoger dan de andere. Brood kreeg de arme jongen, die van huis uit gruwelijk verwaarloosd werd, niet mee. Evenwel kwam hij geen eten te kort want hij „bietste" (bedelde) zijn kost je wel bij elkaar, van deze en gene een boterham, zodat hij een keer om negen uur al 12 dikke rotterdamse boterham men naar binnen had gewerkt. Louwtje plaagde de mannen soms naar hartelust en men liet hem maar, want men vond hem getapt, en men lachte om zijn streken. Warmeer hij enigszins de kans kreeg stal hij hun pruimtabak of rokerij, maar de mannen kregen de kans niet om hem te snappen. Soms was er onverantwoordelijk weinig toezicht op draaiende machines, zodat onbevoeg de jongeren in de verleiding kwamen deze gevaarlijke apparaten te bedienen. Op een keer, dat de zager even weg was om met de afdelingschef het werk te be spreken nam Louwtje zijn kans waar. Roekeloos zaagde hij een klein topje van de groezelige middelvinger van de lin kerhand. Niemand van het personeel had dat experiment kunnen verhinde ren, alle vingers van de hand hadden verbrijzeld kunnen worden. Men strafte de jongen met ontslag op staande voet. Toen is Louwtje gaan zwerven, als slachtoffer van zijn milieu, het was ove rigens een jongen, die men als zodanig moet beschouwen. Hij had zijn opvoe ding louter op straat genoten, met alle tegenwerkende krachten daaraan ver bonden. Zijn thuis was een eenkamer woning, met een ingebouwd keukentje niet veel groter dan een flinke kast, en een alcoofje. In zulk een behuizing moest vader en rrtoeder, plus een aantal kinderen een onderdak vin den. Moeder was al blij wanneer haar kroost de straat op ging zoeken, dan waren zij van de vloer, en in die grauwe straten van de stad was geen ruimte om te spelen en veel gelegenheid voor kat- tekwaad of erger. Na zijn ontslag kwam hij als schip- persknecht op een rijnlichter terecht, toen als ketelbink op een zeeboot. Op een keer, hij zal toen ongeveer zeven tien jaar geweest zijn, kreeg hij een flink' bedrag in handen van zijn afmon stering, dat hij niet bij zijn moeder thuis bracht. Hij ging goede sier maken met dat geld, enkele kameraden hielpen goed mee om het op te maken. Eindelijk raakten ze met elkander aan het vech ten in de Van der Takstraat, en ze ta kelden elkander danig toe, want deze jongens hadden in navolging van de ouderen tamelijk veel gedronken. Ze vonden zichzelf branieachtig om de ca fe's binnen te stappen en bier te drin ken en borrels als het er op aankwam. Ook bij de jeugd liet de verderfelijke in vloed van de drank zich toen danig gel den, van het zuurverdiende geld kwam er veel in de lade van de kastelein te recht en de moraliteit ging er niet op vooruit. Louwtje was geen zeeman van professie, daarom probeerde hij het maar weer aan de wal. Zijn moeder, een hardslovende vrouw, was meermalen ten einde raad, allerlei instanties o.a. Pro Juventute en de Kinderbescherming kwamen er aan te pas. Gelukkig dat dergelijke instellingen zich vooral in de grote steden zich meer intensief dan vroeger met moeilijk opvoedbare jeugd bemoeien. Met vallen en opstaan is er toch nog wat van Louwtje terechtgekomen, dan was hij fietsjongen en dan weer pakhuis knecht voor korte tijd. Onder toezicht van bovengenoemde verenigingen is Louwtje door zijn moeilijke jaren heen- geholpen en een trouw lid van de maat schappij geworden. Als controleur in de haven, waarvoor hij een speciale oplei ding volgde, zou hij er niet meer aan denken rare dingen te doen waarvoor hij op staande voet ontslagen zou kunnen worden. ARJANUS Momenteel worden er veel huizen ge- bouwd en regelmatig komen er huizen gereed waar een lapje grond bij ligt waar een tuintje van gemaakt kan wor den. In de meeste gevallen gaat de nieu we tuinbezitter met enthousiasme aan het spitten. Het is van groot belang dat dit spitten op de juiste wijze gebeurt. Metselkalk, steenafval e.d. moeten bij voorkeur zo diep mogelijk worden weg gewerkt. Is in de ondergrond (op 30 a 40 cm. diepte) een harde bank aanwezig dan is het zeker nuttig om deze te door breken. De ondergrond mag echter niet naar boven worden gewekt. Eventueel te gebruiken stalmest mag niet dieper dan één spit worden onder- gewerkt. Het bovenstaande geldt wan neer de tuingrond niet opgehoogd is met grond die van elders is aangevoerd. Voor nadere informatie over de kalk- toestand en eventueel te geven bekal- king en andere meststoffen is grondon derzoek aan te bevelen. De monsterne mer van het Bedrijfslaböratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Ooster beek zal u op verzoek gaarne na dere inlichtingen verstrekken. [lSi_OL GVBRHAAL door ANNIE SANDERS Hoofdstuk I L«n auto in een' volksbuurt is geen «aaags verschijnsel, tenminste wan- Mn-} van de dokter en loff r vrachtwagen van de brand- Ij' f"'\sndelaar is. 't Is dan ook niet te wonderen dat, als op een morgen om fc], °°r acht zo'n snorrend gevaarte L"^^^^ smalle straat in komt rijden, Ifj, bevolking beneden de veertien- lehr als kwetterende mussen lelt.f^ uitstroomt. Een auto! Geen 1. f t wagen, nou ja, maar toch lotsmi I ^1 20 vroeg in de enis'7 1? eventjes een gebeur- m M kleine hummels, die nog "s ooven te tafel uitkijken, ont- [iet„„ ,°aW gekleed aan de handen iajr^°?°ers en'glippen nieuwsgierig fcêtJ^'^,6 auto van de kolenman maar!" E een van de groten teleurgesteld Maar een ander wijst vinnig terecht: „Niks hoor, die komt niet zo vroeg!" „Maar 't is toch een vrachtwagen!" houdt nummer één voet bij stuk. Jawel, 't is een vrachtwagen en die houdt stil voor één van de woningen voor in de straat. „Hij moet bij Geert Hekmans wezen, jongens" ontdekken er een paar tege lijk en dan is meteen het raadsel opge lost. Geert Hekmans, die zal immers voorgoed weggaan vandaag. Die gaat naar zo'n vreemd land, heel ver weg, met een naam, waar je bij het uitspre ken je tong over breekt. „Nieuw-Gui- nea!" Er zijn ook volwassen buiten geko men. Ze zijn niet zo verrast als de jeugd zij hebben dit verwacht. Geert Hek mans is gisteravond met vrouw en kind naar zijn schoonouders in een ander deel van de stad gegaan om de laatste nacht van hun verblijf in 't vaderland daar door te brengen. Nu wordt alles, wat ze niet verkocht hebben, afgehaald en overgebracht naar Rotterdam, waar ze scheep zullen gaan. De volwassenen in de straat hebben daar alles van afge weten, natuurlijk. Maar toch; aan be langstelling mankeert het niet ook bij hen. Hiltje van Steef de kruier, die elke morgen op j^recies dezelfde tijd haar straatje aanveegt, laat die gewichtige bezigheid dadelijk in de steek en blijft met de bezem in de hand toekijken. Ouwe Maartje Bont, haar bijziende oog jes met de hand beschuttend, verschijnt rillend in de nog frisse meimorgen op haar drempel. Nathan Simons, de lap- penkoopman uit het winkeltje aan de overkant, komt, sloffend met z'n reu matisch been, op het stoepje voor zijn deur staan. En voorts gluurt achter me nig raam een aandachtig vrouwengezicht tussen behoedzaam aan kant geschoven gordijntjes door. Nee, een alledaags verschijnsel is zo'n vrachtauto in een volksbuurt niet. Het inladen gaat niet vlug met al die rumoerige kinderen rondom de wagen. De chauffeur moet er telkens een paar hardhandig opzij zetten, en daarbij wor den heel wat oorvijgen en krasse be dreigingen uitgedeeld. De jeugd is ech ter overmoedig; de brutaalsten dringen geleidelijk toch weer naar voren en dan volgt de rest vanzelf. Maar het gezicht van Geert Hekmans, die zelf meege komen is om te helpen, staat onveran derlijk opgewekt. Hij' is in een puike stemming, lacht goedmoedig om de op winding van de chauffeur en houdt met een kwinkslag de allervrijpostige bel hamels op een afstand. Niemand en niets is in staat om hem uit z'n humeur te brengen. Hij gaat immers een heel nieuw leven tegemoet. O ja, moeilijkhe den zullen er wel wezen in de toekomst. Maar die zijn er om overwonnen te wor den, en hij en zijn vrouw zijn nog jong. Zelfs de gedachte aan de zware ogen blikken, die Carolien te wachten staan bij de onherroepelijke scheiding van haar vader en moeder, doet hem op dit moment weinig. Waar zijn brood is, daar is zijn vaderland, ze kunnen de oudjes nu eermiaal niet meenemen en hij heeft zelf ook veel los moeten laten. Dat is de onpleizierige kant van de emi gratie, waar geen mens iets aan verhel pen kan. De spullen komen ondanks al het ge- haspel met de lastige straatjeugd toch in de auto. Hekmans reikt buurvrouw Hiltje de huissleutel over, neemt van haar en Maartje luidruchtig afscheid en steekt even over naar het lappen- winkeltje, om ook de oude koopman een hand te geven. „Nou man, het beste hoor, en het hoofd maar boven water zien te hou den!" Dan stapt hij bij de chauffeur in, met nog een vrolijke armzwaai als groet aan de kinderen Overal gaan nu de deuren open. Vrou wen posteren zich met de handen in de zij babbelend voor hun huizen en kijken de vrachtwagen na, die de hoek om- rijdt en in de richting van het station verdwijnt. „Daar gaat de zaak nou!" zucht Maartje Bont, en ze wrijft met de punt van een smoezelig schort langs haar ogen. „'t Valt niet mee hoor, als je zoveel jaren onder de rook van mekaars schoorsteen gewoond hebt!" „We hebben d'r beste buren an gehad beaamt Hiltje met overtuiging. „Hij mocht es een beetje opschepperig doen, je moest hem altijd maar met een kor reltje zout nemen, maar zij was een goeie ziel. We zullen d'r missen, da's zeker, en je moet maar afwachten wat je weerom krijgt!" „Zo is 't" valt het oudje haar bij. Én terwijl ze, met de wispelturigheid die aan haar leeftijd eigen is, alweer lacht door haar tranen heen, voegt ze er aan toe: „Jouw man kon d'r anders nog wel bij. boffen vandaag!" „Och, voor een kruier is d'r altijd werk Is 't de ene vracht niet, dan de andere!" antwoordt Hiltje. Dan verdwijnen ze achter hun deuren aan weerskanten van het nu leegstaan de huis. Op straat wordt het langzaam-aan stiller. De grote kinderen moeten naar school. De vrouwen gaan weer aan hun dagtaak en nemen hun jongste spruiten mee naar binnen om ze verder aan te kleden. De rust in de buurt keert even snel terug als ze daarnet verstoord is. Nathan Simons, de „lappenjood" blijft het langst van allen treuzelen in zijn winkeldeur. Tegen de ene post geleund staat hij, nog een hele tijd nadat het gebrom van de vertrekkende auto is weggestorven, zijn grijze hoofd te schudden. „Daar gaat de zaak, jawel!" zegt hij Maartje Bont na. Hij heeft er in deze laatste jaren al meer zien wegtrekken uit de straat, al waren dat niet altijd mensen die emigreerden. Sommigen werden te oud om zichzelf te redden en gingen bij de getrouwde kinderen in. Anderen, die soms al vanaf hun trou wen hun huis met familie of vreemden gedeeld hadden, kregen eindelijk een woning voor zich alleen, en namen die gelegenheid dankbaar te baat. Ze had den gelijk, natuurlijk. Wie zou zo dom zijn om zo'n kans te laten lopen? Voor Nathan Simons echter betekende zo'n verhuizing nooit voordeel, maar altijd scha. Waar af gaat en niet bij komt, dat wordt minder, waar of niet? En bij hem ging er in zo'n geval een goede klant weg, doch er kwam er maar heel zelden een voor terug. Toen hij hier pas kwam wonen, on middellijk nadat het land weer vrij was geworden, ging het nog wel. Toen was zijn zaakje het enige in de naaste omgeving en kwamen alle buurtbewo ners vanzelf naar hem toe. Ja, in die dagen ging het nog best, niettegenstaan de het onvermijdelijke gescharrel met de textielpunten. Maar nadat anderhalf jaar geleden op de hoek van de volgen de straat een grootscheepse manufac- turenzaak geopend werd, is het er voor hem niet beter op geworden. Nu gaan de meeste vrouwen uit de buurt, vooral degenen die weinig tijd hebben, liever daar hun inkopen doen, omdat ze daar heel wat vlugger geholpen worden. lil»

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1964 | | pagina 5