iiAnDEn-raEiws
iemeenteraad Sommelsdijk
histoRische
schetsen
Kalielbaan over
Grevelingen
gebrol(en door
nonchalance
m
Siakingen in Frankrijk
fie is
^ïjn naaste
blad
Dinsdag 24 maart 1964
No. 3274
Nasleep discussie Maatschappelijke
Belangen
Betere verlichting Langeweg
wordt bezien
UIT DE KERKEN
„Geen blijvende stad"
Een goed begin
is 't halve v/erk
■:fii«
Iv ctstelling van de notulen is in de gemeenteraad van Sommelsdijk altijd een
fc gelegenheid, die door burgemeester P. W. Hordijk met een hamerslag kan
L^den afgedaan, maar dinsdagavond kwamen er uit de raad nogal wat op-
fc aanmerkingen over het officiële verslag van de vorige vergadering en dat
llpek alweer een nasleepje te zijn van de behandeling van de begroting in
■He en de opzienbarende besprekingen van deze raad in januari over de
I ken van de instelling voor maatschappelijke belangen. De heer J. J. de Wit
■?AR) wenste de notulen in dier voege gerectificeerd, dat hij het i'n de vorige
lieenkomst niet met zijn partijgenoot wethouder Edewaard eens is geweest,
Laar wel vertrouwen heeft uitgesproken in verdere afwerking van het geschil
For b en w. Ook wethouder Edewaard zelf had aanmerkingen op het geno-
fuleerde en de heer Hoogzand (PvdA) miste er bepaalde opmerkingen en zin-
f yit^ waaruit hij concludeerde, „dat men zich kennelijk schaamt voor het
P aïeslac'ht", welk schamen dan blijkbaar moet slaan op de min of meer op
zienbarende uitspraken en uitlatingen, die zijn gedaan. Burgemeester Hordijk
bam kennis van deze opmerkingen en liet dan maar aauw de hamer klappen,
[eneinde voortborduren op wat gebeurd is de pas af te snijden.
Met het afwerken van dg agenda had
raad daarna niet veel moeite. B. en
i brachten de raadsleden uitvoerig in
Innis van hun standpunt ten opzichte
In verbetering van het wegdek van
I Polderstraat. Het college had niets
Iver gewild dan verbeteren, maar het
lootste deel van het wegoppervlak is
Lendom van de bewoners en die zijn
let bereid gebleken deze eigendom aan
j gemeente over te doen, althans niet
Jlen.
"De heer P. Grinwis (SGP) verklaarde
I er toch voor te zijn, dat de gemeente
jt weg verhardt, waarop de voorzitter
Iteen zette, dat de eigenaren een be-
liorlijke compensatie van de gemeen-
I verlangen als zij hun weggedeelte af-
fean, terwijl b. en w. menen, dat de ge-
lëente zich toch al grote offers zou
loeten getroosten voor verbetering,
laarmede de bewoners in eerste in-
lantie gediend zijn. In gevoerd overleg
|eek geen perspectief te zitten, al is er
in uur lang met betrokkenen over ge-
aat; het college stelde derhalve voor
j van verdere voorzieningen dan het
-Imhrengen van grint af te zien. En
Idaar kon de raad zich tenslotte wel
I mede verenigen.
Adhaesies
Ook deze raad had van het gemeen
tebestuur van Strijen het verzoek ent
ingen om adhaesie te, betuigen aan
lar adres, waarin wordt aangedrongen
I spoedigste verbetering, vernieuwing
vervanging van de Barendrechtse
'ug, die, na het opengaan van de Ha-
ngvhetbrug, immers niet op het dan
erk toenemende verkeer berekend zal
in. B. en w. van Sommelsdijk stelden
lor de adhaesie wel te betuigen, daar
Barendrechtse brug straks van emi-
;nt belang wordt voor het verkeer van
lakkee en Schouwen.
De heer Hoogzand (PvdA) verklaar-
met het voorstel direct in te stem-
en, al vond hij, dat men op Hoeksche
aard wel erg laat is met op de on-
lereikende verkeersschakel te wijzen;
ij vergeleek dit met het initiatief van
lakkee om zelf de brug te bouwen en
aartoe tijdig besloot.
De raad stemde unaniem met de
dhaesiebetuiging in. En dat gebeurde
;k t.a.v. de motie van de raad van
'tingeradeel om de gemeentéclassifica-
ie uit de wereld te helpen, waarbij b.
w. van Sommelsdijk aantekende dat
26 kwestie al eerder en „eilandelijk"
riakkee aan de orde is gesteld.
„'t Is toch gevawrlyk
De bevfoners van het provinciale ge
pelte van de Langeweg verzochten de
^ad zo spoedig mogelijk bij hun wo-
Ingen een goede straatverlichting aan
I brengen. B. en w. deelden mede, dat
fnzelfde verzoek tot de raad van Mid-
lelnamis is gericht en dat de colleges
lande beide gemeenten overleg hebben
■epleegd en van mening zijn geen
■raatverlichting te moeten aanbrengen;
ie uitbreidingsplannen van de twee ge-
peenten gaan de kant van de Lange-
Fg uit en t.z.t. komt dan de straatver-
f ctitmg wel aan de orde. Burgemeester
|0Mi]k wees er de raad op, dat het een
frovinciale weg betreft en dat de pro-
Vncie zich van straatverlichting dis-
mcieert, tenzij het een gevaarlijk
raispunt betreft.
I De heer J. J. de Wit (AR) had kennis
|ö!omen van de motieven van b. en w.
^net verzoek af te wijzen, maar vond
het bij avond een allergevaarlijkste si
tuatie op de Langeweg, zoals hijzelf al
menigmaal heeft ondervonden. „Als er
een ongeluk gebeurt, gaan wij zakelijk
vrij uit, maar daar zijn wij niet mee
klaar!" vond spr. Wachten op het uit
breidingsplan kan nog lang duren en
spr. achtte het een taak voor de pro
vincie.
„'t Is er een noodsituatie; eerdaags
gebeurt er een ongeluk!" stemde de
heer A. Knape (AR) met de vorige
spreker in en dat deed eveneens het
AR-raadslid A. Peekstok.
De voorzitter hield het er bij, dat
hier nog geen taak voor de gemeente
ligt. De aan de Langeweg gevestigde
landbouwschool heeft zelf voor ver
lichting gezorgd.
„Op een voor het verkeer gevaarlij
ke hoek kopen wij soms wel een duur
pand ter verwijdering aan en verbete
ring en verlichting zal niet zoveel
kosten!" wierp de heer De Wit tegen.
„De bewoners accentueren zelf, dat
de verlichting hun privé- en zakenle
ven ten goede zal komen," merkte de
voorzitter op, „over verkeersbelang
wordt niet gesproken."
De heer Knape stelde voor de capa
citeit van de bestaande verlichting te
verdubbelen en de heer Peekstok advi
seerde de verkeerscommissie in te
schakelen. Waarna de voorzitter zei,
dat te willen bezien. Het verzoek werd
zonder stemming afgewezen.
Schenking
De Loterijcommissie van de halfjaar
lijkse vee- en paardenmarkt bood de
gemeente een schenking aan van 265
gld. voor het fonds bevordering markt
wezen. De raad accepteerde deze schen-
.king met uitzondering van de heer
Grinwis (SGP), die verklaarde volgens
principe tegen loterijen te zijn en dus
ook tegen het aanvaarden van schen
kingen daaruit.
24.257 gld. tekmt
Door de raad werd vastgelegd de ge
meenterekening 1962, die een nadelig
slot te zien geeft van 24.257 gld. Het
zelfde geschiedde met de rekening 1962
van de N.V. Emgo. De heer Van Zielst
(SGP) rapporteerde en merkte op, dat
er de laatste jaren veel door "het electr-
bedrijf is geïnvesteerd in gebouwen.
Spr. informeerde of men daar nu mee
klaar is. Als afgevaardigde van de raad
in het Eingo-'bestuur antwoordde wet
houder J. Ie Comte (SGP), dat het
thans met de investeringen niet meer
zo'n vaart zal lopen, maar dat dit niet
opgaat met de gebruiksmiddelen; niet
dat deze gauw versleten geraken, maar
door de voortgang van de techniek zijn
ze wel snel verouderd. Kapitale bedra
gen vergt dit overigens niet.
Onteigening
Een al lang lopende zaak kwam op
nieuw aan de orde en wel terzake de
onteigening van een perceel grond ten
behoeve van het uitbreidingsplan. Door
b. en w. was met de eigenaren. Fa. K.
Rozenheek Co. langdurig overleg ge
pleegd voor overdracht langs minnelij
ke weg, maar het college was daarin
niet geslaagd, waarna advies was inge
wonnen van advocaat mr. A. D. Mijs te
Rotterdam, die aanraadde een onteige
ningsprocedure aan te vangen. Hier
voor vroegen b. en w. goedkeuring van
de raad.
NED. HERV. KERK
Beroepen te IJsselmuiden en 't Harde
C. den Boer te Sliedrecht; Oosterwol de
B. Meijndert te Waarder; Ederveen G.
Jansen te Benschop; Barneveld J. Smit
te Lopik; Lexmond A. Stekelenburg te
Eist; Ter Aa W. v. Herpen te Kinderdijk
Bedankt voor Zalk G. Voortman te
Dussen; Barneveld J. Smit te Lopik;
Giessendam G. Jansen te Benschop.
Ds. P. van Galen te Hilversum her
denkt zijn 25-jarig ambtsjubileum, 2
april 1939 werd hij bevestigd te Den
Bommel. Vervolgens stond hij te Brakel
Papendrecht, Gorinchem en Hilversum.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Ermelo C. Dijkstra te An
dijk; Pieterburen A. Kampherbeek te
Katwijk; Rotterdam-Z. G. Meijster te
Ede; Urk A. Bol te Franiker; Velp G.
Rang te Haarlem-Z.
Aangenomen naar Hoogezand D. Pas-
schier te Zwartebroek.
Bedankt voor Heeg D. Barten te Ap
pelscha; Oldekerk A. Aaftink te Hel-
lendoorn.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Amsterdam-W. C. den
Hertog te 's Gravenhage en J. J. Rebel
te Haarlem-W.; Eede N. de Jong te Kat
wijk en J. Kampman te Rijnsburg; Zie-
rikzee J. Brons te Bunschoten en K. Ve-
lema te Hoogeveen.
Beroepen te Den Haag-C. J. J. Rebel
te Haarlem-N. Ehschede-O. J. J. Rebel
te Haarlem-W.; Dordrecht-Z. H. v. d.
Schaaf te Opperdoes; Drachten J. Kievit
te Noordeloos; Elburg W. Heersma te
Nunspeet.
Bedankt voor Gorinchem W. Heersma
te Nunspeet, Schiedam J. Brons te Bun
schoten.
GEREF. GEMEENTEOSr
Bedankt voor Dordrecht K. de Gier te
's Gravenhage; Benthuizen A. Hofman
te Zeist.
De Particuliere Synode v.h. Oosten
zal 22 april te Barneveld vergaderen
De avond daarvoor hoopt ds. J. v. Haa-
ren te Rijssen daartoe een bidstond te
houden.
Hellevoetsluis: De kerkeraad van
Vlaardingen heeft de classis Rotterdam
verzocht te Hellevoetsluis een zelfstan
dige gemeente "te institueren. In enkele
jaren is dit „station" hard gegroeid,
mede gezien het feit, dat vele Her
vormden van Geref. signatuur zich in
deze omgeving niet thuis voelen in eigen
kerkverband en overgegaan zijn naar
de Geref. Gemeente. Hellevoetsluis en
omgeving maken n.l. een snelle groei
periode door i.v.m. de aldaar gevestig
de industrie.
BRUINISSE
Toch een abri. In een vorige raads
vergadering verklaarden b. en w. van
Bruinisse op een vraag- van de heer Ju-
melet, dat van de bouw van een abri
aan de bushalte Rijksweg, wegens de
hoge kosten moest worden afgezien.
Weth. Bal heeft nu echter in zijn
kwaliteit van beton techniker een een
voudige constructie van een wachtgele-
geriheid ontworpen, zodat de verheu
gende mededeling kon worden gedaan,
dat wachtenden die genoodzaakt zijn,
op bedoelde halte op de bus te wach
ten, binnen afzienbare tijd ibeschut en
droog zullen kunnen staan.
Na enige discussie werd tot deze ont
eigening besloten. De heren De Wit en
Peekstok betreurden het, dat men tot
onteigening moet overgaan en de heer
Grinwis achtte het mogelijk met een
wijziging van het plan toch tot schik
king te komen, maar de voorzitter ver
klaarde niet te willen tornen aan het
rapport van de schadevergoedingscom
missie, noch aan het al vastgestelde uit
breidingsplan, waarop de heer Grinwis
als enige tegen stemde.
Aan oud-wethouder J. H. Dijkers
verleende 'men eervol ontslag als
ambtenaar van de burgerlijke stand,
welke functie betrokkene sinds 1930
heeft vervuld en in welke periode hij
260 huwelijken heeft voltrokken.
Voor 't provinciehuis
Door b. en w. werd tenslotte voorge
steld om 4 et. per inwoner te voteren
voor het aanbieden van een geschenk
een m.ozaïek voor het nieuwe pro
vinciehuis.
„Zulle gedep. staten het goedkeu
ren?" informeerde de heer A. Knape
en de heer Hoogzand, verwijzend naar
het geschil om een beeld in Zaandam,
vroeg of het gesdhenk wel aanvaard zal
worden. De voorzitter kon de heren ge
rust stellen; er is al overleg over ge
pleegd. Waarna de raad zich voor het
geschenk uitsprak.
Het breken van de kabel van de ka
belbaan vorig jaar bij de werkzaam
heden in verband met de afsluiting van
de Grevelingen is een gevolg geweest
van het gebruik van een te lichte trek-
klem.
Dit heeft ir. drs. H. Kuiper, hoofdin
genieur-A. van de Rijkswaterstaat di
rectie bruggen, te Delft meegedeeld. Hij
sprak daar voor het Delfts waterbouw
kundig studentengezelschap „praktische
studie". Dit gezelschap viert zijn veer
tiende lustrum. In het kader daarvan
werd vorige week de tentoonstelling
„Delta-Delft" geopend en had vandaag
een symposium plaats over het afsluiten
van zeegaten, in het bijzonder van de
Grevelingen. Naar aanleiding van de
opmerking van de spreker werd bij de
gedachtenwisseling over het onderwerp
de vraag gesteld, of Rijkswaterstaat on
tevreden is over de Franse firma, die
zoals bekend, de kabelbaan heeft aan
gelegd. Ir. Kuiper antwoordde dat dit
bepaald niet het geval is. In het alge
meen is men tevreden. Met behulp van
hetzelfde type klem waren al heel wat
kabels en kabelbanen gespannen. De
bijzondere samenstelling en dikte van
de Grevelingenkabel vergden, achteraf
gezien, het gebruik van een zwaardere
klem of van een andere methode van
spannen. In ieder systeem kan sprake
zijn van een zekere nonchalance, waar
door onvoorziene situaties kunnen op
treden, aldus ir. Kuiper. „Trouw"
H'oofdstuk 81
„Wij hebben hier geen blijvende stad,
maar zoeken de toekomende". Toen Jan
van Velen nog op de Bosse schole ging
in Middelharnis werd hij dagelijks met
deze tekst geconfronteerd. Dat zat zo;
zijn weg voerde viermaal per dag langs
de boekwinkel van Vermeulen, de han
delaar in bijbelse kerkboeken en oude
schrijvers op de Zampad (Zandpad).
Daar waren wel meerdere winkels welks
lokkende etalages een onweerstaanba
re invloed op hem uitoefenden, o.a. de
winkel van Buysse achter welke ramen
de chocoladerepen en de nogatblokken
waren uitgestald a vijf cent per stuk.
Als hij later „man in bonus" werd en
zelf geld verdiende, beloofde hij zich
zelf, met zijn moeder samen daar heer
lijk van te smullen.
Maar die boekwinkel met die tekst
van zilveren letters op zwartfluwele
achtergrond, daar werd hij zo mogelijk
nog meer door getroffen. „Wij hebben
hier geen blijvende stad", zijn theolo
gische kennis was nog niet van dien
aard om de volle betekenis van deze
woorden te kunnen begrijpen. Heel vaag
besefte hij wel, dat er in deze woorden
iets lag om over na te denken; hier kan
men niet blijven, er moet gezocht wor
den naar iets anders. Voorlopig vormde
zich nog een toekomstbeeld in zijn ge
heugen dat later werkelijkheid werd.
Men placht in Middelharnis dicht bij de
Bijbel te leven en nam de schriftwoor
den soms letterlijk op.
Later, eenmaal in Rotterdam aange
komen dacht Jan nog meermalen aan de
zilveren letters op fluwele achtergrond
ook toen hij de geestelijke betekenis er
van enigermate leerde kennen. Alzo
bleef het nog een zoeken en bij dat zoe
ken aanpassen aan de groep waar ar
beid het belangrijkste samenbindende
element vormde. De verhoudingen, aan
getroffen in het fabrieksmilieu en de
dorre, geesteloze mentaliteit onder de
arbeiders, al stevig bedorven o.a. door
de leer van het historisch materialisme
van Karl Marx, had hem wel even doen
schrikken. Zijn „geestverwanten" vorm
den immers de minderheid en nevens
de materiele tekorten moesten zij ook
nog optornen tegen de ongeloofsgeest
van de vrijwel nog kleurloze massa.
Om niet te veel in het beschouwende
te vervallen zullen wij trachten in en
kele personen een milieutekening te ge
ven, vanzelfsprekend komen dan de
uitschieters naar voren en mag men
niet generaliseren. Het is een objectie
ve, vrije weergave van personen en fei
ten, die gebeurd zijn. „Je moet persé
eerst in je vinger zagen om in de onge
vallenwet te komen", zei Louwtje, een
^?y??^?W'W;.^:^?'r^?y>^ff^^?j;:'r:?::jWK'?/y'v":V?^y":''-^-'^
wa:^w^^^Maw^Kv^tK^^m!'^-^-^!'^^^^;^!ii>'
Frankrijk werd verleden week getroffen door een algemene staking van de
overheidsbedrijven. Er is dus ook geen vervoer, zodat vele Parij se burgers zich
met militaire wagens naar hun werk moesten begeven.
„schoffie" van een jaar of vijftien, hij
had kleine spleetoogjes en peenhaar.
Zijn gelapte broek had hij met een touw
om zijn middel vastgebonden, en toch
hing de ene broekspijp nog minstens een
decimeter hoger dan de andere. Brood
kreeg de arme jongen, die van huis uit
gruwelijk verwaarloosd werd, niet mee.
Evenwel kwam hij geen eten te kort
want hij „bietste" (bedelde) zijn kost
je wel bij elkaar, van deze en gene een
boterham, zodat hij een keer om negen
uur al 12 dikke rotterdamse boterham
men naar binnen had gewerkt.
Louwtje plaagde de mannen soms naar
hartelust en men liet hem maar, want
men vond hem getapt, en men lachte
om zijn streken. Warmeer hij enigszins
de kans kreeg stal hij hun pruimtabak
of rokerij, maar de mannen kregen de
kans niet om hem te snappen. Soms was
er onverantwoordelijk weinig toezicht
op draaiende machines, zodat onbevoeg
de jongeren in de verleiding kwamen
deze gevaarlijke apparaten te bedienen.
Op een keer, dat de zager even weg was
om met de afdelingschef het werk te be
spreken nam Louwtje zijn kans waar.
Roekeloos zaagde hij een klein topje van
de groezelige middelvinger van de lin
kerhand. Niemand van het personeel
had dat experiment kunnen verhinde
ren, alle vingers van de hand hadden
verbrijzeld kunnen worden. Men strafte
de jongen met ontslag op staande voet.
Toen is Louwtje gaan zwerven, als
slachtoffer van zijn milieu, het was ove
rigens een jongen, die men als zodanig
moet beschouwen. Hij had zijn opvoe
ding louter op straat genoten, met alle
tegenwerkende krachten daaraan ver
bonden. Zijn thuis was een eenkamer
woning, met een ingebouwd keukentje
niet veel groter dan een flinke
kast, en een alcoofje. In zulk een
behuizing moest vader en rrtoeder, plus
een aantal kinderen een onderdak vin
den. Moeder was al blij wanneer haar
kroost de straat op ging zoeken, dan
waren zij van de vloer, en in die grauwe
straten van de stad was geen ruimte om
te spelen en veel gelegenheid voor kat-
tekwaad of erger.
Na zijn ontslag kwam hij als schip-
persknecht op een rijnlichter terecht,
toen als ketelbink op een zeeboot. Op
een keer, hij zal toen ongeveer zeven
tien jaar geweest zijn, kreeg hij een
flink' bedrag in handen van zijn afmon
stering, dat hij niet bij zijn moeder thuis
bracht. Hij ging goede sier maken met
dat geld, enkele kameraden hielpen
goed mee om het op te maken. Eindelijk
raakten ze met elkander aan het vech
ten in de Van der Takstraat, en ze ta
kelden elkander danig toe, want deze
jongens hadden in navolging van de
ouderen tamelijk veel gedronken. Ze
vonden zichzelf branieachtig om de ca
fe's binnen te stappen en bier te drin
ken en borrels als het er op aankwam.
Ook bij de jeugd liet de verderfelijke in
vloed van de drank zich toen danig gel
den, van het zuurverdiende geld kwam
er veel in de lade van de kastelein te
recht en de moraliteit ging er niet op
vooruit. Louwtje was geen zeeman van
professie, daarom probeerde hij het
maar weer aan de wal. Zijn moeder, een
hardslovende vrouw, was meermalen
ten einde raad, allerlei instanties o.a.
Pro Juventute en de Kinderbescherming
kwamen er aan te pas. Gelukkig dat
dergelijke instellingen zich vooral in de
grote steden zich meer intensief dan
vroeger met moeilijk opvoedbare jeugd
bemoeien.
Met vallen en opstaan is er toch nog
wat van Louwtje terechtgekomen, dan
was hij fietsjongen en dan weer pakhuis
knecht voor korte tijd. Onder toezicht
van bovengenoemde verenigingen is
Louwtje door zijn moeilijke jaren heen-
geholpen en een trouw lid van de maat
schappij geworden. Als controleur in de
haven, waarvoor hij een speciale oplei
ding volgde, zou hij er niet meer aan
denken rare dingen te doen waarvoor hij
op staande voet ontslagen zou kunnen
worden.
ARJANUS
Momenteel worden er veel huizen ge-
bouwd en regelmatig komen er huizen
gereed waar een lapje grond bij ligt
waar een tuintje van gemaakt kan wor
den. In de meeste gevallen gaat de nieu
we tuinbezitter met enthousiasme aan
het spitten. Het is van groot belang dat
dit spitten op de juiste wijze gebeurt.
Metselkalk, steenafval e.d. moeten bij
voorkeur zo diep mogelijk worden weg
gewerkt. Is in de ondergrond (op 30 a 40
cm. diepte) een harde bank aanwezig
dan is het zeker nuttig om deze te door
breken. De ondergrond mag echter niet
naar boven worden gewekt.
Eventueel te gebruiken stalmest mag
niet dieper dan één spit worden onder-
gewerkt. Het bovenstaande geldt wan
neer de tuingrond niet opgehoogd is
met grond die van elders is aangevoerd.
Voor nadere informatie over de kalk-
toestand en eventueel te geven bekal-
king en andere meststoffen is grondon
derzoek aan te bevelen. De monsterne
mer van het Bedrijfslaböratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek te Ooster
beek zal u op verzoek gaarne na
dere inlichtingen verstrekken.
[lSi_OL GVBRHAAL
door ANNIE SANDERS
Hoofdstuk I
L«n auto in een' volksbuurt is geen
«aaags verschijnsel, tenminste wan-
Mn-} van de dokter en
loff r vrachtwagen van de brand-
Ij' f"'\sndelaar is. 't Is dan ook niet te
wonderen dat, als op een morgen om
fc], °°r acht zo'n snorrend gevaarte
L"^^^^ smalle straat in komt rijden,
Ifj, bevolking beneden de veertien-
lehr als kwetterende mussen
lelt.f^ uitstroomt. Een auto! Geen
1. f t wagen, nou ja, maar toch
lotsmi I ^1 20 vroeg in de
enis'7 1? eventjes een gebeur-
m M kleine hummels, die nog
"s ooven te tafel uitkijken, ont-
[iet„„ ,°aW gekleed aan de handen
iajr^°?°ers en'glippen nieuwsgierig
fcêtJ^'^,6 auto van de kolenman maar!"
E een van de groten teleurgesteld
Maar een ander wijst vinnig terecht:
„Niks hoor, die komt niet zo vroeg!"
„Maar 't is toch een vrachtwagen!"
houdt nummer één voet bij stuk.
Jawel, 't is een vrachtwagen en die
houdt stil voor één van de woningen
voor in de straat.
„Hij moet bij Geert Hekmans wezen,
jongens" ontdekken er een paar tege
lijk en dan is meteen het raadsel opge
lost. Geert Hekmans, die zal immers
voorgoed weggaan vandaag. Die gaat
naar zo'n vreemd land, heel ver weg,
met een naam, waar je bij het uitspre
ken je tong over breekt. „Nieuw-Gui-
nea!"
Er zijn ook volwassen buiten geko
men. Ze zijn niet zo verrast als de jeugd
zij hebben dit verwacht. Geert Hek
mans is gisteravond met vrouw en kind
naar zijn schoonouders in een ander
deel van de stad gegaan om de laatste
nacht van hun verblijf in 't vaderland
daar door te brengen. Nu wordt alles,
wat ze niet verkocht hebben, afgehaald
en overgebracht naar Rotterdam, waar
ze scheep zullen gaan. De volwassenen
in de straat hebben daar alles van afge
weten, natuurlijk. Maar toch; aan be
langstelling mankeert het niet ook bij
hen. Hiltje van Steef de kruier, die elke
morgen op j^recies dezelfde tijd haar
straatje aanveegt, laat die gewichtige
bezigheid dadelijk in de steek en blijft
met de bezem in de hand toekijken.
Ouwe Maartje Bont, haar bijziende oog
jes met de hand beschuttend, verschijnt
rillend in de nog frisse meimorgen op
haar drempel. Nathan Simons, de lap-
penkoopman uit het winkeltje aan de
overkant, komt, sloffend met z'n reu
matisch been, op het stoepje voor zijn
deur staan. En voorts gluurt achter me
nig raam een aandachtig vrouwengezicht
tussen behoedzaam aan kant geschoven
gordijntjes door. Nee, een alledaags
verschijnsel is zo'n vrachtauto in een
volksbuurt niet.
Het inladen gaat niet vlug met al die
rumoerige kinderen rondom de wagen.
De chauffeur moet er telkens een paar
hardhandig opzij zetten, en daarbij wor
den heel wat oorvijgen en krasse be
dreigingen uitgedeeld. De jeugd is ech
ter overmoedig; de brutaalsten dringen
geleidelijk toch weer naar voren en dan
volgt de rest vanzelf. Maar het gezicht
van Geert Hekmans, die zelf meege
komen is om te helpen, staat onveran
derlijk opgewekt. Hij' is in een puike
stemming, lacht goedmoedig om de op
winding van de chauffeur en houdt met
een kwinkslag de allervrijpostige bel
hamels op een afstand. Niemand en
niets is in staat om hem uit z'n humeur
te brengen. Hij gaat immers een heel
nieuw leven tegemoet. O ja, moeilijkhe
den zullen er wel wezen in de toekomst.
Maar die zijn er om overwonnen te wor
den, en hij en zijn vrouw zijn nog jong.
Zelfs de gedachte aan de zware ogen
blikken, die Carolien te wachten staan
bij de onherroepelijke scheiding van
haar vader en moeder, doet hem op dit
moment weinig. Waar zijn brood is,
daar is zijn vaderland, ze kunnen de
oudjes nu eermiaal niet meenemen en
hij heeft zelf ook veel los moeten laten.
Dat is de onpleizierige kant van de emi
gratie, waar geen mens iets aan verhel
pen kan.
De spullen komen ondanks al het ge-
haspel met de lastige straatjeugd toch
in de auto. Hekmans reikt buurvrouw
Hiltje de huissleutel over, neemt van
haar en Maartje luidruchtig afscheid
en steekt even over naar het lappen-
winkeltje, om ook de oude koopman een
hand te geven.
„Nou man, het beste hoor, en het
hoofd maar boven water zien te hou
den!"
Dan stapt hij bij de chauffeur in, met
nog een vrolijke armzwaai als groet aan
de kinderen
Overal gaan nu de deuren open. Vrou
wen posteren zich met de handen in de
zij babbelend voor hun huizen en kijken
de vrachtwagen na, die de hoek om-
rijdt en in de richting van het station
verdwijnt.
„Daar gaat de zaak nou!" zucht Maartje
Bont, en ze wrijft met de punt van een
smoezelig schort langs haar ogen. „'t
Valt niet mee hoor, als je zoveel jaren
onder de rook van mekaars schoorsteen
gewoond hebt!"
„We hebben d'r beste buren an gehad
beaamt Hiltje met overtuiging. „Hij
mocht es een beetje opschepperig doen,
je moest hem altijd maar met een kor
reltje zout nemen, maar zij was een
goeie ziel. We zullen d'r missen, da's
zeker, en je moet maar afwachten wat
je weerom krijgt!"
„Zo is 't" valt het oudje haar bij.
Én terwijl ze, met de wispelturigheid
die aan haar leeftijd eigen is, alweer
lacht door haar tranen heen, voegt ze er
aan toe:
„Jouw man kon d'r anders nog wel bij.
boffen vandaag!"
„Och, voor een kruier is d'r altijd werk
Is 't de ene vracht niet, dan de andere!"
antwoordt Hiltje.
Dan verdwijnen ze achter hun deuren
aan weerskanten van het nu leegstaan
de huis.
Op straat wordt het langzaam-aan
stiller. De grote kinderen moeten naar
school. De vrouwen gaan weer aan hun
dagtaak en nemen hun jongste spruiten
mee naar binnen om ze verder aan te
kleden. De rust in de buurt keert even
snel terug als ze daarnet verstoord is.
Nathan Simons, de „lappenjood" blijft
het langst van allen treuzelen in zijn
winkeldeur. Tegen de ene post geleund
staat hij, nog een hele tijd nadat het
gebrom van de vertrekkende auto is
weggestorven, zijn grijze hoofd te
schudden.
„Daar gaat de zaak, jawel!" zegt hij
Maartje Bont na. Hij heeft er in deze
laatste jaren al meer zien wegtrekken
uit de straat, al waren dat niet altijd
mensen die emigreerden. Sommigen
werden te oud om zichzelf te redden en
gingen bij de getrouwde kinderen in.
Anderen, die soms al vanaf hun trou
wen hun huis met familie of vreemden
gedeeld hadden, kregen eindelijk een
woning voor zich alleen, en namen die
gelegenheid dankbaar te baat. Ze had
den gelijk, natuurlijk. Wie zou zo dom
zijn om zo'n kans te laten lopen? Voor
Nathan Simons echter betekende zo'n
verhuizing nooit voordeel, maar altijd
scha. Waar af gaat en niet bij komt,
dat wordt minder, waar of niet? En bij
hem ging er in zo'n geval een goede
klant weg, doch er kwam er maar heel
zelden een voor terug.
Toen hij hier pas kwam wonen, on
middellijk nadat het land weer vrij
was geworden, ging het nog wel. Toen
was zijn zaakje het enige in de naaste
omgeving en kwamen alle buurtbewo
ners vanzelf naar hem toe. Ja, in die
dagen ging het nog best, niettegenstaan
de het onvermijdelijke gescharrel met
de textielpunten. Maar nadat anderhalf
jaar geleden op de hoek van de volgen
de straat een grootscheepse manufac-
turenzaak geopend werd, is het er voor
hem niet beter op geworden. Nu gaan
de meeste vrouwen uit de buurt, vooral
degenen die weinig tijd hebben, liever
daar hun inkopen doen, omdat ze daar
heel wat vlugger geholpen worden.
lil»