IIMlDErt-rflEUI^S
arrink delvenzelnering
Ir. Kuipéri sprak over de afsluiting van de
Zuiderdiepboezem en aanpassingswerken
Ruilverkaveling op de urgentielijst
Waterlozing diverse polders dient
te worden aangepast
wee wegen -
één doel
^eeuwóe wandelingen
Bemesting van de tuin
blad
Dinsdag 3 maart 1964
No. 3267
Veiligheidsinspectie
nu landelijk
VERENIGING „NIEUW LAND" TE STELLENDAM
„De aanpassingswerken"
Ruilverkaveling
vorige keer hebben, we stilgestaan
het gebruik van darrink (derrie of
r) als brandstof, de moernering.
rik ben over deze veenbrokken nog
f uitgepraat. Wist u dat deze soort
nog niet eens van de beste soort,
'gebruikt werd bij de bereiding van
t? Volgens de receptenstijl van een
'joek ZO" ^st aldus luiden: Men
e een hoeveelheid darrinkblokken,
oele die op elkaar, verbrandde ze tot
jjete daarop een portie water, laat
water verdampen en u hebt zout!
voudig nietvi^aar? En toch is dit de
thodp, waardoor men eeuwen lang
onmisbare zout verkreeg. Een ma-
die zelfs al bij de oude Romeinen
end was, de schrijver Tacitus
eekt er reeds over. Dit gebruik van
fink heet zelnering (zout) ds in 't
ns; sel). We zullen het wat nauw-
riger gaan bekijken. j
In de zouikeet
I
heb hier voor me de reproductie
een schilderij, die in het gasthuis
Zierikzee moet hangen (misschien
ze ook wel bij dit artikel worden
enomen).
p een schor ziet men enkele man- i
bezig met het graven van darrink. I
t schuiten worden de blokken naar j
wal gebracht, waar vrouwen bezig
ze op te stapelen om te drogen. j
et verder op de schilderij brandt een i
ot vuur, waar de drooggeworden
rie verbrand wordt. Mannen zijn
ar aan het werk om de as hierin zak
te doen, die met bootjes naar de
tketen, op de achtergrond zichtbaar
oerd worden.
n de zoutketen heeft de verdere be-
rking plaats. In grote pannen wordt
as vermengd met zeewater, onder
e resevoirs wordt een vuur gestookt,
t na de verdamping Van het water
resultaat: zout. „Een schoon en blin-
d zout", zoals oude kroniekschrij-
s het uitdrukken. Naar dit soort zout
zout is dit bedrijfzelnering genoemd.
zult u ook de naam pannemannen
pannevrouwen wel begrijpen: het
ren de mensen die in de zoutketen
de pannen en het vuur hun werk
dden,
Iedereen gebruikt in de huishouding
ut Het geeft smaak aan het eten en
een middel tegen bederf. Op verschil
lende plaatsen in de Bijbel wordt over
'-ze betekenissen van het zout gespro-
-n. Het dient ook als afweermiddel te-
n tovenarij, dat gold natuurlijk van
tijd toen de mensen nog erg bijge-
ig waren en dat zijn ze nu natuurlijk
et meer
„Leg stiüekens een handvol zouts op
e rug ener bukkende heks en ze kan
jiet meer van de plaats" lees ik in de
""etoverde wereld" van ds. Bekker. Als
en een sleutel met wat zout er op
or het deurtje van het kippenhok legt
-nen heksen er geen eieren wegha-
n, beweerde men vroeger, toen het
ksengeloof nog algemeen verbreid
En geldt het morsen van zout of
"t omgooien van een zoutvat tijdens
't eten niet als een slecht voorteken,
an is er twist en ruzie op komst (ve-
n geloven daar tegenwoordig nog
Vooral door de haringvangst had men
eel zout nodig. Sinds de uitvinding
an het haringkaken door de Zeeuw
illem Beukelszoon uit Biervliet nam
vangst toe en daardoor ook de be-
efte aan zout. Verscheidene Zeeuwse
laatseii hadden hun zoutketen: Arne-
uiden, Vlissingen, Reimerswaal en
ooral Zierikzee. In Zeeland waren er
1526 totaal 77.
Branden
Deze zoutketen stonden meestal bui-
n de stad, ze waren van hout en ge-
ekt met riet of stro en leverden dus
eel gevaar voor brand op. Wel moes-
n in iedere zoutkeet brandemmers,
aders en haken aanwezig zijn, maar
at kon niet verhinderen, dat we in de
Kchiedenis herhaaldelijk lezen van
ote branden, die in de zoutketen be-
onnen en soms oversloegen naar de
a. Zoals de loodgieters zonder op-
t de grote „brandstichters" zijn van
rens en kerken zijn de pannelieden
et van de zoutketen. Zo las ik dat in
m m de stad Reimerswaal (nu ver
wenen) 32 zoutketen verbrandden,
aarna sloegen de vlammen over naar
de stad, toen ook nog grotendeels van
hout gebouwd, die voor een groot deel
verwoest werd. Ook de zoutstad Zierik
zee heeft vreselijke branden gehad,
waarvan er heel wat begonnen in de
zoutketen.
De onbruikbare as werd meestal bui
ten de stad als afval op een hoop ge
worpen. Zoals men dat tegenwoordig
kan zien met de grote hopen afval (ste
nen), die bij de kolenmijnen liggen. Zo'n
hoop zel-as (of zelk-as) werd kortweg
Zelke genoemd. De oude straatjes Korte
en Lange Zelke in Vlissingen (nu ge
saneerd) en de Zelkepolder bij Zierik
zee herinneren nog aan dit oude be
drijf.
Achteruitgang
Toen het graven van darrink beperkt
of helemaal stopgezet werd, was ook de
grote bloeitijd van de zelnering voorbij.
In 1644 had Zeerikzee nog 22 zoutketen
met 40 pannen, een eeuw later slechts
5 keten met 9 parmen. Maar de behoefte
aan zout werd niet minder. Het bedrijf
in de zoutketen werd voortgezet, maar
nu met ruw zout dat uit Frankrijk en
Spanje gehaald en hier gezuiverd werd.
Dit bleek bovendien nog goedkoper te
zijn dan de oude bereiding uit darrink
en zout werd een handelsartikel. Men
voerde n.l, veel meer grof zout in dan
men voor eigen gebruik nodig had. Men
zuiverde het hier, waardoor dus heel
wat zoutzieders hun brood verdienen.
Het surplus werd uitgevoerd naar an
dere landen met veel visserij, vooral
naar de Oostzeelanden.
Van turf tot zout een vKeemde
sprong. Maar na lezing van dit artikel
zult u het wel geen al te „gekke bok-
kesprong" vinden.
Middelburg
L. van Wallenburg
P.S. In het artikel van 17 jan. „Wan
neer is Sommelsdijk gesticht" roert de
schrijver dit darrinkdelven ook aan.
De zoutkeeten te Arnemuiden
Voor de tuinbezitter is het vaak een
grote moeilijkheid om vast te stellen
hoeveel mest en welke soorten mest in
de tuin moeten worden gestrooid om een
zo goed mogelijke groei van de gewas
sen te verkrijgen. Veelal wordt de ter
goeder trouw gegeven raad van buren
of vrienden opgevolgd, die zich ook geen
deskundige kunnen noemen, en het re
sultaat is vaak erg wisselend, zo niet te
leurstellend.
Het is enorm moeilijk om een juiste
bemesting te geven zonder dat de be
mestingstoestand van de grond bekend
is. De resultaten van het onderzoek bij
het Bedrijfslaboratorium voor Grond
en Gewasonderzoek te Oosterbeek wij
zen dit wel uit. Van bepaalde meststof
fen wordt dikwijls véél te veel gegeven,
terwijl andere ten onrechte worden
vergeten.
Wil men plezier hebben van de tuin
dan is het noodzakelijk om de juiste be
mesting te geven en dit kan alleen als
de bemestingstoestand door middel
van onderzoek bekend is.
Reeds sinds enkele jaren organiseert
het Verbond voor Veilig Verkeer in sa
menwerking met de Bond van Automo
biel-, Garage- en Aanverwante Bedrij
ven (BOVAG) en de politiële instanties
vrijwillige periodieke veiligheidsinspec
ties voor personenauto's en lichte be
stelwagens tot 1^/4 ton. Konden deze vei
ligheidsinspecties tot voor kort nog
slechts in bepaalde delen van het land
worden uitgevoerd, het Verbond voor
Veilig Verkeer is thans zo ver gevor
derd met de uitbreiding van het net van
inspectiestations dat de automobilist
praktisch overal in het land zijn wagen
kan laten onderzoeken op die punten
en plaatsen^ die voor de veiligheid van
het verkeer van belang zijn. Over het
gehele land verspreid zijn namelijk 1097
garagebedrijven inmiddels gemachtigd
om de veiligheidsinspecties uit te voe
ren.
Bij een veiligheidsinspectie, die elk
halfjaar, zo mogelijk gelijktijdig met de
regelmatige grote onderhoudsbeurt
in de. meeste gevallen na elke tiendui
zend kilometer dient te worden uit
gevoerd, wordt de wagen op niet min
der dan 45 punten nauwkeurig onder
zocht. Blijkt de wagen weer geheel „vei
lig" te zijn, wordt rechts onder op de
MELISSANT
Zestig jaar Groene Kruis; Dr. G. Huis
man 50 jaar voorzitter; dhr. M. v. d.
Bosch 25 jaar penningmeester.
Tijdens de donderdag 12 maart a.s. te
houden ledenvergadering van de afde
ling van het „Groene Kruis" in het ver.
gebouw, 's avonds half acht zal het 60-
jarig bestaan van de afdeling worden
herdacht. Dr. G. Huisman zal dan 50
jaar voorzitter zijn en de heer M. v. d.
Bosch zal ^zijn zilveren jubileum als
penningmeester vieren.
EODEMMOEHEID
EN AALTJESONDERZOEK
Het onderzoek naar nematoden of
aaltjes heeft zich een grote belangstel
ling verworven in de gehele wereld.
Onderzoekers zijn namelijk tot de con
clusie gekomen dat deze microscopisch
kleine wormpjes 1 mm lang) enorme
schade kunnen toebrengen aan gewas
sen; de schade kan zelfs zo groot zijn
dat misoogsten het gevolg zijn. Men
spreekt dan van bodemmoeheid. Aalt
jesaantastingen treden meestal pleks-
gewijze op en breiden zich als geen
tegenmaatregelen worden genomen
geleidelijk over het gehele veld uit. In
een normale bouwgrond komen onge
veer 20.000 aaltjes per liter grond voor.
er zijn echter ook gevallen bekend,
waarin meer dan 600.000 aaltjes worden
gevonden. Op deze grond wilden dan
ook praktisch geen gewassen meer
groeien. Door onderzoek kan in derge
lijk gevallen worden nagegaan welke
aaltjes de schade veroorzaken en op
welke wijze (vruchtwisseling of ont
smetting) men het beste tegenmaatre
gelen kan nemen.
voorruit een speciaal vignet aange
bracht, dat elk half jaar een andere
kleur heeft. Aan deze kleur is met een
oogopslag te zien in welk tijdvak de
de wagen voor het laatst aan een vei
ligheidsinspectie werd onderworpen. De
garagebedrijven, die de veiligheidsin
specties verrichten, zijn kenbaar aan
een rood schild, waarop hetzelfde goed
keuringsteken is aangebracht als op het
genoemde vignet. De eigenaar van de
auto krijgt de resultaten van de in
spectie opgetekend in een inspectierap
port, dat hem samen met het vignet en
een veiligheidslogboek wordt verstrekt.
Het doel van de veiligheidsinspecties
is het voorkomen van dat soort ver
keersongelukken, dat wordt veroorzaakt
door defecten aan of slechte conditie
van het voertuig.
De vereniging „Nieuw Land" te Stel-
lendam heeft j.l. donderdaigavond in
het „Haegsche Huns" te 'Stellendam
haar jaarvergadering gehouden. Door Ir.
H. G. Kuipéri, hoofd ingenieur direk-
teur van de Cultuurtechnische dienst is
deze avond een zeer interessante uit
eenzetting gegeven over de afsluiting
van de Zuiderdiepboezem met aanpas
singswerken. In zijn causerie belichtte
spreker voornamelijk de mugelijkheden
en de consequenties die de aanleg van
deze boezem heeft voor de waterlozing
van de omliggende polders. Tevens be
krachtigde hij de wenselijkheid van
ruilverkaveling voor de kop en een ge
deelte van de hals van het eiland, wel
ke plannen op de urgentielijst zijn ge
plaatst. Met igrote aandacht is de spre
ker in zijn betoog gevolgd en kreeg aan
het eind van de avond interessante vra
gen te beantwoorden.
Aanspraak op Scheelhoek
De tweede-voorzitter de heer L. Vis
ser opende de avond met een hartelijk
welkomstwoord aan ir. Kuipéri, de bur
gemeester, de Dijkgraaf van het Water
schap „De Dijkring Flakkee" ir. Mijs te
Middelharnis, notaris Risseeuw en de
heer E. A. Snijder te Goedereede.
Sprekend over de doelstelling van de
vereniging meende de heer Visser dat
de landbouw aanspraak kan maken op
de in te polderen plaat Scheelhoek, die
mogelijk kan dienen ter compensatie
aan de landbouwers die grond af moe
ten staan voor de aanleg van wegen.
Spreker bracht een woord van dank aan
de heer A. Kreeft die vanaf de oprich
ting van de vereniging, voorzitter is
geweest en thans heeft bedankt.
Daarna werd het huishoudelijk ge
deelte afgehandeld. De heer J. A.
Struijk werd met algemene stemmen als
bestuurslid herkozen. Als bestuurslid in
de plaats van de heer Kreeft werd ge
kozen de heer P. Biemond. Hierna kreeg
Ir. Kuipéri het woord.
Ir. Kuipéri zette uiteen dat de af
sluiting van het Haringvliet grote con
sequenties heeft voor het toekomstig
peil op het Haringvliet, waarom de wa-
terlozingssystemen van de polders die
op het Haringvliet lozen hieraan dienen
te worden aangepast. Het peil zal aan
zienlijk hoger worden dan de laagste
peilen die momenteel voorkomen, en
spreker verwachtte dat dit mogelijk nog
afhankelijk zal zijn van het al dan niet
afsluiten van de Oude Maas, wat in de
peiling een kleine variatie zal geven.
Gerekend wordt op een gemiddeld peil
van 60 a 65 cm. NAP, wat ook weer
afhankelijk zal zijn van de afvoer van
de bovenrivieren, het z.g. opperwater.
De dam zal een belangrijke régulateur
worden waarmee het peil van de bene
denrivieren wordt geregeld. Al zal het
gebruik maken van het zoete water vlak
achter de sluizen aanvankelijk nog op
moeilijkheden stuiten, spreker verwach
te dat al spoedig over grote perioden
van het jaar het Haringvlietwater
bruikbaar zal zijn ten behoeve van land
en tuinbouw. Spreker had een inten
sieve studie gemaakt hoe de afwatering
van de verschillende polders dient te
worden aangepast, het was z.i. te com
bineren met verbetering van de afvoer
en de mogelijkheid van gebruik van
zoetwater.
Spreker noemde de oppervlakte die
op het Haringvliet loost, n.l. 1000 ha.
via de haven van Goeree, 1500 ha. via
de haven van Stellendam en 3400 ha.
via de haven van Dirksland.
'Het grootste gedeelte van de polders
is aangewezen op bemaling en slechts
enkelen hebben een natuurlijke lozing"
aluds spreker, die verzekerde dat er in
deze situatie bij een verhoging van het
peil op het Haringvliet grote moeilijk
heden zouden ontstaan bij de haven van
Dirksland, die binnen de sluis geen ho
ger peil kan hebben dan plus 50 cm.
NAP en het buitenwater plus 60 cm,
NAP. Wanneer de sluis gehandhaafd zou
blijven zou deze permanent gesloten die
nen te zijn, waarom spreker als enige
mogelijkheid zag een bemalen boezem
te maken voor de op het Haringvliet
lozende polders en deze af te sluiten van
het hoge water in het Haringvliet. De
cultuurtechnische dienst had over dit
plan bij R.W.S. en de Prov. Waterstaat
een open oor gevonden en door de Del
tadienst van de R.W.S. werd het plan
als een aanpassingswerk beschouwd,
d.w.z. als behorende bij de afdamming
van het Haringvliet. Het plan heeft
reeds ter visie gelegen en met de voor
bereidingen zal spoedig kunnen worden
begonnen.
De zuiderdiepboezem zal niet enkel
door een dijk worden qmgeven, langs
het Noorden van de Scheelhoek zal een
brede duinregel worden opgeworpen
van een breedte van 50 m. en een hoogte
van plus 5 mtr. NAP. De hele plaat
Scheelhoek wordt ingepolderd, welke
werken op grond van de inpolderings-
wet worden gerealiseerd.
Spreker wees erop dat het peil van
de boezem van groot belang is voor de
afwatering van de omliggende gebieden.
Het gewenste peil moet daarom varië
ren van min. 25 tot 40 cm. NAP., waar
door het ook mogelijk is bij ev. zware
en langdurige regenval de boezem als
bergboezem te gebruiken. In de aan
sluitende dijk naar ons eiland worden
twee spuisluizen aangebracht, elk van
4.20 meter breed. Deze afmeting van
de sluizen is genomen opdat onder al
le omstandigheden het overtollige wa
ter uit de Zuiderdiepboezem zal kun
nen worden afgevoerd. Voor Dirksland
is de keuze moeilijk geweest" aldus ir.
Kuipéri, achter de schutsluis kunnen
geen hogere peilen worden toegelaten
dan thans en Dirksland zal daarom niet
meer in open verbinding kunnen staan
met het Haringvliet maar via een door
stroomkanaal met de zuiderdiepboezem
(de buitenhaven wordt gedempt).
Nabij de uitmonding van de haven
van Dirksland zal een inlaatsluis wor-
I den gebouwd, waardoor zoet water de
zuiderdiepboezem kan binnenstromen
en waardoor het water in de boezem
kan worden ververst. Ook de inlaat
sluis is van grote afmeting en er zal
steeds voldoende water kunnen worden
binnengelaten. Een belangrijk element
noemde spr. de overbrugging in de weg
(waarin de uitlaatsluizen worden ge
bouwd) waarover een brug zal komen
met een overspanning van 36 meter. Er
komt een weg voor doorgaand en een
voor lokaal verkeer.
Landaanvidnning
Spreker wees erop dat er twee be
langrijke gebieden kunnen worden inge
polderd, n.l. de plaat Scheelhoek en een
gebied ten Noorden van de hals, ter
grootte van 180 ha. In de opzet van het
Zuiderdiep-plan is reeds voorzien in een
betere afwatering voor deze gebieden
door een bemaling te stichten die tevens
zal dienen voor de Kroningspolder, de
Bos- en de Nieuwe Polder. Het ligt in
de bedoeling deze in te polderen gron
den voor de landbouwcultuur geschikt
te maken, langs de polders zal er tegen
het water een goede kade worden opge
worpen en er wordt een goed wegnet
in aangelegd.
Spreker zag het als direkte taak van
de waterschappen en de polderbesturen
te zorgen dat, wanneer het watergemaal
beschikbaar is, dit ook in de polder bin
nen kan worden gelaten waarom er een
goed circulatiesysteem moet bestaan.
Als taak voor o.m. de vereniging Nieuw
Land" zag spreker dat deze over de be
stemming van de grond die eigendom
van de Staat is met de Domeinen rond
de tafel gaat.
Van groot belang noemde spreker de
ruilverkaveling op de kop en een ge
deelte van de hals bij Goeree en Stel
lendam. Verschillende factoren, o.m. de
ontwikkeling van de recreatie maken
het aldus spreker moeilijk de ontwikke
ling van de landbouw concreet vast te
stellen. De onzekerheden in de plano
logische ontwikkeling zijn te groot om
een fundament te bieden waarop een
ruilverkavelingsplan kan worden opge-
bouw. De situatie is echter wel derma
te dat ruilverkaveling dringend nodig
is" meende spreker, die meedeelde dat
de verkaveling reeds op de urgentielijst
is geplaatst, en dat op korte termijn met
de voorbereidingen zal worden begon
nen. De verkaveling strekt tot aan de
bebouwde kom ten Oosten van Ouddorp
en de totaal te verkavelen oppervlakte
bedraagt 2400 ha. De weglengte per ha.
is thans 36 meter wat een zeer dicht
wegennet betekent, gezien de aard van
de bedrijven.
Er zullen derhalve weinig nieuwe we
gen nodig zijn, enkele bestaande we
gen kunnen zelfs worden opgeheven, de
concentratie van de kavels is echter de
hoofdzaak. Spreker noemde de kavel
spreiding zeer ongunstig, de gemiddelde
afstand van de bedrijfsgebouwen naar
de kavels had spreker berekend op 2%'
km. Hij meende dat bij een goed door
gevoerde kavelconcentratie deze afstand
kan worden gehalveerd. De waterbe
heersing in dit gebied noemde spreker
niet ongunstig, slechts op enkele plaat
sen komt enig wateroverlast voor, maar
het nodige zal worden gedaan dit te
vermijden.
Een goede distributie van de inlaat-
punten van zoet water is echter wel no
dig.
De verkaveling was berekend op to
taal 2V4 miljoen wat neerkomt op plm.
1200,per ha. waarom spreker het
kostenvraagstuk niet ongunstig vond.
Het Rijk zal waarschijnlijk zoals ge
bruikelijk hierin nog belangrijk sub
sidieren.
De heer Kuipéri meende dat het nut
tig zou zijn wanneer tegelijk met de
ruilverkaveling men de beschikking had
over de ingepolderde gronden, de beide
projecten zouden dan uitstekend in el
kaar kunnen worden ingepast. De be
drijven van b.v. 1 tot 5 ha, zouden wat
meer armslag kunnen krijgen door
boerderij verplaatsing naar de ge
wonnen gronden.
De Scheelhoek noemde spreker een
heet hangijzer. Het is een veel om
streden gebied en spreker kon niets de
finitiefs hierover meedelen.
Discussie
De heer P, Voogd uit Goedereede in
formeerde wie het beheer over de boe
zem zal krijgen. Hij meende dat de aan
gewezen instantie hiervoor de Generale
Dijkagie is die altijd zijn eigen boontjes
heeft gedopt en dit liefst wil blijven
doen, anders vreesde spreker dat de
dijk- en polderlasten aanmerkelijk ho
ger zullen komen.
Ir. Kuipéri antwoordde dat hij een
gemeenschappelijk beheer voorstaat, al
le polders die erop lozen dienen bij het
beheer betrokken te zijn, omdat voor
allen b.v. het spuiprogramma van grote
betekenis is.
De heer Biemond informeerde waar
om aan de Noordkant van de Scheelhoek
een duinenrij wordt aangelegd in plaats
van een dijk. Verder vroeg de heer Bie
mond hoe het staat met de plannen tot
de aanleg van een kanaal dwars door de
hals hoe de peiling zal zijn en of er
kustwerken in nodig zullen zijn.
Wat betreft de aanleg van een dui
nenrij antwoordde spreker dat op deze
plaats reeds duin ligt, waarom deze en
kel maar verbreedt en verstevigd moet
worden. Het zand komt bij het afgra
ven van de ringdijk beschikbaar en het
zal verreweg de goedkoopste oplossing
blijken.
Omtrent de bouw van een kanaal wa
ren de onzekerheden nog groot" aldus
ir. Kuipéri. De belangen hiervoor lig
gen enkel in de recreatieve sfeer en spr,
vroeg zich af wie het kanaal zal beta
len. Voor de landbouw was het van enig
belang omdat het Grevelingenbekken
eerder zoet kan worden gemaakt. Het is
aldus de heer Kuipéri geen waterstaat
technische noodzaak. Wanneer het ka
naal zal worden gebouwd zal er bij
Dirksland een inlaatsluis voor scheep
jes moeten worden gebouwd" veronder
stelde spreker. Verder meende hij dat
bij de aanleg hiervan voorzieningen
zullen kunnen worden gtroffen om een
losplaats voor landbouwprodukten te
bouwen. Van overwegend belang was
hierbij echter de vraag hoe het vervoer
van deze produkten zich gaat ontwik
kelen wanneer in 1968 de vaste verbin
ding met Brabant gereed is, waarbij het
kostenvraagstuk van overwegend be
lang is.
Na nog enkele vragen te hebben be
antwoord eindigde de heer Kuipéri, Hij
werd dank gezegd voor zijn boeiend be
toog door de tweede voorzitter de heer
L, Visser, die hem een zakje Stellen-
damse garnalen overhandigde, „De laat
ste uit het Zuiderdiep".
^RVQLGVERHAAL
door W, SCHIPPERS
Die luttele teugen schijnen hem enigs
ns op te wekken. Weer opent hij de
gen zijn blik is akelig star en strak, zó
t bophie een huivering door de leden
dart.
..Johan, ken je mij nog?" vraagt zijn
«'et zachte, dringende stem. Het
aisof de verzwakte geestvermogens
2 °e jongeman worstelen tegen een
.^Klemmende onmacht nu de stem van
«vader, als vanuit de verte, tot hem
Pwdruigt.
Aandachtig ziet zijn vader toe,
Z, '^°™t iets meer uitdi;ukking in die
"re, zoekende ogen,
..Onrust, angst", mompelt zijn vader,
..vader vader", fluistert hij, en va-
^^en zuster buigen zich over hem
..Schuld, vader! ereschuld vijf-
1™ liet voor mij be-
vader luitenant van Gerbel van
net— zesde
e gewonde kan niet meer spreken en
zijn ogen vallen weer dicht. Na weinige
ogenblikken slaat hij ze weer op en met
een blik op zijn vader, een blik, die
Sophie nooit zal vergeten, begint hij op
nieuw: „Vergeving vader! ver-ge
ving
Dokter Waldens denkt aan wilde
koortsfantasieën zoals hij in de bange
nacht, die achter hem ligt, reeds zo dik
wijls heeft gehoord. Droombeelden in
het kranke brein van zijn zoon, denkt
hij,
„Ik zal alles betalen, Johan, alles wees
daarop maar gerust, mijn jongen. Al
les", herhaalt hij vol liefde.
Het is alsof een vluchtige glimlach
over het gelaat van de stervende scheert
En zijn ogen vallen toe als een ver
moeid kind.
Op dit ogenblik staat een besluit vast
bij Sophie Waldens. Zijzelf zal de schuld
van haar broer betalen. Ze zal naar de
goede, oude heer Printers gaan en hem
alles openhartig vertellen; ze weet, dat
deze haar zal helpen. De schuld van de
arme Johan zal voor haar ereschuld
zijn, die ze tot de laatste cent zal be
talen. Nimmer mag vader de woorden
begrijpen, die de stervende sprak. Nee,
niet het, gevolg van de ijlende koorts
waren ze, doch werkelijkheid. En die
kwelde hem tot aan de rand van het
graf.
Een vredige trek komt op het vaal
bleke gelaat van de jongeman, 't Is als
of hij slaapt. Vol mededogen rusten de
ogen der zuster op de arme broeder, wie
de wroeging over een lichtzinnige daad
in zo'n toestand nog in het hoofd spookt.
De vergiffenis van zijn vader schijnt
diep tot hem te zijn doorgedrongen. Zij
tekent zich af op zijn wezen en in zijn
trekken.
En die andere, die nawerkt tot in
eeuwigheid?
Johan had zich, groter geworden, niet
veel meer om dood en eeuwigheid be
kommerd. De vogelen des hemels had
den veel van het goede zaad weggepikt,
„Arme Johan," fluistert ze en zinkt
voor zijn bed op haar knieën. Ze tracht
voor hem te bidden, doch haar lippen
stamelen slechts enkele woorden en dan
barst ze in tranen uit
Weer gaat traag een uur voorbij en de
klimmende zon werpt haar lichtglans op
het voeteneinde van het bed,
„Zou het licht hem hinderen", vader?
Zal ik het gordijn voor het raam ge
heel dichtschuiven?" vraagt Sophie,
Dokter Waldens schudt somber het
hoofd,
„Laat maar Sophie, de zon zal hem
geen kwaad doenhij hield van zon
neschijn,"
Een ogenblik later komt mevrouw
Bruinsma zeggen ,dat Bus kwam vra
gen hoe het met de luitenant was en of
mijnheer Waldens orders voor hem had,
„Arme Bus!" mompelt dokter Wal
dens, „Hij komt om Johan te zien
voor het laatst Bus, Laat hem bin
nenkomen."
Recfit als een kaars nog, in militaire
houding, staat Bus voor het bed met de
pet in de hand. Hij spreekt geen enkel
woord, maar van onder zijn dikke, grijze
wenkbrouwen staren zijn ogen met
scherpe blik de gewonde in het gelaat,
Sophie grijpt de getrouwe bij de hand
en zegt snikkend: „O, Bus, wie had dat
toch kunnen denken? Ik was zo blij
dat hij eindelijk eens weer met verlof
kwam en nu
Bus doet zichtbaar al het mogelijke
om van zijn ontroering zo min mogelijk
te laten blijken, „Ontroering geeft voor
een oud-cavalerist geen pas", beweerde
hij altijd.
Zijn zware knevel trilt en hij doet een
vruchteloze poging om zijn stem kalm
en gewoon te doen klinken als hij zegt:
„'t Is een wijs bestel van de goede God,
dat we niet van te voren weten, juf
frouw Sophie, doch 't is erg meer
dan erg met Johan", En zich tot zijn
meester wendend, vraagt hij: „Vindt u
goed dokter, dat ik Bet Pullen met het
rijtuigje hier breng ze wil zo graag
mijnheer Johan nog even zien",
„Goed, Bus breng Bet maar hier, 't
is goed, best,"
Nog even werpt,Bus een blik op de
jonge officier, dan, plotseling groetend
met afgewend gelaat, verdwijnt hij met
grote stappen. In de gang rollen dikke
tranen hem langs de magere verweerde
wangen en in de grijze knevel.
Nog binnen het uur staat het rijtuig
van dokter Waldens weer voor het huis.
Nadat Bet enige ogenblikken aan het
bed van Johan heeft gestaan, laat dok
ter Waldens Bus zeggen, dat hij niet
behoeft te wachten en wel naar huis
kan gaan. Bet zal voorlopig bij hen blij
ven.
Bet Pullen, de oude Bét, had zijn kin
deren klein gekend, ze mee verpleegd
en verzorgd. Bet behoorde tot zijn gezin
leefde met hen mee, was één met hen
eigenlijk altijd al geweest. Bet moest
hier blijven tot het einde kwam,
En dat einde kwam nog spoediger dan
hij verwachtte.
Kort na de middag opende de sterven
de nog eenmaal de ogen.
Snel buigen vader, Sophie en Bet zich
over hem,
„Ken je ons nog, mijn jongen? Spreek
nog een enkel woord", smeekt hij.
Zacht, telkens onderbroken, doch dui
delijk verstaanbaar vraagt hij: „Ben jij
daar Fie? och, 't is zo donker en
vader waar is die?
Hij zwijgt, zijn adem gaat zwaar,
Waldens neemt de klamme hand van
zijn zoon in de zijne en zich dwingend
tot kalmte, zegt hij: „O, Johan, mijn
jongen!"
De brekende ogen van de stervende
zoeken.
Moeder! waar is moeder? en
zij vallen weer dicht.
Nog éénmaal in een laatst samenvat
ten van zijn krachten, tracht hij te spre
ken,
„Sophie! Sophie! Marie een
laatste groet, Haar bleef ik
trouw,
Een dof gereutel maakt hem onver
staanbaar. Een korte doodsstrijd nog,
een breken van zijn ogen, die nog voor
kort schitterden van moed en kracht, en
de arme vader drukt zacht die ogen
dicht.
Hoofdstuk XVin
HAAR BROEDERS SCHULD GEBOET
De tragische dood van Johan Waldens
had in het dorp algemeen verslagenheid
teweeggebracht. Bij iedereen stond „Jo
han van de dokter" goed aangeschre
ven, overal was men hem goedgezind.
Op de Stolzenhof was het, alsof men
een eigen zoon en broeder verloren had.
Koos van Stolzen, die nooit buiten
gewoon spraakzaam was, sprak geen
woord meer dan volstrekt noodzakelijk
bleek. Slechts zijn verstandige, liefde
rijke moeder gelukte het ten slotte de
stugge, jonge boer tot het inzicht te
brengen, dat het ongeluk hetwelk zijn
vriend getroffen had, niet aan hem te
wijten was. Dat de arme Johan geheel
uit eigen beweging de Kol voor zijn re
kening genomen had,
(Wordt vervolgd)