IIMlDErt-rflEUI^S arrink delvenzelnering Ir. Kuipéri sprak over de afsluiting van de Zuiderdiepboezem en aanpassingswerken Ruilverkaveling op de urgentielijst Waterlozing diverse polders dient te worden aangepast wee wegen - één doel ^eeuwóe wandelingen Bemesting van de tuin blad Dinsdag 3 maart 1964 No. 3267 Veiligheidsinspectie nu landelijk VERENIGING „NIEUW LAND" TE STELLENDAM „De aanpassingswerken" Ruilverkaveling vorige keer hebben, we stilgestaan het gebruik van darrink (derrie of r) als brandstof, de moernering. rik ben over deze veenbrokken nog f uitgepraat. Wist u dat deze soort nog niet eens van de beste soort, 'gebruikt werd bij de bereiding van t? Volgens de receptenstijl van een 'joek ZO" ^st aldus luiden: Men e een hoeveelheid darrinkblokken, oele die op elkaar, verbrandde ze tot jjete daarop een portie water, laat water verdampen en u hebt zout! voudig nietvi^aar? En toch is dit de thodp, waardoor men eeuwen lang onmisbare zout verkreeg. Een ma- die zelfs al bij de oude Romeinen end was, de schrijver Tacitus eekt er reeds over. Dit gebruik van fink heet zelnering (zout) ds in 't ns; sel). We zullen het wat nauw- riger gaan bekijken. j In de zouikeet I heb hier voor me de reproductie een schilderij, die in het gasthuis Zierikzee moet hangen (misschien ze ook wel bij dit artikel worden enomen). p een schor ziet men enkele man- i bezig met het graven van darrink. I t schuiten worden de blokken naar j wal gebracht, waar vrouwen bezig ze op te stapelen om te drogen. j et verder op de schilderij brandt een i ot vuur, waar de drooggeworden rie verbrand wordt. Mannen zijn ar aan het werk om de as hierin zak te doen, die met bootjes naar de tketen, op de achtergrond zichtbaar oerd worden. n de zoutketen heeft de verdere be- rking plaats. In grote pannen wordt as vermengd met zeewater, onder e resevoirs wordt een vuur gestookt, t na de verdamping Van het water resultaat: zout. „Een schoon en blin- d zout", zoals oude kroniekschrij- s het uitdrukken. Naar dit soort zout zout is dit bedrijfzelnering genoemd. zult u ook de naam pannemannen pannevrouwen wel begrijpen: het ren de mensen die in de zoutketen de pannen en het vuur hun werk dden, Iedereen gebruikt in de huishouding ut Het geeft smaak aan het eten en een middel tegen bederf. Op verschil lende plaatsen in de Bijbel wordt over '-ze betekenissen van het zout gespro- -n. Het dient ook als afweermiddel te- n tovenarij, dat gold natuurlijk van tijd toen de mensen nog erg bijge- ig waren en dat zijn ze nu natuurlijk et meer „Leg stiüekens een handvol zouts op e rug ener bukkende heks en ze kan jiet meer van de plaats" lees ik in de ""etoverde wereld" van ds. Bekker. Als en een sleutel met wat zout er op or het deurtje van het kippenhok legt -nen heksen er geen eieren wegha- n, beweerde men vroeger, toen het ksengeloof nog algemeen verbreid En geldt het morsen van zout of "t omgooien van een zoutvat tijdens 't eten niet als een slecht voorteken, an is er twist en ruzie op komst (ve- n geloven daar tegenwoordig nog Vooral door de haringvangst had men eel zout nodig. Sinds de uitvinding an het haringkaken door de Zeeuw illem Beukelszoon uit Biervliet nam vangst toe en daardoor ook de be- efte aan zout. Verscheidene Zeeuwse laatseii hadden hun zoutketen: Arne- uiden, Vlissingen, Reimerswaal en ooral Zierikzee. In Zeeland waren er 1526 totaal 77. Branden Deze zoutketen stonden meestal bui- n de stad, ze waren van hout en ge- ekt met riet of stro en leverden dus eel gevaar voor brand op. Wel moes- n in iedere zoutkeet brandemmers, aders en haken aanwezig zijn, maar at kon niet verhinderen, dat we in de Kchiedenis herhaaldelijk lezen van ote branden, die in de zoutketen be- onnen en soms oversloegen naar de a. Zoals de loodgieters zonder op- t de grote „brandstichters" zijn van rens en kerken zijn de pannelieden et van de zoutketen. Zo las ik dat in m m de stad Reimerswaal (nu ver wenen) 32 zoutketen verbrandden, aarna sloegen de vlammen over naar de stad, toen ook nog grotendeels van hout gebouwd, die voor een groot deel verwoest werd. Ook de zoutstad Zierik zee heeft vreselijke branden gehad, waarvan er heel wat begonnen in de zoutketen. De onbruikbare as werd meestal bui ten de stad als afval op een hoop ge worpen. Zoals men dat tegenwoordig kan zien met de grote hopen afval (ste nen), die bij de kolenmijnen liggen. Zo'n hoop zel-as (of zelk-as) werd kortweg Zelke genoemd. De oude straatjes Korte en Lange Zelke in Vlissingen (nu ge saneerd) en de Zelkepolder bij Zierik zee herinneren nog aan dit oude be drijf. Achteruitgang Toen het graven van darrink beperkt of helemaal stopgezet werd, was ook de grote bloeitijd van de zelnering voorbij. In 1644 had Zeerikzee nog 22 zoutketen met 40 pannen, een eeuw later slechts 5 keten met 9 parmen. Maar de behoefte aan zout werd niet minder. Het bedrijf in de zoutketen werd voortgezet, maar nu met ruw zout dat uit Frankrijk en Spanje gehaald en hier gezuiverd werd. Dit bleek bovendien nog goedkoper te zijn dan de oude bereiding uit darrink en zout werd een handelsartikel. Men voerde n.l, veel meer grof zout in dan men voor eigen gebruik nodig had. Men zuiverde het hier, waardoor dus heel wat zoutzieders hun brood verdienen. Het surplus werd uitgevoerd naar an dere landen met veel visserij, vooral naar de Oostzeelanden. Van turf tot zout een vKeemde sprong. Maar na lezing van dit artikel zult u het wel geen al te „gekke bok- kesprong" vinden. Middelburg L. van Wallenburg P.S. In het artikel van 17 jan. „Wan neer is Sommelsdijk gesticht" roert de schrijver dit darrinkdelven ook aan. De zoutkeeten te Arnemuiden Voor de tuinbezitter is het vaak een grote moeilijkheid om vast te stellen hoeveel mest en welke soorten mest in de tuin moeten worden gestrooid om een zo goed mogelijke groei van de gewas sen te verkrijgen. Veelal wordt de ter goeder trouw gegeven raad van buren of vrienden opgevolgd, die zich ook geen deskundige kunnen noemen, en het re sultaat is vaak erg wisselend, zo niet te leurstellend. Het is enorm moeilijk om een juiste bemesting te geven zonder dat de be mestingstoestand van de grond bekend is. De resultaten van het onderzoek bij het Bedrijfslaboratorium voor Grond en Gewasonderzoek te Oosterbeek wij zen dit wel uit. Van bepaalde meststof fen wordt dikwijls véél te veel gegeven, terwijl andere ten onrechte worden vergeten. Wil men plezier hebben van de tuin dan is het noodzakelijk om de juiste be mesting te geven en dit kan alleen als de bemestingstoestand door middel van onderzoek bekend is. Reeds sinds enkele jaren organiseert het Verbond voor Veilig Verkeer in sa menwerking met de Bond van Automo biel-, Garage- en Aanverwante Bedrij ven (BOVAG) en de politiële instanties vrijwillige periodieke veiligheidsinspec ties voor personenauto's en lichte be stelwagens tot 1^/4 ton. Konden deze vei ligheidsinspecties tot voor kort nog slechts in bepaalde delen van het land worden uitgevoerd, het Verbond voor Veilig Verkeer is thans zo ver gevor derd met de uitbreiding van het net van inspectiestations dat de automobilist praktisch overal in het land zijn wagen kan laten onderzoeken op die punten en plaatsen^ die voor de veiligheid van het verkeer van belang zijn. Over het gehele land verspreid zijn namelijk 1097 garagebedrijven inmiddels gemachtigd om de veiligheidsinspecties uit te voe ren. Bij een veiligheidsinspectie, die elk halfjaar, zo mogelijk gelijktijdig met de regelmatige grote onderhoudsbeurt in de. meeste gevallen na elke tiendui zend kilometer dient te worden uit gevoerd, wordt de wagen op niet min der dan 45 punten nauwkeurig onder zocht. Blijkt de wagen weer geheel „vei lig" te zijn, wordt rechts onder op de MELISSANT Zestig jaar Groene Kruis; Dr. G. Huis man 50 jaar voorzitter; dhr. M. v. d. Bosch 25 jaar penningmeester. Tijdens de donderdag 12 maart a.s. te houden ledenvergadering van de afde ling van het „Groene Kruis" in het ver. gebouw, 's avonds half acht zal het 60- jarig bestaan van de afdeling worden herdacht. Dr. G. Huisman zal dan 50 jaar voorzitter zijn en de heer M. v. d. Bosch zal ^zijn zilveren jubileum als penningmeester vieren. EODEMMOEHEID EN AALTJESONDERZOEK Het onderzoek naar nematoden of aaltjes heeft zich een grote belangstel ling verworven in de gehele wereld. Onderzoekers zijn namelijk tot de con clusie gekomen dat deze microscopisch kleine wormpjes 1 mm lang) enorme schade kunnen toebrengen aan gewas sen; de schade kan zelfs zo groot zijn dat misoogsten het gevolg zijn. Men spreekt dan van bodemmoeheid. Aalt jesaantastingen treden meestal pleks- gewijze op en breiden zich als geen tegenmaatregelen worden genomen geleidelijk over het gehele veld uit. In een normale bouwgrond komen onge veer 20.000 aaltjes per liter grond voor. er zijn echter ook gevallen bekend, waarin meer dan 600.000 aaltjes worden gevonden. Op deze grond wilden dan ook praktisch geen gewassen meer groeien. Door onderzoek kan in derge lijk gevallen worden nagegaan welke aaltjes de schade veroorzaken en op welke wijze (vruchtwisseling of ont smetting) men het beste tegenmaatre gelen kan nemen. voorruit een speciaal vignet aange bracht, dat elk half jaar een andere kleur heeft. Aan deze kleur is met een oogopslag te zien in welk tijdvak de de wagen voor het laatst aan een vei ligheidsinspectie werd onderworpen. De garagebedrijven, die de veiligheidsin specties verrichten, zijn kenbaar aan een rood schild, waarop hetzelfde goed keuringsteken is aangebracht als op het genoemde vignet. De eigenaar van de auto krijgt de resultaten van de in spectie opgetekend in een inspectierap port, dat hem samen met het vignet en een veiligheidslogboek wordt verstrekt. Het doel van de veiligheidsinspecties is het voorkomen van dat soort ver keersongelukken, dat wordt veroorzaakt door defecten aan of slechte conditie van het voertuig. De vereniging „Nieuw Land" te Stel- lendam heeft j.l. donderdaigavond in het „Haegsche Huns" te 'Stellendam haar jaarvergadering gehouden. Door Ir. H. G. Kuipéri, hoofd ingenieur direk- teur van de Cultuurtechnische dienst is deze avond een zeer interessante uit eenzetting gegeven over de afsluiting van de Zuiderdiepboezem met aanpas singswerken. In zijn causerie belichtte spreker voornamelijk de mugelijkheden en de consequenties die de aanleg van deze boezem heeft voor de waterlozing van de omliggende polders. Tevens be krachtigde hij de wenselijkheid van ruilverkaveling voor de kop en een ge deelte van de hals van het eiland, wel ke plannen op de urgentielijst zijn ge plaatst. Met igrote aandacht is de spre ker in zijn betoog gevolgd en kreeg aan het eind van de avond interessante vra gen te beantwoorden. Aanspraak op Scheelhoek De tweede-voorzitter de heer L. Vis ser opende de avond met een hartelijk welkomstwoord aan ir. Kuipéri, de bur gemeester, de Dijkgraaf van het Water schap „De Dijkring Flakkee" ir. Mijs te Middelharnis, notaris Risseeuw en de heer E. A. Snijder te Goedereede. Sprekend over de doelstelling van de vereniging meende de heer Visser dat de landbouw aanspraak kan maken op de in te polderen plaat Scheelhoek, die mogelijk kan dienen ter compensatie aan de landbouwers die grond af moe ten staan voor de aanleg van wegen. Spreker bracht een woord van dank aan de heer A. Kreeft die vanaf de oprich ting van de vereniging, voorzitter is geweest en thans heeft bedankt. Daarna werd het huishoudelijk ge deelte afgehandeld. De heer J. A. Struijk werd met algemene stemmen als bestuurslid herkozen. Als bestuurslid in de plaats van de heer Kreeft werd ge kozen de heer P. Biemond. Hierna kreeg Ir. Kuipéri het woord. Ir. Kuipéri zette uiteen dat de af sluiting van het Haringvliet grote con sequenties heeft voor het toekomstig peil op het Haringvliet, waarom de wa- terlozingssystemen van de polders die op het Haringvliet lozen hieraan dienen te worden aangepast. Het peil zal aan zienlijk hoger worden dan de laagste peilen die momenteel voorkomen, en spreker verwachtte dat dit mogelijk nog afhankelijk zal zijn van het al dan niet afsluiten van de Oude Maas, wat in de peiling een kleine variatie zal geven. Gerekend wordt op een gemiddeld peil van 60 a 65 cm. NAP, wat ook weer afhankelijk zal zijn van de afvoer van de bovenrivieren, het z.g. opperwater. De dam zal een belangrijke régulateur worden waarmee het peil van de bene denrivieren wordt geregeld. Al zal het gebruik maken van het zoete water vlak achter de sluizen aanvankelijk nog op moeilijkheden stuiten, spreker verwach te dat al spoedig over grote perioden van het jaar het Haringvlietwater bruikbaar zal zijn ten behoeve van land en tuinbouw. Spreker had een inten sieve studie gemaakt hoe de afwatering van de verschillende polders dient te worden aangepast, het was z.i. te com bineren met verbetering van de afvoer en de mogelijkheid van gebruik van zoetwater. Spreker noemde de oppervlakte die op het Haringvliet loost, n.l. 1000 ha. via de haven van Goeree, 1500 ha. via de haven van Stellendam en 3400 ha. via de haven van Dirksland. 'Het grootste gedeelte van de polders is aangewezen op bemaling en slechts enkelen hebben een natuurlijke lozing" aluds spreker, die verzekerde dat er in deze situatie bij een verhoging van het peil op het Haringvliet grote moeilijk heden zouden ontstaan bij de haven van Dirksland, die binnen de sluis geen ho ger peil kan hebben dan plus 50 cm. NAP en het buitenwater plus 60 cm, NAP. Wanneer de sluis gehandhaafd zou blijven zou deze permanent gesloten die nen te zijn, waarom spreker als enige mogelijkheid zag een bemalen boezem te maken voor de op het Haringvliet lozende polders en deze af te sluiten van het hoge water in het Haringvliet. De cultuurtechnische dienst had over dit plan bij R.W.S. en de Prov. Waterstaat een open oor gevonden en door de Del tadienst van de R.W.S. werd het plan als een aanpassingswerk beschouwd, d.w.z. als behorende bij de afdamming van het Haringvliet. Het plan heeft reeds ter visie gelegen en met de voor bereidingen zal spoedig kunnen worden begonnen. De zuiderdiepboezem zal niet enkel door een dijk worden qmgeven, langs het Noorden van de Scheelhoek zal een brede duinregel worden opgeworpen van een breedte van 50 m. en een hoogte van plus 5 mtr. NAP. De hele plaat Scheelhoek wordt ingepolderd, welke werken op grond van de inpolderings- wet worden gerealiseerd. Spreker wees erop dat het peil van de boezem van groot belang is voor de afwatering van de omliggende gebieden. Het gewenste peil moet daarom varië ren van min. 25 tot 40 cm. NAP., waar door het ook mogelijk is bij ev. zware en langdurige regenval de boezem als bergboezem te gebruiken. In de aan sluitende dijk naar ons eiland worden twee spuisluizen aangebracht, elk van 4.20 meter breed. Deze afmeting van de sluizen is genomen opdat onder al le omstandigheden het overtollige wa ter uit de Zuiderdiepboezem zal kun nen worden afgevoerd. Voor Dirksland is de keuze moeilijk geweest" aldus ir. Kuipéri, achter de schutsluis kunnen geen hogere peilen worden toegelaten dan thans en Dirksland zal daarom niet meer in open verbinding kunnen staan met het Haringvliet maar via een door stroomkanaal met de zuiderdiepboezem (de buitenhaven wordt gedempt). Nabij de uitmonding van de haven van Dirksland zal een inlaatsluis wor- I den gebouwd, waardoor zoet water de zuiderdiepboezem kan binnenstromen en waardoor het water in de boezem kan worden ververst. Ook de inlaat sluis is van grote afmeting en er zal steeds voldoende water kunnen worden binnengelaten. Een belangrijk element noemde spr. de overbrugging in de weg (waarin de uitlaatsluizen worden ge bouwd) waarover een brug zal komen met een overspanning van 36 meter. Er komt een weg voor doorgaand en een voor lokaal verkeer. Landaanvidnning Spreker wees erop dat er twee be langrijke gebieden kunnen worden inge polderd, n.l. de plaat Scheelhoek en een gebied ten Noorden van de hals, ter grootte van 180 ha. In de opzet van het Zuiderdiep-plan is reeds voorzien in een betere afwatering voor deze gebieden door een bemaling te stichten die tevens zal dienen voor de Kroningspolder, de Bos- en de Nieuwe Polder. Het ligt in de bedoeling deze in te polderen gron den voor de landbouwcultuur geschikt te maken, langs de polders zal er tegen het water een goede kade worden opge worpen en er wordt een goed wegnet in aangelegd. Spreker zag het als direkte taak van de waterschappen en de polderbesturen te zorgen dat, wanneer het watergemaal beschikbaar is, dit ook in de polder bin nen kan worden gelaten waarom er een goed circulatiesysteem moet bestaan. Als taak voor o.m. de vereniging Nieuw Land" zag spreker dat deze over de be stemming van de grond die eigendom van de Staat is met de Domeinen rond de tafel gaat. Van groot belang noemde spreker de ruilverkaveling op de kop en een ge deelte van de hals bij Goeree en Stel lendam. Verschillende factoren, o.m. de ontwikkeling van de recreatie maken het aldus spreker moeilijk de ontwikke ling van de landbouw concreet vast te stellen. De onzekerheden in de plano logische ontwikkeling zijn te groot om een fundament te bieden waarop een ruilverkavelingsplan kan worden opge- bouw. De situatie is echter wel derma te dat ruilverkaveling dringend nodig is" meende spreker, die meedeelde dat de verkaveling reeds op de urgentielijst is geplaatst, en dat op korte termijn met de voorbereidingen zal worden begon nen. De verkaveling strekt tot aan de bebouwde kom ten Oosten van Ouddorp en de totaal te verkavelen oppervlakte bedraagt 2400 ha. De weglengte per ha. is thans 36 meter wat een zeer dicht wegennet betekent, gezien de aard van de bedrijven. Er zullen derhalve weinig nieuwe we gen nodig zijn, enkele bestaande we gen kunnen zelfs worden opgeheven, de concentratie van de kavels is echter de hoofdzaak. Spreker noemde de kavel spreiding zeer ongunstig, de gemiddelde afstand van de bedrijfsgebouwen naar de kavels had spreker berekend op 2%' km. Hij meende dat bij een goed door gevoerde kavelconcentratie deze afstand kan worden gehalveerd. De waterbe heersing in dit gebied noemde spreker niet ongunstig, slechts op enkele plaat sen komt enig wateroverlast voor, maar het nodige zal worden gedaan dit te vermijden. Een goede distributie van de inlaat- punten van zoet water is echter wel no dig. De verkaveling was berekend op to taal 2V4 miljoen wat neerkomt op plm. 1200,per ha. waarom spreker het kostenvraagstuk niet ongunstig vond. Het Rijk zal waarschijnlijk zoals ge bruikelijk hierin nog belangrijk sub sidieren. De heer Kuipéri meende dat het nut tig zou zijn wanneer tegelijk met de ruilverkaveling men de beschikking had over de ingepolderde gronden, de beide projecten zouden dan uitstekend in el kaar kunnen worden ingepast. De be drijven van b.v. 1 tot 5 ha, zouden wat meer armslag kunnen krijgen door boerderij verplaatsing naar de ge wonnen gronden. De Scheelhoek noemde spreker een heet hangijzer. Het is een veel om streden gebied en spreker kon niets de finitiefs hierover meedelen. Discussie De heer P, Voogd uit Goedereede in formeerde wie het beheer over de boe zem zal krijgen. Hij meende dat de aan gewezen instantie hiervoor de Generale Dijkagie is die altijd zijn eigen boontjes heeft gedopt en dit liefst wil blijven doen, anders vreesde spreker dat de dijk- en polderlasten aanmerkelijk ho ger zullen komen. Ir. Kuipéri antwoordde dat hij een gemeenschappelijk beheer voorstaat, al le polders die erop lozen dienen bij het beheer betrokken te zijn, omdat voor allen b.v. het spuiprogramma van grote betekenis is. De heer Biemond informeerde waar om aan de Noordkant van de Scheelhoek een duinenrij wordt aangelegd in plaats van een dijk. Verder vroeg de heer Bie mond hoe het staat met de plannen tot de aanleg van een kanaal dwars door de hals hoe de peiling zal zijn en of er kustwerken in nodig zullen zijn. Wat betreft de aanleg van een dui nenrij antwoordde spreker dat op deze plaats reeds duin ligt, waarom deze en kel maar verbreedt en verstevigd moet worden. Het zand komt bij het afgra ven van de ringdijk beschikbaar en het zal verreweg de goedkoopste oplossing blijken. Omtrent de bouw van een kanaal wa ren de onzekerheden nog groot" aldus ir. Kuipéri. De belangen hiervoor lig gen enkel in de recreatieve sfeer en spr, vroeg zich af wie het kanaal zal beta len. Voor de landbouw was het van enig belang omdat het Grevelingenbekken eerder zoet kan worden gemaakt. Het is aldus de heer Kuipéri geen waterstaat technische noodzaak. Wanneer het ka naal zal worden gebouwd zal er bij Dirksland een inlaatsluis voor scheep jes moeten worden gebouwd" veronder stelde spreker. Verder meende hij dat bij de aanleg hiervan voorzieningen zullen kunnen worden gtroffen om een losplaats voor landbouwprodukten te bouwen. Van overwegend belang was hierbij echter de vraag hoe het vervoer van deze produkten zich gaat ontwik kelen wanneer in 1968 de vaste verbin ding met Brabant gereed is, waarbij het kostenvraagstuk van overwegend be lang is. Na nog enkele vragen te hebben be antwoord eindigde de heer Kuipéri, Hij werd dank gezegd voor zijn boeiend be toog door de tweede voorzitter de heer L, Visser, die hem een zakje Stellen- damse garnalen overhandigde, „De laat ste uit het Zuiderdiep". ^RVQLGVERHAAL door W, SCHIPPERS Die luttele teugen schijnen hem enigs ns op te wekken. Weer opent hij de gen zijn blik is akelig star en strak, zó t bophie een huivering door de leden dart. ..Johan, ken je mij nog?" vraagt zijn «'et zachte, dringende stem. Het aisof de verzwakte geestvermogens 2 °e jongeman worstelen tegen een .^Klemmende onmacht nu de stem van «vader, als vanuit de verte, tot hem Pwdruigt. Aandachtig ziet zijn vader toe, Z, '^°™t iets meer uitdi;ukking in die "re, zoekende ogen, ..Onrust, angst", mompelt zijn vader, ..vader vader", fluistert hij, en va- ^^en zuster buigen zich over hem ..Schuld, vader! ereschuld vijf- 1™ liet voor mij be- vader luitenant van Gerbel van net— zesde e gewonde kan niet meer spreken en zijn ogen vallen weer dicht. Na weinige ogenblikken slaat hij ze weer op en met een blik op zijn vader, een blik, die Sophie nooit zal vergeten, begint hij op nieuw: „Vergeving vader! ver-ge ving Dokter Waldens denkt aan wilde koortsfantasieën zoals hij in de bange nacht, die achter hem ligt, reeds zo dik wijls heeft gehoord. Droombeelden in het kranke brein van zijn zoon, denkt hij, „Ik zal alles betalen, Johan, alles wees daarop maar gerust, mijn jongen. Al les", herhaalt hij vol liefde. Het is alsof een vluchtige glimlach over het gelaat van de stervende scheert En zijn ogen vallen toe als een ver moeid kind. Op dit ogenblik staat een besluit vast bij Sophie Waldens. Zijzelf zal de schuld van haar broer betalen. Ze zal naar de goede, oude heer Printers gaan en hem alles openhartig vertellen; ze weet, dat deze haar zal helpen. De schuld van de arme Johan zal voor haar ereschuld zijn, die ze tot de laatste cent zal be talen. Nimmer mag vader de woorden begrijpen, die de stervende sprak. Nee, niet het, gevolg van de ijlende koorts waren ze, doch werkelijkheid. En die kwelde hem tot aan de rand van het graf. Een vredige trek komt op het vaal bleke gelaat van de jongeman, 't Is als of hij slaapt. Vol mededogen rusten de ogen der zuster op de arme broeder, wie de wroeging over een lichtzinnige daad in zo'n toestand nog in het hoofd spookt. De vergiffenis van zijn vader schijnt diep tot hem te zijn doorgedrongen. Zij tekent zich af op zijn wezen en in zijn trekken. En die andere, die nawerkt tot in eeuwigheid? Johan had zich, groter geworden, niet veel meer om dood en eeuwigheid be kommerd. De vogelen des hemels had den veel van het goede zaad weggepikt, „Arme Johan," fluistert ze en zinkt voor zijn bed op haar knieën. Ze tracht voor hem te bidden, doch haar lippen stamelen slechts enkele woorden en dan barst ze in tranen uit Weer gaat traag een uur voorbij en de klimmende zon werpt haar lichtglans op het voeteneinde van het bed, „Zou het licht hem hinderen", vader? Zal ik het gordijn voor het raam ge heel dichtschuiven?" vraagt Sophie, Dokter Waldens schudt somber het hoofd, „Laat maar Sophie, de zon zal hem geen kwaad doenhij hield van zon neschijn," Een ogenblik later komt mevrouw Bruinsma zeggen ,dat Bus kwam vra gen hoe het met de luitenant was en of mijnheer Waldens orders voor hem had, „Arme Bus!" mompelt dokter Wal dens, „Hij komt om Johan te zien voor het laatst Bus, Laat hem bin nenkomen." Recfit als een kaars nog, in militaire houding, staat Bus voor het bed met de pet in de hand. Hij spreekt geen enkel woord, maar van onder zijn dikke, grijze wenkbrouwen staren zijn ogen met scherpe blik de gewonde in het gelaat, Sophie grijpt de getrouwe bij de hand en zegt snikkend: „O, Bus, wie had dat toch kunnen denken? Ik was zo blij dat hij eindelijk eens weer met verlof kwam en nu Bus doet zichtbaar al het mogelijke om van zijn ontroering zo min mogelijk te laten blijken, „Ontroering geeft voor een oud-cavalerist geen pas", beweerde hij altijd. Zijn zware knevel trilt en hij doet een vruchteloze poging om zijn stem kalm en gewoon te doen klinken als hij zegt: „'t Is een wijs bestel van de goede God, dat we niet van te voren weten, juf frouw Sophie, doch 't is erg meer dan erg met Johan", En zich tot zijn meester wendend, vraagt hij: „Vindt u goed dokter, dat ik Bet Pullen met het rijtuigje hier breng ze wil zo graag mijnheer Johan nog even zien", „Goed, Bus breng Bet maar hier, 't is goed, best," Nog even werpt,Bus een blik op de jonge officier, dan, plotseling groetend met afgewend gelaat, verdwijnt hij met grote stappen. In de gang rollen dikke tranen hem langs de magere verweerde wangen en in de grijze knevel. Nog binnen het uur staat het rijtuig van dokter Waldens weer voor het huis. Nadat Bet enige ogenblikken aan het bed van Johan heeft gestaan, laat dok ter Waldens Bus zeggen, dat hij niet behoeft te wachten en wel naar huis kan gaan. Bet zal voorlopig bij hen blij ven. Bet Pullen, de oude Bét, had zijn kin deren klein gekend, ze mee verpleegd en verzorgd. Bet behoorde tot zijn gezin leefde met hen mee, was één met hen eigenlijk altijd al geweest. Bet moest hier blijven tot het einde kwam, En dat einde kwam nog spoediger dan hij verwachtte. Kort na de middag opende de sterven de nog eenmaal de ogen. Snel buigen vader, Sophie en Bet zich over hem, „Ken je ons nog, mijn jongen? Spreek nog een enkel woord", smeekt hij. Zacht, telkens onderbroken, doch dui delijk verstaanbaar vraagt hij: „Ben jij daar Fie? och, 't is zo donker en vader waar is die? Hij zwijgt, zijn adem gaat zwaar, Waldens neemt de klamme hand van zijn zoon in de zijne en zich dwingend tot kalmte, zegt hij: „O, Johan, mijn jongen!" De brekende ogen van de stervende zoeken. Moeder! waar is moeder? en zij vallen weer dicht. Nog éénmaal in een laatst samenvat ten van zijn krachten, tracht hij te spre ken, „Sophie! Sophie! Marie een laatste groet, Haar bleef ik trouw, Een dof gereutel maakt hem onver staanbaar. Een korte doodsstrijd nog, een breken van zijn ogen, die nog voor kort schitterden van moed en kracht, en de arme vader drukt zacht die ogen dicht. Hoofdstuk XVin HAAR BROEDERS SCHULD GEBOET De tragische dood van Johan Waldens had in het dorp algemeen verslagenheid teweeggebracht. Bij iedereen stond „Jo han van de dokter" goed aangeschre ven, overal was men hem goedgezind. Op de Stolzenhof was het, alsof men een eigen zoon en broeder verloren had. Koos van Stolzen, die nooit buiten gewoon spraakzaam was, sprak geen woord meer dan volstrekt noodzakelijk bleek. Slechts zijn verstandige, liefde rijke moeder gelukte het ten slotte de stugge, jonge boer tot het inzicht te brengen, dat het ongeluk hetwelk zijn vriend getroffen had, niet aan hem te wijten was. Dat de arme Johan geheel uit eigen beweging de Kol voor zijn re kening genomen had, (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1964 | | pagina 5