I EiuvnDEn-niEiJws Ds. Ph. Lansbergen te Goes 1 IflN Starheim Betalen uw debiteuren ook zo slecht %.r e.„ FRUITMIIND SENSATIONELE PRiJSVERLTrGING Diijes en Datjes Theoloog, medicus, astronoom automobielen 2e blad Vrfldag 27 september 1963 No. 3224 II Schuur in de as te Brulnisse Jubileum burgem. C. Slobbe te ZwÊIndrecbt (v/h te Ooitgensplaat) J. Keuvelaar A. V. d. Vliet Ir. Van Dis vraagt strafvervolging tegen V.P.R.O. Speculatie, haag af laag Geen kansspel Premlelening-en De Spaarbanken Loze geruchten. Wanneer wij over de effectenbeurs schrijven liebben wij een onderwerp aangesneden dat zeer veel kanten heelt Wij moeten er nog al enige dingen van laten rusten. Onze opmerking over de speculatie maakte de indruk alsof een speculant alleen aan de hogere koersen denkt. Dit is niet juist, want men kan ook specu leren door te verkopen omdat men la gere koersen ziet aankomen en dan weer wil kopen wanneer die lage koer sen er zijn. Dat is speculeren a la baisse terwijl in het andere geval gespeculeerd wordt a la hausse. Tot op zekere hoogte moet een ieder maar weten wat hij doet of durft wa gen. Blijft natuurlijk dat de speculant even warm loopt of even koud blijft voor spoorwegen of scheepvaart, als voor kunstzij defabricage of oliewinning dan wel kopermij nen of de handel in papierhout. Als hij maar verdient. Het bedrijf of vak zelf interesseert hem niet hij heeft het ook meestal nooit gezien. Hoger staat dan iemand die zich tot ze kere industrie of tak van handel voelt aangetrokken en er in werkt met liefde en ijver. Bovendien, het blijkt nog al eens dat iemand speculeert met geld dat hij van anderen onder zijn beheer heeft zonder dat de eigenaars van die mani pulaties weten. Loopt het verkeerd dan is er veel geld verdwenen dat de zo ver trouwde bankman niet kan bijpassen en dan eindigt de zaak voor de recht bank. Speculeren is kans wagen. Het kans spel als zodanig is door de gereformeer de theologen altijd verworpen. Gods kind leeft bij geen grillig lot of kans, maar bij wat Gods Voorzienigheid hem toedenkt. Daarom loten wij niet; ook niet voor een goed doel. En dan mag er ook maar niet op losgespeculeerd wor den aan de beurs. In de geldwereld liggen de dingen ook al weer niet eenvoudig voor het teder gemoed. Wat gaan anderen met mijn geld doen? Een aandeel in de schouw burg is toch weer iets anders dan b.v. in een meubelfabriek. En er zijn ooli nog christelijke belangen die wij kun nen dienen door ons geld aan haar te lenen. Men ontvangt dan óók een rede lijke rente. Doorlopend heelt ook de overheid geld nodig voor grote werken, dus komen er leningen op de markt. Intussen lopen andere leningen weer af, zodat er ge regeld miljoenen vrij komen, die toch weer ergens moeten ondergebracht. Na de oorlog was de rente laag. Rijk en Provincie hadden voor de wederopbouw geld nodig. De Provincie Zuid-Holland (en anderen) schreef toen een 2V2''/o pre mielening uit. Bij de uitloting worden de premieën openbaar, die variëren zo van niets tot wel honderd duizend gul den. Dus komt het voor, dat wie de provincie duizend gulden leende 20, 50,je wel 100 duizend gulden extra terug kreeg! Het was zo opgezet om toch maar geld los te maken, want alles ging nog wat stroef. Deze extra belo ning is echter zeer gespreid, het kans element zit er volledig in en ons hart trekt dan toch al te veel naar de al of niet komende premie, groot of klein. Zulke ongewone bezitsverhogingen zul len de christen toch niet mogen bekoren Geef ons heden ons dagelijks brood! Geld is geld waard. Wij sparen b:v. bij de spaarbanken, en deze zetten die kapitalen weer uit bij de overheid en ook bij de industrie. Maar u gevoelt, daar moet nu vooral niet gespeculeerd worden. Stel je voor! Dat doen de spaar en boerenleenbanken dan ook niet en op hun beleggingen houdt ook de Ne derlandse Bank een oogje. In de jaar verslagen vindt u precies wat er met uw geld gedaan is; doorgaans wordt het in overheidsleningen belegd, die zijn rustig en veilig. Niet zo onderhe vig aan grote koersverschillen. Het sparen neemt nog steeds enorm toe, het is verblijdend. Niet alle mensen zijn gelukkig los en ruw met liun inkom sten; zij brengen er het nodige van weg De bedragen lopen in de miljoenen! En toch.de helft van al die mil joenen spaarders in Nederland heeft gemiddeld maar een saldo van 600, En veertig procent heeft toch gemiddeld maar tien gulden op zijn boekje staan. Zodat er over de spaarzin nog wel wat te studeren is. Het raakt de sociale wel stand maar ook raakt het onze levens gewoonten. Een spaarbank heeft het vertrouwen nodig. Weinig reclame, geen geschrijf in de krant „al maar van dat rustige" zoals men wel eens zegt. De eerste we reldoorlog bracht de mensen al veel leeds. En veel zenuwen. Een oude juf frouw bracht op de spaarbank te Rot terdam aan de Botersloot honderd zil veren rijksdaalders, voor haar boekje. Na een of twee weken vroeg zij de 250,weer terug. Zij kreeg toen bank biljetten. Ik wil rijksdaalders, zei zij. Die heb ik niet, antwoordde de kassier Zo?, ik heb ze hier zelf gebracht; waar heb je ze dan gelaten, vroeg het vrouw tje. Zij dacht dat alle geld daar op sta peltjes bleef staan. Ook is toen een gerucht verspreid, dat de spaarbank over de kop was. In zo'n oorlogstijd vond dat gehoor, en rijen dik stonden de mensen op de Bo tersloot om hun geld terug te nemen. En de Bank betaalde maar. De Ned. Bank reed dagelijks aan om geld te brengen, want niet alle geld ligt daar in de kluis Ja, dat was mooi werk, onverstoorbaar werd er uitbetaald. Na een week kwa men er nieuwe rijen bij op straat van spaarders die het toch maar weer kwamen terugbrengen! Welzeker, net zo u wilt, hoor. Waarnemer Maar hebt u wel eens nagedacht over de oorzaak er van? Zou het deels ook niet te wijten zijn aan het ontbreken van een bankre latie op uw facturen en corres pondentie? Ga vandaag nog praten op uw BOERENLEENBANK RAIFFEISENBANK Vuur bij stro, dat hoort niet zo, dit was al een van die wijze lessen die de bekende dichter Jacob Cats in zijn tijd in zijn korte gedichtjes ten beste gaf. Maar evenmin horen lucifers bij ben zine en dan vooral niet in de handen van spelende kinderen. Doordat kinderen uit Plan West met lucifers te dicht bij een tractor kwa men, die geparkeerd stand naast de schuur achter de Noorddijk en eigen dom van de loon werker J. J. Gil jam vatte deze vlam en brandde geheel uit. RIJMEN VAN TIJMEN 't Loonfront in beweging! Tja, dat is me wat En de koppelbazen, Waren wel op pad Om ze aan te trekken, Werkers in het zwart 't Wordt voor de bedrijven, Toch wel wat benard Laten we maar hopen. Op meer arbeidsrust Dat is wel het beste! Werk naar hartelust! Let goed op de zebra's Mensen achter 't stuur! En volg dus de regels, Liefst maar heel sekuur! Dat is heel hard nodig Dat voorkomt véél pech Want een weg is heden. Niet zomaar een weg! 't "Wemelt van de borden. Zebra's enzovoort En zo ijlt het mensdom. Harder dan 't behoort! Huizen nog eens huizen, Dat is het parool Groeit de woningvoorraad, Strakjes nu als kool? 'k Help het tooh maar hopen 't Is ook meer dan tijd. Dat we van die zorgen, Ook eens zijn bevrijd. Bar goedkope huizen, Die wil ieder wel Krotten worden minder Dat gaat nooit te snel. Tij men De oud-burgenieester van Ooitgens plaat de heer C. Slobbe, sinds 6 jan. 1947 burgemeester van Zwijndrecht hoopt op I ofctober a.s. zijn 25-jarig ambtsjubileum te vieren. Burgemeester Slobbe werd te Rotter dam geboren 30 juni 1902 en na ge meentesecretaris te zijn geweest te Haastrecht en Vlist werd hij op 1 okt. 1938 benoemd tot burgemeester te Ooit gensplaat, als opvolger van burgemees ter Donkersloot. Tijdens de bezetting in 1942 werd hij als gijzelaar naar St. Michelsgesteld ge voerd en heeft ook in andere kampen gevangen gezeten. Na de oorlog zette hij zich in voor de wederopbouw van zijn gemeente. Op 6 januari 1947 verwisselde hij zijn standplaats met Zwijndrecht, een ge meente die sinds die tijd zeer sterk is uitgebreid. Op de jubileumdag 1 okt. a.s. wordt in de raadszaal een huldigingsbijeen komst gehouden met het volledige ge meentepersoneel, die 13.45 uur aan vangt. Daarop volgt een raadsvergade ring met een receptie. Zandpad Mlddelharnis Dat een vader en een zoon beide predikant zijn, is een gewone zaak. Minder alledaags is, dat ze tegelijk in dezelfde gemeente werkzaam zijn. Maar uniek zal wel zijn, dat ze op één dag worden afgezet. Een dergelijke gebeurtenis had plaats in Goes, in de herfst van 1613,-dus precies 350 jaar geleden. Over de zaak-Lansbergen zijn al boekdelen geschreven, en het verhaal is hoogst in teressant, doch we moeten in dit artikel de kortheid betrachten en volstaan met de hoofdlijnen aan te geven. Hier volgt dan het verhaal van Philippus Lansbergen en zijn zoon Pieter, beiden predikant te Goes, beoefenaars van de geneeskunde en van de sterrenkunde. De familie Lansbergen Philippus Lansbergen werd geboren te Gent op 25 aug. 1561. Zijn vader, Daniël Lansbergen, zag zich genood zaakt wegens de geloofsvervolging Vlaanderen te verlaten en vestigde zich met zijn gezin in Frankrijk, later in Engeland. Aan de Universiteit van Ox ford studeerde de jonge Philippus zo wel V/iskunde als Theologie. Reeds in 1580 (hij was toen 19 jaar oud!) werd hij beroepen tot voorganger van de Hervormden te Antwerpen. Na de over gave van deze stad aan Parma in 1585 nam hij de wijk, om in Leiden zijn stu die voort te zetten, tot hij in 1586 een beroep kreeg naar Goes. Daar heeft hij 27 jaar gewoond en gewerkt, samen met zijn collega Willem Claeszen, ook wel wat deftiger Guilielmus Nicolaas geheten. Dat Lansbergen een geacht en ge vierd predikant was, blijkt wel uit het feit dat in 1610 zijn zoon Pieter, die inmiddels was afgestudeerd, als derde predikant van Goes werd beroepen. Een andere zoon, eveneens Philippus gehe ten, stond te Kloetinge. Jacobus, de derde zoon, werd later burgemeester van Middelburg. Z'n dochter Sara was gehuwd met Ds. J. M. Wyringius te St. Maartensdijk. De aanleiding tot het conflict Toen in 1612 de stadsdokter en regent Cornells Adriaan Soetwater, op te nominatie stond om burgemeester te worden, richtten de drie Goese predi kanten zich tot de kiezers om zo mo gelijk de benoeming 'te verhinderen. Soetwater was namelijk lange tijd het Roomse geloof trouw gebleven en had als regent de Gereformeerden onder drukt. Weliswaar was hij later tot de Reformatie overgegaaan, doch men vreesde dat dit maar „om den brode" was geschied en men verwachtte wei nig goeds van zijn beleid.... Ondanks deze actie werd Soetwater tot burge meester gekozen. De nieuwe burgemeester kon zijn woede jegens de predikanten niet ver bergen en demonstreerde die door weg te blijven van het Avondmaal. Andere leden van de magistraat volgden dat voorbeeld. De predikanten moesten, wilden ze hun ambt trouw blijven, wel gaan vragen naar de redenen van hun verzuim, en zo kwam de zaak aan het rollen. Het stadsbestuur wist te bewerken dat er een buitengewone synode werd samengeroepen in Goes. Deze heeft in het najaar van 1613 langdurig over de kwestie-Lansbergen vergaderd. Merkwaardig is het feit dat de toorn van de magistraat zich alléén richtte op de beide Lansbergen's, terwijl toch ook de derde predikant van Goes, Claes zen, aan hun zijde stond. Had deze mis schien het hoofd in de schoot gelegd? uit de octa blijkt het tegendeel: „Claes zen prees zijn beide collega's als „goe de en getrouwe dienaren." Andere grieven Er werden echter nog andere beschul digingen tegen de Lansbergen's inge bracht, waarvan de voornaamste was: „Het onbevoegd uitoefenen der genees kunde"! Inderdaad bekende Philippus dat gedaan te 'hebben doch „alleen aan sommighe vrienden, die hem ontboden, zonder eenighen loon van den meesten- deel te ontfanghen." Zijn verweer was: „lek kan qualick ontsegghen mijne hul- pe aan degene, die des versoecken. We brengen even in herinnering dat de nieuwe burgemeester Soetwater arts was en het vermoeden dat hier brood nijd in het spel was, mist waarschijn lijk niet alle grondVolgens de Lansbergen's had Soetwater zelf het volgende verhaal in Goes verspreid; Lansbergen, uit hoofde van zijn ambt, op ziekenbezoek bij een vrouw, adviseerde haar het gebruik van be paalde medicijnen. Toen ze daar geen baat bij vond schreef hij een dubbele dosis voor. Na aanvankelijke beterschap stierf de vrouw een paar dagen later. „Hieruyt neemt den doctor medicij- ne oorsaeke om rond te stroyen dat hij, Lansbergen, deze vrouwe vermoort heeft...." Men kan zich wel voorstel len, welk een sensatie dit verhaal in Goes opleverde! Er was echter nog meer. Lansbergen Senior had van de preekstoel een steekstoel gemaakt. Op 30 juni 1612 had hij gepreekt over Galaten 6 10: „Laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs." Daar in was deze nogal doorzichtige zin voorgekomen: „dat men nü goed doet dengenen die de huisgenoten des ge loofs eertijds verdrukt hebben...." De preek van 28 juni 1613 was even eens ingeslagen als een bom. De tekst was Piomeinen 11 3: „Heere, zij heb ben Uw profeten gedood." Daarin had hij onder meer opgemaakt dat „een ge- meynte wel acht te nemen heeft op tgene de magistraat doet ende dat, zij onbehoorlijk handelende, de gemeynte schuldich is daarteghen te voorzien, soo sy in de straffen Godts niet en willen vallen. De synode onderzocht deze zaak en oordeelde „dat sulcke predication te doen ten dien tijde.seer groote on- voorsichticheyt was, die op andere tij den gedaan, stichtelijck souden geweest syn." Dit zijn maar enkele van de beschul digingen tegen de Lansbergen's inge bracht. In totaal waren er 28 punten, waarop ze zich hadden te verantwoor den. Het hele proces maakt de indruk van partijdigheid: de uitslag stond haast van te voren vast. En de Kerk durfde, uit vrees voor de Staten van Zeeland en voor de magistraat van Goes bijna geen protest laten horen. Tenslotte oordeelde de synode „in de vreese des Heeren ende-met aenroeping zijns naems.de voorzitter Philippus ende Petrus Lansbergius verplaetselick te zijn, dienvolgende dat zij ideselve ont- slaet van den dienst der kercke van der Goes, ende dat zij geihouden zijn haer te laten transporteren ende gebruijcken in een ander gemeynte, daer zij wettelick mogchten geroepen zijn." Dat betekende dus dat vader en zoon werden losgemaakt van hun gemeente (zoals dat tegenv,'Oordig genoemd wordt) en dat ze elders beroepbaar waren. Van de laatste mogelijkheid heeft echter geen enkele gemeente gebruik gemaakt. Zou de overheid ook ooit een eventueel beroep hebben geprobeerd? Voor nieuwe en goede gebruikte onder volle garantie. GARAGEBEDRIJF Julianaweg 78 - Telefoon (01877) 7 64 Melissant Naar Middelburg De toen 52-jarige Pihilippus Lansber gen ging in de Zeeuwse hoofdstad wo nen om zich daar geheel te wijden aan zijn liefhebberij: de astronomie. Hij schreef vele werken op dit gebied en deze hebben sterk de aandacht getrok ken. Lansbergen was in de natuurkun dige wetenschappen zijn tijd ver voor uit, wat onder meer bleek uit zijn ver dediging van het stelsel van Cooperni- cus. Daardoor lokte hij veel kritiek uit, met name van kerkelijke zijde. Het was zonder meer ketterij, als theoloog te be weren dat de zon stilstond en de aarde draaide! Bijna honderd jaar later schreef „Vader Brakel" nog „Dat de zonne onbeweeglijk soude staen en de aerde drayen is het verciersel van men- schen, die 't hooft te veel draijt" (Re delijke Godsdienst, pg. 224). Ondanks zijn liefde voor de natuur wetenschappen was Lansbergen aller minst een dor mathematicus. Zijn on derzoek van de natuur en van het hee lal leidde hem tot verwondering en aan bidding van de Sahepper. Daarvan ge tuigen al zijn werken. Lansbergen heeft nog bijna 20 jaar in Middelburg gewoond, voor een deel op kosten van de Staten, die hem een jaarlijkse uitkering gaven. Op 8 dec. 1632 is hij op 71-jarige leeftijd over leden. U. W.v.G. of FRUITSCHAAL^:;ya!ckundig Söpgemaakt; is uw; adres T, yah SirlenjiMïddelharnis Bealrixlaan TT Vl-l' r Tel. :2767:; Het Tweede-Kamerlid ir. C. N. van Dis (St, Ger.) heeft aan de ministers van O., K. en W. en Justitie schriftelijk vragen gesteld naar aanleiding van de televisieuitzending van de V.P.R.O. over de Morele herbewapening op 17 sep tember. Hij stelt de vraag of er in deze uit zending niet denigrerende, kwetsende of beledigende uitlatingen zijn gedaan over de aanhangers of voorstanders van de Morele herbewapening. Verder vraagt hij of in deze uitzending „in feite niet het pleit bezorgd werd voor de bedrijvers van homofilie". De heer Van Dis wil weten of de regering bereid is het openbaar minis terie te instrueren over een strafver volging, en om doeltreffende maat regelen te nemen, opdat de zendinrich tingen van radio en televisie niet langer gebruikt worden voor uitzen dingen van een „godslasterlijk of voor onderscheidene bevolkingsgroepen slui tend kwetsend of beledigend karak ter". SKODA geheei compleet NU v.a In ongewijzigde uitvoering dus oersterk (lange hevensduur) extra solide (meer veiligheid) compleet comfort (inpl. verwarming, rolhoes, binnen- en buitenspiegel, lichtslgnaalschakèjaar, parkeerlichten, kleerhaakjes, asbakjes, slaapbanken, etc.) DE NIEUWE PRIJZEN Skoda Octayia (43 pk) 52M,— Octa via Super (47 pk) 54sfe,^ Octavia TS (53 pk) 57B5,— Octa via Combi 6»6Ó,^ 120? Combi 0075,— H. ENGLEBERT N.V. - DOBBEWEG - VOORSCHOTEN - TEL. 01717^2010 DEALER; Garagebedrijf J. G. v. d. WERF, Bouwdijk 343, Melissant, tel. 466 VERVOLGVEKHAAL door W. SCHIPPERS 30 Men wilde hem helpen om tegen de kant op te klauteren en overstelpte hem inmiddels met vragen, dooh hij wees zwijgend alle hulp af, en eerst toen hij enige schreden naar voren, in de richting van het bivak, had gedaan, legde hij het lijk van Wilhelm voor zichtig op het gras neer, wierp zioh op de knieën en barstte in snikken uit. Toen naderde de kommandant van 't bivak met zijn luitenant en onmiddel lijk werd order gegeven het lijk van Wilhelm naar een der barakken te dra gen, waarvan nog een gedeelte overeind stond; morgen zou de arme Zwitser worden begraven. Een korporaal en een der manschap pen van de wacht werd gelast, Jan Star heim naar het verblijf van de komman dant te geleiden, ten einde onmiddel lijk omtrent het gebeurde te worden ver hoord. Zonder enig verzet Het Jan zich door de mannen medenemen naar het kamp. onverscthillig voor de straf, die hem wachtte, en slechts vervuld met de smart over het verlies van zijn vriend, aan wie hij zich met de liefde van een broeder had gehecht. Streng werd hij ondervraagd, en zon der aarzelen vertelde hij de ganse toe dracht der zaak. Daarbij zorgde hij er wel voor, zoveel mogelijk de sobuld op zichzelf te laden en zijn ongelukkige vriend vrij te pleiten. Ook de schildwacht, die hen had door gelaten, wilde hij vrijwaren voor straf, zonder echter tot liegen zijn toevlucht te nemen, doch diens schuld woog blijk baar bij de kommandant het zwaarst, zodat deze niet veel kans had zijn straf mis te lopen. Voor Jan Stanbeim was de kommandant welwillend, en de straf die 'hem werd opgelegd, was naar even redigheid van zijn misdrijf niet zwaar. Ernstig en streng wees de in de dienst van zijn vaderland vergrijsde officier op de treurige gevolgen van Jans onge hoorzaamheid aan de bevelen van zijn meerderen. „Indien gij", zo klonk het, „op grond van uw soldatenplicht, geweigerd had, mede te doen aan het roekeloze plan van Unterwald, zou deze de dood niet hebben gevonden op een ogenblik, dat hij zijn plicht verzaakte, door tegen on ze orders het bivak te verlaten. Fuse- lier Startieim! begrijpt ge thans het ge wicht van het door u gepleegde feit?" Jan Starheim sprak geen woord, doch hij boog het hoofd, en grote tranen big gelden langs zijn gebruinde wangen. Het scherpe oog van de oude krijgsman bemerkte het, en het bevredigde hem meer dan enig antwoord van de soldaat ooit had kunnen doen. Met iets vader- lijks in zijn stem voegde hij Jan nog toe „Laat deze treurige zaak u voor het volgende van uw leven tot een les zijn. Ge zijt nog jong, en dan kan men met een vaste wil veel goedmaken. Ge hebt u gedurende de tijd, dat we op bivak zijn geweest, als een goed soldaat ge dragen; dublDel jammer dat dit voorval heeft plaats gehad, anders waren bij aankomst op Java de kcrporaalstrepen u niet ontgaan. Mogelijk komt dit ech ter nog wel terecht, als ge uw straf ach ter de rug hebt, en gij u in het vervolg stipt houdt aan de bevelen uwer meer deren!" Hiermede was het verhoor afgelopen doch eer men Jan wegvoerde, waagde deze het, de kommandant het verzoelï te doen, of hij tegenwoordig mocht zijn bij de begrafenis van zijn vriend. „'t Is u toegestaan," sprak de kom mandant; eerst bij aankomst op Java zult ge uw straf ondergaan." De nacht die nu volgde, was voor Jan de treurigste die hij tot dusver in In- dië had doorgemaakt. Al lang vergeten tonelen uit zijn kin derjaren en jongensjaren stonden hem weer helder voor de geest en hielden de slaap uit zijn ogen. Hij zag weer dui delijk zijn teruggetrokken vader voor zich, die toch zo hartelijk en opgeruimd kon zijn in hun kleine huiselijke kring. Dan weer was het, of zijn lieve moe der bij hem was met haar eindeloos ge duld voor de wilde baldadige jongen, die zij toch altijd haar jongen, haar Jan neman noemde. Zijn sterke vader, zijn lieve zachte moeder, tot stof waren ze vergaan, reeds lang. Toen waren de jaren gevolgd, die hij doorbracht in het huis van oom Pieter, jaren, die niet veel aangename herinne ringen bij hem hadden achtergelaten. Een onderkomen had hij gevonden bij zijn oom, doch geen liefde, waaraan zijn jongenshart destijds zo grote behoefte had gehad. Maar was hij daar niet zelf groten deels de schuld van geweest? Ook de arme Wilhelm had hem, toen Jan zijn geschiedenis verhaalde niet van schuld vrijgepleit, al was het dan ook, dat deze er enkel de materiële zijde van zag. Doch vrouw Sparkel en Katrien, ja, die waren hartelijk en goed voor hem geweest, en nu herinnerde Jan zich ook, dat hij beloofd had hun te schrijven, maar 't was er geheel bij ingeschoten. „Doch waartoe diende het", morde Jan, „zich al deze dingen door het hoofd te halen? Dat alles was immers lang: voorbij, en wat voor het ogenblik mij 't meest beklemt, is het verlies van mijn arme Wilhelm." Zeker, er waren er meer gesneuveld van de afdeling, waarmede hij dit bivak had bewoond, en waar soldaten moeten vechten, hebben ze natuurlijk kans om te vallen, doch dat Wilhelm nu bijna zes jaren lang alle gevaren van 't soldaten leven in de Oost had meegemaakt zon der enig letsel van betekenis op te lo pen, en dan nu op zulk een droevige wijze tijdens een verboden uitstapje te worden doodgeschoten, zie dat vond Jan het ergste van alles. Wilhelm, die nog zoveel had op de wereld, waaraan zijn hart hing, die een moeder, een broer, een zuster en een ouderlijk huis bezat, waar men hem wachtte met hartelijke liefde. Wilhelm moest sterven, en zijn dood was voor de zijnen een vreselijke slag, die moge lijk het hart zijner moeder zou breken. En hij, Jan Starheim, bleef gespaard, hoewel zijn dood door niemand zou worden betreurd; hij stond immers al leen, geheel alleen op de wereld! Was dat alles toeval? Daar herinnerde hij zich plotseling hoe hij, toen zijn va der pas was verongelukt, aan zijn moe der vroeg: „Moeder, waarom zijn wij zo ongelukkig en andere mensen weer niet?" O, 't was reeds tien jaren geleden, docii hij zag haar weer voor zich staan in 't schemerlicht van de winteravond, in de half donkere huiskamer, daar, op die bovenwoning te Amsterdam. Hij hoorde weer haar zachte, zwakke stem, die sprak: „Jan, vergeet nooit. dat wij, arme mensenkinderen. God in de hemel geen rekenschap mogen vra gen van hetgeen Hem behaagt te doen." En dat herinnerde hij zich ook nog, later had er wel eens aan gedacht, 't was ook bij die zelfde gelegenheid dat moeder zeide: „Als rampspoed of kommer je neer drukt, bedenk dan, jongen, dat er een Vader in de hemel is, die je leed kent en die je niet zal verlaten, noch begeven. Onder voorwaarde echter, dat je Hem je nood en behoefte klaagt in tegen spoed, en Hem van harte dankt, als er zonneschijn is op je pad". De soldaat keerde zich om op zijn hard leger en een traan brandde in zijn oog. Had hij God zijn nood geklaagd in moeilijke dagen? Had hij God gedankt voor zovele gelukkige uren? Gedankt voor de hem geschonken kracht en ge zondheid boven zoveel anderen? Ge dankt dat hij gespaard bleef, viraar de dood anderen naast hem wegrukte? Onrustig wierp hij zich nu eens op deze, dan weer op de andere zijde. Sla pen, uitrusten van de vermoeienis, dat wilde hij, doch het scheen wel, of hij deze nacht wakend doorbrengen moest. Daar zag hij het wa^leke gelaat) van zijn vriend weer vóór zich. (Wordt vervolgtf)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1963 | | pagina 5