Waarheid en onzin rondom de Christelijlie
opleiding voor kleuterleidster
Is Nederland
overbeviilkt
Timmerman na va
van 5V2 meter
De nieuwe kleuterschool
FlCKORTEWEGsZOOH
met Ingang van
3 OKTOBER
houden wij
zitting te
OUDDORP
HEpEaLANDSeHElHpDELiMA/pW
Jvleditatie
Brommer contra auto
368 jaargang
Vrijdag 27 september 1963
No. 3224
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
¥00R DE ZUÏÏ).HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Vertchijnt tweemaal per week: dinsdag- én vrijdagavond
voor alle bank-,
effecten- en
assurantiezaken
Zondagsdiensten artsen
Zondigt Gods kind?
Fruitmaitdeie en Fruitiiakies
»^e ^rultcentrale"
PKINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Eedactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167030
ABONNEMENTSPRIJS 2,13 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
In het eerste artikel over dit on
derwerp hebben we de bevolkingscijfers
van ons land vermeld vanaf 1800, de
groeipercentages van een aantal West-
europese landen sedert 1900 en de be
volkingsdichtheid in diverse landen,
waaruit de conclusie viel te trekken, dat
Nederland een uitzonderlijk hoge be
volkingsgroei heeft. Sinds 1950 stijgt
ons zielental gemiddeld met ongeveer
140.000 per jaar alleen door het geboor
te overschot, dus afgezien van de mi
gratie. In 1962 werden er 246.000 kin
deren levend geboren en stierven er
94.000 personen, zodat de toeneming
152.000 bedroeg. Het betekent, dat er
door elkaar gerekend elke 2'/2 minuut
een kind geboren wordt en dat er elke
7V2 minuut een mens sterft; dat, er da
gelijks ruim 400 Nederlanders bij ko
men en per jaar een aantal gelijk aan
het inwonertal van b.v. de stad Gro
ningen!
Het is duidelijk, dat de bevolkingsaan
was voornamelijk bepaald wordt door
de geboorte- en sterftecijfers. Wil men
volledig zijn, dan moet ook de migratie
in aanmerking genomen worden. De be
volking neemt toe door geboorten en
immigratie en af door overlijden en
emigratie. Het saldo is dus te bepalen
door een eenvoudige formule: GS H
ondergeschikte rol in de bevolkings-
I—E. De migratie speelt echter een zeer
ondel-geschikte rol in de bevolkings
aanwas. Het hele geboorteoverschot na
de oorlog bedroeg 2,800.000, terwijl er
in die periode een negatief migratiesal
do was van 120.000, zodat de migratie
slechts voor 4°/o invloed uitoefent. We
kunnen die dus praktisch wel uitscha
kelen.
Onze krachtige groei wordt veroor
zaakt door een betrekkelijk hoog ge
boortecijfer en een zeer laag sterfte
cijfer. Wat het eerste betreft, vroeger
lag dit veel hoger; in de periode 1840
tot 1890 was het gemiddeld ongeveer
3g»/i)o met een top in 1876 van 370/00.
Het was de tijd dat er vrijwel nog geen
bewuste geboortebeperking werd toe
gepast. Dit cijfer is vooral na 1900 ge
stadig gedaald. Met de sterftecijfers was
het echter ook zo. Deze lagen ruim een
eeuw geleden nog op 25*/oo, Beide cijfers
hebben wel voortdurend geschommeld
en blijven dit uiteraard doen. Het laag
ste geboortecijfer vertoonde 't jaar 1937
met ig.a"/»!) en het laagste sterftecijfer
viel in 1952 met 7.3»/oo. Het eerste
schommelde van 1950 tot 1960 rond 21
a 22 en het laatste tussen 7 en 8. Het
verloop van deze cijfer met het daaruit
resulterende groeicijfer is als volgt:
1840 1900 1925 1940 19fe-2
geb.c. 35 32 26 21 21
st.c. 24 17 11 10 8
gr.c. 11 15 15 11 13
We zien. dus een zeer grote daling der
geboorten, maar doordat de sterfte even
eens enorm afnam, bleef het groeicij
fer toch op peil en bleef onze bevolking
in snel tempo toenemen. Als we de
groeipercentages van ons land verge
lijken met die van de andere Europese
landen dan blijkt Nederland aan de
top te staan, samen met Portugal, dat
echter een veel geringere bevolkings
dichtheid heeft (slechts een vierde). De
conclusie moet dus zijn, dat ons land
verreweg in de moeilijkste situatie ver
keert, ook al vertoont het geboortecij
fer een zwakke dalingstendens en gaat
het sterftecijfer langzaam omhoog door
de veroudering.
De grote veranderingen in de geboor
te- en sterftecijfers hebben dus de laat
ste 60 jaar weinig betekenis gehad voor
de groei, omdat de daling van de eer
ste gecompenseerd werd door de da
ling van de laatste. Hoe het verloop in
de toekomst zal zijn, valt niet te voor
spellen. Dat onze bevolking nog ge
ruime tijd snel zal toenemen, is wel ze
ker. Tot dusver hebben we steeds het
groeipercentage als uitgaanspunt geno
men, maar er is een nog nauwkeuriger
maatstaf n.l. de netto-vervangingsfac
tor of reproduktieüidex. Dat is het geval
dat de verhouding aangeeft tussen het
aantal levendgeboren meisjes en het
aantal meisjes, dat later uit hen gebo
ren wordt. Wanneer deze verhouding
1 is, dan betekent dit, dat vruchtbaar
heid en sterfte elkaar compenseren en
er is dus een stationaire bevolking.
Nederland heeft echter een n.v.f. van 1,4
a 1,5 hetgeen een zeer sterke groei be
tekent. Dit cijfer is b.v. in Engeland
slechts 1,01, in België 1,03, in Zwitser
land 1,1 en in Frankrijk 1,2. Een statio
naire bevolking zouden we krijgen, wan
neer de geboorte- en de sterftecijfers
elkaar gingen ontmoeten. Volgens bere
keningen zou dit punt liggen bij U'/oo.
Het maken van een bevolkingsprog
nose is een zeer gevaarlijk experiment.
IVIen moet dan gaan extrapoleren d.w.z.
uit bekende termen of gegevens van
een reeks andere berekenen. Er zitten
echter zoveel speculatieve elementen in
het bevolkingsverloop, dat elke prog
nose altijd nog gefaald heeft. Ze is des
te riskanter, naarmate men een langere
periode neemt. Zo heeft het C.B.S., dat
toch wel het meest deskundig is, ja
ren geleden eens „berekend", dat onze
bevolking in 1970 de 12.100.000 zou be
reiken, terwijl thans vaststaat, dat dit
getal al in 1964 wordt bereikt. En prof.
Methorst, 'de vroegere direkteur-gene-
raal van het C.B.S., becijferde in 1937,
dat Nederland in 1975 een zielental van
10.400.000 zou hebben, dat echter al in
1952 was bereikt, terwijl hij in 1941 de
bevolking van het jaar 2000 op 12 mil
joen stelde, een getal dat we nu in 1963
al bereiken! Hij maakte deze fouten
doordat hij uitging van de veronder
stelling dat ons geboortecijfer sterk zou
gaan dalen, daar 1937 juist een diepte
punt bereikt had. Het liep echter heel
anders, want het ging weer omhoog,
werd in de oorlog 23''/oo, in 194fi zelfs
30.2, in 1947 27.8 en al daalde he. cijfer
het staat nu toch nog altijd op ongeveer
21. Nochtans gaat men op het C.B.S.
door met het prognostiseren, maar om
dat de praktijk leerde, dat alle progno-
sen door de feitelijke ontwikkeling wer
den achterhaald, is men voorzichtiger
geworden en gebruikt men een nieuwe
methodiek, n.l. deze, dat men gelijktij
dig met een maximale en een minimale
hypothese werkt, die de grenzen naar
boven en beneden aangeven, terwijl
men daaruit dan een gemiddelde kan
construeren, dat echter geheel fictief is.
Zo is er nu een prognose, die het in
wonertal van ons land afgezien van
de migratie per 1 januari 1981 stelt
tussen 15.4 en 13.2 miljoen. Men kan nu
wel stellen, dat het gemiddelde 14.3 m.
is, maar of dit wordt gerealiseerd hangt
geheel in de lucht, zodat dit getal zui
vere speculatie is.
In ieder geval staat wel vast, dat
onvoorziene gebeurtenissen en omstan
digheden voorbehouden onze bevol
king voortgaat zich in een exceptio
neel tempo te vermeerderen. We komen
dus terug op de vraag in de titel van
ons onderwerp: is Nederland overbe
volkt of bij uitbreiding: zal het dit spoe
dig zijn? Zoals we in het eerste artikel
al opmerkten, is deze vraag zeer moei
lijk te beantwoorden. De bevolkings
dichtheid zonder meer is geen voldoen
de maatstaf om te beoordelen of een
land over- of onderbevolkt is. Zeer ve
len achten ons land beslist overbevolkt
met zijn 360 inw. per km-, maar er is
nog nimmer zo'n welvaart geweest en
werklozen zijn er niet, integendeel er
is een groot tekort aan arbeidskrachten
Velen in de Ver. Staten vinden,, dat hun
land met z'n 19 inw. per km2(!) en z'n
grote welvaart het is toch het rijkste
land ter wereld overbevolkt is van
wege de perm.anente aanwezigheid van
4 a 5 miljoen werklozen. Is er nu in Ne
derland onderbevolking, omdat wij een
groot arbeidstekort hebben? Beslist niet
Was er in ons land in de dertiger jaren
overbevolking, omdat we 400.000 werk
lozen hadden? Evenmin. We telden toen
8 miljoen zielen met armoede en nu 12
miljoen met grote welvaart! Het is dus
niet zo eenvoudig. De conjunctuur
speelt hierin ook een heel grote rol.
Deze is echter golvend en het begrip
overbevolking veronderstelt een per
manente situatie na overschrijding van
een bepaalde grens. Zo komen we er dus
ook niet uit.
Zowel over- als onderbevolking ver
onderstellen een wanverhouding tussen
zielental en welvaartsbronnen. In het
alge-meen kan men zeggen, dat er een
gevaarlijke situatie ontstaat, wanneer
de economische ontwikkeling achter
blijft bij het tempo van de bevolkings
aanwas. Maar er is slechts een benade
rend antwoord mogelijk op de vraag,
wanneer dit zo is.
NIEUWE TONGE
De 25-jarige ongehuwde timmerman
Johannes A. Hameeteman, wonende te
Oude Tonge is j.l. dinsdagmiddag tij
dens werkzaamheden van het 5% meter
hoge dak van een in aanbouw zijnde
loods gevallen, aan de gevolgen waar
van hij enige uren later is overleden.
De heer Hameeteman was werkzaam
bij de aannemersfirma Hoos Zn. te
Stad aan 't Haringvliet die voor de fa.
C. J. Verseput te Nieuwe Tonge een
loods bouwt nabij het voormalige tram
station. Het slachtoffer verrichtte zijn
werk boven op het nog open dak toen
hij van deze hoogte viel en op de be
tonnen vloer terecht kwam. In zorg
wekkende toestand is hij naar het zie
kenhuis vervoerd waar hij aan de ge
volgen is bezweken. Omtrent de oor
zaak tast men volkomen in het duister.
MELISSANT
Kerknieuws. Zaterdagavond 7 uur
hoopt voor de Geref. Gemeente alhier
voor te gaan de heer A. Hoogerland,
Theol. student te Rotterdam.
^i^&et Fabrieken Zevenbergen
NIEUWE TONGE-
Al is het dat men er
wel heel lang over deed,
in Nieuwe Tonge kwam j
een kleuterschool gereed.
Door de vergunning is
de bouw wel erg vertraagd
een jaar of vier terug,
was die al aangevraagd.
Nu is de schooi dan klaar
en mag er heus wel zijn,
maar door de vele kleuters,
blijkt die alweer te klein.
Want deze school, heel mooi
die heeft maar één lokaal,
dus is er nu vanzelf
■geen plaats voor allemaal.
Een ruim lokaal er bij,
is heus niet~overbodig,
maar ook daarvoor is weer,
geld en vergunning nodig.
op maandag van 14-17 uur
op donderdag van 10-13 uur
in liet Verenigingsgebouw,
Stationsstraat 3, tel. (01878) 469
Van zaterdag 28 september v.m. 12 uur
t.m. maandag 30 september v.m. 9 uur
Mvddeiharnis-Sommelsdijk:
Dienst heeft dokter Bakker, telefoon
2710, Sommelsdijk.
Dirksland-Herkingen-Melissant:
Dienst heeft dokter Boot, telefoon
01877-227, Dirksland.
Oost-Flakkee:
Dienst heeft dokter Bouman, telef.
01871-269, Stad aan 't Haringvliet en
dokter Kramers, tel. 01873-201, Oolt-
gensplaat.
ZONDAGSDIENST DIERENARTSEN
Dienst heeft de heer Terlouw, die
renarts te Miiddelharnis, tel. 2357.
THOLEN
Zondagsdienst artsen. Zondag 29
sept. hebben voor de gemeenten Poort-
vliet, Tholen, Nw. Vossemeer, St. Phi-
lipsland en Oud Vossemeer dienst dok
ter Looijsen, tel. 01660-542, Tholen en
dokter Renes, tel. 400, Oud Vossemeer.
„Wij weten, dat een iegelijk, die
uit God geboren is niet zondigt...
(1 Joh. 5 18a)
Zo vi/ad ik dan deze wet in mij:'
als ik het goede wil doen, dat het
kwade mij bijligt.
(Rom. 7 21)
Wanneer we deze twee teksten naast
elkander leggen, dan lijkt het er veel
op, dat hier sprake is van een tegen
strijdigheid.
Men zou zeggen: De eerste tekst leert
ons dat bekeerde mensen niet kunnen
zondigen en de tweede tekst laat zien,
dat ze juist niet anders doen dan zon
digen.
Juist deze schijnbare tegenstrijdig
heid moet ons tot nadenken stemmen
en leert ons, dat wij niet aan één tekst,
zonder verder uitdieping ervan één
heel theologisch stelsel kunnen ophan
gen. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is,
viel me op, toen ik onlangs in een
blaadje van de Pinksterbeweging iets
las van de hand van Jan van Gijs: „Hij
schrijft: „Heel veel geleuter over het
zondaar-blijven-tot-onze laatste snik,
komt voort uit verlangen naar de zon
de. En daarom maakt men gebruik van
dit vroom klinkende smoesje. Job b.v.
merkte dat hij;; ondanks zijn respectabel
gezin, toch graag, naar een aardig meis
je keek. Wat een ellendige gedachten
konden daarbij door zijn hoofd flitsen.
Die waren fnuikend voor zijn^gemeen-
schap met God. Daarom nam' Job op
nieuw een beslissing. Voor het aange
zicht des Heeren sloot hij toen een
verbond met zijn ogen."
Af gedacht van de profane manier van
spreken (ook in het verdere en door ons
weggelaten citaat) hieruit tot ons komt,
zouden we dus tot de conclusie komen,
dat de mens op een zeker ogenblik kan
zeggen: „Vaarwel zonde, ik heb met u
afgerekend." En nu zou men op 't eer
ste gezicht zeggen, dat men n.a.v. de
eerste, door ons genoemde tekst ook in
derdaad zo kan denken, spreken en
doen.
„Die uit God geboren is, zondigt niet."
Spreekt Johannes hier Paulus tegen?
Spreekt hij zichzelf tegen, waar hij in
hoofdstuk 1 zegt: „Indien we zeggen,
dat we geen zonden hebben zo maken
we God tot een leugenaar? Heeft de
Pinksterbeweging c.q. Jan van Gijs ge
lijk?
„Wij weten, dat een iegelijk die uit
God geboren is, niet zondigt." De oor
spronkelijke tekst gebruikt hier voor
't woord „zondigt" eert woord, dat om
schreven zou kunnen worden door:
„doorzondigt." Zondigt tot de dood,
zonder ooit met die zonde te breken.
Hij blijft niet in de zonde liggen en
leven, docli staat weer op en doet, met
verbrijzeling des harten die zonde van
de hand.
Bovendien, de mens is na ontvangen
genade een „tweemens" geworden.
Daar is een deel in hem, de nieuwe
mens, die uit God geboren is. Die mens
kan niet zondigen. Al wat God maakt
is goed. Al wat Hij wrocht, zal juichen
tot zijn eer. Daar blijft echter óók over:
„de oude mens." En daar doelt Paulus
op. Ook hij zegt, dat hij een vermaak
in de wet Gods heeft. Maar----- naar
de inwendige mens, zo voegt hij er aan
toe.
Zo doe ik nu de zonde niet meer,
maar de zonde die in mij woont. Dat
is de uitvv'endige, de oude mens.
„Ik zelf dien met het gemoed de wet
Gods, maar met het vlees de wet der
zonde. Zo vind ik dan deze wet in mij:
als ik het goede wil doen, dat het kwa
de mij bijligt."
Is dat niet gemakkelijk voor de
mens? Komt hij er zo niet met een
koopje af? Kan hij nu maar raak zon
digen met een beroep op zijn oude
mens?
Neen, duizendmaal neen! Want dat
deze toestand zo is, maakt voor de we
dergeboren mens, nu juist de smart en
de strijd uit. Het doet hem, met Paulus,
uitroepen: Ik ellendig mens, wie zal mij
verlossen van 't lichaam des doods?"
Dan wordt het ideaal om ontbonden
en met Christus te zijn. God te aan
schouwen is gerechtigheid.
Dat maakt geen valse lijdelijkheid,
maar geeft wel dat heerlijke, vaste ver
trouwen dat uitroept: „Zijn wij on
trouw. Hij is getrouw. Hij kan zichzelf
niet verloocherien."
In ons zelf verliezen we 't altijd weer.
Zondigen we altijd weer. Heus, tot on
ze laatste sn»c. Maar.zo zegt de
apostel„in Christus zijn wij méér
dan overwinnaars."
Wie uit God geboren is, wordt juist
met zijn zonden telkens weer in die
verzoenende armen van Christus ge
worpen.
„Ik dank God door Christus Jezus
onze Heere."
Johannes schrijft hier nog iets, dat
op. 't eerste gezicht tof misverstand
kan brengen. „Die uit God geboren is,
bewaart zichzelf." Kan de mens zich
zelf dan bewaren voor de zonde? De
Nieuwe Vertaling geeft hier een ande
re versie, die aansluit bij de oudste
handschriften en schrijft: „Die uit God
geboren is, bewaart hem." Hierin zit
dus juist niet de gedachte; dat hij zich
zelf bewaart, maar dat 'hij door Jezus
Christus bewaart wordt.
Dit sluit aan, op wat de apostel reeds
eerder in deze brief schrijft: Kinder-
kens, indien wij gezondigd hebben, wij
hebben een voorspraak bij de vader,
welke is Jezus Christus de Rechtvaar
dige."
Kent u die strijd in uw leven en le
den? Die strijd tussen de zonde en het
niet-zondigen?
Dan wordt de ervaring van Gods
kerk: ik ben tot hinken en tot zinken
ieder ogenblik gereed. Maar ook, dat
de genade van de Heere Jezus Christus
bewaart voor struikelen ter doding.
Dan wordt de ervaring, dat we in
ons zelf steeds weer geneigd zijn tot al
le kwaad en onbekwaam tot enig goed.
Maar ook.dat de kracht van Chris
tus ons de overwinning geeft. Dan zingt
de dichter:
'k Bekend' o Heer aan U oprecht
mijn zonden.
'k Verborg geen kwaad dat in mij
werd gevonden.
Maar ik beleed na ernstig overleg,
mijn boze daan.
Gij naamt die gunstig weg.
Dirksland.
C. J. Kesting.
ST. PHILIPSLAND
Zondag j.l. met de bromfiets uit de
Noordweg komende, is d^ heer M.
Mberland uit Anna Jacobapolder op
de hoek (Langeweg) tegen een luxe auto
gereden.
Ofschoon zijn bromfiets zwaar be
schadigd was, leek het alsof hij er zelf
slechts met pijnlijke schouder afgeko
men was.
Later optredende hoofdpijn, heeft dr.
Menger, die vreesde dat er meer achter
stak doen besluiten hem bedrust voor
te schrijven.
VOOR BETER a^1>
1*"^-------r NAAR DE
MI0DELHRRNIS-TEL:Z3Z8
Mpn schrijft ons van de zijde van het
bestuur van de C.V.O.:
Over deze opleiding, welke zo juist
begonnen is zijn al veel wijze maar
nog veel meer dwaze dingen gezegd
en geschreven. Dit bleek wel uit o.m.
de raadsverslagen van de afgelopen
weken. We kunnen ons indenken dat
velen op ons eiland, mede door de ver
warrende indruk, die de raadsverslagen
in verschillende bladen (zelfs in de
Chr.. Dagbladpers) gaven, tot op het
huidige ogenblik nog niet goed weten
wat er aan de hand is en in het gun
stigste geval moeten denken: nu ja,
we zijn wel blij dat deze opleiding er
nu is, maar het bestuur van het C.V.O.
(ten onrechte hier en daar vereenzel
vigd met de V.G.L.O. school) heeft het
in 't begin toch wel een beetje on
elegant gedaan. Had dat nu niet an
ders gekund?
Ook wordt, geheel ten onrechte, hier
en daar bewust de indruk gevestigd dat,
nu de opleiding in handen is van een
Christelijke vereniging, er slechts voor
een bepaald gedeelte van de Flakkeese
meisjes plaats op onze cursus zou zijn.
Het tegendeel is echter waar. De op
leidingscursus is voor ieder toeganke
lijk, mits over de vereiste kennis wordt
beschikt.
Men kan zelfs vrijstelling krijgen van
'het vak: „Godsdienstonderwijs". Maar
is de christelijke leer en de christelijke
gedachte dan onder sommigen van ons
eiland zó iets verwerpelijks geworden,
dat men er helemaal niets van wil ho
ren en leren? Moet er dan persé geleerd
worden dat een mens van een dier af
stamt en dat het scheppingsverhaal on
zin is en dat God niet bestaat en dat
niet Zijn hand, maar het toeval te zien
is in de geschiedenis van wereld en
vaderland en dat.... (en vult u zelf
maar in?)
Men kan toch onmogelijk van een
christen verlangen dat hij voor zulk
onderwijs zal kiezen en zijn kinderen
daaraan overgeven. Het gaat ons niet
om één uur godsdienstonderwijs of niet
Het gaat ons om de gehele sfeer van
het onderwijs. Om de geest die het
ademt.
Doch ter zake, wat de geschiedenis
van deze cursus betreft.
Het allereerste begin is geweest, dat
enkele heren uit Sommelsdijk het loffe
lijk initiaitef hebben genomen een ori
ënteringsavond te beleggen met het
doel belangstelling te wekken bij meis
jes voor het Kleuterleidsterschap. Op
die avond is o.m. gesproken door de in-
spectrices K.O. Er bleek veel enthou
siasme tot deelname te zijn en afgespro
ken werd, dat binnenkort een avond
zou belegd worden waarop definitief
een Stichting Opleiding Kleuterleidster
zou worden geformeerd.
^De ring van Ned. Herv. predikanten
vergaderde juist in deze tijd en op die
vergadering bleek, dat men deze gang
van zaken betreffende een dergelijke
opleiding nauwkeurig ha<i gevolgd en
niet gerust was omtrent de grondslag
waarop straks deze stichting zou rus
ten. Omdat ons eiland voor 75 tot 80"'/o
Protestant-christelijk gerekend kan
worden, meende men, dat een derge
lijke basis niet aan deze stichting
mocht ontbreken.
Omgezien werd naar een bestaande
rechtspersoon die deze cursus onder
haar hoede zou kunnen nemen. Toen
gingen de gedachten uit naar de Ko
ninklijke Goedgekeurde Vereniging voor
Christelijk Voortgezet onderwijs op
Goeree Overflakkee, welke vereniging
reeds een V.G.L.O. school exploiteert.
Deze vereniging is volkomen interker
kelijk en telt in haar bestuur leden
van de Ned. Herv. Kerk,, de Geref.
Kerken; Chr. Geref. Kerk en Geref.
Gemeenten.
Dit bestuur meende zich niet te mo
gen onttrekken aan het beroep dat op
haar werd gedaan en zegde toe de ge
vraagde medewerking, zo nodig, te wil
len verlenen.
Dit beroep werd inderdaad gedaan,
nadat op een vergadering van de S.O.K.
in oprichting (let U er dus wél op, dat
deze vereniging nog niet opgericht was)
met overgrote meerderheid besloten was
om aan de e.v. te vormen opleiding een
uitgesproken Protestants-Christelijk ka
rakter te geven. Direct nadat dit besluit
gevallen was, trok de Commissie van
initiatief, bestaande uit de heren van
Kampenhout en van Zielst zich terug
en wilden geen verdere medewerking
verlenen. Nogrnaals aangezocht, nam
het bestuur van het C.V.O. de taak
over. Waar dit bestuur echter haar han
den vol heeft de belangen der V.G.L.O.
te behartigen, benoemde zij een Com
missie van bijstand, die inzonderheid
haar aandacht zou schenken aan de te
vormen Opleidingscursus voor Kleuter
leidster. Naast 3 bestuursleden werden
in deze Commissie benoernd de leden
der vereniging Ds. T. v. 't Veld, welke
bereid was het voorzitterschap der
Commissie te aanvaarden, de heer Ta-
nis te Ouddorp en de dames mevr. den
Boer te Herkingen en mevr. Keur te
Melissant.
Aan deze Commissie is practisch vrij
mandaat gegeven om de zaken naar
beste kunnen en kennen te regelen.
Geen verband met V.G.L.O
De opmerking, die" hier en daar in de
gemeenteraden gelanceerd is, als zou
deze opleiding tot Kleuterleidster in
enigerlei verband staat tot of voordeel
opleveren vóór de Chr. V.G.L.O. school
is er dus ten enenmale naast. Het eni
ge contact ligt in het gebruik van een
tweetal leslokalen tegen de kostende
prijs van vuur en licht. Enig voordeel
trekt de V.G.L.O. school noch wat be
treft leerlingen, noch wat exploitatie
voordeel aangaat er beslist niet uit.
Een ander punt wat in 't geding is
gebracht, betreft het aantal cursisten.
Er is veel geschermd met het aantal
meisjes dat zich in eerste instantie (op
welling zouden we misschien beter kun
nen schrijven) voor deze opleiding bij
de S.O.K. in oprichting had opgegeven.
De Commissie heeft al deze namen
opgekregen en nagegaan aan de hand
van de reeds genoten opleiding, welke
meisjes voor de eigenlijke opleiding in
aanmerking konden komen.
Het is nl. zó dat men geen examen
voor kleuterleidster kan afleggen ,dus
Speciaal in het opmaken van
B. T. d. VEEB
Telefoon 2682 Westdyk 86
MIDDEIiHABNIS
ook geen opleidingscursus volgen) of
men moet U.L.O. diploma bezitten of
met goed gevolg 3 klassen der H.B.S.
hebben doorlopen. Een derde mogelijk
heid is het doen van een toelatings-exa-
men (A) dat ongeveer op hetzelfde ni
veau ligt en waarbij men dan ook over
de kennis, gelijkstaande aan bovenge
noemde vereiste moet voldoen, terwijl
men eveneens met een redelijke kans
tot slagen kan deelnemen indien men
via de V.G.L.O. in 't bezit is van de
diploma's A.V.V. Wat bleek nu? Dat
van de 65 meisjes er in totaal 11 vol
deden aan de eisen om regelrecht in de
opleidingscursus te kunnen worden op
genomen.
Van deze elf meisjes, heeft zich er
één teruggetrokken omdat het een
christelijke opleiding is geworden en
nog één om geheel andere, particulie
re redenen.
Van de overigen bleken er 15 in aan
merking te komen voor een spoed-cur-
sus, waarna zij volgend jaar met een
goede kans (wat overigens niet wil zeg
gen dat wij een garantie kunnen geven)
het toelatingsexamen (staatsexamen)
kunnen doen, waardoor zij bevoegd
worden t.z.t. het eigenlijke examen
voor kleuterleidster te kunnen afleg
gen.
Van de 65 meisjes moesten er dus
ongeveer 40 afvallen niet omdat zij onze
cursus niet wilden volgen, maar om
dat hun kennis niet voldoende was om
dit binnen afzienbare tijd met ook maar
enige kans op succes te kunnen doen.
Het bestuur meent dat op deze manier
alleen maar de aangevraagde subsidies
verantwoord besteed konden worden.
Dit is ook in het oog gehouden met be
trekking tot het zoeken van de docenten
die de lessen zullen geven.
Goedkope opzet
Overigens is alles zo goedkoop mo
gelijk opigezet. Ook de vergoeding aan
de docenten welke noodgedwongen' ver
beneden het gebruikelijke peil ligt. Ge
lukkig is bij hen zoveel goede wil en
enthousiasme, dat zij desondanks zon
der uitzondering bereid bleken, hun
beste krachten aan deze zaak te wijden.
De subsidies van de gemeenten en de
lesgelden zijn dan ook ternauwernood
voldoende om de allernoodzakelijkste
kosten der eigenlijke opleiding te dek
ken.
Particulier initiatief en kerkelijke
bijdragen waren juist voldoende om het
overblijvende tekort der eigenlijke op
leiding te dekken en een vóór-oplei
ding (eenmalig) mogelijk te maken.
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)