Kuijpers WEEK RECLAME NGV ZEGELS ZIJN GRATIS ZEGELS PERZIKEN 139 SPERSIEBONEN AUGURKEN SAN REMO literpot 75/ GROTE BEER VOOR 4.- De Miljoenennota 1964 STRUSK literblik 70 in ZEGELS lU EXTRA Tekort geschat op f 1.628 miljoen voetonderzoek en advies ZEGELS EXTRA LEVERPASTEI FONDANT BORSTPLAAT Geen fust van sproei middelen in de sloten P. R. Bakker geen spreekuur VERTROUWDE FINANCIERING van de auto, landbouw machine, bromfiets e.d. die u wilt aanschaffen: u krijgt vertrouwelijk alle inlichtingen als u even schrijft naar het bureau ^^n'^nï: 2646 GRATIS vrijdag 20 september 1 963 voor betere schoenen VOOR ST. NICOLAAS! 250 gram winkelwaarde 11,90 3 volle zegelboekjes. Spaar de gratis NGV zegels want er komt ook nog een enorme plastic kraanauto. Boekbespreking pinsdag 17 september 1963 „ïï£>ANDaN-NIBUWS" Blz. 3 Grammofoon met hoorn ge vraagd, oude speeldoos met nietalen plaat, of koperen rol, of gram. op wasrollen en grammofoonplaten. Zend briefkaart aan post bus 3045 Voorburg Z.-H. arts te Sommelsdijk houdt a.s. donderdag (19 september) Stoeltjesklok, Friese Staart- klok, staand horloge, schip- pertje of andere oude klok gevraagd. Defekt geen be zwaar. Br. aan postbus 4010 Rijs wijk Z.-H. door de bekende voetspecialist van de DUREA ORTHOPAEDISCHE SCHOENFABRIEKEN op van 1012 en 25 uur bij; BEIJERLANDSELAAN 83 ROTTERDAM Onze STEUN- en GEMAKSCHOENEN sortering van de bekendste merken overtreft alles. H.H. 200 gram schijfjes boordevol literblik heerlijk koekje p. pak 59 Deze prachtige beer, die echt kan brommen is ruim een halve meter hoog. De kwaliteit is uitstekend en de constructie ijzersterk. De aparte beren" kleur is een lust voor het oog. Bij Uw NGV winkelier is een model aanwezig. Ga daar dus direct kijken en bestel zo spoedig moge lijk. Bestellingen worden (zolang de voorraad strekt) tot 8 nov. aan genomen. De NGV zegels krijgt U gratis bij de boodschappen. In de ontwerp-begroting 1964, die de minister van Financiën hedenmiddag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, worden de totale rijltsuitgaven geraamd op 12.856 min. en de middelen op 11.476 min. zodat het tekort wordt geschat op 1.380 min. Met inbegrip van enliele additionele posten, grotendeels lei dende tot hogere uitgaven, onstaat een tekort van 1.628 min. In de Miljoenen nota vestigt de minister er de aandacht op dat de ontwerp-begroting 1964 voor wat het overgrote deel van de posten betreft opgesteld is door het vorige Kabinet. De financieringsbehoefte van het Rijk in 1964, waarbij mede rekening is gehouden met een bedrag van ongeveer 125 min. ter dekking van het te kort van het Gemeentefonds, wordt berekend op 1,7 miljard. Hierin zal tot een bedrag van 750 min. l^unnen worden voorzien met middelen van de voor- inschrijfrekeningen; voor het overige deel zal een beroep nodig zijn op de kapi taalmarkt. Aangezien in het budgettaire kastekort bijna 500 min. is begre pen wegens aflossing van de binnenlandse staatsschuld, zal het Rijk voor eveneens bijna 500 min. een beroep nvoeten doen op netto besparingen van andere sectoren. De verhoudingen tussen totale besparingen en investeringen geeft de minister van Financiën het vertrouwen dat het mogelijk zal zijn het tekort geheel op de kapitaalmarkt te financieren. Realisering van de vele wensen met betrekking tot overheidsvoorzieningen is slechts mogelijk binnen de grenzen die door het reële nationale inkomen worden gesteld. Tegen deze achter grond is de regering voornemens voort te bouwen op de door het vorige Kabi net gelegde grondslag voor een struc tureel begrotingsbeleid. Bij de verdeling van de beschikbare ruimte geeft het Kabinet zoals in de re geringsverklaring van 31 juli 1963 is vermeld, de hoogste prioriteit aan de oplossing van de woningnood. In een nota die op korte termijn aan de Sta- ten-Generaal zal worden overgelegd, zullen uitgebreide beschouwingen wor den gewijd aan een groot aantal on derwerpen die het woningbeleid betref fen. Het geven van de hoogste prioriteit aan de bevordering van de woning bouw heeft, voor zover het de realisatie van het woningbouwprogramma betreft, vrijwel geen invloed op de ramingen voor de uitgaven in de ontwerp-begro ting 1964, daar deze betrekking heb ben op de reeds vóór 1964 in uitvoering zijnde woningen. Naar de regering ver wacht zal een geleidelijke verwerkelij king van de gedachten, neergelegd in de hiervoor bedoelde nota, leiden tot hogere uitgaven dan in de ontwerp begroting zijn geraamd. Voor 1964 zul len zij echter van beperkte betekenis zijn. Het Kabinet is voorts van oordeel dat eliminering van de invloed der pro gressie op de opbrengst van de belas ting dringend geboden is, voor zover dit althans in overeenstemming is te brengen met het toekennen van voor rang aan de bevordering van de wo ningbouw. Ook aan de uitvoering van het landbouwbeleid, zoals dit in de re geringsverklaring is uiteengezet, dient een hoge prioriteit te worden toege kend. Voorts is van grote betekenis dat voldoende middelen ter beschikking worden gesteld voor de uitvoering van een doeltreffend beleid ten aanzien van de ontwikkelingslanden, sociale zorg en andere bestaande staatstaken, waaron der onderwijs en waterstaat een kwan titatief belangrijke plaats innemen. Uitgaande van een structurele groei van het nationale inkomen met 4»/o kan de toelaatbare stijging van de rijksuit gaven voor de jaren 1964 tot en met 1967 gesteld worden op ongeveer 425 min. De minister van Financiën berteurt dat deze stijgingsnorm in de ontwerp-begroting 1964 wordt over schreden. De oorzaak hiervan is gele gen in het treffen van voorzieningen ten behoeve van de landbouw, die, zo als reeds is opgemerkt, een hoge prio riteit hebben. Het is niet mogelijk ge bleken voor het grote hiermede gemoei de bedrag volledig compensatie te vin den binnen de begroting 1964 die bij het optreden van het Kabinet reeds groten deels was voorbereid. De overschrijding zal in de komende jaren moeten wor den ingehaald. Naar het oordeel van de regering maakt de voor 1964 verwachte expansie een voorzichtig beleid ten aanzien van ae bestedingen gewenst. Met het oog op de gespannen arbeidsmarkt zal van de overheidsfinanciën eerder een remmen de dan een stimulerende invloed op de economie moeten uitgaan. De regering is voornemens de extra stijging van de belastingopbrengst tengevolge van het progressie-effect in 1964 nog te laten doorwerken, waardoor de ontwerp-be groting 1964 aan de hiervoor geformu leerde eis zal voldoen. Deze globale conjunctuurpolitiek kan worden ver sterkt door maatregelen, die er op ge richt zijn partiele onevenwichtigheden in de economische situatie met name in de bouwsector op te heffen. Samenvattend begrotingsheeld (in miljoenen guldens) Vermoe- Ontwerp- delijke begroting bedragen en i.v.m. de omzetting van de kwartaalbetalin gen aande ge meenten in maand betalingen 27 248 uitkomsten 1964 Omschrijving 1963 Gewone Dienst Uitgaven Middelen 9.852 10.217 10.413 11.097 Saldo 365 684 Buitengewone dienst Uitgaven Middelen 2.399 486 2.443 379 Saldo 1.913 —2.064 Gehele Dienst Uitgaven Middelen 12.251 10.703 12.856 11.476 Saldo 1.548 1.380 Voorts zijn voor 1964 nog te ver wachten de volgen de posten die lei den tot verhoging van de uitgaven respectievelijk tot verlaging van de middelen: Voorgenomen steun aan de Nederlandse Antillen 30 Nederlands aandeel in de eventuele financiële hulp van de E.E.G. aan Tur kije 9 Uitkeringen inge volge het Neder lands-Duitse Fi nanciële Verdrag 88 Financiering van andere dan rijks wegen 19 Verhoging per 1 januari 1964 van de door het Rijk aan het Algemeen Bur gerlijk Pensioen fonds te betalen pensioenpremie van 21»/o tot 24»/o 75 Derving van mid delen door com pensatie aan pro vincies en/of ge meenten wegens aan het Algemeen Burgerlijk Pensi oenfonds te beta len hogere premie- Begrotingstekort 1964, rekening houdende met de additionele posten 1.548 —1.628 Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van de volgende punten: 1. Voor 1964 zal het woningbouwpro gramma een minimum van 90.000 wo ningen omvatten, te weten 45.000 wo ningen op grond van de Woningwet, 25.000 premiewoningen en 20.000 onge subsidieerde woningen. Voor de finan ciering van de woningwetbouw is voor 1964 een bedrag van 925 min. in de begroting opgenomen. 2. De uitgave ten behoeve van het melkprijsbeleid en die voor cultuur technische werken worden voor 1964 verhoogd met een bedrag van ongeveer 100 min. Deze verhogingen leiden niet tot een afremming van activiteiten op andere gebieden van het ten behoeve van de agrarische sector te voeren be leid. 3. De uitgaven voor de ontwikke lingslanden binnen het Koninkrijk zijn voor 1964 begroot op 56,3 min. en die voor de ontwikkelingslanden buiten het Koninkrijk op 164,7 min. De garan ties voor leningen van de Nationale In vesteringsbank (Herstelbank) aan lan den voor welke de Wereldbank con sortia vormt en waarin Nederland par ticipeert, zijn verhoogd van 50 min. voor 1963 tot 75 min. voor 1964. In tabel Ia (achter in het excerpt) wordt een gedetailleerd overzicht van de uit gaven ten behoeve van de ontwikke lingslanden gegeven. 4. Het bedrag van de defensiebegro ting is voorlopig vastgesteld op 2.340 min. inclusief de kosten voor de civiele verdediging en de kosten uit hoofde van maatregelen inzake salarissen en pensioenen e.d. na 31 december 1959. Bij de vaststelling van dit bedrag is re kening gehouden zowel met het weg vallen van de defensie in Nieuw-Gui- nea als met het wegvallen van de Ame rikaanse hulpverlening. In vergelijking met de defensiebegroting voor 1963 be tekent een en ander een stijging van de militaire uitgaven met 126,4 min., waarbij in aanmerking moet worden genomen dat de begroting 1963 nog met 82,6 min. voor kosten verbonden aan algemene salarismaatregelen dient te worden verhoogd. Algemene beleidslijnen Hiervoor zijn de beleidslijnen die de regering in het algemeen wenst te vol gen uiteengezet. Met betrekking tot deze beleidslijnen wordt in de Miljoe nennota nog het volgende opgemerkt. Het in rangorde brengen van de wen sen met betrekking tot de overheids voorzieningen en de aanpassing daar van aan de ruimte, die door de stijging van het nationale inkomen wordt ge boden, vinden voor een belangrijk deel hun weerslag in de begroting. De be grotingen voor 1964 en volgende ja ren behoren naar het oordeel van de regering te worden ingepast in een op de trendmatige ontwikkeling van het nationale inkomen gebaseerd kader. Uitgaande van het huidige prijspeil zal bij een geraamde trendmatige toe neming van de middelen van het Rijk met 5 1/30/0 per jaar in de periode 1964 1967 per jaar gemiddeld 600 min. beschikbaar komen voor verhoging van de uitgaven en/of verlaging van de be lastingtarieven. Bij de verdeling van deze ruimte dient een aantal voor de besteding niet relevanten posten, zoals woningwetvoorschotten*), de aflossing van binnenlandse staatsschuld en de stijging van de uitgaven van het Rijk,, die voortvloeit uit de algemene sala risverhogingen, buiten beschouwing te blijven. Gaat men uit van de structurele groei van het nationale inkomen met 40/0, dan kan het toelaatbare accres van de rijks uitgaven voor de jaren 1964 tot en met 1967 worden gesteld op ongeveer 425 min. Van het jaarlijkse structurele accres van de middelen ad 600 min. blijft dan na aftrek van een bedrag van 150 min., hetwelk nodig is voor de neutralisering van de progressiefac tor, in de periode 19641967 ruimte be schikbaar voor de realisatie van de reeds bij de Staten-Generaal aanhan gige algemene belastingherziening, waaruit per saldo en middelenderving van ruim 100 min. zal voortvloeien. Beoordeling van de stijging van de uitgaven In de Miljoenennota wordt nagegaan in hoeverre de ontwerp-begroting 1964 voldoet aan de norm dat de rijksuitga ven over de komende periode van vier jaar per jaar met 425 min. mogen stijgen. Het totaal van de uitgaven van de ontwerp-begroting blijkt dat ten op zichte van dat van de oorspronkelijke vastgestelde begroting 1963 ad 11.672 min. een stijging te vertonen van 1.405 min. Bij de beoordeling van deze stijging dienen enkele posten, waarvan de uitwerking op onze economie van weinig of geen betekenis is en de ge volgen van de algemene salaris- en pensioenmaatregelen, buiten beschou-.. wing te blijven. Uit de vergelijking blijkt dat de stij ging van de uitgaven 134 min. bo ven de gestelde stijgingsnorm van 425 min. uitgaat. Hierbij wordt opge merkt dat in de begrotingscijfers voor 1964 nog geen rekening is gehouden met de inwerkingtreding van de E.E.G.-Zui- velverordening. De realisatie hiervan zal een voordeel betekenen, dat het na delig saldo van het Landbouw-Egali- satiefonds met een overeenkomstig be drag gunstig zal kunnen beïnvloeden. Het ligt in het voornemen de resteren de overschrijding van de norm in de jaren 1965 tot en met 1967 in te halen. De invloed van de begroting op de conjunctuur In zijn beschouwing over de invloed die de 'begroting 1964 uitoefent op de nationale economie neemt de minister van Financiën de vermoedelijke uit komsten voor 1963 als vergelijkingsbasis. Hierbij zijn uit de vermoedelijke uit komsten 1963 respectievelijk de begro ting 1964 enkele posten geëlimineerd waarvan de uitwerking op onze eco nomie van weinig of geen betekenis is en is verder nog een noodzakelijke cor rectie aangebracht. Na het aanbrengen van deze correc ties blijkt een stijging van de begro tingsuitgaven van 1963 op 1964 met 822 min., dit is 7,8'/o. In deze uitgaven stijging is een prijsstijgingselement be grepen. Met name geldt dit voor de per soneelskosten. Van het accres heeft nl. ongeveer 300 min. of 2,8"'/o betrekking op algemene salaris- en pensioenmaat regelen voor het overheidspersoneel. Exclusief deze salarisverhogingen be loopt het uitgavenaccres 5''/o van het gecorrigeerde uitgaventotaal van 1963. Naast de ontwikkeling aan de uitga venzijde moeten ook de wijzigingen in het belastingregiem in de beoordeling worden betrokken. Een tegenkracht te gen de impulswerking van de uitga venstijging gaat in 1964 uit van de onlangs afgekondigde opschorting van Vde veirvroegde afschrijving voor be drijfsgebouwen. Het lijkt verantwoord de invloed hiervan te stellen op glo baal .^'Vo van het uitgaventotaal. Hier bij komt nog het vervallen van de vrij stelling van de omzetbelasting op si garen, waarmede voor 1964 12 min. is gemoeid. De nominale stijging van de uitgaven (7,8''/o) en de belasting maatregelen 0,6"/») geven tezamen een impuls van 7,2Vo, die dus achter blijft bij de verwachte stijging van het nationale inkomen ad 8%<'/o. Reëel ge meten is hetzelfde het geval; de op de ze basis berekende bruto impuls van 4,4"/o blijft dan beneden de toeneming van het reële nationale inkomen ad SMi"/» bij beide vergelijkingen moet in aanmerking worden genomen dat de toeneming van het nationale inkomen is geflatteerd door de ongunstige weers omstandigheden in 1963. Bij de beoor deling van de invloed van de rijksfi nanciën op de economische ontwikke ling moet ook rekening worden gehou den met de remmende werking van de in de belastingstructuur ingebouwde progressie. Deze doet haar werking gel den in de mate waarin de procentuele stijging van de belastingopbrengst gro ter is dan die van het nationale inko men. Het lijkt verantwoord bij de im pulswerking op reële basis voor deze belastingfactor een aftrek toe te pas sen van l^'/o. De netto impuls kan daarmede worden gesteld op ongeveer S'/o. Door de progressiewerking be houdt de 'begroting aldus een remmen de werking op de andere in 1964 werk zame impulsen. Zij voldoet dus naar het oordeel van de Minister aan hetgeen hij reeds elders in de miljoenennota heeft geconstateerd en wel dat de over heidsfinanciën eerder remmend dan sti mulerend op de conjunctuur zullen moeten inwerken. De middelen van het Rijk Hiervoor is reeds vermeld dat de middelen van het Rijk voor 1964 wor den geraamd op 11.476 min. Een sa menvatting van die middelen, onder verdeeld in een aantal groepen, geeft tabel Ha. In dit overzicht zijn tevens de bedragen volgens de oorspronkelijke raming 1963 opgenomen, alsmede de vermoedelijke uitkomsten voor dit jaar. a. Belastingm.iddelen In de ramingen is er o.m. rekening mede gehouden, dat: 1. eeind augustus 1963 de vervroegde afschrijving voor bouwwerken is opge schort; 2. de vrijstelling van omzetbelasting voor sigaren op 31 december 1963 af loopt. Voorts is aangenomen dat de budget taire gevolgen van de wijzigingen in de E.E.G.-douanetarieven per 1 juli 1963 per saldo kunnen worden verwaarloosd. In totaal beloopt de raming van be lastingmiddelen 11.963 min. Hierop wordt in mindering gebracht het aan deel van: 1. het Gemeen tefonds 1.495 min. 2. het Pro vinciefonds 92 min. 1.587 min. 10.376 min. Nationale schuld. In de periode 30 juni 1962 30 juni 1963 is de staasschuld gestegen met 808 min. Deze stijging is ontstaan door een toeneming van de binnenlandse schuld met 978 min. en een afneming van de buitenlandsche schuld met 170 min. De totale staasschuld bedroeg per ultimo juni 1963 19.774 min, 18.966 min. per ultirno juni 1962). In de voornoemde periode zijn drie binnenlandse leningen geplaatst tot een gezamenlijk bedrag van 900 min. Hier tegenover staat een verplichte schuld- delging tot een bedrag van 462 min., zodat de gevestigde binnenlandse schuld met een bedrag van 438 min. toenam. Slotbeschouwing In de slotbeschouwing besteedt de Minister vervolgens aandacht aan de gevolgen voor onze economie en voor de rijksfinanciën van het streven om krachtige voortgang te bereiken bij het opheffen van de woningnood. De wo ningbouw doet zijn invloed op de be groting enerzijds gelden via de exploi tatiebijdragen van gereedgekomen wo ningwetwoningen en via subsidies voor de particuliere bouw, anderzijds via de zogenaamde woningwetvoorschotten ter financiering door de gemeenten van de woningwetbouw. De eerste categoriën behoren tot de zowel uit structureel als uit conjunctureel oogpunt van be lang zijnde uitgaven, doch voor zover zich wijzigingen in de aantallen te bou wen gesubsidieerde woningen voordoen werken zij vertraagd door. Hierbij moet wel in het oog worden gehouden dat de exploitatiebijdragen elk jaar terugko men, zodat een verhoging van het aan tal jaarlijks op deze wijze gesubsidi eerde woningen een cumulerende last betekent. De woningwetvoorschotten zijn bij de bepaling en beoordeling van de struc turele en conjuncturele begrotingsont wikkeling steeds buiten beschouwing gelaten. Dit is in het bijpzonder dan verantwoord, wanneer veranderingen daarin niet met overeenkomstige wij zigingen in het totale woningbouwpro gramma gepaard gaan en slechts de financieringsstroom langs andere ba nen wordt geleid. Anders wordt dit, in dien het woningbouwprogramma in zijn geheel wordt verhoogd. Hiervoor moe ten ook m-eer besparingen beschikbaar komen. Het streven is gericht op ver groting van de bouwcapaciteit, waar door uitbreiding van de woningbouw dus niet ten koste van de bouw in an dere sectoren zal gaan. De bouw van meer woningen betekent dan een be hoefte aan meer besparingen, voor zo ver althans niet de meerdere bouw wordt verkregen door hogere produk- tiviteit, die prijsverlaging mogelijk maakt. Het is vooral tegen deze achtergrond dat het verband tussen bouwbeleid en begroting moet worden gezien. Afge zien van de directe subsidiedienst gaat het er namelijk om, welke overheids investeringen en -besparingen kunnen worden ingepast in de vraag- en aan bodverhoudingen op de kapitaalmarkt, zoals deze door de verhoogde woning bouw worden gewijzigd. De vraag, welk deel van de woningen rechtstreeks via de begroting wordt gefinancierd, is bij dit laatste van secundaire betekenis. Hiermede wordt geraakt aan het vraag stuk van het structureel wenselijke be grotingstekort. Dit vraagstuk is in de vorige miljoenennota, mede naar aan leiding van gedachtenwisselingen in het parlement, door de ambtsvoorganger van de minister van Financiën ter spra ke gebracht. (Onze redaktie komt t.z.t. in enkele artikelen op de onderdelen van de mil joenennota terug). In 1958 is het Rijk wederom aan ge meenten woningvoorschotten gaan verstrekken. De gemeenten behoe ven hiervoor dus niet meer zelf op de kapitaalmar^kt te lenen. Deze rijksuitgaven waren geen vergro ting van de overheidsuitgaven maar alleen een verandering van finan cieringstechniek. Het land wordt door de boeren. Met veel vergif besproeid. Zodat het onkruid afsterft. En 't andere niet meer groeit. De één die gooide minder, De ander weer wat meer. En 't lege fust dat werpt men, dan in de sloten neer. Men blaast daarmee de vissen, Het levenslampje uit. Begrijp, dat 't voor de visstand Een grote strop beduid. 't Is bovendien ook strafbaar. Ook al doet men 't onbewust, Wil men niet op de bon gaan Begraaf dan 't lege fust. Juliana Regina 1963 Bij Uitgeverij en Drukkerij Hollandia te Baam is weer verschenen „Juliana Regina' samengesteld door F. J. Lam- mers. Dit is reeds het 15e deel vanaf september 1948, waarin een jaarlijks overzicht wordt gegeven in beeld en woord van de gebeurtenissen rond het Koninklijk gezin. Het is een Oranje-kroniek van grote historische waarde, een verkwikking voor allen, die zich met liefde en aan hankelijkheid rondom ons Vorstenhuis scharen. Er komen in dit deel weer zeer unieke foto's voor, onder meer nooit eerder gepubliceerde over de Aziatische reis van Prinses Beatrix. De prijs van dit mooie fotoboek is bijzonder laag en kan besteld werden of is verkrijgbaar in iedere boekhandel. THOLEN Dameskrans. De jaarlijkse verkoping van gemaakte goederen van de Ned. Herv. Dameskrans zal dit jaar worden gehouden op 4 en 5 oktober a.s.. De op brengst hiervan wordt gebruikt voor de vernieuwing en aanvulling van de kerk- inventaris.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1963 | | pagina 3