Kuijpers
WEEK
RECLAME
NGV ZEGELS ZIJN GRATIS ZEGELS
PERZIKEN
139
SPERSIEBONEN
AUGURKEN
SAN REMO
literpot 75/
GROTE
BEER
VOOR 4.-
De Miljoenennota 1964
STRUSK
literblik 70
in ZEGELS
lU EXTRA
Tekort geschat op f 1.628 miljoen
voetonderzoek en advies
ZEGELS
EXTRA
LEVERPASTEI
FONDANT
BORSTPLAAT
Geen fust van sproei
middelen in de sloten
P. R. Bakker
geen spreekuur
VERTROUWDE
FINANCIERING
van de auto, landbouw
machine, bromfiets e.d.
die u wilt aanschaffen:
u krijgt vertrouwelijk alle
inlichtingen als u even
schrijft naar het bureau
^^n'^nï: 2646
GRATIS
vrijdag 20 september 1 963
voor
betere
schoenen
VOOR ST. NICOLAAS!
250 gram
winkelwaarde 11,90
3 volle zegelboekjes.
Spaar de gratis NGV zegels want er komt ook
nog een enorme plastic kraanauto.
Boekbespreking
pinsdag 17 september 1963
„ïï£>ANDaN-NIBUWS"
Blz. 3
Grammofoon met hoorn ge
vraagd, oude speeldoos met
nietalen plaat, of koperen
rol, of gram. op wasrollen
en grammofoonplaten.
Zend briefkaart aan post
bus 3045 Voorburg Z.-H.
arts te Sommelsdijk
houdt a.s. donderdag (19
september)
Stoeltjesklok, Friese Staart-
klok, staand horloge, schip-
pertje of andere oude klok
gevraagd. Defekt geen be
zwaar.
Br. aan postbus 4010 Rijs
wijk Z.-H.
door de bekende voetspecialist van de
DUREA ORTHOPAEDISCHE
SCHOENFABRIEKEN op
van 1012 en 25 uur
bij;
BEIJERLANDSELAAN 83
ROTTERDAM
Onze STEUN- en GEMAKSCHOENEN
sortering van de bekendste merken
overtreft alles.
H.H. 200 gram
schijfjes
boordevol
literblik
heerlijk koekje p. pak
59
Deze prachtige beer, die echt kan
brommen is ruim een halve meter
hoog. De kwaliteit is uitstekend en
de constructie ijzersterk. De aparte
beren" kleur is een lust voor het
oog. Bij Uw NGV winkelier is een
model aanwezig. Ga daar dus direct
kijken en bestel zo spoedig moge
lijk. Bestellingen worden (zolang
de voorraad strekt) tot 8 nov. aan
genomen. De NGV zegels krijgt U
gratis bij de boodschappen.
In de ontwerp-begroting 1964, die de minister van Financiën hedenmiddag aan
de Tweede Kamer heeft aangeboden, worden de totale rijltsuitgaven geraamd
op 12.856 min. en de middelen op 11.476 min. zodat het tekort wordt geschat
op 1.380 min. Met inbegrip van enliele additionele posten, grotendeels lei
dende tot hogere uitgaven, onstaat een tekort van 1.628 min. In de Miljoenen
nota vestigt de minister er de aandacht op dat de ontwerp-begroting 1964
voor wat het overgrote deel van de posten betreft opgesteld is door het vorige
Kabinet. De financieringsbehoefte van het Rijk in 1964, waarbij mede rekening
is gehouden met een bedrag van ongeveer 125 min. ter dekking van het te
kort van het Gemeentefonds, wordt berekend op 1,7 miljard. Hierin zal tot
een bedrag van 750 min. l^unnen worden voorzien met middelen van de voor-
inschrijfrekeningen; voor het overige deel zal een beroep nodig zijn op de kapi
taalmarkt. Aangezien in het budgettaire kastekort bijna 500 min. is begre
pen wegens aflossing van de binnenlandse staatsschuld, zal het Rijk voor
eveneens bijna 500 min. een beroep nvoeten doen op netto besparingen van
andere sectoren. De verhoudingen tussen totale besparingen en investeringen
geeft de minister van Financiën het vertrouwen dat het mogelijk zal zijn het
tekort geheel op de kapitaalmarkt te financieren.
Realisering van de vele wensen met
betrekking tot overheidsvoorzieningen
is slechts mogelijk binnen de grenzen
die door het reële nationale inkomen
worden gesteld. Tegen deze achter
grond is de regering voornemens voort
te bouwen op de door het vorige Kabi
net gelegde grondslag voor een struc
tureel begrotingsbeleid.
Bij de verdeling van de beschikbare
ruimte geeft het Kabinet zoals in de re
geringsverklaring van 31 juli 1963 is
vermeld, de hoogste prioriteit aan de
oplossing van de woningnood. In een
nota die op korte termijn aan de Sta-
ten-Generaal zal worden overgelegd,
zullen uitgebreide beschouwingen wor
den gewijd aan een groot aantal on
derwerpen die het woningbeleid betref
fen. Het geven van de hoogste prioriteit
aan de bevordering van de woning
bouw heeft, voor zover het de realisatie
van het woningbouwprogramma betreft,
vrijwel geen invloed op de ramingen
voor de uitgaven in de ontwerp-begro
ting 1964, daar deze betrekking heb
ben op de reeds vóór 1964 in uitvoering
zijnde woningen. Naar de regering ver
wacht zal een geleidelijke verwerkelij
king van de gedachten, neergelegd in
de hiervoor bedoelde nota, leiden tot
hogere uitgaven dan in de ontwerp
begroting zijn geraamd. Voor 1964 zul
len zij echter van beperkte betekenis
zijn.
Het Kabinet is voorts van oordeel
dat eliminering van de invloed der pro
gressie op de opbrengst van de belas
ting dringend geboden is, voor zover
dit althans in overeenstemming is te
brengen met het toekennen van voor
rang aan de bevordering van de wo
ningbouw. Ook aan de uitvoering van
het landbouwbeleid, zoals dit in de re
geringsverklaring is uiteengezet, dient
een hoge prioriteit te worden toege
kend. Voorts is van grote betekenis dat
voldoende middelen ter beschikking
worden gesteld voor de uitvoering van
een doeltreffend beleid ten aanzien van
de ontwikkelingslanden, sociale zorg en
andere bestaande staatstaken, waaron
der onderwijs en waterstaat een kwan
titatief belangrijke plaats innemen.
Uitgaande van een structurele groei
van het nationale inkomen met 4»/o kan
de toelaatbare stijging van de rijksuit
gaven voor de jaren 1964 tot en met
1967 gesteld worden op ongeveer
425 min. De minister van Financiën
berteurt dat deze stijgingsnorm in de
ontwerp-begroting 1964 wordt over
schreden. De oorzaak hiervan is gele
gen in het treffen van voorzieningen
ten behoeve van de landbouw, die, zo
als reeds is opgemerkt, een hoge prio
riteit hebben. Het is niet mogelijk ge
bleken voor het grote hiermede gemoei
de bedrag volledig compensatie te vin
den binnen de begroting 1964 die bij het
optreden van het Kabinet reeds groten
deels was voorbereid. De overschrijding
zal in de komende jaren moeten wor
den ingehaald.
Naar het oordeel van de regering
maakt de voor 1964 verwachte expansie
een voorzichtig beleid ten aanzien van
ae bestedingen gewenst. Met het oog op
de gespannen arbeidsmarkt zal van de
overheidsfinanciën eerder een remmen
de dan een stimulerende invloed op de
economie moeten uitgaan. De regering
is voornemens de extra stijging van de
belastingopbrengst tengevolge van het
progressie-effect in 1964 nog te laten
doorwerken, waardoor de ontwerp-be
groting 1964 aan de hiervoor geformu
leerde eis zal voldoen. Deze globale
conjunctuurpolitiek kan worden ver
sterkt door maatregelen, die er op ge
richt zijn partiele onevenwichtigheden
in de economische situatie met name
in de bouwsector op te heffen.
Samenvattend begrotingsheeld
(in miljoenen guldens)
Vermoe- Ontwerp-
delijke begroting
bedragen en i.v.m.
de omzetting van
de kwartaalbetalin
gen aande ge
meenten in maand
betalingen
27
248
uitkomsten
1964
Omschrijving
1963
Gewone Dienst
Uitgaven
Middelen
9.852
10.217
10.413
11.097
Saldo
365
684
Buitengewone dienst
Uitgaven
Middelen
2.399
486
2.443
379
Saldo
1.913
—2.064
Gehele Dienst
Uitgaven
Middelen
12.251
10.703
12.856
11.476
Saldo 1.548 1.380
Voorts zijn voor
1964 nog te ver
wachten de volgen
de posten die lei
den tot verhoging
van de uitgaven
respectievelijk tot
verlaging van de
middelen:
Voorgenomen steun
aan de Nederlandse
Antillen 30
Nederlands aandeel
in de eventuele
financiële hulp van
de E.E.G. aan Tur
kije 9
Uitkeringen inge
volge het Neder
lands-Duitse Fi
nanciële Verdrag 88
Financiering van
andere dan rijks
wegen 19
Verhoging per 1
januari 1964 van de
door het Rijk aan
het Algemeen Bur
gerlijk Pensioen
fonds te betalen
pensioenpremie van
21»/o tot 24»/o 75
Derving van mid
delen door com
pensatie aan pro
vincies en/of ge
meenten wegens
aan het Algemeen
Burgerlijk Pensi
oenfonds te beta
len hogere premie-
Begrotingstekort
1964, rekening
houdende met de
additionele posten 1.548 —1.628
Bij het opstellen van de begroting is
uitgegaan van de volgende punten:
1. Voor 1964 zal het woningbouwpro
gramma een minimum van 90.000 wo
ningen omvatten, te weten 45.000 wo
ningen op grond van de Woningwet,
25.000 premiewoningen en 20.000 onge
subsidieerde woningen. Voor de finan
ciering van de woningwetbouw is voor
1964 een bedrag van 925 min. in de
begroting opgenomen.
2. De uitgave ten behoeve van het
melkprijsbeleid en die voor cultuur
technische werken worden voor 1964
verhoogd met een bedrag van ongeveer
100 min. Deze verhogingen leiden niet
tot een afremming van activiteiten op
andere gebieden van het ten behoeve
van de agrarische sector te voeren be
leid.
3. De uitgaven voor de ontwikke
lingslanden binnen het Koninkrijk zijn
voor 1964 begroot op 56,3 min. en die
voor de ontwikkelingslanden buiten het
Koninkrijk op 164,7 min. De garan
ties voor leningen van de Nationale In
vesteringsbank (Herstelbank) aan lan
den voor welke de Wereldbank con
sortia vormt en waarin Nederland par
ticipeert, zijn verhoogd van 50 min.
voor 1963 tot 75 min. voor 1964. In
tabel Ia (achter in het excerpt) wordt
een gedetailleerd overzicht van de uit
gaven ten behoeve van de ontwikke
lingslanden gegeven.
4. Het bedrag van de defensiebegro
ting is voorlopig vastgesteld op 2.340
min. inclusief de kosten voor de civiele
verdediging en de kosten uit hoofde
van maatregelen inzake salarissen en
pensioenen e.d. na 31 december 1959.
Bij de vaststelling van dit bedrag is re
kening gehouden zowel met het weg
vallen van de defensie in Nieuw-Gui-
nea als met het wegvallen van de Ame
rikaanse hulpverlening. In vergelijking
met de defensiebegroting voor 1963 be
tekent een en ander een stijging van de
militaire uitgaven met 126,4 min.,
waarbij in aanmerking moet worden
genomen dat de begroting 1963 nog met
82,6 min. voor kosten verbonden aan
algemene salarismaatregelen dient te
worden verhoogd.
Algemene beleidslijnen
Hiervoor zijn de beleidslijnen die de
regering in het algemeen wenst te vol
gen uiteengezet. Met betrekking tot
deze beleidslijnen wordt in de Miljoe
nennota nog het volgende opgemerkt.
Het in rangorde brengen van de wen
sen met betrekking tot de overheids
voorzieningen en de aanpassing daar
van aan de ruimte, die door de stijging
van het nationale inkomen wordt ge
boden, vinden voor een belangrijk deel
hun weerslag in de begroting. De be
grotingen voor 1964 en volgende ja
ren behoren naar het oordeel van de
regering te worden ingepast in een op
de trendmatige ontwikkeling van het
nationale inkomen gebaseerd kader.
Uitgaande van het huidige prijspeil
zal bij een geraamde trendmatige toe
neming van de middelen van het Rijk
met 5 1/30/0 per jaar in de periode 1964
1967 per jaar gemiddeld 600 min.
beschikbaar komen voor verhoging van
de uitgaven en/of verlaging van de be
lastingtarieven. Bij de verdeling van
deze ruimte dient een aantal voor de
besteding niet relevanten posten, zoals
woningwetvoorschotten*), de aflossing
van binnenlandse staatsschuld en de
stijging van de uitgaven van het Rijk,,
die voortvloeit uit de algemene sala
risverhogingen, buiten beschouwing te
blijven.
Gaat men uit van de structurele groei
van het nationale inkomen met 40/0, dan
kan het toelaatbare accres van de rijks
uitgaven voor de jaren 1964 tot en met
1967 worden gesteld op ongeveer 425
min. Van het jaarlijkse structurele
accres van de middelen ad 600 min.
blijft dan na aftrek van een bedrag
van 150 min., hetwelk nodig is voor
de neutralisering van de progressiefac
tor, in de periode 19641967 ruimte be
schikbaar voor de realisatie van de
reeds bij de Staten-Generaal aanhan
gige algemene belastingherziening,
waaruit per saldo en middelenderving
van ruim 100 min. zal voortvloeien.
Beoordeling van de stijging van
de uitgaven
In de Miljoenennota wordt nagegaan
in hoeverre de ontwerp-begroting 1964
voldoet aan de norm dat de rijksuitga
ven over de komende periode van vier
jaar per jaar met 425 min. mogen
stijgen.
Het totaal van de uitgaven van de
ontwerp-begroting blijkt dat ten op
zichte van dat van de oorspronkelijke
vastgestelde begroting 1963 ad 11.672
min. een stijging te vertonen van
1.405 min. Bij de beoordeling van deze
stijging dienen enkele posten, waarvan
de uitwerking op onze economie van
weinig of geen betekenis is en de ge
volgen van de algemene salaris- en
pensioenmaatregelen, buiten beschou-..
wing te blijven.
Uit de vergelijking blijkt dat de stij
ging van de uitgaven 134 min. bo
ven de gestelde stijgingsnorm van
425 min. uitgaat. Hierbij wordt opge
merkt dat in de begrotingscijfers voor
1964 nog geen rekening is gehouden met
de inwerkingtreding van de E.E.G.-Zui-
velverordening. De realisatie hiervan
zal een voordeel betekenen, dat het na
delig saldo van het Landbouw-Egali-
satiefonds met een overeenkomstig be
drag gunstig zal kunnen beïnvloeden.
Het ligt in het voornemen de resteren
de overschrijding van de norm in de
jaren 1965 tot en met 1967 in te halen.
De invloed van de begroting op de
conjunctuur
In zijn beschouwing over de invloed
die de 'begroting 1964 uitoefent op de
nationale economie neemt de minister
van Financiën de vermoedelijke uit
komsten voor 1963 als vergelijkingsbasis.
Hierbij zijn uit de vermoedelijke uit
komsten 1963 respectievelijk de begro
ting 1964 enkele posten geëlimineerd
waarvan de uitwerking op onze eco
nomie van weinig of geen betekenis is
en is verder nog een noodzakelijke cor
rectie aangebracht.
Na het aanbrengen van deze correc
ties blijkt een stijging van de begro
tingsuitgaven van 1963 op 1964 met
822 min., dit is 7,8'/o. In deze uitgaven
stijging is een prijsstijgingselement be
grepen. Met name geldt dit voor de per
soneelskosten. Van het accres heeft nl.
ongeveer 300 min. of 2,8"'/o betrekking
op algemene salaris- en pensioenmaat
regelen voor het overheidspersoneel.
Exclusief deze salarisverhogingen be
loopt het uitgavenaccres 5''/o van het
gecorrigeerde uitgaventotaal van 1963.
Naast de ontwikkeling aan de uitga
venzijde moeten ook de wijzigingen in
het belastingregiem in de beoordeling
worden betrokken. Een tegenkracht te
gen de impulswerking van de uitga
venstijging gaat in 1964 uit van de
onlangs afgekondigde opschorting van
Vde veirvroegde afschrijving voor be
drijfsgebouwen. Het lijkt verantwoord
de invloed hiervan te stellen op glo
baal .^'Vo van het uitgaventotaal. Hier
bij komt nog het vervallen van de vrij
stelling van de omzetbelasting op si
garen, waarmede voor 1964 12 min.
is gemoeid. De nominale stijging van
de uitgaven (7,8''/o) en de belasting
maatregelen 0,6"/») geven tezamen
een impuls van 7,2Vo, die dus achter
blijft bij de verwachte stijging van het
nationale inkomen ad 8%<'/o. Reëel ge
meten is hetzelfde het geval; de op de
ze basis berekende bruto impuls van
4,4"/o blijft dan beneden de toeneming
van het reële nationale inkomen ad
SMi"/» bij beide vergelijkingen moet in
aanmerking worden genomen dat de
toeneming van het nationale inkomen
is geflatteerd door de ongunstige weers
omstandigheden in 1963. Bij de beoor
deling van de invloed van de rijksfi
nanciën op de economische ontwikke
ling moet ook rekening worden gehou
den met de remmende werking van de
in de belastingstructuur ingebouwde
progressie. Deze doet haar werking gel
den in de mate waarin de procentuele
stijging van de belastingopbrengst gro
ter is dan die van het nationale inko
men. Het lijkt verantwoord bij de im
pulswerking op reële basis voor deze
belastingfactor een aftrek toe te pas
sen van l^'/o. De netto impuls kan
daarmede worden gesteld op ongeveer
S'/o. Door de progressiewerking be
houdt de 'begroting aldus een remmen
de werking op de andere in 1964 werk
zame impulsen. Zij voldoet dus naar
het oordeel van de Minister aan hetgeen
hij reeds elders in de miljoenennota
heeft geconstateerd en wel dat de over
heidsfinanciën eerder remmend dan sti
mulerend op de conjunctuur zullen
moeten inwerken.
De middelen van het Rijk
Hiervoor is reeds vermeld dat de
middelen van het Rijk voor 1964 wor
den geraamd op 11.476 min. Een sa
menvatting van die middelen, onder
verdeeld in een aantal groepen, geeft
tabel Ha. In dit overzicht zijn tevens
de bedragen volgens de oorspronkelijke
raming 1963 opgenomen, alsmede de
vermoedelijke uitkomsten voor dit jaar.
a. Belastingm.iddelen
In de ramingen is er o.m. rekening
mede gehouden, dat:
1. eeind augustus 1963 de vervroegde
afschrijving voor bouwwerken is opge
schort;
2. de vrijstelling van omzetbelasting
voor sigaren op 31 december 1963 af
loopt.
Voorts is aangenomen dat de budget
taire gevolgen van de wijzigingen in de
E.E.G.-douanetarieven per 1 juli 1963
per saldo kunnen worden verwaarloosd.
In totaal beloopt de raming van be
lastingmiddelen 11.963 min. Hierop
wordt in mindering gebracht het aan
deel van:
1. het Gemeen
tefonds 1.495 min.
2. het Pro
vinciefonds 92 min.
1.587 min.
10.376 min.
Nationale schuld.
In de periode 30 juni 1962 30 juni 1963
is de staasschuld gestegen met 808
min. Deze stijging is ontstaan door een
toeneming van de binnenlandse schuld
met 978 min. en een afneming van
de buitenlandsche schuld met 170
min. De totale staasschuld bedroeg per
ultimo juni 1963 19.774 min, 18.966
min. per ultirno juni 1962).
In de voornoemde periode zijn drie
binnenlandse leningen geplaatst tot een
gezamenlijk bedrag van 900 min. Hier
tegenover staat een verplichte schuld-
delging tot een bedrag van 462 min.,
zodat de gevestigde binnenlandse schuld
met een bedrag van 438 min. toenam.
Slotbeschouwing
In de slotbeschouwing besteedt de
Minister vervolgens aandacht aan de
gevolgen voor onze economie en voor
de rijksfinanciën van het streven om
krachtige voortgang te bereiken bij het
opheffen van de woningnood. De wo
ningbouw doet zijn invloed op de be
groting enerzijds gelden via de exploi
tatiebijdragen van gereedgekomen wo
ningwetwoningen en via subsidies voor
de particuliere bouw, anderzijds via de
zogenaamde woningwetvoorschotten ter
financiering door de gemeenten van de
woningwetbouw. De eerste categoriën
behoren tot de zowel uit structureel
als uit conjunctureel oogpunt van be
lang zijnde uitgaven, doch voor zover
zich wijzigingen in de aantallen te bou
wen gesubsidieerde woningen voordoen
werken zij vertraagd door. Hierbij moet
wel in het oog worden gehouden dat de
exploitatiebijdragen elk jaar terugko
men, zodat een verhoging van het aan
tal jaarlijks op deze wijze gesubsidi
eerde woningen een cumulerende last
betekent.
De woningwetvoorschotten zijn bij de
bepaling en beoordeling van de struc
turele en conjuncturele begrotingsont
wikkeling steeds buiten beschouwing
gelaten. Dit is in het bijpzonder dan
verantwoord, wanneer veranderingen
daarin niet met overeenkomstige wij
zigingen in het totale woningbouwpro
gramma gepaard gaan en slechts de
financieringsstroom langs andere ba
nen wordt geleid. Anders wordt dit, in
dien het woningbouwprogramma in zijn
geheel wordt verhoogd. Hiervoor moe
ten ook m-eer besparingen beschikbaar
komen. Het streven is gericht op ver
groting van de bouwcapaciteit, waar
door uitbreiding van de woningbouw
dus niet ten koste van de bouw in an
dere sectoren zal gaan. De bouw van
meer woningen betekent dan een be
hoefte aan meer besparingen, voor zo
ver althans niet de meerdere bouw
wordt verkregen door hogere produk-
tiviteit, die prijsverlaging mogelijk
maakt.
Het is vooral tegen deze achtergrond
dat het verband tussen bouwbeleid en
begroting moet worden gezien. Afge
zien van de directe subsidiedienst gaat
het er namelijk om, welke overheids
investeringen en -besparingen kunnen
worden ingepast in de vraag- en aan
bodverhoudingen op de kapitaalmarkt,
zoals deze door de verhoogde woning
bouw worden gewijzigd. De vraag, welk
deel van de woningen rechtstreeks via
de begroting wordt gefinancierd, is bij
dit laatste van secundaire betekenis.
Hiermede wordt geraakt aan het vraag
stuk van het structureel wenselijke be
grotingstekort. Dit vraagstuk is in de
vorige miljoenennota, mede naar aan
leiding van gedachtenwisselingen in het
parlement, door de ambtsvoorganger
van de minister van Financiën ter spra
ke gebracht.
(Onze redaktie komt t.z.t. in enkele
artikelen op de onderdelen van de mil
joenennota terug).
In 1958 is het Rijk wederom aan ge
meenten woningvoorschotten gaan
verstrekken. De gemeenten behoe
ven hiervoor dus niet meer zelf op
de kapitaalmar^kt te lenen. Deze
rijksuitgaven waren geen vergro
ting van de overheidsuitgaven maar
alleen een verandering van finan
cieringstechniek.
Het land wordt door de boeren.
Met veel vergif besproeid.
Zodat het onkruid afsterft.
En 't andere niet meer groeit.
De één die gooide minder,
De ander weer wat meer.
En 't lege fust dat werpt men,
dan in de sloten neer.
Men blaast daarmee de vissen,
Het levenslampje uit.
Begrijp, dat 't voor de visstand
Een grote strop beduid.
't Is bovendien ook strafbaar.
Ook al doet men 't onbewust,
Wil men niet op de bon gaan
Begraaf dan 't lege fust.
Juliana Regina 1963
Bij Uitgeverij en Drukkerij Hollandia
te Baam is weer verschenen „Juliana
Regina' samengesteld door F. J. Lam-
mers. Dit is reeds het 15e deel vanaf
september 1948, waarin een jaarlijks
overzicht wordt gegeven in beeld en
woord van de gebeurtenissen rond het
Koninklijk gezin.
Het is een Oranje-kroniek van grote
historische waarde, een verkwikking
voor allen, die zich met liefde en aan
hankelijkheid rondom ons Vorstenhuis
scharen. Er komen in dit deel weer zeer
unieke foto's voor, onder meer nooit
eerder gepubliceerde over de Aziatische
reis van Prinses Beatrix. De prijs van
dit mooie fotoboek is bijzonder laag en
kan besteld werden of is verkrijgbaar
in iedere boekhandel.
THOLEN
Dameskrans. De jaarlijkse verkoping
van gemaakte goederen van de Ned.
Herv. Dameskrans zal dit jaar worden
gehouden op 4 en 5 oktober a.s.. De op
brengst hiervan wordt gebruikt voor de
vernieuwing en aanvulling van de kerk-
inventaris.