EnpfiDEn-niEuws
Tarwe regeling
Ihn Sturheim
Ds. Gosuinus Buitendijck afgezet
kredietverlening
SENSATIONELE PRIJSVERLKGING
UIT HEI
^^eeuwóe wandelingen
Oe 1000 gulden terecht!
2e blad
Vrijdag 13 september 1963
No. 3220
Indonesische communistenleiders bij Mao Tse Tsoeng
HAAL MEER
UIT UW BEDRIJF!
Boerenleenbank
Raiffeisenbanic
De effectenhandel loopt via de
Beurs De speculatie De geld
handel niet verwerpelijk.
Des te meer handel en verkeer in ons
land toenemen, wordt ook de aandacht
fascinerend getrokken naar het geld,
naar het bezit van ruilmiddel, dat no
dig is om te produceren en om te ver
kopen. Het komt in onze maatschappij
zeer weinig voor, dat goederen tegen
goederen worden geruild. De op-geld
waardering leidt tot afrekeningen, waar
bij vaak baar geld moet worden ter be
schikking gesteld. Naarmate de voort
brenging, de fabricage, de waarde van
grote industrieën en grote werken, in
omvang toenemen, ontstaan de grote
lichamen, die zeker niet meer door één
of meer families kunnen gefinancierd
worden; er is aan alle bezit ten slotte
een grens. In één zaak zijn soms mil-
lioeneni nodig.
Dit leidde tot de figuur van de naam
loze Vennootscihap. Een figuur, die toch
wel een naam voert en ter dege juri
disch is bepaald, er is niets zwevends in
Zulk een vennootschap nu geeft aande
len uit, die niet op naam staan, een on
persoonlijke vorm van deelname, waar
door de aansprakelijkheid van de par
ticuliere deelnemer beperkt blijft tot
het bedrag in het aandeel gestoken. Een
aandeel kan op naam staan, maar dit
laten wij even terzijde.
Nu springt het nut van het aandeel in
het oog, het opent de deelname van ve
len aan zeker belang of zekere zaak,
maar het aandeel kan ook aan ande
ren worden overgedaan. En voor het ver
handelen van de vele geldswaarden
heeft de overheid de effectenbeurzen
ingesteld, v/aar de geldhandel zich con
centreren moet.
Geldhandel betekent in de eerste
plaats; omwisseling van bezit, van waar
de. Het belang in een onderneming kan
zeer verschillend worden gezien, van
daag is het gunstig, over een week kan
het zich minder gunstig laten aanzien.
Bij sommigen staat de geldhandel in
een slechte reuk, echter ten onrecihte.
De zaak op zichzelve is goed en de
beurs houdt er oog op, dat geen zwen
del ontstaat. Maar de speculatie dan?
Nu zijn er inderdaad mensen die van
geldhandel leven, men noemt hen spe
culanten. Mensen die dagelijks aan hun
bank orders van koop en verkoop geven
al naar zij de gang van zaken in di
verse ondernemingen aan de hand van
jaarverslagen en krantenberichten be
oordelen. Er zit daar al dadelijk een
groot risico in, maar deze mensen heb
ben een fijne neus, zijn in de finan-
tiële wereld zeer tihuis en dragen, goed
bezien een risico zoals elke zakenman
draagt. Men is van prijzen en afzet ook
niet altijd verzekerd. Wel hebben deze l
speculanten een leven dat geheel en al i
op geld gericht is; zij staan met de j
koersen op en gaan er mede naar bed.
Terwijl een zakenman al zijn kennis
weer aan het ene produkt wijdt; hij
staat vlak bij zijn eigen zaak en niet
bij alles-en-nog-wat, dat in de handel
en industrie omgaat.
Speculatie in de ongunstige zin van
het woord is meer het op oneerlijke wij
ze de koers van aandelen beïnvloeden,
door over een of ander lichaam tenden
tieuze geruchten te verspreiden. De
waarde van ihet aandeel zal dan ter
beurze dalen, men koopt die dag goed
koop. Spoedig blijkt dat de geruchten
zeer overdreven waren, de koers loopt
weer omhoog en de mensen die goed
koop gekocht hadden, verkopen nu snel
en steken, de winst in hun zak. Even
wel ziet het beursbestuur dagelijks ter-
dage toe en het kan de handel in een of
ander waardepapier of aandeel ogen
blikkelijk verbieden. De beurs heeft een
geheel enige positie, men mag buiten
haar geen aandelen verhandelen.
Daarom lang geleden dus dagelijks
ter beurze met de heer Bredius een on
gemakkelijk, gezag afdwingend, statig
gekleed man steeds een sigaar rokend,
direkteur van een grote bank in Rot
terdam, Hij was er zelf.jongste be
diende geweest.
Er moet op soepele wijze tot koers
bepaling geraakt worden, dat is de goe
de manier om vele verspreide kapita
len te doen stromen naar de indus
trieën die het nodig hebben. Ter Beur
ze wordt de koers vastgesteld.
Heel de geldhandel, de handel in geld
waardige papieren is hoogst interessant
Hij is niet persé verwerpelijk. Het ko
pen van aandelen e.d. brengt geld bij
een dat voor de industrie nodig is. Uit-
teraard zijn er ook leningen aan Rijk,
Provincie en Gemeenten, en aan andere
lichamen van openbaar nut. Het valt
niet te ontkennen, dat er in de ge
schiedenis grote, misdadige beursmani
pulaties hebben plaatsgehad, die velen
arm gemaakt hebben. Men moet natuur
lijk ook goed bedenken aan wie en waar
voor vnj ons geld uitlenen. Spoedig, D.
V. nog iets daarover.
Waarnemer
Drie en een halve eeuw geleden was
het rumoerig in kerkelijk Zeeland, spe
ciaal op Zuid-Beveland.
In de gemeenten Schore en Vlake, die
gecombineerd waren, was in 1701 be
roepen candidaat ,proponent zei men
toen) Gosuinus a Buitendijck. Hij was
geboren in Oud-Beijerland en door de
classis Dordrecht beroepbaar verklaard.
Zijn grootvader, die dezelfde naam
droeg en naar wie »hij genoemd werd,
was vroeger predikant in Dordrecht ge
weest.
Hoewel de situatie nog niet geheel is
te beoordelen, staat het wel vast, dat de
tarwe van deze oogst ernstige schade
heeft ondervonden van de uitzonder
lijke slechte weersomstandigdheden.
Een belangrijk deel van de inlandse
tarwe kan, wegens een te hoog schot
percentage, niet voor zijn eigenlijke be
stemming de broodbereiding wor
den aangewend.
Aangezien, de garantieregeling m.et
name betrekking iheeft op voor mense
lijke consumptie geschikte tarwe, zou
dit jaar een groot deel van de tarwe
buiten de garantieregeling vallen en
dus niet meer kunnen opbrengen dan
de veevoederwaarde. Weliswaar gold
steeds een z.g.n. denaturatievergoeding
maar deze was bedoeld om de brood
graanprijs op peil te houden. De mo
gelijkheid tot aanbieding voor denatu-
ratie was dan ook beperkt tot tarwe met
maximaal 15"/o schot.
Nu zou men de slechte partijen kun
nen opmengen met goede partijen zo
die er voldoende zijn om zodoende tot
een gemiddelde te komen van minder
dan 15"/o schot, om nog van de denatu
ratievergoeding te kunnen profiteren.
Voor deze opmenging ro_oeten echter
kosten worden gemaakt. Bovendien zou
den dan de allerbeste partijen in
plaats van in het brood in de voer
trog terecht komen. De maalindustrie
zou dan de middelmatige partijen moe
ten verwerken en naar verhouding veel
buitenlandse tarwe moeten bijkopen om
de gemiddelde kwaliteit op te voeren.
Het wegvloeien van de allerbeste par
tijen naar de veevoedersector zou de
mogelijkiheid van verwerking van in
landse tarwe in het brood beperken en
dus een prijsdrukkende v/erking uit
oefenen.
Dit is geen boerenbelang en ook geen
belang voor maalindustrie en bakker.
Daarom heeft het Landbouwschap con
tact opgenomen met de Vereniging van
Meelfabrikanten om na te gaan in hoe
verre een bevredigende regeling zou
kunnen worden getroffen om te be
werkstelligen dat de beste tarwes ook
inderdaad voor broodbereiding worden
aangewend. Daarna heeft overleg plaats
gevonden met het Produktschap voor
Granen en met vertegenwoordiger van
alle groeperingen van het belangheb
bende bedrijfsleven.
Dit alles heeft erin geresulteerd, dat
allereerst is bsloten ook de mogelijk
heid tot het verlenen van denaturatie-
toeslagen van tarwe met meer dan IS^/o
open te stellen. Deze tarwes behoeven
dus niet meer voor zover dat moge
lijk zou zijn te worden opgemengd
met betere partijen. Vervolgens is een
nadere regeling uitgewerkt inzake kor
tingen op de volledige denaturatietoe-
slag voor partijen met meer dan 15Vc
schot. Waar tussen de groepen van be
langhebbenden een zo grote mate van
overeens'temming v/erd verkregen, mag
v/orden verwacht, dat de minister de
desbetreffende voorstellen spoedig zal
goedkeuren..
Uiteeraard zal de maalindustrie met
name belangstelling houden voor de be
tere partijen, vooral ook omdat bij de
huidige prijsregelingen de z.g.n. drem-
pelprijs voor buitenlandse tarwe hoger
ligt dan de binnenlandse interventie
prijs. Hierin zit dus de mogelijkheid van
een premie voor redelijk goede partijen
inlandse tarwe.
Indien de ontworpen regeling door de
minister wordt goedgekeurd is tevens
bereikt, dat dit jaar ook de partijen met
meer dan W/o schot van de denatura
tievergoeding kunnen profiteren.
Hoewel het normale oogstrisico dat
dit jaar wel zeer gevoelig aankomt
voor de boer blijft, zou daardoor tevens
zijn bereikt, dat het prijsrisico bij tarwp
van minder goede consumptiekwaliteit,
in belangrijke mate wordt ondervangen.
UITWEG VOOR WATERSCHUWE
KLEUTERS
Een in de vorm van een revolver op
de markt verschenen aerosol schiet niet
met kogels, maar met zeep. Het pistool
bevat 150 zeepscöoten. ledere jongen,
hoe waterschuw hij ook is, wordt graag
beschoten met dit zeeppistool. Die zeep
laat hij dan later toch wel afwassen,
met water. Is het pistool leeg, dan blijft
er een aardig stuk speelgoed over (DIA)
De duivel verbrand
De aanstaande dominee van Schore en
Vlake zou Cornells Landsman opvolgen
de jonge predikant die de duivel had
verbrand. In de kerk van Vlake hing
namelijk een eigenaardige schilderij,
waarschijnlijk nog een overblijfsel uit
de Roomse tijd. Hierop stond de duivel
afgebeeld. Voor hem stond een inkt
koker, in de hand hield hij pen en pa
pier gereed dus om te schrijven.
V/at moest hij opsohrijven!
Dit stond er in 't Latijn onder: Fra-
grnina verborum TitevuUus coUegit ho-
rum. De duivel wordt hier TitevuUus
genoemd en schrijft alles wat er op de
preekstoel gezegd wordt op. Deze woor
den worden in het oordeel voor God ge
bracht.
Het was dus zaak voor de pastoor en
later voor de dominee om goed op hun
woorden te letten. Alle verkeerdheden
en ketterijen zou de duivel opschrijven
en aan het oordeel Gods onderwerpen.
Of Ds. Landsman werd afgeleid door
dit schilderij of dat hij ihet niet verdra
gen kon dat de duivel in de kerk was
en steeds maar op zijn woorden lette,
weten we niet. In ieder geval liet hij het
paneel door de koster weghalen en ver
branden.
Beroepen maar niet bevestigd
Op 28 oktober 1701 werd Buitendijck
beroepen te Schore-Vlake, maar het
heeft bijna een jaar geduurd vóór hij
bevestigd werd. Direkt al na zijn be
roeping werden beschuldigingen tegen
hem ingebracht, zo ernstig dat de clas
sis Goes .het beroep niet wilde goedkeu
ren. Hij werd ervan beschuldigd dat hij
op zijn reis naar Goes in het beroep
niet wilde goedkeuren. Hij werd ervan
beschuldigd dat hij op zijn reis naar
Goes in het beurtschip met twee boek
verkopers uit Rotterdam en Dordrecht
met kaarten had gespeeld. Nog wel op
zondag en bovendien had hij veel ge
wonnen ook.
Buitendijck gaf de beschuldiging toe,
maar zei dat bij slechts weinig geld had
gewonnen. Van deze winst had hij een
paar schoenen gekocht voor de jongen
van de koster die hem de beroepsbrief
had overgebracht.
Nadat hij berouw had uitgesproken
over deze daad en enkele maanden on
der streng toezicht van de classis had
gestaan, werd hij na onderzoek van de
classis tenslotte toegelaten. Op 13 aug.
1702 werd hij te Schore bevestigd en 's
middags deed hij zijn intrede.
De eerste twee jaren waren rustig.
Hij was gezien in zijn gemeente om zijn
werk en zijn bekwaamheid. Maar in het
derde jaar begonnen de moeilijkiieden:
hij werd ervan beschuldigd niet recht
zinnig in de leer te zijn.
Vele jareni werd de zaak slepende ge
houden. Buitendijck kon zich moeilijk
onderwerpen aan boven hem gestelde
inachten. hij was opvliegend van karak
ter en gemakkelijk geneigd tot verzet.
Hij wilde alleen door zijn kerkeraad
verhoord en geoordeeld worden, niet
door de classis. Geen wonder, hij had de
kerkeraad geheel op zijn hand en ge
bruikte die om protesten in te dienen.
Tenslotte kon hij er niet meer van tus
sen uit. Vooral na een preek te 's Gra
venpolder in 1710 toen hij ervan be
schuldigd werd niet goed gereformeerd
een verloochenaar van Christus en een
atheist te zijn.
De Staten van Zeeland bemoeiden
zich ermee en in 1711 werd hij door de
Zeeuwse coetus veroordeeld. Dat was
een vergadering van de 4 gezamenlijke
dassen, ieder vertegenwoordigd door 2
predikanten. Bovendien hadden er 2
De Chinese communis (.eiileider Mao Tse Tsoeng (links) in opgewekte conserva
tie met de voorzitter van de Indonesische communistische partij D. A. Aidet
(midden) en de vice-voorzitter van de Indonesische delegatie Soedisman.
leden van de Staten zitting (v. d. Perre
en Eversdijk). Alleen bij ernstige ker
kelijke geschillen werd zo'n coetus bij
eengeroepen.
Toen alle moeite vergeefs bleek om
hem tot andere gedachten te brengen,
werd hij op 19 febr. 1712 afgezet, on
geveer 2V2 eeuw geleden dus.
Hij moest zich van alle predikdienst
onthouden en buiten Zuid-Beveland
gaan wonen. Wanneer hij zich echter
van harte bekeerde van zijn verkeerde
inzichten, zou hij weer als predikant
worden aangenomen.
Dwalingen.
Wat waren eigenlijk zijn dwalingen?
In 't kort gezegd: hij werd beschouwd
als een volgeling van Baruch Spinoza.
Deze Joodse geleerde was wegens on
geloof uit de synagoge gebannen. Een
diep denker, een groot wijsgeer, maar
Spinoza stond vierkant tegenover het
Christendom. Een natuurfilosoof en
pautheist, die geen onderscheid maakte
tussen Schepper en schepsel: alles is
God, ook het stoffelijke, het gescha
pene.
Soortgelijke dwalingen als die van
Pontiaan van Hattem, de predikant van
St. Philipsland, die om dezelfde reden
in 1683 was afgezet. Zijn volgelingen
werden Hattemisten genoemd.
We vinden ze ook bij Verschoor, die
grote invloed had hij de aanzienlijken
uit de Middelburg.se magistraat en bij de
Waalse kerkeraad, maar reeds als can
didaat te Vlissingen onder censuur werd
gesteld. (Verschoristen heetten zijn aan
hangers).
Hier volgen enkele ketterijen van Bui
tendijck: Adam is niet naar Gods beeld
geschapen.
Wie de goddelijke drieëenheid gelooft,
bidt 3 goden aan en is dus een afgoden
dienaar.
Christus is alleen een kracht Gods,
evenals de warmtebron van de zon, dus
de rechtvaardiging door het geloof in
Christus bloed is een verkeerd begrip.
God beschouwt alle mensen als rein
men mag dus niet bidden om de beke
ring van een broeder. Het is een ver
keerd denkbeeld dat God vertoornd is
omdat de mensen de wet hebben over
treden. Dat God nu eens zijn schepsel
bemint en dan weer haat is in strijd
met zijn onveranderlijkheid. Christus
heeft de wet van Sinai afgeschaft. De
wet is leugen, het Evangelie waarheid.
Berouw over de zonde is in strijd met
het geloof. In God kan geen toorn zijn,
enkel liefde.
SKODA
geheel compleet
NU va
In ongewijzigde uitvoering <r
dus oersterk (lange levensduur]
extra solide (meer veiligheid)
compleet comfort (incl. verwarming,
rolhoes, binnen- en buitenspiegel,
lichtsignaalschakelaar, parkeerlichten,
kiëerhaakjes, asbakjes, slaapbanken, etc.)
'^DE NIEUWE PRIJZEN
Skoda Octavia (43 pk) 525^,—
Octavia Super (47 pk) 5495,^
Qctavia TS (53 pk) 5W5,—
Octavia Combi 6860,—
1202 Combi 61975,—
H. ENGLEBERT N.V. - DOBBEWEG - VOORSCHOTEN- TEL. 01717-2010
DEALER: Garagebedrijf J. C. v. d. WERF, Bouwdijk 343, Melissant, tel. 466
VBEVOLGVERHAAL
door W. SCHIPPERS
26
Anthonie werd doodsbleek, en met ha
perende stem vroeg hij, of Wilhelm
dacht, dat Therèse hem werkelijk on
trouw was geworden.
„Dat denk ik niet," antwoordde Wil
helm met nauw bedwongen toorn, „maar
dat weet ik. Vanmiddag is zij zonder
ander gezelschap met luitenant Hatter
gaan varen op het meer; ik zag ze van
af het pad, waarlangs ik afdaalde, en
een jagersoog ziet scherp en ver; ze wa-
fen gelukkig buiten sahot, anders had
ik de verzoeking niet kunnen weer
staan om een gat in hun boot te schie
ten."
Anthonie was opgestaan van de bank
hij huiverde alsof de koorts door zijn
leden voer, doch vast en kalm zei hij:
.,De praatjes die hier rondgingen, heb
ik aanvankelijk niet geloofd, doch The-
rèses gedrag tegenover mij was de laat
ste weken niet meer zoals voorheen,
en dit gevoegd bij hetgeen jij vanmid
dag hebt gezien, is voor mij voldoende
reden om een band te verbreken, die
haar schijnt te knellen. De arme school
meester moet wijken voor de voorname
vreemdeling; als het Therèses ongeluk
m.aar niet wordt," zo voegde Anthonie
er bij.
Met verwondering had Wilhelm zijn
broeder aangezien. Hij kon het zich niet
begrijpen, dat deze zo kalm bleef, en
ondanks het bittere zieleleed, dat hem
trof, toch nog bezorgd was voor het
geluk van het meisje, dat hem bedroog,
en dat hij liefhad met al de kracht van
een edel gemoed.
„Je bent anders en beter dan ik, An
thonie. Als ik in jouw plaats was, zou
het voor luitenant Hatter niet te wen
sen zijn, mij op een eenzame plek te
ontmoeten."
Verschrikt door de dreigende toon en
nog meer door de van wraakzucht gloe
iende ogen van de gemsjager, had An
thonie zijn broeder gesmeekt toch geen
oiiheil te stichten door iets tegen de
driftige Engelsman te ondernemen,
want dat kon nooit anders dan noodlot
tig aflopen. Wilhelm had zijn zacht
zinnige broer gerustgesteld, doch in zijn
hart woedde de haat.
Het gebeurde, zoals Anthonie gedacht
had; Therèse verklaarde, toen de onder
wijzer haar het onbehoorlijke van haar
gedrag onder het oog bracht, dat ze niet
verkoos, dat haar gangen werden nage
gaan en ze niet om zijnentwil van alle
genoegens wenste afstand te doen. Het
was dan maar beter, dat ieder zijns
weegs ging.
Reeds de volgende dag bracht een
bediende uit het hotel de kleine ge
schenken terug, die Anthonie Therèse
eens met zulk een liefdevol hart had
gegeven.
Zwijgend droeg de onderwijzer zijn
leed, doch het knaagde hem aan het
hart, en hij werd steeds stiller en ble
ker.
Telkens als Wilhelm terugkeerde uit
de bergen, vond hij zijn broeder, die
de ruwe jager zo zielslief had, magerder
en meer in zichzelf gekeerd.
Zo verliepen de schone zomerdagen,
en de herfst was reeds tamelijk ver ge
vorderd. Vele toeristen verlieten het ho
tel en slechts enkele, waaronder Dr.
Cutley en luitenant Hatter, waren nog
achtergebleven. Een enkele keer had
Wilhelm de Engelsman ontmoet, als de
ze hem, vergezeld door Dr Cutley, in
het dorp voorbijkwam, doch eindelijk
kwam het ogenblik, dat de gemsjager
tegenover luitenant Hatter kwam te
staan, zonder dat enig ander menselijk
wezen daarbij getuige was.
't Was nog tamelijk vroeg in de morgen
en Wilhelm, die reeds lang voor het
krieken van de dageraad op pad was ge
gaan, had naar zijn mening een geschik
te plek gevonden, vanwaar hij nauw
keurig een met laag struikgewas en al
penkruiden begroeide berghelling in het
oog kon houden.
Straks, als de zon wat hoger klom,
zouden er waarschijnlijk wel vluchten
korhoenders of bergpatrijzen neerstrij
ken en in afwachting daarvan zette Wil
helm zich op zijn gemak neder.
Hij legde zijn geweer met dubbele loop
naast zich neer, schoof zijn knapzak
naar voren en haalde een stuk brood en
een homp geitenkaas te voorschijn.
Juist, toen hij met zijn jachtmes het
brood wilde snijden, vernam zijn scherp
luisterend oor enig gerucht.
Doch eer hij er zich voldoende re
kenschap van kon geven, waardoor dit
werd veroorzaakt, trok een ander geluid
zijn aandacht.
Een eigenaardig fluitend snorren klonk
door de heldere lucht en Wilhelm wierp
snel brood, kaas en mes naast zich
neer om zijn geweer te grijpen.
't Was een grote vlucht bergpatrijzen,
die over een hoge rotskam kwamen
aanvliegen, en nu op de begroeide hel
ling tegenover Wilhelm wilden neer
strijken.
Reeds schouderde hij zijn buks, doch
op hetzelfde ogenblik knalden twee
schoten, en enige vogels tuimelden in
de struiken, terwijl de andere pijlsnel
een goed heenkomen zochten.
Wilhelm mompelde een verwensing
tussen de tanden; men was hem vóór
geweest; wie kon dat zijn?
't Werd hem spoedig duidelijk, toen
hij enige passen naar voren deed en
naar omlaag keek.
Van achter een groot rotsblok kron
kelde de witte kruitdamp op naar bo
ven, en twee mannen, de één met een
dubbelloops jachtgeweer in de hand,
traden te voorsohijn en begonnen snel
naar boven te klauteren.
Wilhelm herkende hen onmiddellijk,
't waren luitenant Hatter en zijn be
diende.
De Engelsman had zoeven die twee
schoten gelost, doch van de plek, van
waar hij, schoot, kon hij wel de vlucht
vogels zien en onder schot krijgen maar
niet nagaan, waar het getroffen wild
neerviel.
Toen hij echter zo hoog geklommen
was, dat slechts enige schreden hem van
de plek scheidden, waar Wilhelm stond,
zag hij duidelijk een paar bergpatrijzen
op de helling vóór zich liggen, terwijl
enige aangeschoten vogels door de lage
struiken fladderden.
De inboorling begon onmiddellijk in
de bergkloof af te dalen, teneinde aan
de overzijde daarvan het getroffen wild
te halen. Inmiddels wierp luitenant Hat
ter de afgeschoten patroonhulzen weg
en schoof twee nieuwe patronen in zijn
achterlaadgeweer.
Daar viel plotseling zijn oog op Wil
helm Unterwald, die op het smalle pad
vóór hem onbeweeglijk bleef staan, leu
nende op zijn geweer. Met een enkele
blik bemerkte de officier, dat hij de
Zwitser het wild voor de neus had weg-
Vraag inlichtingen bij uw
over de vele mogelijkheden
van
Calvijns geschriften behelzen niets
goeds en zijn niet lezenswaard. Hij en
de calvinistische predikanten waren
vleselijk en hadden de Geest niet.
Sommige uitspraken klinken nogal fi
losofisch en waren door eenvoudige ge-
naeenteleden niet altijd te onderschei
den. Maar wie de Bijbel enigszins kent
zal moeten toegeven dat er zich vrese
lijke ketterijen onder bevinden en dat
Buitendijck bedenkelijk afweek van de
Gereformeerde leer.
Verzet duurt voort.
Wel was de rust in Schore en Vlake
hersteld, maar hun vroegere predikant
ging voort zijn ideeën uit te dragen.
Eerst in Bergen op Zoom en Roosendaal
en later lange tijd in Breda. Daar voeg
de zich bij hem de uit Middelburg ver
bannen sclioenmaker Marinus Booms,
die grote invloed en aanhang had.
„Die twee monsters zijn op ons af
gekomen" schreef de classis Breda.
Ook in Zuid-Beveland durfde hij zich
tegen het verbod in wel vertonen. In
1718 werd hij daarom veroordeeld tot
een boete van 300 rijksdaalders.
Een felle bestrijder van deze ketterijen
was ds. Tuinman uit Middelburg, een
echte ketterjager. Onverzettelijk als het
om de strijd voor de Waai-heid ging,
waarbij hij soms de grofste woorden ge
bruikte. Zo noemde hij Buitendijck een
werktuig van satan" en schoenmaker
Booms „de liegende en bedriegende vrij
geest".
Tenslotte werd Buitendijck uit Bre
da verbannen evenals uit Veere, waar
hij zich wilde vestigen. Overal zwierf
hij rond, zocht er zijn volgelingen en
vond er vele (Buitendijckers genoemd).
Na de dood van de leiders ging de
groep langzamerhand in sterkte ach
teruit. Sommige van hun ideeën zijn
niet zo gemakkelijk uit te roeien en le
ven hier en daar nog voort of komen
bij nieuwe secten weer te voorschijn.
Middelburg L. van Wallenburg
Bijna een half jaar heeft de 20-jarige
lokettiste mej. D. L. van het postkantoor
in Eindhoven in benauwdheid en onze
kerheid verkeerd wegens een kastekort
van f 1000. Juist toen de centrale direk-
tie van de P.T.T. in Den Haag had be
slist, dat zij zelf slechts f 100,van de
schade zou behoeven te betalen, is het
geld terechtgekomen.uit de nieuwe
geldtaf el van mej. L. Gebleken is dat bij
het openschuiven van de jalouzie van
de tafel het geld tussen de dubbele bo
dem was geraakt.
geschoten en zijn spottend lachen deed
de gems jager het bloed koken.
„'t Is niet prettig, mijn jongen, als je
op vogels staat te loeren en een ander
schiet ze inmiddels naar omlaag, doch
mij dunkt, dat je voor een jager van
beroep wel wat langzaam te werk gaat.
De toon, waarop luitenant Hatter dit
zeide, maakte Wilhelm nog woedender
en dreigend klonk het nu uit de mond
van de Zwitser: ,,Weet je wel, Engels
man, dat ik naar het ogenblik verlangd
heb, om eens zonder getuigen je rond
weg mijn mening te zeggen over som
mige dingen, die mij aangaan, en waar
in gij de hand hebt gehad?"
De luitenant lachte niet meer; hij
richtte zich in zijn volle lengte op en
met diepe minachting klonk het: „Zeg,
lummel, ik ben niet gewoon op zulk een
onbeschofte wijze te worden aangespro
ken, en als je praatjes maken Vv'ilt, doe
het dan vanavond met je gelijken in de
herberg. En maak nu, dat je uit de weg
komt", voegde hij er rood van toorn bij,
„of ik zou in verzoeking komen, je naar
beneden te smijten."
„Dat zou je wel kunnen, lafaard",
riep Wilhelm, „als ik tenminste aan een
touw hing, en je kon je bruine bedien
de het bevel geven om het door te snij
den, evenals het met mijn arme vader
gebeurd is."
(Wordt vervolge)