EnpfiDEn-niEuws Tarwe regeling Ihn Sturheim Ds. Gosuinus Buitendijck afgezet kredietverlening SENSATIONELE PRIJSVERLKGING UIT HEI ^^eeuwóe wandelingen Oe 1000 gulden terecht! 2e blad Vrijdag 13 september 1963 No. 3220 Indonesische communistenleiders bij Mao Tse Tsoeng HAAL MEER UIT UW BEDRIJF! Boerenleenbank Raiffeisenbanic De effectenhandel loopt via de Beurs De speculatie De geld handel niet verwerpelijk. Des te meer handel en verkeer in ons land toenemen, wordt ook de aandacht fascinerend getrokken naar het geld, naar het bezit van ruilmiddel, dat no dig is om te produceren en om te ver kopen. Het komt in onze maatschappij zeer weinig voor, dat goederen tegen goederen worden geruild. De op-geld waardering leidt tot afrekeningen, waar bij vaak baar geld moet worden ter be schikking gesteld. Naarmate de voort brenging, de fabricage, de waarde van grote industrieën en grote werken, in omvang toenemen, ontstaan de grote lichamen, die zeker niet meer door één of meer families kunnen gefinancierd worden; er is aan alle bezit ten slotte een grens. In één zaak zijn soms mil- lioeneni nodig. Dit leidde tot de figuur van de naam loze Vennootscihap. Een figuur, die toch wel een naam voert en ter dege juri disch is bepaald, er is niets zwevends in Zulk een vennootschap nu geeft aande len uit, die niet op naam staan, een on persoonlijke vorm van deelname, waar door de aansprakelijkheid van de par ticuliere deelnemer beperkt blijft tot het bedrag in het aandeel gestoken. Een aandeel kan op naam staan, maar dit laten wij even terzijde. Nu springt het nut van het aandeel in het oog, het opent de deelname van ve len aan zeker belang of zekere zaak, maar het aandeel kan ook aan ande ren worden overgedaan. En voor het ver handelen van de vele geldswaarden heeft de overheid de effectenbeurzen ingesteld, v/aar de geldhandel zich con centreren moet. Geldhandel betekent in de eerste plaats; omwisseling van bezit, van waar de. Het belang in een onderneming kan zeer verschillend worden gezien, van daag is het gunstig, over een week kan het zich minder gunstig laten aanzien. Bij sommigen staat de geldhandel in een slechte reuk, echter ten onrecihte. De zaak op zichzelve is goed en de beurs houdt er oog op, dat geen zwen del ontstaat. Maar de speculatie dan? Nu zijn er inderdaad mensen die van geldhandel leven, men noemt hen spe culanten. Mensen die dagelijks aan hun bank orders van koop en verkoop geven al naar zij de gang van zaken in di verse ondernemingen aan de hand van jaarverslagen en krantenberichten be oordelen. Er zit daar al dadelijk een groot risico in, maar deze mensen heb ben een fijne neus, zijn in de finan- tiële wereld zeer tihuis en dragen, goed bezien een risico zoals elke zakenman draagt. Men is van prijzen en afzet ook niet altijd verzekerd. Wel hebben deze l speculanten een leven dat geheel en al i op geld gericht is; zij staan met de j koersen op en gaan er mede naar bed. Terwijl een zakenman al zijn kennis weer aan het ene produkt wijdt; hij staat vlak bij zijn eigen zaak en niet bij alles-en-nog-wat, dat in de handel en industrie omgaat. Speculatie in de ongunstige zin van het woord is meer het op oneerlijke wij ze de koers van aandelen beïnvloeden, door over een of ander lichaam tenden tieuze geruchten te verspreiden. De waarde van ihet aandeel zal dan ter beurze dalen, men koopt die dag goed koop. Spoedig blijkt dat de geruchten zeer overdreven waren, de koers loopt weer omhoog en de mensen die goed koop gekocht hadden, verkopen nu snel en steken, de winst in hun zak. Even wel ziet het beursbestuur dagelijks ter- dage toe en het kan de handel in een of ander waardepapier of aandeel ogen blikkelijk verbieden. De beurs heeft een geheel enige positie, men mag buiten haar geen aandelen verhandelen. Daarom lang geleden dus dagelijks ter beurze met de heer Bredius een on gemakkelijk, gezag afdwingend, statig gekleed man steeds een sigaar rokend, direkteur van een grote bank in Rot terdam, Hij was er zelf.jongste be diende geweest. Er moet op soepele wijze tot koers bepaling geraakt worden, dat is de goe de manier om vele verspreide kapita len te doen stromen naar de indus trieën die het nodig hebben. Ter Beur ze wordt de koers vastgesteld. Heel de geldhandel, de handel in geld waardige papieren is hoogst interessant Hij is niet persé verwerpelijk. Het ko pen van aandelen e.d. brengt geld bij een dat voor de industrie nodig is. Uit- teraard zijn er ook leningen aan Rijk, Provincie en Gemeenten, en aan andere lichamen van openbaar nut. Het valt niet te ontkennen, dat er in de ge schiedenis grote, misdadige beursmani pulaties hebben plaatsgehad, die velen arm gemaakt hebben. Men moet natuur lijk ook goed bedenken aan wie en waar voor vnj ons geld uitlenen. Spoedig, D. V. nog iets daarover. Waarnemer Drie en een halve eeuw geleden was het rumoerig in kerkelijk Zeeland, spe ciaal op Zuid-Beveland. In de gemeenten Schore en Vlake, die gecombineerd waren, was in 1701 be roepen candidaat ,proponent zei men toen) Gosuinus a Buitendijck. Hij was geboren in Oud-Beijerland en door de classis Dordrecht beroepbaar verklaard. Zijn grootvader, die dezelfde naam droeg en naar wie »hij genoemd werd, was vroeger predikant in Dordrecht ge weest. Hoewel de situatie nog niet geheel is te beoordelen, staat het wel vast, dat de tarwe van deze oogst ernstige schade heeft ondervonden van de uitzonder lijke slechte weersomstandigdheden. Een belangrijk deel van de inlandse tarwe kan, wegens een te hoog schot percentage, niet voor zijn eigenlijke be stemming de broodbereiding wor den aangewend. Aangezien, de garantieregeling m.et name betrekking iheeft op voor mense lijke consumptie geschikte tarwe, zou dit jaar een groot deel van de tarwe buiten de garantieregeling vallen en dus niet meer kunnen opbrengen dan de veevoederwaarde. Weliswaar gold steeds een z.g.n. denaturatievergoeding maar deze was bedoeld om de brood graanprijs op peil te houden. De mo gelijkheid tot aanbieding voor denatu- ratie was dan ook beperkt tot tarwe met maximaal 15"/o schot. Nu zou men de slechte partijen kun nen opmengen met goede partijen zo die er voldoende zijn om zodoende tot een gemiddelde te komen van minder dan 15"/o schot, om nog van de denatu ratievergoeding te kunnen profiteren. Voor deze opmenging ro_oeten echter kosten worden gemaakt. Bovendien zou den dan de allerbeste partijen in plaats van in het brood in de voer trog terecht komen. De maalindustrie zou dan de middelmatige partijen moe ten verwerken en naar verhouding veel buitenlandse tarwe moeten bijkopen om de gemiddelde kwaliteit op te voeren. Het wegvloeien van de allerbeste par tijen naar de veevoedersector zou de mogelijkiheid van verwerking van in landse tarwe in het brood beperken en dus een prijsdrukkende v/erking uit oefenen. Dit is geen boerenbelang en ook geen belang voor maalindustrie en bakker. Daarom heeft het Landbouwschap con tact opgenomen met de Vereniging van Meelfabrikanten om na te gaan in hoe verre een bevredigende regeling zou kunnen worden getroffen om te be werkstelligen dat de beste tarwes ook inderdaad voor broodbereiding worden aangewend. Daarna heeft overleg plaats gevonden met het Produktschap voor Granen en met vertegenwoordiger van alle groeperingen van het belangheb bende bedrijfsleven. Dit alles heeft erin geresulteerd, dat allereerst is bsloten ook de mogelijk heid tot het verlenen van denaturatie- toeslagen van tarwe met meer dan IS^/o open te stellen. Deze tarwes behoeven dus niet meer voor zover dat moge lijk zou zijn te worden opgemengd met betere partijen. Vervolgens is een nadere regeling uitgewerkt inzake kor tingen op de volledige denaturatietoe- slag voor partijen met meer dan 15Vc schot. Waar tussen de groepen van be langhebbenden een zo grote mate van overeens'temming v/erd verkregen, mag v/orden verwacht, dat de minister de desbetreffende voorstellen spoedig zal goedkeuren.. Uiteeraard zal de maalindustrie met name belangstelling houden voor de be tere partijen, vooral ook omdat bij de huidige prijsregelingen de z.g.n. drem- pelprijs voor buitenlandse tarwe hoger ligt dan de binnenlandse interventie prijs. Hierin zit dus de mogelijkheid van een premie voor redelijk goede partijen inlandse tarwe. Indien de ontworpen regeling door de minister wordt goedgekeurd is tevens bereikt, dat dit jaar ook de partijen met meer dan W/o schot van de denatura tievergoeding kunnen profiteren. Hoewel het normale oogstrisico dat dit jaar wel zeer gevoelig aankomt voor de boer blijft, zou daardoor tevens zijn bereikt, dat het prijsrisico bij tarwp van minder goede consumptiekwaliteit, in belangrijke mate wordt ondervangen. UITWEG VOOR WATERSCHUWE KLEUTERS Een in de vorm van een revolver op de markt verschenen aerosol schiet niet met kogels, maar met zeep. Het pistool bevat 150 zeepscöoten. ledere jongen, hoe waterschuw hij ook is, wordt graag beschoten met dit zeeppistool. Die zeep laat hij dan later toch wel afwassen, met water. Is het pistool leeg, dan blijft er een aardig stuk speelgoed over (DIA) De duivel verbrand De aanstaande dominee van Schore en Vlake zou Cornells Landsman opvolgen de jonge predikant die de duivel had verbrand. In de kerk van Vlake hing namelijk een eigenaardige schilderij, waarschijnlijk nog een overblijfsel uit de Roomse tijd. Hierop stond de duivel afgebeeld. Voor hem stond een inkt koker, in de hand hield hij pen en pa pier gereed dus om te schrijven. V/at moest hij opsohrijven! Dit stond er in 't Latijn onder: Fra- grnina verborum TitevuUus coUegit ho- rum. De duivel wordt hier TitevuUus genoemd en schrijft alles wat er op de preekstoel gezegd wordt op. Deze woor den worden in het oordeel voor God ge bracht. Het was dus zaak voor de pastoor en later voor de dominee om goed op hun woorden te letten. Alle verkeerdheden en ketterijen zou de duivel opschrijven en aan het oordeel Gods onderwerpen. Of Ds. Landsman werd afgeleid door dit schilderij of dat hij ihet niet verdra gen kon dat de duivel in de kerk was en steeds maar op zijn woorden lette, weten we niet. In ieder geval liet hij het paneel door de koster weghalen en ver branden. Beroepen maar niet bevestigd Op 28 oktober 1701 werd Buitendijck beroepen te Schore-Vlake, maar het heeft bijna een jaar geduurd vóór hij bevestigd werd. Direkt al na zijn be roeping werden beschuldigingen tegen hem ingebracht, zo ernstig dat de clas sis Goes .het beroep niet wilde goedkeu ren. Hij werd ervan beschuldigd dat hij op zijn reis naar Goes in het beroep niet wilde goedkeuren. Hij werd ervan beschuldigd dat hij op zijn reis naar Goes in het beurtschip met twee boek verkopers uit Rotterdam en Dordrecht met kaarten had gespeeld. Nog wel op zondag en bovendien had hij veel ge wonnen ook. Buitendijck gaf de beschuldiging toe, maar zei dat bij slechts weinig geld had gewonnen. Van deze winst had hij een paar schoenen gekocht voor de jongen van de koster die hem de beroepsbrief had overgebracht. Nadat hij berouw had uitgesproken over deze daad en enkele maanden on der streng toezicht van de classis had gestaan, werd hij na onderzoek van de classis tenslotte toegelaten. Op 13 aug. 1702 werd hij te Schore bevestigd en 's middags deed hij zijn intrede. De eerste twee jaren waren rustig. Hij was gezien in zijn gemeente om zijn werk en zijn bekwaamheid. Maar in het derde jaar begonnen de moeilijkiieden: hij werd ervan beschuldigd niet recht zinnig in de leer te zijn. Vele jareni werd de zaak slepende ge houden. Buitendijck kon zich moeilijk onderwerpen aan boven hem gestelde inachten. hij was opvliegend van karak ter en gemakkelijk geneigd tot verzet. Hij wilde alleen door zijn kerkeraad verhoord en geoordeeld worden, niet door de classis. Geen wonder, hij had de kerkeraad geheel op zijn hand en ge bruikte die om protesten in te dienen. Tenslotte kon hij er niet meer van tus sen uit. Vooral na een preek te 's Gra venpolder in 1710 toen hij ervan be schuldigd werd niet goed gereformeerd een verloochenaar van Christus en een atheist te zijn. De Staten van Zeeland bemoeiden zich ermee en in 1711 werd hij door de Zeeuwse coetus veroordeeld. Dat was een vergadering van de 4 gezamenlijke dassen, ieder vertegenwoordigd door 2 predikanten. Bovendien hadden er 2 De Chinese communis (.eiileider Mao Tse Tsoeng (links) in opgewekte conserva tie met de voorzitter van de Indonesische communistische partij D. A. Aidet (midden) en de vice-voorzitter van de Indonesische delegatie Soedisman. leden van de Staten zitting (v. d. Perre en Eversdijk). Alleen bij ernstige ker kelijke geschillen werd zo'n coetus bij eengeroepen. Toen alle moeite vergeefs bleek om hem tot andere gedachten te brengen, werd hij op 19 febr. 1712 afgezet, on geveer 2V2 eeuw geleden dus. Hij moest zich van alle predikdienst onthouden en buiten Zuid-Beveland gaan wonen. Wanneer hij zich echter van harte bekeerde van zijn verkeerde inzichten, zou hij weer als predikant worden aangenomen. Dwalingen. Wat waren eigenlijk zijn dwalingen? In 't kort gezegd: hij werd beschouwd als een volgeling van Baruch Spinoza. Deze Joodse geleerde was wegens on geloof uit de synagoge gebannen. Een diep denker, een groot wijsgeer, maar Spinoza stond vierkant tegenover het Christendom. Een natuurfilosoof en pautheist, die geen onderscheid maakte tussen Schepper en schepsel: alles is God, ook het stoffelijke, het gescha pene. Soortgelijke dwalingen als die van Pontiaan van Hattem, de predikant van St. Philipsland, die om dezelfde reden in 1683 was afgezet. Zijn volgelingen werden Hattemisten genoemd. We vinden ze ook bij Verschoor, die grote invloed had hij de aanzienlijken uit de Middelburg.se magistraat en bij de Waalse kerkeraad, maar reeds als can didaat te Vlissingen onder censuur werd gesteld. (Verschoristen heetten zijn aan hangers). Hier volgen enkele ketterijen van Bui tendijck: Adam is niet naar Gods beeld geschapen. Wie de goddelijke drieëenheid gelooft, bidt 3 goden aan en is dus een afgoden dienaar. Christus is alleen een kracht Gods, evenals de warmtebron van de zon, dus de rechtvaardiging door het geloof in Christus bloed is een verkeerd begrip. God beschouwt alle mensen als rein men mag dus niet bidden om de beke ring van een broeder. Het is een ver keerd denkbeeld dat God vertoornd is omdat de mensen de wet hebben over treden. Dat God nu eens zijn schepsel bemint en dan weer haat is in strijd met zijn onveranderlijkheid. Christus heeft de wet van Sinai afgeschaft. De wet is leugen, het Evangelie waarheid. Berouw over de zonde is in strijd met het geloof. In God kan geen toorn zijn, enkel liefde. SKODA geheel compleet NU va In ongewijzigde uitvoering <r dus oersterk (lange levensduur] extra solide (meer veiligheid) compleet comfort (incl. verwarming, rolhoes, binnen- en buitenspiegel, lichtsignaalschakelaar, parkeerlichten, kiëerhaakjes, asbakjes, slaapbanken, etc.) '^DE NIEUWE PRIJZEN Skoda Octavia (43 pk) 525^,— Octavia Super (47 pk) 5495,^ Qctavia TS (53 pk) 5W5,— Octavia Combi 6860,— 1202 Combi 61975,— H. ENGLEBERT N.V. - DOBBEWEG - VOORSCHOTEN- TEL. 01717-2010 DEALER: Garagebedrijf J. C. v. d. WERF, Bouwdijk 343, Melissant, tel. 466 VBEVOLGVERHAAL door W. SCHIPPERS 26 Anthonie werd doodsbleek, en met ha perende stem vroeg hij, of Wilhelm dacht, dat Therèse hem werkelijk on trouw was geworden. „Dat denk ik niet," antwoordde Wil helm met nauw bedwongen toorn, „maar dat weet ik. Vanmiddag is zij zonder ander gezelschap met luitenant Hatter gaan varen op het meer; ik zag ze van af het pad, waarlangs ik afdaalde, en een jagersoog ziet scherp en ver; ze wa- fen gelukkig buiten sahot, anders had ik de verzoeking niet kunnen weer staan om een gat in hun boot te schie ten." Anthonie was opgestaan van de bank hij huiverde alsof de koorts door zijn leden voer, doch vast en kalm zei hij: .,De praatjes die hier rondgingen, heb ik aanvankelijk niet geloofd, doch The- rèses gedrag tegenover mij was de laat ste weken niet meer zoals voorheen, en dit gevoegd bij hetgeen jij vanmid dag hebt gezien, is voor mij voldoende reden om een band te verbreken, die haar schijnt te knellen. De arme school meester moet wijken voor de voorname vreemdeling; als het Therèses ongeluk m.aar niet wordt," zo voegde Anthonie er bij. Met verwondering had Wilhelm zijn broeder aangezien. Hij kon het zich niet begrijpen, dat deze zo kalm bleef, en ondanks het bittere zieleleed, dat hem trof, toch nog bezorgd was voor het geluk van het meisje, dat hem bedroog, en dat hij liefhad met al de kracht van een edel gemoed. „Je bent anders en beter dan ik, An thonie. Als ik in jouw plaats was, zou het voor luitenant Hatter niet te wen sen zijn, mij op een eenzame plek te ontmoeten." Verschrikt door de dreigende toon en nog meer door de van wraakzucht gloe iende ogen van de gemsjager, had An thonie zijn broeder gesmeekt toch geen oiiheil te stichten door iets tegen de driftige Engelsman te ondernemen, want dat kon nooit anders dan noodlot tig aflopen. Wilhelm had zijn zacht zinnige broer gerustgesteld, doch in zijn hart woedde de haat. Het gebeurde, zoals Anthonie gedacht had; Therèse verklaarde, toen de onder wijzer haar het onbehoorlijke van haar gedrag onder het oog bracht, dat ze niet verkoos, dat haar gangen werden nage gaan en ze niet om zijnentwil van alle genoegens wenste afstand te doen. Het was dan maar beter, dat ieder zijns weegs ging. Reeds de volgende dag bracht een bediende uit het hotel de kleine ge schenken terug, die Anthonie Therèse eens met zulk een liefdevol hart had gegeven. Zwijgend droeg de onderwijzer zijn leed, doch het knaagde hem aan het hart, en hij werd steeds stiller en ble ker. Telkens als Wilhelm terugkeerde uit de bergen, vond hij zijn broeder, die de ruwe jager zo zielslief had, magerder en meer in zichzelf gekeerd. Zo verliepen de schone zomerdagen, en de herfst was reeds tamelijk ver ge vorderd. Vele toeristen verlieten het ho tel en slechts enkele, waaronder Dr. Cutley en luitenant Hatter, waren nog achtergebleven. Een enkele keer had Wilhelm de Engelsman ontmoet, als de ze hem, vergezeld door Dr Cutley, in het dorp voorbijkwam, doch eindelijk kwam het ogenblik, dat de gemsjager tegenover luitenant Hatter kwam te staan, zonder dat enig ander menselijk wezen daarbij getuige was. 't Was nog tamelijk vroeg in de morgen en Wilhelm, die reeds lang voor het krieken van de dageraad op pad was ge gaan, had naar zijn mening een geschik te plek gevonden, vanwaar hij nauw keurig een met laag struikgewas en al penkruiden begroeide berghelling in het oog kon houden. Straks, als de zon wat hoger klom, zouden er waarschijnlijk wel vluchten korhoenders of bergpatrijzen neerstrij ken en in afwachting daarvan zette Wil helm zich op zijn gemak neder. Hij legde zijn geweer met dubbele loop naast zich neer, schoof zijn knapzak naar voren en haalde een stuk brood en een homp geitenkaas te voorschijn. Juist, toen hij met zijn jachtmes het brood wilde snijden, vernam zijn scherp luisterend oor enig gerucht. Doch eer hij er zich voldoende re kenschap van kon geven, waardoor dit werd veroorzaakt, trok een ander geluid zijn aandacht. Een eigenaardig fluitend snorren klonk door de heldere lucht en Wilhelm wierp snel brood, kaas en mes naast zich neer om zijn geweer te grijpen. 't Was een grote vlucht bergpatrijzen, die over een hoge rotskam kwamen aanvliegen, en nu op de begroeide hel ling tegenover Wilhelm wilden neer strijken. Reeds schouderde hij zijn buks, doch op hetzelfde ogenblik knalden twee schoten, en enige vogels tuimelden in de struiken, terwijl de andere pijlsnel een goed heenkomen zochten. Wilhelm mompelde een verwensing tussen de tanden; men was hem vóór geweest; wie kon dat zijn? 't Werd hem spoedig duidelijk, toen hij enige passen naar voren deed en naar omlaag keek. Van achter een groot rotsblok kron kelde de witte kruitdamp op naar bo ven, en twee mannen, de één met een dubbelloops jachtgeweer in de hand, traden te voorsohijn en begonnen snel naar boven te klauteren. Wilhelm herkende hen onmiddellijk, 't waren luitenant Hatter en zijn be diende. De Engelsman had zoeven die twee schoten gelost, doch van de plek, van waar hij, schoot, kon hij wel de vlucht vogels zien en onder schot krijgen maar niet nagaan, waar het getroffen wild neerviel. Toen hij echter zo hoog geklommen was, dat slechts enige schreden hem van de plek scheidden, waar Wilhelm stond, zag hij duidelijk een paar bergpatrijzen op de helling vóór zich liggen, terwijl enige aangeschoten vogels door de lage struiken fladderden. De inboorling begon onmiddellijk in de bergkloof af te dalen, teneinde aan de overzijde daarvan het getroffen wild te halen. Inmiddels wierp luitenant Hat ter de afgeschoten patroonhulzen weg en schoof twee nieuwe patronen in zijn achterlaadgeweer. Daar viel plotseling zijn oog op Wil helm Unterwald, die op het smalle pad vóór hem onbeweeglijk bleef staan, leu nende op zijn geweer. Met een enkele blik bemerkte de officier, dat hij de Zwitser het wild voor de neus had weg- Vraag inlichtingen bij uw over de vele mogelijkheden van Calvijns geschriften behelzen niets goeds en zijn niet lezenswaard. Hij en de calvinistische predikanten waren vleselijk en hadden de Geest niet. Sommige uitspraken klinken nogal fi losofisch en waren door eenvoudige ge- naeenteleden niet altijd te onderschei den. Maar wie de Bijbel enigszins kent zal moeten toegeven dat er zich vrese lijke ketterijen onder bevinden en dat Buitendijck bedenkelijk afweek van de Gereformeerde leer. Verzet duurt voort. Wel was de rust in Schore en Vlake hersteld, maar hun vroegere predikant ging voort zijn ideeën uit te dragen. Eerst in Bergen op Zoom en Roosendaal en later lange tijd in Breda. Daar voeg de zich bij hem de uit Middelburg ver bannen sclioenmaker Marinus Booms, die grote invloed en aanhang had. „Die twee monsters zijn op ons af gekomen" schreef de classis Breda. Ook in Zuid-Beveland durfde hij zich tegen het verbod in wel vertonen. In 1718 werd hij daarom veroordeeld tot een boete van 300 rijksdaalders. Een felle bestrijder van deze ketterijen was ds. Tuinman uit Middelburg, een echte ketterjager. Onverzettelijk als het om de strijd voor de Waai-heid ging, waarbij hij soms de grofste woorden ge bruikte. Zo noemde hij Buitendijck een werktuig van satan" en schoenmaker Booms „de liegende en bedriegende vrij geest". Tenslotte werd Buitendijck uit Bre da verbannen evenals uit Veere, waar hij zich wilde vestigen. Overal zwierf hij rond, zocht er zijn volgelingen en vond er vele (Buitendijckers genoemd). Na de dood van de leiders ging de groep langzamerhand in sterkte ach teruit. Sommige van hun ideeën zijn niet zo gemakkelijk uit te roeien en le ven hier en daar nog voort of komen bij nieuwe secten weer te voorschijn. Middelburg L. van Wallenburg Bijna een half jaar heeft de 20-jarige lokettiste mej. D. L. van het postkantoor in Eindhoven in benauwdheid en onze kerheid verkeerd wegens een kastekort van f 1000. Juist toen de centrale direk- tie van de P.T.T. in Den Haag had be slist, dat zij zelf slechts f 100,van de schade zou behoeven te betalen, is het geld terechtgekomen.uit de nieuwe geldtaf el van mej. L. Gebleken is dat bij het openschuiven van de jalouzie van de tafel het geld tussen de dubbele bo dem was geraakt. geschoten en zijn spottend lachen deed de gems jager het bloed koken. „'t Is niet prettig, mijn jongen, als je op vogels staat te loeren en een ander schiet ze inmiddels naar omlaag, doch mij dunkt, dat je voor een jager van beroep wel wat langzaam te werk gaat. De toon, waarop luitenant Hatter dit zeide, maakte Wilhelm nog woedender en dreigend klonk het nu uit de mond van de Zwitser: ,,Weet je wel, Engels man, dat ik naar het ogenblik verlangd heb, om eens zonder getuigen je rond weg mijn mening te zeggen over som mige dingen, die mij aangaan, en waar in gij de hand hebt gehad?" De luitenant lachte niet meer; hij richtte zich in zijn volle lengte op en met diepe minachting klonk het: „Zeg, lummel, ik ben niet gewoon op zulk een onbeschofte wijze te worden aangespro ken, en als je praatjes maken Vv'ilt, doe het dan vanavond met je gelijken in de herberg. En maak nu, dat je uit de weg komt", voegde hij er rood van toorn bij, „of ik zou in verzoeking komen, je naar beneden te smijten." „Dat zou je wel kunnen, lafaard", riep Wilhelm, „als ik tenminste aan een touw hing, en je kon je bruine bedien de het bevel geven om het door te snij den, evenals het met mijn arme vader gebeurd is." (Wordt vervolge)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1963 | | pagina 5