Onze bejaarden De luchimachioefening op de Noordzee Bevestiging en inirede Ds. J. Karens ie Nieuwerkerk Meditatie Overweldigende befangstelling in Chr. Geref. kerk te Zïerikzee Ongeluk met brommer FVCKORTEWEGiiZOON 36e jaargang Vrijdag 13 september 1963 No. 3220 Chr. STRÊEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tvoeemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond De conclusie van het ongeloof. Fmitmandesi e» Frultbakjes »*^e '^ruitcentrale" (Schouwen - Duiveland) PKINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930 Ons onvolprezen C.B.S, (Centraal Bu reau voor de Statistiek) in Den Haag heeft dezer dagen de gegevens gepubli ceerd van de laatste volkstelling 31 mei 1960 betreffende de bejaarden. Deze gegevens zijn niet alleen uit een zuivere statistisch oogpunt van belang, maar ze zijn ook onmisbaar voor de medische wetenschap en voor onze so ciale en economische politiek, terv/ijl ook de kerken hun conclusie eruit kun nen trekken. De dagbladen hebben er al één en ander van gepubliceerd, maar het komt ons nuttig voor dit in ons blad wat uitvoeriger te doen en er ook nog enkele beschouwingen aan te ver binden. We geven eerst een tabel, aangeven de de totale bevolking van ons land op 31 dec. 1962 en het totale aantal be jaarden d.w.z. personen hoven 65 jaar, met daaraan voorafgaande enkele op gaven uit vroegere jaren. jaar bevolking bejaarden 1909 5.858.175 358.611 1940 8.923.165 624.855 1962 11.889.962 1.107.432 Het C.B.S. heeft het totaal der be jaarden ook nog gesplitst in drie leef tijdsklassen, waarvan de aantallen als volgt zijn; 65-69 1909 146.021 1940 254.812 1962 414.447 70-74 75 en ouder 107.046 105.544 180.264 189.779 309.205 383.780 Om deze absolute cijfers goed te kun nen interpreteren is het nodig ze in percentages om te zetten. Allereerst zien we dan, dat de totale bevolking in 1962 gestegen was tot 2030/0 van die van 1909 m.a.w. dat ze verdubbeld was. Maar we zien ook, dat het totaal der bejaarden in 1962 naar verhouding veel meer om hoog was gegaan n.l. tot SOgVo dus het drievoudigel De cijfers tonen dus aan, dat de categorie bejaarden in onze be volking procentueel steeds groter wordt, hetgeen nog duidelijker wordt aange- gegeven door de volgende tabel, die het percentage bejaarden aangeeft van het totaal der bevolking in een lange reeks van jaren. 1849 4,7 1940 7,0 1869 5,5 1950 7,8 1909 6,1 1960 9,1 1920 5,9 1962 9,3 1930 6,2 Hieruit blijkt, dat de relatief sterkere groei van de bejaardengroep zich voor al heeft voorgedaan in de laatste de cennia: in de 22 jaar na 1940 liep het percentage even sterk op (n.l. met 2,3"/o) als in de bijna 100 jaar van 1849 tot 1940! Het gaat dus wel in versneld tem po. Merkwaardig is daarbij, dat de groep van 75 jaar en ouder sneller is gestegen dan de beide andere: vergele ken met 1909 was ze in 1962 op 364»/o gekomen, terwijl de groep van 6569 op 284 en die van 7074 op 289 kwam. De vergrijzing van onze bevolking, zo als dit proces wel genoemd wordt, blijkt uit deze cijfers heel duidelijk. Op de ooorzaken daarvan hopen we nog terug te komen. Deze veroudering heeft op allerlei gebied vergaande consequenties. De medische wetenschap moet veel meer aandacht gaan wijden aan de specifie ke fysiologische en psychologische pro blemen van de bejaarden. Bij de vele specialismen op dit gebied is dan ook die van de geriatrie gekomen( het woord is afgeleid van het Grieks geroon grijsaard en iatros geneesheer). Zij bestudeert de ouderdomsziekten. De gerontologie bestrijkt een nog breder terrein, n.l. alle vraagstukken, die met de ouderdom verband houden, dus ook economische en sociologische. Het zal duidelijk zijn, dat ook onze economie er de gevolgen van ondervindt, omdat door de veroudering de getalsterkte van de produktieve en niet-produktieve groepen naar verhouding in ongunstige zin verandert. Op 100 personen van 20 tot 64 jaar de produktieve leeftijd bedroeg het aantal bejaarden in 1940 nog 12,5 en begin 1963 was dit al ge- .stegen tot 17,7, dat is een verhoging met 42°/o. Om dit proces nog nader te kun nen adstrueren, hebben we een ande re statistiek geraadpleegd. Hieronder vindt u de percentages van de drie voornaamste leeftijdsgroepen: de jon geren, de produktieven en de bejaar den. 0-20 20-65 65 e.o 1940 1950 1961 37,2 37,3 38,1 55,8 54,9 52,7 7,0 7.8 9,2 Hieruit blijkt, dat de jongerengroep langzaam stijgt. Er hebben altijd nog een behoorlijk aantal „produktieven" tussen gezeten, die we dus eigenlijk bij de middengroep moeten rekenen, maar dit aantal vermindert steeds door de stijging van de leerplichtige leeftijd en die van het aantal studerenden. Ook de bejaardengroep neemt in omvang toe, maar beide groeien ten koste van de groep der produktieven, die duidelijk aan het afnemen is. In 1930 behoorde 40''/o van onze bevolking tot de beroeps bevolking en in 1961 nog 38»/o, Dat dit niet veel minder is, wordt veroorzaakt door het groter aantal vrouwelijke werkkrachten vooral in administratieve functies. Het komt er dus op neer, dat een steeds kleiner wordend deel der be volking de kost moet verdienen ook voor een stijgend percentage niet-pro- duktieven. Voorts zal het duidelijk zijn, dat ge zien deze verouderingstendens het to taalbedrag aan A,.OvW.-uitkeringen voortdurend omhoog gaat. Dit geschiedt my is niet beter dan dat ik haastiglijk ontkome in het land der Filistijnen. (1 Samuel 27 lb) Wat is geloof? Geloof Is het voor waarachtig houden van wat God be loofd heeft. Wat is ongeloof? Ongeloof is God tot een leugenaar maken en Zijn getuigenis voor onwaarachtig houden. V/at is de vrucht van het geloof? Een heilige rust in de Heere, zelfs in de bangste tegenheden. Wat is de vrucht van het ongeloof? Een onheilige onrust zich openbarende in het zoeken van een valse rustplaats voor ons vlees en het ontgaan van de beproevingen op grond van vleselijke overleggingen. Zolang David het geloof mocht be oefenen zolang kan hij in de bange ver volgingen, waarin Saul zijn ondergang zoekt met een zoete rust in zijn ziel uitroepen: Wees mij genadig o God, wees mij genadig, want mijn ziel be trouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, tot dat de verdervingen zullen voorbij ge gaan zijn. Ik roep tot God, de .Mler- hoogste, tot God, die het aan mij vol eindigen zal. (Ps, 57 2, 3). Toen was hij verzekerd, dat God het aan hem vol eindigen zou, alles, dat de Heere aan hem beloofd had. Zijn ziel steunde op dat onwankelbaar Woord Gods. Wat een heilzame rust verschaft dit gelovig betrouwen! Het schijnt de wereld won derlijk, zelfs acht men dit dwaas en zorgeloos, vermetel en hovaardig maar het geloof dat niet redeneert verlaat zich op God, Zijn Woord en Zijn trouw. Zijn sterkte en waarheid. Dan wil Da vid God laten werken en op Zijn tijd wachten. Dan behoeft hij er geen vin ger naar uit te steken. Wanneer de zo nen van Zeruja Saul willen doden, wan neer hij in hun hand is, weigert David zijn handen uit te steken naar de ge zalfde des Heeren. De Heere zal het voor mij voleinden, daarin rust zijn ziel. Geen groter vei ligheid kan ooit een ziel genieten, dan de veiligheid in de Heere; geen zoetere rust kan ooit een ziel ervaren, dan die rust in de Heere en in Zijn deugden. En wat een klare bewijzen schenkt de Heere van Zijn trouw. Hoe won derlijk zijn de verlossingen, ook uit de hand van Saul en uit die van al zijn vijanden. David zou wel nooit meer moeten twijfelen, maar altijd in de Heere zich verheugen. Gewis dat zou wel moeten, maar ach, dat bittere. God verdachtmakende ongeloof. Hoe bitter zijn in dit opzicht ook de ervaringen van Gods kinderen. Wat een macht kan dat ongeloof niet menigmaal ontkete nen en wat droef zijn de vruchten er van, want het ongeloof doet ons altijd van de Heere afwijken tot schade van de ziel. Het ongeloof ziet de trouw Gods niet meer noch zijn sterkte. Dat kunnen wij lezen in 1 Sarn. 27. Het ongeloof is dan in Davids hart en dan vergelijkt hij niet de sterkte Gods met die van Saul, maar dan vergelijkt hij zijn eigen krachten met die van Saul. Dan komt het ongeloof tot een conclusie: Aange zien ge toch zekerlijk het van Saul en zijn machtig leger zult moeten verlie zen, daar uw kleine kracht nooit die van Saul zal kunnen teniet doen, is er geen beter ding voor u, dan haastig te ontkomen in het land der Filistijnen. Dit zei men in Davids hart. Tot deze conclusie komt de redenering van het ongeloof. En David en zijn zeshonderd mannen gaan dan heen, ontwijken de strijd en gaan in rust wonen in het land der Filistijnen. Nu heeft David de Heere niet gevraagd. Neen, het on geloof zoekt God niet, noch vraagt naar Zijn wil. Het ongeloof is wars van ge vouwen handen en gebogen knieën en zingt nooit: Heere loijs mij toch Uwe wegen, Die Gij wilt, dat ik zal gaan. Het ongeloof weet een weg buiten God om; het ongeloof verschaft een rust buiten God om. Het ongeloof kan de sterkte Gods niet aangrijpen noch zelfs geloven. Maar wat bitter zal in het einde die rust van het ongeloof zijn. Hoe sma delijk zal David dat ook ervaren, dat de weg, die hij nu gekozen heeft, hem geen rust zal kunnen verschaffen. God weet onze valse rustplaatsen wel te vinden en o, hoe zwaar zal het de ziel vallen als de Heere hem in zijn valste rustplaatsen verrassen gaat en die rust plaatsen zal gaan verdoen, want zo heeft de Heere met David gehandeld. De rest van de geschiedenis betuigt dat ons. ïn welke moeilijke en gevaar lijke omstandigheden kunnen de buiten God door ons genomen beslissingen ons brengen. Eerst lezen we, dat David aan de zijde van de vijanden van het volk en de waarheid Gods komt te staan. Daar staan Davids mannen onder lei ding van de man van wie eenmaal de dochteren van Israël gezongen hebben: David heeft zijn tienduizenden versla gen. O David, aan die kant hoort ge niet. Dat moeten zelfs de vijanden Gods erkennen. David ge staat aan de ver keerde zijde en daarom sturen ze Da vid heen. Rotterdam (C.) Ds. A. Vergunst. toch al door de normale toeneming der bevolking en bovendien doordat men de bedragen steeds verhoogt, maar de verhoging van de gemiddelde leeftijd speelt ook een zeer grote rol. Veel meer mensen worden ouder dan voorheen en vooral de groep boven 75 jaar neemt sterk toe, veel sterker dan die van 65 69 en van 7074. Zij vormde in 1940 nog SO'/o en nu al 35''/o van de bevol king van 65 en ouder. Dit betekent dus, dat men niet alleen méér A.O.W.-klan- ten krijgt, maai dat men ze ook langer houdt. We vragen ons daarom wel eens af, of de financiële last van de A.O.W.- preinies op de duur niet te zwaar zal gaan drukken. Een andere interessante conclusie, die uit de nieuwe cijfers te trekken is, wordt gevormd door de verandering in het percentage geihuwden onder de be jaarden. Dit is de tabel voor de mannen. 70-74 65 75 75 e.o. totaal 45 51 63 70 65-69 1950 76 1692 83 Door de verhoging van de leeftijden stijgt automatisch het aantal gehuwden boven 65 jaar. Thans is het dus al 70Vo voor de mannen. Voor de vrouwen is het lager (die zijn meestal jonger). Het totaal-gemiddelde is 56%. Niet minder dan 750.000 bejaarden üf driekwart van het totaal leefde in 1960 (volkstelling) in gezin of huishou ding in eigen kring. Daarnaast werden 170.000 afzonderlijk levende alleen staanden geteld en slechts 75.000 in groepsverband in gestichten, instellin gen en tehuizen. Hieruit blijkt dus wel een zeer grote mate van zelfstandig heid. Van de alleenstaanden beschikten niet minder dan 140.000 over een wo ning. Van dezen bewoonden 97.000 faaar geheel alleen en hadden 43.000 inwo ning, terwijl 26,000 alleenstaanden ka merbewoner waren. De volkstelling gaf ook gegevens over de bejaarden, die nog een beroep uitoefenen. Het waren 20"/o van alle mannen en 3% van alle vrouwen boven 65. Deze percentages waren voor de 60 65 jarigen resp. 81 en 9, zodat driekwart van de mannen en tweederde van de vrouwen er m.et 65 jaar een punt ach ter zet. De percentages werkenden zijn sedert 1947 zeer sterk gedaald, wat zijn oorzaak vooral vindt in de betere ouderdomsvoorzieningen. Tenslotte nog iets over de bejaarden i.v.m. de kerkelijke gezindte. Ook hier zijn leerrijke conclusies te trekken. In onderstaande tabel geeft de eerste ko lom het "/o boven 65 aan van eigen groep, de tweede het "U boven 65 van het totale aantal boven 65 R.K. N.H. Ger. Over. Geen Nederl. 6,8 11,6 8,6 14,4 7,1 9,1 31,6 38,0 9,2 6,1 15,1 (40.4) (28,3) 9,3) 3,6) (18,4) Uit beide kolommen is te conclude ren, dat de r.k. naar verhouding de min ste bejaarden hebben, dat de buiten kerkelijken ook „jonger" zijn, de gere formeerden ongeveer op landelijk peil staan, maar dat de hervormden en voor al de „overigen" (Remonstr. etc.) heel sterk aan het verouderen zijn als ker kelijke gemeenschap, tussen haakjes hun algemene aandeel in de bevolking. OUDDORP Kerkdienst. D.V. maandagavond 16 sept. hoopt voor de Ger. Gem. voor te gaan ds. van Gilst uit Lisse. Aanvang 7 uur. Speciaal in het opmaken van B. V. d. TEER Telefoon 26S2 Westd^k 36 MIDDELHARNIS OUDDORP Op de Provinciale weg, even buiten Ouddorp is dinsdagmiddag de brom fietser Jan de Waal door een hem ach teropkomende auto aangereden. De heer de Waal, die in de richting Goeree reed ontmoette zijn meisje die uit de tegen gestelde richting naderde, waarna hij zonder voldoende op te letten op de weg wilde keren. De auto trok een meters lang remspoor maar kon hem niet meer ontwijken. Hij liep ernstige schaaf- en snijwonden aan armen en schouders op. Bij afwezigheid van een dokter verleende de heer J. van Dam eerste hulp. De brommer werd ver nield, de auto kreeg flinke schade. VÜOR BETER i. X* t^^ -----NAAR DE MIDDELHnRNIS-TEL:Z3Z8 ABONNEMENTSPRIJS 2,15 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. Een beeld van de luchtmachtoefening, die dinsdag op de Noordzee is begonnen en waarbij zeven mannen gedurende een etmaal slag hebben geleverd tegen de zee en de getijden, opeengepakt op een klein rubbervlot: Kort na de start van de oefening waren de gezichten nog opgewekt en vrolijk Zeeziekte en ontbering hebben de vrolijkheid wel spoedig doen verdwijnen. Onder zeer grote belangstelling heeft woensdag j.l. de bevestiging en intrede plaats gehad van kand. J. Karens van Zoetermeer tot predikant der Geref. Gemeente te Nieuwerkerk (Z.) De kgrkeraad had voor deze diensten een grote toeloop verwacht, en gezien de kerk te Nieuwerkerk de schare niet zou kun nen bevatten heeft men te Zierikzee onderdak gezocht waar de Chr. Geref. Ge meente aldaar welwillend hun kerkgebouw met ruim 1100 zitplaatsen voor dit doel, heeft afgestaan. Niet alleen uit de omgeving maar van heinde en ver waren belangstellenden opgekomen; er waren tal van predikanten, vertegen woordigers van classis, synode, pi. kerken, gemeentebestuur enz. We bemerk ten o.m. de predikanten L. Rijksen, W. Suijker, A. F. Honkoop, P. Blok, L. Huisman, Vogelaar, C. Harinck, Hage, P. A. Zijderveld en alle studenten. Van de Chr. Ger. Kerk was er ds. M. v. d. Klis te Zierikzee, voorts ds. M. G. Wes terhof, Herv. predt. en dr. Becker, Ger.predt. te Nieuwerkerk, en burgemeester A. A. van Eeten, namens het gemeentebestuur. De grote kerk was beide dien sten, vooral des avonds geheel bezet. De bevestiging De bevestiging had des middags plaats door ds. K. de Gier te 's Gravenhage, docent aan de theol. School te Rotter dam. De tekst was 2 Cor. 5 20 en 21: „Zo zijn wij dan gezanten van Chris tus wege, alsof God door ons bade, laat u met God verzoenen." Het thema: Het ambt der verzoening met de volgende punten: 1. de opdracht 2 de ernst en 3 het doel van het ambt. Na de ontvouwing van deze tekstwoor- den werd het bevestigingsformulier voorgelezen en klonk een plechtig „Ja, ik, van ganser harte" uit de mond van de nieuwe leraar. Aan de handoplegging namen deel de predikanten ds. L. Rijk sen:, ds. W. Suijker en ds. A. F. Honkoop en ouderling Jac. van Klinken, Het was een ontroerende plechtigheid. De intrede Des avonds sprak ds. J. Karens voor de eerste maal het votum en de zegen uit over zijn gemeente. De voorzang was Ps. 19 5 en 7; gelezen werd Jesaja 62 waarna ds. voorging in gebed. Ds. Karens noemde Let een gewicht vol uur voor hem en de gemeente, in de verbindtenis die nu werd aangegaan Hij vergeleek het met een huwelijk, waarvan hij hoopte dat er kinderen Slons uit geboren zouden worden en hij dienstbaar zou worden gesteld tot hun zaligheid. Spreker vertelde een en an der van de werkzaamheden die hij had gehad inzake het beroep naar Nieuwer kerk hij was er bij bepaald: dit is de weg, wandelt in dezelve. Ds. Karens drukte de wens uit dat de ondertrouw met de gemeente Nieuwerkerk gezegen de vrucht zal afwerpen en parelen zou den worden gehecht aan Christus Mid- delaarskroon. Ook dat de gemeente zou verstaan dat hij slechts een mensenkind is; dat hij gedragen zou worden op de vleugelen des gebeds en de Heere in al les verheerlijkt zal worden. De intreetekst werd gekozen uit Eze- chiël 3 17 „Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Is raels, zo zult giJ! het Woord uit Zijn mond horen en hen van Mijnentwege waarschuwen". Het thema was: 's Heeren opdracht aan een nietig mensenltind, waarbij werd stilgestaan bij 1. benaming die de Heere geeft; 2. de aanstelling die hij krijgt; 3. de toezegging die hij verleent 4. de opdracht hem verstrekt. De naam van Ezechiël, de profeet in ballingschap, aan de rivier Chebar, be tekent: Jehovah wil sterken. Hij wordt door de Heere mensenkind" genoemd, welke benaming 92 maal in dit profe- tenboek voorkomt. Deze benaming wijst hem er op, dat hij onder de ballingen niet in eigen kracht kan werken; het ziet op zijn zwakheid en diepe afhan kelijkheid het is een beschamende be naming maar ook vertroostend, omdat zijn Zender Zoon des mensen wordt ge noemd. Zijn aanstelling is een Godde lijke, van de Ik zal zijn, die Ik zijn zal. Hij wordt aangesteld als een wachter over het ganse huis Israels, hij heeft een zeer verantwoordelijke positie, waar van de consignes luiden dat hij niet slapende mag zijn, maar steeds op zijn post en wakend, dat geen onheil de stad verstoort. En als er onheil nadert moet hij de bazuin blazen, of een vuur ontsteken, dat de aandacht trekt. Hij moet waken over degenen die de geva ren niet zien en er voor waarschuwen. Tot deze ontzaglijke opdracht is hij in zichzelf onbekwaam, maar hij vindt een pleitgrond in het binnenste heiligdom en mag daar sterkte uit putten. Sprekende over het derde punt, zijn toezegging, beklemtoonde spreker dat een wachter eerst moet luisteren, al vorens te kunnen spreken naar de me ning des Geestes en naar het hart van Jeruzalem ,,Zo zult gij het Woord uit Mijn mond horen" zegt de tekst. Dood en leven, zegen en vloek, de rechtvaar dige het wel, en de goddeloze het wee, moet hij aanzeggen. Altijd is er een boodschap, voor bekeerd en onbekeerd, niemand mag ongewaarschuwd heen gaan. De profeet, en met hem Gods dienstknechten brengen niet hun eigen maar 's Heeren Woord, waarbij zij mo gen uitzien naar de toezegging, die troostvol is. De opdracht luidt: Zo zult gij hen van Mijnentwege waarschuwen. Er staat eigenlijk blinken, lichten, zoals een wachter bij gevaar vuur of licht ont steekt. Spreker schetste dat er in de kerk altijd 2 soorten hoorders zijn (god- delozen en rechtvaardigen vers 18) die met ernst dienen gewaarschuwd te wor den, ook van het zitten op valse gron den. Niet wat de mens zegt komt in aanmerking, maar wat de Heere zegt. De kerk des Heeren moet gebouwd wor den in het allerheiligst geloof; ook de jeugd in liefde vermaand en gewaar schuwd, opdat de prediking door de be diening des Geestes bekering en zalig heid moge uitwerken. Toespraken. Ds. Karens richtte zich nadat Ps. 127 1 gezongen was tot zijn bevestiger do cent Ds. K. de Gier die hij hartelijk dankte voor de bereidwilligheid hem in zijn ambt te bevestigen. Verder tot do cent Ds. L. Rijksen te Rotterdam, die voor hem in die 4 jaar als een vader was geweest. Vervolgens sprak hij docent v. Bochove toe, met bijzondere achting voor diens werk. Het college van bur gemeester en wethouders, die als wach ters gesteld zijn op de burgerlijke muur, dankte hij voor hun aanwezigheid en bad hen Gods zegen toe. De curatoren w.o. predikanten en ouderlingen met de classis-predikanten in Zeeland, wenste hij toe dat de band der liefde mocht worden bestendigd. De consulent ds. W. Suiker en ook ds. A. F. Honkoop, welke laatste een tiental jaren in de clas sis Tholen had gewerkt dankte hij voor dit werk en hoopte dat zij elkaar dienen zouden door de liefde. Verder werd toegesproken Ds. Zijder veld van de part. Synode; de afgevaar digden uit de verschillende kerken van de classis Tholen alsook de predikan ten uit de plaatselijke kerken; ds. v. d. Klis, predt. van de Chr. Ger. Kerk te Zierikzee, die zich zo beijverd had de ze diensten goed te laten verlopen. De studenten aan wie hij grote binding had de catechisanten, de organist van Zie rikzee en Nieuwerkerk, de onderwijzers en voorts allen die deze dag de helpende hand hadden geboden om de vele vrien den te ontvangen. Tot de gemeente zei spreker dat hij hoopte dat in eerlijkheid en getrouw heid met elkaar zal worden omgegaan; met de kerkeraad die hij dankte voor alle zorgen hoopte hij dat zij samen door de band der liefde zullen worden aaneengesmeed. Niemand is eender zei spreker, maar laat ons samen één zijn. De hoogbejaarde scriba, dhr. Flikweert kreeg een apart woord van dank. Ten slotte richtte spreker zich tot familie, ouders schoonvader en schoonmoeder, echtgenote en kinderen, vrienden van Zoetermeer en hun predikant ds. Voge laar en die van elders waren gekomen. Diverse sprekers Na het dankgebed en zingen van Ps. 135 1 voerde ds. L. Rijksen van Rot terdam het woord, namens docenten en curatoren. Hij verblijdde zich mede dat Nieuwerkerk een eigen predikant had gekregen en hoopte dat de raad der kerk aan zijn zijde zou staan om samen het heil der gemeente te zoeken. (Vervolg op pag. 2, Ie kolom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1963 | | pagina 1