Onze bejaarden
De luchimachioefening op de Noordzee
Bevestiging en inirede
Ds. J. Karens ie Nieuwerkerk
Meditatie
Overweldigende befangstelling in
Chr. Geref. kerk te Zïerikzee
Ongeluk met brommer
FVCKORTEWEGiiZOON
36e jaargang
Vrijdag 13 september 1963
No. 3220
Chr. STRÊEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verschijnt tvoeemaal per week: dinsdag- en vrijdagavond
De conclusie van het
ongeloof.
Fmitmandesi e» Frultbakjes
»*^e '^ruitcentrale"
(Schouwen - Duiveland)
PKINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930
Ons onvolprezen C.B.S, (Centraal Bu
reau voor de Statistiek) in Den Haag
heeft dezer dagen de gegevens gepubli
ceerd van de laatste volkstelling 31
mei 1960 betreffende de bejaarden.
Deze gegevens zijn niet alleen uit een
zuivere statistisch oogpunt van belang,
maar ze zijn ook onmisbaar voor de
medische wetenschap en voor onze so
ciale en economische politiek, terv/ijl
ook de kerken hun conclusie eruit kun
nen trekken. De dagbladen hebben er
al één en ander van gepubliceerd, maar
het komt ons nuttig voor dit in ons
blad wat uitvoeriger te doen en er ook
nog enkele beschouwingen aan te ver
binden.
We geven eerst een tabel, aangeven
de de totale bevolking van ons land
op 31 dec. 1962 en het totale aantal be
jaarden d.w.z. personen hoven 65 jaar,
met daaraan voorafgaande enkele op
gaven uit vroegere jaren.
jaar
bevolking
bejaarden
1909
5.858.175
358.611
1940
8.923.165
624.855
1962
11.889.962
1.107.432
Het C.B.S. heeft het totaal der be
jaarden ook nog gesplitst in drie leef
tijdsklassen, waarvan de aantallen als
volgt zijn;
65-69
1909 146.021
1940 254.812
1962 414.447
70-74 75 en ouder
107.046 105.544
180.264 189.779
309.205 383.780
Om deze absolute cijfers goed te kun
nen interpreteren is het nodig ze in
percentages om te zetten. Allereerst zien
we dan, dat de totale bevolking in 1962
gestegen was tot 2030/0 van die van 1909
m.a.w. dat ze verdubbeld was. Maar we
zien ook, dat het totaal der bejaarden
in 1962 naar verhouding veel meer om
hoog was gegaan n.l. tot SOgVo dus het
drievoudigel De cijfers tonen dus aan,
dat de categorie bejaarden in onze be
volking procentueel steeds groter wordt,
hetgeen nog duidelijker wordt aange-
gegeven door de volgende tabel, die het
percentage bejaarden aangeeft van het
totaal der bevolking in een lange reeks
van jaren.
1849
4,7
1940
7,0
1869
5,5
1950
7,8
1909
6,1
1960
9,1
1920
5,9
1962
9,3
1930
6,2
Hieruit blijkt, dat de relatief sterkere
groei van de bejaardengroep zich voor
al heeft voorgedaan in de laatste de
cennia: in de 22 jaar na 1940 liep het
percentage even sterk op (n.l. met 2,3"/o)
als in de bijna 100 jaar van 1849 tot
1940! Het gaat dus wel in versneld tem
po. Merkwaardig is daarbij, dat de
groep van 75 jaar en ouder sneller is
gestegen dan de beide andere: vergele
ken met 1909 was ze in 1962 op 364»/o
gekomen, terwijl de groep van 6569
op 284 en die van 7074 op 289 kwam.
De vergrijzing van onze bevolking, zo
als dit proces wel genoemd wordt, blijkt
uit deze cijfers heel duidelijk. Op de
ooorzaken daarvan hopen we nog terug
te komen.
Deze veroudering heeft op allerlei
gebied vergaande consequenties. De
medische wetenschap moet veel meer
aandacht gaan wijden aan de specifie
ke fysiologische en psychologische pro
blemen van de bejaarden. Bij de vele
specialismen op dit gebied is dan ook
die van de geriatrie gekomen( het woord
is afgeleid van het Grieks geroon
grijsaard en iatros geneesheer). Zij
bestudeert de ouderdomsziekten. De
gerontologie bestrijkt een nog breder
terrein, n.l. alle vraagstukken, die met
de ouderdom verband houden, dus ook
economische en sociologische. Het zal
duidelijk zijn, dat ook onze economie
er de gevolgen van ondervindt, omdat
door de veroudering de getalsterkte van
de produktieve en niet-produktieve
groepen naar verhouding in ongunstige
zin verandert. Op 100 personen van 20
tot 64 jaar de produktieve leeftijd
bedroeg het aantal bejaarden in 1940
nog 12,5 en begin 1963 was dit al ge-
.stegen tot 17,7, dat is een verhoging met
42°/o. Om dit proces nog nader te kun
nen adstrueren, hebben we een ande
re statistiek geraadpleegd. Hieronder
vindt u de percentages van de drie
voornaamste leeftijdsgroepen: de jon
geren, de produktieven en de bejaar
den.
0-20
20-65
65 e.o
1940
1950
1961
37,2
37,3
38,1
55,8
54,9
52,7
7,0
7.8
9,2
Hieruit blijkt, dat de jongerengroep
langzaam stijgt. Er hebben altijd nog
een behoorlijk aantal „produktieven"
tussen gezeten, die we dus eigenlijk bij
de middengroep moeten rekenen, maar
dit aantal vermindert steeds door de
stijging van de leerplichtige leeftijd en
die van het aantal studerenden. Ook de
bejaardengroep neemt in omvang toe,
maar beide groeien ten koste van de
groep der produktieven, die duidelijk
aan het afnemen is. In 1930 behoorde
40''/o van onze bevolking tot de beroeps
bevolking en in 1961 nog 38»/o, Dat dit
niet veel minder is, wordt veroorzaakt
door het groter aantal vrouwelijke
werkkrachten vooral in administratieve
functies. Het komt er dus op neer, dat
een steeds kleiner wordend deel der be
volking de kost moet verdienen ook
voor een stijgend percentage niet-pro-
duktieven.
Voorts zal het duidelijk zijn, dat ge
zien deze verouderingstendens het to
taalbedrag aan A,.OvW.-uitkeringen
voortdurend omhoog gaat. Dit geschiedt
my is niet beter dan dat ik
haastiglijk ontkome in het land der
Filistijnen.
(1 Samuel 27 lb)
Wat is geloof? Geloof Is het voor
waarachtig houden van wat God be
loofd heeft. Wat is ongeloof? Ongeloof
is God tot een leugenaar maken en Zijn
getuigenis voor onwaarachtig houden.
V/at is de vrucht van het geloof?
Een heilige rust in de Heere, zelfs in
de bangste tegenheden.
Wat is de vrucht van het ongeloof?
Een onheilige onrust zich openbarende
in het zoeken van een valse rustplaats
voor ons vlees en het ontgaan van de
beproevingen op grond van vleselijke
overleggingen.
Zolang David het geloof mocht be
oefenen zolang kan hij in de bange ver
volgingen, waarin Saul zijn ondergang
zoekt met een zoete rust in zijn ziel
uitroepen: Wees mij genadig o God,
wees mij genadig, want mijn ziel be
trouwt op U, en ik neem mijn toevlucht
onder de schaduw Uwer vleugelen, tot
dat de verdervingen zullen voorbij ge
gaan zijn. Ik roep tot God, de .Mler-
hoogste, tot God, die het aan mij vol
eindigen zal. (Ps, 57 2, 3). Toen was hij
verzekerd, dat God het aan hem vol
eindigen zou, alles, dat de Heere aan
hem beloofd had. Zijn ziel steunde op
dat onwankelbaar Woord Gods. Wat
een heilzame rust verschaft dit gelovig
betrouwen! Het schijnt de wereld won
derlijk, zelfs acht men dit dwaas en
zorgeloos, vermetel en hovaardig maar
het geloof dat niet redeneert verlaat
zich op God, Zijn Woord en Zijn trouw.
Zijn sterkte en waarheid. Dan wil Da
vid God laten werken en op Zijn tijd
wachten. Dan behoeft hij er geen vin
ger naar uit te steken. Wanneer de zo
nen van Zeruja Saul willen doden, wan
neer hij in hun hand is, weigert David
zijn handen uit te steken naar de ge
zalfde des Heeren.
De Heere zal het voor mij voleinden,
daarin rust zijn ziel. Geen groter vei
ligheid kan ooit een ziel genieten, dan
de veiligheid in de Heere; geen zoetere
rust kan ooit een ziel ervaren, dan die
rust in de Heere en in Zijn deugden.
En wat een klare bewijzen schenkt
de Heere van Zijn trouw. Hoe won
derlijk zijn de verlossingen, ook uit de
hand van Saul en uit die van al zijn
vijanden. David zou wel nooit meer
moeten twijfelen, maar altijd in de
Heere zich verheugen. Gewis dat zou
wel moeten, maar ach, dat bittere. God
verdachtmakende ongeloof. Hoe bitter
zijn in dit opzicht ook de ervaringen
van Gods kinderen. Wat een macht kan
dat ongeloof niet menigmaal ontkete
nen en wat droef zijn de vruchten er
van, want het ongeloof doet ons altijd
van de Heere afwijken tot schade van
de ziel.
Het ongeloof ziet de trouw Gods niet
meer noch zijn sterkte. Dat kunnen wij
lezen in 1 Sarn. 27. Het ongeloof is dan
in Davids hart en dan vergelijkt hij
niet de sterkte Gods met die van Saul,
maar dan vergelijkt hij zijn eigen
krachten met die van Saul. Dan komt
het ongeloof tot een conclusie: Aange
zien ge toch zekerlijk het van Saul en
zijn machtig leger zult moeten verlie
zen, daar uw kleine kracht nooit die
van Saul zal kunnen teniet doen, is er
geen beter ding voor u, dan haastig
te ontkomen in het land der Filistijnen.
Dit zei men in Davids hart. Tot deze
conclusie komt de redenering van het
ongeloof. En David en zijn zeshonderd
mannen gaan dan heen, ontwijken de
strijd en gaan in rust wonen in het
land der Filistijnen. Nu heeft David
de Heere niet gevraagd. Neen, het on
geloof zoekt God niet, noch vraagt naar
Zijn wil. Het ongeloof is wars van ge
vouwen handen en gebogen knieën en
zingt nooit:
Heere loijs mij toch Uwe wegen,
Die Gij wilt, dat ik zal gaan.
Het ongeloof weet een weg buiten
God om; het ongeloof verschaft een
rust buiten God om. Het ongeloof kan
de sterkte Gods niet aangrijpen noch
zelfs geloven.
Maar wat bitter zal in het einde die
rust van het ongeloof zijn. Hoe sma
delijk zal David dat ook ervaren, dat
de weg, die hij nu gekozen heeft, hem
geen rust zal kunnen verschaffen. God
weet onze valse rustplaatsen wel te
vinden en o, hoe zwaar zal het de ziel
vallen als de Heere hem in zijn valste
rustplaatsen verrassen gaat en die rust
plaatsen zal gaan verdoen, want zo
heeft de Heere met David gehandeld.
De rest van de geschiedenis betuigt
dat ons. ïn welke moeilijke en gevaar
lijke omstandigheden kunnen de buiten
God door ons genomen beslissingen ons
brengen. Eerst lezen we, dat David aan
de zijde van de vijanden van het volk
en de waarheid Gods komt te staan.
Daar staan Davids mannen onder lei
ding van de man van wie eenmaal de
dochteren van Israël gezongen hebben:
David heeft zijn tienduizenden versla
gen. O David, aan die kant hoort ge
niet. Dat moeten zelfs de vijanden Gods
erkennen. David ge staat aan de ver
keerde zijde en daarom sturen ze Da
vid heen.
Rotterdam (C.)
Ds. A. Vergunst.
toch al door de normale toeneming der
bevolking en bovendien doordat men
de bedragen steeds verhoogt, maar de
verhoging van de gemiddelde leeftijd
speelt ook een zeer grote rol. Veel meer
mensen worden ouder dan voorheen en
vooral de groep boven 75 jaar neemt
sterk toe, veel sterker dan die van 65
69 en van 7074. Zij vormde in 1940
nog SO'/o en nu al 35''/o van de bevol
king van 65 en ouder. Dit betekent dus,
dat men niet alleen méér A.O.W.-klan-
ten krijgt, maai dat men ze ook langer
houdt. We vragen ons daarom wel eens
af, of de financiële last van de A.O.W.-
preinies op de duur niet te zwaar zal
gaan drukken.
Een andere interessante conclusie, die
uit de nieuwe cijfers te trekken is,
wordt gevormd door de verandering in
het percentage geihuwden onder de be
jaarden.
Dit is de tabel voor de mannen.
70-74
65
75
75 e.o. totaal
45
51
63
70
65-69
1950 76
1692 83
Door de verhoging van de leeftijden
stijgt automatisch het aantal gehuwden
boven 65 jaar. Thans is het dus al 70Vo
voor de mannen. Voor de vrouwen is
het lager (die zijn meestal jonger). Het
totaal-gemiddelde is 56%.
Niet minder dan 750.000 bejaarden
üf driekwart van het totaal leefde in
1960 (volkstelling) in gezin of huishou
ding in eigen kring. Daarnaast werden
170.000 afzonderlijk levende alleen
staanden geteld en slechts 75.000 in
groepsverband in gestichten, instellin
gen en tehuizen. Hieruit blijkt dus wel
een zeer grote mate van zelfstandig
heid. Van de alleenstaanden beschikten
niet minder dan 140.000 over een wo
ning. Van dezen bewoonden 97.000 faaar
geheel alleen en hadden 43.000 inwo
ning, terwijl 26,000 alleenstaanden ka
merbewoner waren.
De volkstelling gaf ook gegevens
over de bejaarden, die nog een beroep
uitoefenen. Het waren 20"/o van alle
mannen en 3% van alle vrouwen boven
65. Deze percentages waren voor de 60
65 jarigen resp. 81 en 9, zodat driekwart
van de mannen en tweederde van de
vrouwen er m.et 65 jaar een punt ach
ter zet. De percentages werkenden zijn
sedert 1947 zeer sterk gedaald, wat zijn
oorzaak vooral vindt in de betere
ouderdomsvoorzieningen.
Tenslotte nog iets over de bejaarden
i.v.m. de kerkelijke gezindte. Ook hier
zijn leerrijke conclusies te trekken. In
onderstaande tabel geeft de eerste ko
lom het "/o boven 65 aan van eigen
groep, de tweede het "U boven 65 van
het totale aantal boven 65
R.K.
N.H.
Ger.
Over.
Geen
Nederl.
6,8
11,6
8,6
14,4
7,1
9,1
31,6
38,0
9,2
6,1
15,1
(40.4)
(28,3)
9,3)
3,6)
(18,4)
Uit beide kolommen is te conclude
ren, dat de r.k. naar verhouding de min
ste bejaarden hebben, dat de buiten
kerkelijken ook „jonger" zijn, de gere
formeerden ongeveer op landelijk peil
staan, maar dat de hervormden en voor
al de „overigen" (Remonstr. etc.) heel
sterk aan het verouderen zijn als ker
kelijke gemeenschap,
tussen haakjes hun algemene aandeel
in de bevolking.
OUDDORP
Kerkdienst. D.V. maandagavond 16
sept. hoopt voor de Ger. Gem. voor te
gaan ds. van Gilst uit Lisse. Aanvang
7 uur.
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. TEER
Telefoon 26S2 Westd^k 36
MIDDELHARNIS
OUDDORP
Op de Provinciale weg, even buiten
Ouddorp is dinsdagmiddag de brom
fietser Jan de Waal door een hem ach
teropkomende auto aangereden. De heer
de Waal, die in de richting Goeree reed
ontmoette zijn meisje die uit de tegen
gestelde richting naderde, waarna hij
zonder voldoende op te letten op de
weg wilde keren. De auto trok een
meters lang remspoor maar kon hem
niet meer ontwijken. Hij liep ernstige
schaaf- en snijwonden aan armen en
schouders op. Bij afwezigheid van een
dokter verleende de heer J. van Dam
eerste hulp. De brommer werd ver
nield, de auto kreeg flinke schade.
VÜOR BETER i. X*
t^^ -----NAAR DE
MIDDELHnRNIS-TEL:Z3Z8
ABONNEMENTSPRIJS 2,15 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Een beeld van de luchtmachtoefening, die dinsdag op de Noordzee is begonnen en waarbij zeven mannen gedurende
een etmaal slag hebben geleverd tegen de zee en de getijden, opeengepakt op een klein rubbervlot: Kort na de start
van de oefening waren de gezichten nog opgewekt en vrolijk Zeeziekte en ontbering hebben de vrolijkheid wel
spoedig doen verdwijnen.
Onder zeer grote belangstelling heeft woensdag j.l. de bevestiging en intrede
plaats gehad van kand. J. Karens van Zoetermeer tot predikant der Geref.
Gemeente te Nieuwerkerk (Z.) De kgrkeraad had voor deze diensten een grote
toeloop verwacht, en gezien de kerk te Nieuwerkerk de schare niet zou kun
nen bevatten heeft men te Zierikzee onderdak gezocht waar de Chr. Geref. Ge
meente aldaar welwillend hun kerkgebouw met ruim 1100 zitplaatsen voor dit
doel, heeft afgestaan. Niet alleen uit de omgeving maar van heinde en ver
waren belangstellenden opgekomen; er waren tal van predikanten, vertegen
woordigers van classis, synode, pi. kerken, gemeentebestuur enz. We bemerk
ten o.m. de predikanten L. Rijksen, W. Suijker, A. F. Honkoop, P. Blok, L.
Huisman, Vogelaar, C. Harinck, Hage, P. A. Zijderveld en alle studenten. Van
de Chr. Ger. Kerk was er ds. M. v. d. Klis te Zierikzee, voorts ds. M. G. Wes
terhof, Herv. predt. en dr. Becker, Ger.predt. te Nieuwerkerk, en burgemeester
A. A. van Eeten, namens het gemeentebestuur. De grote kerk was beide dien
sten, vooral des avonds geheel bezet.
De bevestiging
De bevestiging had des middags plaats
door ds. K. de Gier te 's Gravenhage,
docent aan de theol. School te Rotter
dam. De tekst was 2 Cor. 5 20 en 21:
„Zo zijn wij dan gezanten van Chris
tus wege, alsof God door ons bade, laat
u met God verzoenen."
Het thema: Het ambt der verzoening
met de volgende punten: 1. de opdracht
2 de ernst en 3 het doel van het ambt.
Na de ontvouwing van deze tekstwoor-
den werd het bevestigingsformulier
voorgelezen en klonk een plechtig „Ja,
ik, van ganser harte" uit de mond van
de nieuwe leraar. Aan de handoplegging
namen deel de predikanten ds. L. Rijk
sen:, ds. W. Suijker en ds. A. F. Honkoop
en ouderling Jac. van Klinken, Het was
een ontroerende plechtigheid.
De intrede
Des avonds sprak ds. J. Karens voor
de eerste maal het votum en de zegen
uit over zijn gemeente. De voorzang was
Ps. 19 5 en 7; gelezen werd Jesaja 62
waarna ds. voorging in gebed.
Ds. Karens noemde Let een gewicht
vol uur voor hem en de gemeente, in
de verbindtenis die nu werd aangegaan
Hij vergeleek het met een huwelijk,
waarvan hij hoopte dat er kinderen
Slons uit geboren zouden worden en hij
dienstbaar zou worden gesteld tot hun
zaligheid. Spreker vertelde een en an
der van de werkzaamheden die hij had
gehad inzake het beroep naar Nieuwer
kerk hij was er bij bepaald: dit is
de weg, wandelt in dezelve. Ds. Karens
drukte de wens uit dat de ondertrouw
met de gemeente Nieuwerkerk gezegen
de vrucht zal afwerpen en parelen zou
den worden gehecht aan Christus Mid-
delaarskroon. Ook dat de gemeente zou
verstaan dat hij slechts een mensenkind
is; dat hij gedragen zou worden op de
vleugelen des gebeds en de Heere in al
les verheerlijkt zal worden.
De intreetekst werd gekozen uit Eze-
chiël 3 17 „Mensenkind! Ik heb u tot
een wachter gesteld over het huis Is
raels, zo zult giJ! het Woord uit Zijn
mond horen en hen van Mijnentwege
waarschuwen".
Het thema was: 's Heeren opdracht
aan een nietig mensenltind, waarbij
werd stilgestaan bij 1. benaming die de
Heere geeft; 2. de aanstelling die hij
krijgt; 3. de toezegging die hij verleent
4. de opdracht hem verstrekt.
De naam van Ezechiël, de profeet in
ballingschap, aan de rivier Chebar, be
tekent: Jehovah wil sterken. Hij wordt
door de Heere mensenkind" genoemd,
welke benaming 92 maal in dit profe-
tenboek voorkomt. Deze benaming wijst
hem er op, dat hij onder de ballingen
niet in eigen kracht kan werken; het
ziet op zijn zwakheid en diepe afhan
kelijkheid het is een beschamende be
naming maar ook vertroostend, omdat
zijn Zender Zoon des mensen wordt ge
noemd. Zijn aanstelling is een Godde
lijke, van de Ik zal zijn, die Ik zijn zal.
Hij wordt aangesteld als een wachter
over het ganse huis Israels, hij heeft
een zeer verantwoordelijke positie, waar
van de consignes luiden dat hij niet
slapende mag zijn, maar steeds op zijn
post en wakend, dat geen onheil de
stad verstoort. En als er onheil nadert
moet hij de bazuin blazen, of een vuur
ontsteken, dat de aandacht trekt. Hij
moet waken over degenen die de geva
ren niet zien en er voor waarschuwen.
Tot deze ontzaglijke opdracht is hij in
zichzelf onbekwaam, maar hij vindt een
pleitgrond in het binnenste heiligdom
en mag daar sterkte uit putten.
Sprekende over het derde punt, zijn
toezegging, beklemtoonde spreker dat
een wachter eerst moet luisteren, al
vorens te kunnen spreken naar de me
ning des Geestes en naar het hart van
Jeruzalem ,,Zo zult gij het Woord uit
Mijn mond horen" zegt de tekst. Dood
en leven, zegen en vloek, de rechtvaar
dige het wel, en de goddeloze het wee,
moet hij aanzeggen. Altijd is er een
boodschap, voor bekeerd en onbekeerd,
niemand mag ongewaarschuwd heen
gaan. De profeet, en met hem Gods
dienstknechten brengen niet hun eigen
maar 's Heeren Woord, waarbij zij mo
gen uitzien naar de toezegging, die
troostvol is.
De opdracht luidt: Zo zult gij hen
van Mijnentwege waarschuwen. Er
staat eigenlijk blinken, lichten, zoals een
wachter bij gevaar vuur of licht ont
steekt. Spreker schetste dat er in de
kerk altijd 2 soorten hoorders zijn (god-
delozen en rechtvaardigen vers 18) die
met ernst dienen gewaarschuwd te wor
den, ook van het zitten op valse gron
den. Niet wat de mens zegt komt in
aanmerking, maar wat de Heere zegt.
De kerk des Heeren moet gebouwd wor
den in het allerheiligst geloof; ook de
jeugd in liefde vermaand en gewaar
schuwd, opdat de prediking door de be
diening des Geestes bekering en zalig
heid moge uitwerken.
Toespraken.
Ds. Karens richtte zich nadat Ps. 127
1 gezongen was tot zijn bevestiger do
cent Ds. K. de Gier die hij hartelijk
dankte voor de bereidwilligheid hem in
zijn ambt te bevestigen. Verder tot do
cent Ds. L. Rijksen te Rotterdam, die
voor hem in die 4 jaar als een vader was
geweest. Vervolgens sprak hij docent v.
Bochove toe, met bijzondere achting
voor diens werk. Het college van bur
gemeester en wethouders, die als wach
ters gesteld zijn op de burgerlijke muur,
dankte hij voor hun aanwezigheid en
bad hen Gods zegen toe. De curatoren
w.o. predikanten en ouderlingen met de
classis-predikanten in Zeeland, wenste
hij toe dat de band der liefde mocht
worden bestendigd. De consulent ds. W.
Suiker en ook ds. A. F. Honkoop, welke
laatste een tiental jaren in de clas
sis Tholen had gewerkt dankte hij voor
dit werk en hoopte dat zij elkaar dienen
zouden door de liefde.
Verder werd toegesproken Ds. Zijder
veld van de part. Synode; de afgevaar
digden uit de verschillende kerken van
de classis Tholen alsook de predikan
ten uit de plaatselijke kerken; ds. v. d.
Klis, predt. van de Chr. Ger. Kerk te
Zierikzee, die zich zo beijverd had de
ze diensten goed te laten verlopen. De
studenten aan wie hij grote binding had
de catechisanten, de organist van Zie
rikzee en Nieuwerkerk, de onderwijzers
en voorts allen die deze dag de helpende
hand hadden geboden om de vele vrien
den te ontvangen.
Tot de gemeente zei spreker dat hij
hoopte dat in eerlijkheid en getrouw
heid met elkaar zal worden omgegaan;
met de kerkeraad die hij dankte voor
alle zorgen hoopte hij dat zij samen
door de band der liefde zullen worden
aaneengesmeed. Niemand is eender zei
spreker, maar laat ons samen één zijn.
De hoogbejaarde scriba, dhr. Flikweert
kreeg een apart woord van dank. Ten
slotte richtte spreker zich tot familie,
ouders schoonvader en schoonmoeder,
echtgenote en kinderen, vrienden van
Zoetermeer en hun predikant ds. Voge
laar en die van elders waren gekomen.
Diverse sprekers
Na het dankgebed en zingen van Ps.
135 1 voerde ds. L. Rijksen van Rot
terdam het woord, namens docenten en
curatoren. Hij verblijdde zich mede dat
Nieuwerkerk een eigen predikant had
gekregen en hoopte dat de raad der kerk
aan zijn zijde zou staan om samen het
heil der gemeente te zoeken.
(Vervolg op pag. 2, Ie kolom)