hieR zwijQt öe mens
De moeilijkheden
in de landbouw
Toren en l(erk te Nieuwe Tonge
in de steigers
Zwaar transport in Rotterdam
Grote vraag naar
arbeidskrachten
VAUXHALL
JVfeaitofie
F^CKÖRtËWEGsZOON
N.V. J. van Bekkum
Vrijdag 12 juli 1963
No. 3204
Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verschijnt tweemaal per week: dinsdag- en vrydagavonid
De gesmade Herder
Voor BET£» f^
Fruitmanden en Fruitbakjes
»^De ^ruitcentrale"
Morgen concerteert Apollo
Garage Knöps
dinsdag 16 juli gaat
normaal door
Burgemeester
van Brïelle ontslagen
Een
populaire boerderij
35e jaargang
PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS
Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sominelsdljk
Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930
ABONNEMENTSPRIJS 2,1 S PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Om de moeilijkheden in de landbouw
te begrijpen, is het nodig terug te gaan
naar het recente verleden. Toen in 1945
de oorlog was afgelopen, was er een
arote voedselschaarste. Gedurende de
eerstvolgende jaren was daarom de
produktie vrijwel volledig gericht op
het binnenland. Er was nog distributie
en er bestond leverplicht. In 1950 wer
den deze opgeheven en kon een vrijere
prijsvorming worden toegelaten. Wel
moesten voor enkele belangrijke pro-
dukten nog vaste of minimumprijzen
gelden ter bescherming van de consu
ment en tegen de prijzen op de inter
nationale markt. Men ging nu ook stre
ven naar grotere opvoering van de pro
duktie in verband met de export. Voor
al na 1954 echter trad een daling in
van het prijsniveau op de wereldmarkt,
veroorzaakt door een steeds groter wor
dende produktie en beschermende maat
regelen in vele landen. In ons land
werd de produktiviteit in de periode
1954 tot 1963 zeer verhoogd, n.l. met
40"/i), door de daling van het aantal be
roepspersonen met 15°/i) en een sterke
toeneming van de mechanisatie. Een
daling van het aantal bedrijven boven
1 ha had plaats (met 12'°/o) en van 1 tot
10 ha met 23''/o in de sectoren akker
bouw en veehouderij. De produktie nam
toe met 30»,'o, waarvan de akkerbouw
met 30"/o, het vlees met 50"/o, de melk
met 10»/o, de eieren met 175»/o en de
tuinbouw met 40'»/o. Zo steeg de export
in die periode van 2000 op 3850 miljoen
gulden (en de import van 1750 op 2750
miljoen). Het was een zeer snelle ont
wikkeling, die zich naar verwachting in
versneld tempo zal voortzetten. Het
aantal beroepspersonen blijft vermin
deren, de mechanisatie gaat onvermin
derd voort en ook wat het aantal, de
vormen en de produktierichting van de
bedrijven betreft is er veel aan het ver
anderen. De landbouw verkeert daar
door in een overgangsfase, waarin ze
grote veranderingen tegemoet gaat. Dat
dit met allerlei moeilijkheden gepaard
gaat, ligt voor de hand.
Wanneer men nu echter probeert na
te gaan, waar de schoen het meest
wringt en het grootste knelpunt ligt,
dan komt men al spoedig tot de con
clusie, dat de allerbelangrijkste factor
gelegen is in de overproduktie, zowel
nationaal als internationaal. Het is met
de produktie in de landbouw een merk
waardige zaak. In de westelijke landen
wordt ze voortgebracht door een steeds
kleiner wordend aantal boeren en arbei
ders, maar door de mechanisatie, ratio
nalisatie en andere factoren stijgt ze
toch voortdurend. De produktie per
hoofd der agrarische beroepsbevolking
in de welvarende landen is tot 20 maal
zo groot als in de arme landen. Daar
door kan een betrekkelijk gering aantal
boeren de bevolkingen in de ontwikkel
de landen een overvloedige voeding ver
schaffen, terwijl in de niet-welvarende
landen de overwegend agrarische in
woners wel 70''/o dikwijs niet in
staat zijn om een voldoende hoeveelheid
landbouwprodukten voort te brengen. Op
langere termijn gezien is het zelfs zo,
dat de produktie in de „rijke" landen
sneller toeneemt dan de bevolking. Het
gevolg is, dat er in de hoogontwikkel
de landen ouerprodufctie en in de on
derontwikkelde onderprodwfctie is! Er
is dus geen evenwicht. Het mooiste zou
zijn als de laatste gebieden het over
compleet van de eerste konden afne
men, want dan waren beide geholpen.
Maar dit nu is juist onmogelijk, omdat
de achtergebleven gebieden dit niet
kunnen, daar ze geen voldoende koop
kracht hebben. En het ziet er niet naar
uit, dat ze deze binnen afzienbare tijd
zullen krijgen. Deze landen vormen dus
voor Amerika, West-Europa en Austra
lië geen afzetgebied. Mjen zit hier der
halve met grote voorraden voor de ex
port. Ieder land, ook Nederland, pro
beert zijn uitvoer te vergroten, maar
stuit daarbij op de moeilijkheid, dat de
andere landen hun agrarische produktie
met hetzelfde doel opvoeren en er dus
steeds minder behoefte aan import is.
Engeland heeft noodgedwongen in de
oorlog zijn produktie opgevoerd. Vroe
ger had het vrijwel alleen import, maar
nu heeft het zelf al enkele exportpro-
dukten b.v. eieren. Denemarken met
zijn grote zuivelproduktie is na de oor
log onze grote concurrent in. West-
Duitsland geworden. In ons oostelijk
buurland is de produktie ook enorm toe
genomen. Frankrijk, België en Zwit
serland hebben eveneens hun agrarische
produktie verhoogd en zijn bovendien
zeer sterk protectionistisch. De Franse
boeren men kan dat telkens in de
bladen lezen eisen voortdurend van
hun regering allerlei beschermende
maatregelen, waarbij ze zich niet ont
zien bijna revolutionair op te treden.
Als exportland is Nederland daarvan
in hoge mate de dupe. Het ondervindt
in zijn oude afzetgebieden een steeds
groter concurrentie en tegenwerking
van overheidsmaatregelen. Onze land
bouw krijgt steeds groter moeite met
de afzet, speciaal van boter, eieren en
melk. Dat dit funest is voor een land,
dat een derde van zijn produktie moet
exporteren, ligt voor de hand.
De consequentie van deze overpro
duktie is uiteraard, dat het met de prij
zen in de war loopt. De internationale
prijsontwikkeling wordt beheerst door
een kunstmatig opgevoerde produktie
en door een steeds sterker wordend
agrarisch protectionisme, niet door een
te hoog nievau van de produktiekosten.
En al de tollenaars en de zondaars
naderden tot Hem om Hem te horen
En de Farizeeërs en de Schriftge
leerden murmureerden, zeggende:
Deze ontvangt de zondaars en eet
met hen.
En Hij sprak tot hen deze gelijkenis
zeggende: Wat mens onder u, heb
bende honderd schapen, en één uit
die verliezende.
Lukas 15 1-4
Het Evangelie stelt ons hier een merk
waardig tafereel voor ogen: veel open
bare zondaren scharen zich rond de
heilige Jezus. Het gespuis van de jood
se natie schijnt warm te lopen voor de
profeet uit Nazareth. Wanneer wij een
blik op de menigte werpen is er niet
veel fatsoenlijks te zien. Het zijn men
sen die het zedelijk decor hebben ge
broken en buiten het maatschappelijk
toelaatbare zijn gegaan; tollenaars die
berucht waren om hun afpersing en
anderen die de zedelijke normen met
voeten hadden getreden. Deze mensen
stonden aan de zelfkant van de maat
schappij. Zij kregen in de tijd toen Je
zus op aarde was van de zijde der an
dere joden niet veel aairdacht. Van lief
de zullen wij maar helemaal niet spre
ken. Wij vragen ons heden wel eens af
of er niet te veel opmerkzaamheid wordt
gewijd aan het a-sociale volksdeel.
Wordt er thans niet te weinig zorg be
steed aan hen die met allerlei moeilijk
heden te kampen hebben hoewel zij
rechtschapen leven? Dergelijke vragen
behoefde men in de tijd van het Nieuv/e
Testament niet te stellen. Vanuit de
hoogte keken Farizeeërs en schriftge
leerden op de „zondaren" neer. De een
voudige, eerbare burgers scholden zij
uit voor „de schare die de wet niet kent'
Zij hielden hen al voor vervloekt. Hoe
hoog moesten zij dan hun vrome neus
niet optrekken voor degenen die door de
modder der zonde bezoedeld waren?
De Farizeeërs verstonden, in het alge-
MIDDELHflRNIS-TEU23Z8
meen gesproken weinig of niets van de
goddelijke genade. Hun godsdienst om
vatte een systeem van goede werken
die beloond werden en zonden, die men
kon uitwissen door eigen verdiensten.
Hoe zouden zulke oppassende werkhei-
ligen deernis hebben met het zedelijk
verlorene? Nog heden ten dage zullen
mensen die zichzelf braaf en onberispe
lijk achten, minachtend spreken over
hun gevallen medeschepselen!
Zij voelen zich goed. Zij menen, pre
cies zoals de Farizeeërs dat zij „het heb-
toen". Zij gaan naar de kerk, bedenken
de gemeente met grotere of kleinere
(meestal kleinere!) giften, bidden lezen
de Bijbel en doen vele, vele goede din
gen.
De door eigen schuld en ondeugd ver-
stotenen verzamelden zich nu rondom
Jezus. Hij was zo anders dan de schrift
en wetgeleerden! Neen, Jezus keurde de
zonden die zij bedreven hadden niet
goed integendeel! Maar zijn optreden
tegen boosdoeners week geheel af van
dat van de geestelijke leidslieden uit die
tijd.
De Farizeeërs mopperden dan ook:
„deze man". Dat is een verachtelijke
uitdrukking. Ze trokken hun lip op: de
ze man-----Als zelfgenoegzame men- j
sen voelen zij niets voor stakkers, voor
gevallenen en ellendigen. „Hij eet met
hen!". In deze afkeurende woorden te
kenen de Farizeeërs juist het nieuwe,
dat in Jezus verschenen is. Hij treedt
op als Geneesheer van hen die zedelijk
en godsdienstig ziek zijn. De Farizeeërs
nemen de zonde veel minder nauw dan
Jezus. Als zij echter eenmaal iemand uit
hun gemeenschap hebben gebannen, is
die uitstoting onherroepelijk. Dit is een
opmerkelijk verschijnsel. Jezus eist een
overvloediger v/etsbetrachting (dat be
tekent het woord „gerechtigheid" in
Matth. 5 20) dan die van de schriftge
leerden en Farizeeërs om in het konink
rijk Gods in te kunnen gaan. Maar bij
Christus is er plaats voor bekering en
terugkeer in de gemeenschap. De nette
Farizeeërs verteren onder de schijn van
lang te bidden het bezit der wefluwen.
Bij hen is er geen ruimte voor omkeer
en ontferming. Iets dergelijks zien wij
ook vaak in keurig burgelij ke, christe
lijke kringen. Men is verdraagzaam en
liefdevol. Wie eenmaal viel en uitge
worpen werd, is echter reddeloos ver
loren en kan nimmer meer in gunst
worden aanvaard. Juist over die brave
Farizeeërs en hun moderne navolgers
heeft Jezus gezegd, dat zij „een boos en
overspelig geslacht" zijn. Laten we dat
ter harte nemen.
Dit alles betekent niet dat wij de
zonde moeten bagatelliseren. Wij mo
gen niet doen, alsof ondeugd niet erg
is. Oneerlijkheid en ontucht, corruptie
en zedeloosheid het zijn grote, ver
schrikkelijke zonden. Tegenwoordig leg
gen velen een schijnbare menslievend
heid aan de dag jegens misdadigers. In
wezen is dat niet anders dan een ver
achting van Gods geboden die eisen dat
misdaden worden gestraft. Wanneer
Gods inzettingen niet in ere worden ge
houden, is men geneigd de misdadiger
meer te beschermen dan zijn slachtof
fers. Neen, in de Schrift blijft zonde,
zonde. De overtredingen zijn afschuwe
lijk voor God. Maar Jezus wijst aan
tollenaren en zondaren een uitweg. Er
bestaat voor hen die voor goed uit de
samenleving en de godsdienstige ge
meenschap zijn gestoten nog redding,
Jezus predikt verlossing door bekering,
de Farrizeeërs kennen deze weg der
genade niet.
Op de aaiivallen van de Joden ant
woordt Jezus zonder enige geraaktheid
m.et een drietal gelijkenissen over het
verlorene. Hij wil daarmee zeggen: Wat
Ik doe tegenover de zondaren, is het
zelfde als wat God doet. Hier wordt ons
de grote Liefde van Jezus voor zon
daren getekend. Verwonder u terwijl
ge het leest. En als ge nog niet door
Hem zijt gered, neem dan nu de toe
vlucht tot de allerbarmhartigste Ver
losser.
Hoor, hoe Hij gaat vertellen over scha
pen. Dikwijs ontleent Hij zijn onderwijs
aan het dierenrijk: vissen, musjes, dui
ven, slangen, enz. Hij spreekt er met
teerheid over. Het is niet onverschil
lig hoe wij over de dieren denken. On
ze houding tegenover hen verraadt een
bepaalde geestelijke instelling.
Schopenhauer voelde veel voor die
renbescherming, omdat hij beesten aan
trekkelijker vond dan mensen. Darwin
geloofde in een nauwe verwantschap
tussen dier en mens op grond van zijn
evolutionistische uitgangspunt, Christus
is echter de Schepper en Verlosser ook
van de redeloze schepselen. Zijn offer
is het einde van de dierenoffers in het
Jodendom, Ook in dit opzicht is Chris
tus groot. Hij is van betekenis voor het
dierenrijk, omdat dit tengevolge van de
zonde van de mens onder de vloek ge
komen was. Heel de schepping is om de
gevallen mens aan de ijdelheid onder
worpen. Nu Christus de schuld heeft
weggedragen, is in beginsel de gehele
natuur bevrijd. Zij wacht nog op het
grote moment, dat zij volkomen en voor
altijd van de verderfenis zal worden
vrij gemaakt.
Een volgende keer willen wij de ge
lijkenis van het verloren schaap gaan
bezien.
R'dam-Delf shaven
H, Goedhart
Door een te groot aanbod op de wereld
markt is er een gaping ontstaan tus
sen de marktprijzen en de kostprijzen
met 'het gevolg, dat de produkten te
weinig opbrengen om de bedrijven ren
dabel te exploiteren. Een gering over
schot van een bepaald produkt kan al
belangrijke prijsverlagingen tot gevolg
hebben. Er heerst dus steeds een grote
onzekerheid omtrent de prijzen op de
internationale markt,
Nederland is in dit opzicht zeer
kwetsbaar, Terwille van onze economie
moeten we exporteren, doch de prij
zen en de protectie belemmeren dit.
Ook heeft een deel van onze agrariërs,
n,l, de veehouders, veel voedergranen
nodig uit het buitenland. Wij zijn dus
sterk afhankelijk van het buitenland,
maar juist de landen, die kunnen be
talen, zitten met soortgelijke moeilijk
heden.
Als men als niet-agrariër van deze
situatie kennis neemt, is de eerste re
actie uiteraard: waarom beperkt men
dan toch in de westelijke landen, die
alle in meerdere of mindere mate mei
deze problemen worstelen, de produktie
niet"! Deze stem wordt veel gehoord en
ze ligt voor de hand. Een drastische
aanpassing van de Nederlandse produk
tie aan de situatie op de wereldmarkt
zou economisch het meest logisch zijn
en hetzelfde geldt uiteraard voor de
andere westerse landen. In de Verenig
de Staten, die enorme landbouwover
schotten hebben men denke slechts
aan de talloze graansilo's met onver
koopbare voorraden speelt dit vraag
stuk wel heel sterk. De regering moet
miljarden dollars uitgeven om ze uit de
markt te nemen. Ze heeft van alles ge
probeerd om de produktie te beperken:
premies op het uiet-bebouwen van een
deel der akkers; Kennedy heeft een
plan opgesteld om in 20 jaar ongeveer
20 miljoen ha cultuurgrond aan de land
bouw te, onttrekken en er recreatiege
bied van te maken. Niets helpt. Door de
technische vooruitgang en het gebrek
aan medewerking van de boeren is de
opbrengst per ha steeds verhoogd, zo
dat de overschotten nog toenamen!
Hoewel de Amerikanen zelf minder
melk en boter gaan gebruiken uit vrees
voor hart- en vaatzieken, nam de melk-
produktie voortdurend toe. En zo is het
vrijwel overal, In Frankrijk produce
ren de boeren maar raak en als er geen
voldoende afzet is, maken ze een soort
revolutie en moet de regering de im
port beperken, wat weer maatregelen
van andere landen uitlokt. Zo draait
men in een cirkel rond en wordt de
situatie steeds bedenkelijker. Het is geen
wonder, dat in deze omstandigheden het
probleem van de landbouw in de E.G,G,
vrijwel uitzichtloze aspecten vertoont.
Daarbij komt nog, dat de overheid
door de ontwrichting van de wereld
markt de boeren met honderden mil
joenen steun op de prijzen moet hel
pen, een zware last voor de schatkist.
Bovendien moet de consument nog mee
betalen. Het is dus wel zaak, dat we de
kwestie van de overproduktie nog eens
wat nader bezien.
Op 't hoge duin, als in verleden jaren,
zie ik de zee weer en het lage land.
Het zonlicht regent zilver op de baren,
van verre horizon tot aan het strand.
Weer zingt de zee; ik kan het niet verklaren,
de zin van 't lied, dat uitruist op het zand.
Maar ied're keer moet ik opnieuw ervaren:
ik voel mij aan de zee en 't land verwant.
Wie zal dit schoon van land en zee verwoorden?
Wie zegt de rust en vree in klanken uit?
Hier zwijgt de mens bij 't ruisen der accoorden,
want onvertaalbaar is het zeegeluid.
Alleen die met de ziel naar 't zingen hoorden,
gevoelen dat 't op hoger dingen duidt,
M. N,
Speciaal in het opmaken van
B. V. d. TEER
Telefoon 2682 Westdqk 36
MIDDELHARNIS
Abusievelijk vermeldden wij in ons
j,l. dinsdagnummer dat „ApoUo" te
Goedereede a,s, 20 juli een concert zou
geven. Dit concert wordt echter morgen
zaterdag 13 juli gehouden op de Markt
te 7.30 uur.
O.m. zullen deze avond de beide con-
coursnummers, worden gespeeld waar
mee „ApoUo" op het concours van j.l.
zaterdag zo'n geweldig succes had.
De toren en de Hervormde kerk te
nieuwe Tonge staan dik in de steigers,
de grondige restauratie die onder aus
piciën van Monumentenzorg wordt toe
gepast. Het dak van de kerk is weg
genomen en van binnen is de kerk ge
heel uitgebroken. Er zijn onder de
vloer oude grafkelders voor de dag ge
komen, bedekt met zware stenen, die
bebeiteld zijn met gothische letters.
Later zullen deze opschriften door oud
heidkundigen wel worden ontcijferd:
we konden er alleen op lezen; „bidt
voor de Siele". Dit doet het vermoeden
rijzen dat hier gestorvenen zijn begra
ven vóór de reformatie toen het nog
een roomse kerk was. De kerk bestond
n.l. al in 1450 en is volgens de Neder-
landsche Stad en Dorpbeschrijver ,tot
een kruiskerk aangelegd en was aan de
Maagt Maria gewijd".
De restauratie wordt uitgevoerd door
de firma Huurman te Delft en in de
oorspronkelijke vorm teruggebracht.
Een historisch bouwwerk vv'ordt hier
mee voor het nageslacht bewaard.
Woensdagochtend is bij de constructiewerkplaatsen en machinefabriek Braat
N.V. in Rotterdam het transport naar IJmuiden begonnen van een rond hon
derd ton zware weegwagen. Deze is bestemd voor de hoogovens. De span
ning bij de medewerkers en in de staaldraden stijgt, het transport is begon
nen.
In juni daalde de geregistreerde ar
beidsreserve van mannen van 20.552 tot
18.733. De bezetting op aanvullende
werken nam met rond 500 af tot 1.651,
zodat het aantal werkloze mannen met
ruim 1.300 verminderde tot 17.082.
Het voor normale seizoeninvloeden
gecorrigeerde cijfer van de geregistreer
de arbeidsreserve bleef ongewijzigd en
bedroeg eind juni 27.000.
De stijging van het aantal openstaan
de aanvr-agen naar mannen met bijna
13.000 had voor drie vierde deel be
trekking op jeugdigen. Bij een krappe
arbeidsmarkt pleegt de vraag van het
bedrijfsleven naar jongeren, die op het
punt staan hun school- of vakopleiding
te beëindigen in sterke mate vooruit te
lopen op het aanbod daarvan, dat eind
juni nog zeer gering was. Pas in juli
en augustus wordt het merendeel van
deze jaarlijkse aanwas van de beroeps
bevolking op de arbeidsmarkt verwacht.
De daling van de geregistreerde ar
beidsreserve hangt voornamelijk sa
men met een verdere vergroting van de
seizoenwerkgelegenheid en deed zich
grotendeels voor in de beroepsgroepen
landbouw en losse arbeiders, terwijl
voorts het aantal minder geschikten
daalde.
De daling van de werkloosheid van
landarbeiders en losse arbeiders hangt
onder meer samen met de verplegings-
werkzaamheden en het rooie van vroe
ge consumptieaardappelen.
Verder ondergingen nog enige da
ling de beroepsgroepen metaal, waar
van de werkzaamheden voor een deel
samenhangen met die van de bouw en
horeca. Ook hier is het seizoen de voor
naamste oorzaak van de verminderde
werkloosheid.
De seizoenwerkloosheid is door het
aantrekken van de seizoenwerkgelegen
heid thans geheel verdwenen, terwijl
als gevolg van deze zelfde strook te
vens de structuurwerkloosheid vermin
derde.
Doordat zich, in tegenstelling tot de
mannen, bij de vrouwen wel reeds een
aantal jongere arbeidskrachten bij de
arbeidsbureaus liet inschrijven, steeg de
werkloosheid van vrouwen met bijna
100. De stijging deed zich voornamelijk
voor bij de beroepsgroepen kantoor- en
handelspersoneel. Tegelijkertijd liep de
vraag naar vrouwen met rond 3.000 op,
waarvan bijna 2.000 betrekking had op
jeugdigen.
rjliddelharnis - Telefoon 2043
ZIEKENHUIS - DIRKSLAND
Ons eerstvolgend spreekuur
's Morgens vanaf 9,30 tot 12,00
uur uitsluitend voor:
Corsetten, orthop, apparaten,
kunstledematen e,d.
's Middags vanaf 1,30 tot 3,30 uur
uitsluitend voor:
Steunzolen en elastieke
kousen.
De heer D, M, van Zwieten, burge
meester van Brielle die sinds 23 maart
in zijn funktie was geschorst, is on
middellijk ingaande ontslagen.
Door het departement van binnen
landse zaken is meegedeeld, dat uit het
ingestelde verzoek is gebleken dat de
burgemeester onjuiste handelingen heeft
gepleegd voor het verkrijgen van geld
voor de tentoonstelling Brielle, sleutel
van Europoort, het reserveren van een
groenstrook voor zijn bungalow en het
doen uitbetalen van een honorarium
aan een architect.
De heer D, M, v. Zwieten was sinds
1 januari 1955 burgemeester van de ge
meente Brielle,
Op een boerderij in de Amerikaanse
staat Washington heeft de boerin spe
ciaal werk gemaakt van het ontvangen
van kinderen uit de naburige grote stad
die geen flauwe notie hebben van het
geen op een boerderij allemaal te zien
en te beleven valt.
Meestal vinden deze bezoeken in het
voorjaar plaats als er veel jong leven
op het bedrijf is, In een paar jaar tijds
bedroeg het aantal jeugdige bezoekers
8700, Het begon allemaal met een ver
zoek van de landbouwconsulent om met
een paar spastische kinderen uit de stad
een echte boerderij te komen zien. Het
bezoek was een succes met als climax
een ritje op een muilezel. Het duurde
niet lang of een bezoek aan „Pinedale",
zoals de boerderij heet, was populair
der dan een dagje naar de dierentuin.
Mijlenver uit de omtrek komen de on
derwijzers met hun klassen om kin
deren die nog nooit een schaap gezien,
enige notie te geven van hetgeen een
landbouwbedrijf eigenlijk wel is. De
boerin verricht hier op haar eentje een
belangrijk stuk public relationswerk
voor de landbouw.